AlKmaarsche Gourant - Amsterdamsche week, Damrobrieb. hi vw OEpu De salonpoes Feuilleton. I r'...M.'fi D M J ojnoL Economische zwerftocbten. Honderd Oris en Twlntigste Jaargang. Zaterdag 17 Jnni. Uit het Indisehe level. No. 141. 1922. CXXIX. Als vreemdeling door Amsterdam. Op den Dam, het „navelpunt" van Amster dam om met Vondel te aprekea juist or de plaats waar een halve eeuw geleden de met paarden bespannen omnibussen naar de Hoiiandsche en ae Rijmspoor afreden, staat in deze zomersche dagen, nu de vreemdelin gen weer naar ons land uitzwermen, een groote, roodgelakite gezelschaps-autode „sight-seeing-carvan Lissone en Zoon; het bekende reis-bureau. Elken morgen om tien en elken middag om twee uur, vertrekt het reusachtige, moderne, schavotkleurige vehi- kel van xlaar, volgeladen met vreemdelingen om een toer door de stad te maken. Ik ben een dezer dagen van de parti} geweest, zoo maar ongemerkt, niet officieel als persman, maar doodgewoon als particulier, starker: als vreemdeling, en ik moet zeggen; dat de tocht mij zoo goed bevallen is, dat ik hem een ieder kan aanbevelen. Ook a an landgenooten, en zelfs aan de Amsterdammers zelven, want dit is eene zeer bijzondere sen&atie, en men beziet zijn stad, de hoofdstad, weer eens op eene heel ander wijze dan men pleegt te doen. Om twee uur dan beklom ik het gevaarte, en liet mij opzettelijk, zeer gewillig, indeelen bij: de Engelsohe afdeeltog. 'Dat was goed ge- ziem, want de ondervinding leerde mij dat de gids vooral zijne aandacht wijdt aan de vreemdelingen. Stad- en landgenooten waren weer overgelaten aan den chafieur en zich-, zelven. Daar zat ik dan op mijn hoogen zetel, als middclpunt van de belangstelling van vele leegloopers en andere stadgenooten die niets te doen hadden. In dat opzicht schijnen wij. nog altijd de Chineezen van Europa te blij- ven. Een vreemdeling, ook als hij zich uiter- lijk door niets bijzonders onderscheidt, schijnt nu eenmaal te moeten worden aangegaapt. Wij keken eens op naar de indrukwekkende, grauwe facade van het Paleis, waarvan de klok, juist in deze dagen van druk vreemde- Lingenverkeer, zijne wijzers mist (practische maatregel!)waagden een oogje aan de uit oude lorreni samenigestelde poppenkast die tegen/woordig de plaats inneemt van Naatje op den Dam, (geene verbetering in aesthe- tisch, opzicht!) en reden, juist torn wij be- gonnen te gapen, af; uitgeleide gedaan door de lazzaroni met een hoerah-tje. Daar gingen wij dan, en tuften zoo maar brutaal de Kalverstraat in, een stout bedrijf dat de heeren van „De Groote Club" niet on- bedenkelijk schenen te acbten. Althans ik zag verscheidene hunner de wenkbrauwen ver- vaarlijk hoog optrekken. En inderdaad is Lissone's touristen-auto haast te groot voor deze nauwe en1 drukke winkelstraat in het hart van de stad. Links en rechts persten wij het publiek de troittoirs op, tegen de spiegel- ruiten aan; alspf wij een soort van sneeuw- ploeg waren. Maar geen voorbijg anger die er leelijk om keek dat moet ik mijn stadgenoo ten tot hun eer nageven. Aha, de vreemdelin gen! was zoo ongeveer de uitdrukking, die ik op de gezichteu zag verschijnen, en dan glimlachte men; glimlachte men eenigszins vergoelijkend, zooals inboorlingen wel eens meer plegen te lachen, du