DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. e Vrpuiterij. f No. 78 Homierd Tier en twintigste Jaargang 1922. ZATERDAG 1 APRIL i lionncnMMiTKprijR Mj Fooniilhefaillns! p<>r nmnn.l.'n f e.--. fr. |icr |mki r itewipn. .S vi. ,\*w ♦<rirnin'|»r. 2b »i. p. w\rw letters imnr plnuisrniinir llrieven r,ain*o N.V. Iloel»- m HainlrlMlr. v.li. ilenn^. otder A /...on, V«»oi'itinii t T.-l. Vdniinislr. No. i K.tUeiie N>». t.'i. (Naaruk verboden.) In een hospitaai in't Zuiaen van Eneciand lecrde dokter Felix Holt, die door het Amen- kaansche Dcpartement van Oorlog buitens- lands was gczondeo, de pleegzuster Beatrice Eiler kennen. De kloeke jongcman met z'u {link, kracluig uiterlijk maakte een sympathies ken indruk; alles aan hem verried kracht; vlug was hij met de daad en met 't woord, precies zeggend dat wat hij wenschte, zich- zelf noch and'eren sparend. Drie weken na zijn komst ontmoette hij Beatrice ELer in een der gang-en van het hosr pitaal. Zij was een mooi meisje, ongcveer vijf-en-twintig jaar oud, met 'n innemenden glimlach om den fijnen, doch energiekcn mond. Zij was een pleegzuster van beieeke- nis om haar evenwichtigiieid, haar kaLme ze- nuwen, haar nooit bevende handen bij de gruwelijkste operation. Zij bezat een groote macht over haar paticnten en velen waren de haar gebrachte huwelijksaanzoeken; ook vele, die stierven met 'n glimlach om de witte lip- pen, omdat haar mooie gezichtje zich in de laatste ure over hen boog. Toen Holt aan haar yoorbij liep, bled hij een oogenblik staan, haar met zijn staal- blauwe oogen doorborend Zij beantwoorddt zijn blik met haar glimlach, die geen man kon weerstaan en wat hem bruusk deed uitval- len: „Goeie hemel, is u getrouwd?" „Neen, dokter." „Je behooi'de dit te zijn", verk'aarde hij, terwijl hij onverwachts weer doorliep. Hij be zat een absolute controle over zijn geest als over zijn lichaam. Vele dagen dacht hij niet meer aan haar, omdat hij dag en nacht in zijn laboratorium werkzaam was Maar toch hield hij haar verschijning vast zooals een knap ge- neraal eenige troepcn in reserve houdt. Hij wist, dat bij gelegener tijd hij haar naar zijn gedachten terug zou voeren tot nadere studie "t Was bij een operatie, dat hij haar weder ontmoette. Hij sprak geen woord met haar tijdens ziijn werk. uitgezonderd dan dat hij haar de noodzakelijke bevclen gaf, maar na afloop had hij in details haar uiterlijk, haar manieren kunnen beschrijven. Eenige dagen hiema ontmoette hij haar voor de derde maal en dit keer was het met opzet. Hij rookte een sigaret op het grasveld, toen zij voorbij hem stapte met een pak lin- nengoed op den arm. „Er is hier", begun hij met de hem eigene, plotselinge onverwachtheid, ,,ecn stroompjt op 'n mijl afstands van't dorp, waar forellen zijn. Morgen gaat u met mij daar visschen." „Dat zou aardig zijn", antwoordde ze limlachend terug, „maar ik zal geen heelen ag eruit kunnen." „!k heb alles al voor elkaar; morgen om half acht staat er 'n karretje klaar en onder den bok staat ons mandje proviand." „Maar. ik loop natte voeten op en er zul len zeker slangen zijn", wierp ze vaag tegen „Misschien 'n paar slangetjes, maar daar is u even bang voor als ik voor vlinders En wat uw natte voeten betreft, u weet best dat u dat wat aardig vindt. Dus... wilt u klaar zijn?" „Ja", antwoordde Beatrice, zooals hij wel gedacht had. Den volgenden morgen precies op tijd re- den. ze uit. Zij had haar pleegzusfcrs cos tuum tegen 'n licht sportpakje vcrwisseld. ,,A1 ben je misschien niet de allermooiste vrouw in Engeland, je bent er toch na aan toe", fluisterde