Alkmaarsche Courant De Cbnrstons. Brieven nit Berlijn. imlBDiaatiBS van bud Paiisianna. Honderd Oris en Twintigste Jaargang, Woensdag 1 Jnni. Eeuilleton. Geneeskundige brieven. No. 133. 1922. DE PASSIESPELEN VAN OBER AMMERGAU. No. 50. In het stille dail der Amimer, niet ver van Garmisch. en Partenkirdhen, is het levendig geworden. Van het midden der maand af vloeit een onmetelijke strooin van vreemde- lingen naar dezen afgelegen hoek van het Beiereche bergland. Men hoort er alle talen, van elk land komen in een onafgebroken strdom de vertegenwoordigers naar hier. Het is. also! de geheele wereld hier, op deze plaats bijeenkomt. iHet kruis van Christus toont na jaren van verdeeldheid weer zijn grootsche volkeren-verzoenende kracht. Voor de eerste maal vindt het eeuwenoude gods- dienstige spel der Oberammergauer boeren en handwerkslieden van de 1 ijdensgeschiedenis van den Heiland plaats in een jaar, waarvan het getal niet door tien deelbaar is. Zeker, de oorlog was oak in 1920 voorbij, toen de vooretelling eigenlijk had moeten plaats vinden. Maar het doip leed nog omder de naweeen van de verschriikkelijke jaren1, waarin het 67 zonen oatnomen en andere ge- wond en ziek teruggebradht werden. !En de voedsdaanvoer in Duitschlamd was nog zoo moeilijk, dat voorziening in de behoeften van een slechts matig aantal bezoekers oamoge- lij-k scheen. Eerst dezen zooner zal deze schijn- (baar onbelangirijke zaak, die echter in de za- kelijke organisatie der Passiespelen zoo'n be- iangrijike plaats in neemt, naar wensch wor den opgelost. Heel eenvoudig en vanzelf gaait het echter ook nog niet. Doordat de Oberamr mergauers de 'levensmiddelen, noodig voor de voeding der gasten, opkoopen en door het feit, dat men een bezoek van tienduizenden buitenlandsche gasten verwadht, zijn de prij- zen rondom in het bergland, ja tot zelfs in Miinchen, onrustbarend om'hoog gegaan. Dat' staat in verband met de treinen, die men in Oberammergau niet gaarne ziet. Er is geen behoefte aan. De beroemde passiespelen, eens een geweldig, godewelgevallig Werk van eenvoudige menschen nit't volk, zijn meer en meer tot de Enropeesche reuzenondernemin- gen gaan behooren, wat helaas veel van de oude bckoring der opvoering heeft weggeno- men. Vooral de Amerikanen, in het bijzonder de vrouwdijke, werden. zoo verzot op de gods- dienstige opvoeringen, dat Oberammergau „in de mode" kwam, en dat was in zekaren zin achteruitgang. Ook nu hebben reeds mas- sa's in het Anmerdal hun intrek genomen. Men vindt in het dorp enorm groote aanplak- biljetten van Amerikaansche couranten. Mid den tussdhen de gezellige, bont geschilderde boerenhuizen vindt men een kantootr van Cook's reisbureau! Men ontmoet heele troe- pen Engelscfa sprekende menschen. Ook ver- der zijn de boditige nauwe straten vol met elegant gekleede reizigers. Automobielen en extra-treinen voeren er maar aan. Kortom, er zijn alle voorteekenen van een groote „sen- satie' en diaarbij de onsympathieke nevenver- schijnsden, die dit cultuurproduct vergezel- len. En tochHoeveel er ook is, dat den be- minner van volfcskunst in het uiterfijke, dat die Oberammergauer spelen omgeeft, ontstemt onuitwischbaar blijrt in hem de indruk van het spel van het lijden van den Verlosser. De aangeboren kunstenaarsbegaafdheid van de bowoners van bet Opper-Beiersche bergland komt hier ten zeerste naar voren. Zooals deze menschen spreken en zich bewe- gen, zich geven, zich bewust toonen van hun Christelijke zending, hoe zij uit aangeboren kunsten aaregevoel schoone groepen vormen, hoe uit hun midden wondermooie Bijbelsche figuren opduiken, baart steeds opuieuw ver- wondering. En hoe ook het nakomen van de vrome getofte uit de 17e eeuw, die het begin is geweest van de groote onderneming, die zich daarbuiten met speculatieve en andere profane dingen vermengt, in het theater zelf heerscht nog plechtig de oude wijding van1 het spel, die elken toeschouwer aangrijpt en beheersdit. 