haut de Uur gran deur, als zij, andere volksstammen ontmoeten. •Niet zonder trots namen wij1 daarna ken- nis.vam de mededeeling on onzen guide, dat zijn gelzelschapscnr de eenige is die dezen hartader van het verkecr mag volgen, en na, volgens zijne aanwijzingen, even een blik te hebben geworpen op het oude poortje van het Burgei-weeshuis stopten wij voor eerste maal aan het Begijnehof. Er zijln na- meliik twee punten, waar de auto, op haar rondrit door de stad ^aanlegf': 't Begijnehof en de Beurs. Ditoaal troffen wij het echter slecht. Er was namelijk ecu keAcelijk feest, eene processie, zeide onze geleider, en dus hield de Amsterdamschfe Beguinage voor he- den hare poorten voor ons, Vreemdelingen, gesloten. Dat was jammer, want dit blijft al tijd een wonder ding; dit stille hofje van voorover-leunende gnjze huisjes, met hooge stoepjes, een fertng vormend om 'I groene plantsoentje met hooge boomen in het inidr den. Het is als eene orde van rust te midden van het stadsrumoer onzer city. Als kind al leb ik er gezworven, en nog altijd herinner ik mij hoe zwaar destijds de stilte op mij woog Maar vandaag waren vreemde jezoekers niet welkom. Achter de ramen met kleine ruitjes van het poorthuis, waarin de uit zandsteen gehouwen foeeltenis van de ieilige Ursula is gemetseld, zag men de grijze hoofden vaii de kwezeltjes verschijnen, en als schichtig staarden ze naar de vuur- roode monster-auto, miet zijn mondain, inter na tionaal gezelschap. En dus reden we door! Misschien, zoo troostte ons de gids, zouden wij aan het eind van den toer toch nog ons voorgenomeo. be- zoek kunnen brengta. >De gids zelf was een van de twee beziens- waardlgheden in de auto. Hij! was een kwie- ke jonge kerel, vloeiend Engelsch sprekend en raa van tong. Bovendien: humoristisch! door JET VAN STR1EN. (Nladruk verbdden). Door het gangvenster eerste etage, met achter-uitzidht vrel bdt blanke maanllicht van een helderen zomernacht. De atmosfeer was zacht, ja zwoel. Hiet .wat de atmosieer voor liefdi'sfludsteriing. Juiirouw Adele Jocngman stond! midden op een eilandje van wit maanlidit op haar kos- telijken cocoslooper. Haar blikken had ze star geriabt op de gesloten achterkamerdeur. Ze was nog in het vol ornaat van een avondr je uit iDoodstil was het in huis. Jluffrouw Jong- man's paying guest van de tweedle 6tage was uit de. stad." De buren ter rechter- en ter linikerzijde sl'iepen de slaap der rechtvaardi- gen. i De witte maan lonkte uitnoodilgend naar juffrouw Jonglnan,, maar zij bleef,, met starren en ontzetten blik staren naar de ge sloten achterkamerdeur, die toegang gaf tot haar slaapvertrek. Achter gezegde gesloten deur zat, wist zij op tafdi dc Salonpoes. De weMoor-voede en sierlajke Cypersche kater, trots en troetelkinc van een echtpaar, waarmee juffrouw Jong- man door de banden der vriendschap was verbonden. Dien, eageaii middag was diit echt- laar voor enkele dagen uit de stad vertrok- Acn en de Salonpoes, in een rieten reismand- je, als zeer gewaaraeerde logeergast bij' jui- froujw Jongmian gearriVeerd. Och, het was zoo'n chartnant beest en ze mociht'm zoo graag. Zijig was zijn glanzige vacht; tinte- lehrt, maar stxedend zijn groene blik. Met wdbcwusie gratie droeg hij zijn staart en liet hij zich