DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
e
Vrpuiterij.
f
No. 78
Homierd Tier en twintigste Jaargang
1922.
ZATERDAG
1 APRIL
i lionncnMMiTKprijR Mj Fooniilhefaillns! p<>r nmnn.l.'n f e.--. fr. |icr |mki r itewipn. .S vi. ,\*w ♦<rirnin'|»r. 2b »i. p. w\rw letters imnr plnuisrniinir
llrieven r,ain*o N.V. Iloel»- m HainlrlMlr. v.li. ilenn^. otder A /...on, V«»oi'itinii t T.-l. Vdniinislr. No. i K.tUeiie N>». t.'i.
(Naaruk verboden.)
In een hospitaai in't Zuiaen van Eneciand
lecrde dokter Felix Holt, die door het Amen-
kaansche Dcpartement van Oorlog buitens-
lands was gczondeo, de pleegzuster Beatrice
Eiler kennen. De kloeke jongcman met z'u
{link, kracluig uiterlijk maakte een sympathies
ken indruk; alles aan hem verried kracht;
vlug was hij met de daad en met 't woord,
precies zeggend dat wat hij wenschte, zich-
zelf noch and'eren sparend.
Drie weken na zijn komst ontmoette hij
Beatrice ELer in een der gang-en van het hosr
pitaal. Zij was een mooi meisje, ongcveer
vijf-en-twintig jaar oud, met 'n innemenden
glimlach om den fijnen, doch energiekcn
mond. Zij was een pleegzuster van beieeke-
nis om haar evenwichtigiieid, haar kaLme ze-
nuwen, haar nooit bevende handen bij de
gruwelijkste operation. Zij bezat een groote
macht over haar paticnten en velen waren de
haar gebrachte huwelijksaanzoeken; ook vele,
die stierven met 'n glimlach om de witte lip-
pen, omdat haar mooie gezichtje zich in de
laatste ure over hen boog.
Toen Holt aan haar yoorbij liep, bled hij
een oogenblik staan, haar met zijn staal-
blauwe oogen doorborend Zij beantwoorddt
zijn blik met haar glimlach, die geen man kon
weerstaan en wat hem bruusk deed uitval-
len:
„Goeie hemel, is u getrouwd?"
„Neen, dokter."
„Je behooi'de dit te zijn", verk'aarde hij,
terwijl hij onverwachts weer doorliep. Hij be
zat een absolute controle over zijn geest als
over zijn lichaam. Vele dagen dacht hij niet
meer aan haar, omdat hij dag en nacht in zijn
laboratorium werkzaam was Maar toch hield
hij haar verschijning vast zooals een knap ge-
neraal eenige troepcn in reserve houdt. Hij
wist, dat bij gelegener tijd hij haar naar zijn
gedachten terug zou voeren tot nadere studie
"t Was bij een operatie, dat hij haar weder
ontmoette. Hij sprak geen woord met haar
tijdens ziijn werk. uitgezonderd dan dat hij
haar de noodzakelijke bevclen gaf, maar na
afloop had hij in details haar uiterlijk, haar
manieren kunnen beschrijven.
Eenige dagen hiema ontmoette hij haar
voor de derde maal en dit keer was het met
opzet. Hij rookte een sigaret op het grasveld,
toen zij voorbij hem stapte met een pak lin-
nengoed op den arm.
„Er is hier", begun hij met de hem eigene,
plotselinge onverwachtheid, ,,ecn stroompjt
op 'n mijl afstands van't dorp, waar forellen
zijn. Morgen gaat u met mij daar visschen."
„Dat zou aardig zijn", antwoordde ze
limlachend terug, „maar ik zal geen heelen
ag eruit kunnen."
„!k heb alles al voor elkaar; morgen om
half acht staat er 'n karretje klaar en onder
den bok staat ons mandje proviand."
