Alkmoarsche Gourant
Da Watergeuzen nemen den Briel.
HET TRAGISGH LOT
Vrfidag 31 Maart.
F e n i 11 e t o n.
Ho. 77. 1OT8.
Honderd Drla en Twintigste Jaargang.
(Nadruk verboden.)
1 April 1572.
„In naam van Oranje! dee open de poort!
De Watergeus ligt voor den Briel!"
Zoo zongen we in onze kinderjaren en in
deze dagen zullen de straten van de oude
veste den Briel wedcrom weerklinken van de
tonai van dit bekende nationale lied. Morgen
zal in die stad op luisterrijke wijze herdacht
worden, hoe 350 jaren geleden de inname van
den Briel door de Watergeuzen werd het be
gin van de Noord-Nederlandsche vrijheid en
onafhankelijkheid.
Die tijden waren donker voor ons volk.
Alva was van plan krachtige maatrege'en te
ncmen cm den lOcn penning met geweld in te
voeren en de door hem aangevuurde bis-
schoppelijke inquisitie onder leiding van den
berucnten inquisiieur Titelman ging voort
met tal van personen wegens ketterij te ver-
oord.elen en te verbranden. De ontevreden-
heid werd steed* grooter; de burger* kwa-
men openlijk in verzet tegen de gehate hef-
fing van 10 pet bij verkoop van aile handds-
waren en namen het natuurlijlee, maar wan-
hopige middel te baat: zij sloten eenvoudig
hun zaken Overal ontstonden werkloosheid
en armoede; de hoofdstad Brussel leek wel
een plaats, waar de pest hecrschite. Hder wa
ren zelfs de dagelijlcsche benoodigdheden als
brood vleesch en bier, niet meer te krijgen.
Alva was woedend hierovcr en besloot, om
ee© afsohrikwekkend voorbeeld te steLlen,
door achttien van de voornaamste winkeners
van Brussel in de deuren hunner winkels zoo
gauw mogelijk en zonder vorm van proce* op
te hangen De scherprechter kreeg daarom
bevel achttien stevige stroppen en ecn gelijk
aantal ladders van twaalf voet lang in ge-
reedheid te brengen. Door deze onverwachte
executie hoopte de landvoogd den volgenden
dag aan de burgers van Brussel duidelijk te
maken, dat er bij voortdurend verzet voor
ieders deur recht zou worden gedaan. Maar
vain, de uilvoering is niets gekomen, want
nog denzelfdcn avond kwam te Brussel het
bericht, dat den Briel was ingencmen door
de Watergeuzen Dit feit vond de Hertog ern-
stig genoeg om de voorgenomen strafoefe-
ning van Brussel's burgerij voorloopig uit te
stellen.
Wat was er gebeurd?
De Watergeuzen warcn een troep woeste
en wreede mannen, die van zeeroof moesten
leven Het waren lieden vrn allerlei slag en
stand ook vele edelen waren onder hen
die voor het schrikbcwind van Alva hadden
moeten wijken. Velen hadden uit gchecht-
heid aan de leer van Calvijnn een vriibuiters-
bestaan op zee gezocht Anderen hadden
vroeger gediend in het leger van Lodewijk
van Nassau, dat na den slag bij Temmtngen
in 1558 vprstrooid was of in het leger van
Pr;ns Willem dat in hctzelfde jaar over de
Maas was getrokken en wegens ge'dgebrek
ontbonden Nu vormden zij een kleine zee-
macht en hadden van den Prins van Oranje
lastbrieven. z.g. kaperbrieven, gekregen, om
alle schepen die voeren onder de vlag van
den koning van Snanle ter zee te bestoken,
terwijl Alva niet beschikte over een marine
tot afweer. Telkons deden ze echter ook lan-
d&ngen aan die Noord'-Nedcrlandsche kust en
kerken, abdijen, kasteelen en boercnplaatsen
hadden dikwijls van hen erg te lijden.
De Prins had uitvoerige instructies gege
ven betrefiende de orde en krijgstucht, die
men op de vloot in acht te nemen had Ook
moest op elk schip een predikant zijn om
„Gods Woord" te verkondigen. gebeden te
doen en de scldaten met de schippers .,in
Christelijke zedigheid" te houden, maar dat
hielp niet veel. want het bleef ecn ruw volkje,
bezield door de zucht naar wraak en roof
Toch bekleedde bij deze kapers, bchalve de
strijd voor eigen levensonderhoud, de kamp
voor hun geloof en tegen vreemde overheer-
sching een voomame plaats. Uit hun „hou-
ten pompen", zooals de Spanjaarden min
VAN NICOLAAS II EN ZIJN GEZIN.
