Alkmaarsche Gourant Alkmaarsche HuisM- en Industrieschool. Amsterdamsche week. HET TRAGISCH LOT Zaterdag 18 Maart. F e u i 11 e t o n. Uit <mze Staatsmachlne. No. 60. 1922. Honderd Vier en Twintlgste Jaargang, AANGIFTE voor de volgende opleidin- gen en cursussen MAANDAG8 en YRIJ- DAGS 2—4 uur, tot en met 7 APRIL a.s. Voorbereidende Cursus f 35 per Jaar en minder. •pleiding Linnen- en Costnnmnaaien. Afeten Nuttige en Fraaie Handwerken f 50 p. J. Leerares diploma Llngerie- naaien f 100 p. J. Hulp in de Huishouding, 2 J., f 60 p. J. Einderjuffrouw f 50 p. J. Dienstbode, 2 J., f 0.25 p. w. en Cnrsnssen in Teekenen, Woensdags lVa 3'A uur, f 30 p. J. Fraaie Handwerken, 1, 2 of 3 1. W., f 25, f 40 Of f 50 p. J. Linnennaaien en verstellen, 1, 2 of 3 1. p. w., f 20, f 35 of f 45 p. j. Eautklossen 12 1. f 20, Dekken en dienen 6 1. f 10, Wasscbeu 10 1. f 15. Prospectus op aanvraag, bij aangifte vac- cinatie-bewijs overleggen. De directrice J. F. BEUMER. CXVI. Mode-revue bij H'ursch. Plotseling 'heeft de lente haar intrede ge- daanook in Amsterdam, het giroote, steemen mierenmest, of wil men liever: menschem- kolonie, aan d'Aemstel en aan't IJ. De iepem- lanem op de 'grachten zitten vol bruin roode knopjes, zoodat er eem warm waas schijnt te liggeni over de kale, zwarte takken; in de pfantsoemem en parken staan in het gras de crocussen overeind als uit deni hemel gevallen lila, gele en witte volants. En als wij's Zon- dags ter poorte uitdringem, om de vrijheid te zoeken; zij het dan ook de vrijheid van onze rechtlijnige polderwegen en eeuwige weiden met koeien, de vrijheid en de lenite, dan zien wij op de boerenlhofsteden om de stad, aan deni kant der sloten, de sneeuwklokjes bloeien. 'Het voorjaar is er em mfet het voorjaar de voorjaarsmode. Wie nu in onze winkelstraten loopt; in de Kalverstraat, de Leidschestraat, enz., ziet overal de nieuwste modellen van hoeden, mantels, japonnen enz. enz. En bo- vendien wordeni er door de groote huizen mode-revues gehouden, waarop men de nieuwste creaties, weer van nabij. kan bewon- deren. De reeks is geopend met een/e revue, of eigeniij'k meer een show, van het groote Pa rijsche etablissement „Au Printamps" (toe- passelijke naam in dezen tijd van het jaar); in het Amstel-hotel. Daarna volgde het groo te modehuis van Hirsch en Co. op het Leid- scheplein, vis-a-vis den Stadsschouwburg, met eene revue, en derde in de rij. was een jong en kleinere firma op dit gebied, Maison de Vries, op den hoek van Leidscheplein en Leidschestraat, ook met eene revue. Ik ben eens, met mijne dames, gaan kijken naar de mode-revue van Hirsch, omdat dit nog altijd het girootste en deftigste mode-ma- gazijn van Amsterdam dus de beSte waarbor- gen biedt dat de revue een getrouw beeld geeft van hetgeen de mode-koningen en ko- ninginnen van Parijs en andere wereldsteden, ons, Hollandschen-peWs bourgeois, zullen VAN NICOLAAS II EN ZIJN GEZIN. (Dertien jaren aan het Russische hof) naar het Framsch van Pierre Gi'liliard door Mar guerite de Rouvil'le. (Geautoriseerde verta- liing.) Niadrnk verboden. 