Alkmaarsche Gourant
De Cborstons.
Vrftdag 9 Junl.
Gemeenteraad.
Fenil-leton.
Honderd Drie an Twintigste Jaargang.
De heer We6terhof oordeelde, dat de
groote vraag is of men. scholen wil hebben
voor ieder toegankelijk of standenscholen.
Theoretisch zijn de scholen die opleiden ook
toegankelijk voor alien, maar practisch maakt
men de standenscholen volkoinen en spr. ge-
looft niet, dat dliif voorstel de stem zal krijgen
van 66n arbeider ip den raad, want dit zou
verraad zijn aan zijn eigen klasse.
Mevr. A u k e s De wijze van het geven
der leerstof is anders.
De heer Westerhof: Maar dezelfde
leerstof moet gegevcn worden. U zit nog vast
aan het oude systeem. Spr.'s meening steunt
op het oordeel van deskundigen, een kind kan
men op 6-jarigen leeftijd in zijn aanleg niet
voor M. O. beoordeelen. Dan is nog niet te
zien welken aanleg de kinderen hebben en
ook de economische omstandigheden van de
ouders kunnen in 6 jaar zeer veranderen. F.r
is geeni erakele steekhoudendle reden, waarom
dit systeem moet worden gevolgd. Het
wordt dan ook slechts in behoudende go-
meenten ingevoerd. In Leeuwarden voerde
men in wat de Bond van Ned. Onderwijzer*
wilde.
De heer H. E. B o s m a n Heb je de agl-
tatie gezien daartegen?
Dc heer Westerhof Moet jij daar-
over beginncn? Je nioest je schamen. Die
kwam van je economische tegenstanders.
De heer II. E. Busman: Het belang van
het openbaar onderwijs moet men in hot oog
houden.
De heer Westerhof: Dat Is bij je-
lui R.K. in slechte handen. Laten wij! elkander
geen Mietie noemen. Je moest je schamen om
te helpen net openbaar onderwijs te vermoor
den.
De heer Bak: Jelui wilt ons onderwijs
vermoorden. De christelijke school
De heer Westerhof Dat zit ielui
hoog, maar beantwoordde ik reeds eerder. De
heer Cloeck is een rechtsche wethouder cn
werd reeds door de heeren Bak en Leesberg
tot de orde geroepen. Het is een schande, dat
het moordplan om de openbare school te ver
moorden wordt ingediend door den vroege-
ren vrijz.-dem. Cloeck. De standenscholen
zullen bloeien, maar de scholen die 7 jaren
Roman van Paul Trent.
Uit het Engelsch door A. G. - NadlruS
verbodten.
39)
„Ja, ik ben zoo rnoe a Is eon hand, lieve.
Ik heb zware uxen gehad. Maar ik wou die
lieve vrouw zoo graag ini het leven behou-
dien. Zij laat je hartelijk groeten en draagt
me op je zeer te bedaraken voor al je zorgen
en goedlieid voor Mark."
„Hiij is van morgen zekcr heel gelukkig?"
Jia, hiji gedraagt zich als een jongen'
als een lieve jongen."
Weer bekroop Betty een gevoel van jalou-
zie. Zij was benieuwdl iof Janet en1 Mark ge-
eragageerd waren of dat er enikel' een bij bon
der goede verhoudilng tusschea hen bestomd.
Zij zou dialt gaarne gevraagd hebben, maar
de moedl ontbrak haar daartoe.
Den volgeradien miocrgen ging Betty naar
London en het gelukte haar een nieuwen be-
drijfsieiJder te viniden. HSf heette Ashton en
was een geschikte miain, maar hij vroeg een
hoog salaris, waarin zij na eeniige aarzeling
toestemde. Er brak nu een dnikke tijd voor
haar aan. Ashton werkte zich geheel in
den staat van zaken bij „Churstons" in. Hij
was een bekwaam irageraieur en na een lang
gesprek met Sylvester toonde hij zich niet
verrukt over dtan nieuwen motor. De bestel-
ling van de Luchtvaart Vereeniging werd1
zoo spoedig mogelijk uitgevoerd.
Asnton was een heel adder soort man dan
Travers, hiji gaf zijn opinie zeer beslist te
kennen.
