Alkmoarsche Gourant Da Watergeuzen nemen den Briel. HET TRAGISGH LOT Vrfidag 31 Maart. F e n i 11 e t o n. Ho. 77. 1OT8. Honderd Drla en Twintigste Jaargang. (Nadruk verboden.) 1 April 1572. „In naam van Oranje! dee open de poort! De Watergeus ligt voor den Briel!" Zoo zongen we in onze kinderjaren en in deze dagen zullen de straten van de oude veste den Briel wedcrom weerklinken van de tonai van dit bekende nationale lied. Morgen zal in die stad op luisterrijke wijze herdacht worden, hoe 350 jaren geleden de inname van den Briel door de Watergeuzen werd het be gin van de Noord-Nederlandsche vrijheid en onafhankelijkheid. Die tijden waren donker voor ons volk. Alva was van plan krachtige maatrege'en te ncmen cm den lOcn penning met geweld in te voeren en de door hem aangevuurde bis- schoppelijke inquisitie onder leiding van den berucnten inquisiieur Titelman ging voort met tal van personen wegens ketterij te ver- oord.elen en te verbranden. De ontevreden- heid werd steed* grooter; de burger* kwa- men openlijk in verzet tegen de gehate hef- fing van 10 pet bij verkoop van aile handds- waren en namen het natuurlijlee, maar wan- hopige middel te baat: zij sloten eenvoudig hun zaken Overal ontstonden werkloosheid en armoede; de hoofdstad Brussel leek wel een plaats, waar de pest hecrschite. Hder wa ren zelfs de dagelijlcsche benoodigdheden als brood vleesch en bier, niet meer te krijgen. Alva was woedend hierovcr en besloot, om ee© afsohrikwekkend voorbeeld te steLlen, door achttien van de voornaamste winkeners van Brussel in de deuren hunner winkels zoo gauw mogelijk en zonder vorm van proce* op te hangen De scherprechter kreeg daarom bevel achttien stevige stroppen en ecn gelijk aantal ladders van twaalf voet lang in ge- reedheid te brengen. Door deze onverwachte executie hoopte de landvoogd den volgenden dag aan de burgers van Brussel duidelijk te maken, dat er bij voortdurend verzet voor ieders deur recht zou worden gedaan. Maar vain, de uilvoering is niets gekomen, want nog denzelfdcn avond kwam te Brussel het bericht, dat den Briel was ingencmen door de Watergeuzen Dit feit vond de Hertog ern- stig genoeg om de voorgenomen strafoefe- ning van Brussel's burgerij voorloopig uit te stellen. Wat was er gebeurd? De Watergeuzen warcn een troep woeste en wreede mannen, die van zeeroof moesten leven Het waren lieden vrn allerlei slag en stand ook vele edelen waren onder hen die voor het schrikbcwind van Alva hadden moeten wijken. Velen hadden uit gchecht- heid aan de leer van Calvijnn een vriibuiters- bestaan op zee gezocht Anderen hadden vroeger gediend in het leger van Lodewijk van Nassau, dat na den slag bij Temmtngen in 1558 vprstrooid was of in het leger van Pr;ns Willem dat in hctzelfde jaar over de Maas was getrokken en wegens ge'dgebrek ontbonden Nu vormden zij een kleine zee- macht en hadden van den Prins van Oranje lastbrieven. z.g. kaperbrieven, gekregen, om alle schepen die voeren onder de vlag van den koning van Snanle ter zee te bestoken, terwijl Alva niet beschikte over een marine tot afweer. Telkons deden ze echter ook lan- d&ngen aan die Noord'-Nedcrlandsche kust en kerken, abdijen, kasteelen en boercnplaatsen hadden dikwijls van hen erg te lijden. De Prins had uitvoerige instructies gege ven betrefiende de orde en krijgstucht, die men op de vloot in acht te nemen had Ook moest op elk schip een predikant zijn om „Gods Woord" te verkondigen. gebeden te doen en de scldaten met de schippers .,in Christelijke zedigheid" te houden, maar dat hielp niet veel. want het bleef ecn ruw volkje, bezield door de zucht naar wraak en roof Toch bekleedde bij deze kapers, bchalve de strijd voor eigen levensonderhoud, de kamp voor hun geloof en tegen vreemde overheer- sching een voomame plaats. Uit hun „hou- ten pompen", zooals de Spanjaarden min VAN NICOLAAS II EN ZIJN GEZIN. (Dertien jaren aan het Russische hof) naar hoi Fransch van Pierre Grlliard door Mar guerite de Rouville. (Geautoriseerde verta- ling.) Nadruk verboden. 