21) Zeer teruggetrokken en toch steeds hande- lend' uit inmerlijkeii aandrang, v66r alles vrouw en moeder, was de keizerein slechts geluikkig te midden van haar gezin. Gntwik- keldl en kuinstzin'nig hicld zij van boeken en alles wat kunst betreft. Zij1 gaf zich igaame aan overpeizingen over en verdiepte zich me- nigmaal' in een leven van overdenking, waar- uit zij slechts ontwaakte als er gevaar dreig- de, om zich .dan met hartstochtelijken ijver op' de himderpaal te werpen, Zij' bezat de schioonste karaiktcreigenschappen en werd al tijd door dd ed'elste ingeviingen geleid. Maar het teed had haar gebroken, zij was nog slechts de schaduw van zichzelve en menig- maall had zij tijden van mystieke geestver- rukking, waarin zij het juiste begrip van men- schen en d'ingen uit het oog verloor. Haar geloof in de heilagheid van Raspoetitn bewijst het voldtoende. Ein zoo kwam het, dat zij, om haar en het kind dat zij boven alles liefhad te redden, met eigen hand het werictuig smeedde van hun ondergang. HOOFDSTUK XII. Nicohuts II Opperbevelhebbdr. Aankomst van den tsarevitch in het hoofd- kwartier. Bezoeken aan het front. (September tot December 1915). Girootvorst Nkoliaas verliet het 'Hoofd- kwartier den 7en September, d.w.z. twee da- gen na de aanikomst van den keizer. Hij' ver- trok naar dm Kaukasus in gezelschap van generaal Yanomchkevitch, die eenigen tdjd als generiaal-ikwartier-mfiaitar varvcangtoi was decreteeren. En ik bar er verrukt, om nlet te zeggen, verbijsterd, van teruggekeerd. Alleen al een bezoek aan bet magazijn van Hirsch op zichzelf loont de moeite. Want dit is in waarde een mode-paleis! wijdsch en' vorstelijk van allure, zoo uit- als inwendig. Wie de groote trap den escalier d'hormeur, tegenover het hooge gebrandschilderderaam, bestijgt, gevoelt zich als't ware in een tem- pel, een tempel „der mode toegewijd". Maar het schoonst is het huis natuurlijk op een grooten dag als die van eene mode- revue, als a lie lichten der gouden kroneni en kristal plafonnifere (wandannen en staande lampen) branden, muziek omlaag zweeft van de marmeren gallerijen, waar aan de met damast bedekte tafeltjes, vol nieuw-zilver thee- gerei in heerlijke bloemen, de Amsterdam sche beau-monde gezeten en over de roode tapijten en loopers de mannequins voortschrij- dem, in harmonischen, rythmischen gang, de armen geheven en af en toe langzaam rond- draaiend, als walsten zij voorbij. iBeneden, aan de deuren, de draaideuren die als molena wentelen achter de hooge, bron- zens, nu wijd geopende hekken, ontvangen alle bezoekster als vriendelijk welkom van de firma, eene reuksachette; bij de garderobe biedt men haar gracielijk een soort van bal- boekje aan, een stukje ivoor-karton met fijn potloodje aan zij den koordje, in welk boekje men kan invullen de namen van1 modellen die u interesseeren en die gij een® wat nader en „op den keper" (zooals de oude uitdrukking immers luidt) wil beschouwen. En boven wacht u h raison van een gulden een exquise the; geen the simple, zel'fs geen the de luxe, gelijk onze dames op gewone artikel- dagen in den lunchroom van het etablisse ment gebruiken, maar een feest-the voor de zen hoogen dag: een tht silect, zooals dat heet. Allerlei uitgezochte lekkemijen op ban- ketbakkersgebied streelen on® verhemelte, ter- wijl de Revue des Modes langs ons henen trekt. En als het eene op is, treden de deftige, in het zwart gekleede knechts, met kuitbroek, witte kousen en lage schoenen al weer naar voren met nieuwe neerlijkheden;. Maar nu de mode-revue zelve! Ik heb er, eerlijk gezegd, wat mee in gezeten, en heb daarom een der mij vergezellende dames ge- 'Vraagd hare indrukken te willen neerschrij- ven. En ziehier hare indrukken. Daar stapten, ongeveer fcwart voor drie, de mannequins binnen. Er waren er vijf en ik zou geen vrouw moeten zijn, als ik niet direct de, wat wijl noemden, echte manne quins er uit giehaald zou hebben. Hoe die hare toiletten met gratie droegeni! Een er van noemden wij „de klassieke" en zij toonde ook de meest exquise toiletten. Waarom? Ik denk omdat zij die wist te dragen. eni door Moeder Natuur, to wat gelaat fen wat figuur betrof, 