(Dertien jaren aan het Russische hof) naar
hoi Fransch van Pierre Grlliard door Mar
guerite de Rouville. (Geautoriseerde verta-
ling.) Nadruk verboden.
32)
De bevel en wonden uitgevoerd. Hare ma-
jesteit verkeert in de hcvigste besluitefloosheid.
Zij heeft Riadziamk© verwittigd van dfen
erns.igen toestand1 van den tsarevifch en de
grootvorsitimnen. Zijn antwoord luidrt: ?.Als
er brand1 in een huis is, begint men de zielen
emit te verwijideren."
Om vier uur komt dokter Derevenko uit
het hospitaal terug en bericht ons, dlat het
gansdhe spoorwegnot om PetTograd in ban-
den der revoiutionairen is, dht wij dus niet
kunneni vertreikiken era het zeer onwaarschijn-
lijk is, dat de keizer zal kunnen komen.
's Aivonds tegen ncgen uur komit barones
van Buxhoeveden mijn kamer binnen. Zij
heeft' zooeven vernoimen, dlat het gannizoen
van TsarsJcoie-Selo aan het muiten is ge
stagen en dat er gescbofen wordt op straat.
Men moet de keizerein waansahuwen die bij de
grootvorstimmieni is. Zij komt juist op dat
oogenblik de kamer uit op het portaal en de
barones haar op de hoogibe van den toe-
stand. Wiji .giaan naar de vensters en zien,
hoe genera ai Reissime, aan het hoofd van
twee compagmien gemengde troepen, zich
voor het pateis posteent. Ik bemerk eveneens
matrozen uit de bemianning van de garde
en kozakken uit de bemanmiing van de garde
en kozakken van de lijfwachit. De pesten aan
de hekken van het park zijn verdubbeld. de
mannen in vier geleden staan gereed te
schieten. Op dit oogenblik vernemen wii te-
lefonisch, dat de opstandelingen voortrukken
in onze rich ting en d'at zij een sohildwacht
hebben vennoond op gecm 500 meter vam het
patoML Dm gmmnetiiMa bmm stomto mm
adi tend het Calvinistiich gwehut, uit Room-
scut KeriuiokKai gegoten, noemden, ,^ou
eeriang het saluutscuot der Noord-Neoei-
lanasuie onaluankelijkhdd klinken".
De eerste door den Prins aangesielde ad-
miraal der Watergeuzen was geweest de
z.uia-Nederlandscne edeiman Doihain, een
dronkaard en woestehng, opgevolgd door
den Heer van Lumbres, die ai* onderbevei-
heobers had Lancelot van Brederode en WU-
ien van Lumey, Qraaf van der Marck, een
woest, bloeddorstig, losbandig edeiman, die
naar oud Bataafsch gebruik, hoofdhaar en
oaard ongeschoren liet, totdat de docd van
zijn bloedverwant, den graaf van Egmnndi, ge-
wroken zou zijn.
Deze heercn hadden bij hun aanstelling de
opdracht gekregen er voor te zorgen, dat een
deel van de opbrcngst der koopvaart gestort
werdl in de oorlogsikas vain den Prims, die alle
mogelijke moeite deed een leger op de been te
brengen, om daarmede in *t voorjaar van
1572 een inval in de Nederlanden te doen
Hclaas gingen de vcordeelen, die zij behaal-
den, grootendeels in de zakken der piraten
zelven over, al vloeide dan na de benoeming
van Lumbres wel iets meer, maar toch zeer
weinig in 'sPrinsen kas. De Watergeuzen
vonden gewoonlijk in Engeland, de Fransche
haven La Rochelle en de Oost-Friesche ha
vens schuilplaatsen en gelegenheid tot ver-
Koop van het geroofde goed.
In Maart 1572 lag Lumey, die nu tot admi-
raal verheven was, met zijn vloot van 24 of
25 schepen op de zuidkust van Engeland,
waar zij zich in vcrband met de groote plan-
nen van den Prins en Graaf Lodewijk van
Nassau hadden verzameld. De onderhande-
lingcn tusschen Alva en de Engelsche Ko-
ningin. Elisabeth, die geen oorlog met Span-
je wilde leidden er toe, dat aan Lumey het
bevel werd gegeven de Engelsche kust onmid-
dellijk te verlaten Bovendien werd door
Elisabeth aan al haar enderdanen verboden,
de Watergeuzen v66r hun vertrek van vleesch,
brood cf bier te voorzien. Door de stipte na-
kom'ing vain dit verbod was ecn vender verblijf
aldaar hun onmogelijk Zoo staken zij in de
laatsbe dagen van Maart van Dover in zee.