„Maar. ik loop natte voeten op en er zul
len zeker slangen zijn", wierp ze vaag tegen
„Misschien 'n paar slangetjes, maar daar is
u even bang voor als ik voor vlinders En
wat uw natte voeten betreft, u weet best dat
u dat wat aardig vindt. Dus... wilt u klaar
zijn?"
„Ja", antwoordde Beatrice, zooals hij wel
gedacht had.
Den volgenden morgen precies op tijd re-
den. ze uit. Zij had haar pleegzusfcrs cos
tuum tegen 'n licht sportpakje vcrwisseld.
,,A1 ben je misschien niet de allermooiste
vrouw in Engeland, je bent er toch na aan
toe", fluisterde Felix haar in, terwijl hij de
teugels greep.
Ze vonden het stroompje en Felix zette
zich vol ijver aan de vischvangst, terwijl Be
atrice bloemen zocht, en zelfs kalm 'n slang
bij zijn staart greep, de eenige die ze vonden.
Zij lachte en sprong als 'n uitgelaten kind;
de kleur steeg warm in haar wangen en Felix,
onder den schijn vrn emstige sport-toewij-
ding, verloor haar niet uit het oog.
Tegen twaalf uur werden er tcebereidselen
voor den lunch gemaakt; en servet werd er
onder de boomen uitgespreid en de mand vol
goedcn inhoud geopend.
Toen alles verorberd was onder veel ge-
lach en gebabbel, een pijpje en een sigaret ge-
rookt, koos Felix zich 'n rustplaats tegen 'n
boom en sloeg het meisje gade, dat zich ock
had uitgestrekt. Maar hij hield't niet uit op
dien afstand, en liep zachtjes in de richting
van haar plaats Zij opende de oogen en
glimlachte naar hem, toen. hij naast haar ging
zitten; toen strekte zij haar hand naar hem
uit.
„Hebben we diet volop pret?" vroeg zij te-
vreden.
In plaats van te antwoorden trok hij haar
bij de hand naar zich toe, zocdat zij tegen
ziin schouder te rusten kwam Hij legde
zacht zijn arm om haar m-iddel en zei kalm:
Ik ga je cmhe'zen, n'et allren kus ik ie op
ie wangen. maar ook zoen ik je mond Ik doc
let ook al weer je me a!. Je weet dat ik
sterker ben dan jij; toch zou ik zoo gaarne te-
voren weten of je van plan bent tegen te spar
telen
.,Neen", zei ze met haar bekoorlijken lach,
„neen, ik geloof eigenlijk, dat ik begeer door
jou rekust te worden."
'Hij omvatte haar met zijn armeni en fluis
terde „jij, heerlijkheid!"
Het was zonsondergang toen ze huiswaarts
reden; lachend lokte zij hem tot kussen. mt:
Ik doe't nu en wat gTaag", zei hij, maar
hoewel mijn houdlng gttm ewwprMk of
deugd kan maken, inaak ik er ook niet de
minste aanspraak op. Weet wel, Beatrice, dat
ik je niet ecnt liefheb en dat er niet de flauw-
ste kans voor is."
,,Ik weet dat", antwoordde ze.
Hij zag haar met 'n vasten blik aan, eenigs-
zins verwonderd.
„In dat geval vervallen dan ook nu ook
maar de letwat gecompliceerde uitleggingen
van mijn gedrag, die ik van plan was voor te
dragen. Hier, neem jij nu cens even de teu
gels
Zij deed dit en leunde tegen hem aan. Toen
zij het hospitaai bereikten, zei Felix:
,,Het is wel wat 'n vrecmde dag geweest,
Beatrice. Ik vraag mc af, of je voldoende re-
aliseert het eigenaardige cachet ervan. Wat
we deden is abioluut onverdedigbaar ui'ge-
zonderd ten opjichte van ons eigen begrip
over onze zwakheid en over onze kracht. Het
hangt heelemaal van iou af of we nog ems
weer uit zullen gaan."
Natuurlijk gaan we nog eens samen",
antwoordde zij.