adoreeren door den baas en 't vrouwtje cn oolc door haar, juffrouw Jong- man. Althans, zoo was het steeds geweest, tot dien eigen avond, voor ze haar huis ver- Zoo af en toe gooide hij er een kwinkslag WtKKfM ijne inspanning van al tijd maar weer vertelleni, en jaartallen be- denken, en onze moeite van het luisteren in het geraasma'kende voertuig, wat verlichtte. Naast hem en het was wdlicht geen toe- val dat zij juist naast hem was terecht geko- men zat een allersnoezigst, blond En gelsch meisije. in lichtblauw; de tweede be- ziensWaardigheid in den wagen! En zoo ge- beurde het dat af en toe o, ik verzeker u, slechts af en toe! mijn blik als verstrooid bleef rusten op iets zeer liefelijks; het blanke halsje van het lieve kind. Er zijn nog meer schoonbeden dan eene oude stad kan bieden! Van het Begijnhof denderden wij; langs den Singej, over het Koningsplein en door de Leidschestraat, naar de Keizersgracht, die wij volgden tot aan de Reguliersgracht. O de schoonheid van de Amsterdamsche grach- ten, de Anisterdamsche brugwallen, in dit aargetijde! Het frissche groen! der iepen -uigt zich' ter weerszijden over het glanzen- de waiter, als wilde het er een berceau over maken. En ter zijde staan de fraaie gracht- huizen, grachtpaleizen vaak, af en toe met schoon-gekleurde Ma ruiten. Vooral dat laat- ste trok telkens weer de aandacht der vreem delingen. Daarna volgden wij de Reguliersgracht, konden wij zien hoe schoon de oude steenen boogbruggen zich Spiegel en in het nat; wij >asseerden de merkwaardige houten kerk op et Amstelveld tijdelijk bedoeld eens, maar nu al 300 jaar oud, en zagen het Paleis voor Volksvlij't, „our crista! palace" voor ons op- rijzeni. N'atuurlijk verzuimde onze mentor niet af en; toe te wijzen, op de ganscb bijzondere wij ze waarop wij hier te Amsterdam, het Noordschi Venetie, den woningnood trachten te lenigen, al door het gebruik van woon- schepm. Met een wijiden zwaai ging het daarna langs Amsteldiijk en Weesperzijde. Op de nieuwe Amsitelbrug had men gelegenheid een blik te slaan over de wijde en zonnige ri- vier; we kwamen voorbiji het Amstel-hotel, en vogd'len denl Amstel, stadswaarts, onder weg kennis nemend van de oude sluiswerken voor Caixe, die de Engelschen very interesting vonden. En het geluk diende, want juist gin gen de dichtstbijzijnde deuren open en dicht. Ook de Magere Brug over den Amstel, de eenige houten klapbrug die wij hier te Am sterdam nog hebben werd natuurlijik bekeken en de gids deelde mede, dat dit karakteristie- ke, ouae type, waar mogelijk, door ons ge- meentebestuur, in het belang van- het stads- schoon, behouden blijft. Men maakt nu ech ter ijzeren bascule-bruggen, en voorziet die van electrische tractie. Heel toevallig trof het dat er bij- het pas- seeren van het Diaconie Oude-mannen en vrouwenhuis op den Amstel bij. de Nieuwe Heerengracht, juist een paar bestjes in hun paars-katoenen japonnen en met den neepjes- muts op het hoof d, in de deur van het ge- sticht stonden. Daarna is even, halt gemaakt voor een1 ander gesticbt op de Nieuwe Hee rengracht, het Corvers-hofje, het trotsche huis met de wapens van Corver en Trip, be- nevens eene afbcelding van het huis-zelf, in het fronton draagt. Bijzonder interesseerden de Engelschen zich