-mder bevel vrn Lumey, den vice-admiraal,
den Groninger edeiman Barthold Entens van
M.en-fV,pds. ben even? Tonker W'lVm vrn B^ovs
van Treslong, Jonker Jacob Cabeilau, Nico-
Rnirhaver Rrobol. 0"m Hedding. Mari-
nus Brand en andere min of meer bcruchte ka-
oiteins Daar zij bijna uitgehongerd waren
vcrlangden deze avonturiers natuurlijk zich
vn 'evensm'ddelen te voorzien. Zij beslo-
(en een aanval te dopn op het Vlie of een of
andere havenstad in Nocrd-Holland b.v. Enk-
h'tizen, maar tegenwind bracht hen den len
or:l voor den mond van de Maas.
Op den middag verschenen zij plotseling
tusschen den Briel en Maassluis tot groote
verbazing der in wooers van beide plaatsen
Het aantal vaartuigen scheen te groot voor
een verzameling koopvaarders en ook hadden
ze niets van Spaansche schepen De Brielsche
veerman Kopp^stcck bracht juist een paar
kooplicdcn van Maassluis naar den Brie!
over en sprak a's zijn vcrmoeden uit, dat het
de Watergeuzen waren. Na de kooplieden
aan wal gezet te hebben, rccit hij naar de
vloot, om te weten te komen met welke be-
doeling deze daar gekomen was. Het eerste
schip dat hij bercikte, stond onder bevel van
Blois van Treslong, die in den Briel goed be-
kend was want ziin vader was daar Baljuw
geweest Deze herkende Koppelstock dadelijk
en bracht hem aan boord bij Lumey, aan wien
hij de verzekering gaf, dat dit juist de man
was om hun plan te bevorderen, want het
was beslist noodzakelijk een lanling te be-
procven daar men aan al'e levensbehoeften
gebrek had. Treslong haa'de daarom Lu
mey over, door middel van Koppelstock, een
boodschap naar den Briel te zenden en de
stad op te eischen Hij gaf den veerman zijn
zewlripp' mep bij wi-'ze van celoofsbrief
Onrmddellijk roeide de veerman naar de
stad terug en snordde zich naar het stadhuis,
waar dn vroedschap reeds biieengekomen
was Hii bracht hun den eisch van Lumey
en Treslong over en hun verzoek om twee
gemachtigden te zenden, om met de Water-
n'pU7rn te onderhande'en Verder verzekerde
b"' buri cfaf de sb-d niets Vwaads van hen te
dirchten had want het e^nige d«el der Water-
"enzeri ""s het land van den 10en penning
te verlossen en tegen de dwingelandij van
A'va en de Snaniaard'n te beschermen.
Tn^n hem hierop werd gevraagd, hoe sterk
nadterbij, een botsing schijnt anvermijdeldjk.
De 'keizerein, radeloos van angst bij de
gedlachte, dat er bloed vergoten zal worden
onder haar oogen, gaat, vcrgezeld van Ma
nia Nicolaievtna, naar buiten en treedt op
de soldaien toe, om hen tot kalmite aan te
sporen. Zij smeekt, dat er met de opstande
lingen zal wordicji onderhandeld. Htet oogen
blik is hoogst ernsitig. De angst vervult al-
ler hart. E&i onvoorzicbiigheid en het wordt
een strijd van man tegen man, gevolgd door
een Woed'had1. Intussdien treden aan beide
zijdien eenige o'ficieren op alls bemiddelaars en
men begint te onderhandelen. De woord'en
hunner voormalige aanvoerders en de vaat-
beraden houding van hen, die trouw zijn
gebileven, maken indruk op de opstandelin
gen. Langzamerhand bedaart de opgewon-
dienheid' en men cindigl met een neutraal
terrein tusschen beide kampen vast te stel
len.
Zoo gaat de nacht voor bij en 's morgens
wordit er door uiitdirukkelijlke bevelen van het
Voonloopi'g Bewind een eind gemaakt aan
dezen angstwdlckendeni toestand.
In den namiiddag teal1 Hiare Majesteit
grootvorst Paul vcrzoeken bij haar te komen
en vraagt hem of hij weet, waar de keizer
zich bevimdt.
