AlKmaarsche Gourant
- Amsterdamsche week,
Damrobrieb.
hi
vw OEpu
De salonpoes
Feuilleton.
I
r'...M.'fi D M J
ojnoL
Economische zwerftocbten.
Honderd Oris en Twlntigste Jaargang.
Zaterdag 17 Jnni.
Uit het Indisehe level.
No. 141.
1922.
CXXIX.
Als vreemdeling door Amsterdam.
Op den Dam, het „navelpunt" van Amster
dam om met Vondel te aprekea juist or
de plaats waar een halve eeuw geleden de
met paarden bespannen omnibussen naar de
Hoiiandsche en ae Rijmspoor afreden, staat
in deze zomersche dagen, nu de vreemdelin
gen weer naar ons land uitzwermen, een
groote, roodgelakite gezelschaps-autode
„sight-seeing-carvan Lissone en Zoon; het
bekende reis-bureau. Elken morgen om tien
en elken middag om twee uur, vertrekt het
reusachtige, moderne, schavotkleurige vehi-
kel van xlaar, volgeladen met vreemdelingen
om een toer door de stad te maken. Ik ben
een dezer dagen van de parti} geweest, zoo
maar ongemerkt, niet officieel als persman,
maar doodgewoon als particulier, starker: als
vreemdeling, en ik moet zeggen; dat de tocht
mij zoo goed bevallen is, dat ik hem een ieder
kan aanbevelen. Ook a an landgenooten, en
zelfs aan de Amsterdammers zelven, want
dit is eene zeer bijzondere sen&atie, en men
beziet zijn stad, de hoofdstad, weer eens op
eene heel ander wijze dan men pleegt te doen.
Om twee uur dan beklom ik het gevaarte,
en liet mij opzettelijk, zeer gewillig, indeelen
bij: de Engelsohe afdeeltog. 'Dat was goed ge-
ziem, want de ondervinding leerde mij dat de
gids vooral zijne aandacht wijdt aan de
vreemdelingen. Stad- en landgenooten waren
weer overgelaten aan den chafieur en zich-,
zelven.
Daar zat ik dan op mijn hoogen zetel, als
middclpunt van de belangstelling van vele
leegloopers en andere stadgenooten die niets
te doen hadden. In dat opzicht schijnen wij.
nog altijd de Chineezen van Europa te blij-
ven. Een vreemdeling, ook als hij zich uiter-
lijk door niets bijzonders onderscheidt, schijnt
nu eenmaal te moeten worden aangegaapt.
Wij keken eens op naar de indrukwekkende,
grauwe facade van het Paleis, waarvan de
klok, juist in deze dagen van druk vreemde-
Lingenverkeer, zijne wijzers mist (practische
maatregel!)waagden een oogje aan de uit
oude lorreni samenigestelde poppenkast die
tegen/woordig de plaats inneemt van Naatje
op den Dam, (geene verbetering in aesthe-
tisch, opzicht!) en reden, juist torn wij be-
gonnen te gapen, af; uitgeleide gedaan door
de lazzaroni met een hoerah-tje.
Daar gingen wij dan, en tuften zoo maar
brutaal de Kalverstraat in, een stout bedrijf
dat de heeren van „De Groote Club" niet on-
bedenkelijk schenen te acbten. Althans ik zag
verscheidene hunner de wenkbrauwen ver-
vaarlijk hoog optrekken. En inderdaad is
Lissone's touristen-auto haast te groot voor
deze nauwe en1 drukke winkelstraat in het
hart van de stad. Links en rechts persten wij
het publiek de troittoirs op, tegen de spiegel-
ruiten aan; alspf wij een soort van sneeuw-
ploeg waren. Maar geen voorbijg anger die er
leelijk om keek dat moet ik mijn stadgenoo
ten tot hun eer nageven. Aha, de vreemdelin
gen! was zoo ongeveer de uitdrukking, die
ik op de gezichteu zag verschijnen, en dan
glimlachte men; glimlachte men eenigszins
vergoelijkend, zooals inboorlingen wel eens
meer plegen te lachen, du haut de Uur gran
deur, als zij, andere volksstammen ontmoeten.