,,'t Is een gew,aagde zaak 't kan zeer
weinig lijidlen. Ik kan inij niet bpgnjpen hoe
u in zuilke strenge voorwaarden heeft toe-
gestemid. Er bestaat kans, dat u met die heele
hostelling blijft zittera. Dat zou lleelijk zijn",
zei hij.
lang volledig lager onderwijs zullen gevera,
worden kapot gemaakt De mooie bijzondere
scholen iokken de ouders die in krotten wo
nen en wij zien in de dixit, school' niet zoo
als zij in de openbare de voorpoorten der hel
Wij zullen voor het front van het volk vertel-
len wat de heer Cloeck en het rechtsche col
lege onder den hoon van rechts doen: de
openb. school vermoorden. Wij zijn voor de
dem. school en steunen het verzoek van den
Bond van Ned. Onderwijzers en aanvaarden
hun toelichting woord voor woord. AJs dc ar-
beiders in de rechtsche fractie in het belang
van de fractie medegaan, dan zult u, mijnheer
Cloeck, in Alkmaar de glorie van de ver-
krachting van uwe principes beleven en de
openbare school hebben vermoord.
De heer Cloeck wenschte alvorens de
voordracht te verdedigen een woord van dank
te brengen aan den heer Adema, voor de door
hem gesciireven artikelen.
De heer Westerhof: Die je aan je laars
hebt gettapt.
De heer Cloeck: Ik dank hem voor den
zin, waarin hij verzocht zienswijze tegenover
zienswijze te plaatsen en omdat ik hem ver
zocht had de artikden te schrijven.
De heer Westerhof: Hd? jij dat ver
zocht? Jiji had het Ons B'lad moeten vragen.
De heer Cloeck (bratiht ook dank aan den
heer Blokker voor wat deze schrecf, doch nie-
mand reageerde erop. Het N.O.G. cn de B.
v. O. vergaderden met een dozijn menschen
en spr. wist,, dat hij van den heer Westerhof
toch het voile _pond zou krijgen, omdat hij
reeds zeide „je bent minder dan niets". Je
moet bewijzen, dat je wil, dat ik bdijf.
De heer Westerhof: Dat was irohisch.
De heer Cloeck koestcrde aanvankelijk
andere idealien, maar moet als niet-onderwij-
zer zich houden aan deskundigen. Na het
tweede artikell van dan heer Adcma was er
nog geen belangstelling voor onderwijszaken.
Spreker verheugt zich er over, dat het N.O.G.
instemming betuigt met de bijlage cn het viel
hem tegen, waar de zaak zoo lang aan de or
de was, dat hij pas Zondag voor de raadszit-
ting de bezwaren van den Raad kreeg.
De heer H. E. B o s m a nAls het een van
cantieregeling was geweest, waren ze eerder
geweest.
De heer Westerhof: Precies Bak; ze
hebben jea ardig bewerict.
De heer Cloeck had graag de aandacht
en hoopte. dat men van middag een oogenhlik
zou spreken over het belang van het kind.
De heer Westerhof: Verkoop nu geen
comedie en zeg maar, dat je omgedraaid
bent.
De voorzitter hamerde.
De heer Clock ging voort en betoogde,
dat men als raadslid niet zoo over rijfers be-
schikt dan als wethouder. Spreker somde de
door den heer Daalder reeds gepubliceerde
rijfers op.
Op dill oogenhlik bleek, dat de scholen
reeds aan de eischen voldcen. Er is geen
staudenschool in Alkmaar. Altijd is er ge-
tracht de kinderen te plaatsen op de scholen,
die de ouders wenschten.
Begaafde kinderen werden zelfs op de bur-
gerschool geplaatst zonder betaling.
Wat het N.O.G. wil was ook eenmaal spr.
meening, doch het ondoelmatige daarvan was
hem gebleken met het oog op de ontwikieling
van de kinderen op 6-jangen leeftijd. De ont-
wikkeling op 6-jarigen leeftijd is wed af te
meten naar de omgeving, niet de begaafd-
heid, maar er is eenmaal een groot
verschil in vr twikkeling tussdien een kind,
groot geb in een gczin, waar men er
alle zorg besteedde, of waar men hri
loopen lict. >e B. v. O. wil in de ecrstc 6
jaren hetzelfde. Alleen in uitvoering het nu
verschillend. LLid u de zaak medegemaakt,
dan was u tot de overtuiging gekomen, dat
het in het belang van het kind is, dat reke-
ning wordt gehouden met de gesteldheid der
kinderen.
De ontwikkeiing op 6-jarigen leeftijd is niet
gelijk en overplaatsing van de eene school
naar dc andere is altijd mogelijk als er plaats
is.
