Alkmaarsche Gourant Damrabriek. Amsterdamsche week, HET TRA6ISCH LOT Honderd Drie en Twintigste Jaargang, Zaterdag 15 April. GrleYen tegen een Jengdlg kindeke (ket Hoogheemraadsehap). F e u i 11 e t o n. cxx. Sit het ladlsehe leven. Amsterdam, en de natuur. Amsterdam en de niatuurl Dat zijn er twee, zult ig|e zeggen. Helaas j.a Maar wij, Amsterdammers, kunnen toch niet helpen dat ornze voorvadaren biji het sitichten van de stad latleeni om het nut, om de eischen van handel en scheepvaart, ge- dacht hebben.. En bovendien, een Amster- diammer is 66k een mensch. Wij hebben ook ons natuurgevod, ai ligt onze stad weinig poetisch te middenj van polderland. Dus': Amsterdam en' de natuur. Het zijn twee onderwerpen, 't is eene com- binatie van onderwerpen, die dezer dagen hertoaaldielijk ter spraken komen1 (komt). In de eerste plants in verband met de nieuwe tramlijnen van Amsterdam was het Gooi, en in de tweede plants naar aanleiding van de voorgestelde openstelling van het Amster damsche duinwaterleidmggebied voor het publiek. Beide plannen dienen om Amsterdam, de Amsterdammers, wat dichter bij de natuur te brengen. Want wij, stadsmenschen, weten heel goed dat dit noodig is. Getuigen onze parken, wandelwegen en bosschen Tot dusver werd de verbinding van Am sterdam met het Gooi, ons onvolprezen Gooi, Waar duizenden Amsterdamsche iorenzen wo nen, onderhoudeo door de Gooische stoom- tram en de spoor. Beide verbindingen, voor al de eerste, zijn onvoldoende. Al sinds lang. Noodig is dat er snel-verbindingen tot stand komeni en dan natuurlijk liefst langs elec- trischen weg. En ze zijn ontworpen ook! Er zal konseni eene electruscbe *retn Amsterdam Blaricum eni Amsterdam—Hilversum en verder zal ook het lokaal tramverkeer worden gefilectrifteeerd eni uitgebreid. Alles mooi en wel, en een1 gelukwenschi voor de Amsterdam mers waand. Maarer is een maar. De geprojecteerde banen toch zullen. kostbaar en zeldzaam natuurschoon bedreigen en doen verdwijnen. Vooreerst 'het Naardermeerl Men kenit het. Wie per spoor van Amsterdam naar Bussum reist komt er door heen. Indertijd, toen het natuurgevoel algemeen nog niet zoo ontwik- keld was als tegenwoordig, heeft de Gemeente Amsterdam het snoode voomemen gehad dit natuunnonument als stads-aschbelt te gebrui- ken. Gelukkig is hiervan toen afgezien, en heeft de Vereeniging tot behoud van Niatuur- monumenten in Neaerland het weer aange- kocht en het gevaar voor altijd ajgewend. Maar nu dreigt het weer een ander gevaar door de voorgenomen spooraanleg. Daardoor zou een hoek (de ZuidrOosthoek) van het Naardermeer radicaal en onbarmhartig wor den afgesneden. Wat hiermee verloren zou gaan, moet gij iemand als Jac. P. Thijlsse maar eens hooren vertellen. Eerst gaat de baan door het kooirecht (de eemdenkooi), dat is de landingsplaats van de lepelaars, als ze terugkomen in Februari en dan langs oe broedplaats zelve. En daartoe zou de schade zich niet bepalen. Want hoogstwaarschijn- lijk zouden ook de in het wild levende reeen, een kuddev an een stuk of twintig, die het moerassig woud beoosten de kooi bewoont, warden verdreven. Bovendien sitrekt deze boschrand zich ook nog bezuiden de tegen- woordige spooriijn uit. Het is daar vooral elzenhout, dat in den laaitsten tijd van brand heeft geleden, maar zich nu weer mooi her- stelt, en dus weer geschiikt wordt voor de pur- perreigers, die hier telkens weer nesten bou- wen in de lage boomen. Het bosdi is een on- michaAr deel van hun bestaansvoorwaarden., evenals het rieitveld, dat nu volgt de aloude broedplaats is voor de kokmeeuwen. En daanachter komt dan een stuk hooilandl, dat een hooge waarde heeft als terredn voor bc- tanisch onderzoek. En bij dit nadeel