•Niet zonder trots namen wij1 daarna ken-
nis.vam de mededeeling on onzen guide, dat
zijn gelzelschapscnr de eenige is die dezen
hartader van het verkecr mag volgen, en
na, volgens zijne aanwijzingen, even een
blik te hebben geworpen op het oude poortje
van het Burgei-weeshuis stopten wij voor
eerste maal aan het Begijnehof. Er zijln na-
meliik twee punten, waar de auto, op haar
rondrit door de stad ^aanlegf': 't Begijnehof
en de Beurs. Ditoaal troffen wij het echter
slecht. Er was namelijk ecu keAcelijk feest,
eene processie, zeide onze geleider, en dus
hield de Amsterdamschfe Beguinage voor he-
den hare poorten voor ons, Vreemdelingen,
gesloten. Dat was jammer, want dit blijft al
tijd een wonder ding; dit stille hofje van
voorover-leunende gnjze huisjes, met hooge
stoepjes, een fertng vormend om 'I groene
plantsoentje met hooge boomen in het inidr
den. Het is als eene orde van rust te midden
van het stadsrumoer onzer city. Als kind al
leb ik er gezworven, en nog altijd herinner
ik mij hoe zwaar destijds de stilte op mij
woog Maar vandaag waren vreemde
jezoekers niet welkom. Achter de ramen met
kleine ruitjes van het poorthuis, waarin de
uit zandsteen gehouwen foeeltenis van de
ieilige Ursula is gemetseld, zag men de
grijze hoofden vaii de kwezeltjes verschijnen,
en als schichtig staarden ze naar de vuur-
roode monster-auto, miet zijn mondain, inter
na tionaal gezelschap.
En dus reden we door! Misschien, zoo
troostte ons de gids, zouden wij aan het eind
van den toer toch nog ons voorgenomeo. be-
zoek kunnen brengta.
>De gids zelf was een van de twee beziens-
waardlgheden in de auto. Hij! was een kwie-
ke jonge kerel, vloeiend Engelsch sprekend
en raa van tong. Bovendien: humoristisch!
door
JET VAN STR1EN.
(Nladruk verbdden).
Door het gangvenster eerste etage, met
achter-uitzidht vrel bdt blanke maanllicht van
een helderen zomernacht. De atmosfeer was
zacht, ja zwoel. Hiet .wat de atmosieer voor
liefdi'sfludsteriing.
Juiirouw Adele Jocngman stond! midden op
een eilandje van wit maanlidit op haar kos-
telijken cocoslooper. Haar blikken had ze
star geriabt op de gesloten achterkamerdeur.
Ze was nog in het vol ornaat van een avondr
je uit
iDoodstil was het in huis. Jluffrouw Jong-
man's paying guest van de tweedle 6tage
was uit de. stad." De buren ter rechter- en ter
linikerzijde sl'iepen de slaap der rechtvaardi-
gen. i
De witte maan lonkte uitnoodilgend naar
juffrouw Jonglnan,, maar zij bleef,, met
starren en ontzetten blik staren naar de ge
sloten achterkamerdeur, die toegang gaf tot
haar slaapvertrek.
Achter gezegde gesloten deur zat, wist zij
op tafdi dc Salonpoes. De weMoor-voede en
sierlajke Cypersche kater, trots en troetelkinc
van een echtpaar, waarmee juffrouw Jong-
man door de banden der vriendschap was
verbonden. Dien, eageaii middag was diit echt-
laar voor enkele dagen uit de stad vertrok-
Acn en de Salonpoes, in een rieten reismand-
je, als zeer gewaaraeerde logeergast bij' jui-
froujw Jongmian gearriVeerd. Och, het was
zoo'n chartnant beest en ze mociht'm zoo
graag. Zijig was zijn glanzige vacht; tinte-
lehrt, maar stxedend zijn groene blik. Met
wdbcwusie gratie droeg hij zijn staart en
liet hij zich adoreeren door den baas en 't
vrouwtje cn oolc door haar, juffrouw Jong-
man. Althans, zoo was het steeds geweest,
tot dien eigen avond, voor ze haar huis ver-
Zoo af en toe gooide hij er een kwinkslag
WtKKfM ijne inspanning van al
tijd maar weer vertelleni, en jaartallen be-
denken, en onze moeite van het luisteren in
het geraasma'kende voertuig, wat verlichtte.