4800 bezoekers kan het kolossale gebouw, waarvan het dak bijna even hoog is als de dorpskerk, bevatten maar deze rne- Roman van Paul Trent. Uit het Engelsch door A. G. - Nadruk verboden. 87) Betty scheidide woeg met werken uit en reed toen naar mrs. Lendridge om1 hiaar een bezoek te brengen. Mark ontvinig haar en beiden waren zenuwachtig. „Het bedroeft me zoo wat ik omtrent uw moeder heb gehoord. Mag ik bij hiaar gaan?" begon Betty. „Ik zal het haar vragen." Mirs. Lenidridge stond er op, diat db be- zoekstter biji haar in haar kamer zou komen. Betty boog zich over het bed been en kuste haar bantelijk. „Ik ben zoo blij, dat je bent gekomen. Mark zal ons thee geven. Niemand schenkt zulke lekkere thee als MarkHeeft Janet het je verteld, lieve?" „Ja." „Miaink zal er zoo vreeselijk ondter te doen hebben. Zul je vriendelijk tegen hem zijn?" „Ik geloof niet, dat ik hem kan faelpen." „Dat kun je wel. Beter dan iemanid1 an- ders. Will je mij beloven bij hem. te zijn als ik geopereerd word." En later „Hij zal rnijn gezelschap niet begeereni." „AJs het ergste mocht gebeuren, kun jij' hem troostem zooals niemand anders." „Maar hij mag mij niet. Wij zijn vijan- den", protestberde Betty. „Toe, beloof het me'', smeekte mrs. Len dridge. „Ik kan mij niet aan hem1 opdnogen. „Je kunt het een of ander excuus beden- ken." „Ik kan1 slechts zeggen... dat ik mijn best zal dioen," lantwoordde Betty eindelijk. „Dat is mij voldoende... Dat beteeikent nigtfl Iuisftert met ingehouden adem, wordt door een gemeenschappelijk godsdienstig ge- j voel bezield, als op net tooneel de onsterfe- lijke tragedie van Golgotha voltrokken wordt. De vooretblling, die van den vroegen mor- gen, met een korte middagpauze, tot in den dalenden avond duurt, staat en valt met den vertolker van Christus'den poHenbakker An ton Lang, die nu reeds voor den derden keer die heilige rol speelt. Eigenlijk is hij op het oogenblik niet ]'ong genoeg meer. Maar de uitbeeldingskracht van Lang en zijn bewon- derenswaardig spreektalent is steric genoeg, om dit gemis bijna op te heffen. Wanneer men hem op zijn weg van de Intocht in Jeruzalem tot de martelaarsdood aan het kruis volgt. speelt zich voor onze oogen een aangrijpend tooneel af. Die intodht in Jeruzalem, waaxmee db spe- lers begin nen, is van oudtsfaer bijzonder mood door de Oberammergauera weergegeven. Een ander met dm naam Lang, welken velen in dit dorp dlragen, de hoiitsnijder Jo- hann Lang, is de regisseur der spelen, een theaterman van buitengewone begaaidheid en met aangeboren tooneelbloed, iemand, die als een ileerling van Max Reinhardt werkt. Het is geweldig, hoe hij het geheele tooneel met een1 volksoploop overstroomt. Zonder op- houden komen steeds nieuwe scharen uit dm achtergrond, vullm het breede podium, man- nen, vrouiwen en kindbren gesticuleeren en loopen door elkaar als een Oostersche menig- te, meegesleept in geestesvervoering, zif wui- ven met handm, met doeken, met palmtak- een den prefect der naastenliefde toe, die op een ezel over het tooneel rijdt. De trots der Oberammergauer regiekunst jrijn vender de levende beelden, die de voor- stelling afwisselm, tooneel en uit het oudb testament als tegenh angers van de voorstel- ling uit de geschiedmis van het nieuwe testa ment. Bewondering