Felix haar in, terwijl hij de teugels greep. Ze vonden het stroompje en Felix zette zich vol ijver aan de vischvangst, terwijl Be atrice bloemen zocht, en zelfs kalm 'n slang bij zijn staart greep, de eenige die ze vonden. Zij lachte en sprong als 'n uitgelaten kind; de kleur steeg warm in haar wangen en Felix, onder den schijn vrn emstige sport-toewij- ding, verloor haar niet uit het oog. Tegen twaalf uur werden er tcebereidselen voor den lunch gemaakt; en servet werd er onder de boomen uitgespreid en de mand vol goedcn inhoud geopend. Toen alles verorberd was onder veel ge- lach en gebabbel, een pijpje en een sigaret ge- rookt, koos Felix zich 'n rustplaats tegen 'n boom en sloeg het meisje gade, dat zich ock had uitgestrekt. Maar hij hield't niet uit op dien afstand, en liep zachtjes in de richting van haar plaats Zij opende de oogen en glimlachte naar hem, toen. hij naast haar ging zitten; toen strekte zij haar hand naar hem uit. „Hebben we diet volop pret?" vroeg zij te- vreden. In plaats van te antwoorden trok hij haar bij de hand naar zich toe, zocdat zij tegen ziin schouder te rusten kwam Hij legde zacht zijn arm om haar m-iddel en zei kalm: Ik ga je cmhe'zen, n'et allren kus ik ie op ie wangen. maar ook zoen ik je mond Ik doc let ook al weer je me a!. Je weet dat ik sterker ben dan jij; toch zou ik zoo gaarne te- voren weten of je van plan bent tegen te spar telen .,Neen", zei ze met haar bekoorlijken lach, „neen, ik geloof eigenlijk, dat ik begeer door jou rekust te worden." 'Hij omvatte haar met zijn armeni en fluis terde „jij, heerlijkheid!" Het was zonsondergang toen ze huiswaarts reden; lachend lokte zij hem tot kussen. mt: Ik doe't nu en wat gTaag", zei hij, maar hoewel mijn houdlng gttm ewwprMk of deugd kan maken, inaak ik er ook niet de minste aanspraak op. Weet wel, Beatrice, dat ik je niet ecnt liefheb en dat er niet de flauw- ste kans voor is." ,,Ik weet dat", antwoordde ze. Hij zag haar met 'n vasten blik aan, eenigs- zins verwonderd. „In dat geval vervallen dan ook nu ook maar de letwat gecompliceerde uitleggingen van mijn gedrag, die ik van plan was voor te dragen. Hier, neem jij nu cens even de teu gels Zij deed dit en leunde tegen hem aan. Toen zij het hospitaai bereikten, zei Felix: ,,Het is wel wat 'n vrecmde dag geweest, Beatrice. Ik vraag mc af, of je voldoende re- aliseert het eigenaardige cachet ervan. Wat we deden is abioluut onverdedigbaar ui'ge- zonderd ten opjichte van ons eigen begrip over onze zwakheid en over onze kracht. Het hangt heelemaal van iou af of we nog ems weer uit zullen gaan." Natuurlijk gaan we nog eens samen", antwoordde zij. Doch van deze planncn gebeurde niets. Er lagen twee brieven op Holt te wachtm bij zijn thuiskomst. E6n riep hem naar Amerika Ituf: de andere brief was het gewone weke- lijksche praatje Van zijn vrouw. IL Holt was over't algemeen een spraakzaam man, hoewel hij ook buien kon hebben van geslot.nheid. Op zijn reis van Engeland naar New-York terug behoorde hij tot de zwijg- zamen, wat we. eenige ergemis bij de mede- passagiers verwekte. Hij rookte ontelbaar veel pijpjes en ijsbeerde veel kilometers over 't dek Om verschillende redencn had hij zijn vrouw niet getelegrafeerd. In de eerste plaats had hij 't razend druk gehad v66 zijn over- haast vertrek, ten tweede was Mildred er niet de vrouw naar om van zijn plotseling ver- schijnen te verschrikken en ten derde had hij er niet erge behocfte aan gehad. Hij dacht er niet over om Milfrcd zijn om» gang met Beatrice te verzwijgen. Zijn natuur was niet in staat tot eenige tweeslachtigheid, ook