DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De Cburstons.
Handelsonderwljs te Alkmaar.
Historisclie wanderlijkheden.
1S7
Honderd Tier en twintigste Jaargang
1922.
Abonnementsprijs bij vooraitbetaling per S maanden t 2.—, fr. per post f 2.50. Bewijsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte
Brieven franco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Voordam C9, Tel. Admlntstr. No. 3. Redactie No. 33.
IB JUM
Aangii'te Tan leerlingen.
Fenilleton.
Uit de Pers
Gemensid Nieuws
DINSI> 1G Dlrectenr: 6. H. SSAR.
llofifdrcdactonrTJ. N. ABEB1A.
Hun die bun kindereni of pupillen bet on-
derwijs wenschen te doen volgra aan:
a. de Hoogere Handelsschool;
b. de Handelsdagschool,
wordt verzocht zich voor 20
soon (bij voorkeur op DINS
en V RIJ DAGMOR GEN, telkens van 9 tot
11) of schriftelijk te vervoegen biji den DI-
RECTEUR der Scholen, aau het schoolge-
bouw in de DOELEN'STRAAT, boek Nieu-
wesloot. Opgave wordt verzocbt van volledi-
gen naam, geboortedatum en adras van de(n)
aspirant, alstnede vermelding van de laatst
bezochte school, en van de klasse waarvoor
toelating gewenscht wordt.
Eventueele aanvrage om tegemoetkoming
in de kosten van leermiddelen en schoolgeld
dient tegdijk met de aangifte te geschieden.
Nadere inlicbtingen verstrekt de Directeux
der scholen.
(De deftige magistraten, die bet rechterlijk
college vormiden van het Tribunal de la Sei
ne in 1910, stonden paf. Ze gdoofden hun
ooren niet, grepen naar bun hoofd1 en schud-
den het daarna bedienikelijlk.
Er waa eea prooes aan den gang over era
erfenis. Een der. getiugen), de heer Louis Oc
tave Etienne, een) grijsaard van 76 jaar was
opgestaan en antwoordde op de vraag: ^Heeft
u nog broers?'
„Neen, mijinhcer de President Ik bad er
een. HI} was werkzaam in de keukens van
Versailles onder Lodewijk XVI, maar hi} is
ondcr bet Schrikbewind op bet schavot ge-
storven."
De magistraten badden eenige moei'te om
zoo Tn^.ir in. eeus 116 jaar achteruit te gaan.
Hield de getuige hen voor dien gek?
Maar bij lejgde kalmpjes uit: Zijn vader
was in 1756 geborm, was op achttienjarigra
leeftijd in 1774 getrouwd en kreeg een zoon,
die toen bij vijjfeen was, in 1789 in den keu-
kendienst van Versailles werd opgenomen.
Onder bet 'Sdirikbewtod werd bij in de gevan-
genis gezet en in 1794 onthoofd. De vader
trouwde veertig jaar later en kreeg' in 1834
nog eenl zoon: den getuige. 't Was doodeenr
voudig. Juist 116 jaar na de veroordeeling
van i.-jxi broer incest deze getuigenis afleg-
gen.
6 m
m
Zulke wonderlijkheden fcomlen) meer voor.
In 1905 alwecr biji een ericnis-kwcstie—-
kwam eent getuige van1 94 jaar plotseling
mot de verklaring:
„Mijin broer? Maar die is al honderdl en
vijftig jaar geleden dood gegaan!"
De President maende, dat bi| met een
kind'schen ouden man te doen bad' en werd
wat kribbiig. Maar ook bier was de uitleg-
ging eenvoudig genoeg. Zifc vader, op 19-
jarigen leeftijd getrouwd, had in 1755 een
zoon gehad, die in dat jaar stierf. Op zijn
vijf-en-zcventigste was hi]1 hertrouwd1 en had
bij een zoon geleregen: den getuige. Tusscben
1756 en 1905 was, goed berekend, 15Q jaar.
Onder bet Tweede Keizerrijk, bij! gelegen-
Eugenie in
de Tuilerieen gaf, zeide een stofcouae dame
beid van eenl bal, dat Keizer in
oops tot
svijk XIV zeide eras tot mijn man.."