't meest bevoorrecht was. Wat nu de hoofdlijn van de mode was? Ten eerste, op't punt van mantelpakken wat wij noemen de tailor made, kan ik verkla- ren, dat die op het oogenblik er vrijwel uit zijn. Een enikel werd nog gedraigien, maar verder waren de pakken ruim en los, met ge- kleurde fcraag en vest, en gevoerde met stof in dezelfde kleur. Maar de hoofdmode is toc'h de manteljapon met mantel van dezelfde stol, en't allernieuwste: over de japon ,een cape van eene luchtige crepe. Wij zagien zelfs een grijze japon van fijne stof, slank en' sluik, daarover een grijze chif- fon-cape met breeden bontrand in dezelfde tint, 't Stond vreemd en toch cMc. De mantels hadden over't algemeen heel wijde toga- mouweni; sommige aan de pols met een los, nauw band'je toegehaald. Gelukkig zijn de gordels van lakleer of wit metaal; sluitenc met twee groote knoopen, in de mode geble- ven en doen erg gezellig van kleur op de mantels. Onder de mantel-japonnen kwam ad en toe, zeer onregelmatig, en een beetje on- deugend, een kantje uit. En ver uit den zak van de manteljapon hing een gekleurd zak- doekje de z.g. apachen zakdoek. Wat voor hoeden er bij gedragen worden? Snoezige, coquette kleine fen chique groote! De laatste waren van achter en met een strik afgewerkt. Een s^eciale bloemengarneering komt er dit seizoen niet; er werden ook lint- ruches, kleine veertjes en pennen of laEIint- stukken gedragien. Rood schijnt de modekleur te zijnvoor de garneering van hoeden, maar ook voor japon nen en mantels, 't Staat aardig, vooral zooals een marnieqifln't droeg Mj een manteTjapon met mantel van blauwe stof en met rood lak- eer gegarneerd. Verder lieten de mannequins ons de wan- deljaponnen zien voor het a.®, seizoen. Hier waren werkelijk creaties bij 't Geheel was als volgt. De japon> heeft een in de breedte uitgesneaen hals, lang boven- ijf, tot over de heupen in een band samenge- trokken, glad en effen, met betrekkelijk wei- nig gtarneering. De rok is langer dan wij' ge- woon zijn geweest, met opzij nog langere em- den van dezelfde stof tot bijna op den grond reikend. Och, och, die lange rok 1 De al sinds eenigen tijd gevreesde a.a. mode! De korte stond zoo coquet en zoo jong, al kwamen er niet altijd even mooie beenen en enkels uitkijken. Een japon viel ons op, prachtstof van negre-kleur, met een heele baan in 't midden van goed, dat ons aan een roodbruine sarang deed deniken. Daarbij een felegante hoed met halve kanten voile, nfet over de oogenDeze japon werd ook weer door de „klassiieke" manneauin gedragen en, trok de algemeene aandac'nt. Verder waren de japonnen van crepe de Ghine of crepe Georgette. Alles luch- tig! Een robe was er, bleu gegarneerd, met bloemen die ons aan stroobloemen deden den- ken. En met dezelfde bloemen was de hoed getooid. Het geheel maafcte een echten lente- indruk, al waren't dan ook stroobloemen. darbn een leuke roode oarasol. De schoentjes waren' alle lang en' puntig, en de tijd van het coquette kleine voetje, dat zeer zeker door het vroegere, smalle voorblad gecreeerd werd, scnijnt afgeloopeni. Dit toch waren schoentjes met spitse punten, eigenlijk dezelfde die wij- 5 of 6 jaar geleden gedragen hebben. Verder viel er op te mexken dat er veel zwarte schoentjes bij lichte kousen ge dragen werden. ioen kwamen de strandicostumes! Veel wit. Een er van vertoonde een wit rokje, gepli- seerd van dunne stof, waarop een' manteltje van flanellen stof. Door het openstaande manteltje meenden wij een soort van vest te zien, dat een zeer dikken indruk maa'kte. Toen de mannequin echter het manteltje uit- deed, bleek het een