wekkm de uit talrijke beelden samengestelde groepm en het onbeweeglijk stilstaan der spelers, verscheidme minuten lang, zoodat mm denkt, levensgroote uit 'hout gesoeden altaargroepm voor zich te zien. Nlaast Qhristus is de best vertolkte rol die van Judas, door dm braven handwerksman Guido Mayr, die den zie1estrijd van den be- rouwvollen verrader natuurgetrouw weer- geeft. Dan1 volgt em edele Pilatus met trot- sche houding, werkelijk een Romein onder de Joden. Daarna de schitterende typen van de priestera en pharizeeers, de karakteristieke \ersChijningen der Apostelen, waaronder vooral-de roerend jeugdige gestalte van dm jongen Johannes de aaedaciht trekt. Tens'otte staat van de vnouwen voor aan de etherisch tengere, slanke m bleeke Maria, Martha Veith, in haar aangrijpende vertolilang van de moederamart. En onvergetelijlk is de indruk der gebeur- tenissm op net open tooneel. De ruimte voor de toeschouwers, die oorspronkeVijk ook zon der dak was, diaarna half gedbkt werd, heeft sedert 1900 een dak, dat op em hooge ijzer- constructie rust. Maar het tooneel zelf is on- bedefct gebleven. Ongelemperd schijnt in dm laten namid1- dag het licht der zinkmde zon zijliogs over de bonte groepm, speelt de wind met de fclee- deren en de lange harm der spelers want de Oberammergauers laten hun haar naar Oostersche wijze groeien, met gem sdiaar wordt het aangeraakt; ze vonnm het eenige theater-msemble ter wereld, dat gem pruiken en gem scbminken kent. En door de onbe- dbkte stra t an Jeruza^, die het door een dobk afge^ a middelste gedeelte van het ■tooneel fia -■nen, ziet mm als prachtigen achtergrond de bergen van het Ammerdal zich afteekmen tegen dm blauwen hemel. Door de innige samenkoppeling van kunst en religieuse cultus nadert men hier dm oer- tijd van de ckamatische kunst. Kunstbeoefe- ning groeit uit em diepe overtuiging en le- vensopvatting van em geest, waarmee het ge heele volk doordrongm is. Vkaar vindt men dat elders nog heden ten dage? Hoe verder de gebeurtenissen van het dra ma zich afwikkelen, des to machiiger wordt hun indruk. Als in adiemlooze stilte, zonder dat op het tooneel em woord wordt gespro- ken, ChristusnLang de discipelm de voeten wascht, m hun het avondniaal reifkt, verbreidt zich een niet te ncemen godsdienstig gevoel door de ruimte. Als Jezus gegeeseld wordt overtreft deze indruk alle huivering, die ooit van em' geschilderd of gehouwen beeld uit- ging. Technisch wordt alles zeer handig uit- gevoerd. Achttien minuten hangt Christus- T *<Tg aan hef kruis, door mldcM van een coir- set, waardoor hiji aan het hout bevestigd wordt. Als de discipelm en volgelingm den doode van het kruis aemen, moeten ze daar- bij uiterst voorzidhtig en behoedzaain te werk gaan. Ze moeten de anmen heel langzaam laten zakken, omdat anders door de bloedop- stuwing bij em te plotselinge of te snelte be- weging levensgevaar voor dm spe1er ont- staat. Maar juist door deze teedere zorg wordt de voorstelxiug dubbel roerend. Mm voelt de smart der mannm, die den gestor- vene dezm liefdedienst bewijzm. Be heb bij deze voorstelilng volwassm mannm, en daar- ondier warm er zeker velen, die met em heele koffer scepticisme naar Oberammergau ge- komen warn, zien weenen. Het tooneel wordt tot kerk. Het innigste gevoel heeft in den naam van gewijde kunst uiidrukking gevonden. XXIX. Parijs, eind Mei. Heb ik het zoo erg mis, als ik geloof, mijn nichtje in de verte het meest plezier te dom met een opsomming van veel toiletjes, die me par-ci par-la opvielen m bekoordm? Ze waren van serge, popeline, reps, crepe, foulard, twill, taffetas, organdi en ze wer- ne