Doch van deze planncn gebeurde niets. Er
lagen twee brieven op Holt te wachtm bij
zijn thuiskomst. E6n riep hem naar Amerika
Ituf: de andere brief was het gewone weke-
lijksche praatje Van zijn vrouw.
IL
Holt was over't algemeen een spraakzaam
man, hoewel hij ook buien kon hebben van
geslot.nheid. Op zijn reis van Engeland naar
New-York terug behoorde hij tot de zwijg-
zamen, wat we. eenige ergemis bij de mede-
passagiers verwekte. Hij rookte ontelbaar
veel pijpjes en ijsbeerde veel kilometers over
't dek Om verschillende redencn had hij zijn
vrouw niet getelegrafeerd. In de eerste plaats
had hij 't razend druk gehad v66 zijn over-
haast vertrek, ten tweede was Mildred er niet
de vrouw naar om van zijn plotseling ver-
schijnen te verschrikken en ten derde had hij
er niet erge behocfte aan gehad.
Hij dacht er niet over om Milfrcd zijn om»
gang met Beatrice te verzwijgen. Zijn natuur
was niet in staat tot eenige tweeslachtigheid,
ook al schecn 't oneindig gemakkelijker. Hij
kon niet anders dan even openhartig zijn met
zijn vrouw als met het Engelsche meisje.
Maar voordat hij de kwestie te berde bracht,
wilde hij eerst met zichzelf absoluut in't rei-
ne zijn.
Nooit nog, gedurende de vier jaren van
zijn huweiijk, had Felix Holt een andere
vrouw aangekeken met cenig begeeren, maar
hij ccnslateerde tegelijk dat hij en Milfred
nooit langer dan maar 'n paar dagen van el
kaar waren gewe:st Nu was het al zes
maanden, sedert zij elkaar gezien hadden.
Er was geen kwest.e van, dat hij in ge
dachten de twee vrouwen tegen e.kaar op
zou wegen; 't was absoluut overbedig om
zijn gevoelens voor Milfied uit te pluizen.
Die waren niet veranderd, die zouden nooit
vcrandercn. Zij was wat geen andere vrouw
op aarde voor hem zou kunnen zijn. Voor Be
atrice Ellcr daarentegen voelde hij niets, al-
leen dan wat momcntcel opwinding Zij was
voor hem meer een tusschenspel dan een
nieuwe figuur in zijn kven geweest Hij had
zich ook heelemaal niet in haar leven ver-
diept, noch in haar bclangen. Hij stend on-
verschillig tegenover haar toekomst.
En toch", pe nsde hij. terwijl hij den Oce-
r.an aftuurde „toch kan ik onmoge'ij'c zeggen,
dat ik spijt heb over wat gtbeurd is Ik ben
zelfs niet "zcker cf't niet nog eens ken gebeu-
- n onder dergeli'ke omst-ndighedrn. Drom-
mels nog toe, wat heeft dat allemaal voor
zin
Na tallooze malen het dek afgestapr te heb
ben, werd't hem duidelijk, dat er eerst een
op'ossing zou zijn zoodra Milfred de zaak
met hem zou hebben besproken. Van haar
"'nvrelcn ^f liever van het aanvcelen van hen
be:dcn, n-'dat alles prrcies was verteld, zou
1 s'rt-oordeel afhangen.
Hit wist reeds van tevoren, dat er geen dra-
matische scfene zou p'aats hebben Milfred
zou naar hem luisteren met dien lieven, in-
;elligenten blik, die haar zco beeiend maakte.
