Alkmaarsche Courant §,imm I WW 5%W DamnibrleL Amsterdamsche week. L'JOUCI Honderd Drie en Twlntlgste Jaargang. Zaterdag 1 Jnli. De Haagsche eenferentie. XHt onze fitaatsmachine. F e u i 11 e t o n. Sliormachtige hoogten. N-«. 163. CXXXI. Het Raadhuis-vraagstuk. Het Amsterdamsche R a a dhuisvra agstuk is nu weer actueel g-eworden; actueel door de indiien-ing vian het voorstel van B. entW. tot verbouwing van het Prinsenhof; een voorstel waarvan de nu helaas in ware krankheid neerliggende wethouder voor de publieke werken, de heer Ter Haar, de gees- telijke vader is; en aotueel in het bijzonder doordat het in de bedoeling van den Burge- meester s-ohijnt te liggen den. Raad in elik ge- v, vial voor Augustus a.s. over dit voorstel te laten beslissen. Reeds was het geplaatst op de agenda van de laatstgehouden vergadle- ring van die® Raad, mnar het is toen voor- loopig door B. en W. ieruggenomen op ver- zoek van verschillende raadsleden die v66r de behlandeling van het voorstel nog een be- zoek wild-en brengen aan het „paleis" op den Dam; het oude Stad-.uis van Amsterdam. Dat bezoek hteeft Maandag 1.1. plaats ge- had, en dus staat nu niets meer de behande- ling in openbare raadsvergiadering in den weg. Wat de uitelag is geweest van het be zoek weet ik niet; ik hborde vertdlen dat de algemeene indruk was: diit historische ge- bouw is niet meer geschikt voor hedendaagsch gebruik. Maar allfeen reeds nit het feit dat men het wilde bezoeken blijfct dat de gedach- te het KoninMijfk Raleis weer tot Raadhuis te maken, hierteratede nog niiet dood is; nog niet gedood is, ondank® alle pogingien die daartoe van verschillende zijden en om uit- eenloopende motieven gedaan zijh. iDe een is bang de Koningin te grieven. Hiare Majestait zou zeer gesteld zijn op voortzetten van die jongste traditie ten dleze: de .traditie van nu een eeuw, volgens welke de Oiianje-vorsten bij! bun bezoek aan de hoofdstaai dies Rijks steedis in het „acbtste wereld wonder" op den Dam zetelden; en in die troische en- luisterrijke omgeving, afstre- liing van de grootste grootheid van deze stad, dit land, de landzaten en de vreemdelinjgen ontvingen. 'Het kan zijn, maar miji duhkt, er Ware toch eene regeliing denkbaar, w-aarbij het gebruik van het gebouw voor due doelein- den verzekerd blijVe. En d'aamaast moet h«t de Koningin, het Koninklijk gezin, toch niet onaangenaam zijn, ajs haar'(het) voor den duur van haar (zijn) verblij-f hierterstede een beter (beter-bewoonb aar) verblij'f te beschik- king werd gesteld, dan dit voor bewoning in alle opzich-ten ongesehikt gebouw, dat trou- wenls ook nooit voor bewoning bedoeld -is ge weest. Hot is in- de 17e eeuw ingerioht als dienstgebouw. Anderen vreezen- dat het luistetrrijik histo- risch monument groote schade zou lijd-en, zoowel door de inrichting ervan voor den dagelijkschen (modemen) stadhuisdienst (overleg van telefoon, waterleiding, electri- scbe geleid'ing, veTwarmiingsbuizen, liften, enz.) als door het dagelijtosch gebruik. Het is een bezwaar d)at wellicht op sommiigen (velen?) eeniigen indruk zal maken, maar waarbij: toch mag worden aangeteebead dat de R aadhuisMD amcommissie, waarin toch bekende bistoriti en aesithetid (en tegeijkl technici) zaten, als: Dr. Cuypers, dr. Berla- ge, beicler colliga Muysken, prof. Brug- mans en de ingenieur iBos, directeur van P W. te Amsterdam, dat bezwaar niet zwaar woog. Ha'ans inziens was het geoorloofd van elk aer vier hoofdtrappen tefen der buiteniar- men, die overbodig -zijn, te verwijdereni, en