32) De bevel en wonden uitgevoerd. Hare ma- jesteit verkeert in de hcvigste besluitefloosheid. Zij heeft Riadziamk© verwittigd van dfen erns.igen toestand1 van den tsarevifch en de grootvorsitimnen. Zijn antwoord luidrt: ?.Als er brand1 in een huis is, begint men de zielen emit te verwijideren." Om vier uur komt dokter Derevenko uit het hospitaal terug en bericht ons, dlat het gansdhe spoorwegnot om PetTograd in ban- den der revoiutionairen is, dht wij dus niet kunneni vertreikiken era het zeer onwaarschijn- lijk is, dat de keizer zal kunnen komen. 's Aivonds tegen ncgen uur komit barones van Buxhoeveden mijn kamer binnen. Zij heeft' zooeven vernoimen, dlat het gannizoen van TsarsJcoie-Selo aan het muiten is ge stagen en dat er gescbofen wordt op straat. Men moet de keizerein waansahuwen die bij de grootvorstimmieni is. Zij komt juist op dat oogenblik de kamer uit op het portaal en de barones haar op de hoogibe van den toe- stand. Wiji .giaan naar de vensters en zien, hoe genera ai Reissime, aan het hoofd van twee compagmien gemengde troepen, zich voor het pateis posteent. Ik bemerk eveneens matrozen uit de bemianning van de garde en kozakken uit de bemanmiing van de garde en kozakken van de lijfwachit. De pesten aan de hekken van het park zijn verdubbeld. de mannen in vier geleden staan gereed te schieten. Op dit oogenblik vernemen wii te- lefonisch, dat de opstandelingen voortrukken in onze rich ting en d'at zij een sohildwacht hebben vennoond op gecm 500 meter vam het patoML Dm gmmnetiiMa bmm stomto mm adi tend het Calvinistiich gwehut, uit Room- scut KeriuiokKai gegoten, noemden, ,^ou eeriang het saluutscuot der Noord-Neoei- lanasuie onaluankelijkhdd klinken". De eerste door den Prins aangesielde ad- miraal der Watergeuzen was geweest de z.uia-Nederlandscne edeiman Doihain, een dronkaard en woestehng, opgevolgd door den Heer van Lumbres, die ai* onderbevei- heobers had Lancelot van Brederode en WU- ien van Lumey, Qraaf van der Marck, een woest, bloeddorstig, losbandig edeiman, die naar oud Bataafsch gebruik, hoofdhaar en oaard ongeschoren liet, totdat de docd van zijn bloedverwant, den graaf van Egmnndi, ge- wroken zou zijn. Deze heercn hadden bij hun aanstelling de opdracht gekregen er voor te zorgen, dat een deel van de opbrcngst der koopvaart gestort werdl in de oorlogsikas vain den Prims, die alle mogelijke moeite deed een leger op de been te brengen, om daarmede in *t voorjaar van 1572 een inval in de Nederlanden te doen Hclaas gingen de vcordeelen, die zij behaal- den, grootendeels in de zakken der piraten zelven over, al vloeide dan na de benoeming van Lumbres wel iets meer, maar toch zeer weinig in 'sPrinsen kas. De Watergeuzen vonden gewoonlijk in Engeland, de Fransche haven La Rochelle en de Oost-Friesche ha vens schuilplaatsen en gelegenheid tot ver- Koop van het geroofde goed. In Maart 1572 lag Lumey, die nu tot admi- raal verheven was, met zijn vloot van 24 of 25 schepen op de zuidkust van Engeland, waar zij zich in vcrband met de groote plan- nen van den Prins en Graaf Lodewijk van Nassau hadden verzameld. De onderhande- lingcn tusschen Alva en de Engelsche Ko- ningin. Elisabeth, die geen oorlog met Span- je wilde leidden er toe, dat aan Lumey het bevel werd gegeven de Engelsche kust onmid- dellijk te verlaten Bovendien werd door Elisabeth aan al haar enderdanen verboden, de Watergeuzen v66r hun vertrek van vleesch, brood cf bier te voorzien. Door de stipte na- kom'ing vain dit verbod was ecn vender verblijf aldaar hun onmogelijk Zoo staken zij in de laatsbe dagen van Maart van Dover in zee. -mder bevel vrn Lumey, den vice-admiraal, den Groninger edeiman Barthold Entens van M.en-fV,pds. ben even? Tonker W'lVm vrn B^ovs van Treslong, Jonker Jacob Cabeilau, Nico- Rnirhaver Rrobol. 