soort van malienkolder van gebombeerde zijde te zijn. Zou dit de dracht d la Jeanne <£Arc zijn, waarover wijl hoorden praten? En1 wat het grappigste was: de jonge dame had een parasolletje in haar hand, met een stok, z66 oik, dat haar kleine handje hem amper kon omvatten. Op't punt van parasols maa'kten wij nog kenni® met een creatie, die, wat vorm, kleur en teekening 'betreft veel aan de Ghineesche zonneschermen1 deed deniken. Zij was plat klein en bont. Wat de modekleur van de stof fen is? Ik zou haast zeggen: zwart is de hoofdkleur. Verder ook beige, o. a. met terra gegame en bleuEen mannequin was een korenbloem gelijk. Hoedje en japon hadden de kleur, en de 'hoed had zelfs den bloemvom. Allee ja ponnen, voor welk doel ook, zijn verder recht en slank makend. Toen kwamen de japonnen die ons eerst aan avond japonnen deden denk en. Ik ver- moed echter dat de Parijsche dames ze meer dragen als ze naar de courses te Longchamps faan en bij nadere dergelijke gelegen- eden. Een ervan was de overgang naar de crinoline. Er zat werkelijk al een hoepelfje boven in de rok en even lager hidden de man nequins de rok, met een bevallig gebaar, wijc uit. Of de volgende hoepeltjes volgen zullen en wij onze grootmoeders zullen nadoen? 't Is een aardige mode, al is't wat lastig! Het hierboven aangeduid japonnetje was van aardbeikleurige rafzijde. Ook was er nog een lichtblauwe Biederm'eyer, gedragen door een blonde mannequin, het haar in't midden geschdden en dik aan de ooren gelegd. Hierbij1 was de bovenarm gedeelteliik bloot. En, last not least, de bontmantels. 't Stemt even vreemd op dezen heerlijken lentedag! Ik denk echter dat de Parijsche dames ze in hunne auto's dragen. Men zag er marterbon- ten mantels en capes, petit-gris, en een zelfs van bermelijn. Een kostbaar bezit en een mooi gezicht. Maar zou dit wel iets voor on ze Hollandsche vrouwen zijn? Trouwens, dit is eene vraag die men vaak stelt bij het zien naar zoo'n Parijsche mode-revue. WAGE NAAR Jr. door generaal/ Alexeief. Deze benoeming was in militaire kringen zeer gunstig ontvangen, waar men die grooiste verwachtingen van de zen krijgsmam koesterde. Imderdaad had hij plan de krijgsverrichtingen in Galicie in 1914 geopperd, en hij had nog onlangs als hoofd- command'ant van het noordivestelijk front nieuwe bewijzen van zijn krijigsmansgaven gegeven. De taak, die hem werd opgelegd, was zeer zwaar, want tengevol'ge van den onweerstaanbaren voortgang der Duitschers, bevond1 het Russische leger zich in een zeer netelige positie, hetgeen ten gevolge had, dat ieder te memen besluit van buitengewoon ge- wicht werd. Van het begin af liet de keizer hern d'e vrije hand! in zijn verrichtingen en vergenoegde zich hem1 met zijn autoriteit te dlekken en de verantwoordelijkheid zijner plannen op zich te neanen. Weinige dagen nadat iNicolaas II het op- perbevel had) overgenomen, verergerde de toestand plbtseling. De Duitschers, die groo te troepenmachten ten noordwesten van Wil- n'a hadden bijieengcbracht, waren erin ge- slaagd het Russische front te doorbreken en hun cavalferie viel de achterhoede aan en1 be- dreigde alzoo de verbind'ingen. lEten 18to September scheeni men aan den voonavomdl van een ramp te zijn. Dank zij echter 0e kloeke maatregelen, die genomen werden en dank zij: de volharding en de dapperheid der troepen1 werd dit gevaar be- zworen. 