Zoo de Kamerheer
„Lodewijl
Algemeene verbazi:
zoo ter loops tot de vorstin
nd<
get
van Dicnst eensklaps de inarldczin de Mon-
tespan had' aangekondigd en deze haar en
tree bad gedaan, „gekapt met de duizend
krulletjes" en) gefcleed in haar beroemde
„gouden japot, goud-op-goud, met goud ge-
stikt, gezoomd en met gouden garneersel
belegd zou men niet verbaasder hraben kun-
nen zijn.
„M3ar. mijn lieve mevrouw," zeide Keize
rin Eugenie, „Lodewijk XIV...? U bedoeit
toch zeker Lodewijk XVIIII?"
„Ntoea Majestcm ik bedioel Lodewijk XIV,
dieni ,^onndk!oningi". Dat komt omdat ik in
178®, toen ik 16 jaar was en al weduwe was
van luitenant-generaal de Booth, hertrouwd
ben met maarschalk de Richelieu, die toen
twee-en-negenltig was. In zijn jeugd< was hij
page van Lodewijjk XIV. Onder „het oude
regime" trouwde mien vroeger en later dan
nu, zood!at ik, die nu, in 1867 de „quadrille
des lanciers" enl de „Belle H61&ne" door da
mes in crinoline zie dansen, nog spreken kan
over de convensatte, die Lodewijk Xiy met
zijin man hield over de menuetteni, die ge-
danst werden voor dent Zonnekoning op Lul-
•li's mluz,iek.,,
Frankrijk is het land der hondlerdi-en-inieer
jarigen. Tijidgenooten bebbien nog den heer
Chevreul zien rondloopem met zijn honderd-
ent-drie jaren op de krachtige schouders;
Nil stierf in 1907 een ruim honderdjari-
ge: de heer de Jui.116. iHiji was in 1805 gebo-
ren) uit het tweede huwelijk van zijn vader,
die biji zdjin geboorte 76 jaar oud was. De
vader was dus in 1729 geborra. Bajgevolg
was d'e heer Juille onze tijdgenoot van
Lodewijk XIV niet veel meer dan e6n ge-
sladbt verwijderd. Hij had in zijn kasteel
I I ilderd1 porfret van zijn vader op
ygendar-
me'van het iKoninklijk 'Hiuis (toen Lodewijk
een geschilderd porfret van zijn vader op
27-jarigen leeftija, in uniform van
Zoo is vaak to enkele tussdhrapersoon
voldoende om een paar zeer ver van elkaar
verwijderde tdjdperken te vereenigen.
XV). Voorts een geschilderd portret van
diens vrouw, gekleed> als de elegantes van
1756 met een „robe a paniers" eri een lang
keurslijf, dat veel verder dan het iniddel
reikte/ Den gebruikelijke snakerij van den
heer Juille was, de bezoekers voor deze por-
tretten te (brengen en dan te zeggen: ,,Zie-
daar mijn vadxr en zijn vrouw". En de be
zoekers k< vreemd op van dien vader in
Lodewijk iform en die moeder in ,/obe
a paniers.
w
Ik noernde hicrbovenl den naaiLi van
Chevreul, den beroemidenl scheikundige. Hij
stierf in 1889' tijdiens de Parijsche wereld-
tentoonsteling, die biji. nog mede-geopend had
D'iji was toen 103 jaar. In 1826 was hij lid-
geworden van de Academie van Wetenschap-
pen); een zijner hooggeleerd.: collega's was
Jacques Dominique Cassini, die in 1747 ge-
boren) was en in: zijn jeugd nog Fontenelle
gektend bad, die ecu redf van Corneille was.
Onize tijdgenoot Henri Poincar£, broer van
den bekerudenl oud-PreSident der Franscbe
Republiek, 66k lid van de Academic des
Sciences en daarin gekozert v66r 1889, dus
voor Chevreul's dood, wordt dus in dat col
lege verbonden aan de 17e eeuw, verper-
soonlijikt in' Fontenelle, door toe enkele ge
nerate, die biji niet gekend heeft.
Roman van Paul Trent.
Uit het Engelsch door A. 0. - Nadlruk
verboden.
43)
Betty maakte haastig toilet on veroorioofde
zich niet aan haar gedaoliten toe te geven.
Zij wist lalleen, dat zif buitengewoon gclunc-
kig was, maar trachltte de rodeo van dat ge-
vocl niet te ontledcn. Het maal was aliler-
voortreffelijkst on zij spraken luchtig over
onbdangi ijke onderwerpen.