jonge vrouwtje, dat je zelf bent, wat je sporktieve zusje zal uitzoeken en of je mama nu eindelijk eens wat er bij; vindt, dat met haar grootmoederlijke waardigheid overeen- stemt! Een z o m e r-d i n e r-j a p 0 n was van wit- te tafietas met dwars decollete en smalle schoudertjes (laten we afsprekm, dat ik in't vervolg allem maar vertel als het decollete niet dwars is!), de rok was niet al te ruim, had em ceinture van lange om de taille geleg- de zwarte franje, aan weerszijden vastgehou- den door ronde motieven van gitjes, waaruit lange kwasten hingen tot beneden den zoom van den rok. Dit toiletje kan ook in zwart of em ander kleur worden gemaakt, maar wit met zwart is wel heel pittig enheel mo- dieus. Em robe van beigecrSpemarocam zag ik op Auteui, het lijfje was gedrapeerd ter hoogte van de taille, uit het afhangende arms- gat mouwen van crepe georgette, aan weers zijden van den rok een soepele baan „en mouchoir" (met een punt naar beneden) val- lmd. Op de courses worden veel robes met kleinecapes gedragen; ze zijn soms van bedrukte foulard met effen foulard gegar- neerd en met een effen cape'je. Die foulards zijn lang niet altijd in het stereotype zwart- met-wit of blauw-met-wit, dikwijls vormt b.v. grijs of beige het fond en meestal is 't pa- troon in meer dan een kleur gedrukt. Die car pes zijn soms niet anders dan em rechthoek van effen zijde met bedrukte zijde gevoerd en kunnen ook diwijls omgekeerd gedragen wor den; ik zag zoo'n cape-vormige 6charpe of ech arpe-vormige cape van ongeveer 80 X 120 c.M. (ik had geen centimeter biji me op Auteuil!) van donkerblauwe toile de soie gevoerd' met de blauw en witgestreepte foulard van de japontwee linten steikken de cape-echarpe van vorm vast. Op een zwarte foulard japon met violette en witte ruiten werd een cape gedragen van' crepe de Chine. Een rechthoek sctoeen gerim- peld in een dubbele breed band van crepe en foulard, die aan de uiteindm smaller .verd. Die einden werden geknoopt, z66 dat de cape zelf van voren niet doorliep; de ge- hiiopte band (op het breedste deel 20 c.M.) omvatte de schouders, maar kan ook hooger gesloten worden, waardoor dan ook de cape wat meer zou sluiten. Een gedrapeerde rok van prune cr6pe d e Chine met hooge boord1, links gesloten, nauwe lange mouweni had eeni jabot van em lichter tint crepe georgette en een strook van af pols tot elleboog uit den mouwnaad val- iendsmal bij de pols, geleidelijk breed' wor- dend; die strooken waren opengezoomd met prune zijde. Een costume van m u i s-g r ij z e crepe m a r o c a i n had aan het manteltpe, dat ta- meLijk lang was (even boven de knieen), met ruimte neervallende soepele revere, waarvan de rechter doorliep tot ae sluiting opzij1 in de taille, bestaande uit twee stalen knoopen door koordjes verbonden. De mouwen viden iets ruim van onderen. In deze beide laatste toiletten kan ik me je van jou meer dan van dfe meeste vrouwm. 'k Zou, o, zoo graag hlijven leVen, lieve. Ik hun ker er naar Mark's zoou ini mijn airnen te houidien en dam zal ik tevreden kumnen sterven." „U mag dlaai nog wel lang leven en heel oud worden om dat te zien." „Dat geloof ik niet," zei mrs. Lendridge vertrouwelijk. „Denkt mji er over te trouwen? Dat wist ik niet." „Mark zal trouwen met de vrouw, die hij liefheeft, zoo spoedig dat maar m zijn inacht staat." „De vrouw, die hij! liefheeft," herhaalde Betty m vertrok daarop spoedig. Zij was onder't maar huis rijden zeer nadenfcend. De vrouw die Mairk liefheeft... dat moest natuurlijk Janet zijn. Er was niemand an ders. Hoe blind was zij geweest om dat niet eerder te zien. Janet deed' alles voor mrs. Lendridge. Zij had opcnlijk haar bewonde ring voor Mark bekend. Em Mark mocht Ja net gaarne lijden. Zij zouden heel goed bij; elkaar passen, en toch Voor het eerst in haar leven was Betty rich bewust, dlat ziji hevig jaloersch was op een andere vrouw en dlat gevoel was heel onaan- genaam. IHDOFDSTUK XXX. 