al schecn 't oneindig gemakkelijker. Hij kon niet anders dan even openhartig zijn met zijn vrouw als met het Engelsche meisje. Maar voordat hij de kwestie te berde bracht, wilde hij eerst met zichzelf absoluut in't rei- ne zijn. Nooit nog, gedurende de vier jaren van zijn huweiijk, had Felix Holt een andere vrouw aangekeken met cenig begeeren, maar hij ccnslateerde tegelijk dat hij en Milfred nooit langer dan maar 'n paar dagen van el kaar waren gewe:st Nu was het al zes maanden, sedert zij elkaar gezien hadden. Er was geen kwest.e van, dat hij in ge dachten de twee vrouwen tegen e.kaar op zou wegen; 't was absoluut overbedig om zijn gevoelens voor Milfied uit te pluizen. Die waren niet veranderd, die zouden nooit vcrandercn. Zij was wat geen andere vrouw op aarde voor hem zou kunnen zijn. Voor Be atrice Ellcr daarentegen voelde hij niets, al- leen dan wat momcntcel opwinding Zij was voor hem meer een tusschenspel dan een nieuwe figuur in zijn kven geweest Hij had zich ook heelemaal niet in haar leven ver- diept, noch in haar bclangen. Hij stend on- verschillig tegenover haar toekomst. En toch", pe nsde hij. terwijl hij den Oce- r.an aftuurde „toch kan ik onmoge'ij'c zeggen, dat ik spijt heb over wat gtbeurd is Ik ben zelfs niet "zcker cf't niet nog eens ken gebeu- - n onder dergeli'ke omst-ndighedrn. Drom- mels nog toe, wat heeft dat allemaal voor zin Na tallooze malen het dek afgestapr te heb ben, werd't hem duidelijk, dat er eerst een op'ossing zou zijn zoodra Milfred de zaak met hem zou hebben besproken. Van haar "'nvrelcn ^f liever van het aanvcelen van hen be:dcn, n-'dat alles prrcies was verteld, zou 1 s'rt-oordeel afhangen. Hit wist reeds van tevoren, dat er geen dra- matische scfene zou p'aats hebben Milfred zou naar hem luisteren met dien lieven, in- ;elligenten blik, die haar zco beeiend maakte. 7ij zou hem pree'es zeggen wat zij er van vend als ze d't kon. Hier nu stokte even zijn redenatie Hij was verstrndig genoeg om te begriipen dat er in Mi'dred d:epten wa ren, die hij nimmer nog had gepeild noch door haar zelf misschien vermoed Orooter intimiieit tusschen hen beiden was mceilijk in te denken en toch tegenover het hangende nrnh'«n*ri srV"^en ^ie oneens van neen beteeke- nis; hij stond wel beschouwd, toch eigenlijk a's cen vreemdeling in Mildred's zieleleven Hii was vo'deende op de hoogte van de resul- taten die dergelijke prrcessen oplevcren. maar verder kon h'i niet doordrineen Van het verb^rpen gebi"d harer impulsen, van haar inst'neten stond hii even ver a's bv. zijn med'orei/mer daar. vlakbij de verschanring En uit dat ratie-toe ;s nu waaraclitig je leven oemaakt!" hromde hij Mildrd en hii hadden M dusver nooit zeer gecomnliceerde problemen behoeven op te lossen Daaraan denkende stuurde Holt ziin gedachten een andere richfng uit. Oe- ste'd eens. dat de he"1e toestand iuist anders om was, dat b.v. Mi'dred hem een bekente- n's had te doenGeste'd dat zii Arnold Garde eens penomen had als remedie tegen rmr aem^md Fe'iv Hot niet af deze mo^e 1 ijlcJieid goed onder de ooeen te zien. Arnold was een dierbare vriend van hen beiden, een vriigezel van een iaar of veerti?. Hii was ver b-vend (n^es-iiV pn Fel'v morht born d^loraam maar de voorstelling dat zfjn Mildred in Ar nold's arm en zou kunnen zinken, maakte hem razend. Deze ontdekking aan zichzelf ver- schrikte hem niet, doch hij zag wel in, hoe scneet Hi] nu stond, ais nij z6o voelde. Hij was nu verre van eeriijk tegenover Mildred; hij mat met twee maten de zaak, die zij nicest Vi-igeven. Hij zag in, dat hij te veel van