aan het Naardermeer blijft het niet! Het bosch van Breduis bij Bus- sum zou door de nieuwe tramlijn worden vennoord en het Spanderwoud, dat de ge meente Hilversum heette te hebben aange- kocht, om het te redden, zou letterlijk ver- scheurd worden door het snelverkeer. Enfin, ik behoef u niet meer bijzonderheden te ge- ven om u te overtuigen dat dit project niet kan en mag worden uitgevoerd. Er zal eene andere rictoting aan de electrische spoor- baan, de snelverbinding met het Goodi, ge- geven moeten worden. Anders willen wij, Amsterdammers, h^ar niet hebben. Wij willen niet de natuur bereiken over het lijk van die natuur. De tweede *aiafr raakt ons, Amsterdam mers, nog meer onmiddellijk. Over do open stelling van het Amsterdamsche duingebiad voor't publiek, zal de gemoenteraad van Am- Steixiam in hoogste resosrt moeten beslissen. Men kent de kweshe, waar het om gaat? Amsterdam heeft zich in den loop der ja- ren, ten behoeve van haar duiinwaterleiding- bedrijf, het bezit verzekerd van een enorm duingebied; van af Vogelenzang tot voorbij Warmond. Dat was noodig om aan onze 700.000 inwooera overvloedig een goeci dlrinkwater te verzekeren. En- tot dusver is dat ook gelukt, rfen depkdse de pessdmistische voorspelliingen van mannen als onze vorige waterleiding-directeur. Het grootHgrondbezit van Amsterdam in de duinstreek heeft dus wel zijn rente afgeworpen. Maar er zou na tuurlijk nog op andere wijze rente van kun nen worden gettrokken, als door deze duinen open te stellen voor de wandelaars; en door ze b,v, te gebruiken als herstellingsoord voor onze anemische stadskinderan. Het is een der twee sotiaal-democratische vrouwen uit onzen Raad, mevr. Tilanus, die dit denkbeelc m een voorstel heeft belichaamd. En het voor stel op zichzelf eerf haar, is sympathiek. Maar er zitten natuurlijk twee kanten aan dit vraagstuk; gelijk ellke medaille twee zr" den heeft. Het zou kunnen zijn, dat door a openstehing van de duinen het hygienisch be- lang van de geheele bevolking werd ge- schaad, omdat de duinen door talrijke wande laars onwillekeurig vernidd zouden worden. en ook een zeker aantal wandelaars willekeu- rig, ik bedoelbewust, zou oveigaan tot ver- nieling van de duinen, en tot vemieling van den bodem, in het bijizonder van de (open) duimtfaterkanalen. Ook de volksvrienden erkennen, dat die VAN NICOLAAS II EN ZIJN OEZIN. (Dertien jaren aan het Russische hof) naar het Fransioh van Pierre G Millard door Mar guerite de RouvMle. (Geautoriseerde verta- ltnig.) Niadruk verboden. 43) De overheidspersonen van den sovjet te Jekaterinenburg waren a. de gewestelijke Raad van den Oeral, be- staande uit ongeveer 30 leden, wier presir dent was commissaris Bieloborodof b. het Presidium, een soort van .uitvoeren- den Raad, bestaande uit eenige ledenBielo borodof, Galocbtchiokine, Syromolotaf, Sata- rof, Vaikcf en. anderen; c. de Tchrezvytchaika, de volksnaam van ,,de buitengewone cammissie voor den strijd tegen de contr.a-revolutie en de speculatie", waarvan de hoofdzetel te Moskou was en die door geheel Rlusland1 hare vertakkaingen heeft. Het .is een geweldige organisatie en feitelijk de grondsllagi van het sovjet stelsel. Iedere afdeeling ontvangt haar orders onmiddellijk uit Moskou en voert ze met eigen middelleni uit. Iedere Tchrezvytchaika van eenig belang beschitot over een troep maninen zonder naam of fa,ami, meestal Oostenrijksohe of iDuitsche krijgsgevangetnen, Letten, Chineezen- enz., die in werkeldjkheid slechts goed betaalde beuls- knechtien zijn. Te Jekaterinenburg was de Tchrezvytoiiair ka oppermachtig, tot zijin meest invloednjke leden behoorden de commiissaiissen Yourovs- ky, Golochtchokine e. a. Avdief stonid onder onmiddellijk