'Betty had de werkplaatsen doorgeloopen en met voldoening opgemerkt, dat er met spoed werd gewerkif aan; het ten uitvoer hren- geni van de groote besiteliing der Luchtvaart- vereen'iging. Eens heonnerde zij zich Mark's waarschuwing m d'acht zij een volgend oogen blik aan de mogelijkheidi dat de nieuwe mo- toren de strenge proefnemlng, die was be- dongen, niet zouden dooretaan. Ail's dijt momt gebeuren, dan zou haar positie wer kelijk heel ernstig zijn. Zij einidiigd'e haar romdigang in' de werfkplaaits voor proefnemin- gm, waar Tom' Sylvester haar met em glimlach ontving. Aan een plotselinge opweUing toegevend, deedde ziji hem de waarechuwing mee, die Mark haar had gegeven. „Is er iets van aan?" vroeg zij eindelijk. „Eerlijk gezegd, miss, voel ik mij niet ge- heel gerust" antwoordide hij met weerzin. „En toch liet je miji de bestelling aanne- men." ,,'Nleen, miss, ik heb wel opgepast u in eenig opzlcbt te radm. Maar ik zou mij niet bezorgdl makm. Ik verwacht, dat zij het best zuiilen doen ofschooin1 het mij niet aanstaat wat nr. Lendridge heeft gezegd. Hij weet wat hij zegt. Ik wou, dat wij hem hier hid den." „Ik ook," zei ze met een zucbt. „Ik stel geen vartnouwen in mr. Travers." „Ik ook niet" zif vermande zich met moedte. ,yDat bedioel ilk zoo niet. Ik mag niet vergeten, dat hij mijn bedrijfsleider is." „HSj praat te veel. Ik diurf om alles wed- dm, diat mr. Lmdridge al zijn inlichtingen van hem krijgt. Ik weet, dat ziji elkaar af en toe ontmoeten." iHet bloed steeg Betty naar't gelaat, maar zij zei niets op deze bewering. Toen zij' echter in haar kamtooa; was te- ruggekomen, vroeg zij Travere op den man af „Hieeft u mr. Lendridge onlangs gczien?" „Ja, ik onittnioet hem vriji dikwijls." „Hleeft hij1 u nooit naar den nieuwen mo tor gevraagd?" „Wij' hebben er over gesproken zooals we het ook over zijn motor hebbmi gehad". „Vindt u dat veretandig gehandeld?" „Waarom niet? Er is aan gem dler beide machines iets geheims. De ontwerpen worden door die wet beschermd. Ik heb, eerlijk ge- zegdi, zijn raad ingewonnen en „Heeft u nr. Lendridge om raad durven vragm?" riep ziji verontwaardigd. „Ik zie niet in, waarom ik. dat niet zou doen. Ik hecht veel wiaarde aan zijn opinie." mama met haar jeugdig-alanke flguur h.661 goed voorstellen. De „petite robe" is van serge, reps, popeline: coupe en garneering zijn heel een voudig. Het model is meesetl afgeleid van de robe-chemise, het wordt verwijd door rechte groepm plooien of de japon is gespietm over een onder-rok van dezelfde stof of ze aluit kruiselings op zij met een groote knoop of gesp. Groepjes gecireerde galons of biais van gckleurd laken marqueeren de omtrekkea en dikwijls ook het armsgiat. Deze petites ro bes hebben meestal gem wijde mouwen, die wel gracieus, maar onpractisch zijn voor hui- selijke kleeding. Ik heb een eenvoudig jurkjevanbeige reps, het heeft een lange taille, is kruise lings gesloten met wat ruimte in den rok op de plaats van sluiting, maar de rok is niet opgenomen; rondom loopt een boordsel van marineblauw laken. Langs de V-vormige halsuitsnijding een dubbele gepijpte strook van witte organdi, die plat doorloopt langs de scheeve sluiting tot d.e knoop op zij in ae taille. Onderlangs de nauwe lange mouwm ook een dubbel gepijpt strookje, dat in den