zijn cigui siaaupunt lcdeuetrde en hij trachtte een bcieren kijk op't probleem te krijgen. Het te.c, aat ae nypothese ten s.otte berusde op de grooiste onwaarschijnlijkheid, dat noch Ar nold noch Mildred tn staat zouden zijn tot zuon houaing, had nu eenmaal niets te ma ken met zijn gcdachtengang. Hij was als chirurg gewend te wtkaen en te wegen, voor dat hij t mcs z,ette in het vleesch, waarmee le ven of dood gemoetd was, en dus moest hij dezelfde intcl.ectueele operatie toepassen op abstracte mogeajkheden. Hij streefae er naar om zoo rechtvaardig mogeltjk te zijn tegen over Mildred, evena.s tegenover zicnzelf. Hij trachtte zich nu ook de cnvermijdevijke resul- taten van Mildred's logisch reagecren voor te stellen. Of zij zou heb vergevan, en dan was het incident voor aitijd begraven, of zij kon hem onmogelijk vergeven en dan zou een kloof zich tusschen hen opaaen, 6f zij zou verge- ving kunnen voorwenden, die zij niet in waarheid schonk en dan zou het gebeurde voor aitijd als een open wond hen scheiden Hij voelde hoe die derde mogelijkheid de ottr verdragelijkste was, maar kon haar toch niet loochenen. Het was laat in den avond toen de boot lag gemeerci en Felix in een cab naar zijn wonin'e reed De concierge keek (hem even zonderling aan; hij liep echter regekecht naar de aft en opende met zijn sleutel de huisideur. Hoewel alles ronttom hem pikdon- ker was. voelde hij, dat de 'kamers leeg waren en leeg hadden gestaan, dagen lang. Hij kon een uitroep van teleurstelling niet onderdruk- ken en knipte misnoegd de lichten op. Toen ontdekte hij efen brief op de tafel met een aan horn bestemd adres. Milderd schreef: Implaats van dit schrijven op te zenden B was van alles. Hij verdeed geen. tijd, maar sloeg de armen om haar gebogen figuuntje. „hii orde, hoor moedertje!" riep nij. „U hebt alleen maar 'n stel dwaze kinderen. Waar is ze?" „In den tuin," antwoordde mevrouw Crane terwijl haar oogen, die niets anders wensch- ten, dan haar kind te behoeden, de zijne zochten. Hij i ing dien blik op en begTeep. „Vertrouwt u me niet heelemaal?" zei hij.. Is u bang? Kom dan met me mee dan hoort u alles Haar gezicht ontspande zich en zij lachte flauwfjes. „Dat is echt weer Felix; dank je wel jon- gen, maar ga gauw alleen." Milderd was in den- tuin bezig. Zij stond met haar rug naar Felix gekeerd. Hij riep haar niet, maar floot zachtjes eenige maten uitMadame Butterfly". Zij draaide zich om, en zag hem v66r zich. „Felix!" stotterde ze. „Fdixkom je regelrecht naar hier?4' „Neen," antwoordde hij, „neen. ik 'ben thuis geweest en ik heb ook je brief gevon- den Zij knifcte met 't hoofd, afwachtende, wat hij verder zou zeggen. Maar wat hij vroeg, bracht haar geheel in de war. „Heb je je mooie jurkjes hier ook bij je?" Jaennewaarom Omdat jij en Arnold en ik vanavond ge- zellig gaan ddneeren en ik wil je op je moost zien, vrouwtje!" Felix Ffolt had heel \eel gezien, maar de uitdrukking van geluk op haar gezichtje was hem absoluut nieuw. Hij liep op haar toe en ving haar in ziin armen op en began toen langzamerhad ie vertellen. Te vertellen van Beatrice, van alles wat hem door den geest was gegaan aan boord en daarna. „Ik bepriip niet precies, wat ons is over- komen, kind," sprak hij. ..Ik weet nog niet precies, wat we nu eigenlijk ontdekt hebben, 6f wel een uiting van de algemeene mensche- liike kracht of zwakte al naar ie't noemen wilt. Maar dit weet ik zeker, dat ik nu nog oneindig meer van jc houdt, dan zes maan den geleden en dat als ie mij niet onmiddel- Iijk kust en nog eens kust. ik't besterf Eenige minuten later