7ij zou hem pree'es zeggen wat zij er van
vend als ze d't kon. Hier nu stokte even
zijn redenatie Hij was verstrndig genoeg
om te begriipen dat er in Mi'dred d:epten wa
ren, die hij nimmer nog had gepeild noch
door haar zelf misschien vermoed Orooter
intimiieit tusschen hen beiden was mceilijk in
te denken en toch tegenover het hangende
nrnh'«n*ri srV"^en ^ie oneens van neen beteeke-
nis; hij stond wel beschouwd, toch eigenlijk
a's cen vreemdeling in Mildred's zieleleven
Hii was vo'deende op de hoogte van de resul-
taten die dergelijke prrcessen oplevcren.
maar verder kon h'i niet doordrineen Van
het verb^rpen gebi"d harer impulsen, van
haar inst'neten stond hii even ver a's bv. zijn
med'orei/mer daar. vlakbij de verschanring
En uit dat ratie-toe ;s nu waaraclitig je
leven oemaakt!" hromde hij
Mildrd en hii hadden M dusver nooit
zeer gecomnliceerde problemen behoeven op
te lossen Daaraan denkende stuurde Holt
ziin gedachten een andere richfng uit. Oe-
ste'd eens. dat de he"1e toestand iuist anders
om was, dat b.v. Mi'dred hem een bekente-
n's had te doenGeste'd dat zii Arnold
Garde eens penomen had als remedie tegen
rmr aem^md Fe'iv Hot niet af deze mo^e
1 ijlcJieid goed onder de ooeen te zien. Arnold
was een dierbare vriend van hen beiden, een
vriigezel van een iaar of veerti?. Hii was ver
b-vend (n^es-iiV pn Fel'v morht born d^loraam
maar de voorstelling dat zfjn Mildred in Ar
nold's arm en zou kunnen zinken, maakte hem
razend. Deze ontdekking aan zichzelf ver-
schrikte hem niet, doch hij zag wel in, hoe
scneet Hi] nu stond, ais nij z6o voelde. Hij
was nu verre van eeriijk tegenover Mildred;
hij mat met twee maten de zaak, die zij nicest
Vi-igeven. Hij zag in, dat hij te veel van zijn
cigui siaaupunt lcdeuetrde en hij trachtte een
bcieren kijk op't probleem te krijgen. Het
te.c, aat ae nypothese ten s.otte berusde op de
grooiste onwaarschijnlijkheid, dat noch Ar
nold noch Mildred tn staat zouden zijn tot
zuon houaing, had nu eenmaal niets te ma
ken met zijn gcdachtengang. Hij was als
chirurg gewend te wtkaen en te wegen, voor
dat hij t mcs z,ette in het vleesch, waarmee le
ven of dood gemoetd was, en dus moest hij
dezelfde intcl.ectueele operatie toepassen op
abstracte mogeajkheden. Hij streefae er naar
om zoo rechtvaardig mogeltjk te zijn tegen
over Mildred, evena.s tegenover zicnzelf. Hij
trachtte zich nu ook de cnvermijdevijke resul-
taten van Mildred's logisch reagecren voor te
stellen.
Of zij zou heb vergevan, en dan was het
incident voor aitijd begraven, of zij kon hem
onmogelijk vergeven en dan zou een kloof
zich tusschen hen opaaen, 6f zij zou verge-
ving kunnen voorwenden, die zij niet in
waarheid schonk en dan zou het gebeurde
voor aitijd als een open wond hen scheiden
Hij voelde hoe die derde mogelijkheid de ottr
verdragelijkste was, maar kon haar toch niet
loochenen.
Het was laat in den avond toen de boot
lag gemeerci en Felix in een cab naar zijn
wonin'e reed De concierge keek (hem even
zonderling aan; hij liep echter regekecht
naar de aft en opende met zijn sleutel de
huisideur. Hoewel alles ronttom hem pikdon-
ker was. voelde hij, dat de 'kamers leeg waren
en leeg hadden gestaan, dagen lang. Hij kon
een uitroep van teleurstelling niet onderdruk-
ken en knipte misnoegd de lichten op. Toen
ontdekte hij efen brief op de tafel met een
aan horn bestemd adres. Milderd schreef:
Implaats van dit schrijven op te zenden
B
was van alles. Hij verdeed geen. tijd, maar
sloeg de armen om haar gebogen figuuntje.