achternaad nog even naar boven dOorgaat. En dan nog een donkerblauwserge japonnetje met drie breede band-en van smal le zwarte tresjes, den onder aan den rok, edn z66 aangetbracht, dat het zwarte laken cein- tuurtje hem juist in tweeen deelt mi den daar- tuisiscnen. Om de nauwe mouw van pols tot onder elleboog ook een breede band tresijes. De japon sluit links „b la russe" onder een zrwartlaken band. Em breede berthe van witte organdi met em biais van zwarte or gandi geboord, draag ik er soms op; die berthe is gespietm op de plaats waar de ja pon ook sluit. iPiqud, crepe georgette, organdi (glasba- tist) geven de charme aan zoo'n eenvoudig jurkje, dat rustig van kleur is: beige, marine of het gebrand-bruine tintje „pain brule". diat zoo in de mode is. Deze kleur is nogal rustig, maar over bet algemeem is het beter de geprononceerde mode-kleuren in kleine hoeveelhedm toe te passen, omdat het ge- distingueerder, is enomdat em- garni- tuur gemakkelijker is af te tornm dan em heele japon van kleur te laten veranderen. Omdat em zomerhoed van em vorig seizoen niets meer is dan een' desiillusie, kun- nen we heel veilig een modekleur op onze hoeden toepassen en zelfs een rood hoedje .wagen, het is gauw genoeg verkleurd! Trou- wens' rood is allem maar modekleur voor de tails: hroderies, boordsels, bloemm etc. De keluren voor heele robes zijn zwart, wit, zwaiteenhwit, mauve, geel, „pain brule" at amandelgroen, d. w. z. de zacht-grijsgroene kleur van de amandel-v r u c b t. De ge kleede hoedm zijn alle groot m in dezelfde tinten als de robes. Ze zijn van tafietas of crepe de Chine of van gekleurdtrans- parant paardenaar, waar doorheen zoo flatteus de zon Op het gezicht speelt. Ze zijn gegarneerd met bloemen of gedrapeerd lint, soms met touffes van lusseu neel smal lint (1 c.M.). Het model, vooral voor paar- dehaar is die capeline, de breeidgerande hoed, die aan weerszijden iets neerhangt. Em sportjurk van witte cnepon, lang recht lijfje, heel korte kimono-mouwtjes; de rok is aan het bovenstuk gerimpeW onder een wit met groen gestreept lint, di'tzelfde lint onderlangs de mouwtjes m rechtcpstaand langs het dwarse decollete van voren ge- Strikt. Voor watersport em1 eepliseerde witlinnm rok, waar overheeni em loshangei> de matrozekiel van wit linnen met marine- blauwe kraag, marine boordsels ondaraan, lange ruime mouwen, bovenlangs de fwee zakjes en twee lange smalle reeprn 2 Is dasje gestrikt. En de meest zomersche van alle zomerstof fm, de 0 r g a n d i, zullm we weer dxagen in alle modetinten, effen en gefborduurd, met a- jours en plisses en bouillonnes, maar altijd met ruime rokjes en veel met een hoed van organdi, die eigenlijk bij niets anders past dan bij een japounetje van hetzelfde weefsel en bij elke andere kleeding armelijk staat. Draag vooral nooit op straat lichte zijden toiletjes, niets is z66 de mauvais gout en doet z6o denken aan't afdragen van een- avond- japon. Voor de stad zijn er linnen pakjes en tussor mantels en donkere crepes, van zijde, wolkatoen, genoeg keuze voor elk klimaat. Een mantel met pel e r i n e (douil- lette) van wit piqu£, de cape gefestonneerd met groote schulpm (6 k 8 c.M.), hoedje met opgeslagen rand, die ook geschiulpt is. Een schort-jurkje, om te dragen bij „Denkt u, dat hij u eerlijk zal radm?" ,jZeker. HB is zoo eerlijk als goud." „Miaar hij bestrijdt mij. Wij zijn vijan- d'en „Dat inaakt niet het minste verechil Al hiaatte hij u „Hij; hiaat mij?', zei zij snel „Dan zou hij toch nog aMjd eerlijk zijn meaning zeggen." „Vroeg hij u ook het een en ander omtrent onze nieuwe machine?" „Ja, maar ik vertelde hem allies vrijwillig. 