Naast hem en het was wdlicht geen toe-
val dat zij juist naast hem was terecht geko-
men zat een allersnoezigst, blond En
gelsch meisije. in lichtblauw; de tweede be-
ziensWaardigheid in den wagen! En zoo ge-
beurde het dat af en toe o, ik verzeker u,
slechts af en toe! mijn blik als verstrooid
bleef rusten op iets zeer liefelijks; het blanke
halsje van het lieve kind. Er zijn nog meer
schoonbeden dan eene oude stad kan bieden!
Van het Begijnhof denderden wij; langs den
Singej, over het Koningsplein en door de
Leidschestraat, naar de Keizersgracht, die
wij volgden tot aan de Reguliersgracht. O
de schoonheid van de Amsterdamsche grach-
ten, de Anisterdamsche brugwallen, in dit
aargetijde! Het frissche groen! der iepen
-uigt zich' ter weerszijden over het glanzen-
de waiter, als wilde het er een berceau over
maken. En ter zijde staan de fraaie gracht-
huizen, grachtpaleizen vaak, af en toe met
schoon-gekleurde Ma ruiten. Vooral dat laat-
ste trok telkens weer de aandacht der vreem
delingen.
Daarna volgden wij de Reguliersgracht,
konden wij zien hoe schoon de oude steenen
boogbruggen zich Spiegel en in het nat; wij
>asseerden de merkwaardige houten kerk op
et Amstelveld tijdelijk bedoeld eens, maar
nu al 300 jaar oud, en zagen het Paleis voor
Volksvlij't, „our crista! palace" voor ons op-
rijzeni.
N'atuurlijk verzuimde onze mentor niet af
en; toe te wijzen, op de ganscb bijzondere wij
ze waarop wij hier te Amsterdam, het
Noordschi Venetie, den woningnood trachten
te lenigen, al door het gebruik van woon-
schepm.
Met een wijiden zwaai ging het daarna
langs Amsteldiijk en Weesperzijde. Op de
nieuwe Amsitelbrug had men gelegenheid
een blik te slaan over de wijde en zonnige ri-
vier; we kwamen voorbiji het Amstel-hotel, en
vogd'len denl Amstel, stadswaarts, onder weg
kennis nemend van de oude sluiswerken voor
Caixe, die de Engelschen very interesting
vonden. En het geluk diende, want juist gin
gen de dichtstbijzijnde deuren open en dicht.
Ook de Magere Brug over den Amstel, de
eenige houten klapbrug die wij hier te Am
sterdam nog hebben werd natuurlijik bekeken
en de gids deelde mede, dat dit karakteristie-
ke, ouae type, waar mogelijk, door ons ge-
meentebestuur, in het belang van- het stads-
schoon, behouden blijft. Men maakt nu ech
ter ijzeren bascule-bruggen, en voorziet die
van electrische tractie.
Heel toevallig trof het dat er bij- het pas-
seeren van het Diaconie Oude-mannen en
vrouwenhuis op den Amstel bij. de Nieuwe
Heerengracht, juist een paar bestjes in hun
paars-katoenen japonnen en met den neepjes-
muts op het hoof d, in de deur van het ge-
sticht stonden. Daarna is even, halt gemaakt
voor een1 ander gesticbt op de Nieuwe Hee
rengracht, het Corvers-hofje, het trotsche
huis met de wapens van Corver en Trip, be-
nevens eene afbcelding van het huis-zelf, in
het fronton draagt. Bijzonder interesseerden
de Engelschen zich hier voor de oud-Am®tei>
damscne, of oudJHollandsche spionnetjes!