zei Mildred zacht: „Lieveling, we zullen heel gauw Arnold eens 'n avond te dineeren vragen, maar toch maar liever niet vanavond. vindt >e wel'" Een omhelzing was't antwoord van Fdlix Holt. naar Engeland, laat ik't liever hier achter. Ik weet niet, hoe ik je alles zal zeggen. Ik hoop zoo, dat je gelukkig bent, zoodat jc bij je terugkomst dit alles gemakkelijker zult kunnen verwerken. Ik kan soms wenschen, Felix, dat wij niet aitijd zoo open samen wa ren geweest. Er is eigenlijk geen reden, uit gezonderd mijn geweten, waarom ik je dit ooit behoefde mede te deelen. Behield ik 't •voor mezelf, dan zou dat in ons leven hoege- naamd geen wandering brengen, maar ik kan nu eenmaal niets voor je verzwijgen. wat de gevolgen er ook van mogen zijn. Het is lichter te bieehten dan te verzwijgen. Zooals je wel gcdacht zal hebben, is Ar nold veel op komen loonen, precies als we dat v66r je reis alle drie hebben bepraat. Hij be- greep, dat ik me veel alleen voelde en deed alle moeite om me op te vroolijken. Ik ben er nu op gesteld, dat je goed zult begrijpen, dat niet Arnold, maar ik degeen ben, die de ver- p.ntwoordelijkheid draag van wat gebeurde. Het is niet moeiilijk je dat te zegigen, moei- lij'ker is jou te doen rnzien de werkelijke be- teekenis daarvan. Arnold dan heeft me in zijn armen genomen en mij gekust en ik heb hem teruggekust. En Felix, 't ellendigste is, dit ik het 'ben, die hem daartoe heb gebracht. Ze'fs nu, als ik me voorstel, hoe jij stellig dit alles zult uitleggen, zelfs nu gevoel ik nog geem spijt over 't gebeurde. Ik zal nu probeeren jou iets uit te leggen, wat ik amper zelf kan wklaren. Ik weet, dat met geen anderen mun, dan met Arnold alleen, dit kon plaats vinden. Niet omdat ik hem liefheb; mijn gevoelens voor hem zijn precies als voorheen, zooals ik hem ook gezegd heb. Maar hij was mij zoo na, dat't bijna iets onpereoonlijks weri en 't scheen of ik jou achter hem voelde. O, Felix, 't is zoo moeilijk duidelijk te analyseeren. Ik heb aitijd cen afkeer gevoeld van wat ik nu zelf deed. Het kwam mij aitijd voor, dat ontrouw tusschen man en vrouw zelfs in de af meting, waarin ik ben geweest iets was, niet te vergeven. En nu, nu kan ik mij zelf maar niet aanpraten., dat het zoo erg is igeweest. Het helpt allemaal niets, ik kan al leen maar getuiigen, dat ik nooit zoovee' van jou heb gehouden. Ik verlaat ons appartementie en ga bij moeder logeeren. Daar wil ik afwachten, wat er gebeuren gaat. Toch ben ik niet zoo erg bang, omdat ik volkomen eeriijk terenover jou sta en tegenow mezelf. Echter begrij pen doe ik't niet. maar ik denk. als jij me ,daarmee wilt helpen,, dat dan alles crook /niets meer toe doet." De brief droeg geen datum. Felix Holt was er de man niet naar, om zoo'n brief een twee de keer te lezenhij wsdheurde hem in Hei ne stu'kies en wierp ze in de pruHemand1. Hij stond van zijn stoel op, liep de kamers op en neer en controleerde zijn horloge. „Als ik nog naar de club ra." peinsde hij, „moet ik praten en daar heb ik geen zin in. Hij grabbelde in zijn valies, vond zijn pya- ma, kroop spoedig onder de dekens en cliep rustig in. III. Milderd's moeder, een lieve, oude dame, opende de deur van haar buitenhuis en gaf een kleineni kreet, toen, zij Felix voor zich zag staan. Felix!" riep zij uit en in dfe uitdrukking van hare oogen las hij, dat zij op die hoogte Stntfn-Oriifrnnl EERSTE KAMER. Zittinc van Vrijdaz 31 Maart. Indischi Begrooting. Naa annemiog z. h. st. van eenige kleine ontwerpen, zette de heer I d e n b u r g zijn rede over de Ind'ische begrooiing en wijzioin'g der tariefswet