„hii orde, hoor moedertje!" riep nij. „U
hebt alleen maar 'n stel dwaze kinderen.
Waar is ze?"
„In den tuin," antwoordde mevrouw Crane
terwijl haar oogen, die niets anders wensch-
ten, dan haar kind te behoeden, de zijne
zochten.
Hij i ing dien blik op en begTeep.
„Vertrouwt u me niet heelemaal?" zei hij..
Is u bang? Kom dan met me mee dan
hoort u alles
Haar gezicht ontspande zich en zij lachte
flauwfjes.
„Dat is echt weer Felix; dank je wel jon-
gen, maar ga gauw alleen."
Milderd was in den- tuin bezig. Zij stond
met haar rug naar Felix gekeerd. Hij riep
haar niet, maar floot zachtjes eenige maten
uitMadame Butterfly". Zij draaide zich om,
en zag hem v66r zich.
„Felix!" stotterde ze. „Fdixkom je
regelrecht naar hier?4'
„Neen," antwoordde hij, „neen. ik 'ben
thuis geweest en ik heb ook je brief gevon-
den
Zij knifcte met 't hoofd, afwachtende, wat
hij verder zou zeggen. Maar wat hij vroeg,
bracht haar geheel in de war.
„Heb je je mooie jurkjes hier ook bij je?"
Jaennewaarom
Omdat jij en Arnold en ik vanavond ge-
zellig gaan ddneeren en ik wil je op je
moost zien, vrouwtje!"
Felix Ffolt had heel \eel gezien, maar de
uitdrukking van geluk op haar gezichtje was
hem absoluut nieuw. Hij liep op haar toe en
ving haar in ziin armen op en began toen
langzamerhad ie vertellen. Te vertellen van
Beatrice, van alles wat hem door den geest
was gegaan aan boord en daarna.
„Ik bepriip niet precies, wat ons is over-
komen, kind," sprak hij. ..Ik weet nog niet
precies, wat we nu eigenlijk ontdekt hebben,
6f wel een uiting van de algemeene mensche-
liike kracht of zwakte al naar ie't noemen
wilt. Maar dit weet ik zeker, dat ik nu nog
oneindig meer van jc houdt, dan zes maan
den geleden en dat als ie mij niet onmiddel-
Iijk kust en nog eens kust. ik't besterf
Eenige minuten later zei Mildred zacht:
„Lieveling, we zullen heel gauw Arnold
eens 'n avond te dineeren vragen, maar toch
maar liever niet vanavond. vindt >e wel'"
Een omhelzing was't antwoord van Fdlix
Holt.
naar Engeland, laat ik't liever hier achter.
Ik weet niet, hoe ik je alles zal zeggen. Ik
hoop zoo, dat je gelukkig bent, zoodat jc bij
je terugkomst dit alles gemakkelijker zult
kunnen verwerken. Ik kan soms wenschen,
Felix, dat wij niet aitijd zoo open samen wa
ren geweest. Er is eigenlijk geen reden, uit
gezonderd mijn geweten, waarom ik je dit
ooit behoefde mede te deelen. Behield ik 't
•voor mezelf, dan zou dat in ons leven hoege-
naamd geen wandering brengen, maar ik
kan nu eenmaal niets voor je verzwijgen. wat
de gevolgen er ook van mogen zijn. Het is
lichter te bieehten dan te verzwijgen.
Zooals je wel gcdacht zal hebben, is Ar
nold veel op komen loonen, precies als we dat
v66r je reis alle drie hebben bepraat. Hij be-
greep, dat ik me veel alleen voelde en deed
alle moeite om me op te vroolijken. Ik ben er
nu op gesteld, dat je goed zult begrijpen, dat
niet Arnold, maar ik degeen ben, die de ver-
p.ntwoordelijkheid draag van wat gebeurde.