Het onderwijs in taal en rekenen moet ver
schillend zijn naar gelang het onderwijs dat
men verder gaat volgen.
De mogelij'kheid om na 6 jaar M. O. te vol
gen is er en wij moeten er voor zorgen, an
ders richt men bijzondere scholen op. Er zijn
menschen die meenen het z.g verloren jaar in
deze tijden niet te kunnen missen.
Spr. meent, dat de ouderavonden veei kun
nen doen. Die brengen de ouders in aanra-
„Dat zou't heel leelijk."
„lk wil1 nog eens met Sylvester spreken, hij
is een vensltandiig man."
Betty voeide zich na dit gesprek niet op
haar gemak, doch het gaf niets of zij er jal
over tobde. Zij kon onlkcl wachten totdat de
motor gereedl was. En in dien tijd verdween
haar air van zelfventrouwem voor een goed
deel. Zij deed geen poging haar nieuwen be-
drijfslieider zijn werk voor te schrijven, maar
liet hem vrii spel in de fahriek.
Zij had Mark sinds eenigen fijd niet ge
zien. Janet was naar London teruggekeerd,
zoodra mrs. Lendridge goed eni wet op weg
van beterschap was. Maar op een Zondag,
toen zij1 een wandeling dcodi, kwam zij een
•liaag rijtuigje tegen, dat door een- ponny ge-
trokken en door Mark besftuurd werd.
Zijn moeder zat, door kussens ondersteund,
naast hem en mrs. Lendridge begroette haar
met een innemenden glimlach van verwelko-
ming.
„lk: had gedacht, dat je me eens zou ko-
mi] opzoekm," zei ze verwijtend.
„lk heb het werkdijk heel1 druik", iant-
woordde Betty naar waarheid.
„Maar je had voor mij toch1 wel een uurtje
kunnen over hebben. Wij gaan nu naar huis.
Mark, stap jij uit, loop er bij aan met de
teugcls, miss Ghurston ziet er vermoeid uit,
zij kan dan naast mij komen zitten1", zei mrs.
Lendridge gederideerid en Mark gehoor-
zaamide dadelijk.
iHij' had! Betty niet laangekeken en evenmin
tot haar gesproken. 'Hij had verlangd en er
toch ook tegeni opgezien haar te ontmoeten,
want hij1 wist, dat de tijd der bestissimg voor
haar zeer nabij was.
Qmi de waarheid te zeggera kende hij
Ashlton heel goed', hij 'had dizt ook reeds
meermialen met Iden1 nieuwen bedrijfeleMe ge-
spnoken. Era hetgeen hij had vemomicn, be-
vestigde hem in zijn opinie, dat de „Chuxs-
tora" miotoren raiet bij de proefnemirag door de
Ijudhtvaart-Vereeniigirag zourien voldoen. Diep
in zijn baxt was Mj met Bety begaan. Het
king met de onderwijzers. Spr. verwacht, dat
als een onderwijzer hoort, dat een kind op
een opleidingsschool geen verder onderwijs
zal krijgen, hij zal adviseeren om' het op een
eindschool te doen. De Bond vraagt onthef-
fing van standenscholen, maar die bestaan
hier niet.
De heer Westerhof: Dus die onder
wijzers malen maar een beetje.
De heer Cloeck geeft op deze vraag geen
antwoord. Van den voorzitter der afdeeling,
den heer Kooijl, vernam hij, dat in zijn klasse
van de Burgersehool er niet 46n uit de betere
standen zit. Op de school gaan 223 kinderen
en op de ouderavonden waren 18 ouders Dat
is de belangstelling en daarom meen ik, dat
uw belangstelling niet het belang voor het
kind beoogt.
De heer WesterhofDat past predes
in uw kraam.
De heer C1 o e c k Ja, u hebt mij wat be-
loofd bij die begrooting. Spr. ging voort met
aan de hand van de cijfers na, dat rekening
gehouden moet worden met het verder te vol
gen onderwijs. De school is een brug tus-
schen het huisgezin en de maatschappij
Daarom is hij voor de coeducatie, dus voor
de gemengde scholen. Spr. heeft de geschie-
denis van de meisjesschool voor 15 jaar me
degemaakt. Toen was het een standen school
Spr. ging voort met de bijlage te bespre-
ken, het aantal gewenschte leerlingen en leer-
krachten. Wat de Bond1 vraagt is niet gemak-
kelij'k door te voeren en dit met het oog op
het gezamenlijk aantal leerlingen in de ver-
schillende klassen. In 1921 gingen 50 leer
lingen van de eene school naar de andere.
