Alkmaarsche Gourant
Alkmaarsche HuisM-
en Industrieschool.
Amsterdamsche week.
HET TRAGISCH LOT
Zaterdag 18 Maart.
F e u i 11 e t o n.
Uit <mze Staatsmachlne.
No. 60. 1922.
Honderd Vier en Twintlgste Jaargang,
AANGIFTE voor de volgende opleidin-
gen en cursussen MAANDAG8 en YRIJ-
DAGS 2—4 uur, tot en met 7 APRIL a.s.
Voorbereidende Cursus f 35 per Jaar
en minder.
•pleiding Linnen- en Costnnmnaaien.
Afeten Nuttige en Fraaie
Handwerken f 50 p. J.
Leerares diploma Llngerie-
naaien f 100 p. J.
Hulp in de Huishouding,
2 J., f 60 p. J.
Einderjuffrouw f 50 p. J.
Dienstbode, 2 J., f 0.25 p. w.
en Cnrsnssen in Teekenen, Woensdags
lVa 3'A uur, f 30 p. J.
Fraaie Handwerken, 1, 2 of 3 1.
W., f 25, f 40 Of f 50 p. J.
Linnennaaien en verstellen, 1, 2 of
3 1. p. w., f 20, f 35 of f 45 p. j.
Eautklossen 12 1. f 20, Dekken en
dienen 6 1. f 10, Wasscbeu 10 1. f 15.
Prospectus op aanvraag, bij aangifte vac-
cinatie-bewijs overleggen.
De directrice
J. F. BEUMER.
CXVI.
Mode-revue bij H'ursch.
Plotseling 'heeft de lente haar intrede ge-
daanook in Amsterdam, het giroote, steemen
mierenmest, of wil men liever: menschem-
kolonie, aan d'Aemstel en aan't IJ. De iepem-
lanem op de 'grachten zitten vol bruin roode
knopjes, zoodat er eem warm waas schijnt te
liggeni over de kale, zwarte takken; in de
pfantsoemem en parken staan in het gras de
crocussen overeind als uit deni hemel gevallen
lila, gele en witte volants. En als wij's Zon-
dags ter poorte uitdringem, om de vrijheid te
zoeken; zij het dan ook de vrijheid van onze
rechtlijnige polderwegen en eeuwige weiden
met koeien, de vrijheid en de lenite, dan
zien wij op de boerenlhofsteden om de stad,
aan deni kant der sloten, de sneeuwklokjes
bloeien.
'Het voorjaar is er em mfet het voorjaar de
voorjaarsmode. Wie nu in onze winkelstraten
loopt; in de Kalverstraat, de Leidschestraat,
enz., ziet overal de nieuwste modellen van
hoeden, mantels, japonnen enz. enz. En bo-
vendien wordeni er door de groote huizen
mode-revues gehouden, waarop men de
nieuwste creaties, weer van nabij. kan bewon-
deren. De reeks is geopend met een/e revue, of
eigeniij'k meer een show, van het groote Pa
rijsche etablissement „Au Printamps" (toe-
passelijke naam in dezen tijd van het jaar);
in het Amstel-hotel. Daarna volgde het groo
te modehuis van Hirsch en Co. op het Leid-
scheplein, vis-a-vis den Stadsschouwburg, met
eene revue, en derde in de rij. was een jong
en kleinere firma op dit gebied, Maison de
Vries, op den hoek van Leidscheplein en
Leidschestraat, ook met eene revue.
Ik ben eens, met mijne dames, gaan kijken
naar de mode-revue van Hirsch, omdat dit
nog altijd het girootste en deftigste mode-ma-
gazijn van Amsterdam dus de beSte waarbor-
gen biedt dat de revue een getrouw beeld
geeft van hetgeen de mode-koningen en ko-
ninginnen van Parijs en andere wereldsteden,
ons, Hollandschen-peWs bourgeois, zullen
VAN NICOLAAS II EN ZIJN GEZIN.
(Dertien jaren aan het Russische hof) naar
het Framsch van Pierre Gi'liliard door Mar
guerite de Rouvil'le. (Geautoriseerde verta-
liing.) Niadrnk verboden.