0"m Hedding. Mari- nus Brand en andere min of meer bcruchte ka- oiteins Daar zij bijna uitgehongerd waren vcrlangden deze avonturiers natuurlijk zich vn 'evensm'ddelen te voorzien. Zij beslo- (en een aanval te dopn op het Vlie of een of andere havenstad in Nocrd-Holland b.v. Enk- h'tizen, maar tegenwind bracht hen den len or:l voor den mond van de Maas. Op den middag verschenen zij plotseling tusschen den Briel en Maassluis tot groote verbazing der in wooers van beide plaatsen Het aantal vaartuigen scheen te groot voor een verzameling koopvaarders en ook hadden ze niets van Spaansche schepen De Brielsche veerman Kopp^stcck bracht juist een paar kooplicdcn van Maassluis naar den Brie! over en sprak a's zijn vcrmoeden uit, dat het de Watergeuzen waren. Na de kooplieden aan wal gezet te hebben, rccit hij naar de vloot, om te weten te komen met welke be- doeling deze daar gekomen was. Het eerste schip dat hij bercikte, stond onder bevel van Blois van Treslong, die in den Briel goed be- kend was want ziin vader was daar Baljuw geweest Deze herkende Koppelstock dadelijk en bracht hem aan boord bij Lumey, aan wien hij de verzekering gaf, dat dit juist de man was om hun plan te bevorderen, want het was beslist noodzakelijk een lanling te be- procven daar men aan al'e levensbehoeften gebrek had. Treslong haa'de daarom Lu mey over, door middel van Koppelstock, een boodschap naar den Briel te zenden en de stad op te eischen Hij gaf den veerman zijn zewlripp' mep bij wi-'ze van celoofsbrief Onrmddellijk roeide de veerman naar de stad terug en snordde zich naar het stadhuis, waar dn vroedschap reeds biieengekomen was Hii bracht hun den eisch van Lumey en Treslong over en hun verzoek om twee gemachtigden te zenden, om met de Water- n'pU7rn te onderhande'en Verder verzekerde b"' buri cfaf de sb-d niets Vwaads van hen te dirchten had want het e^nige d«el der Water- "enzeri ""s het land van den 10en penning te verlossen en tegen de dwingelandij van A'va en de Snaniaard'n te beschermen. Tn^n hem hierop werd gevraagd, hoe sterk nadterbij, een botsing schijnt anvermijdeldjk. De 'keizerein, radeloos van angst bij de gedlachte, dat er bloed vergoten zal worden onder haar oogen, gaat, vcrgezeld van Ma nia Nicolaievtna, naar buiten en treedt op de soldaien toe, om hen tot kalmite aan te sporen. Zij smeekt, dat er met de opstande lingen zal wordicji onderhandeld. Htet oogen blik is hoogst ernsitig. De angst vervult al- ler hart. E&i onvoorzicbiigheid en het wordt een strijd van man tegen man, gevolgd door een Woed'had1. Intussdien treden aan beide zijdien eenige o'ficieren op alls bemiddelaars en men begint te onderhandelen. De woord'en hunner voormalige aanvoerders en de vaat- beraden houding van hen, die trouw zijn gebileven, maken indruk op de opstandelin gen. Langzamerhand bedaart de opgewon- dienheid' en men cindigl met een neutraal terrein tusschen beide kampen vast te stel len. Zoo gaat de nacht voor bij en 's morgens wordit er door uiitdirukkelijlke bevelen van het Voonloopi'g Bewind een eind gemaakt aan dezen angstwdlckendeni toestand. In den namiiddag teal1 Hiare Majesteit grootvorst Paul vcrzoeken bij haar te komen en vraagt hem of hij weet, waar de keizer zich bevimdt. De grooivonst weet het niet. Op de vragen der keizerin omtrent den toestand antwoordt hij dat volgens hern alleen>'t oogenblikkelijk verleenen van een grondwet het gevaar nog bezweren lean. De lceazeren lag zich bij dit oordieel neer, maar zij is onmachtig iets te doen; sedert den vorigen^ avond kan zif zich niet meer in verbUwJing stellen met den kei zer. De d!ag van den 15en giaat voorbij onder angstig afwachten der gebeurtenissen. 