Voorts vestigden zich en vertrokken van hier
een paar menschen per jaar, zoodat 477 kin
deren in een jaar werden afgeschreven, waar-
door, hoewel er een maximum staat van. 40
leerlingen, dit gemiddeld 32 is
Spr. betwijfelt of het onderwijs door Heine
klassen wordt opgevoerd en de eisch van den
Bond is in deze te kostbaar.
De heer Westerhof: U praat als de
hoofden.
De heer Cloeck Gedurende 30 jaar
behoorden de onderwijzers tot mijn kennis-
sen en niet de hoofden; ik ben in onderwijs^
zaken wel huis.
De heer Leesberg: De hoofden zijn
toch ook onderwijzers.
Mevr. A u k e s Ze hebben ook een klas.
De heer Leesberg Het zijn de beste
onderwijzers.
De heer Westerhof: Dat is de vraag
nog. Ik merk wel, dat u in onderwijszaken
niet thuis bent.
De heer Cloeck ging voort met het be-
spreken van de bijlage en het adres van den
Bond. Spr. las een door hem opgesteld be-
toog, waarin het nut van het klasseboek werd
aangegeven. Spr. vond dit een ideaal en ver-
dedigde nader de voorgesitelde regeling. Spr.
oordeelde met het oog op de cijfers het recht
te hebben, dat er in de gemeente minstens 2
eindseholen zijn. Uitvoerig ging spr. na het
geen door het N. O. G. en den Bond ge
vraagd wordt Het is al mogelijk een kind op
5v<-jarigen leeftijd toe te laten.
Inzake voorbereidend onderwijs wil spr. de
wet afwachten. Er meldden zich nu maar een
100 kinderen per jaar aan. In totaal gaan er
200 kinderen op school, waarvan slechts 40
kosteloos
Mr. Leesberg was genoodzaakt door
den heer Westerhof, om iets te zeggen. Niet
spreker. maar de her Cloeck was dengene
die hulde verdient voor 'e wijze waarop
hij zich in de zaak nceft gewerkt. Steeds
tracht de heer Westerhof de zaak in .het
na-loel van het college te stellcn. Dan is er
g" homogeniteit en dan is er te veel homo-
getoteit. Spr. begrijpt de teleurstclling; reeds
langs verluidde net, dat de heer Westerhof
thans den heer Cloeck een beentje zou
lichten. Spr. wiist af het verwijt dat hij de
openbare school wil trachten te vermoorden.
Spr. is wettelijk verplicht de openbare school
net zoo goed te doen ziin als de bijzondere en
zal nooit dc wet sabotteeren. Spr. was juist
v66r afzonderh'jlc onderwijs voor meisies en
iongens bij het openbaar onderwijs, omdat
hij niet witde, dat het met erii voorwaarde bij
het biizonder onderwijs beter was.
De heer Westerhof: Bewifst u, dat af-
zonderlijk onderwijs beter is.
De heer v. d Bosch vond het vreemdl, dat
men rechts verweet de zaak in de war te sfu-
ren. De wet was met medewerking van alle
partijen tot stand gekomen. Waar is de begin-
seTvastheid van de ouders, die alleen otn een
mooier gebouw hun kinderen naar een andere
school sturen?
De heer Thomsen De hooge belastin-
gen bestaan hier wel.
De beer v. d. B o 8 c h was steeds v66r het
bijzonder onderwijs, maar deed nooit lets te
gen het openbaar onderwijs. Inzake de coedu
catie is spr. het met Mr. Leesberg eens, on-
danks de opmerking over de neepjesmutsen.
De menschen van de neepjesmutsen hebben
gelijk gehad en nu vraagt men algemeen ver-
betering van tooneellectuur, enz. Wiji zijn te
gen de coeducatie. Voor de moraliteit van het
kind is de coeducatie een gevaar. Wij widen
de ziel van het kind bewaren. Eenmaal ge-
broken, kan men het maken, doch de scheur
blijft zichtbaar.- Spr. is niet zoo bevreesd
voor de coeducatie op de L. Q., maar in den
overgang. Spr. vindt. het bijzonder gelukkig,
dat net college de ouders die bezwaren
deze hebben tegemoet widen komen.