Ziji gebruiktcn de koifie in de bibliotheek
en Betty towide era kistje van haar vadetts
spcciale siigaren voor klen dag. Zij sloeg hem
gade 'berwijl hij- een met zorg aanstak.
„U heeft dus bewezen era waar profeet
ite zijn. Ik bra feitelijk geruineerd. „Churs-
toms" heeft afgedaan. Het staat ui zeker
goed aau, dat u beeft gewonnen?"
„Ik weet niet zeker of ik heb gewonnen,"
amitwoordde bij peinzend.
,yIikf erkeni, dat ik verslagenl ben."
,.Dat is heel veel - voor u. M'aax is u
wel verslagen?"
„U weet, dait ik dat ben."
Mlaar u is even trotscb en zelfbewust als
ooit, ten miinste als ik in uw hart kan le-
zen."i
„Diacht Idiait ik nederig zou zijn gewor-
„Nliet bepaaJd1 nederiig maar era beerje
onderworpen)," hernam bij glimlachend.
Zij bewaarde bet stiizwijgen en keek hem
ernstig aan.
,jMlag ik vragen wat u van plan is te
doen?" vroeg hij plotseling.
„Miijin plannen aan mijn vijaudra vertel-
len - zou d'at verstandig zijn?"
„Misschien... Bovendien bra ik uw vijand
niet. A propos, ik heb een verbetering uiige-
Men zegge niet diadelijk: dat kan niet!
Toen men in 1909 'in de Franscbe bladen
beweerde, dat er nog een weduwe leefde van
een der krijgers uit den Vendee-oorlog, haal-
dien de Paiijzenaars de schoudcrs op. Toch
was het zoo. Zij stierf in 1910. Het was de
marldezin de IGuerry. Haar man waa de
eertijds befaam.de Guerry de Maubreuil, die
bij een gevecbt in 1799 op vijiftienjarigen
leefitijd in de Vendeescbe troepen meevocht
en in 1814 de diamantem van die koningin
van Westfalen ontfutselde. Hij bad veel
wilde baren. Toen die uitgevallen war en en
bij wat bezadigd was geworden in 1866;
bij was toen 83 touwde bij, eeme schoone
dertigijarige. iEn zoo is bet mogelijk, dat
to eiilkel paar tnenschen bun bestaan heeft
kunnen uitstrdkken over 129 jaar, leven on
der 12 verschillrade regeeringen en een bc-
jaarde dame gelijktiijdig haar man heeft
kunnen] hooren vertellra van zijn avonturen
ten tijde der cbouannerie en zelf in de dag-
bladenj het spannemd1 verbaal lezen van de
vlucht over bet Kanaal door Bleriot
p.
't Lijikt ailes zoo ver, die geschiedenis van
de Fransche Revolutie, het Consulaait, het
Eerste Keizerrijk! En toch zijn er zooveel
aanrakingspunten met die tijdperkingen.
Aille negentigjarige Franschen van thans
hebiben een vader gehad bij1 Wagram, Leip
zig of Waterloo en een grootvader, die den
val van Bastille heeft beleefd. Die vader en
die grootvader bebben nog een goed stuk van
de 19e eeuw kunnen meemaken. ZOo stierf
te Parijs in 1675 baron WaLdeck. Een' be-
kend man. iHonderd jaar oud; flink, recht
als een kaars, frisch en robuust Men kon
bem altijid vindra voor era cafe op de groote
boulevards, waar bij zijn aperitiefje nam,
totdat de dood stop! zeide.
Die meneer had de Bastille zira vallen, die
gruwelen van het Schrikbewind, de Septem-
bennloorden, de ontboofding van Lodewijk
XVI eni de Girondajnen beleefd en gezien en
hij sprak er dikwijils van: 81 jarra na data.
En de getrouwen van de Comddie Frangaise,
die in 18)84 leeide, kondra daar onveranderd
op denzelfden fauteuil era1 ouden, gedeco-
reerden inilitair zienl zittra, generaal
Schramm, die bij Liitzen onder Napoleon
tot brigade-generaal was bevorderd, zoodat
Tnuffier en andereni, acteurs van het beroem
de theater, zich thans nog kunnen verheu-
gen in bet feit, dat een generaal „de la Gran
de Armde" hen beoft geappl audisseexd.
m
Zoo wordt het liedje, het mooie liedje van
Beranger, realiteit: „Vous l'avez viu, grand'
mere? Vous l'avez vu?"