's Nlachts om half vier, wordt deleter Botkine aan de tel efoon geroepen door een der led en van het Voorloopig Bewind, die hem inilich- tiogen vraagt omrent ddn toestand van Ale xis Mtoolaievitdh (De Hiding van zijn over- overflijdea hlad; rich, zooala wij laker haar- de bem'annfng van de vloot was, antwoord tie hij, dat hlen net aantali wel op 6000 schatte. Dit was natuurlijk zeer overdreven. want er waren er midt meer dan 250, doch net maak- ,;e zoo'n indruik op de miagisiraten dat deze beslo'en geen tegenstand te bieden, maar met de Geuzeni te gaan onderhandelen. iNbg heel wat moeite kostte het twee afge- vaar<figdon te vinden, maar eindelijk waren er toch twee bereid1 naar de vloot toe te gaan. Lumey oil Treslong gaven hun de verzeke ring, d'at de burgerij geen overlast zou wor- dien aangedaan en. de stad' niet zou worden gepltundeid1, mits deze zich oogenblikkelijk aan Alva's heerschappij, onttrck. Aan de stadbnegeering werd twee uur tijd gegeven, om te besliBsen, of zij al of niet de stad wil de overgeven en het gezag erkennen van Van der Marck, als Admiraal van den Prins van Oranje. De vroede vaderen gebruilkten die twee uur om te vluchten, hierin gevolgd door het grootate deel van de burgerij. Toen de Watergeuzen na afloop van aen bepaalden tijdi voor de wallen van de stad verschenen, zagen zij stechts enkele merschen uit de la tere vo'.ksklasse, maar er kwam geen be richt van de regeering. De heele strijomiachii' der Oeuzen werd nu to twee afdeelingen gesplitst waarvan de eene onder Tresilong de Zuidpoort aanviel en de andere onder bevel van den Admiraal op de Nbondipoort aanruikte. Na een korten strijd gelukte het Treslong in de stad te ko men, juist op he! oogenbliik, dat de Rent- meester der stad van plan was er van door to gaan, diic n.u naiuurfijk gcvancen geno- men werd. Lumey liet zijn volk takken. stroo en pek bijeenhrengen en diaarmee de Noord- poort in brand steken, waarna deze, half verbrand, met een cuden mast opengeram- meldi werd'. Tegen zonsondergang waren die Geuizen in. het midden van de stad en hier- mee was hun eerste groote wapenfeit vol- bracht. De schrik, veroorzaakt d'eor de p'btselinge verschijniing van, de Geuzenvloot, was z66 groot geweest, dat er misschicn geen 500 burgers in de stad waren achtcrgebleven. Alle anderen. waren gevlucht zooveel moge lijk van hun bezitingen mcenemende. Aan niemand, der burgerij werd echter eenige overliaat aanged'a.an, maar de overwinmaare kondien niet nalaten de kerken en kloosters te plunderer en een aantal menniken en prles- ters, die geen tons gezien. hadden zich uit de voeten1 te maken, in de gcvangenit te werpen en, een paar d,agen later op de af- schuwelijke wijze ter dood to brengen. Hier- n:a: wilden, de Geuzen met den buit op hun schepen weer wegvaren, toon Lumey op aan- dranig van Treslong besloot, de bemachtig- de stellinig te hehouden en met de zijn en, in den Briel te blajven, om die stad voor dean Prins, zijn lastgever, te bewaren. We hebben, reeds 'gezien welken indruk de ze gebeurtenis op Alva maakte. Onimiddel- lijk gaf hij last aan Bossu. den stalhouder van; Holland1, de door de Geuzen bezette stad te heroveren Dit lukte echter niet want de Spaansche troepen, werden door Lumey algesia,gen en tocn de sluizen waren open ge zet en het zeewater het eiland Voorne bin- nendrong, moisten