in de aldus verkregen ruimten- de liften aan te brengen, die, meende zij, aldaar uitstekend geplaatst zouden zijn. Evenmin zou het, volgens haar, bezwaar opleveren een electri sche verlichtinjg door het geheele gebouw aan te brengen, en voor eene behoorlijlke water- voorziening en afvoer in het gebouw zorg te diragen. En de verwarmingsaanleg behoefde h.i. geene onoverkomelijke moeilijkheden op te leveren, wanneer men prijis geeft het dentk- beeldi van algeheele centrale verwarming en gebruik maakt van den bestaanden verwar mingsaanleg en van de vele schoorsteenen en rookkanalen, die zich in 'het gebouw be- vinden. Volgens B. en W. is dit rapport, dat conel'udeert tot het teruggeven van ons oude Stadhuis aan zijne oorspronkelijke bestem- 1928. ming verottderd. Sinds het verscheen (het rapport is gedateerd 4 Juni 1920) is er reel veranderd. De Gemeente is wel gegToeid haar inwonertal is sterk toegenomen, fen door dien natuurlijken: aanwas, en dloor ae annex- atie. iBovendien hebben we nu- zes wethou- ders, die ieder hunne eigen afdeeling faeb- ben. iMaar dit neemt niet weg dat het oor- deel der Raadhuis-Damcommissie op het stuk van de geschikheid van het oude ge bouw voor den modemen Stadhuisdienst toch van groote waarde folijift Er zijn er ook die meenen dat onze heden- daagsche Amsterdamsche Gemeentebestu- ren eigenlijfc niet waard zijn geplaatst te worden in deze grootsche lijst. En zij wiizen dan op excfessen als de verkiezing van Had- je-me-maar en- Zuurbier; straks van het Wa- ter-en-Vuurvrouwtje uit den Jordaan. Men gevoelt echter wel dat achter dergelijlke be- zwiaren 1 outer politieke tenidenzen zitten, die opzichzelf in deze toch niet den doorslag mogen geven. Want, men bedenke wel: De bezwaren gaan niet zbozeer tegen de politie ke overtuiging van genoemden Had-je me-maar, Zuurbier en t Water-en-Vuur- vrouwtje, als wel in het algiemeen tegen de politieke bovenstrooming van dezen tijd: die sociaal-democrarische of djemocrtatisohe. En daarom kan men die bezwaren niet sferieus noemen. Men kan de vertegenwoordigers van die rich ting (en) toch niet bi| voorbaat en m het algemeen onwaardig noemen om in een historisch Stadhuis te zetelen. Resten ten slotte de practische bezwaren van B. em W., gelijtk die zijn neergelegdi in bun voorstel d.d. 1 Juni 1920 dus nu al weer 2 jaar geleden cm; een nieuw Raadhuis te bouwen en hen- uittenoodigen het voorbereidend werk daartoe ter hand te ne- men, en zoodra de tijdsomstandigheden zulfcs veroorlooven, die noodige voorstellen1 in te dien-en om tot dien bouw overtegaan. lets wat, dit als tusschen twee haakjes, niets an ders was dian eene platonische liefdesverkla- ring hunnerzijds voor een nieuw Stadhuis. Want zij! schreven er dadelijk nadrukikelijk bij' dat net geld er- niet was, en dat voors- hands ook niet verwacht kon worden dat het er zou komen. Van belang bierbij is echter voorial dat IB. en W. ons met den maatstok in de hand be- wezen of trachten te bewijzen dat het oude Stadhuis niet groot genoeg meer was, zelfs niet voor dien kern van het gemeentebestuur; dus B. erj W. met de Sedretarie. Ik zal niet zeggeni dat hun betoog zonder beteekenis was, ntaar vast staat toch dat ziji hiermede de lijn doortrokiken, die hunne voorgamgers 'altijd hebben gevoligd. Terwijl het volk, die bevollcing, de burgerijl van Amsterdam bij alle gelegenhedtem weer van- warm liepen voor de teruiggave het terugvTagen van het Paleis op den Dam, hebbeni B. en W. altijd eene af- wijzende en- onwillige houdling