Het is niet moeiilijk je dat te zegigen, moei-
lij'ker is jou te doen rnzien de werkelijke be-
teekenis daarvan. Arnold dan heeft me in zijn
armen genomen en mij gekust en ik heb hem
teruggekust. En Felix, 't ellendigste is, dit ik
het 'ben, die hem daartoe heb gebracht. Ze'fs
nu, als ik me voorstel, hoe jij stellig dit alles
zult uitleggen, zelfs nu gevoel ik nog geem
spijt over 't gebeurde.
Ik zal nu probeeren jou iets uit te leggen,
wat ik amper zelf kan wklaren.
Ik weet, dat met geen anderen mun, dan
met Arnold alleen, dit kon plaats vinden.
Niet omdat ik hem liefheb; mijn gevoelens
voor hem zijn precies als voorheen, zooals
ik hem ook gezegd heb. Maar hij was mij zoo
na, dat't bijna iets onpereoonlijks weri en
't scheen of ik jou achter hem voelde. O, Felix,
't is zoo moeilijk duidelijk te analyseeren.
Ik heb aitijd cen afkeer gevoeld van wat
ik nu zelf deed. Het kwam mij aitijd voor, dat
ontrouw tusschen man en vrouw zelfs in
de af meting, waarin ik ben geweest iets
was, niet te vergeven. En nu, nu kan ik mij
zelf maar niet aanpraten., dat het zoo erg is
igeweest. Het helpt allemaal niets, ik kan al
leen maar getuiigen, dat ik nooit zoovee' van
jou heb gehouden.
Ik verlaat ons appartementie en ga bij
moeder logeeren. Daar wil ik afwachten, wat
er gebeuren gaat. Toch ben ik niet zoo erg
bang, omdat ik volkomen eeriijk terenover
jou sta en tegenow mezelf. Echter begrij
pen doe ik't niet. maar ik denk. als jij me
,daarmee wilt helpen,, dat dan alles crook
/niets meer toe doet."
De brief droeg geen datum. Felix Holt was
er de man niet naar, om zoo'n brief een twee
de keer te lezenhij wsdheurde hem in Hei
ne stu'kies en wierp ze in de pruHemand1. Hij
stond van zijn stoel op, liep de kamers op en
neer en controleerde zijn horloge.
„Als ik nog naar de club ra." peinsde hij,
„moet ik praten en daar heb ik geen zin in.
Hij grabbelde in zijn valies, vond zijn pya-
ma, kroop spoedig onder de dekens en cliep
rustig in.
III.
Milderd's moeder, een lieve, oude dame,
opende de deur van haar buitenhuis en gaf
een kleineni kreet, toen, zij Felix voor zich zag
staan.
Felix!" riep zij uit en in dfe uitdrukking
van hare oogen las hij, dat zij op die hoogte
Stntfn-Oriifrnnl
EERSTE KAMER.
Zittinc van Vrijdaz 31 Maart.
Indischi Begrooting.
Naa annemiog z. h. st. van eenige kleine
ontwerpen, zette de heer I d e n b u r g zijn
rede over de Ind'ische begrooiing en wijzioin'g
der tariefswet voort. Hij zal voor de motie-
Van Lanschot stemmen. loo spoedig mogeF k
moeten de speciale henmcnen worden afge-
schaft, desnoods met verhooging der belas-
tingen op wirast, extra winst en overwinst.
Voorts weerllegt spr. de beweringen van den
heer Van Kol tegen Coliju en dringt hij aan
op spoedigeu itvoering van de maatregelen
inzakc de bestuurshervorming. Ten slotte
bepleiit spr. vrenheid voor zendmg en missie.
De heer M e n d1 e 1 s is van meening. dat
de regeering zich meer moet voegen naar het
streven tot zelfstandigheid van Indie, zulks
ter vermijding van conflieten. Spr. bstreunt
d'at op den post van de vol'ksgezondheid bs-
zuinigd is en hij wijst op het groot aantal
besmettelij'ke ziekten. Hij vraa'gt verder pu-
Miceering van de nota-Golijn. betreffende het
landsyndicaat. De Kamer wordt verdaagd tot
Dinsdag half drie.