De grooivonst weet het niet. Op de vragen
der keizerin omtrent den toestand antwoordt
hij dat volgens hern alleen>'t oogenblikkelijk
verleenen van een grondwet het gevaar nog
bezweren lean. De lceazeren lag zich bij dit
oordieel neer, maar zij is onmachtig iets te
doen; sedert den vorigen^ avond kan zif zich
niet meer in verbUwJing stellen met den kei
zer.
De d!ag van den 15en giaat voorbij onder
angstig afwachten der gebeurtenissen. 's
Nlachts om half vier, wordt deleter Botkine
aan de tel efoon geroepen door een der led en
van het Voorloopig Bewind, die hem inilich-
tiogen vraagt omrent ddn toestand van Ale
xis Mtoolaievitdh (De Hiding van zijn over-
overflijdea hlad; rich, zooala wij laker haar-
de bem'annfng van de vloot was, antwoord tie
hij, dat hlen net aantali wel op 6000 schatte.
Dit was natuurlijk zeer overdreven. want er
waren er midt meer dan 250, doch net maak-
,;e zoo'n indruik op de miagisiraten dat deze
beslo'en geen tegenstand te bieden, maar met
de Geuzeni te gaan onderhandelen.
iNbg heel wat moeite kostte het twee afge-
vaar<figdon te vinden, maar eindelijk waren
er toch twee bereid1 naar de vloot toe te gaan.
Lumey oil Treslong gaven hun de verzeke
ring, d'at de burgerij geen overlast zou wor-
dien aangedaan en. de stad' niet zou worden
gepltundeid1, mits deze zich oogenblikkelijk
aan Alva's heerschappij, onttrck. Aan de
stadbnegeering werd twee uur tijd gegeven,
om te besliBsen, of zij al of niet de stad wil
de overgeven en het gezag erkennen van Van
der Marck, als Admiraal van den Prins van
Oranje. De vroede vaderen gebruilkten die
twee uur om te vluchten, hierin gevolgd door
het grootate deel van de burgerij. Toen de
Watergeuzen na afloop van aen bepaalden
tijdi voor de wallen van de stad verschenen,
zagen zij stechts enkele merschen uit de la
tere vo'.ksklasse, maar er kwam geen be
richt van de regeering.
De heele strijomiachii' der Oeuzen werd nu
to twee afdeelingen gesplitst waarvan de
eene onder Tresilong de Zuidpoort aanviel
en de andere onder bevel van den Admiraal
op de Nbondipoort aanruikte. Na een korten
strijd gelukte het Treslong in de stad te ko
men, juist op he! oogenbliik, dat de Rent-
meester der stad van plan was er van door
to gaan, diic n.u naiuurfijk gcvancen geno-
men werd. Lumey liet zijn volk takken. stroo
en pek bijeenhrengen en diaarmee de Noord-
poort in brand steken, waarna deze, half
verbrand, met een cuden mast opengeram-
meldi werd'. Tegen zonsondergang waren die
Geuizen in. het midden van de stad en hier-
mee was hun eerste groote wapenfeit vol-
bracht.
De schrik, veroorzaakt d'eor de p'btselinge
verschijniing van, de Geuzenvloot, was z66
groot geweest, dat er misschicn geen 500
burgers in de stad waren achtcrgebleven.
Alle anderen. waren gevlucht zooveel moge
lijk van hun bezitingen mcenemende. Aan
niemand, der burgerij werd echter eenige
overliaat aanged'a.an, maar de overwinmaare
kondien niet nalaten de kerken en kloosters te
plunderer en een aantal menniken en prles-
ters, die geen tons gezien. hadden zich uit
de voeten1 te maken, in de gcvangenit te
werpen en, een paar d,agen later op de af-
schuwelijke wijze ter dood to brengen. Hier-
n:a: wilden, de Geuzen met den buit op hun
schepen weer wegvaren, toon Lumey op aan-
dranig van Treslong besloot, de bemachtig-
de stellinig te hehouden en met de zijn en, in
den Briel te blajven, om die stad voor dean
Prins, zijn lastgever, te bewaren.
We hebben, reeds 'gezien welken indruk de
ze gebeurtenis op Alva maakte. Onimiddel-
lijk gaf hij last aan Bossu. den stalhouder
van; Holland1, de door de Geuzen bezette
stad te heroveren Dit lukte echter niet want
de Spaansche troepen, werden door Lumey
algesia,gen en tocn de sluizen waren open ge
zet en het zeewater het eiland Voorne bin-
nendrong, moisten Bossu en de zijnen ma
ken, dat ziij. weg kwamen, wilden ze niet ver-
drinken.