voort. Hij zal voor de motie- Van Lanschot stemmen. loo spoedig mogeF k moeten de speciale henmcnen worden afge- schaft, desnoods met verhooging der belas- tingen op wirast, extra winst en overwinst. Voorts weerllegt spr. de beweringen van den heer Van Kol tegen Coliju en dringt hij aan op spoedigeu itvoering van de maatregelen inzakc de bestuurshervorming. Ten slotte bepleiit spr. vrenheid voor zendmg en missie. De heer M e n d1 e 1 s is van meening. dat de regeering zich meer moet voegen naar het streven tot zelfstandigheid van Indie, zulks ter vermijding van conflieten. Spr. bstreunt d'at op den post van de vol'ksgezondheid bs- zuinigd is en hij wijst op het groot aantal besmettelij'ke ziekten. Hij vraa'gt verder pu- Miceering van de nota-Golijn. betreffende het landsyndicaat. De Kamer wordt verdaagd tot Dinsdag half drie. De leden van de Eerste Kamer zullen wor den bijeengeroepen tegen Dinsdag 4 April 's namiddags kwart over 2, om in do afdee- lingen te onderzoeken de hoofdstukken VIII en XI (Oorlog en kolonien) en de begrootin- gen van Suriname en Coracao voor 1922. Des avonds komen de leden weder ten half 9 bijeen. TWEEDE KAMER. Zitting van Vrijdag 31 Maart. VeiUngrechten. Ingekomen is een wetsvooratel van de hee- ren Duys c.s. tot afschaffing der veilingrech- ten voor land- en tuinbouwproducten. Het voorstel van den voorzrtter tot sluiting van de diiscussies over het ontwerp inzake de dekking van ncdeeUge soldi van crisis- instcllingen wordt feruggenomen. omdat de Minister nog een opmerking wil maken Het ontwerp wordt z. h. st. aangenomen. Aan de orde is thars de Bcgrootinz van Landhouw, Nijverheid en Handel. De heer Teenstra laat aanteekenen, dat hii is tegen de post van 110.000 voor de tijdelijke crisisafdeding aan het departe- ment. De heer H i e m s t r a vraagt spoed; met de landbouwwetgeving vooral met de wetge- ving in het belang der landarbeiders; hij cri- ticeert scherp het ontwerp-jachtwet. De heer B a k k e r vraagt naar den stand der werk7aamheden der staatscommssic voor het pachtstelselhij wenscht wijziging der landarbeiderswet. De heer W e i t k a m p betoogt, dat de uit- voerverboden voor de landbouwproduden echadBlijik zijn voor hat algemaeo belang. Het voorstel van den Voorzitteromde motie-Teenstra inzake opheffing dor crisis- instel'lingen op een nader te bepalen dag te behandelen, wordt aangenomen met 52 'e- gen 16 stemmende moiie-Van Beresteyn be- treffende restitutie van de door de N.U.M. gedane heffingen zonderd aitu itvoer is ge- valgd, wordt verworpen met 43 tegen- 25 stemmende mode van dcnzelfden afgevaar- digde betreffende storting van oonsent-gelden voor den uitvoer van kaas in 's rijks kas, wordt verworpen met 38 tegen 33 stemmen; de motie-Duys, vragende om een nieuw onder- zoek in dte zaak Herzberger, wordt aange nomen z. h. st. Voortgegaan wordt m et de behand'eling van de Landbouwbegrootlng. ■De heer W i n t e r m a n s beplcit spoed met de totstandkoming van verschillende wat- evendfe maatregelen in het belang van den andbouw. De heer Col ijin- acht bescherrfiende maat regelen voor den landbouw nood'zakelij'k. I heer Deckers acht beschermonde maatregelen voor onzen landbouw -noodig. De heer Poe-ls is voorstander van een meer agrarische wetgevinig en van een afzon- derlijk departement van landbouw. De heer Van Rappard noemt ofe orga- nisatie van het departement gebrekkig en on- voldoende. De heer Bui ten vraagt beschermende maatregelen voor de bloembollentee't tegen de protectie in het buitenland. De heer Teenstra verwacht niets goeds van beschermende