Bossu en de zijnen ma ken, dat ziij. weg kwamen, wilden ze niet ver- drinken. De meeste gevluchte burgers 'keerden mu naar de stiad terug en dedien den eed van hul- de aan den Prins van Oranje als srtadhcu- der van den Konirg. Deze en ook Lodewijk van Nassau waren aaiwankelijik weinig in- genomen met de verrass'ng van den Briel, omdat zij die ontijdig vonden maar legden er zich bij. neer en maalo'en zich inrtusschon gereed' om ook van hum zijde te beginnen. Deze da ad der Watergeuzen werd van groote zedelijke beteelkenis, want zij gaf moed en vertrouwm in eeni betere toekomst. De eene stad1 na de andere in Noord-Nederiand stond op, verjoeg de Spaans he regeerimgen en bracnt bestuurders aan't bewind, die op de hand der Geuzen waren. Hlet eerst had Vl'issingen het voorbeeld van den Briel gevolgd en de Watergeuzen hielden nu Maas- en ScheMemond bezet. Ziehrer de feiton. de omsta-digheden. waaronder deze hebben plaats gehad en de gevolgen dus de beteekenis. die ze hadden. Wiaarom zullen we nu nog na drie esn een halve eeuw dit alles herdenken? Met antwoord op deze vraag is reeds aan De faltering van de keizerein dluurt nog d'en geheelen volgenden dag voort. Dit is nu d'e derdle dag, dat zij zonder tijddng van den keizer is en haar angst wordt nog verergerd door haar gedwongen werkloosheid. (1) Aan het einde van den namiddag berefkt de tijding het paleis dat de keizer afstand heeft1 geaaan van den (roon. De keizerin in de meening, diat het een leU'genachHg bericht is, heoht er geen geloof aan. Een oogenblik later echter 'komt grootvorst Paul het beves- tigen. 'Nog weigert de keizerin het (e geloo- veni en1 pas als hij het haar in bijrondenneden meedeeld, geeft de keizerin zich gewonnen. De keizer hee't den avond te voren in Psikof de regeering neergelegd' ten gunste van zijn broed'er, grootvorst Michael. De wanhoop der keizerein gaat alle gren- zen ,ie bui'fen. Maar haar grootheid van ziel begeeft haar geen oogen,bKk. 's Avonds zie ik haar terug bij Alexis Nicolaievitch. Haar gelaat is als vervallen, maar met bijna bo- vernmenschel ijke kracht heeft zij doorgezet om even als altijd, bij de kdnderen te komen, op- dat de jeugdtge zielen. die niets weten van wat er siinds het' vertrek van den keizer is voorgevalten, niet onigerust zouden worden. Laat in, den nacht hooren wij, dat groot vorst Michael zich teruggetrokken heeft. en dat de constitueerenide vercaderlng over het lot van Rusland moet beslissen. iDen volgenden morgen vimd ik de keize rin bij Alexis Nicolaievitch. Zij is ka'in maar zeer Week. In dit enkele dagen is zij adirrk- barend vermagerd en veroudertl, (1) De manleling die de keizerin in deze onderging toen zij, in doodclijke omgerust- heid over den keizer, van? wien zij niets hoonde, in wanhoop neerzat aan het ziekbed van h,?ar kind, gaat alle beschrijving te bo- ven. Zij1 'had de. ukerste grens van metnsche- Hjk weeretamdsvermogen bereikt. dit was de laatste beproeving, waarult rich die wonde- re. l'ichtende serenite.it zou ontwildkelen. wel ke haar zelf en hen. die zij Wefhad zou achra- fas 1st mm tog **m km 4m4. dm «ZBivai®> gegeven: de fa name van den Briel door de Watergeuzen werd het begin van de Moord-Ntderl a ndsche vrijheid en on- aflianike'ij'kheid'. Daarvoor moeten wij als na- za-ien1 van dat ruwe, miaar kloeke vo.kje, hun dankbaar blijven en nauomale herinnerirgs- d'agen kunnen hiertce veel bijdragen. Wat al bijma vergeten was, komt ons dan weer voor den geest en hetgeen we niet meer de moeite waard vonden om aan te denken, daarvan wordt de belangrijklheid ons w«r duidelijfxcr. Ma janenlange worstding te gen, den Spaanschen dwingelanid waren vrijheid en ona hankelijkheid de ideeele