De Voorzitter wenschte een enkel
woord te wijden aan de coeducatie. De heer
Westerhof wil liever een eenheidsschool. Spr.
is een groot voorstander van het ideaal: elk
kind het onderwijs naar eigen behoefte.
Spr. is dus voor een doorgevoerde deferens
tiatie maar natuurlijk alleen naar begaafd-
heid en niet omdat hij standenscholen wiL
Spr. wil daarop zelfs niet verder ingaan.
Ook ten opzichte van jongens en meisjes
is spr. voor een deferentiatie en wel zooals de
ouders dat verlangen. Toch voelt spr. niet
zooals den heer v. d. Bosch het gevaar op
sexueel gebied, doch meent dat er meisjes zijn
die een zacbtere opvoeding noodig nebben
als onder jongens die altijd iets ruws hebben;
mogelijk is. Kon'men over voldoende finan-
cien en leerlingen beschikken dan was hier
zeker een afzonderlijk Gymnasium em H. B.
S. noodig. Voor het L. O. is het mogelijk en
daarom willen wij het. Mew. Aukes bracht
een eigenaardige zaak ter sprake met de door
haar ongewenschte afzonderlijke jongens-
schooL
In het college wordt deze verlangd door
Mr. Leesberg, ter wij 1 spr. en den heer Thom
sen meenen dat men de meisjes gerust op al
le scholen kan toe la ten en dat er geen bezwa
ren bestaan inzake de jongens.
De heer H. E. B o s m a n had de aangele-
genheid met de onderwijzers besproken in
het belang van het arbeiderskind. In de frac-
tievergadering besprak spr. verschillende ge
wenschte wijzigingen.
Met belangstelling had spr. de heeren
Westerhof en Cloeck gehoord. Hij was vol-
daan en ging ten voile met de voorstellen van
B. en W7 made, hoewel hij eerst voor de
eenheidsschool voeide.
Toen bekend, was dat de heer Cloeck voor
een eenheidsschool was, sprak spr. een' on
derwijzer die dit een strop voor het onder
wijs noemde.
De onderwijzers den ken dus verschillend
en spr. kan als arbeider ook anders denken
als de heer Westerhof. Hij behoort niet tot
diens fractie waar hij kan zeggen: zoo wil ik
het.
De heer Westerhof: Het rood is er af
De heer H. E. Bosman zal ook, op
grand van het gebeurde in Leeuwarden en
gehoord de discussie, v66r het voorstel van
B. en W. stemmen:.
De heer Westerhof stelde vast, dat
de B. v. N. O., die bestaat uit de opvoeders
1 van de kinderen in de Openb. School, tegen
j de voorstellen van den heer Cloeck is. Spr.
neemt aan, dat het politick noodig is, dat hier
verklaard wordt, dat Mr. Leesberg is meego
gaan en: niet de heer Cloeck, doch hij wil
constateeren, dat de heer Cloeck zijn salto
mortale niet heeft verdedigd. De heer Cloeck,
die was voor de eenheidsschool, kreeg na 2
maanden het inzicbt van Mr. Leesberg. Spr.
blijft er dan ook bij, dat Mr. Leesberg is de
huurmotor van dem heer Cloeck. Het was
veelzeggemd, dat Mr. Leesberg daarop zoo
spoedig inging. De heer Cloeck verklaarde
dankbaar te zijn voor de door dem heer Ade
ma geschreven artikelendan is hij ook zeker
dankbaar, dat de heer Adema hem terecht
gcnadeloos aan het oordeel van de Alkmaar
sche bevolking heeft overgeleverd in zijn ar-
tikel over het niggegraatloaze wethOuder-
schap van den' heer Cloeck, die den eemen
keer dit, dem anderea keer dat systeem ver-
dedigde. Eern schip zonder roer is moeilijk te
j besturen. maar met twee roerem nog minder.
Alleen de heer Cloeck sprak uit liefde voor
onze kinderen en ook de neer Van den' Bosch
j die mijn uicdrukkdng over kinderen, als zijn-
de fijn porcelein, gaarne o vera am. Noordwen-
kwam hem voor, dat zij reeds zachter in haar
optreden was geworrfen. HSj had Ash-ton ge
vraagd of hij het met zijn nieuwe meesteres
fcon viraden.
„Ol heel goed", had Ashton opgeruimd ge-
antwoord.
„Vimd' je haar nieit wat meesterachtig
droing Mark aan.