hier voor de oud-Am®tei> damscne, of oudJHollandsche spionnetjes! Maar ik merk dat ik mij mo<?t bekorten; anders zou het verslag van mijn tocht te groot worden. Daarom stip ik slechts aan dat de route verde® voerde langs de beide liiet om uit te gaan. Bij, haar thuiskomst ech ter had ze tot haar starre ontzetting een gruiweiijke verandering bespeurd in het dier, Giftig en valsch was zijn oogopstag ge weest, zijn adiem heet, zijn. sitaart als een zw' pend koord'. Toen ze, lichtHneurii^nd binnen- kwam, had de Salonpoes schor gegromd en zijn wclgenagelde klauwtjes uitgesragen. De sohrik vie! haar koud op het hart. Eini toen zijh vinai'ge schitteatblik ieder van haar pas- sen en bewegingen fel vofllgde en zijn lenig kaliitenlSjf zich plots kromde, zoo bereid tot aanval en bespringmig, toen, was ze met angstig liartgebons de kamer uitgestoven en had met een en klap de deur achter zich toe- geslagen. Haar voorhoofdi Voelde zoowaar klam' aan, toen ze in de gang stil stond, om op adem. te komen. Ontegeuzeggelijk, ze was nerveus, a! be- hoorde ze to lictc algemeem niet tot de o\7er- dreven schrikachtigen van gemioed. M'is- schien waren het het shllle witte maanlicht, de zoele atmosfeer, die liaar enerveerden, die haar, meer dan ooat thans deden verlan- gen plotsel toig en hefitig naar den ster- ken arm van een beschermer. Juffrouw Jong- man had er op haar Idvenspad dat todi niet meer zoo bijster kort was ao,g geen gevonden. Zoo stond ze nu, muisstil op haar eilandr je van maanlicht en- zuchte to lihans kalme radelooslieid. Het kwami alltes door de harde bokking en- de kaamtjes, overdadht ze. De traktaEe, die ze voor den loge zidh had aangeschaft De 'Salonpoes moest zijn maag overladen hebben. In zijn Jhuis" wist ze, coosumeerde het lieve dier slechts kippensoep, melk en malsche ,groeniten. Nochlihans had hij; bij haar gesmuld van de bokking en de baan- tjes, maar zij schenen een wonderlijke uit- werktog op zijn psyche te hebben. Ze zudhtte opnieuw. In het maanlicht zag ze op het horloge aan haar pols dat het half twee was. Te midden van dm vervardm gedaditen- gen:: de Hoogduitsche en de Porta-* eesche, op het Jonas Daniel Meyerpleto; embrandrs Huis to de St. Anthoniebree- straat en de Oude Zijds Voor- en Achter- burgwal. In de omgeving van het Oudekerksplein jezorgde de gids zijn gezelschap rillingea door de mededeeling: Here are you in our White-ChapelIntusschen belette dit de vreemdelingen niet te genieteni van de pitto- reske, havelooze, vermolmde schoonheid van 't kolkje; vlak daarbij. Bij, het passeeren van deni Schreierstoren gaf onze leider de beken de verklartog van den naam: Cry towerbij het passeeren van de Snoekjessteeg werden wij begroet door een der buurtbewoners, die onder net uitroepen van: „God bless you!", aan een stalen vork een reuzen-augurk naar ons op stak. Even werd ons het afgebroken Uilenourg getoond; daarna zochten wij den waterkant op; wij reden langs de Prtos Hen- drikkade, waar de naast mij zittende En- gelschman (of was het toeval?) het hoofd ontblootte toen hij opmerkzaam werd ge maakt op het huis van de Ruyter; en langs de Ruyterkade; deden daarna nog even den Jordaan aan, vervolgden, onzen weg over het Leidscheplein, door het Vondelpark; werden hij; het verlaten daarvan, to de van Eeghen- straat, attent gemaakt ophet bovenihuis van Willemi Mengelberg, en bezochten ten' slotte de 'Beurs, waar ons zelfs heel nauw- keurig verteld werd waar en wat de Karpa- thenhoek is. Het was eeni autotocht die werkelijk een' vogelvlucht door Amsterdam mag worden1 genoemd, en de moeite loont. Wie dezer da gen to AJmsterdam komt, moet hem bepaald eens meemaken. WAGE NAAR Jr. Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem No 707 (auteur J. Vardou). Stand Zwart: 3, 5, 7, 12, 14, 15, 18, 19, 20, 22, 23, 24, 26. Wit 21, 27, 29, 33, 34, 35, 39, 42, 44, 47, 49,50. Oplossing 1. 49—43 1. 26:17 of 22:31 2. 4338 2. 22 31 of 26 17 3. 42—37 3. 31 42 4. 35—30 4. 24 35 5 44—40 5. 35 44 6. 29—24 6. 20 40 7. 39—34 7. 40 29 8. 33 2 (5 8.) 8. 42 33 9. 50:10 9. 5:14 of 15:4 10. 4742 wtnt. Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling te Alkmaar, P, Kleute Jr., den Haag en Jn Smit, Heerhugowaard. DE MATCH SPRINGER—RICOU Onze landgenoot B. Springer Jr. houdt zich kranig tegen de sterkste Fransche dam mers. Zijn laatste match met Ricou te Mar seille stond na de achtste partij, 11—5 voor Springer, waarmee dus de match is gewon- nen. Het eindspel uit de zesde partij is zeer toteressant en door Springer speeld. Hier volgt de etodstam ge- Zwart: 18, 22,23, 30 en dam op 50. Wit: 16 en dam op 38. Ricou was met wit aan ret en stelde alle pogingen in't werk om remise te maken. Hij spelde 1. 16—11. Als zwart dit stuk afruilt, kan ik zeker nog wel een der zwar- te stukken bemachtigen, dacht hij. Maar Springer had even verder gerekend. - 1. 22—27 2. 38 16 2 50 6 3. 16—27 3 6—22 stream: to haar hersens, wiatt zet met abso lute stelligheid dit 66ne: ze durfde de ach- terkamer niet to. En toch was deze haar eenig slaapvertrek. Moest ze om der wffle van de Salonpoes nu haar niaChtrust nemen op ca- napd, keukenstoel of in de gang? Ze ver- wierp deze vernederende onderwerptog aan de griillen van een bedorVen kabtenmaag. En d'aar ze moet began te worden, zat ze weer op den kostelijkeni cocoslooper, voornocmd, enjpetosde. Grndat ze een vrouw was, zocht ze de op lossing to- het romiantische. Wat hier noodig was, was de natuuriijke beschermer. De man met de krachitige hand. Ondianks haar iet- wiat gevorderde jar en, haar ietwat robuuste gestalte bom, en wilde ze ook, niet anders zijn dan de vrouw, de zwakke, hulpbehoe- vcnde. Hfet Is waar: ze Ikon een. agent reepen maar daarbij ontbrab ook broodnudhter alle romanitiek. fin glimlachte bekende zij zichzelf nu ail den tijd slechts hekndijk ged'acht te hebben aan een1 toterventie van haar jongeren vriene Gaus. Giaus, de knappe diaxmante jongen met wie ze, waar slechts de .geletgenheidi zich voordieed, plagerig en quasi-moederlijk flirt- te. Hij kwam soms op bezoek, en dan ver- wende ze hem, met fijne hapjes en dure si- garetiten. Dien eigen avond waren ze samen uitgeweest, naar een' cabaret en Gaus? oogen hadden' de hare getroiffen, met den hem eigen fijn plagerilgen glimlach, 'boven dm rand van hun sierl'ij'k-smal likeurglastriple-sec moch- ten ze allebei graag. Juffrouw Jongman rees half dvereind van de prikkelige ooco6niat en legde haar oor aan het sleutelgat. 