bevel van de overige commissarisseh, leden van het Presidium en van de Tchrezvytchaika. Het dmrde niet lang of deze bespeurden de ver- andering, die in de gevoalene van de bawa- kers tegenover hun gevangenen had plaats gegrepen, en zij besloten afdoende maatrege- len te uemm. Ook in Moskou werd men om gerust, hetgeen. blijkt uit het volgend tele gram,' uit Jekaterinenburg verzonden door Bieloborodof aan Sverdlof en- aan Goilocht- chokine (die toen te Moskou was)„Syromo- lotof is juist naar (Moskou vertrokken om de zaak volgens de aanwijzingen van het cen trum te negelen. Ongerustheid oanoodig. Geen reden tot bezorgdheid. Avdief ontsla- gen. Mochkine in hechtenis genomen. Avdief vervangeni door Yourovsky. De binnenwacht- post verwisseld, door andere vervangen." 'Dit telegram 'is van den 4en Juli. Dienzelfden dag werden inderdaad Avdief en zijn adjudant Mochkine gearresteerd en vervangen door commissaris Yourovsky en zijn bandlanger Vicouline. De wachit, die zooals wij zeiden, uitsluitend was samenge- stelld uit Rfussische arbeidens, werd1 overge- brachit naar de naburige woning, het huis Yourovsky bracht tien manschappen met zich mee bijma alien Oostenrijksche en Duiitsche krijgsgevamgenen ,.gekozen" uit de beulsknecbten der Tchrezvytchaika. Vana dien dag betrokken zij uitsluitend de wacht binnenshuis; de wachtposten buitenshuis wer den nog steeds door Russen bediend. Het „huis met een bepaalde bestemmint was een onderdeel van de "lchrezvytchai geworden, en het leven der gevangenen was vanaf dit oogenblik nog slechts een enkele doorloopende marteling. Op dit tijdstilp was men te Moskou reeds besloten de keizerlijke familie ter dood te la1- ten hrengen. Het boven aangehaalde tele gram bewijst dit. Syromolotof .is naar Mos kou vertrokken „teneimde de zaak volgens de amawijzingen van het centrum te regelen." iHSj zal terygkeeren met Golochtchokine en met irstmcties en aanwijzmgan van Sverdt vrees niet denkbeeldig is. Ons voUs en onze eugd de klacht is oudl is nu eenmaal tucnteloos. En stadsmenschen vervallen licht tot uitbundigheid, tot banddoosheidl, als men ze zoo nu en dan (ved te weinig) vrij laat, om niet te zeggen: loslaat, in (op) die natuur. Onze eigen parken en plantsoenen biedea daarvan helaas de overtuiigende bewijzen. Nu, can zuinigheid'sredenen, sedert eenigen tijd, de plantsoen- en parkwachters zijn afgeschaift, en de bewaking zoo te hooi en te gras ge- schiedt door de surveilleerende politie-agm- ten van de wij'k, regent het klachten (jammer- klachten) van de buurtbewomera, over de ver- nieulzucht en de gaplust van opgeschoten ongena vooral, ten aan zien van heesters, bloe- men, boomen, bollen enz. En ik vrees dat het in het Amsterdamsche duingebied niet beter zou gaan. Tot schade van die gezcaidheid on- z,er groote-stadbevolking. die ze goed vertrotrwd maakte met de Fran- sche taal. Ik moest de laandige Fransaisc wel teleur stellen. Er is voor haar weinig kana. Met een diploma zou het gaan. Zonder dat niet. Op een anderen keer kreeg Ik bezoek van een lake!, die nu toch liever die zieer verbon den afhankelijke positie wilde verwisselen voor een bet ere in IndiS, eni wel als ambte naar of icta dergelijks. Hij rneende, dat dit in IndiS wel zou gaan1. Ook hem moest ik teleurstelien. Zoo gaat het met zoo velen. Ilndie is in het algemeen niet het land, dat men zich1 wel voorstelt. Dikwijla vraag ik me af, of men niet wat veel denkt aan Amerika of Australie in verloopen jaren, toen flinke naturen daar zich wel) al was na veel worstelen, een goede positie ver- wierven. Vergeten werd dan wel, dat er ook zeer velen mislukt, volkomm ten ondergin- gen. Mien hoorde niet meer van hen. iHlun aantal was missdhien