De meeste gevluchte burgers 'keerden mu
naar de stiad terug en dedien den eed van hul-
de aan den Prins van Oranje als srtadhcu-
der van den Konirg. Deze en ook Lodewijk
van Nassau waren aaiwankelijik weinig in-
genomen met de verrass'ng van den Briel,
omdat zij die ontijdig vonden maar legden
er zich bij. neer en maalo'en zich inrtusschon
gereed' om ook van hum zijde te beginnen.
Deze da ad der Watergeuzen werd van
groote zedelijke beteelkenis, want zij gaf moed
en vertrouwm in eeni betere toekomst. De eene
stad1 na de andere in Noord-Nederiand
stond op, verjoeg de Spaans he regeerimgen
en bracnt bestuurders aan't bewind, die op
de hand der Geuzen waren.
Hlet eerst had Vl'issingen het voorbeeld
van den Briel gevolgd en de Watergeuzen
hielden nu Maas- en ScheMemond bezet.
Ziehrer de feiton. de omsta-digheden.
waaronder deze hebben plaats gehad en de
gevolgen dus de beteekenis. die ze hadden.
Wiaarom zullen we nu nog na drie esn een
halve eeuw dit alles herdenken?
Met antwoord op deze vraag is reeds aan
De faltering van de keizerein dluurt nog
d'en geheelen volgenden dag voort. Dit is nu
d'e derdle dag, dat zij zonder tijddng van den
keizer is en haar angst wordt nog verergerd
door haar gedwongen werkloosheid. (1)
Aan het einde van den namiddag berefkt
de tijding het paleis dat de keizer afstand
heeft1 geaaan van den (roon. De keizerin in
de meening, diat het een leU'genachHg bericht
is, heoht er geen geloof aan. Een oogenblik
later echter 'komt grootvorst Paul het beves-
tigen. 'Nog weigert de keizerin het (e geloo-
veni en1 pas als hij het haar in bijrondenneden
meedeeld, geeft de keizerin zich gewonnen.
De keizer hee't den avond te voren in Psikof
de regeering neergelegd' ten gunste van zijn
broed'er, grootvorst Michael.
De wanhoop der keizerein gaat alle gren-
zen ,ie bui'fen. Maar haar grootheid van ziel
begeeft haar geen oogen,bKk. 's Avonds zie
ik haar terug bij Alexis Nicolaievitch. Haar
gelaat is als vervallen, maar met bijna bo-
vernmenschel ijke kracht heeft zij doorgezet om
even als altijd, bij de kdnderen te komen, op-
dat de jeugdtge zielen. die niets weten van
wat er siinds het' vertrek van den keizer is
voorgevalten, niet onigerust zouden worden.
Laat in, den nacht hooren wij, dat groot
vorst Michael zich teruggetrokken heeft. en
dat de constitueerenide vercaderlng over het
lot van Rusland moet beslissen.
iDen volgenden morgen vimd ik de keize
rin bij Alexis Nicolaievitch. Zij is ka'in maar
zeer Week. In dit enkele dagen is zij adirrk-
barend vermagerd en veroudertl,
(1) De manleling die de keizerin in deze
onderging toen zij, in doodclijke omgerust-
heid over den keizer, van? wien zij niets
hoonde, in wanhoop neerzat aan het ziekbed
van h,?ar kind, gaat alle beschrijving te bo-
ven. Zij1 'had de. ukerste grens van metnsche-
Hjk weeretamdsvermogen bereikt. dit was de
laatste beproeving, waarult rich die wonde-
re. l'ichtende serenite.it zou ontwildkelen. wel
ke haar zelf en hen. die zij Wefhad zou achra-
fas 1st mm tog **m km 4m4.
dm «ZBivai®> gegeven: de fa name van den
Briel door de Watergeuzen werd het begin
van de Moord-Ntderl a ndsche vrijheid en on-
aflianike'ij'kheid'. Daarvoor moeten wij als na-
za-ien1 van dat ruwe, miaar kloeke vo.kje, hun
dankbaar blijven en nauomale herinnerirgs-
d'agen kunnen hiertce veel bijdragen. Wat
al bijma vergeten was, komt ons dan weer
voor den geest en hetgeen we niet meer de
moeite waard vonden om aan te denken,
daarvan wordt de belangrijklheid ons w«r
duidelijfxcr. Ma janenlange worstding te
gen, den Spaanschen dwingelanid waren
vrijheid en ona hankelijkheid de ideeele
prijizen der overwinmang. Deze hebben. ons
volk groot gemaakt, d'aarvan is de voor ons
op eSc gebieid zoo roemrijke 17e eeuw het
s'e bewdjt.
