Alkmaarsctie Gourant
77
Senontmoeting.
Vraag en Aanbod.
Honderd Vier en Twintlgste Jaargang,
Zaterdag 8 Juli.
¥it do Pers
Waarom zou U
No. 159. 1928.
gezodrt. Begrfjfpt a dat?"
gaf geeni anhvoord. Ziji zag langs hem
■been, over net smaragd-getinte water, naar
(Nadirtik verboden).
Ziji behoefde niet omt te zienziji kemcte
dien stop, zij had) hem uit honderden her-
kend. En- a Is steeds, wamieeri hij) haar nahij^
heidi zocht, stood ziji op, met die zekere grar
tie, die rust, die haar geheele wezen ken-
merkte, om heen te gaian.
Het was eigenlijlk alledn diooT zijn glim-
lach, dat ze terug werd gehouden, eenj glim-
lach, die duidelijlker dan zijn woorden zei:
»,'k) geloof dat iu eeni beetje hang voor ine is..'
Ook <nu hlecf zij| staan, wierp het hoofd
een weinig achtexover.
„0, toch niet, meneer von) Rhoener", spraik
zijf zacht en haar mooie, rusitige oogen, die
zijj epottenden blifc .gelaten-vriendelgk ver-
droegen, bewezen, dat zij! waarheidi spralc.
„!W aaroin veitaijidt u dan zoo uiterst h'an-
dig elk gesprek, elke ontmoeting met inij,
juffrouiw 'Sylander?"
„Ik was niet overtuigd, dat we elkaar iets
ite zeggen zouden hebben;, dat de moeite
loont,verdedigde zijj zi'chi met gewapende
vrebelievendheid.
„En als ik ntu eens van' het tegendetel
overtuigd was?"
,,Dam zou ik u verzoeken, meneer von
Rhoener, mijhe opinie vriencfellijk te willen
respecteeren."
„Dus eeni oorlogsverkiaring naar diplo-
matiek model," zei hij1 beminnelijk. „Hoe be--
tooverend, hoe moedig bent u! Ik bond van
eeni vrouw, die en gracious en gees tig is, en
eeni goede kleeitmaker heeft. Maar laten: we
er bijs gaan ziitten, bet genot van eeni spiegeli-
gevecht wordt zooveel grooter, de mensch
zooveel) milder, als hiji zidi behagelijk in
eeni fautauil voelt gezeten. Hier, dit prettige
kusseni mag ilk u wel in deni rug geveni?"
„Dank u!" Even sloot Karin Sylander de
oogen;, toeni ziji de lichte aanraking voelde
van zijn hand met haar schouder.
„En waarmee heb ik uwe ongenade ver-
di'end'?" Vroeg, hiji met slpottende stem ver-
der.
„Ifc heb ui al eenis gezegd, dat u veel te
veel rwaarde hecht aan mijhi woorden, me-
neen von 'Rhoener."
„,Mag ik daaraan twijffelen? Ik stel1 u n.I.
te hoog, oim achter uwen zoo duidelijk ge-
toonden afkieeri niet iets meer te vermoeden
dan eeni luto eenieri mooie vrouw, of wiat co-
quetterie. Bovendien, het faoudit voor mij de
charms in van iets nieuws: slecht behandeld
t)e worden. Offietecl kent natuurlijk geen
vrouw het bedenkelijke 'boek van de bedenke-
Ilijke Isebell toch; gaven de meesten er de
yoorkeur aan zijm k! wad em auteur door vex-'
dubbelde beminnelijlkheid te ontwapenen."
„iDat zou voldoende moetenl zijn, u tegeni
fuw eigenl werk wantrouwend) te stemmen.
„Waarom? Een slecht boek compromit-
teert sleohts zijn lezers. Deni auteur kan 't
hoogstens beroemd maken."
,,ilk heb volstrekt niet beweerd, dat „lse-
bellT" een1 slecht hoek was."
wAi te vriendelijlk, juffrouw iSylander.
Miagi ik ook weten aan wians voorspraak ik
dit betminnelijke oordeel, dank?"
„IHet is mijne persoonlijke opinie, meneer
von Rhoener, ik heb het boek gelezen."
jH'ijl was teg(en de reeling van 't siohip
gaani staan, zijn pet in de handen, hiet zachte
'Ludwig von 'Rhoener: wachtte eeni paar
oogenblikken eni toen ihiji verder sprak, klonk
er in zijn stem' een vreemde, maar sterke
amotie: ,,Verveell ik ,u, misschien?"
Ziji schudde't hooifd, bijina verscrikt. Haar
fezichtlje was alis eeni magnolia-bloesem zoo
1 eekdoorschijn end.