Ja, er waren er nog voor kortra tijd, die
hem bebbeni gezien, hem, „den kleinen kor-
poraaf", ,^len grooten keizer", den man van
het driesteekje en de groene jas. De vertaler
vain deze 'bistorischc wonderlijkheden ook
al gera kind meer! beeft tal van menschen
gesproken, onder bem gediend. En hij wil
met het volgende anecdotetje eindigen.
In de Ariege, vlak biji de Spaansche grens,
woonde vijf-cn-dertig paar geleden, een oude
oudrkolonel, die de Napoleontische oorlogra
had meegemaakt. Hij had er plezier in,
daarvan te vertellen, tot groote emotie van
zijn even oud vrouwtje, dat telkens weer beof-
de en1 rilde van de gevaren, die haar, man
geloopen bad, lang, lang voor hun huwelijk.
In hum dienst was era' oud-gardist, era
dacbt voor den1 aieuwen Lenkfridge motor."
„Ife wenscb u daarmee geluk em mr.
Crosby."
„'k Weet niet zeker of hij er profijt van
zali treklcen. Ik ben zeer voorzichfig geweest
in de bewoordigen van ntijn overeonkomst.
Ails't er op aan komt; ben ik era vrij man.
,,U heeft getoond ecu vooruitzienden gecst
te bezitten. Mlaar is Janet niet bij u?"
„Hemelsche gocdheid't Dat had iik verge-
ten. Ik moet dadclijk naar huis. Excuseer mij
als't u blieft", zei hij1 haastig.
.Xjodden avond", riep zij hem ma,
Bij bad' dus vergeten, dat Janet er was en
era vergcnocgdc igflimlach ventoonde zich op
haar gezicbt.
HDOFDSTUK XXXIV.
!M!r. Lambton Msterde terwijl Betty den
stand1 van' haar zaken uiiteenzette ra zijn ge-
laat standi zeer ernstig toen zij bem alles bad
meegedeeld.
„0w vader was een vrirad van mij be-
gon hij' iliamgzaam. „Tallooze malen heb ik
op het pumit gestaan u te bezoeken," zei hij
haar gramstorig aainkijkend, ,^naar ik zag
u aan voar era, vrouw, die er niet van houdf,
dat era' .ander zich nret haar aangelegenhe-
dra bemodi. Dus bleef ik weg ra d'at spijt
truij nu. Het schiilnt, dat u de bod mooi to
wanorde beeft gebracht."
„Dat heb iik," sitemde zij eerilijk toe, „en nu
verzoek ilk nederig excuus en vraag u om
raad1."
,,Doe de zaak van, de hand. Verkoop haar
voor den hoogsten prijs, dien ge er voor
krijgen kunt. U is era iniooi meisje ra er zijn
waarschijuldjfc veel manner^ die gaarne met
u zonden trouwen als u ze in de gelegenheid
steldet u te vragien."
„lk wil niet trouwen," antwoordde zi]
„Als uw ged'acbten zich niet meer bij d'it
werki hcpalen, dan zal u zeker wel andera
reus van een kerel, goedig als een lam en
met weinig bersiens. Diens trots was, dat eras
de groote Keizer hem opgemerkt had, toe-
gesprokra en die hand gegeven. Hij branddte
van verlaogen om deze groote levenservaring
aan vreemden te vertellra. Wanneer dan de
oud-kolonel genoeg verteld had van eigra
exploiten, liet hij den oud-gardist binnenko-
men.
„Vertd je ontmioeting met den Keizer P'
„Tot uw orders, kolonelP'
En dan kwam' het verbaal, dat genegeld
eindigde met dezra zin
,Daarop drukte de Keizer mi} de hand,
we Ike hand dk sedert dien steeds bewaard
heb."
Ein triomfantelijk liet hij dan zijn rechter-
hand ziira, ieta van die afmeting van een hooi-
vork
spreken. Laten we elkaar over zes maanden
eons weer ontmoetra waard'e dame."