De tijdiein, dat wij, Nederlanders. in veel
den toon aangaven in Europa, zijn reeds
lang vervlogen en sedert hebben andere vol-
ken ons overvleugeld. Maar wij zijn er nog
als een vrije en ©nafhamkelijke natie en er
is genoeg, waarin wij alt klein vclk groot
kunneni zijn en zelfs vooraan staan. Met meer
energie dan tegeniwoordig de groote massa
toont, zullen we ons echter hebben in te
spannen, ieder op zijn terrein.
Niet zoo groot mogeliik locn voor zoowri-
nlg en, slecht mogeliiken arbe'd, zij de leuze,
maar voor zoo groot mocelijke insparning
en zoo goed mogelijk werk ecn rechtmatizt
belooning.
We heben van die oude Watergeuzen niet
over te nemen hun ruwheid rn wreedheid.
miaar in betoon van energie kunnen. we van
hem ongeitwijfeld' nog veel leeren.
Mtige dat de vrucht zijn v?n de herden-
kitn'g van die simpe'e, maar kloeke Geuzen-
d?--d die zuUke belamgriike gevo'gen had!
Zivtphen,J. T. WIELINOA.
StadsnienwH.
'In den namiddag ontvaogt de keizerin een
telegram van den keizer, waarin hij haar
frachit gerust te stellen en haar meedeelt, dat
hij te Mohtlef de keizerin-weduwe verwacht.
Drie diagen gaan' voorbdj Den 2lent om
half elf morgen® teat de keizerin mij roe-
pen en zegt dait generaal Korailof haar uit
naam van het Voorloopig Bewind is 'komen
meedeelen. dat de keizer cn zij .gearresteerd'
rijini, en, dat' alien, die zich niet willen onder-
werpen aan de regelen der gevangensdhap,
hei paieia voor vier uur moeten hebben verla-
ton. Ik antwoord dat ik be*ioten ben te blij
ven.
De keizer komt mongen terug. Alexis moet
gewaarschuwd worden; hij moet alles we
ten.... Wilt u het doen? Ik zal met de meis-
jes spreken.
'Men ziet het haar aan, hoezeer de gedach-
te haar kwelt, de treurige tijddng aan de
zieke prinsessen to moeten. brengen, dat hun
vader de kroom heeft neergelegd en hoezeer
zij bevreesd is dat deze aandoening haar doe-
stand verergeren zal.
Ilk ga naar Alexis Nicolaievitch terug en
vertel hem, dat de keizer den volgenden dag
udt Mkhilef thuis komt en daarheen niet we-
der zal' terugkeeren.
Waarom niet?
Omdiat uw vader niet langer opperbe-
velhebber wil zijn.
Deze iijiding tre't hem zeer, want hij ging
graag naar het hoofdkwartler.
Nla verloop van eenigen tijd voeg ik er aan
toe:
Weet ge Alexis Nicolaievitch, uw va
der wil ook niet langer keizer zijn.
HSj ziet mij verwandlerd1 aan en tracht op
mijn gezicht te lezen, wat er toch gebeurd
is.
Wat? Waarom?
Omdat hij heel moe Is en omdiat hii
groote moeilijkheden in den laatsten tijd
neeft gehad.
O fa Mlama heeft nrij verteld diat men
zijn1 trein; had iecengehoucen toen hij naar
kur ww 0a«s. kiasr paf» al 4Mh Ism® md
weer keizer zijm?
Ik leg hem dan uit, dat de keizer afstand1
heeft gedaan ten gunste van grootvorst Mi
chael', die op zijn beunt zich heeft terugge-
troWren.
Maar wie za.il dan nu keizer zijn?
He weet ihet' niet, niemand vooor het
oogenblik
Geen woord over zichzelf, geen toespeling
op zijn rechton als crfprin*. Hdj heeft een
hooge kleur van aandoening gekregen en ia
zeer cntooerd.
Na verloop van eenige minuten van stil-
zwijige- zegt hij:
Maar als er dan geen keizer meer is,
wie zal d'?n over Rlusland regeeren?
Ik leg hem den uit dat er zich een Voor-
l'oopiig Bewinid; heeft gevormd, dat de zaken
dies lands zal behartigen tot aan de bijeen-
komst van. de constitueerende Vengadering,
en dat daarna zijn oom Michael miss"hien
den. troon bestijgen zal. Wederom ben ik ge
troffen. door de bescheidenheid van dit kind1.