veel grooter dan dat der geslaagden. Miaar men kan Indig tegenwooidig abso- luut niet vergelijken met het Amerika van 18(50 b.v. Er is een groot versch.il. Zeker, er was een tijd, waarin ongeschool- de krachten het in Indie, zoo ze energiek ge noeg waren, het ver, zeer ver konden bren- gen, vooral in de axnbtelijke wereld1, Er was zelfa een tijd, waarin vrij onontwikkelde lie- den mot ccn hclderen bilk en gezond ver- stand het tot resident, tot hoofaiofficier kon den brengen. Van de laatsten was Kolonel Toontje Poland, over wien vele verhalen gaan, een typisch voorbeeld. Zelf heb ik een resident gekend, die tot zijn 16de iaar onder de Boegineezen had geleefd, uitstekend Ma- leisch en Boeginees sprak, toen werd opge- meikt door den Gouvemeur van Miacasser, als talk in dienst werd genomen, eenige ja ren later ambtenaar werd1 voor aanraking met de volksstammen in Zuid-Celebes en opklom tot Resident van Ternate. De man had zich menkwaarelig ontwikkeld door de praktijk van zijn werkkring, doch toen hij eenmaal als resident verpliCht was een ge- ordende Europeesche samenleving te bestu- ren, bleek toch wel, dat zijn krachten te kort schoten. lhfiji had nimmer een spoortrun ge- zien. Van telegrafie, telefoon en dergelijke bad hij wel eens iets in de couranten gele- zen. Dat een geordende samenleving ande re eischen sielt, dan die van een bevolking, welte zich uit primairen taestand tracht te verheffen, was echter iets, dat hij, geloof ik, nimmer goed) heeft begrepen. Zoo werd het Voor wie beter doen, niet naar Indii te gaan. Het komt me vcor, dat het in het beiang van vele teens dezer brieven over Indifi is, wanneer ik eens eenige aamdacht schenk aan een kwestie, die hen bezighoudt, zooals me van- tijd tat) tijd blijkt uit brieven, welke me door bemiddeling der redactie van sommige biaden worden toegezonden. De kwestie is die van het vinden van een werkking in In dite. (Mleer dan eens onitving ik daarover brie ven en alle die brieven luiden 'gelijk: ;Kunt u mdji aanraden naar Indte te gaan? Biji wie moet ik aankloppen om werk? Is het gerafflen op eigen risico te gaan? En dan komt het meestal: Ik heb geen diploma, ik had geen vakapleiding. In ons land heb ik daardoor geen vooruitzicht en1 nu wenschi ik het in In die te beproeven. Deze vragers zijn niet lalleen Nederl anders. Eenige maanden geleden te Parijs zijnde, werd1 me gevraagd, of ik een jotnge dame te woord wife staan. Nlattuurlijk was ik daar toe bereid en toen' vemam ik, dat zij die geen onderwijsdiiploma bezat, het in Frankrijk wel niet verder zou brengen dan kinderjufirouw of nurse en dat ze daarom gaarne naar In die wilde om daar als gouvernante werk zaam te zdjtn in 'aamzienldjke familten, waar de dochters een opleiding moesten hebben, einde van zijn loopbaan en1 zijn leven een fo- tale mislukking, wat hem zeer bitter stemde, hem die een eervol ver,leden had, de Neder- lanolsche Leeuw bezat en wat zeer weinig voorkomt bij civiele ambtenaren ook de Militaire Willemsordie. In den tijldi, waarin1 deze zeer venddenste- lijke man1 in opkomst was en zijn grootste krachlt ontwikkeldle, kon het ook zeer goed gebeuren, dat energieke jongelui, die niet anders dan zeer gewoon dorps-lager onder- wijb hebben genoten, in de cultures voaruit- jewamen en het hraChten tot administrateur van een suikerplantage, een werkkring, die hem verooriioofde op niet al te Imogen leef- tijd met een' groot kapitaal „in ruste" te gaan. iMaar die tijd is lang voorbij;. Indifi van heden is niet meer het Indifi van voor een halve eeuw, Wat echter niet zeggen wil, dat in Indifi in normale tijden werkkrachten over zijin. Daaraan ontbreekt veel. Duizenden jougeue- den kunnen er een> toekomst