'k Ben niet 'geheel voldaan „M)aar u ried mij toch aan de bestelling aan te nemen", hield zij vol. „Wij waren erg veriegen om wenk. Wat hij heeft gezegd, heeft mijn opinie gewijzigd1. Ik ben nu niet meer zoo zeker als ik was." Betty keek haar administtiateur met open- lijke verach'tkig aan. „Hlet kiomt mij voor, dat u niet geschikt is voor uw betrekking." ,,'k Vindi die in elk geval niet aangenaam." „U is vrij om te gaan." „Ik wensch u niet in ongelegenheid te brm- gen." „Dat zal u ndeit doen", bracht zij- haastig in het midden. „Het zou wellicht nog ver- kieselijker zijn ials u dadelijk heenging. Ik zai' u nu een cheque geven." „Dank u. Tc Zal mij dan meer op mijn gemak voelen. Luister eens, miss Churston: u heeft een werk op u genomen, dat te zwaar is voor een vrouw. Volg mijn raad op en biedt Lendridge aan hem te geven war zijn enndities zijn om bij u terug te komm," zei hij ernstig en was verbaasd over de boos- heidi, die haar gezicht uitdrukte. Ze zei echter niets, maar gang voort met het schrijiven1 van die cheque, die zij hem daar na ter hand1 stelde. „Ifc hoop, dat er geen wrok tusschm ons bestaat," begon hij ernstig. ,,'Niet van mijn fcant, diat verzeker ik u", antwoordde zij; koel. een effen batisten (brassitere) blousije: een breede band om het lijfje, gefestonneerd met fijne schulpjes, puntig uitloopend, hieraan geriinpeld een rechte lap, van onderen gefes tonneerd; dit schorfcje heeft twee lintjes, schouderlintjes en. twee lange linten aan de dlwaree band om het lijfje, die het van voren dichtstrikken.voor wie kies je deze laatste twee kleedingstukjes? COLINE. 1. Alle begin Is moeilijk, De waarheid van dat woord Is mij zelden zoo duidelijk geweest als op dit oogenblik, nu ik voor de eerste maal aan uw verzoek ga voldoen, om af en toe voor uw blad een ge- neeskund'igen brid te schrijVen. Dat verzoek klinkt zoo eenvoudig. Maar toch acht ik het zeer waarschijnlijk, dat de beteekenis van die vraag voor ons beiden niet dezelfde is. En aangezien het er toch om te doen is, dat wij elkaar goed begrijpen, is het misschien het beste om dezen eersten brid te schrijven over „den geneeskundigen brief'. Daaraan is nog een voordeel verbonden en wel dit, dat uw lezere dan ook meteen zoo ongeveer weten, wat hen te wachten staat* Homme averti en vaut deux! Staat het hun niet aan, dan kunnen zij in het vervolg deze brieven overslaan, tenzi] de meerderheid der lezere van die meening mocht zijh, in welk geval ik u waarschijnlijk niet zou aanstaan en u mij zou verzoeken, de volgende brieven maar liever ongeschreven te laten. Om over een geneeskundigen brid te spre ken, dienen wij te beginnen met het eens te worden over de begrippen geneeskunde en brief en daarna moeten die &ide begrippen in verband met elkaar beschouwd worden. De grond-wetenschappen der geneeskunde uit den aard der zaak bedoden wij alleen de geneeskunde van den mensch zijn de anatomie en de physiologie. Het mensdielijk lichaam leeren wij kennen in zijn bouw, zijn bestanddeelen, zijn vorm, niet alleen door het van buiten te bekijken maar door elk deel af- zonderlijk te onderzoekendit is slechts moge- lijk door die deelen uit elkaar te halen, te ont- leden. Nlaast de door deze ontleedkunde ver- kregen kennis komt dan de leer der verrich- tingen', waardoor bekend wordt hoe elk deel voor zich of in samenhang met andere deelen werkt, beweegt, iets in zich opneemt of af- geeft, in stand gehouden wordt en zich verme- nigvuldigt. Dit alles is het domein der physi ologie of verrichtkunde. De basis der ge neeskunde berust dus in twee woorden: op vorm