prijizen der overwinmang. Deze hebben. ons volk groot gemaakt, d'aarvan is de voor ons op eSc gebieid zoo roemrijke 17e eeuw het s'e bewdjt. De tijdiein, dat wij, Nederlanders. in veel den toon aangaven in Europa, zijn reeds lang vervlogen en sedert hebben andere vol- ken ons overvleugeld. Maar wij zijn er nog als een vrije en ©nafhamkelijke natie en er is genoeg, waarin wij alt klein vclk groot kunneni zijn en zelfs vooraan staan. Met meer energie dan tegeniwoordig de groote massa toont, zullen we ons echter hebben in te spannen, ieder op zijn terrein. Niet zoo groot mogeliik locn voor zoowri- nlg en, slecht mogeliiken arbe'd, zij de leuze, maar voor zoo groot mocelijke insparning en zoo goed mogelijk werk ecn rechtmatizt belooning. We heben van die oude Watergeuzen niet over te nemen hun ruwheid rn wreedheid. miaar in betoon van energie kunnen. we van hem ongeitwijfeld' nog veel leeren. Mtige dat de vrucht zijn v?n de herden- kitn'g van die simpe'e, maar kloeke Geuzen- d?--d die zuUke belamgriike gevo'gen had! Zivtphen,J. T. WIELINOA. StadsnienwH. 'In den namiddag ontvaogt de keizerin een telegram van den keizer, waarin hij haar frachit gerust te stellen en haar meedeelt, dat hij te Mohtlef de keizerin-weduwe verwacht. Drie diagen gaan' voorbdj Den 2lent om half elf morgen® teat de keizerin mij roe- pen en zegt dait generaal Korailof haar uit naam van het Voorloopig Bewind is 'komen meedeelen. dat de keizer cn zij .gearresteerd' rijini, en, dat' alien, die zich niet willen onder- werpen aan de regelen der gevangensdhap, hei paieia voor vier uur moeten hebben verla- ton. Ik antwoord dat ik be*ioten ben te blij ven. De keizer komt mongen terug. Alexis moet gewaarschuwd worden; hij moet alles we ten.... Wilt u het doen? Ik zal met de meis- jes spreken. 'Men ziet het haar aan, hoezeer de gedach- te haar kwelt, de treurige tijddng aan de zieke prinsessen to moeten. brengen, dat hun vader de kroom heeft neergelegd en hoezeer zij bevreesd is dat deze aandoening haar doe- stand verergeren zal. Ilk ga naar Alexis Nicolaievitch terug en vertel hem, dat de keizer den volgenden dag udt Mkhilef thuis komt en daarheen niet we- der zal' terugkeeren. Waarom niet? Omdiat uw vader niet langer opperbe- velhebber wil zijn. Deze iijiding tre't hem zeer, want hij ging graag naar het hoofdkwartler. Nla verloop van eenigen tijd voeg ik er aan toe: Weet ge Alexis Nicolaievitch, uw va der wil ook niet langer keizer zijn. HSj ziet mij verwandlerd1 aan en tracht op mijn gezicht te lezen, wat er toch gebeurd is. Wat? Waarom? Omdat hij heel moe Is en omdiat hii groote moeilijkheden in den laatsten tijd neeft gehad. O fa Mlama heeft nrij verteld diat men zijn1 trein; had iecengehoucen toen hij naar kur ww 0a«s. kiasr paf» al 4Mh Ism® md weer keizer zijm? Ik leg hem dan uit, dat de keizer afstand1 heeft gedaan ten gunste van grootvorst Mi chael', die op zijn beunt zich heeft terugge- troWren. Maar wie za.il dan nu keizer zijn? He weet ihet' niet, niemand vooor het oogenblik Geen woord over zichzelf, geen toespeling op zijn rechton als crfprin*. Hdj heeft een hooge kleur van aandoening gekregen en ia zeer cntooerd. Na verloop van eenige minuten van stil- zwijige- zegt hij: Maar als er dan geen keizer meer is, wie zal d'?n over Rlusland regeeren? Ik leg hem den uit dat er zich een Voor- l'oopiig Bewinid; heeft gevormd, dat de zaken dies lands zal behartigen tot aan de bijeen- komst van. de constitueerende Vengadering, en dat daarna zijn oom Michael miss"hien den. troon bestijgen zal. Wederom ben ik ge troffen. door de bescheidenheid van dit kind1. Om vier uur wordt de poort van het pa leis geslo'en.. Wij zijn gevangererd Pei' regi ment der vereenigde