vinden, mits ze maar niet behooren tot de angeschooMe krachiten. Een volgenden keer hierover meer. Amhem 1922. A. r. W. Aan die Dammers Met dank voor de onvangen oplossingen van probleem No. 608 (auteur G. A. Den- troux). Stand: Zwart: 1, 6, 12, 13, 14, 16, 20, 21, 22. Wit: 23, 25, 30, 37, 38, 39, 42, 46, 40. O p lossing lot Intusschen neemt Yourovsky zijn maat- regden. (Hij gaat verscheidene dagen achter- een te paard uit; men ziet hem de oxnstne- keni doarkruisen, zoekend naar een plek, die voor zijin doeleinden geschikt te en waar hi;, de lichamen zijner slachtoffers kan doen verdwijnen. Ein deze zelfdie man met een cy- nisme dat alle grenzeni te buiten gaat, 'komt daanna dien tsarevitch aan zijn bed bezoe- ken. Verscheidene dagen gaan voorbijGolocht- choikiine en Syromoilotof zijn teruggekeend; al les te gereed.... Zorndag 14 Juli laat Yourovsky een pries- ter komen, vader 'Storojef, en geeft toestem- minig tot een godsdienstoefeuing. De gevan genen zijn dan reeds ter d'ood veroordeel- deni, wien men den troost van den igodsdienst niet mag onthoudem. iDen volgende dag geeft hij1 bevel den klei- nen Leonides Sedlnief over te brengen naar het huis Popof, waar die Russische wacht te gehuisvest. Den 16en, tegen zeven uur's avonds, be- veelt teiji Paul Medviedef, dien hij ten' voile vertrouwde, Medviedef stood aan het hoofd der Russische arbeiders, hem de twaalf revolvers, model Nagan te brengen, over welke de Russische wacht beschikt. Ate dit bevel te uitgevoerd, deelt hij, hem mede, dat de geheele keizerlijke familie nog dezen niacht ter dood1 zal worden gehracht en hij draagt hem op, het later aan de soldaten' der wacht te doen weten. Medviedef vertelt het hum omstreeks tien uur. EVen na middemacht dringt Yourovsky de vertrekken der 'keizerlijke familie bitumen, waar die leden van het keizerlijk gezin sla- pen, wekt hen evenals de overige personen. die biji hen behooren; en zegt hun zich gereed te maken em hem te volgen. Als voorwend- sel geruikt hij, dat hiji genoodzaakt is hen verder weg te brengen, aamgezien er oproer is in de stad en dat zij' in afwachtimg veiligar zullen zijn op de benjedenverddepdng. Allien zijn weldra gereed, men neemt eeni ge kleinigjhieden en wat kussens mee, waarmee gaat men langs de binen'trap naar de bin- nienplaats, van waar men in de kamens, die gelij'kVloers liggen, komt. Yourovsky gaat voorop met (SSikouLine, dan volgen de kei- zer, die Alexis Moolaievitch draagt, de kd- zerin, de igrootvorstilninen, diokter Botldne, Anna Demidova, Khartonof en Troup. -De gevangenen houden stil in het vertrek, dat hum door Yourovsky te aangewezen. Zij zijn oventuigd, dat mien de rijtuigem of auto- mobielen te gaan halen, die hen moeten weg- hrengen, en, aangezien1 het wachten misschien langi duurt, verzoeken zij' dat er stoelen wor den gebracht. Men brengt er drie. De tsare vitch; die niet kan staan vanwege zijn zieke been, gaat midden in het vertrek zitten. De keizer zet zich links van) hem, dakler Botkine staat rechis een weinig achter hem. De kei- zjeriin zit biji den muur (rechts van de deur, door welke zij' znjmi binnengekomen) niet ver van het raiarn. Op haar stoel, evenals op dien van Alexis, heeft men een kussem gelegd. Een vani haar dbehitens staat achter haar, waarschijnldjk Tatiana. In eeni hoek van het vertrelc, aan denzelfden kant, Anna Demido va. Ziji houdt nog twee kussais to haar ar- rnen. iDe drie andere groot-vorstinnen leu- mem tegen den1 achtenmuur, en rechts van baiar staan in den hoek Kharitonof en die oude Troup. I a.ng duurt het wadhten. Eensklaps treedt Yourovsky de kamer weer btonen, veigezeld van zeven Duitsch-Oostenrijkers en van twee zijner makkers, de commissartesen Eximakof en Vaganof, officieel aamgestelde beuls- tonechtem der Tchrezvytchaika. Medviedef te ook tegenwoordig. Yourovsky treedt naar voren en1 zegt tot den keizer: „Uw vrienden hebben u willen redden, maar het is hun niet gelukit en wdf zijn genoodzaakt u ter dood te brengen." Tegelijkertijd neemt hij 23—18 30—24 39—34 49—44 25—20! 