ingenomen. In dat opzicht heeft het Gemeentebestuur van Amsterdam nooit de mentaliteit van de Amsterdammer® begrepen. Het is een hard woord, maar het is waar. lira aansluiting op dat voorstel1 van 19'20 is er, zooal-s men weet, nu ruim een maand ge leden, een nieuw voorstel van- B. en W. vei> scbenen., om overtegaan1 tot verbouwing van het Prinsenhof. Zij: d'urven, gezien die ongun- stige econ'omiische omstandigheden, zelfs niet handhaveni hunne platonische liefdesverkla- ring voor een nieuw Stadhuis. Voorbereidiend work daarvoor achten zijl niet verantwoord. i eenige wat ziji kunnen en durven doen i§i: het iPrinsenhof verbouwen, omdat de toe- stand daar werkelijk onhoudbaar is gewor den. De kosten znllen iets meer dan een- mil- lioen bedragen, wat werkelijk te geef is, als men- bed en kit dat de geheele rechtervleugel van't Stadhuis-complex aan den O.-Z, Voor- burgwlal naar den grand zal gaan, en wiji bovendien eene nieuwe raadszaal, een nieu- we klamer voor den Burgemeester, een verga dermal voor B. en W., een lunchroom voor het peraoneeL een fcamer voor de pers, en vooral: talrijke, groote, welverlichte, goed feventileerde kantoorlolealen zullen iorijg la-ar juist omdat de toestand betrekkelijk zoo good zal worden, verwacht ik dat ate voorstanders Van een nieuw Stadhuis er zich tegen zullen verklartn. En misschien de voorstanders van het PaleisrRaadhuis ook. Want als de verbetering voldoende is taalt er in de eerstwlgende tientallea van jarcn, om niet te zeggen: in de eerstvolgende eeuw, niemand moer naar een nieuw Stadhuis: En eene optossinjg die overeenstemt met de rol die de hoofdistad in den- lande inneemt, kan men dieze verbouwing van het Prinsenhof zeker niet noemen WAOBNIAAR Jr. VI. Wij sprakm de laatsto maal de hoop uit, dat de heeren in Den Haag de belangen van geheel Europa v66r zouden laten gaan bij de belangen van particulieren. Immers er werd reeds op gewezen, dat het gewicbtiger is Rus- land weer productiei te maken, idan de rente- betaling te regelen. Toch is het gevaar groot, dat dit punt in het gedrang komt, want wei- geren de Russen de schiul<fenkwestie of den particulieren eigendom te regeien naar den zin hunner tegenstanders, dan zullen deze als repressaillemaatregelen de credieten niet ver- leenen. Of de sovjeta zich daarmee laten dwingen, is eene open vraag; zij voelen zich s't'eric, dat blijjkt uit dien tarievenoorlog te gen Polen en Zweden. Daarbij kunnen de communistische heeren er op wijzen, dat Rus- land oimoemelijke rijkdommen in zijne mijnen bezit; de Oeral b.v. is teen van de grootste platina-ieveranciers; de petroleum aan den voet van den Kaukasus spuit onvennoeid om- hoog, en de wereld heeft groote behoefte aan petroleum en de daaruit voortkomende dis- till a tie-producten als benzine, glycerine, pa- raffine enz. Rusland heeft, niettegenstaande zijn com munistische regteeringsvoiimi, buitealandsch kapitaal noodig en lokt dit ook zooveel moge- ldjjfc iaan. -De buitenilaodsche kapital-isten aar- zelen echter, zoolang zij niet een flinken waar- borg bezitten, dat hun belegd kapitaal geeer- biedigd wordt, en in dit opzicht zal er voor de Russen ook wel ni^ts anders opzitten, dan toegeven. Dit is trouwena hun eenige zwakke punt. Men mag echter niet over het hoofd zien, dat het tusschen Duitschland en de sovjet- rep-ubliek te Rapallo gesloten tractaaf een soort van evenwichtstoestand geschapen- heeft, die voor de Russen een groot v6or~ en voor hunne tegenstanders een bdangrijk nadeel oplevert. Het Duitsche