troepen is vervangen door een regiment uit 'het gannizoen van 1 Tsarskoie-S^lo, en de so1 da ten. die de wacht betrekken, staan daar niet langer om ons te verdeiigen, maar om o.ns te bewaken. Den 22sten, om elf uur. kom.t de keizer eindelijk terug. vergezield van prins Dalgo- roufv. den hoftnaarschalk. ij gaat onmid- ddlljk naar boven, naar de Idnderen waar de keizerein hem wacht. Na het dejeuner kemt hij de kamer van Aliexis Nicolaievitch binnen.. waar ik mij qp d'at oogenblik bevind en spreekt mij op zijn gewone vriendeliilke, eenvoudige man-'er toe. Maar men hoeft slechts te zien naar zijn ver magerd en bleek ?ezicht. em te beseffen, hoe zeer ook hij. geleden heeft Aijdens zijn afwe- zigheidi. (Waedt varvolgd.) |m Jm wtsMl UMBMMljy ZIEKENFONDS. Glsteravond had in het hotel Proot een »1« gemeene vergedering pleats vsn het Alg. Af« deelingsziekenfonds der afd. Alkmtsr en om« streken van de Ned. Maatschapptj tot bevor« dering der geneeskunst Aanwezig waren een 40„tal vertegenwoordigers der leden, genees« heeren en apothekera. Voorzitter was dr. R. G. C. Schroder. Ns voorlezing en goedkeuring der notulen deelde de voorzitter mee, dat ns de vestiging van dr. Maats te Alkmaar is ingetroldken de bepaling, dat by 64n geneesheer niet meer dan 2250 leden mogen zyn ingeschreven en dat maatregelen zijn getroffen om dit aantal ge« leidelijk op 2000 te brengen. Aan het door den secretaris»penningmees< ter, den heer B. H. J. Schouten, uitgebrachte verslag over 1921 ontleenen wij, dat het eind» cijfer 'n te'kort aanwijst van byna 3500. Over 1920 was er een voordeelig saldo van ongeveer 4900, zoodat in 1921 de uitgaven met circa 8400 de inkomsten overtroffen. De nadruk werd gelegd op het feit, dat het fonds op elk kind toelegt en dat de schadepost slechts kan worden goedgemaakt door hoogere contribute voor de volwassenen. Het fonds telde op 31 Dec. j.l. 18490 volwassen lederi en 11315 kinde« ren, waarvan 9208 betalenden. Over 1920 wa« ren deze getallen: 16976, 10370 en 8431, zoodst de vooruitgang was 1514 volwassenen en 945 kinderen. De inkomsten bedroegen 33316.13X (me» degerekend het saldo ad 4909.45J4 over 1920J, de uitgaven 36812.30, zoodat het tekort 3496.1634 bedraagt. Een hartelijk woord;'e werd In het verslag gewyd aan den apotheker Molenaar, die in den loop des jaars het fonds sis bestuurslid ontviel; hy hsd vsn de oprich* ting af deel uitgemaakt van het bestuur en steeds zijn beste krachten gesteld ten dienste van alle belangstellenden by het fonds. Als zyn opvolger was door de groep apothekers aangewezen de heer Oosthoek. Als deelnemer» huisarts bedankte in 1921 dr. J. Dirken, als specialist dr. de Ranitz en als apotheekhoudend geneeskundigen de heeren Noy v. d. Kolff, dr. Oudendal en dr. Roos v. d. Berg, terwijl als nieuwe deelnemers toetraden dr. Vos (specia» list), Oterdoom, Jebbink en Van Oppen (apo« theek>houdend geneeskundigen), Maats (huis» arts) en van Hilten (specialist), zoodat het A. A. Z. Ak. op 31 Dec. 1921 telde 30 apo< theek*houdend geneeskundigen, 7 huisartsen, 7 specialisten en 5 apothekers. De pogingen om te voorzien in de tandheelkundige hulp hadden in zooverre resultaat, dat twee tandartsen be« reid waren gevonden extracties voor de ver, zekerden te doen. Lsnpsmerhsnd esl coo test het verslsg ook dit ouderdeel der medische behsndc ling wel tot zijn recht komen. Aan een verzoek van het gemeentcbcstuur vsn Alkmaar om de stadsarmen in het fonds op te nemen, werd geen gevolg gegeven, omdat het bestuur meen« de dat er wel andere wegen zijn die naar het' zelfde doel voeren, n.L naar de vrye artsen* keflze. Het jaarverslag, dat met applaui beloond werd, ontlokte geen discussiea en werd vaat» gesteld na