20 27! 46 19! 1. 2. 3. 4. 5. 6. 12 :23 20 :29 29 :40 40 :49 49 :41 21 32 Goede oplossingen ontvimgen wij van de zijn revolver en' schiet dien af op den keizer, die doodelijk getroffen, neervalt. Dit te het seto tot een algemeene losbramding. Ieder der moordenaars heeft zijn slachtoffer uit- gekozen. Yourovsky heeft zich den keizer en den tsarevitch voorbehouden. Bij! de meeste gevangenen treedt de dood bijma oogenbluk- kelijk in. Alexis Nicolaievitch echter kreunit zwak. Yourovsky maakt met een revolver- schot een etod aan zijn leven. Anastasia 'Ni- colaievna te slechts gewond en begtot te gi'l- len als de moordenaars haar maderen. Zij bezwijkt onder bajonetsteken. Anna Demido va te eveneens gespaard door de kussens, waarachter zij zich verbergt. Zij werpt zich van den eenen kant naar den anderen en ein- d'igt ook met te vaillen' onder de sliagem der moordenaars. Door de verklarimgem der getuigen1 te men bij het onderzoek in staat geweest. het af- schuwelijke tooneel van den moord' to alle bijzonderheden weer samen te stellen. Deze getuigen zijn Paul Medviedef (1), een) der moordenaars, Anatole Yokimof, die ongetwij- feld de behulpzame hand reikte bij het dra ma, af onfkent hij het, en Philippe Proskou- rikof, die de mdsdaad1 beschrijft, zooals hij die van andere toeschouwers vemam. Alle d'rie maakten deel uit van de wacht to het huis Ipatief. (1) Medviedef' werd tijdens de inoeming van Perm door de anti-bolsjewisten in Fe bruari 1919 gevamgen genomen. Hij stierf een maand later te Jekaterinenburg aan viektyphus. iHSj beweerde slechts ten deele het drama te hebben bijgewoond en zelf niet geschoten te hebben,. (Andere getuigen ver- klaren het tegend'eel.) Het is het oude be- kende middel, waartoe ale moordenaars hun toevludit nemen' om' zich vniji te pleiten. (Wordt vervolgd.) N*. 90. 19M. Het vergaat dezen jonggeborene als zoovele anderen. De een vindt het kindje mooi, de an< der noemt het leelijk, en over zijn opvoeding wordt druk gepraat. De opvoeders vooral moeten het menigmaal ontgelden. Verstrekken zij het kind niet vol« doende kleeding en voeding, dan wordt na« tuurlijk het kind verwaarloosd. Geeft men het soliede kleeding en degelijke voeding, die uiteraard meer geld kosten, dan heet het soma dat in het huishouden de zuinigheid niet ge» noegzaam wordt betracht. Dit valt nog te meer in het oog als het kind, je met een zwak gestel of onder mingunstige omstandigheden ter wereld is gekomen. In dat geval moet voor goede kleeding en voeding met te grooter angstvalHgheid worden zorgge* dragen en zijn de kosten daaraan verbonden evenredig hooger. Als dan verder vadcr en moeder niet beschikken over ruime inkomsten en de tijden duur zijn, als zij soms zelfs steun moeten erlangen van naaste verwanten, dan doen zich deze bezwaren nog zooveel te erger gevoelen. Er wordt dan op de goede zorgen van vader en moeder door de familie o zoo gemakkelijk aanmerking gemaakt, ja het ge= beurt wel dat hun wordt verweten zichzelf met de voor het kind bestemde gelden te vcr» rijken. Dit beeld is van toepassing op het nieuwe hoogheemraadsehap. Immers is het nog in den eersten tijd zijner opvoeding (de organisatie is nog niet volledig geregeld). Zijn opvoeders (dijkgraaf, hoog» heemraden en hoofdingelanden) worden door menigeen uit de familie (dat zijn de ingelan. den) meer of minder scherp becritiseerd. Klachten van de familie over nierivoldoende voeding en kleeding worden gelukkig niet ge» hoord, dat wil zeggen over der. ijver en de be» kwaamheid van bestuur en ambtenaren wordt door de ingelanden niet geklaagd. Maar wel worden bezwaren vemomen over te dure kleeding en voeding van het jongske (te veel ambtenaren en te hooge salarissen voor bestuur en ambtenaren). Laat ons zien hoe het hiermede is gesteld. Gedeputeerde Staten bepaalden de jaarwed. den voor den dijkgraaf op 6000.den secre. tans op 5000.