Maar ik merk dat ik mij mo<?t bekorten;
anders zou het verslag van mijn tocht te
groot worden. Daarom stip ik slechts aan
dat de route verde® voerde langs de beide
liiet om uit te gaan. Bij, haar thuiskomst ech
ter had ze tot haar starre ontzetting een
gruiweiijke verandering bespeurd in het dier,
Giftig en valsch was zijn oogopstag ge
weest, zijn adiem heet, zijn. sitaart als een zw'
pend koord'. Toen ze, lichtHneurii^nd binnen-
kwam, had de Salonpoes schor gegromd en
zijn wclgenagelde klauwtjes uitgesragen. De
sohrik vie! haar koud op het hart. Eini toen
zijh vinai'ge schitteatblik ieder van haar pas-
sen en bewegingen fel vofllgde en zijn lenig
kaliitenlSjf zich plots kromde, zoo bereid tot
aanval en bespringmig, toen, was ze met
angstig liartgebons de kamer uitgestoven en
had met een en klap de deur achter zich toe-
geslagen. Haar voorhoofdi Voelde zoowaar
klam' aan, toen ze in de gang stil stond, om
op adem. te komen.
Ontegeuzeggelijk, ze was nerveus, a! be-
hoorde ze to lictc algemeem niet tot de o\7er-
dreven schrikachtigen van gemioed. M'is-
schien waren het het shllle witte maanlicht,
de zoele atmosfeer, die liaar enerveerden,
die haar, meer dan ooat thans deden verlan-
gen plotsel toig en hefitig naar den ster-
ken arm van een beschermer. Juffrouw Jong-
man had er op haar Idvenspad dat todi
niet meer zoo bijster kort was ao,g geen
gevonden.
Zoo stond ze nu, muisstil op haar eilandr
je van maanlicht en- zuchte to lihans kalme
radelooslieid.
Het kwami alltes door de harde bokking
en- de kaamtjes, overdadht ze. De traktaEe,
die ze voor den loge zidh had aangeschaft
De 'Salonpoes moest zijn maag overladen
hebben. In zijn Jhuis" wist ze, coosumeerde
het lieve dier slechts kippensoep, melk en
malsche ,groeniten. Nochlihans had hij; bij
haar gesmuld van de bokking en de baan-
tjes, maar zij schenen een wonderlijke uit-
werktog op zijn psyche te hebben.
Ze zudhtte opnieuw. In het maanlicht zag
ze op het horloge aan haar pols dat het
half twee was.
Te midden van dm vervardm gedaditen-
gen:: de Hoogduitsche en de Porta-*
eesche, op het Jonas Daniel Meyerpleto;
embrandrs Huis to de St. Anthoniebree-
straat en de Oude Zijds Voor- en Achter-
burgwal.
In de omgeving van het Oudekerksplein
jezorgde de gids zijn gezelschap rillingea
door de mededeeling: Here are you in our
White-ChapelIntusschen belette dit de
vreemdelingen niet te genieteni van de pitto-
reske, havelooze, vermolmde schoonheid van
't kolkje; vlak daarbij. Bij, het passeeren van
deni Schreierstoren gaf onze leider de beken
de verklartog van den naam: Cry towerbij
het passeeren van de Snoekjessteeg werden
wij begroet door een der buurtbewoners, die
onder net uitroepen van: „God bless you!",
aan een stalen vork een reuzen-augurk naar
ons op stak. Even werd ons het afgebroken
Uilenourg getoond; daarna zochten wij den
waterkant op; wij reden langs de Prtos Hen-
drikkade, waar de naast mij zittende En-
gelschman (of was het toeval?) het hoofd
ontblootte toen hij opmerkzaam werd ge
maakt op het huis van de Ruyter; en langs
de Ruyterkade; deden daarna nog even den
Jordaan aan, vervolgden, onzen weg over het
Leidscheplein, door het Vondelpark; werden
hij; het verlaten daarvan, to de van Eeghen-
straat, attent gemaakt ophet bovenihuis
van Willemi Mengelberg, en bezochten ten'
slotte de 'Beurs, waar ons zelfs heel nauw-
keurig verteld werd waar en wat de Karpa-
thenhoek is.
Het was eeni autotocht die werkelijk een'
vogelvlucht door Amsterdam mag worden1
genoemd, en de moeite loont. Wie dezer da
gen to AJmsterdam komt, moet hem bepaald
eens meemaken.
WAGE NAAR Jr.