een woord van dank ervoor van den voorzitter. Punt 4: Verslag van de corftmisaie, benoemd tot nazien der rekening en verantwoording over 1922. Deze commissie, beataande uit de heeren dr. Heeringa, Oosthoek en Greeuw, had steekproeven genomen, die haar aanlei' ding gaven een schriftclyk voorstel in te die* nen om den penningmeester te dcohargeeren. Aizoo werd bealotcn. De voorzitter deelde mede, dat het beatuur de wenacheiykheid had overwogen om een ac« countants«onderzoek naar de boeken te doen instellen. Wegens de kosten had het dit ech' ter niet aangedurfd. Aan de nieuw te benoe' men commissie verzocht de voorzitter daar> om de boeken vaker te komen nazien, opdat zy een nauwkeuriger inzicht ervan krijgt. Een langdurige discussie ontapon zich over deze kwestie. De heer Bouman (Z.»Scharwoude) vroeg of de commissie niet overtuigd la van de nood' zakeiykheid van accountantS'onderzoek. Zy kan toch geen voile verantwoordeiykheid aan» vaarden, omdat steekproeven onvoldoendc zyn. Ook ala zy vaker controleert, zal zy niet anders dan zulke proeven kunnen nemen. De heer Greeuw (Alkmaar) wilde ook lie» ver accountantsonderzoek. Hy had, hoewel hy niet twijfelde aan een goede boekhouding, geen waarborg dat alles in orde was. Hy kon zich er echter wel by neerleggen, ala de com» missie vaker controleerde, omdat het behecr toch over verschillende personen loopt en de< ze dua elkaar weer controleeren. Op een vraag van dr. Maats hoe hoog de kosten van een onderzoek door een accoun* tant zouden zyn, antwoordde de voorzitter: minstens 1000.en de heer Schouten vulde dit aan met te zeggen, dat ook de onderafdee* lingen dan moeten worden gecontroleerd. De voorzitter merkte op, dat het bestuur geen bezwaar had, al is het overtuigd dat de boekhouding en administrate goed in orde zijn. Hy wees er echter op, dat de kosten van een accountantS'onderzoek door de leden van het fonds moeten worden betaald en daar< voor zeker contributieverhooging noodig zou zijn. De heer Langendijk (Barsingerhorn) geloof» de dat een accountantsonderzoek niet noodig is, controle door steekproeven op ongezette tijden zal wel voldoende zyn. De heer Fenijn (Alkmaar) stelde voor, de commissie te machtigen zich door een accoun> tant te doen bijstaan, zoodra zij zulks noodig acht. De heer Bouman bleef er bij dat de verant« woordeiykheid der commissie niet gedekt wordt door het nemen van steekproeven. Het is echter moeilijk om te zeggen dat accoun» tants'onderzoek noodig is. De heer Greeuw meende, dat het voorstel' Fenyn vrywel hetzelfde is als een voorstel tot het doen instellen van een accountants<onder« zoek. De commissie kan wel thuis blyven, als zy een accountant roept. Spr. wil althans dit jaar nog genoegen nemen met herhaalde steekproeven. De heer Fenyn verbaasde zich en begreep niet meer wat de commissie wil: eerst wensch' te zy een accountantS'onderzoek en nu het bestuur dat goed vindt, wil de commissie het niet meer. Dr. van Dam (Alkmaar) steunde hetvoorstel» Fenijn. Dr. Vogelzang (Oudkarspel) wilde een ac« countant, als er zich bij het nemen van steek» proeven een moeilijkheid voordoet en deze niet kan worden opgelost door het bestuur. Met groote meerderheid werd ten slotte bij zitten en opstaan het voorstel'Fenijn, aangc vuld met het amendement'Vogelzang, aange» nomen. Hierop kwam aan de orde de benoeming van de commissie tot nazien der rekening en verantwoording over 1922, waarvan 66n lid moest worden gekozen door de vertegenwoor« digers der leden. 66n door de apothekers en 66n door de geneeskundigen. Benoemd wer« den: door de geneeskundigen dr. van Hestercn te Warmenhuizen, door de vertegenwoordigers

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5