— tot 6500.—, den penning, meester op 4500.tot 6000.den inge. nieur op 5000.tot f 6500.Zonder dijk* graaf, secretaris, penningmeester en hoofd van den technischen dienst kan natuurlijk het hoogheemraadsehap niet worden bestuurd. Maar is deze kleeding wellicht te duur? De ervaring beantwoordde deze vraag reeds ont» kennend. Men moet niet uit het oog verliezen van hoe niet te sehatten waarde het is aan een instelling als deze, waarbij alles wellicht voor eeuwen uit den grond moest worden opge. bouwd, op de allereerste posten ook allereerste krachten te kunnen plaatsen. Dat is gelukt Maar ik spreek uit ervaring als ik verzeker, dat zonder deze salarissen die waarlijk in vergelijking met hetgeen andere hoofdambte. naren bij rijk, provincie en gemeente verdie. nen, om vooral het particuliere bedrijf niet te vergeten, niet hoog zijn het hoogheemraad. schap het met tweede.rangskrachten had moe» ten stellen. Die hadden, vooral bij den eersten opzet, nogal wat schade kunnen toebrengen aan gewichtige financieele en andere belangen. Die zouden ook niet krachtig genoeg op de bres hebben kunnen staan als het gaat om het bereiken van groot geldelijk voordeel. Men denke maar eens aan de vermindering der uit. keering door het hoogheemraadsehap aan de provincie, waarover ik den vorigen keer schreef, wat aan de belastingplichtigen van het hoogheemraadsehap jaarlijks honderddui. zenden guldens kan besparen. Het hoogheem. raadschap heeft daarop naar mijn stellige overtuiging volledig aanspraak. Maar zou men nu niet meenen, dat, om deze en andere billijke aanspraken erkend te krij. gen, de arbeid van eerste«rangsdcrachten noo» dig is? En verzinkt niet hierbij iets meer of minder salaris volslagen in het niet? Neen, hier is niet te veel en ook niet te dure klee» ding voor het jongske. Met minder ware het hem reeds in zijn eerste levensdagen ongetwij. feld slecht vergaan. Voor de verder® aanklecdJng eorgda de al< gemeene vergadering (dijkgraaf, hoogheemra. den en hoofdingelanden), op voorstel van dijk. graaf en hoogheemraden. Diensvolgens werden aangesteld: aan de secretarie 1 hoofdeommies, chef van de afdeelingen algemeene zaken en financi&i, 1 hoofdeommies, chef van de af. deeling kadaster, 3 commiezen, 1 adjunct»com. mies, 2 klerken en 1 bode; aan het kantoor van den penningmeester 1 commies, 1 adjunct, commies en 1 typiste; bij den technischen dienst 1 hoofdopzichter, 7 technische amibte. naren en 1 typiste. De technische ambtena. ren hebben atandplaats te Petten, Van Ewijck. sluis, Medemblik, Enkhuizen, Hoorn, Edam en Monnickendam en zijn ieder belast met de zorg voor een gedeelte zeewering en eventueel binnenwaterkeering. Dat zijn dus buiten de 4 hoofdpersonen goed geteld en niemand verge, ten 21 ambtenaren. Een heele hofhouding voor het jongsket Zoo zal men misschien geneigd zijn te zeggen. Maar nu zou ik er toch eens even op willen wijzen wat een reuzenkind het hier geldt, dat bijzondere en omvangrijke zor. gen vereischt, omdat van zijn wel en wee voor de geheele groote famielie zoo ontzaglijk veel afhangt, hetgeen 1916 heeft bewezen, toen zoo velen van die familie verkeerden in lang aan. houdenden „barensnood" (nood der woeste baren). Of