'Dit was die laatste poging der Duitschers, die zelf uiigeput waren. Van de eerste' dagen in October af behaalden de Russen op hun- beurt een overwinning op de Oositenriikers en fangzamerhiamd» kwam het reusachtig front weer tot rust en men 'kon aan beide zdjdten ertoe overgaan dte dooden te begraven. iDit was het einde van den lhn- gen' terugtoch't, die in Mei was begonnen. Ten slotte hadden de Duitschers 'geen beslissend vootdieel behaald: het Russische leger had veel grondlgebied! moeten prijsgeven, maar nergens was het door den- vij'andi ingesloten geworden. Die keilzer keerden deni ben October voor eenige dagen te Tsarskoie Selo terug en er wend basloten dat Aleacia Mcolai«ivi«ih dit- DIENSTWEIGERING. (Nadruk verboden). Al sedert eenige jaren heeft het vraagstuk der dienstweigeraars op oplossing gewacht. t Is hier niet de plaats om te wikken en te wegen, waaruit de bezwaren tegen den mi- litairen dienstplicht voortkwamen. In den regel werden die gerangschikt onder het loofd: gemoedsbezwaren. Nu is dat begrip bijzonder rekbaar; er zijn eerbiedwaardige gemoedsbezwaren, maar er zijn er ook, die aan aanstellerij grenzen; het woord ge- moedsbezwaar is soms de dekmantel voor gevoelens, die met het gemoed in zeer ver- wijderd verband staan. De moeilijkheid om aan de wenschen der dienstweigeraars tegemoet te komen zit in het bezwaar om de grens te trekken tus- schen waarachtig gemoedsbezwaar en on- wil, gemakzucht, streven naar wanorde en iets dat men politiek beliefde te noemen en dat er op gericht was den militairen dienst bespottelijk te maken. Maar ten slotte is toch de overtuiging ge- vestigd, dat dienstweigering uit eerbied waardige gevoelens of beginselen kan voort- komen en dat bet niet aangaat om maar el- ken dienstweigeraar als een onwillige of een wederstrever van het gezag te beschouwen en hem als misdadiger gevangen te zetten. In de dagen van1 het ministerschap van Jhr. de Jonge is er een regeling gemaakt, die wel goed bedoeld zal zijn, maar toch de bezwaren niet naar eisch liet wegen. De dienstplichtige moest dienst doen, totdat over zijn bezwaren was geoordeeld en be- slist; hij werd dus gedwongen te doen, waar- tegen zijn gemoed werkelijk of in naam opkwam. Bovendien zijn niet alle dienst weigeraars even beslist in hun weigering. Er kunnen er zijn, die volstrekt bezwaar hebben tegen het dooden van hun onbeken- de menschen alleen omdat zij tot een andere □ationaliteit behooren, en die dus ook de oefening in den wapenhandel als voorberei- ding voor dat dooden uit den booze achten; maar er kunnen er ook zijn, die dan toch geen bezwaar zouden maken tegen hande lingen, die niet als strijd met de wapenen kunnen worden opgevat, ja zelfs gericht zouden zijn op het behoud van menschenle- vens, b.v. den hospitaaldienst en wat daar- aan verwant is. Enkele gevallen van dienstweigering uit den laatsten tijd hebben weer de algemee ne aandacht op het netelige vraagstuk ge- vestigd en op 14 Juni 1921 is zonder hoof- delijke stemming door de Tweede Kamer een motie-Drion aangenomen, waarb" de wenschelijkheid wercf uitgesproken om de vrijstelling van den dienstplicht wegens ge moedsbezwaren te verleenen naar bij de wet te stellen regelen. In diezelfde verga- dering is door den heer K, ter Laan gezegd, dat dienstweigering niet moot leiden tot al- geheele vrijstelling, maar dat de dienstwei geraar gebruikt moet worden in het alge meen belang en dat men het den vrijgestel den niet al te gemakkelijk moest maken, maar hun zwaren arbeid moest opleggen. Op 17 Febr. 1922 is nu een wetsontwerp aangeboden, dat uitvoering tracht te geven aan den wensch, die in de bovenbedoelde motie-Drion ligt opgesloten; ook is daarbij rekening gehouden met den wenk van den heer K. ter Laan, die zeker door velen zal worden gesteund, al is het begrip „zware arbeid" vrij rekbaar. Men had nu wel