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No 707 (auteur J. Vardou).
Stand
Zwart: 3, 5, 7, 12, 14, 15, 18, 19, 20, 22,
23, 24, 26.
Wit 21, 27, 29, 33, 34, 35, 39, 42, 44, 47,
49,50.
Oplossing
1. 49—43 1. 26:17 of 22:31
2. 4338 2. 22 31 of 26 17
3. 42—37 3. 31 42
4. 35—30 4. 24 35
5 44—40 5. 35 44
6. 29—24 6. 20 40
7. 39—34 7. 40 29
8. 33 2 (5 8.) 8. 42 33
9. 50:10 9. 5:14 of 15:4
10. 4742 wtnt.
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling te
Alkmaar, P, Kleute Jr., den Haag en Jn Smit,
Heerhugowaard.
DE MATCH SPRINGER—RICOU
Onze landgenoot B. Springer Jr. houdt
zich kranig tegen de sterkste Fransche dam
mers. Zijn laatste match met Ricou te Mar
seille stond na de achtste partij, 11—5 voor
Springer, waarmee dus de match is gewon-
nen. Het eindspel uit de zesde partij is zeer
toteressant en door Springer
speeld. Hier volgt de etodstam
ge-
Zwart: 18, 22,23, 30 en dam op 50.
Wit: 16 en dam op 38.
Ricou was met wit aan ret en stelde alle
pogingen in't werk om remise te maken. Hij
spelde
1. 16—11. Als zwart dit stuk afruilt, kan
ik zeker nog wel een der zwar-
te stukken bemachtigen, dacht
hij. Maar Springer had even
verder gerekend.
- 1. 22—27
2. 38 16 2 50 6
3. 16—27 3 6—22
stream: to haar hersens, wiatt zet met abso
lute stelligheid dit 66ne: ze durfde de ach-
terkamer niet to. En toch was deze haar eenig
slaapvertrek. Moest ze om der wffle van de
Salonpoes nu haar niaChtrust nemen op ca-
napd, keukenstoel of in de gang? Ze ver-
wierp deze vernederende onderwerptog aan
de griillen van een bedorVen kabtenmaag. En
d'aar ze moet began te worden, zat ze weer
op den kostelijkeni cocoslooper, voornocmd,
enjpetosde.
Grndat ze een vrouw was, zocht ze de op
lossing to- het romiantische. Wat hier noodig
was, was de natuuriijke beschermer. De man
met de krachitige hand. Ondianks haar iet-
wiat gevorderde jar en, haar ietwat robuuste
gestalte bom, en wilde ze ook, niet anders
zijn dan de vrouw, de zwakke, hulpbehoe-
vcnde.
Hfet Is waar: ze Ikon een. agent reepen
maar daarbij ontbrab ook broodnudhter
alle romanitiek.
fin glimlachte bekende zij zichzelf nu ail
den tijd slechts hekndijk ged'acht te hebben
aan een1 toterventie van haar jongeren vriene
Gaus.
Giaus, de knappe diaxmante jongen met
wie ze, waar slechts de .geletgenheidi zich
voordieed, plagerig en quasi-moederlijk flirt-
te. Hij kwam soms op bezoek, en dan ver-
wende ze hem, met fijne hapjes en dure si-
garetiten. Dien eigen avond waren ze samen
uitgeweest, naar een' cabaret en Gaus? oogen
hadden' de hare getroiffen, met den hem eigen
fijn plagerilgen glimlach, 'boven dm rand van
hun sierl'ij'k-smal likeurglastriple-sec moch-
ten ze allebei graag.
Juffrouw Jongman rees half dvereind van
de prikkelige ooco6niat en legde haar oor aan
het sleutelgat. 'Het bleef dOodstil daarbto-
nen, maar wie zou zeggen wait er broeide to
de verhitte hersmen van het ondier?
Het overieg in juffrouw Adele Jongma
binnenste had lang genoeg geduurn, nu stone
haar besluit vast. Haar lippen prevcldea den
naam van Eduardi Gaus, tarwijl haar armen
4. 27—43Mooi gespeefd. Het stuk op
30 moest weggejaagd, want
als wit 27—32 had gespeeld,
zwart 2329, dan kon wit
niet 32—23 wegens 30—34
en 22—18
4. 30-35
5. 43—32! 5. 23—29
6. 32—23 6. 22— 6!