Om vier uur wordt de poort van het pa
leis geslo'en.. Wij zijn gevangererd Pei' regi
ment der vereenigde troepen is vervangen
door een regiment uit 'het gannizoen van
1 Tsarskoie-S^lo, en de so1 da ten. die de wacht
betrekken, staan daar niet langer om ons te
verdeiigen, maar om o.ns te bewaken.
Den 22sten, om elf uur. kom.t de keizer
eindelijk terug. vergezield van prins Dalgo-
roufv. den hoftnaarschalk. ij gaat onmid-
ddlljk naar boven, naar de Idnderen waar
de keizerein hem wacht.
Na het dejeuner kemt hij de kamer van
Aliexis Nicolaievitch binnen.. waar ik mij qp
d'at oogenblik bevind en spreekt mij op zijn
gewone vriendeliilke, eenvoudige man-'er toe.
Maar men hoeft slechts te zien naar zijn ver
magerd en bleek ?ezicht. em te beseffen, hoe
zeer ook hij. geleden heeft Aijdens zijn afwe-
zigheidi.
(Waedt varvolgd.)
|m Jm wtsMl UMBMMljy
ZIEKENFONDS.
Glsteravond had in het hotel Proot een »1«
gemeene vergedering pleats vsn het Alg. Af«
deelingsziekenfonds der afd. Alkmtsr en om«
streken van de Ned. Maatschapptj tot bevor«
dering der geneeskunst Aanwezig waren een
40„tal vertegenwoordigers der leden, genees«
heeren en apothekera. Voorzitter was dr. R. G.
C. Schroder.
Ns voorlezing en goedkeuring der notulen
deelde de voorzitter mee, dat ns de vestiging
van dr. Maats te Alkmaar is ingetroldken de
bepaling, dat by 64n geneesheer niet meer dan
2250 leden mogen zyn ingeschreven en dat
maatregelen zijn getroffen om dit aantal ge«
leidelijk op 2000 te brengen.
Aan het door den secretaris»penningmees<
ter, den heer B. H. J. Schouten, uitgebrachte
verslag over 1921 ontleenen wij, dat het eind»
cijfer 'n te'kort aanwijst van byna 3500. Over
1920 was er een voordeelig saldo van ongeveer
4900, zoodat in 1921 de uitgaven met circa
8400 de inkomsten overtroffen. De nadruk
werd gelegd op het feit, dat het fonds op elk
kind toelegt en dat de schadepost slechts kan
worden goedgemaakt door hoogere contribute
voor de volwassenen. Het fonds telde op 31
Dec. j.l. 18490 volwassen lederi en 11315 kinde«
ren, waarvan 9208 betalenden. Over 1920 wa«
ren deze getallen: 16976, 10370 en 8431, zoodst
de vooruitgang was 1514 volwassenen en 945
kinderen.
De inkomsten bedroegen 33316.13X (me»
degerekend het saldo ad 4909.45J4 over 1920J,
de uitgaven 36812.30, zoodat het tekort
3496.1634 bedraagt. Een hartelijk woord;'e
werd In het verslag gewyd aan den apotheker
Molenaar, die in den loop des jaars het fonds
sis bestuurslid ontviel; hy hsd vsn de oprich*
ting af deel uitgemaakt van het bestuur en
steeds zijn beste krachten gesteld ten dienste
van alle belangstellenden by het fonds. Als
zyn opvolger was door de groep apothekers
aangewezen de heer Oosthoek. Als deelnemer»
huisarts bedankte in 1921 dr. J. Dirken, als
specialist dr. de Ranitz en als apotheekhoudend
geneeskundigen de heeren Noy v. d. Kolff, dr.
Oudendal en dr. Roos v. d. Berg, terwijl als
nieuwe deelnemers toetraden dr. Vos (specia»
list), Oterdoom, Jebbink en Van Oppen (apo«
theek>houdend geneeskundigen), Maats (huis»
arts) en van Hilten (specialist), zoodat het A.
A. Z. Ak. op 31 Dec. 1921 telde 30 apo<
theek*houdend geneeskundigen, 7 huisartsen, 7
specialisten en 5 apothekers. De pogingen om
te voorzien in de tandheelkundige hulp hadden
in zooverre resultaat, dat twee tandartsen be«
reid waren gevonden extracties voor de ver,
zekerden te doen.
Lsnpsmerhsnd esl coo test het verslsg
ook dit ouderdeel der medische behsndc
ling wel tot zijn recht komen. Aan een verzoek
van het gemeentcbcstuur vsn Alkmaar om de
stadsarmen in het fonds op te nemen, werd
geen gevolg gegeven, omdat het bestuur meen«
de dat er wel andere wegen zijn die naar het'
zelfde doel voeren, n.L naar de vrye artsen*
keflze.