in de militaire wetgeving een bepaling kunnen opnemen, dat zij, die bezwaren hebben tegen den militairen dienst, zich op gemoedsbezwaren konden beroepen. Maar dan zou de man toch voor- loopig in dienst blijven; hij zou voor den militairen rechter gedaagd worden en mis- schien wegens zijn dienstweigering in voor- arrest gesteld worden. Maar zulk een voor- arrest is in lijnrechten strijd met de mogelij- ke erkenning der gemoedsbezwaren en bo vendien is dit geen zaak voor militaire rechtspraak. Beter was het een afzonderlijke wet sa- men te stellen tot regeling van dit onder- werp. Echter kunnen niet alle bezwaren als even afdoende worden beschouwd; van de 1000 miliciens zijn er op zijn minst 999 in ons weinig militaristische landje, die be- iraaal met hem naar het Boofd'kwairtier zou vert^aktei', wanit zijn grootste wensch was den gnootvorst-trooniopvolger aan d'e troepen voor te stellten. De keizerin onderwierp zich aam deze noodtzakelijkheidzij begreep hoe- zeer de 'keizer leed onder zijin eenzaamheid'; nu ini de mneiliijkste uren van, zijn bestaam ont- beerde hij wat zijn grootste geluk uitmaakte, het samenzijn met zijn gezin. Zij wist hoe- zeer die aanweziigheid vaa zijn zoon hem- tot tnoost zou zijn,. Maar haar hart bloedlde bij de gedachte aan het ventrek van Alexis N5- colaievitch, het was voor het eerst, dat hij van haar wegging en men (kan zich dus voor- stelDen, weillk een offer deze moeder faracht, d'ie haar kind' aoodt verliet al was't voor enkele oogenblifcken zander zich af te vragen of zij hem levend zou terugzien. Wliji vertrokken den 14en) October naar Mohilefde keizerin' en de groofcvorstimnen vengezelden ons naar het station. Op het oogenblik, dat ik afscheid nam, verzocht de keizerin mij: haar dagelijks bericht te willen zendlen over Alexis INlioolaievitch. Ik beloof- de haar mij1 strikt aan haar verlangen te houd'en zoolang mdjni afwezigheiid zou du- rem. (1). iDen' volgendeni morgen1 bleven wiij te Riegitza, waar de keizer de troepen, d!ie van het front wanen teruggekomen en die nu in den omtrek kampeerden, wilde inspecteeren. At die regimenten had'den deelgenomen aan de zware velditochten iin Gallide en in de Karpathen), en' hun werbel/ijfc aan-tal' was tot twee-of driemaal toe bijha in zijn geheel rwssr tegen den dienst hebben. Ook rijn er. die met oepaalde bedoelingen den dienst weigeren, b.v. om ,,herrie" te maken en het gezag te ondermijnen, of om propaganda te maken tegen de weermacht. In zulke geval len heeft men te doen met onvervalschte ongehoorzaamheid aan de wet. Alleen dan, wanneer waarachtig godsdienstige of zede- lijke overwegingen tot dienstweigering lei den, verdient zij overweging. Alleen menschelijke overwegingen moe ten in aanmerking komen, de politieke en rebelsche kunnen behandeld worden, zooals zij verdienen. Voor politieke propaganda wordt in ons land voldoende ruimte gelaten. De bedoeling is nu een Commissie van Advies aan te wijzen, die de bezwaren on- derzoekt en van haar bevinding verslag doet aan den Minister, die beslist. Te voldoen aan den wenk van den heer K. ter Laan (zie boven) om den van mili tairen dienst vrijgestelde zwaren arbeid te doen verrichten, was moeilijker. Wat is zware arbeid? Is ieder daartoe in staat? De Ministers hebben gemeend liever een lan- geren dienst dan den militairen te moeten eischen. Het wetsontwerp komt nu op het volgen de neer: Degene, die gewtensbezwaren tegen de vervulling van den dienst heeft, kan zich tot den Minister van Oorlog of van Marine wenden. Zoolang er niet beslist is, wordt de adres- sant vrijgesteld van dienstverrichtinrf en