'Het bleef dOodstil daarbto- nen, maar wie zou zeggen wait er broeide to de verhitte hersmen van het ondier? Het overieg in juffrouw Adele Jongma binnenste had lang genoeg geduurn, nu stone haar besluit vast. Haar lippen prevcldea den naam van Eduardi Gaus, tarwijl haar armen 4. 27—43Mooi gespeefd. Het stuk op 30 moest weggejaagd, want als wit 27—32 had gespeeld, zwart 2329, dan kon wit niet 32—23 wegens 30—34 en 22—18 4. 30-35 5. 43—32! 5. 23—29 6. 32—23 6. 22— 6! 7. 23 1 gedw. wegens dreigtog 61 7 29—331 Waar wit nu gaat staan van 1 tot 34 steeds volgt 3540 en 61. Zwart 4550 en wit 1—6 Men verzuime niet, dit interessante etod- standje na te spelen. SLAGZET VAN GIROUX. De volgende combinatie van Giroux is uit „Le jeu de dames" Zwart: 3, 4, 8/11, 13/16,18,19,20, 23, 25, 26 Wit: 27, 28, 30, 32/36, 38, 40, 43, 44, 45, 47, 48, 50. Wit speelt: 1. 30—24 1. 19:39 2. 28 19 2. 39 37 3. 35—30 3. 13 35 4 38—32 4. 37 28 5. 36—31 5. 26 37 6. 27—21 6. 16:27 7. 48—42 7. 37 39 8 44 2 8. 35 44 9. 2:35! Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 708 van J. BOURQUIN. FT ~'-1 k! aMh""i 1 ,1 Zwart: 6/10, 12/19, 21, 23. Wit: 24/28, 30, 32, 33, 34, 37, 38, 40, 42, 43, 48. Een prachtig probleem. Oplossingen vodr of op 21 Juni,- Bureau van dit Blaa. Voor wie beter doen niet naar IndU te paan. III. Het kan zijn, dat onze patient want een patient is de baantjeszoeker, waarover ik het to mijn vorigen brief had kleinere plaatsen gaat opzoekm. 'Hij zal dan dezelf- de erVaringen opdoen en mociht hij meenen, dat zijn amtoacht hem' zelfstandig wok zal verschaffen op zulk een plaats, dan onder- vto)dt hiji, diat toj misschien wel iets te doen brijgt, maar het geeft hem geen droog brood, geen vol bard nasi (rijst). Want de toheem- sche arbeiders werken al weer veel goedkoo- per. Of hij nu al ziet, dat zijn werk beter is, netter, degeldjker, wat geeft het, wanneer de bevolking, die koopt net goedkoopere voor lief neemt. Iemandi heeft het schoenmakersvak geleerd en neemt dat maar weer op. Maar wat geeft dat? 'De toheemsche bevolking kuient rend op bloote voeten, vele Chineezen of slof- fen en alleen de Europeanen zijn geschoeid, wanneer ze naar hun werk gaan. Dat geeft hem gem' bestaan. Ook een timmennan zal merken, dat hij weinig toekomst heeft. Hij kan niet concur- reerm tegen zijn toheemsche vakgenooten. •Em slager dan? Ja maar de menschen reeds schoten in de imouwen van de oude re- genjas, die toevallig aan1 den gangkapsi htog. to Zegm dat haar buideltaschje met dm fcostbaren' iinhoud van beurs m slmtels tijdens de vlucht aan haar arm was blijven. -arm hadden hum gewone reso- luutheid herwonnen torn zij de twee-en-twin tig tredlen van haar trap afdaalde. Daarep sloeg haar huisdeur met em bons dicht en ze draaide itweemaall. den sleutel om. Em kericklok kondigde aan dat de nieuwe dag twee uur oud was. Juffrouw Jongman stond in alle eenzaam- heidl op de doodstiMc gracht. Exm speurde ze naar afle zijdm, toen nam ze haar rokkm wat bdjeen en schoot op een- holletje een zij- straat to. Op het nabijfcijnde pleto hadden. 