21)
Zeer teruggetrokken en toch steeds hande-
lend' uit inmerlijkeii aandrang, v66r alles
vrouw en moeder, was de keizerein slechts
geluikkig te midden van haar gezin. Gntwik-
keldl en kuinstzin'nig hicld zij van boeken en
alles wat kunst betreft. Zij1 gaf zich igaame
aan overpeizingen over en verdiepte zich me-
nigmaal' in een leven van overdenking, waar-
uit zij slechts ontwaakte als er gevaar dreig-
de, om zich .dan met hartstochtelijken ijver
op' de himderpaal te werpen, Zij' bezat de
schioonste karaiktcreigenschappen en werd al
tijd door dd ed'elste ingeviingen geleid. Maar
het teed had haar gebroken, zij was nog
slechts de schaduw van zichzelve en menig-
maall had zij tijden van mystieke geestver-
rukking, waarin zij het juiste begrip van men-
schen en d'ingen uit het oog verloor. Haar
geloof in de heilagheid van Raspoetitn bewijst
het voldtoende.
Ein zoo kwam het, dat zij, om haar en het
kind dat zij boven alles liefhad te redden, met
eigen hand het werictuig smeedde van hun
ondergang.
HOOFDSTUK XII.
Nicohuts II Opperbevelhebbdr.
Aankomst van den tsarevitch in het hoofd-
kwartier. Bezoeken aan het front.
(September tot December 1915).
Girootvorst Nkoliaas verliet het 'Hoofd-
kwartier den 7en September, d.w.z. twee da-
gen na de aanikomst van den keizer. Hij' ver-
trok naar dm Kaukasus in gezelschap van
generaal Yanomchkevitch, die eenigen tdjd
als generiaal-ikwartier-mfiaitar varvcangtoi was
decreteeren. En ik bar er verrukt, om nlet te
zeggen, verbijsterd, van teruggekeerd.
Alleen al een bezoek aan bet magazijn van
Hirsch op zichzelf loont de moeite. Want dit
is in waarde een mode-paleis! wijdsch en'
vorstelijk van allure, zoo uit- als inwendig.
Wie de groote trap den escalier d'hormeur,
tegenover het hooge gebrandschilderderaam,
bestijgt, gevoelt zich als't ware in een tem-
pel, een tempel „der mode toegewijd".
Maar het schoonst is het huis natuurlijk
op een grooten dag als die van eene mode-
revue, als a lie lichten der gouden kroneni en
kristal plafonnifere (wandannen en staande
lampen) branden, muziek omlaag zweeft van
de marmeren gallerijen, waar aan de met
damast bedekte tafeltjes, vol nieuw-zilver thee-
gerei in heerlijke bloemen, de Amsterdam
sche beau-monde gezeten en over de roode
tapijten en loopers de mannequins voortschrij-
dem, in harmonischen, rythmischen gang, de
armen geheven en af en toe langzaam rond-
draaiend, als walsten zij voorbij.
iBeneden, aan de deuren, de draaideuren die
als molena wentelen achter de hooge, bron-
zens, nu wijd geopende hekken, ontvangen
alle bezoekster als vriendelijk welkom van
de firma, eene reuksachette; bij de garderobe
biedt men haar gracielijk een soort van bal-
boekje aan, een stukje ivoor-karton met fijn
potloodje aan zij den koordje, in welk boekje
men kan invullen de namen van1 modellen die
u interesseeren en die gij een® wat nader en
„op den keper" (zooals de oude uitdrukking
immers luidt) wil beschouwen. En boven
wacht u h raison van een gulden een
exquise the; geen the simple, zel'fs geen the
de luxe, gelijk onze dames op gewone artikel-
dagen in den lunchroom van het etablisse
ment gebruiken, maar een feest-the voor de
zen hoogen dag: een tht silect, zooals dat
heet. Allerlei uitgezochte lekkemijen op ban-
ketbakkersgebied streelen on® verhemelte, ter-
wijl de Revue des Modes langs ons henen
trekt. En als het eene op is, treden de deftige,
in het zwart gekleede knechts, met kuitbroek,
witte kousen en lage schoenen al weer naar
voren met nieuwe neerlijkheden;.
Maar nu de mode-revue zelve! Ik heb er,
eerlijk gezegd, wat mee in gezeten, en heb
daarom een der mij vergezellende dames ge-
'Vraagd hare indrukken te willen neerschrij-
ven. En ziehier hare indrukken.