organisatie-vermogen is voor Rusland van zeer groote waarde en geeft dezen dus en aanzienlijken ruggesteun, want het opent voor dat land dte mogelijkheid zich zeer, zeer langzaam te herstellen, als het zich eens niet met de Haagsche conferentie- broeders verstaan -kon. Ein mocht dat het ge- val zijn, wee dan West-Europa, wee vooral Frankrijk, na het herstel van Duitschland en Rusland. Aan het slot van onze beschouwingen ge- komen, kunnen wij dus gerust zeggen, dat het geen menschlievendheid of rechtvaardigheids- zin is, die de Russen als gelijkgeredhtigd met de anderen aan teten tafel doet zitten, maar noodzaak. Noodzaak, omdat beide partijen inderdaad even sterk staan. Alls dte Russen met tegeneischen kointen, en daar kan mdjl wel op rekenen, zal het nog te bezien staan, of men met de 3 sub-commissles en de algemeene niet-Russische conunissie toekomt. Laat ons echter het beste hopen. De confe rence is onder gunstige teekenen begonnen en de.deelnemers der niet-Russische commis- sie zeggen zelf voortdurend van goeden wille te zijn, terwijl wel degelijk erkend moet wor den, dat zij tot nu toe ook naar deze woorden i hebben gehaudeld. Iederen begrijpt, dat het hier gaat om een niet-politieken onderbouw, om eene principieele overeenstomming van deskundigen. Kan deze niet bereikt worden, hoe wll men dan' ooit tot overeenstemm-ing ge- raken. Hoe men ook poiltiek over de sovjet- regeering oordeelen mag, zij heeft bewezen de eenige regeeringsvorm te zijn, die op 't oogenblik in Rusland bestaanbaar is. Daar mee dient het overige Europa nu eenmaal re- kening te houden. Doet het dat niet, dan heeft het z*n eigen doodvonnis geteekend. ontvangen, laten wij er hier een tweetal vote gen. Zij zijn als altijd origineel en interes- sant Zwart: 6, 11/14, 17, 24, 30, 34, 35. Wit: 22, 27, 28, 32, 39, 42, 44, 47, 49, 50. Wit wint hier door: 1. 44—40 1. 35:33 2. 28 39 2. 17 48 3. 47-42 3. 48 44 (3 st.) 4. 49:16! Ook in den tweeden stand is het pleit In vier zetten beslist. Zwart: 2, 6/9, 13, 16, 25, 26, 30. Wit11, 22, 23, 31, 37, 39, 42, 43, 46, 47. Wit speeit: 1. 6:19 (3 si.) 2. 30 28 (4 st.) 3. 26:37 39—34! 37—32!! 47—41 41 1! Wat zijn er op gebied van „meerslag gaat voor" toch interessante verwikkelingen Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 710 van P. KLEUTE Jr., Den Haag. (Opgedragen aan den Redadeur dear Rubriek.) Zwart: 6, 8, 9,16, 20, 30, 33, 39. Wit; 17, 21, 27, 28, 31, 41, 42, 49. diOplossingen v66r of op 5 J-uli, Bureau van Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossdngen van probl-eem No. 709. Stand: Zwart: 7,9,13,17,19,22,26. Wit: 24, 28, 32, 33, 34, 37, 40. Oplossing: 1. 33—29 1. 19 39 2. 37—31 2. 22 24 3. 49-44 3. 26 28 4. 44 2 Op 13—9 volgt 2—7. Op 13—18 volgt 2 30 en 30—25 enz. Goede oplossingen ontvingen wij van de heerenW. Blokdijk, P. Dekker en D. Gerling te Alkmaar, J. Smit te Heerhugowaardi. Van een aantal nieuwe combinaties, dte kij in deze week van den heer Kleute mochten Administratieve rechtspraak. (Nadruk verboden), Wio do „Haudelingen" van de Tweede Ka« mer leest of zelfs maar vluchtig inzlet, dien moet het tneffen, hoeveel verzoekschriften bi dat lichaam inkomen; en vde dan ook meer dan oppervlakkig do ..Bijlagen" nagaat, di© merkt op, hoe vaak van den betrokken Minis» ter miichtmgen gevraagd en verkregen worden op sommige van die adressen. Ten deele zijn het verzoeken om moe te wil* len werken tot het totstandkomen van wettO" lijke regelingen; soms zijn het bezwaren tegen een of ander ingediend