's nachts een paar snorders hun. standplaats. In de zadite irachttochf dommelden ze nu llicht op hun bokken. Met iets meer energie dan strikt nood'za- kelijk was, schoot juffrouw Jbngman em hun ner aan. Ze noemde het adlres van den heer Gaus. ,/Eh gauw rijdm, vader. Dan raaak ik het good met je." Aapjes-koeteiers zijn zelden to verbazen De snorder in kwestie km'ikte, alsof een soort- gelijke overval hem emige malen daags pleegde te passeerm. HEj zei ,Jiuu" tot het slaperi'g paardi en de urbatoe ratelde door de nachtstiMe stad1. Juffrouw Jongmian. Jeun- de togm de gnoezelige kussens m lachte, sil-verwadhttogsvol, tegm de maan'. 'De 'heer Edward Gaus, in diepe rust ver- zonkm, werd- door de luide bel wreedaardig- lijk opgeschrikt. NOjg voor hij' het raam kon opschuivm, w:as zijn oude moeder, angstig maar fcordaat, naar voren getrippeld en in- foanmeerde uit haar eerste-etage-voorkamer- raam het gebruikelijke, „wie daar", met sid' dermde oude-diamesstem. „Odh' nievrouw, ik, Ad^le," klonk nu ner veus juffrouw Jongman's geluid omhoog. Eduard' Gaus vertreuwde zajm eigen ooren koopen het vleesch op de pasen, of er is een Arabier of Chinees, die slacht. Deze hakken iiet vleesch wel niet zoo deskundig af, als de Hollander zat doen; maar zijn weer veel ;oedkooper dan de laatste wezen kan om een oonend bedrijf te hebbm. Het gaan naar Indie Idvert zoo teleurstel- lingen op m daarvoor wou ik toch wel even waarschuwen. (Nlu heeft de patient hij wordit het meer en meer wel: gehoord' van de cultures. Mis- schim is daar voor hem te doen. Ook dat loopt mis. Een ondergeschikt be- amibte to de cultures moet Maledsch ver- staan, of Javaansch of Soedaneesch of Ma- doeneesdhj want de arbeidlers sprekm niet amders. Em voor elke betrekktog staan tim- en bomderdtallen klaar, die hem daarto de baas zijn, die ook met de bevolking weten om te gaan, de eigenaardigheden der men schen kennen, zich zelf weten te behelpen, als dat noodig is. In die betrekktogen zijn vele zoogenaamde stojo's werkzaam of gepasporteerde militiai- ren, die em kleto salaris boven hun gage- mmt ontvangen m daannee rond weten te komm. Om dan' nog 6en zaak niet te vergeten, n.l. dat de Inlandsche bevolking zich to de laat ste jarem wd zoo emiancipeert, diait ze de Euro peanen, zelfs de stojo's gaat verdrtogen. Dat is maatschappelijk gesprokem em faeugelijk feit. .De meer dan 30 millioen tel- Jende beVolldng van. Java moet uit de mto- derwaardige positie, waarin ze eeuwen heeft gdeefd, omhoog. De wereld moet vooruit. Maar voor dim zoeker naar em betrekktog, die ook vooruit wil, is het toch minder aan- gemaam. Maar zal mm nu vragen: Zijn er dan hooger op gem. betrekkingm voor em arbeid- zamm Hollander? En mijn antwoord iuidt: Zeker, m in nor- maie tijdm zelfs zeer vele. Maar dan luidt het tevens: Kom maar eens met uw papie- ren voor den dag. In den handelKunt ge boekhoudm Hebt ge warenkmnis? Verstaat ge wat Engelsch en Maleisch? to de Cultures: Hebt ge em liandbouw- opleidimg gehad? Hebt ge em machinistem- diploma? Zijt ge op de hoogte van Chemie? In een staatsbetrekkingWelk diploma hebt ge? Zonder diploma kunt ge nergens worden aangestelld. Met een diploma is er schier geen vak, geen betrekktog, of ge wordt met open annen ontvangen. Er is to Indie letterlijk tekort aan alles: onderwijzers, gmeesheeren, rechters, togmi- eurs, commiezen, postambtmaren, ambtena- ren bdj de poilitie, onderofficieren, officierm, zeelui, ia wiat niet al. Het kan wel zijn, dat er door de tijdelijke wereldmalaise