Daar stapten, ongeveer fcwart voor
drie, de mannequins binnen. Er waren er vijf
en ik zou geen vrouw moeten zijn, als ik niet
direct de, wat wijl noemden, echte manne
quins er uit giehaald zou hebben. Hoe die
hare toiletten met gratie droegeni! Een er van
noemden wij „de klassieke" en zij toonde ook
de meest exquise toiletten. Waarom? Ik denk
omdat zij die wist te dragen. eni door Moeder
Natuur, to wat gelaat fen wat figuur betrof,
't meest bevoorrecht was.
Wat nu de hoofdlijn van de mode was?
Ten eerste, op't punt van mantelpakken
wat wij noemen de tailor made, kan ik verkla-
ren, dat die op het oogenblik er vrijwel uit
zijn. Een enikel werd nog gedraigien, maar
verder waren de pakken ruim en los, met ge-
kleurde fcraag en vest, en gevoerde met stof
in dezelfde kleur. Maar de hoofdmode is toc'h
de manteljapon met mantel van dezelfde stol,
en't allernieuwste: over de japon ,een cape
van eene luchtige crepe.
Wij zagien zelfs een grijze japon van fijne
stof, slank en' sluik, daarover een grijze chif-
fon-cape met breeden bontrand in dezelfde
tint, 't Stond vreemd en toch cMc. De mantels
hadden over't algemeen heel wijde toga-
mouweni; sommige aan de pols met een los,
nauw band'je toegehaald. Gelukkig zijn de
gordels van lakleer of wit metaal; sluitenc
met twee groote knoopen, in de mode geble-
ven en doen erg gezellig van kleur op de
mantels. Onder de mantel-japonnen kwam ad
en toe, zeer onregelmatig, en een beetje on-
deugend, een kantje uit. En ver uit den zak
van de manteljapon hing een gekleurd zak-
doekje de z.g. apachen zakdoek.
Wat voor hoeden er bij gedragen worden?
Snoezige, coquette kleine fen chique groote!
De laatste waren van achter en met een strik
afgewerkt. Een s^eciale bloemengarneering
komt er dit seizoen niet; er werden ook lint-
ruches, kleine veertjes en pennen of laEIint-
stukken gedragien.
Rood schijnt de modekleur te zijnvoor de
garneering van hoeden, maar ook voor japon
nen en mantels, 't Staat aardig, vooral zooals
een marnieqifln't droeg Mj een manteTjapon
met mantel van blauwe stof en met rood lak-
eer gegarneerd.
Verder lieten de mannequins ons de wan-
deljaponnen zien voor het a.®, seizoen. Hier
waren werkelijk creaties bij
't Geheel was als volgt. De japon> heeft een
in de breedte uitgesneaen hals, lang boven-
ijf, tot over de heupen in een band samenge-
trokken, glad en effen, met betrekkelijk wei-
nig gtarneering. De rok is langer dan wij' ge-
woon zijn geweest, met opzij nog langere em-
den van dezelfde stof tot bijna op den grond
reikend. Och, och, die lange rok 1
De al sinds eenigen tijd gevreesde a.a.
mode!
De korte stond zoo coquet en zoo jong, al
kwamen er niet altijd even mooie beenen en
enkels uitkijken.
Een japon viel ons op, prachtstof van
negre-kleur, met een heele baan in 't midden
van goed, dat ons aan een roodbruine sarang
deed deniken. Daarbij een felegante hoed met
halve kanten voile, nfet over de oogenDeze
japon werd ook weer door de „klassiieke"
manneauin gedragen en, trok de algemeene
aandac'nt. Verder waren de japonnen van
crepe de Ghine of crepe Georgette. Alles luch-
tig! Een robe was er, bleu gegarneerd, met
bloemen die ons aan stroobloemen deden den-
ken. En met dezelfde bloemen was de hoed
getooid. Het geheel maafcte een echten lente-
indruk, al waren't dan ook stroobloemen.
darbn een leuke roode oarasol.
De schoentjes waren' alle lang en' puntig,
en de tijd van het coquette kleine voetje, dat
zeer zeker door het vroegere, smalle voorblad
gecreeerd werd, scnijnt afgeloopeni. Dit toch
waren schoentjes met spitse punten, eigenlijk
dezelfde die wij- 5 of 6 jaar geleden gedragen
hebben. Verder viel er op te mexken dat er
veel zwarte schoentjes bij lichte kousen ge
dragen werden.
ioen kwamen de strandicostumes! Veel wit.