„Nlct in het rninst. Ik zou dat ook raiet van
een vrouw hebben kuranen verdragen. 't Is al
erg genoeg om- dOor een man geregeerld te
worden" was het antwoord van den bedrijfs-
leider geweest.
Toen hij maast de porany liep, kora Marie
die verzoekimg niet weerstaan achiterom te
kijken, doch hij zag slechts, dat Betty ge-
heel in een gesprek met zijra moeder was vcr-
diept.
iMlrs. Lendridge had haar hand door den
arm' van het meisje gestoken.
„Je bent toch zoo vriendelijk voor Mark
geweest, toen ik ziek was. Iik ben je daar
heel dankbaar voor, lieve", fluisterde zij.
„Ik bera zoo blij, dialt u weer zoo goed is."
,,Ja en sir Felix zegt, dat ik net kind,
waarover ik met je heb gesproken, in mijin
armen1 zal houden."
„Giaat uw zoon dam spoedig trouwen?"
,vDat li'gt nog in het duister. Ik hoop dat
oprecht maar ik wacfat geduldig, tot hij het
mij komt meedeelen."
,^Zou het u niet aara't hart gaan hem aan
„Niet als het de rechte vrouw is. Boven-
„NSet als het der echte vrouw is.. Boven-
dien, ik zal hem niet afetaan als het de rech
te vrouw is. Zij zal mij mijn' ldein deel in
het hart van mijn zoom laten behouden."
„'k Zoui, drankt ine, jialoersch worden als
ik in uw plants was era zooveel vara mijn
zoon hielld: als u mrs. Lendridge."
,,Wacht totdat jezdf moeder bent, dan zul
je net wel begriipen. Ik wensch niets lie\,er
dan Mark gelukkig te zien. Zijn geluk gaat
v<S6r allies. Hier zijra we er. Je gaat toch mee
naar binraen en blijft theedrintern
Betty merkte op hoe feeder Marie zijn
moeder hielp bij het uitstappera en hoe hij
haar ondersteuradte bij het in huis gaan. Pas
toera de thee werd rondgediemd, richtte hij
het woord' tot haar.
„U heeft eera geschiWe inara in Ashton.
Jammer, dat u hem niet eerder heeft gekre-
gen", merkte hij; op.
„Het doet me genoegen, dat u gurastig over
hem denkt", aratwoordde zij diroogjes.
„Dat doe ik zeker. Maar hiji kan geen Won-
derem verriditen."
„Ik begrijp niet wat u bedloelt."
„Dat getoof ik toch wel", antwooradde hij
beoaard.
„U denkt dus, dat ik jok", vroeg zij en het
blokl steeg haar maar de wangen.
„WeI kinderen, jullie moogt met kibbelen",
zei mrs. Lendridge vroolijk.
„Dan zullen we over het weer pratcn. Dat
is het eemige, veilige oraderwerp", mertre
Mark met een gedwomgem lachje op.
,.lk geloof niet, dat ik van mature twist-
ziek: bcra", zei Betty nadtenkend.
,,Ben ik dat?" vroeg Mark aan mrs. Len
dridge, die dadelijk haar hoofd schudde.
„Ik heb dat nooit gevonden."
„En toch .twistera uw zoon era ik bijaa al
tijd", zei Betty tegen haar.
Mrs. Lendridge antwoordde hierop niet,
doch glimiachte fijntjes.
'HOOFDSTTUK XXXII.
Eiraddijk waren de motoren kl'aar, en ge-
reed voor de proefneming, waarvan voor Bet
ty zooveel afhing. De beambten van de
Luchtvaart Vereeniging kwamen te Ferhamp-
tora era' alles was voor hen in gereodheid.
Betty was reeds vroeg met haar bedrijfslei-
der Ashtom aanwezig. Sylvester was ook
present en zijn gezicbt dlroeg teekenen vara
bezorgdheid.
„iMOchten ze soms raiet goedgekeurd wor
den, miss Churston Sylvester hield op
en keek zijn meesteres bezorgd aan. „U is
echter een dappere vrouw", ging hij: voort en
Betty gldimlachto.