om het nu zonder beeldspraak te zeggen, voor nagenoeg de geheele verdediging van Noordhollands Noorderkwartier tegen de zee zijn naast dijkgraaf, secretaris, penning, meester en ingenieur aangesteld niet meer dan 21 ambtenaren, deels werkzaam aan do bu» reaux te Alkmaar, deels over geheel Noord. hollands Noorderkwartier verspreid. Toch zeker nog wel wat anders dan het ambtenarenleger, hetwelk sommigen aanvan. kelijk bij het hoogheemraadsehap hadden ge« fantaseerd. Dat het getal vaste ambtenaren voor de drie diensten te zamen derwijze be. perkt is kunnen worden, welnu, ik heb niet de neiging spoedig in het openbaar iemands lof» trompet te steken, maar ditmaal moet het dan toch maar eens gezegd: het is voor een niet gering deel te danken aan het organiseerend talent van de drie hoofdambtenaren, secreta. ris, penningmeester en ingenieur en aan de ge» lukldge keuzen, die bij de aanstelling van per. soneel blijken te zijn gedaan. De jaarwedden zijn: hoofdeommies 3800.tot 5000. commies 2900.— tot 3800.—, adjunct>com» mies 2200.— tot 2900.—, klerk f 1700.— tot 2200.—, typiste f 1200.— tot 1700.—, bode 1500— tot 2000.—, hoofdopzichter 3250.tot 4500.technisch ambtenaar te Petten 2600.— tot 3600.—, met vrij wonen, overige technische ambtenaren J 2200.tot 3200.met vrij wonen. De salarissen zijn zeker niet te hoog om goed personeel te kunnen bekomen, als men let op hetgeen wordt uitgekeerd bij andere open, bare lichamen en door particulieren. Ook dieze aankleeding is niet te kostbaar. Purmerend. D. KOOIMAN. Intusschen, het is waar, mem moet nieit al te slecht van zijne medemenschen denken. Het pubhek, het volk, moet ook worden opgevoed in eerbied voor natuur en hygiene. Zooals ik ergens las: Shakespeare zei al: Gewoonte kan natuur (de natuur der mensohen) schier geheel veranderen, en onze landgenoot Beau« mont schreef: Soo oock het siwacko kinds gemoedt. Van jonghs ghestelt tot quaedt en goedt, Neemt in en an, houwt en bewaert En van ghewoonte komt den aerdt Ook dezelfde Jac. P. Thijsse die natuur» vriend is, maar ook een vriend van de merw schen, wil het denkbeeld van de openstelling der duinen niet zonder meer ter zijde leggen. Indien de stadsbevolking, zoo redeneert hij, nog niet meer gedreven zal worden naar de wanhoop der levensleeghedd, dan moet ze bij» tijds de natuur in. En dan komt het met dien vernielingslust" ook nog wel in orde. Hij wil echter niet verder gaan dan tot het opensteb len van de zoogenaamde verharde wegen in het duingebied, en tot successievelijk uitbrei" ding van het getal dier verharde wegen. B. en W. willen iets verder gaan. Zij willen het wandelen ook buiten de wegen toestaan, maar tegen eene hoogere betaling om het bezoek wat t© beperken. Er zou worden gevraagd 5 voor een jaarkaart, waarvan de houder met vier personen gebruik mag maken (nu kost een kaart 2.50) en 10 cent voor een 66n per" soons»dagkaart (nu 0^5 voor ten hoogste vijf personen). Een en ander willen zij als proef beschou< wen. De kosten voor meer toezicht, afrastering enz. worden geraamd op 15.000 per jaar. Ziehier de poging die men wil doen om aan de behoef te van onze groote»stadsibevolldng naar „de vrije natuur" tegemoet te komen. M66r dan eene poging Hjkt het m(j niet. De meesten zullen zich zoo'n uitgave wel niet kunnen permitteeren. Het groote publiek be. reikt men er niet mee. Sterker: dat hoopt men er buiten te houden. En onze bevolking in haar geheel is er dus niet mee gediend. Daar« voor zullen de plantsoenen en parken wel het gebruikelijk natuur»surrogaat blijven. Aan de uitbreiding daarvan moet daarom in de eerste plaats worden gewerkt. WAGENAAR Jr. 1-- 1l_ ywwt Lv_

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 9