Een er van vertoonde een wit rokje, gepli-
seerd van dunne stof, waarop een' manteltje
van flanellen stof. Door het openstaande
manteltje meenden wij een soort van vest te
zien, dat een zeer dikken indruk maa'kte.
Toen de mannequin echter het manteltje uit-
deed, bleek het een soort van malienkolder
van gebombeerde zijde te zijn. Zou dit de
dracht d la Jeanne <£Arc zijn, waarover wijl
hoorden praten? En1 wat het grappigste was:
de jonge dame had een parasolletje in haar
hand, met een stok, z66 oik, dat haar kleine
handje hem amper kon omvatten.
Op't punt van parasols maa'kten wij nog
kenni® met een creatie, die, wat vorm, kleur
en teekening 'betreft veel aan de Ghineesche
zonneschermen1 deed deniken. Zij was plat
klein en bont.
Wat de modekleur van de stof fen is? Ik
zou haast zeggen: zwart is de hoofdkleur.
Verder ook beige, o. a. met terra gegame
en bleuEen mannequin was een korenbloem
gelijk. Hoedje en japon hadden de kleur, en
de 'hoed had zelfs den bloemvom. Allee ja
ponnen, voor welk doel ook, zijn verder recht
en slank makend.
Toen kwamen de japonnen die ons eerst
aan avond japonnen deden denk en. Ik ver-
moed echter dat de Parijsche dames ze meer
dragen als ze naar de courses te Longchamps
faan en bij nadere dergelijke gelegen-
eden. Een ervan was de overgang naar de
crinoline. Er zat werkelijk al een hoepelfje
boven in de rok en even lager hidden de man
nequins de rok, met een bevallig gebaar, wijc
uit. Of de volgende hoepeltjes volgen zullen
en wij onze grootmoeders zullen nadoen? 't
Is een aardige mode, al is't wat lastig!
Het hierboven aangeduid japonnetje was
van aardbeikleurige rafzijde. Ook was er nog
een lichtblauwe Biederm'eyer, gedragen door
een blonde mannequin, het haar in't midden
geschdden en dik aan de ooren gelegd.
Hierbij1 was de bovenarm gedeelteliik bloot.
En, last not least, de bontmantels. 't Stemt
even vreemd op dezen heerlijken lentedag! Ik
denk echter dat de Parijsche dames ze in
hunne auto's dragen. Men zag er marterbon-
ten mantels en capes, petit-gris, en een zelfs
van bermelijn. Een kostbaar bezit en een
mooi gezicht. Maar zou dit wel iets voor on
ze Hollandsche vrouwen zijn? Trouwens, dit
is eene vraag die men vaak stelt bij het zien
naar zoo'n Parijsche mode-revue.
WAGE NAAR Jr.
door generaal/ Alexeief. Deze benoeming was
in militaire kringen zeer gunstig ontvangen,
waar men die grooiste verwachtingen van de
zen krijgsmam koesterde. Imderdaad had hij
plan de krijgsverrichtingen in Galicie in 1914
geopperd, en hij had nog onlangs als hoofd-
command'ant van het noordivestelijk front
nieuwe bewijzen van zijn krijigsmansgaven
gegeven. De taak, die hem werd opgelegd,
was zeer zwaar, want tengevol'ge van den
onweerstaanbaren voortgang der Duitschers,
bevond1 het Russische leger zich in een zeer
netelige positie, hetgeen ten gevolge had, dat
ieder te memen besluit van buitengewoon ge-
wicht werd. Van het begin af liet de keizer
hern d'e vrije hand! in zijn verrichtingen en
vergenoegde zich hem1 met zijn autoriteit te
dlekken en de verantwoordelijkheid zijner
plannen op zich te neanen.
Weinige dagen nadat iNicolaas II het op-
perbevel had) overgenomen, verergerde de
toestand plbtseling. De Duitschers, die groo
te troepenmachten ten noordwesten van Wil-
n'a hadden bijieengcbracht, waren erin ge-
slaagd het Russische front te doorbreken en
hun cavalferie viel de achterhoede aan en1 be-
dreigde alzoo de verbind'ingen.
lEten 18to September scheeni men aan den
voonavomdl van een ramp te zijn. Dank zij
echter 0e kloeke maatregelen, die genomen
werden en dank zij: de volharding en de
dapperheid der troepen1 werd dit gevaar be-
zworen. 'Dit was die laatste poging der
Duitschers, die zelf uiigeput waren. Van de
eerste' dagen in October af behaalden de
Russen op hun- beurt een overwinning op de
Oositenriikers en fangzamerhiamd» kwam het
reusachtig front weer tot rust en men 'kon
aan beide zdjdten ertoe overgaan dte dooden
te begraven. iDit was het einde van den lhn-
gen' terugtoch't, die in Mei was begonnen. Ten
slotte hadden de Duitschers 'geen beslissend
vootdieel behaald: het Russische leger had
veel grondlgebied! moeten prijsgeven, maar
nergens was het door den- vij'andi ingesloten
geworden.