Het jaarverslag, dat met applaui beloond
werd, ontlokte geen discussiea en werd vaat»
gesteld na een woord van dank ervoor van den
voorzitter.
Punt 4: Verslag van de corftmisaie, benoemd
tot nazien der rekening en verantwoording
over 1922. Deze commissie, beataande uit de
heeren dr. Heeringa, Oosthoek en Greeuw,
had steekproeven genomen, die haar aanlei'
ding gaven een schriftclyk voorstel in te die*
nen om den penningmeester te dcohargeeren.
Aizoo werd bealotcn.
De voorzitter deelde mede, dat het beatuur
de wenacheiykheid had overwogen om een ac«
countants«onderzoek naar de boeken te doen
instellen. Wegens de kosten had het dit ech'
ter niet aangedurfd. Aan de nieuw te benoe'
men commissie verzocht de voorzitter daar>
om de boeken vaker te komen nazien, opdat
zy een nauwkeuriger inzicht ervan krijgt.
Een langdurige discussie ontapon zich over
deze kwestie.
De heer Bouman (Z.»Scharwoude) vroeg of
de commissie niet overtuigd la van de nood'
zakeiykheid van accountantS'onderzoek. Zy
kan toch geen voile verantwoordeiykheid aan»
vaarden, omdat steekproeven onvoldoendc
zyn. Ook ala zy vaker controleert, zal zy niet
anders dan zulke proeven kunnen nemen.
De heer Greeuw (Alkmaar) wilde ook lie»
ver accountantsonderzoek. Hy had, hoewel hy
niet twijfelde aan een goede boekhouding,
geen waarborg dat alles in orde was. Hy kon
zich er echter wel by neerleggen, ala de com»
missie vaker controleerde, omdat het behecr
toch over verschillende personen loopt en de<
ze dua elkaar weer controleeren.
Op een vraag van dr. Maats hoe hoog de
kosten van een onderzoek door een accoun*
tant zouden zyn, antwoordde de voorzitter:
minstens 1000.en de heer Schouten vulde
dit aan met te zeggen, dat ook de onderafdee*
lingen dan moeten worden gecontroleerd.
De voorzitter merkte op, dat het bestuur
geen bezwaar had, al is het overtuigd dat de
boekhouding en administrate goed in orde
zijn. Hy wees er echter op, dat de kosten van
een accountantS'onderzoek door de leden van
het fonds moeten worden betaald en daar<
voor zeker contributieverhooging noodig zou
zijn.
De heer Langendijk (Barsingerhorn) geloof»
de dat een accountantsonderzoek niet noodig
is, controle door steekproeven op ongezette
tijden zal wel voldoende zyn.
De heer Fenijn (Alkmaar) stelde voor, de
commissie te machtigen zich door een accoun>
tant te doen bijstaan, zoodra zij zulks noodig
acht.
De heer Bouman bleef er bij dat de verant«
woordeiykheid der commissie niet gedekt
wordt door het nemen van steekproeven. Het
is echter moeilijk om te zeggen dat accoun»
tants'onderzoek noodig is.
De heer Greeuw meende, dat het voorstel'
Fenyn vrywel hetzelfde is als een voorstel tot
het doen instellen van een accountants<onder«
zoek. De commissie kan wel thuis blyven, als
zy een accountant roept. Spr. wil althans dit
jaar nog genoegen nemen met herhaalde
steekproeven.
De heer Fenyn verbaasde zich en begreep
niet meer wat de commissie wil: eerst wensch'
te zy een accountantS'onderzoek en nu het
bestuur dat goed vindt, wil de commissie het
niet meer.
Dr. van Dam (Alkmaar) steunde hetvoorstel»
Fenijn.
Dr. Vogelzang (Oudkarspel) wilde een ac«
countant, als er zich bij het nemen van steek»
proeven een moeilijkheid voordoet en deze
niet kan worden opgelost door het bestuur.
Met groote meerderheid werd ten slotte bij
zitten en opstaan het voorstel'Fenijn, aangc
vuld met het amendement'Vogelzang, aange»
nomen.
Hierop kwam aan de orde de benoeming
van de commissie tot nazien der rekening en
verantwoording over 1922, waarvan 66n lid
moest worden gekozen door de vertegenwoor«
digers der leden. 66n door de apothekers en
66n door de geneeskundigen. Benoemd wer«
den: door de geneeskundigen dr. van Hestercn
te Warmenhuizen, door de vertegenwoordigers