maatregelen voor den land bouw. De heer Van de Laar dringt aan op regeling van het pachtcontract en op een voor- uitstrevende landbouwpolitiek. De heer S c h a p e r betoogt, dat de belan- gen van landarbeiders en -kleine boeren veili- eer zijn bij de S.D.A.P. dan bij de burger- lijke partijen. De Minister deelt mede, dat de gewij- zigde ontwerp-jachtwet gereed is, waarbij het jachtrecht -wordt cegeven aan den gebruiker van den grond. Uitbreiding van de landar beiderswet is onmogelijk. omdat de toestamd der financien het niet toelaat. Niet dan in de uiterste noodzakeliiik'heid wil de Minister in- grijpen in de handelsvrijheid. Het uitvoer- verbod van aardappelen was noodzafcelijk om te voorkomen, d'at we zelf gebrek zouden -lij- den. Motie-Teenstra, waarin gevraagd wordt om wetteflijke regeling van ontginuing van woeste gran den wordtd oor den rrinister be schouwd als de bron van allerlei moeiliifk- heden. Zij wordt echter zander hoofdtelijke stemming aangenomen. Het amen dement -Weitkamp om de berroo- ting te verminderen met 165 000 voor den aankoop van gronden voor landbouwhooge- sdhool te Wageningen, wordt bestredea door de heeren Van Rappara Teenstra, Winter- mans. Hiemsfra en den Minkter. Het -kornt de volgende week in stemming. De vergadering is verdaagd tot Dinsdag 1 uur. SOHR1FTELIJKE VRAOEN. Van den- heer Van: Beresteyn aan de mi nisters van financien en van arbeid: 1Is de minister van fk-ancien bereid mede te deelem, met welke resultaien hij zijn in- vloedi heeft aangewend om wijziging te bren gen in de bestaande, in art. 41 der Invalidie- t-ei.swet te brengeni in de bestaande, in art. 41 c'ier rinvaliditei-lswet neergslg.de regeling die Zijn Excelkntie in de vergadering van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van 17 November 1921 enhoudbaar noernde krachtsns welke om gemeeniun verplicht zijn voor pensioengerechiigde arbeiders, die den dionst zonder een voor onbepaalden tijd toe- gekend' .pe-siocn verlaten, een z.g. w'skundi- ge reserve te storlen, in het Invalidi'leits- fands? 2. Indien de nadere beschouwingen va,n don minister van financien alsmede het ver- hnrddde in- de Twecdie Kam-.r der Staten- Generaal op 17 November 1921. den minis ter van arbeid: niet hebben overtuigd van de noodzakclijkheid, om ter zake em o.m. voor gemeenten' meer aan de bil'ijkhcid beant- woordendfe regeling te verkrijgen, weike over- wegingen leiden dezen bewmdsman den tot dit -a wijzeind' stamcpumt? 3. Is de min-:ster van arbeid bereid tevens te gemoet te komen aan- het bezwaar. dat o.m. gemeen'ien in tegcnstelling met particu- liere werkigevers die daarvan zdjn vrijge- sfeld, wordrm bel'ast met uitkeeringen (in den vorm van wiskundige reserves) (en aanzien van degerciT, die den dienst zrnder een voor onbepaalden tij'd toegekend pensioen verlaten en die aanvankelijk wtl onder het begrip arbrider" volgens <fe Iovaliditeitswet vie- len-, doch naderhand, ten gevolge van over- schrijding der loongrens, niet meer alt „ar- beiders" kenden- worden aangemerirt? (Overschrijdt die arbeider, die in dienst is van een pariiculieren werkeever de loon grens, dan zal hij, indien hij niet verklaart dlat hij de verrekering als vervallen be- schouwt verplicht-verzekerd bliivea, doch moet hii, in gevolge art. 188 I. W., zelf de premde betalen,. De particuliere werkeever is derhalve ten aanzien van den arbeider. wiens verzekering blijft d'oorloopen-, vrijgesteld van premiebeta- ling; discriesea moeten om. gemeeoles vear Ilii'ei'itMirG. II. UKAU I1), »V iMKMA

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5