regeeringsvoorstel; maar heel vaak zijn het adressen van personen, -die recht zoeken, omdat zij meenen, dat hun rechten geschoxuden zijn door d© uitvoerendo macht, door do administratio. Wat do eersta groepen van adressen botreft, de oonclusie luidt stelselmatig, dlat zij worden neergelegd ter kemnisneming van do ledOn heeft dan een of ander lid lust van het ver» zoek werk te maken of de aangevoerde argu« menten v66r of tegen een voorgesteld© rege» Hng tot db znjje te maken, dan kan tfj dat doen. Anders is het met de adressen, die een klacht Naar het Engelsch van Emily Brontte. door W. A. C. van Stolen. 9) Zij weigerdea absoluut om hett bij zteh in bed te hebben- of zelfs in1 hun kamer; en ik was al niet verstandiger en zette het daarom in het trapportaail in de hoop, daii het's -mor- gens verdwenen zou zijn. Bij toevail of mis- schien aangeirokfcen doordat het zijn stem gohoord' had kroop h-et naar de dleur van Mr. Earnslhaw en daar vend Eriji het toon 'hiji de kamer variliet. Hij deed onderzoefc hoe het daar gekomen was; ik xntoest een bekentenis doen en werd voor mijn lafheid- en onmen- sdiclijMieid het huis uitgestuurd. Dit was Heatcliffs eerste introductie in het gezin. T-oen ik eenige d-agen later terugkwam (want he beschonwde mijn verhanning niet eemvigdurend), vernam ik dat ze hem Heat- cliff liadden gedoopt; het was de naam van een zoon die dp jeugdigen leefitijd gestor- ven was, en het heeft hem- sedlert zooweil voor voomaam- als voor achternaam gediend. Miss Catiiy en hij- waren nu d-ifcke vriendten-; maar Hindley had een -afkeer van hem, en om de waarheid te zeggen, ik ook; we plaagden hem voortdurend schandelijk, want ik was niet reddijk genoeg om mijn onrechtvaardig- heid in te zien, en- de meesteres kwami hem nooit te hulp als ze hem verongelijM zag. Het -scheen een somber, geduldiig kind dat misschien_ gehard was tegen sledhte beh-ain- deling; hij vendroeg 'Hindley's slagen zonder met de oogen te knippan of een traan te stor- ten en mijn knepen deden hem -alteen zijn ad em -inhoudteK em zijv- oog«n ooener- also* hij- zich zelf bij toeval1 bezeera had, en me- mand er schtild aam had. Deze lijdzaamheid! maakte den ouden Earnshaw woedend) toen- hij ontdekte dalt zijin zoon het ongelukkige, vaderlooze kind^ zoo- als hij het noemde, vervolgde. Hij; va-tte een diff dwepen- en ik vroeg mijj vaak verhaasd af, wat mijn meester todx in dien somberen jongen bewonderde, die zoover -ik mij her- teekead van dan'kbaarheid vergolid. Kij: was vreemde genegenheid voor Heathdiff op en met onbeschaamd tegenover zijn wddoemer, gelootele alles wat hij zei (wat dat aangaat, hij zei heel wemig, en meesM die waarheid) en hij vertroetelde hem veel meer dan Gaiihy, die te ondeugendi en to eigenzkmig was voor een troetelkind. Zoo kweekte hij van het eerste begin- af Slechts gevoelens in huis; en hij den dood van Mrs. Earnshaw, die nog geen twee jaar Ihiter plants had, had de jouge meester ge- leerd zijn vadter als een veidirukker meer dan als em- vriend te heschouwen en Heaithdiff 'als den dief van zijn vader's genegenheid en van zijn voorrechten1; en bij zijn getob over dit onrecht werd hij: hitter gestemd. Ik ging hierin eenigen tijd- met hem mee; maar torn de kinderen die mazelen kregen en 'ik ze had op te passen en terstond de zorg van- een vrouw op me had te nemen, veramder- de ik van gedachte. Heathdiff was gevaar- ihij was eakel ongevoelig, all wist hij uitste kend hoezeer ihij bij hem in de gunst stond, en al was hij er zich terdege van