Die keilzer keerden deni ben October voor
eenige dagen te Tsarskoie Selo terug en er
wend basloten dat Aleacia Mcolai«ivi«ih dit-
DIENSTWEIGERING.
(Nadruk verboden).
Al sedert eenige jaren heeft het vraagstuk
der dienstweigeraars op oplossing gewacht.
t Is hier niet de plaats om te wikken en te
wegen, waaruit de bezwaren tegen den mi-
litairen dienstplicht voortkwamen. In den
regel werden die gerangschikt onder het
loofd: gemoedsbezwaren. Nu is dat begrip
bijzonder rekbaar; er zijn eerbiedwaardige
gemoedsbezwaren, maar er zijn er ook, die
aan aanstellerij grenzen; het woord ge-
moedsbezwaar is soms de dekmantel voor
gevoelens, die met het gemoed in zeer ver-
wijderd verband staan.
De moeilijkheid om aan de wenschen der
dienstweigeraars tegemoet te komen zit in
het bezwaar om de grens te trekken tus-
schen waarachtig gemoedsbezwaar en on-
wil, gemakzucht, streven naar wanorde en
iets dat men politiek beliefde te noemen en
dat er op gericht was den militairen dienst
bespottelijk te maken.
Maar ten slotte is toch de overtuiging ge-
vestigd, dat dienstweigering uit eerbied
waardige gevoelens of beginselen kan voort-
komen en dat bet niet aangaat om maar el-
ken dienstweigeraar als een onwillige of een
wederstrever van het gezag te beschouwen
en hem als misdadiger gevangen te zetten.
In de dagen van1 het ministerschap van
Jhr. de Jonge is er een regeling gemaakt,
die wel goed bedoeld zal zijn, maar toch de
bezwaren niet naar eisch liet wegen. De
dienstplichtige moest dienst doen, totdat
over zijn bezwaren was geoordeeld en be-
slist; hij werd dus gedwongen te doen, waar-
tegen zijn gemoed werkelijk of in naam
opkwam. Bovendien zijn niet alle dienst
weigeraars even beslist in hun weigering.
Er kunnen er zijn, die volstrekt bezwaar
hebben tegen het dooden van hun onbeken-
de menschen alleen omdat zij tot een andere
□ationaliteit behooren, en die dus ook de
oefening in den wapenhandel als voorberei-
ding voor dat dooden uit den booze achten;
maar er kunnen er ook zijn, die dan toch
geen bezwaar zouden maken tegen hande
lingen, die niet als strijd met de wapenen
kunnen worden opgevat, ja zelfs gericht
zouden zijn op het behoud van menschenle-
vens, b.v. den hospitaaldienst en wat daar-
aan verwant is.
Enkele gevallen van dienstweigering uit
den laatsten tijd hebben weer de algemee
ne aandacht op het netelige vraagstuk ge-
vestigd en op 14 Juni 1921 is zonder hoof-
delijke stemming door de Tweede Kamer
een motie-Drion aangenomen, waarb" de
wenschelijkheid wercf uitgesproken om de
vrijstelling van den dienstplicht wegens ge
moedsbezwaren te verleenen naar bij de
wet te stellen regelen. In diezelfde verga-
dering is door den heer K, ter Laan gezegd,
dat dienstweigering niet moot leiden tot al-
geheele vrijstelling, maar dat de dienstwei
geraar gebruikt moet worden in het alge
meen belang en dat men het den vrijgestel
den niet al te gemakkelijk moest maken,
maar hun zwaren arbeid moest opleggen.
Op 17 Febr. 1922 is nu een wetsontwerp
aangeboden, dat uitvoering tracht te geven
aan den wensch, die in de bovenbedoelde
motie-Drion ligt opgesloten; ook is daarbij
rekening gehouden met den wenk van den
heer K. ter Laan, die zeker door velen zal
worden gesteund, al is het begrip „zware
arbeid" vrij rekbaar.