dig moet zijn standpunt ten gevolge hebben,
dat hij; de ziel van net kind moet ontrukken
aan de Openbare school en het is mensche-
lijk, dat men de O. S., waarin men zooveel
kwaad ziet, geen; goed hart toedraagt. Als
straks de bourgeois- en de arbeiders-raads-
Leden van de katholieke fractie een lijn trek-
ken1 voor het voorstel van den heer Cloeck,
dan moest hem dit wat zeggen. De heeren
van Veen en Bosman, die vaak toornen tegen
den heer Bak, zijn nu met hem 6£n, omdat het
er nu om gaat, de O. S. te benadeelen en alls
pogingen, om spr. door interrupties van
zijn gedachtengang af te brengen, geschie-
den omdat men voelt, dat wat hij zegt, juist
is. Hoe meer van den vriendelijken mr. Lees
berg ,het masker afvalt, des te meer wordt
juist, dat ik gelijk heb. Dai de heer
Cloeck, noch de voorzitter, noch de heer
Thomsen, dit willen zien, is verwonderlijk en
alleen te verklaren, omdat zij door hun stand
de standenschool willen. In theorie staan de
opleidingsscholen' ook open' voor de armen en;
de 7-klassige scholen voor de rijken, maar
praktisch is het uitgesloten, dat erii kind van
gegoede ouders zal gaan naar de 7-klassige
scholen en behoudens uitzonderingen, dat de
arbeiderskinderen gaan naar de opleidings
scholen, omdat de arbeider meestal geen'
kans ziet, zijn kind te laten doorleeren. Wie
dat niet ziet, is blind. Spr. vond het royaler,
als men toegaf, hoewel net niet zoo bedoehi
wordt, dat in de praktijk noodwendig dit
systeem tot standenscholen voert. De houding
van den heer Cloeck valt spr. tegen. De heer
Cloeck weet, dat niemand van de gegoeden
zijn kinderen! naar een 7-klassige school zal
sturen.
De beer Cloeck: Kijk op het oogenblik
naar de school van mijnheer Aukes.
De heer Westerhof: Op het oogen
blik is het heel wat anders, maar u gaat het
juist verknoeien. Dat de heer Cloeck spr.
verwijt, dat hij bandelt uit politieke ooginer-
ken, teekent hem, die met bravour en aplomb
met spr. het 7de leerjaar aan alle scholen
verdedigde en met spr. van meening was, dat
met de gelegenheid de leerlingen zullen) ko
men en nu als wethouder zc.it: „Het is niet
noodig." De door den voorzitter gewilde op-
voeding van ieder kind naar zijn aard, kan
juist bevorderd worden door kleine klassen.
i Waarom heeft men de Bond overe deze bijla
ge niet gehoord?
f Mevrouw Aukes: Uit elke school is een
I onderwijzer van den Bond afgevaardigd en
van onze school was het de voorzitter van
i den Bond.
De heer WesterhofE>e Bond schrijft
over deze bijlagen niet gehoord te zijh. Dat
u, die zb6 voor organisatie zijt, dit verd©-
digt, verwondert mij. Spr. betoogde nog,
I overtuigd te zijn, dat bij invoering van een
7de leerjaar aan de opleidingsscholen er een
voldoemd aantal ouders zullen zijn, die in
't belang van hun kind, dat het 7de leerjaar
zullen laten volgen. De heer Cloeck, die als
raadslid steeds in de oppositie was, werict nu
als wethouder mee, om de besluiten, door
den Raad genomen, niet uit te voeren.
De heer CI o e c k Op twee na is het ge-
schied. U stelt het voor, alsof hier geen op
leidingsscholen met 7 leerjaren zijn.
De heer Westerhof: Er zijn scholen
met een 7de leerjaar, maar er zijn nog scho
len' zonder.
U weet dat de onderwijzers voor kleine
klassen zijn.
De heer CI oeck Neen.
'De heer Westerhof Ook de heer
Aukes is van meening dat de kleine klassen
beter zijn. Op biz. 4 leest spr. onderaan.
Maar net voornaamste nadeel acbten wij
wel, dat het het recht der meer begaafden
volstrekt miskent; op dit punt bereikt't heel
wat minder, dan't groepeeringsbeginsel, dat
1 wij voorstaan en mage aan misschien
door een dergelijke wijkverdeeling eeii' diffe-
rentiatie naar huiselijk millieu en bestem-
j ming worden verkregen, een differentia tie
1 naar de begaaafdheid blpt ontbrekera, en liet
algemeerae peil dait het lager onderwijs d'aalt
Daaruit volgt dat er een selectie plaats
heeft en dat geldt voor de opleiciingsscholen.
U neemt aan dat in doorsnee de kinderen op
I de opleidingsscholen meer begaafd zijn en
die meerdere begaafdheid moet blijken op 0-
jarigen leeftijd. Het is ook een feit dat vele
ouders willen dat hun kinderen overgeplaatst
i worden en' de theoretische mogelijkneid zal
in de praktijk weinig zeggen. De heer H. E.