7. 23 1 gedw. wegens dreigtog 61
7 29—331
Waar wit nu gaat staan van 1 tot 34 steeds
volgt 3540 en 61. Zwart 4550 en wit
1—6
Men verzuime niet, dit interessante etod-
standje na te spelen.
SLAGZET VAN GIROUX.
De volgende combinatie van Giroux is uit
„Le jeu de dames"
Zwart: 3, 4, 8/11, 13/16,18,19,20, 23, 25,
26
Wit: 27, 28, 30, 32/36, 38, 40, 43, 44, 45,
47, 48, 50.
Wit speelt:
1. 30—24 1. 19:39
2. 28 19 2. 39 37
3. 35—30 3. 13 35
4 38—32 4. 37 28
5. 36—31 5. 26 37
6. 27—21 6. 16:27
7. 48—42 7. 37 39
8 44 2 8. 35 44
9. 2:35!
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 708
van J. BOURQUIN.
FT ~'-1
k! aMh""i 1 ,1
Zwart: 6/10, 12/19, 21, 23.
Wit: 24/28, 30, 32, 33, 34, 37, 38, 40, 42,
43, 48.
Een prachtig probleem.
Oplossingen vodr of op 21 Juni,- Bureau
van dit Blaa.
Voor wie beter doen niet naar IndU te paan.
III.
Het kan zijn, dat onze patient want
een patient is de baantjeszoeker, waarover
ik het to mijn vorigen brief had kleinere
plaatsen gaat opzoekm. 'Hij zal dan dezelf-
de erVaringen opdoen en mociht hij meenen,
dat zijn amtoacht hem' zelfstandig wok zal
verschaffen op zulk een plaats, dan onder-
vto)dt hiji, diat toj misschien wel iets te doen
brijgt, maar het geeft hem geen droog brood,
geen vol bard nasi (rijst). Want de toheem-
sche arbeiders werken al weer veel goedkoo-
per. Of hij nu al ziet, dat zijn werk beter is,
netter, degeldjker, wat geeft het, wanneer de
bevolking, die koopt net goedkoopere voor
lief neemt.
Iemandi heeft het schoenmakersvak geleerd
en neemt dat maar weer op. Maar wat geeft
dat? 'De toheemsche bevolking kuient rend
op bloote voeten, vele Chineezen of slof-
fen en alleen de Europeanen zijn geschoeid,
wanneer ze naar hun werk gaan. Dat geeft
hem gem' bestaan.
Ook een timmennan zal merken, dat hij
weinig toekomst heeft. Hij kan niet concur-
reerm tegen zijn toheemsche vakgenooten.
•Em slager dan? Ja maar de menschen
reeds schoten in de imouwen van de oude re-
genjas, die toevallig aan1 den gangkapsi
htog. to Zegm dat haar buideltaschje met
dm fcostbaren' iinhoud van beurs m slmtels
tijdens de vlucht aan haar arm was blijven.
-arm hadden hum gewone reso-
luutheid herwonnen torn zij de twee-en-twin
tig tredlen van haar trap afdaalde. Daarep
sloeg haar huisdeur met em bons dicht en
ze draaide itweemaall. den sleutel om. Em
kericklok kondigde aan dat de nieuwe dag
twee uur oud was.
Juffrouw Jongman stond in alle eenzaam-
heidl op de doodstiMc gracht. Exm speurde
ze naar afle zijdm, toen nam ze haar rokkm
wat bdjeen en schoot op een- holletje een zij-
straat to.
Op het nabijfcijnde pleto hadden. 's nachts
een paar snorders hun. standplaats. In de
zadite irachttochf dommelden ze nu llicht op
hun bokken.
Met iets meer energie dan strikt nood'za-
kelijk was, schoot juffrouw Jbngman em hun
ner aan. Ze noemde het adlres van den heer
Gaus. ,/Eh gauw rijdm, vader. Dan raaak
ik het good met je."