„Hoe moet ik het aanleggen als ik de zaak
wil verkoopen?" vroeg zij en era bios over-
toog haar wangen.
Dat kan u aan mdj' overlaten. Gelukkig
heb ik era maand te mijtner bescbikking en
die tijd zali wel voldoonlde zijn om allies aan
kant te brengen. Ik aiaak ecbter era condV
tie 1c wonsch niet, dat u zich met iets be-
moeit. Dc moet afsoluut baas zijn ra volko-
men vrij om te banddlra. Gaat u daarmee
acooord?"
„Ja. Ik voeil op 1t oograblik niet veel voor
zaken."
Goed. Kom niet meer to de buurt der xa-
briek. BLijf eravoud'ig to huis. Doe wat ge
prettig vindt en amuseer u."
J3anik u," zei aj droogjes.
Den volgenden Zondag lontmoette zij Mark
weer. Beidcn maaktra een wandeling en
Mark keerde zich om ten einde haar te ver-
gezellen. Zij waren in het vrije veld ra er
was miemand te zien.
iMark zei iniiet heel veel. Hij dacht er over
na of de tijd nu was aangebroken, dat hij
zijn geluk kon beproeven. Zij blevra bij era
hek si'aan. Voor hem was zij een venschijning
van stralrade schoonheid ra zijin hart be-
gon snel te kioppra'.
Betty", fluisterde hij.
•Nla een Snellen blik wendde zij haar ge-
zicbt afopdat hij niet den bios op haar
wangen zou zien'.
Betty", herhaalde hij vriendelijk, „heb jij
je lea geleerd?"
IDe bios werd.) donikerder, maar er was een
toonnige tinteling in haar oogra, die bem nu
recht aanzagenj.
„Ik geloof niet, dat ;ik liet goed begrijp.
„Laat mij het je dan uitleggen, iieve. In
mijn geheele leven is er slechts era vrouw ge
weest mijn moeder. Maar jaren geleden
heb ik gedroomd van de andere die komen
zou. Zij was zacbt en vriendelijk an zeer aan-
Bedenkelijke schoolcensuur.
De Middelb. Grt. bespreekt het antwoord
van minister De Visser op de vragen van
den heer Van Beresteyn betreffrade het
scbrappen van boeken op de boekeolijst van
de leerlingen der H. 'B. S. te Amersfoorr.
(Goethies „Faust" ra Lessinga „N(athan der
Weise").
iHat dioor den minister aangebaaide
art. 1 van de wet van '79 bepaalt, dat
op „de ond'erwijzers van middelbare
scholen,van overheidswege opgericht of
gesubsidieerd", ook van toepassing zijn
net 'tweede ra derde tliid van art. 33 der
Lager Onldexwijlswet van' '78, weilike als
volgt linden:
„De ond'erwijzier onthoudt zich van
iets te leeren, te doen of toe te laten,
dat strijdig is met d'en eerbied, ver-
schuildigd aan de goldsdienstige begrip-
pen van andexsklrakenden." Eh' in een
volgend lid wordt era onderwijzer, die
zich in dat opzictait schuld'ig maakt aan
piich'tsverzuim, met schorsing bedreigd.
Minister De Visser, zegt het libenaile blad,
is dus van meaning oat die bepalingen „min
of meer" to het gedr ang komen, wanneer een
ieeraar van era H. B. S. (ra niaituurlijk niet
altera aan die te Amersfoort) bij de Duit-
sche literatuur ook „Nlaithan der Weise" en
Goethes Faust" met de leerlingra leest en
bespreekt. Fij beschouwt d'at als iets, dat
strijdig is met den eerbied voor de meaning
van, andersdenkendra.
Zou men dan maar niet beter doen alle
letterkunde van het programma der H. B.
Scholen te schrappen
Zijn niet lotterlijk alle letterkundige
•werkra van beteekenis, uit welkra, tijd
ook, een uittog van een geestesstroo-
miiTTg uit die periode? En is het inset on-
verraijdlelijlk dat cr op era, H. B. S. steeds
leerlingen kuinnen gevonden warden, die
zelf of wier oudfers „andersdenkend" zijn
dan de echrijver van era letterkundig
werk udit welke periode dan ook?