hewust, dat hij slechts te sprefken had om het geheele huis voor zijn wenschen te doen buigen. Ik her- inner mij, dlat Mr. Earnshaw eens op de markt em paar veulens kocht en die jongens er ieder em gaf. Heathdiff nam het mooiste, maar het werd spoedig kreupd, m toen hij dat ontdekte zei hij tot Hindley „Je moet je paard met mij ruiilen, ik mag het rnijne niiet; en alls je dat niiet wilt zal ik je vadfer van de drie pakken sl-aag vertellm die je mij: deze week gegeven h-ebt en hem- mijn arm iliaten- zien, die zwart is tot aan dm schouder." Hindley stak zijn tong uit en gaf hem ooi> vegen. „Het beste is dat je het daddijk doet, hield I-ijk ziek; m torn hij op zijn engst lag, wllde hij aan terwijil hij naar het portaal ontsnapte hij mij- steeds bij zijn bed hebben, dirnfc, dat hij vodde dat ik veel voor hem' deed, m- hij had nog gem verstand gmoeg om te gissen dat ik er toe gedwomgen was. Maar dit will ik zeggen dat hij- het rustigste bind was dat ooit venpleegd word. Het verschl' tussdhm hem' en dte andterm dwong mij roincjer partij'- dig te zijn. Cathy m haar broedter kweldm mij verscfarikkdijkhij was zoo geduldiig als eem lam; al was het dan ook hardhead, gem zachtheid die hem zoo weinig lasltig maakte. Hij kwam er door m de deleter verzdkerde, dat dit voor em goed deel -aan mij' te dankm ■was m prees mij voor mijn zoig. Ik voelde mij gestredd door zijn lof m zachi gestemd jegms de persoom, door wim- ik dim lof ver- dimd had, en zoo verioor EEndley zijn laait- steni bondgmoot; toch kon ik niet met Hteafh- (zij: warm in dien stal), want moeten doe je toch, m als ik van die slagen spreek, fcrijig je ze met interest terug." „Ga weg bond!" riep Hindley, terwijl hij hem met em ijzenen gewicht dreigde, dat ge- wegm. „Gooi er mee," antwoordde hij, terwijl hij stil stood, „m dan zal ik vertellm hoe je snoefde, dat je mij: de deur uit zou gooim zoodra hij gestorvm was, m zie dan- of hij er j-o-u dan niet tersltoud uitgooiiii." Hindley wimp en trof hem op dte botrst Op slag viel hiji neer, maar onmidaellijk wag- gelde hij weer op, wit en button adem; m als ik het niet belet had, zou hij in dim toe- stand naar dm meester gegaan zijn m eerst volledig wraak genomm hebbm dteor zijn toestand voor zich te laten spnefcen m nuede te deelen, wie er de oorzaak van was. „Nieem mijn veulten dan, zigeuner!" zei de jomga Earnshaw. MIk hoop, dat je er je hals op zult breken, neem hem kale inldiringer! en vlei mijn vader al' zijn beziitingm af laat hern dan ook dlaarna ripn, wie je bent, Satanskind l -Daarl Ik hoop, dat hij je arfiedtel in slaat!' Hea-thcliff was begonnen het beest los te makmi, en het naar zijn eigm stal te bren gen; hij liep er achter m hem- vooihij^ torn Hindly zijln toespnaak edndigde door hem- onder de pooten van het paard- te werpm, m zonder te blijvm kijken of zijn hoop vervuld werd; liep hij zoo sntel- als hij kon weg. Hiet verraste mijj torn ik zag hoe koeil- bloedig het kind weer opstond m zijn plan doorzefte, zadels m al verwisselde en torn op een bos hooi ging zitten' om, voor hij het huis binnenging, die duizeligheid te overwin- nen die de hevige slag veroorzaakt had1. -Ik haalde hem gemakkelijk over onj aan het paard1 de schuld te geyetn van- de tonm- zingen; het -kon hem weinig scihelm wat er vmteld werd, nu hiji had wat hij verlangde Hij klaagde werkelijk zoo zeldm over twist-en. als deze, dat ik stellig dacht tlat hij niet wraakzuchtdg was. Maar daarin bedroog ik mij geheel m al zooals u zult hooren. HOO'PDSTUK V. Na verioop van