mogelijke strafvervolging wegens dienstwei gering wordt geschorst. Zijn de bezwaren gegrond bevonden, dan wordt hij, die alleen bezwaar heeft tegen strijd met de wapenen, in militairen dienst gebruikt voor andere verrichtingen, maar 6 maanden langer dan hij als militair zou moeten dienen. En hij, die tegen alles wat militair is bezwaar heeft, wordt te werk ge steld bij een of ander niet-militair staatsbe- drijf, maar dient 12 maanden langer dan zijn militaire diensttijd zou geweest zijn. Wei- gert hij bij dat staatsbedrijf, dan kan hij ge- straft worden met ten hoogste feen jaar ge- vangenisstraf; bleef hij onopzettelijk in ge- breke, dan was de straf ten hoogste zes maanden. Ook wangedrag bij herhaling kan tot straf leiden en de schuldige kan, zoo noodig, in een rijkswerkinrichting worden geplaatst. Het spreekt haast van zelf, dat dit wets- voorstel evenmin volmaakt is al alle andere. Er doen zich echter enkele vragen op als men dit ontwerp nagaat. B.v.: In welke staatsbedrijven zullen de dienst weigeraars gebruikt worden? Zij zijn totaal ongeoefenden. Is het zoo'n erge straf om tijdelijk in een staatsbedrijf werkzaam te zijn en geen last te hebben van de kazerne, de militaire krijgstucht, enz. enz. De Minister zeggen, dat de dienstwei geraars evengoed als de militairen op staatskosten gekleed, gevoed en gehuisvest zullen worden en zakgeld ontvangen. Maar hoe zal men ze onder dak brengen? als kostganger? En dan de groote vraag: zal het altijd mo- gelijk zijn het waarachtige gemoedsbezwaar van alle schijnbezwaar af te zonderen? Het schriftelijk en mondeling overleg tusschen Regeering en Kamer zal waar- schijnlijk antwoord op deze vragen geven. Voorloopig kan men tevreden ziin, dat een ernstige poging wordt gedaan om het vraag stuk tot oplossing te brengen. OPENBARE VERKOOPINGEN EN VEKPACHTINGEN. Er zijn twee wetsontwerpen aanhangig gemaakt, die op openbare verkoopingen en verpachtingen betrekking hebben. Het eerste betreft een aanvulling van de wet op het notarisambt, waarbij notarissen, met uitsluiting van alle anderen, alleen be- voegd worden verklaard tot het houden van openbare verkoopingen van onroerende goederen. Zooals de zaak nu staat kan de verkoop van onroerende goederen zoowel aan een notaris als aan een zaakwaarnemer worden opgedragen. De vraag of dat juist gezien is, is al vaker ter sprake gekomen. Aan den eenen kant werd beweerd, dat het in het belang van de (1) Je vous ranercie die tout mon coeur pour vos boms voeux et lettres que j'attends chaque jour avec impatience. J'embrasse te petit bien tendrement Alexandra. (Ik) dank u van giamscher harte voor uw goede wensdien eni voor uw brieven, die ik dagelijks met onigeduld verbreid. Ik omhels mdin kleinen jomgen) feeder. Alexandra.) Telegram1 dlen 5/18 October 1915 door de keizerin naar iMJohilef verznnden alls ant woord op eem brief, waarim ik haar majm ge- Jiuikweni&chen had aangeboden bij gelegenheid van dto verjaardag van dan gmootvoxst- troonopvollger. nieuiw aamgevuld. Maar nietfegenstaande de ontzetfende verliezen die zij geleden hadden, detfileerdien zij, voor den' keizer in een schitte- renden aanloop. Zij, waren weliswaar sedert eenige woken buiten dienst en zij hadden dus den tijd gehad zich van hun vermoeie- nissen eni cntberingen te herstellen. Dit wias de eerste keer, dat die keizer de troepen in- specteerde sedert bit't opperbevel in nandfen mam; de troepen begroeften dus thans in hem hun keizer, vorst en hun generaal. Na de pliechtighdd begaf hij zich omder de sol- daten en sprak verscheidenen van hun ver- trouwelijk toe, hun vragen stellende over