En als men de leerlingen van de
boogste klasse der H. B. S. era begrip
wit' geven van de zeer bijzondere geesr
tesstroomingen van' het eimd der achttien-
dte en het begin der negentiende eeuw,
ter verklaring ook al weer van de daar-
op gevolgde reactie van1 de Reveille, hoe
zal mien dat Wiau goed kunnen doen,
wanneer kwtoedrijke ra toouaangevende
werken als de beide genoemde moeten
worden1 graegeerd?
De minister spreekit heel voorzich,tig
hankelijk. Zij; nam bezit van mijn hart en
had mij lief. Zij werd de vrouw van mijn
dioomra... en toen ontmoette ik iou."
„Welnu", zei ze toen zij ophield.
„Je hadt niet veel van de vrouw van mijn
droomen. Maar ik gaf je al de liefde, die ik
in staat ben te geven, doch ik was nieti geheel
blind. Ik begreep, dat zelfs als ik je hart ver-
1 overde, er geen geluik tusschen ons kon be
staan. We hadden beiden een sterken wil.
Ieder wilde zijn zin hebbra. Wij zouden heb-
bra gestredra om' dc heerschappij ra een van
ons zou to den strijd zijn bezvwkcn. Jij was
koud1 en zoo vol ver,trouwen in je eigen
krachit, je tradntte over mij' te hecrschra. Ik
bra er met de mian naar om tot vrouw iemand
te ncmea, d'ie zichzelif mijn meestercs rekeat.
Ik heb cr zeer ernstig over nagedacht en be-
van „min of meer." Maar de consequen-
ttie van ziin betoog is dat atleen „posi-
ief christelijke werken" roogen, worden
tocgelaten, wat wM' zeggen, dat drie
kwart der beste letterkundige werken
moeten geschrapt worden.
Wat we een zeer benepen censuur noe-
men,.
LOONl EN GEZBNSSAMENSTELLING.
Burgemeester en wethouders van Rotter
dam geven ddn gemerateraad to overweging
afwijzend te beschikken op era adres van de
besturra- der afdeelingra Rotterdam van de
Algenxeene Roomsch- Kathol ieke Ambtenaars-
vereenigtog ra dien Nederliaindschen Roomsch-
Katholiekra Bond van Overheidsperaoned
„St. P,aulus" betreffrade het verstrekkeni van
era uitkeering aan degenen onder het ge-
meentepersoneel, die groote gezinneni te hun-
nen taste hebben, aan welk verzoek adhaesie
is betuigd bij era aldres van de besturen der
aSdeetimgra ROtterdiam van, den Bond van
Christelijke Poli'tiebeambten in Nederland en
van den- Nledierlandschen Roomsch-Katholie-
fcen Politaebond „St. 'Michael". Burgemees
ter ra wethouders vereenigen zich met het
atiivies der comrraissie voor de algemeene per-
soneelsaangelegenheden, die schrijft, dat een
deel harer ieden tot deze conclusie werd ge-
leid dtoor overwegingen van principdeelen
aard'. Nlaar het oordeel Idezer leden behoort
hett toon verband te houdra met aard en hoe-
veelheid van den geleverden arbeid en, be
hoort de samrastolling van het gezto d[aar-
op gera invloed uit te oefenen. Wel zai hij de
bepaling van' het loon van den minst bezol-
d'iigden arbeider het behoefte-elemrai een
overwegenden factor vormen, daar dit loon
vold'oenlde moet zijn om er van te kunnen
leven, dtoch in die op dten grondslag diaarvan
op te bouwen loonregeltog behoort het ver-
fjj-lnil to loan allera zijn grand! te vindra to
het verschil to arbeid'. Wrascht men boven
deze loonen nog ktoderbijslagen toe te kenj
nen, dan zal verlaging van de loonen daar-
van het gevolig zijn.
IDeze lioondrukkende tradenz is naar het
oordCel dter hier aan het woord zijnde leden
niet allera- anwezig biji bdjslagen op het
loon, maar ook bij uitkeeringea uit een z.g.
Idnderfonds. Afgezien van deze prtocipieele
beldienkingra warrai deze leden van meeniing
dat er, nu deze zaak met't oog op era even-
tueel op te richten rijkskinderfondS, to studie
is, van de zijde der gemeenten geen- stap-
pen) to die richlng behooren te worden ge
daan. Volgens deze leden behooort men de
resultatra, van- dat ondcrzoek af te wachten.