tijd begon mr. Earnshaw te sukkelm. Hij: was actief en gezond geweest m toch veriiet zijn fcracht hem plotseling; en torn hij zich tot het hoekje van den haard' moest beperkm-, werd' hij- zeer lasfig m prik- kelbaar.. Elke fcleinigheid hinderde hem, het bloote vertnoeden dlat zijn gezag geminacht werd joeg hem- bijna dte stuipm op het lijf. Dit viel bijzonder op ale iemand zijn gunste- ling trachtte te bmadteelm of te ovmheer- schem, hij lette er pijnlijk nauwtoeurig op dlat inhouden over vermeend aaugedaau onrecht of eon veraoek om rechtaherstel. De een meent, dat zijn pensioen niet hoog genoeg is; een an* der, dat hem ten onrechte geen pensioen is toe» gekend; een derde bekfaagt zich, dat hij tea onrechte ongesehikt is vexklaard voor de waar» neming zijner betrekking; een vierde, eea vijf* do hebben weer andere klachten. Is dan de Tweede Kamer een rechtbank? vraagt men zich af. Neem, een rechtbank ia zy niet en zy is daar* toe ook totaal ongesehikt, al was het alleen daarom, dat by haar samenstelling do politiek een te groote rol heeft gespeeld Maar zy kan nagaan of er by -de uitvoering wetten zijn ge» schonden of aan rechten te kort is gedaan, en zij kan in geval van twijfel of vermoeden den betrokken Minister inlichtimgen vragem. Zijn die lnlichiingen afdoende, dat stelt de Commis* sie voor -de Verzoekschriften aan de Tweede Kamer voor, den Minister dank te zeggen voor de ontvangen inlichtingen en over te gaan tot dte orde van den dag, d i. het verzoek om tus* schenkomst af te wijzen. Maar vindt de g&> noemde Commissie a] of niet naar aanleiding van nadere inlichtingen, dat inderdaad rechten of regelingen geschonden zijn, dan geeft 2aJ in overweging om den Minister te verzoeken, alsnog aan de klacht tegemoet te komen. Maar meer kan zij ook niet doen; de Tweede Kamer is geen rechtbank en heeft geen uitvoerende macht; zij kan dten Minister verzoeken het h. L begane onrecht te herstellen; zy kan bedekte* I(jk daarop aandringen, maar dwingen kan zy niet. Of er dan geen andere uitweg ia. Neem, tot nog toe niet, al wordt or a! lang naar uitge» zien. Zijn het geschilien van bestuur en wordt het gesohil aan do Kroon on-derworpen, dan zal deze het advies inwinnen van den Raad van State, afd. gescMUen van 'bestuur; maar ten slotte geeft dit lichaam toch maar ecu ad» vies en de Kroon -beslist, d. i. de Minister en die beslissdmg behoefte niet In ov-oreenstem* ming te zijn met het advies van den Raad van State. Men ziet, dat in zako bestuursgesohilleo en klachten over verongelijkmg dte besJissing ia bij de uitvoerende macht, die geaoht wordt een fout te hebben begaan en ook over de rechtma* tigheid van die klacht oordeelt en beslist,, die dus beschuldigde en rechter tegelijk Is in de* zelfdte zaak. Dat is eigenlijk een bectje dwaa-s. Er Is aJ meer dan een eeuw strijd geweest tusschen twee staatsmcahten: da adininistmtie en de justitie. De administratie is een -deel van de uitvoerende macht en wil natuurlijk baas biyven op haar eigen terredn. Maar waar door haar handelingen rechten geschonden worden, gaat het toch eigenlijk niet aan, dat zy zelf uitspraak doet in de geschilien, die diaardloor ontstaan; aan de onbevooroordeeldheid van een rechter, die tevens party in het gediag is, mag terecht getwijfeld wordlen. Al in 1848 by -de groote grondwetsherzienlng trachtte Thorbecke duidelijk to dat er naast den- gewonen rechter mog een andoro noodig was, die uitspraak zou doen in zoo-go* naamde administratieve geschilien op het ge» bied van het