Men had nu wel in de militaire wetgeving
een bepaling kunnen opnemen, dat zij, die
bezwaren hebben tegen den militairen
dienst, zich op gemoedsbezwaren konden
beroepen. Maar dan zou de man toch voor-
loopig in dienst blijven; hij zou voor den
militairen rechter gedaagd worden en mis-
schien wegens zijn dienstweigering in voor-
arrest gesteld worden. Maar zulk een voor-
arrest is in lijnrechten strijd met de mogelij-
ke erkenning der gemoedsbezwaren en bo
vendien is dit geen zaak voor militaire
rechtspraak.
Beter was het een afzonderlijke wet sa-
men te stellen tot regeling van dit onder-
werp.
Echter kunnen niet alle bezwaren als
even afdoende worden beschouwd; van de
1000 miliciens zijn er op zijn minst 999 in
ons weinig militaristische landje, die be-
iraaal met hem naar het Boofd'kwairtier zou
vert^aktei', wanit zijn grootste wensch was
den gnootvorst-trooniopvolger aan d'e troepen
voor te stellten. De keizerin onderwierp zich
aam deze noodtzakelijkheidzij begreep hoe-
zeer de 'keizer leed onder zijin eenzaamheid';
nu ini de mneiliijkste uren van, zijn bestaam ont-
beerde hij wat zijn grootste geluk uitmaakte,
het samenzijn met zijn gezin. Zij wist hoe-
zeer die aanweziigheid vaa zijn zoon hem- tot
tnoost zou zijn,. Maar haar hart bloedlde bij
de gedachte aan het ventrek van Alexis N5-
colaievitch, het was voor het eerst, dat hij
van haar wegging en men (kan zich dus voor-
stelDen, weillk een offer deze moeder faracht,
d'ie haar kind' aoodt verliet al was't voor
enkele oogenblifcken zander zich af te
vragen of zij hem levend zou terugzien.
Wliji vertrokken den 14en) October naar
Mohilefde keizerin' en de groofcvorstimnen
vengezelden ons naar het station. Op het
oogenblik, dat ik afscheid nam, verzocht de
keizerin mij: haar dagelijks bericht te willen
zendlen over Alexis INlioolaievitch. Ik beloof-
de haar mij1 strikt aan haar verlangen te
houd'en zoolang mdjni afwezigheiid zou du-
rem. (1).
iDen' volgendeni morgen1 bleven wiij te
Riegitza, waar de keizer de troepen, d!ie van
het front wanen teruggekomen en die nu in
den omtrek kampeerden, wilde inspecteeren.
At die regimenten had'den deelgenomen aan
de zware velditochten iin Gallide en in de
Karpathen), en' hun werbel/ijfc aan-tal' was tot
twee-of driemaal toe bijha in zijn geheel
rwssr tegen den dienst hebben. Ook rijn er.
die met oepaalde bedoelingen den dienst
weigeren, b.v. om ,,herrie" te maken en het
gezag te ondermijnen, of om propaganda te
maken tegen de weermacht. In zulke geval
len heeft men te doen met onvervalschte
ongehoorzaamheid aan de wet. Alleen dan,
wanneer waarachtig godsdienstige of zede-
lijke overwegingen tot dienstweigering lei
den, verdient zij overweging.
Alleen menschelijke overwegingen moe
ten in aanmerking komen, de politieke en
rebelsche kunnen behandeld worden, zooals
zij verdienen. Voor politieke propaganda
wordt in ons land voldoende ruimte gelaten.
De bedoeling is nu een Commissie van
Advies aan te wijzen, die de bezwaren on-
derzoekt en van haar bevinding verslag
doet aan den Minister, die beslist.
Te voldoen aan den wenk van den heer
K. ter Laan (zie boven) om den van mili
tairen dienst vrijgestelde zwaren arbeid te
doen verrichten, was moeilijker. Wat is
zware arbeid? Is ieder daartoe in staat? De
Ministers hebben gemeend liever een lan-
geren dienst dan den militairen te moeten
eischen.
Het wetsontwerp komt nu op het volgen
de neer:
Degene, die gewtensbezwaren tegen de
vervulling van den dienst heeft, kan zich tot
den Minister van Oorlog of van Marine
wenden.