en functie. De beteekenis van een brief kan ook in twee woorden worden uitgedrukt: vorm en inhtoud Over den vorm kan ik kort zijn, omdat deze voor elken schrijver als een onveranderlijke grootheid kan worden beschouwd en eerst na langen tijd1 een schrijver zijn stijl en' woor- denkeus zou kunnen veranderen. Maar de inhoud is onbegrensd te kiezen, d.w.z. voor een willekeurigen brief. Niet alzoo voor een geneeskundigen brief. En zoo komen. wij on- gezocht tot het verband tusschien dieze brie ven en de geneeskunde, en tevens tot de moei- lij'kheid om het arbeidsveld te omgrenzen. Een ding staat vast: dat u geen lessen in geneeskunst wenscht, al probeert ieder op zijn tijd om als geneeskundige op te treden. Bekend is het verhaal van den hofnar, die op de vraag van zijn vorst, weik beroep in zijn land wel de meeste beoefenaren had, zonder aarzelen antwoordde: geneesheer, Sire! En hij bewees wat hij zei, door den volgewden dag met een kiespijndoek om het gezicht aan de poort van het paleis te gaan staan. Ieder, die voorbij kwam, gaf hem goeden raadi tot den vorst incluis. Neen, het kan niet uw bedoeling zijn, dat ik beproeven zou, den dokter overbodig te maken. En daartoe zou ik als rechtgeaard medicus ook niet gaarne medewerken. In de oudheid werd de geneeskunst door de pries- ters uitgeoefend. Daar is het zeker aan toe te 1 schrijven, dat de geneesheeren zich steeds hebben aaneen gesloten tot een soort fcaste, waar een ander niet mocht binnendringen. En aan dezen geest is het voor een deel toe te schrijven, dat de geneeskundige wereld een zekere angst heeft voor het populariseeren van haar wetenschap. Maar toch is het niet alleen deze angst, die de populaire genees kunst als een gevaar doet beschouwen Zoo- wel de geschiedenis der geneeskunde als de dagelijksche ervaring der practtseerende art- sen doet de overtuiging ontstaan dat mis schien op geen ander gebied als dat der ge- iBetty voelde zich opgelucht, toen Travere was vertrokken' en began dadelijk brieven te dicteeren, waarin zij iemand vroeg om zijn Elaats in te nemen. Toen keek zij op haar orloge en slaakte een kreet van schrik. De assistent-bedrijfeleider een jonge man, Heathcote genaamd, werd op het kantoor ontboden en met het opzicht over het werk belast. „U moet de zaken leiden- totdat ilk een nieuwen administtiateur heb aangesteld", verklaarde ziji. Toen haastte zij zich naar haar auto en reed' in alteriji naar de woming der Lerudrid- ge's. Haar instinct dreef naar de werkplaals en zij klopte zacht tegen de deur. Tot ant- woord verscheen Mark met een strak en bleek keek haar somber aan. „Mag ik binnenikomen'?" vroeg zij. „Wat kan ilk voor u doen antwoordde hij stroef. „Ifo maak mij, bezorgd over uw uw moeder. Is het gebeura? Mag ik binnenkomen?" vroeg zij1 weer en zonder zijn1 lantwoord af te wachten, ging zij hem voorbij1. ■Mark volgde haar in de werkpflaata en keek haar somber aan." ,,'k Weet zeker, d'ait het niet is wat gij vreesit", zei ziji vriendelijk. ,,Hoe kan u dat weten?" 'Hij leed ontzettend en de onzekerheid was bijna ondragelijk. De minuten waarin hij, bad zitten wachten, hadden hem als zoovele uren toegeschenen en nu was Betty bij hem ge komen? Waarom. was zij gekomen? vroeg hij zich wrevelig af. „Ifc zie, dlait u een. theepoit heeft en alles wat diaarbij' behoort. He heb aan niets zoo'in zin als aan een kopje thee... Zoo, dus hier doet u al uw schitterende proeven. Ik hoop, dat ik niet te vrijpostig ben. Misschien is hier iets dat u liever heeft, dat ik niet zie", zei zij zenuwachtig. (Wordt vervolgd).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5