De leden van de Eerste Kamer zullen wor
den bijeengeroepen tegen Dinsdag 4 April
's namiddags kwart over 2, om in do afdee-
lingen te onderzoeken de hoofdstukken VIII
en XI (Oorlog en kolonien) en de begrootin-
gen van Suriname en Coracao voor 1922.
Des avonds komen de leden weder ten half
9 bijeen.
TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 31 Maart.
VeiUngrechten.
Ingekomen is een wetsvooratel van de hee-
ren Duys c.s. tot afschaffing der veilingrech-
ten voor land- en tuinbouwproducten.
Het voorstel van den voorzrtter tot sluiting
van de diiscussies over het ontwerp inzake de
dekking van ncdeeUge soldi van crisis-
instcllingen
wordt feruggenomen. omdat de Minister nog
een opmerking wil maken Het ontwerp wordt
z. h. st. aangenomen.
Aan de orde is thars de
Bcgrootinz van Landhouw, Nijverheid en
Handel.
De heer Teenstra laat aanteekenen,
dat hii is tegen de post van 110.000 voor
de tijdelijke crisisafdeding aan het departe-
ment.
De heer H i e m s t r a vraagt spoed; met
de landbouwwetgeving vooral met de wetge-
ving in het belang der landarbeiders; hij cri-
ticeert scherp het ontwerp-jachtwet.
De heer B a k k e r vraagt naar den stand
der werk7aamheden der staatscommssic voor
het pachtstelselhij wenscht wijziging der
landarbeiderswet.
De heer W e i t k a m p betoogt, dat de uit-
voerverboden voor de landbouwproduden
echadBlijik zijn voor hat algemaeo belang.
Het voorstel van den Voorzitteromde
motie-Teenstra inzake opheffing dor crisis-
instel'lingen op een nader te bepalen dag te
behandelen, wordt aangenomen met 52 'e-
gen 16 stemmende moiie-Van Beresteyn be-
treffende restitutie van de door de N.U.M.
gedane heffingen zonderd aitu itvoer is ge-
valgd, wordt verworpen met 43 tegen- 25
stemmende mode van dcnzelfden afgevaar-
digde betreffende storting van oonsent-gelden
voor den uitvoer van kaas in 's rijks kas,
wordt verworpen met 38 tegen 33 stemmen;
de motie-Duys, vragende om een nieuw onder-
zoek in dte zaak Herzberger, wordt aange
nomen z. h. st.
Voortgegaan wordt m et de behand'eling
van de
Landbouwbegrootlng.
■De heer W i n t e r m a n s beplcit spoed
met de totstandkoming van verschillende wat-
evendfe maatregelen in het belang van den
andbouw.
De heer Col ijin- acht bescherrfiende maat
regelen voor den landbouw nood'zakelij'k.
I heer Deckers acht beschermonde
maatregelen voor onzen landbouw -noodig.
De heer Poe-ls is voorstander van een
meer agrarische wetgevinig en van een afzon-
derlijk departement van landbouw.
De heer Van Rappard noemt ofe orga-
nisatie van het departement gebrekkig en on-
voldoende.
De heer Bui ten vraagt beschermende
maatregelen voor de bloembollentee't tegen
de protectie in het buitenland.
De heer Teenstra verwacht niets goeds
van beschermende maatregelen voor den land
bouw.
De heer Van de Laar dringt aan op
regeling van het pachtcontract en op een voor-
uitstrevende landbouwpolitiek.
De heer S c h a p e r betoogt, dat de belan-
gen van landarbeiders en -kleine boeren veili-
eer zijn bij de S.D.A.P. dan bij de burger-
lijke partijen.