Zoolang er niet beslist is, wordt de adres-
sant vrijgesteld van dienstverrichtinrf en
mogelijke strafvervolging wegens dienstwei
gering wordt geschorst.
Zijn de bezwaren gegrond bevonden, dan
wordt hij, die alleen bezwaar heeft tegen
strijd met de wapenen, in militairen dienst
gebruikt voor andere verrichtingen, maar
6 maanden langer dan hij als militair zou
moeten dienen. En hij, die tegen alles wat
militair is bezwaar heeft, wordt te werk ge
steld bij een of ander niet-militair staatsbe-
drijf, maar dient 12 maanden langer dan zijn
militaire diensttijd zou geweest zijn. Wei-
gert hij bij dat staatsbedrijf, dan kan hij ge-
straft worden met ten hoogste feen jaar ge-
vangenisstraf; bleef hij onopzettelijk in ge-
breke, dan was de straf ten hoogste zes
maanden. Ook wangedrag bij herhaling kan
tot straf leiden en de schuldige kan, zoo
noodig, in een rijkswerkinrichting worden
geplaatst.
Het spreekt haast van zelf, dat dit wets-
voorstel evenmin volmaakt is al alle andere.
Er doen zich echter enkele vragen op als
men dit ontwerp nagaat. B.v.:
In welke staatsbedrijven zullen de dienst
weigeraars gebruikt worden? Zij zijn totaal
ongeoefenden.
Is het zoo'n erge straf om tijdelijk in een
staatsbedrijf werkzaam te zijn en geen last
te hebben van de kazerne, de militaire
krijgstucht, enz. enz.
De Minister zeggen, dat de dienstwei
geraars evengoed als de militairen op
staatskosten gekleed, gevoed en gehuisvest
zullen worden en zakgeld ontvangen. Maar
hoe zal men ze onder dak brengen? als
kostganger?
En dan de groote vraag: zal het altijd mo-
gelijk zijn het waarachtige gemoedsbezwaar
van alle schijnbezwaar af te zonderen?
Het schriftelijk en mondeling overleg
tusschen Regeering en Kamer zal waar-
schijnlijk antwoord op deze vragen geven.
Voorloopig kan men tevreden ziin, dat een
ernstige poging wordt gedaan om het vraag
stuk tot oplossing te brengen.
OPENBARE VERKOOPINGEN EN
VEKPACHTINGEN.
Er zijn twee wetsontwerpen aanhangig
gemaakt, die op openbare verkoopingen en
verpachtingen betrekking hebben.
Het eerste betreft een aanvulling van de
wet op het notarisambt, waarbij notarissen,
met uitsluiting van alle anderen, alleen be-
voegd worden verklaard tot het houden van
openbare verkoopingen van onroerende
goederen.
Zooals de zaak nu staat kan de verkoop
van onroerende goederen zoowel aan een
notaris als aan een zaakwaarnemer worden
opgedragen.
De vraag of dat juist gezien is, is al vaker
ter sprake gekomen. Aan den eenen kant
werd beweerd, dat het in het belang van de
(1) Je vous ranercie die tout mon coeur
pour vos boms voeux et lettres que j'attends
chaque jour avec impatience. J'embrasse te
petit bien tendrement Alexandra.
(Ik) dank u van giamscher harte voor uw
goede wensdien eni voor uw brieven, die ik
dagelijks met onigeduld verbreid. Ik omhels
mdin kleinen jomgen) feeder. Alexandra.)
Telegram1 dlen 5/18 October 1915 door de
keizerin naar iMJohilef verznnden alls ant
woord op eem brief, waarim ik haar majm ge-
Jiuikweni&chen had aangeboden bij gelegenheid
van dto verjaardag van dan gmootvoxst-
troonopvollger.