Bosman vreest oprichtimg van bijzondere
standenscholen, als er een eenheidsschool
komt. Spr. weet ook van die plannen en dat
„Hc zal mijm teleuistelling trachtem te ver-
bergen," .antwoordde zij luchtig.
„Bcteekent het veel; voor u?" vroeg hij1.
,,Bajna alles", bekende zij openhartig.
Vanaf het begin scheen alJes verkeerd te
gaan, maar Betty liep kalm en rustig rond,
steedis bevelera gevendie. De proeven waaraan
de motoren werden onderworpen, waren
werkelijk zeer sterk en spoedig was zij voor
zichzelf overtuigd, dat het op een roislukking
zou uitloopen. Maar zij gtimlaehte toen
Sheatham verscheera. En een oogenblik later
voegde de beambte zich hij haar.
„U ziet er vennoeidi uit", merkte hi] be-
langstellendi op.
„lk voel mij, ook zeer vermoeid."
„Iik heb nog niet geluncht."
„Ik zail u in mijn auto naar huis brengen."
„Ooedl hoe eerdter hoe beter. De iucht
hier is schexp en iik ben eenvoudig uitgehon-
gerd."
Onder den miaaltijd1 bemerkte Betty, dat
hij haar wilde voorbereiden op eera slechte tij-
dirag, maar zij hield zich goed' en liet door
niets haar onnist blijken. Later op den dag
keerde zij naar de fabriek terug en de proef-
nemingen werdlen voorigezet.
Eiradelijk brak hat oogenblik aan, dat Bet
ty het ergsfe wist. Hlaar motoren hadden niet
-aan dfe eischem voldiaan era zij moest er op
bedacht zijm, dat zij voor groote moeilijkhe-
den zou komen te staan. Het vereischte al
haar wilskracht om met Sheatham en al de
andere beambten, die haar hun leedwezera
betuigden, te spreken, maar haar stem was
vast slechts haar lippen, die vast opeea
geklemd waren, beefden nu en dan.
Maar eiradelijk was alles afgeloopen en
toen reed zij haastig naar huis. Daar aange-
kamen, begaf zij zich regelrecht naar de bi-
bliotheek era liet zich in een leuningstoel neer-
vallen. Nu eerst onfspamden: zich haar ge-
iiaaistrekken, haar oogen vulden zich met
tranen maar geen gcluid ontsnapte aan haar
tmorad. fWordt vervolgd).
X®. 134.
1922.
VERKEERS. EN VEILIGHEIDSMAAT.
REGELEN VAN DE POLITIE BIJ DE
MOTORRENNEN.
1. Zoowel bij den aanvang fla na afloop
wordlt het rijverkeer in d&n richting ge»
leid en wel door do Nieuwpoortslaan in
do richting Heiloo en langs den Kenne<
merstraatweg in do richting van Alkmaar.
2. De Nieuwpoortstccg en de Langelaan zyn
aan de Straatwcgzijde voor het rijverkeer
afgesloten.
3. Kaartenverkoop heeft plaats voor tribune
en paddockterrein in de Nieuwpoorts»
laan;
voor het eerste rang terrein aan de Zan*
dersloot.
4. Op het middenterredn wordt absoluut nie»
mand toegclaten, die niet voorzien is van
een daarvoor geldige kaart, welke strikt
persoonlijk is.
5. Do officieelo rijwielstallingon bevinden
zich bij de Vierstaten, aan het begin en
aan het einde van de Zandersloot.
6. Rijtuigen en auto's, waarvoor een aparte
ingang is aan de Nieuwpoortslaan kun>
ncn op het terrein gcstald worden.
7. Voertuigon mogen niet langer dan noodig
is voor het in» en uitlaten van passagiers
zich in de Nieuwpoortslaan ophoudcn.
8. Voor stationnecrende rijtuigen en auto's
is gelegenheid b ijde Vierstaten.
9. Vruch ten wagons, ijswagens enz. worden
bij de Vierstaten niet toegelaten.
10. Voetgangers, die zich naar het terrein
begeven worden verzocht den rechterkant
van den weg to houden.
11. Het eindo van de Motorrennen wordt
door belluiden bekend gemaakt.
12. Na afloop kaa het publiek door alio uit»
gamgen, welke op het terrein aanwezig zijn
vertrekken.