de zware gevechten, waaraan zij hadden deel- igenomen. Allexis 'Nticolaievitch volgde zijn vader op dtoi voet en lluisterde vol belang- stelling maar de verhalen dier marnnen, die zoo memigmaa! den doodi onder de oogen haddiem gezien. Zijlm van nature levendig en1 bewegelijk geziditje sitond strak gespamnen door de inspamning, om toch geen woord van hetgeem zij vertelden, te verliezen. Zijn tegenwoordigheid naast deni keizer maakte de belangsteliling gaande der soldaten en nadat hij zich verwijderd had, hoorde men hen op gedemptm toon hum opmerkingen maken over zijn leeftijd, zijn persoon, zijn manter vam doen1. Maar wat hen 'i meest getroffen had, was dat de tsarevittch een eemvoudig soldatenuniform droeg, waardoor I hij1 zich in niets omderscheidde van een sol- datenkdnid. WSJ kwamem den lden October te Mohilef aan, een kleine provinciestad in Wit Rus- famd, waarheen girootvorst 'Nioallaas twee maandlen geleden, fijd'ens het groote Duit- sche offensief het hoofdkwartier had' overge- bradht. De keizer bewoomde er het huis van dem ignuverneur, dat gebouwd was op de klippen laan1 den linker ©ever van den Dnlepr. Hlij had op de eerste verdieping twee vrij ruime kamems in gebruik, waarvan de eene dienst deed' als werkkamer en de andere als slaapvertrek. Hij had besloten dat zijh zoon die vertrekkem met hem zou deelen. Men plaatete dus het veldbed van Atexis Nico- laievitch' maast dlat van zijn vader. Wat mi) betreft, ik werd met een deel van het militair gevolg van den' isaar ondergehradit in het gebouw van het kamtongerecbt, dat aan zijn bestemm!imin omtfrokken was en ter beschikking gesteld van het hoofdkwartier. Ons leven verliep op de volgende wijze. De keilzer begaf zich iederen morgen om half tienl naar de staf, waar hij gewoomliijk tot bij eenen bleef, en ik maakte mij zijn afwe- zigheid ten nutte om met Alexis iNicolaie- vidi te werkem, in's 'keizers werkkamer, waar wij wegens plaatsgebrek genoodzaakf waren ons ini te richten. Daarna had het dejeuner pliaats ini de groote zaal van het gouverne- mentsigebouw. Er waren aan dien maaltijd dagelijks eem dertigfal1 fasten verzameld, waaronder generaal Alexis, een der voor- maamste medewerkers, de hoofdofficieren van alile geallieerde militaire missies, de leden van het gevolg eni enkele officieren, die op hun doomtocht te Mohilef vertoefden. Na het de jeuner deed de keizer de meest dringende za- ken af, waam'a wij tegen drie uur per auto- mobiel uitreden. Buiiten de stad gekomen hieldlem wij' stil em maaktem een wamdeling van een uur in den1 omtrek. Een van onze meest geliefde punten was het mooie denne- bosch om het dorpje SaltaJNtavka, waar den 29em Jul'il 1812 een1 omtmoeting plaats had tusschen het leger van maansaialk Davout en1 de troepen van1 generaal Raiesky. Een ka- pel ter herinnering opgericht aan den oever van een vdilver niet ver van een ouden molen wijst de pliaats aan, waar't middelpunt was van d'ern iRlussischen tegenstandi. (1). Na on- zen terugikeer hervatte de keizer zijn werk- zaamheden, terwijl Alexis Nicolaievitch in de studleerkamer van zijh vader zijn lessen voor den volgenden dag leerde. Eens op een dag, dat ik mij' als naar gewoonte met hem daar bevond, bezig te lezen, keerde de kei zer met de pen in de band zich eenskl'aps naar mij1 toe, en zeide omverwachis (1) Het Fransdhe leger bezette tijdens zijn opmarsch naar Moskou den 19 JuU Mohilef en maarschalk Davout bewoonde gedurende eenige daigen' hetzellfde gouvemementsge- bouw, waar die keizer met Alexis Nicolaie- viitoh thans gehuisvest waren. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 9