Aapjes-koeteiers zijn zelden to verbazen
De snorder in kwestie km'ikte, alsof een soort-
gelijke overval hem emige malen daags
pleegde te passeerm. HEj zei ,Jiuu" tot het
slaperi'g paardi en de urbatoe ratelde door
de nachtstiMe stad1. Juffrouw Jongmian. Jeun-
de togm de gnoezelige kussens m lachte,
sil-verwadhttogsvol, tegm de maan'.
'De 'heer Edward Gaus, in diepe rust ver-
zonkm, werd- door de luide bel wreedaardig-
lijk opgeschrikt. NOjg voor hij' het raam kon
opschuivm, w:as zijn oude moeder, angstig
maar fcordaat, naar voren getrippeld en in-
foanmeerde uit haar eerste-etage-voorkamer-
raam het gebruikelijke, „wie daar", met sid'
dermde oude-diamesstem.
„Odh' nievrouw, ik, Ad^le," klonk nu ner
veus juffrouw Jongman's geluid omhoog.
Eduard' Gaus vertreuwde zajm eigen ooren
koopen het vleesch op de pasen, of er is een
Arabier of Chinees, die slacht. Deze hakken
iiet vleesch wel niet zoo deskundig af, als de
Hollander zat doen; maar zijn weer veel
;oedkooper dan de laatste wezen kan om een
oonend bedrijf te hebbm.
Het gaan naar Indie Idvert zoo teleurstel-
lingen op m daarvoor wou ik toch wel even
waarschuwen.
(Nlu heeft de patient hij wordit het meer
en meer wel: gehoord' van de cultures. Mis-
schim is daar voor hem te doen.
Ook dat loopt mis. Een ondergeschikt be-
amibte to de cultures moet Maledsch ver-
staan, of Javaansch of Soedaneesch of Ma-
doeneesdhj want de arbeidlers sprekm niet
amders. Em voor elke betrekktog staan tim-
en bomderdtallen klaar, die hem daarto de
baas zijn, die ook met de bevolking weten
om te gaan, de eigenaardigheden der men
schen kennen, zich zelf weten te behelpen, als
dat noodig is.
In die betrekktogen zijn vele zoogenaamde
stojo's werkzaam of gepasporteerde militiai-
ren, die em kleto salaris boven hun gage-
mmt ontvangen m daannee rond weten te
komm.
Om dan' nog 6en zaak niet te vergeten, n.l.
dat de Inlandsche bevolking zich to de laat
ste jarem wd zoo emiancipeert, diait ze de Euro
peanen, zelfs de stojo's gaat verdrtogen.
Dat is maatschappelijk gesprokem em
faeugelijk feit. .De meer dan 30 millioen tel-
Jende beVolldng van. Java moet uit de mto-
derwaardige positie, waarin ze eeuwen heeft
gdeefd, omhoog. De wereld moet vooruit.
Maar voor dim zoeker naar em betrekktog,
die ook vooruit wil, is het toch minder aan-
gemaam.
Maar zal mm nu vragen: Zijn er dan
hooger op gem. betrekkingm voor em arbeid-
zamm Hollander?
En mijn antwoord iuidt: Zeker, m in nor-
maie tijdm zelfs zeer vele. Maar dan luidt
het tevens: Kom maar eens met uw papie-
ren voor den dag.
In den handelKunt ge boekhoudm Hebt
ge warenkmnis? Verstaat ge wat Engelsch
en Maleisch?
to de Cultures: Hebt ge em liandbouw-
opleidimg gehad? Hebt ge em machinistem-
diploma? Zijt ge op de hoogte van Chemie?
In een staatsbetrekkingWelk diploma
hebt ge? Zonder diploma kunt ge nergens
worden aangestelld. Met een diploma is er
schier geen vak, geen betrekktog, of ge wordt
met open annen ontvangen.
Er is to Indie letterlijk tekort aan alles:
onderwijzers, gmeesheeren, rechters, togmi-
eurs, commiezen, postambtmaren, ambtena-
ren bdj de poilitie, onderofficieren, officierm,
zeelui, ia wiat niet al.