nieuiw aamgevuld. Maar nietfegenstaande de
ontzetfende verliezen die zij geleden hadden,
detfileerdien zij, voor den' keizer in een schitte-
renden aanloop. Zij, waren weliswaar sedert
eenige woken buiten dienst en zij hadden
dus den tijd gehad zich van hun vermoeie-
nissen eni cntberingen te herstellen. Dit wias
de eerste keer, dat die keizer de troepen in-
specteerde sedert bit't opperbevel in nandfen
mam; de troepen begroeften dus thans in
hem hun keizer, vorst en hun generaal. Na
de pliechtighdd begaf hij zich omder de sol-
daten en sprak verscheidenen van hun ver-
trouwelijk toe, hun vragen stellende over de
zware gevechten, waaraan zij hadden deel-
igenomen. Allexis 'Nticolaievitch volgde zijn
vader op dtoi voet en lluisterde vol belang-
stelling maar de verhalen dier marnnen, die
zoo memigmaa! den doodi onder de oogen
haddiem gezien. Zijlm van nature levendig en1
bewegelijk geziditje sitond strak gespamnen
door de inspamning, om toch geen woord
van hetgeem zij vertelden, te verliezen. Zijn
tegenwoordigheid naast deni keizer maakte
de belangsteliling gaande der soldaten en
nadat hij zich verwijderd had, hoorde men
hen op gedemptm toon hum opmerkingen
maken over zijn leeftijd, zijn persoon, zijn
manter vam doen1. Maar wat hen 'i meest
getroffen had, was dat de tsarevittch een
eemvoudig soldatenuniform droeg, waardoor I
hij1 zich in niets omderscheidde van een sol-
datenkdnid.
WSJ kwamem den lden October te Mohilef
aan, een kleine provinciestad in Wit Rus-
famd, waarheen girootvorst 'Nioallaas twee
maandlen geleden, fijd'ens het groote Duit-
sche offensief het hoofdkwartier had' overge-
bradht. De keizer bewoomde er het huis van
dem ignuverneur, dat gebouwd was op de
klippen laan1 den linker ©ever van den Dnlepr.
Hlij had op de eerste verdieping twee vrij
ruime kamems in gebruik, waarvan de eene
dienst deed' als werkkamer en de andere als
slaapvertrek. Hij had besloten dat zijh zoon
die vertrekkem met hem zou deelen. Men
plaatete dus het veldbed van Atexis Nico-
laievitch' maast dlat van zijn vader. Wat mi)
betreft, ik werd met een deel van het militair
gevolg van den' isaar ondergehradit in het
gebouw van het kamtongerecbt, dat aan zijn
bestemm!imin omtfrokken was en ter beschikking
gesteld van het hoofdkwartier.
Ons leven verliep op de volgende wijze. De
keilzer begaf zich iederen morgen om half
tienl naar de staf, waar hij gewoomliijk tot
bij eenen bleef, en ik maakte mij zijn afwe-
zigheid ten nutte om met Alexis iNicolaie-
vidi te werkem, in's 'keizers werkkamer, waar
wij wegens plaatsgebrek genoodzaakf waren
ons ini te richten. Daarna had het dejeuner
pliaats ini de groote zaal van het gouverne-
mentsigebouw. Er waren aan dien maaltijd
dagelijks eem dertigfal1 fasten verzameld,
waaronder generaal Alexis, een der voor-
maamste medewerkers, de hoofdofficieren van
alile geallieerde militaire missies, de leden van
het gevolg eni enkele officieren, die op hun
doomtocht te Mohilef vertoefden. Na het de
jeuner deed de keizer de meest dringende za-
ken af, waam'a wij tegen drie uur per auto-
mobiel uitreden. Buiiten de stad gekomen
hieldlem wij' stil em maaktem een wamdeling
van een uur in den1 omtrek. Een van onze
meest geliefde punten was het mooie denne-
bosch om het dorpje SaltaJNtavka, waar den
29em Jul'il 1812 een1 omtmoeting plaats had
tusschen het leger van maansaialk Davout
en1 de troepen van1 generaal Raiesky. Een ka-
pel ter herinnering opgericht aan den oever
van een vdilver niet ver van een ouden molen
wijst de pliaats aan, waar't middelpunt was
van d'ern iRlussischen tegenstandi. (1). Na on-
zen terugikeer hervatte de keizer zijn werk-
zaamheden, terwijl Alexis Nicolaievitch in
de studleerkamer van zijh vader zijn lessen
voor den volgenden dag leerde. Eens op een
dag, dat ik mij' als naar gewoonte met hem
daar bevond, bezig te lezen, keerde de kei
zer met de pen in de band zich eenskl'aps
naar mij1 toe, en zeide omverwachis
(1) Het Fransdhe leger bezette tijdens zijn
opmarsch naar Moskou den 19 JuU Mohilef
en maarschalk Davout bewoonde gedurende
eenige daigen' hetzellfde gouvemementsge-
bouw, waar die keizer met Alexis Nicolaie-
viitoh thans gehuisvest waren.
(Wordt vervolgd).