De Minister deelt mede, dat de gewij-
zigde ontwerp-jachtwet gereed is, waarbij het
jachtrecht -wordt cegeven aan den gebruiker
van den grond. Uitbreiding van de landar
beiderswet is onmogelijk. omdat de toestamd
der financien het niet toelaat. Niet dan in de
uiterste noodzakeliiik'heid wil de Minister in-
grijpen in de handelsvrijheid. Het uitvoer-
verbod van aardappelen was noodzafcelijk om
te voorkomen, d'at we zelf gebrek zouden -lij-
den.
Motie-Teenstra, waarin gevraagd wordt
om wetteflijke regeling van ontginuing van
woeste gran den wordtd oor den rrinister be
schouwd als de bron van allerlei moeiliifk-
heden. Zij wordt echter zander hoofdtelijke
stemming aangenomen.
Het amen dement -Weitkamp om de berroo-
ting te verminderen met 165 000 voor den
aankoop van gronden voor landbouwhooge-
sdhool te Wageningen, wordt bestredea door
de heeren Van Rappara Teenstra, Winter-
mans. Hiemsfra en den Minkter. Het -kornt
de volgende week in stemming.
De vergadering is verdaagd tot Dinsdag
1 uur.
SOHR1FTELIJKE VRAOEN.
Van den- heer Van: Beresteyn aan de mi
nisters van financien en van arbeid:
1Is de minister van fk-ancien bereid mede
te deelem, met welke resultaien hij zijn in-
vloedi heeft aangewend om wijziging te bren
gen in de bestaande, in art. 41 der Invalidie-
t-ei.swet te brengeni in de bestaande, in art.
41 c'ier rinvaliditei-lswet neergslg.de regeling
die Zijn Excelkntie in de vergadering van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal van
17 November 1921 enhoudbaar noernde
krachtsns welke om gemeeniun verplicht zijn
voor pensioengerechiigde arbeiders, die den
dionst zonder een voor onbepaalden tijd toe-
gekend' .pe-siocn verlaten, een z.g. w'skundi-
ge reserve te storlen, in het Invalidi'leits-
fands?
2. Indien de nadere beschouwingen va,n
don minister van financien alsmede het ver-
hnrddde in- de Twecdie Kam-.r der Staten-
Generaal op 17 November 1921. den minis
ter van arbeid: niet hebben overtuigd van de
noodzakclijkheid, om ter zake em o.m. voor
gemeenten' meer aan de bil'ijkhcid beant-
woordendfe regeling te verkrijgen, weike over-
wegingen leiden dezen bewmdsman den tot
dit -a wijzeind' stamcpumt?
3. Is de min-:ster van arbeid bereid tevens
te gemoet te komen aan- het bezwaar. dat
o.m. gemeen'ien in tegcnstelling met particu-
liere werkigevers die daarvan zdjn vrijge-
sfeld, wordrm bel'ast met uitkeeringen (in den
vorm van wiskundige reserves) (en aanzien
van degerciT, die den dienst zrnder een voor
onbepaalden tij'd toegekend pensioen verlaten
en die aanvankelijk wtl onder het begrip
arbrider" volgens <fe Iovaliditeitswet vie-
len-, doch naderhand, ten gevolge van over-
schrijding der loongrens, niet meer alt „ar-
beiders" kenden- worden aangemerirt?
(Overschrijdt die arbeider, die in dienst is
van een pariiculieren werkeever de loon
grens, dan zal hij, indien hij niet verklaart
dlat hij de verrekering als vervallen be-
schouwt verplicht-verzekerd bliivea, doch
moet hii, in gevolge art. 188 I. W., zelf de
premde betalen,.
De particuliere werkeever is derhalve ten
aanzien van den arbeider. wiens verzekering
blijft d'oorloopen-, vrijgesteld van premiebeta-
ling; discriesea moeten om. gemeeoles vear
Ilii'ei'itMirG. II. UKAU
I1), »V iMKMA