De andfcre leden, hocwel to begimsel voor-
standers van de toekenmtog van steun aan
groote gezinnen, aangezien bij de loan- en
salarisregdlingen, wel'ke gebastod zijn op
de behoeften van gemiddelde gezinnen, niet
wordt voorzien to de behoeften van dte groote
gezinnen, ehkenden niettemin dat met oog
op de financieele gevolgen, verbonden aan
verwezenldj'king van dSit beginsel, invoenng
van een dtergelijke regeling op diit oogra
blik niet mocht warden' verlengd. Ook aezc
iedra fcwamra derhalve tot de conclusie dat
het verzoek der organisaties, in den vorm
waario het is gedaan, niet voor tawilliglng
vatbaar is.
eloot tot de handelwTjze, die if heb gevolgd.
,,Ga voori," zai ze toen hij aarzelde.
Uit den klank van haar stem kon hij niet
opmakra wat er to haar omging.
Iik) besloot dat onze strijd moest pJaate
heoben vddrdat ik jc mijn liefde bokende.
„De strijd heeft piaats gehad en ik heb
verloren", zei zij met een Inch, die niat vroo-
lijk klohk.
„Jij hebt verloren", zei hij bedaard1.
„Je drakt dat, maar dlaf weet ik nog zoo
zexer niet. Ik bra nog altijd je meesteres en
kan doen met je wat ik wil."
}~Rog dat zoo Vy
Wijl je mij hebt gezegd, dat je mij lief-
hebt. Ik kan liefde to je oogen zien. Ik ben
weii era vrouw miaar ik begrijp d'at nu pas
voor het eerst. Ja ik ben je ineesteres," zei
zij met zelfvertrouwett.
iMet era1 haristochtelijikra fcreet kwam hi}
naderbdj ra poogde haar in zijn armra te
nWnen; maar zij week haastig achteruit.
„Je vormde het plan mijn wil te breken. 't
Is waar, mijn zaak is niet meer te reddien,
maar jij hebt mil niet geruineerd. A'lleeo
mijn eigen dwaasheid is daar,aan schuld."
„Ik heh daarop gerekend. Ik behoefde niets
raad zich met tot era: afwijztog
bepaalt, doch dat met het oog op het belang
auders te doen dam ite wachten en geduld ie
„Dus je drakt, d'at je langs de geheele li-
nie gewonnen hebt?"
„Ja, ten- minste als ik je liefde heb gewon
nen en jij je hand to de mijoe wilt leggen."
En mij tot je slavto verklarenl" riep zij
met veracnttog.
.yNleen... en mij zeggen, dat je mrji ook lief-
hebt. Ik verlang era gelijke en geen slavin.
IBetty zou niets liever hebbra gedaan dan
toe ite geven maar haar trots verbood haar
dat. HHj' was zoo zeker van zichzelf en zij
wilde niet vernoderd warden. En toch hun-
kerdc zij1 er naar zich to zijn armen te wer-
pern en zijin lippra op de hare tc voelen.
„Wil je met me trouwen, Betty", smeekte
hij.
„N!een", antwoordde zif en wendde zich
af. „Me dunkt we moesten over lets meer be-
liangrijks praten. Hoe staat het met de ver-
betering to den nieuwen motor? Voildoet die
goed vroeg zij vroolijk.
,Je moet met mij trouwen. Ik heb zooveel
geduld gehad. Langcn tijd heb ik aan niets
andens gedacht dan aan jou. En nu, lieve-
'ltog, verlang ik je de mijne te noemen."
„Dan' kun je blijven verlangen."
Zij: sprak, op verachtelijken toon en zette
haar wandeling to de rich ting van Ferhamp-
ton voori. Mark volgd'e langzamer. Ail den
tijd was hij overtuigd dat zij van hem hield en
ondianiks zichzelf moest bij haar onafhanke-
gelooven.
„Betty", riep hij haar achterna, maar zaj
vertraagde haar stap niet.
'Hij haalde haar to, maar haar gelaat
schonk hem geen moed. Het leek hem daarom
verstandiger niets meer ite zeggen. Fffij had
zoo lang geduld gehad en kan nog wel wat
1 anger wachten. Met inspanning began hij
gewoon te praten en sprak over eenige plaat-
1 11 T T,1_ A J 1 il-A.rlnA.
v