ophetoogenblik hier of daar em te veel is, zooals bij voorbeeld to de rubber, de tabak, de stoker, het zeewezen, doch ait is hopen we snel voorbijgaand. Ik heb bij mijn beschouwing de normale tijdm op het oog, de bedrijvige wereld. Maar zij, die zoeken zonder dat ze em goe de vooropleiding hadden, zullen dan dit wel begrepen hebben, dat het to dezen tijd van malaise nog minder geraden is, op stap te gaan om em werkkring in Indie te zoeken, dan in normale tijden. Ik zou zoo zeggen: Jongelui, die naar Indi§ wilt, bereidt u in uw vaderland daartoe voor Leert iets, doet een examcn, verwerft u een deugdelijk diploma. Zoo ge daartoe de kracht niet hebt, blijft dan liever in het oude vaderland. Arnhem, 1922. A. v. W. Het bankwezen, IV. Na de beschouwiing van de NederTandsche Bank, zullen wij thana eenige oogenblikken wijden aan buitenlandsche circulatiebanken, en wel in de eerste plaats de Engelsohe Bank. Deze toch was voor den oorlog het midden* punt der financieele wereldl De Londensche geldmarkt speelde een alles*overheerschende rol in het to.ternatioo.aal ruilverkeer, en die Londensche markt werd weer sterk beinvloed door de Bank of England. Deze is de oudste circul'atiebank ter wereld, en werd reeds to 1694opgericht De Engelsche regeertog had to dat jaar namelijk geld noodig en de geld* schieters, to die dageo waren dat voorname* lijk de goudsmeden, staken de hoofden bij elkaar en leenden aan de regeertog de toen reusachtige som van 1.200.000, waarvoor zij n-iet em wipte, hoewel ongaarne. uit bed. „De poes u weet todi wel? bfeklaag- de Adze's stem verder. Van omlaag, „is, f eloof ik, dtotl gewardm. Iik ben z66 geschrok- m, ik ditrf m'n kamer niet meer to. Daarom Wil'de ilk vra^m... of Eduard misschien..?" Eduard Gaus doopte zijn hoofd to dm waschkom en verioeg daarmee eenige on- aangmame gediachten. Er was 'n kantje aan 'de zaak dat hem, op de hem eigen wijs, pla gerig glimlachm deed. De oude dame, to- middels, had de voordeur ontgrendeld m Adfele kwiain) boven. De koetsier kreeg order te wachfen m pruimde met prijzenswaardlge onveraiioorbaarheid. Mevrouw Gaus had treostwoorden m eau de cologne veil voor de vtochtelinge. Adele bleek plots zeer overstuur. „Arme meid", zei de oude diame. ..Nlatuur- Tijk, Eddly gaat mee. HHj zal je help-en." Ze knipoogde even met oude-vrouwtjes slimmig- heid. Adele zou haar als schoondoehter niet onwelkom zijn geweest. ,,G, alsjeblieW," huiverd'e juffrouw Jong- man. „Ik heb zoo'n angst totgestaan." Eduard Gaus leunde met de hand op tafel Zijn humeur was volmaakt, toen hij naast Adele to het rijlttogje steeg. Opnieuw zei de koetsier „huu" m ratel'd'en de wielm over de stille straten. Daar was het huis en diaar was de deur. 'Hier was de sleutel. „Wil' jiiji vast vooruit gaan, Eduard?" Juffrouw Jongmian, miaakte het volgens belofte to allerijl goed' met den koetsier. Ze zag hoe Gaus, boven, het ganglicht aan- stak. Met een zetkere rilling volgde ze hem, de twee en liiwintig treden der trap op. ,Zul je voorzicihtig zijn?" Hij antwoordde niet, maar deed de achter kamerdeur op een1 kier. Doodlsdhe stilte. „Voorzichtig toch", huiverde Adele, want de ooversaagde jonkman maakte de kier wij der. Stilte als boven.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5