publiek recht Maar de bepalin* gen, die toen in de grou-dwet werden opgetno* mem ten aanzien van de boroegdheid -der rech* teriyke macht, maakten niet een ein-de aan de onzekerheid, die tot op dat oogenblik had be* Daar werd bepaald, dat alio twistgodwingem over eigendom of daaruit voortspruiten-de rechten, over schuldvordering en andtere bun. gerlijke rechten by uitsluitimg bebooren tot de kenmsmeming van do rechterlijko macht. Die bepaling mumtte niet uit door dijjdelijk* heid, want behalvo de geschilien van -bestuur en hp veraietigimgsrecht van do Kroon ten aanzien van provinciate en gemeentelijko ver* ordeningem, bleef er ©en groot veld over voor do rechterlijke macht om in bezit te nemen. Wiie m oest beslissem in vragen als do volgende: Is zekero weg terecht voor dten publiefcen diemst aangewezen of er aan omttrokken? Heeft de Staat recht om een -getimmerte op te ruimem, als dat in dten weg staat -bij den- aan* teg van een dijk of een kanaal? Is zeker iemand terecht op het kohier van de b Hasting gc< bracht? Is de pensioeoregeHling voor dezen of genen juist? Is terecht een deel van het trak* temcnt van zekeren ambtenaar imgeihoudten? Heeft -de gemeento reoht op hoogere uitkee* ring van Rijkswege? De rechtbank trachtte dtergHijke zaken wel* een-s orndter de -begrippen „eigemdom en schuld* vordeiing" onder te brengen, al had het B. W. er niets mee te maken. M. a. w. er werd geem voldoend onderschHd gemaakt tusschen pri* vaat* en publiek recht. Pu-bliekrechtelijke ge» schillen zijn zulke, die loopen over dte uitvoe* ring d'er wet en dte door de uitvoering -der wet zijn opgekomen; overal waar de Reg-eering by de uitoefemimg van haar publiek gezag in aan* er geen verkeerd woord' tegen. hem gespnoken werd; want het idee scheen bijl hem- te hebben post gevat dat alien van Haethcliff een af keer h-adden, omdat hiji van hem hield, en verlangden hem een slechten- poets te spelen. Dit was voor den jongen- een nadeelwant dte goeden onder ons verlangden dten meester niet te fcwdlen, en schifcten zi-ch daarom in zijn partijdigheid, maar doordait wiji ons schik-ten gaven wij rijkdijik voedsel aan den trots en de kwaadaardighdd1 van het kind. En toch was het in zeker opzicht noodteake- lijk; twee of driemaal deden Hindley's open- lijfc gdoondte verachting, terwijl zijn vader in die nabijiheridi was, den ondien man in wocde ontsteken, hij greep zijh sto-k en willde hem sillaan en trildte van- woede dat hij- er niet toe in staat was. Tenslntite gaf -ooze hulpprediker (we hadi- den toen een hulpprediker, die zijn trade- meat op peil bracht door dte kleine Lintons en Eamshaws lies te geven en zdf zijn stukje grond te bebouwen) den raad den jongen man naar het college te sturen en mr. Earns haw stemdte toe, ofsdhoon niet van harte, want hij zdde. „H!indltey betedeendte niets en zou nooit vooruitkomjen-, waarheen hij ook ging." Ik hoopte van- harte, dat wij nu vrede zou den krijgen. De gedachte dat de meester on- gel-ukkig zou gemaakt worden- door zijn ei gen daad hinderdle mij. Ik meendte dat het ongen-oegen dat leefitijd en ziekte veroorzaafc- ten voortkwam uit de onaangen aamheden in zijn gezin, zoo wilde hij ook zelf dat men- het zag, maar in werkelijkheid, mijoheer, was zijn ondtermijnd gestel die oorzadk. (Wordt vervolgd). YYlrilirvrirrHirv UliTrsir* Tsiv ■"-rj-wli /n*rr\M .Amdt ,v./\ nl I 1-1 It llTOifl /wiilr-rnl ./tfCt./vi/vt rn-. din" mill icifuaiQirlo Ili'oikKnri tiln 4 ^.4 I hi ii, .1 r.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 9