Het kan wel zijn, dat er door de tijdelijke
wereldmalaise ophetoogenblik hier of
daar em te veel is, zooals bij voorbeeld to de
rubber, de tabak, de stoker, het zeewezen,
doch ait is hopen we snel voorbijgaand. Ik
heb bij mijn beschouwing de normale tijdm
op het oog, de bedrijvige wereld.
Maar zij, die zoeken zonder dat ze em goe
de vooropleiding hadden, zullen dan dit wel
begrepen hebben, dat het to dezen tijd van
malaise nog minder geraden is, op stap te
gaan om em werkkring in Indie te zoeken,
dan in normale tijden. Ik zou zoo zeggen:
Jongelui, die naar Indi§ wilt, bereidt u in uw
vaderland daartoe voor Leert iets, doet een
examcn, verwerft u een deugdelijk diploma.
Zoo ge daartoe de kracht niet hebt, blijft dan
liever in het oude vaderland.
Arnhem, 1922.
A. v. W.
Het bankwezen,
IV.
Na de beschouwiing van de NederTandsche
Bank, zullen wij thana eenige oogenblikken
wijden aan buitenlandsche circulatiebanken,
en wel in de eerste plaats de Engelsohe Bank.
Deze toch was voor den oorlog het midden*
punt der financieele wereldl De Londensche
geldmarkt speelde een alles*overheerschende
rol in het to.ternatioo.aal ruilverkeer, en die
Londensche markt werd weer sterk beinvloed
door de Bank of England. Deze is de oudste
circul'atiebank ter wereld, en werd reeds to
1694opgericht De Engelsche regeertog had
to dat jaar namelijk geld noodig en de geld*
schieters, to die dageo waren dat voorname*
lijk de goudsmeden, staken de hoofden bij
elkaar en leenden aan de regeertog de toen
reusachtige som van 1.200.000, waarvoor zij
n-iet em wipte, hoewel ongaarne. uit bed.
„De poes u weet todi wel? bfeklaag-
de Adze's stem verder. Van omlaag, „is,
f eloof ik, dtotl gewardm. Iik ben z66 geschrok-
m, ik ditrf m'n kamer niet meer to. Daarom
Wil'de ilk vra^m... of Eduard misschien..?"
Eduard Gaus doopte zijn hoofd to dm
waschkom en verioeg daarmee eenige on-
aangmame gediachten. Er was 'n kantje aan
'de zaak dat hem, op de hem eigen wijs, pla
gerig glimlachm deed. De oude dame, to-
middels, had de voordeur ontgrendeld m
Adfele kwiain) boven. De koetsier kreeg order
te wachfen m pruimde met prijzenswaardlge
onveraiioorbaarheid.
Mevrouw Gaus had treostwoorden m eau
de cologne veil voor de vtochtelinge. Adele
bleek plots zeer overstuur.
„Arme meid", zei de oude diame. ..Nlatuur-
Tijk, Eddly gaat mee. HHj zal je help-en." Ze
knipoogde even met oude-vrouwtjes slimmig-
heid. Adele zou haar als schoondoehter niet
onwelkom zijn geweest.
,,G, alsjeblieW," huiverd'e juffrouw Jong-
man. „Ik heb zoo'n angst totgestaan."
Eduard Gaus leunde met de hand op tafel
Zijn humeur was volmaakt, toen hij naast
Adele to het rijlttogje steeg. Opnieuw zei de
koetsier „huu" m ratel'd'en de wielm over de
stille straten.
Daar was het huis en diaar was de deur.
'Hier was de sleutel.
„Wil' jiiji vast vooruit gaan, Eduard?"
Juffrouw Jongmian, miaakte het volgens
belofte to allerijl goed' met den koetsier.
Ze zag hoe Gaus, boven, het ganglicht aan-
stak. Met een zetkere rilling volgde ze hem,
de twee en liiwintig treden der trap op.
,Zul je voorzicihtig zijn?"
Hij antwoordde niet, maar deed de achter
kamerdeur op een1 kier.
Doodlsdhe stilte.
„Voorzichtig toch", huiverde Adele, want
de ooversaagde jonkman maakte de kier wij
der.
Stilte als boven.