,,'Het lyrische intermezzo is trouwen® d'a-
delijlk uit. Onrechtvaardig Verkregen goed
gedijit niet dat is do melancholielke philo-
sofie van tedere misllukte speculatie, aan de
beui® als in't leven;! De gestolen paarlen
van schoonheid stierveni maar 'al1 te sneli in
de achtelooze handenl der kleitie Hongaar-
sche. En ziji voelde, hoe zdj; arm en sierloos
werd. Dikwijils was er angst in haar stem,
als ziji klaagde, hoe Karin haar vexlaten
had en haar niet meer hielip met haar klare,
doorzjchtige kraoht. Maar ook lachte zij
daarover en over de dweeperij! van dien
eenen, go:uden zomer en over de teere liede-
ken®, waarvan Karin zooveell gehouden en
gezongen had. (En met dezen Faoh werd zij,
wat ze worden moest het titelblad der
mooie, bedenkelijke Isebell)
„Ik zou zeggen, dat u alle redenen had
haar dankbaar daarvoor te zijn," zei! Karin,
eni haar fijne mondhoekjels trokkeru zich tot
een spot:
ant, ten slotte, aan haar aileen. diankt
u toch uWe toenemende beroemdheid en
buitendien, als ik niet verkeerd1 ben ingelioht,
de ontvangst van ongeveer een 'kwart milli-
oen
,Een resultaat, dat in den beginne heele-
anaal niet in rnijn bedoeling heeft gelegen
Ik wilde mij! sleohts bevrijiden."
de het hoofd. „Er zijn dingeni,
die men moet neerschrijven, om klaar te wor-
Zij!
dien," zei ze, „maar daarom behoeft men ze
nog niet te laten drukken."
„Ah, Ma! de beroemde oorips-gaest der
vrouWeni!"
iDaarin vergist u zfch. Toen ik „Tsebell"
gelezen had het was op eeni regend'ag in
New-York heb ik niet gedacht aan de
vrouwen, die u van haar krans heht willen
berooven, ik heb alleen aan u gedacht. En
in mij' kwam een diep verlangen, die elke
echte vrouw in zich omdraagt: goed te ma
ken wiat een ander misdaan heeft. Ik wou
naar u toegaan, u zeggen: Zoo zijin wij niet,
zooal's u ons momenteel ziet! U heef t uit ver-
giftiige bronnem gedjonlken u bent zi,eik, u
nebt de koorts, maar u zult herstellen
Ik kwam naar Duitschland terug en' ik zag
u weer op een ball bijl den Amerikaanschen
gezantWaardie meneer von Rhoener,
van Weltschmerz in lakschoenen heb ik
heelemaali geen verstand, maar geloof mij:
bet is een besch amende teagi-comedie, wan-
neer men! iemandi helder water will aanbie-
den en op hetzelfde oogenblik preseniteeit
een! lake: Fransche champagne."
„Men kan zich 'n roes drinfeen en toch
nog versmachten."
Waarom verdedigt ui zich, meneer von
„Ik veraocht haar, dien; brief te versoheu-
ren," sprak Karin1 met blfeeke lippen1.
„Ziji heeft het niet gedaan - en ilk geloof,
dat dit een der mooiste verzuimen is geweest.
Het is eeni zeer eigenaardige gewaanword'ing
voor een man, als hiji plotseling voor de be-
teekenis eener liefde staat, waarvan hiji niets
vernxoedt, die trotsch1 en stii aan hern voorbij
is gegaian eni die hiji toch heel duidelijk aan-
voelt als de be&te in zijn leven. 'U kunt ge-
rust duizend om ten wedden, dat de meeste
mensCheni afzien van het beate in hun leven,
omdat zij' er niet toe bereid zijn. Ik dacht dik-
wijls aan u in een vluchtige dankbaarheid,
waarmeie mannen en vrouwen denken, van
wie ziji zich bemind weteni en die hun onver-
schillig zijn. Slechts sterke naturen zoeken
de vrouw, die hen tot het hoogste veiplicht;
ik heb dat niet gedaan. Doch op het oogent-
blik, toen u voor de tweede maal zwijgend
van mijl ging, werd er iets in miji wakker, dat
ik tot dusver niet gekend had. Verlangen?...
rqgetatii schrift ia zijn hand en' las ze, lias
ze als waxen ze een duizendbladig boek.
Toen hiaalde hij diep adem, wierp het hoofd
in den nek, spreidde zijn armen uit:
„I'k rail om je roepen, Karin en in jube-
lend krachtsbesef, herhaalde hiji:
,,'Ik zal om je roepen I
Jb. HPARTLAND, Koningsweg B 69,
Handel in 2e handsch Kinderwagens, Sport-
karren, Lodikanten. Bedden, en. KONlN:GS-
WEO B 60 naast Klaas Verwer.
ih.
4.60
namiddaglicht glieed over zijn goed gevormc I
hooifd, deni yollenl kop met h'aar, over't ge-
bruincle gezicht, waarin de cogen spottenc
flikkerden.
„Op twee dingeni doet men nooit tever-
geefs een beroep," zei hiji met een klCine but-
ging, ,„op de ijldelheid van den man eni op
dienl moed eener vrouwHoe denkt u nu
over die andeugende Isebell?"
„lO, u kunt verzekerd zijin, binncnl 'n hall
jaar beleeft u den veertigisten herdruk!"
„U spreekt daarmee een tamelijk vernieti-
gende critiek /uit over het lletterkundig pu-
bliek, juffrouw Sylander, doch geen ooraee,
over het werk. En't is mij er a an gelegen/
om te weteni of u het oonterfeitsel dei°schoo-
ne Isebell geslaiagd vindt omdat het ori-
gineel zoo goed bekend was."
Van haar fijn, scherp gesneden gezicht je
trok de kleur weg.
,„Hoe weet iu dat?" vroeg zij, ea haar
oogen) werden donker.
„Martina heidft miji zelf daarover verteld,
toen ziji nog mijn verlbofde was. Ziji sprak
zeer dikwijils over_ u. Misschi'wist zij, dat
ziji nooit zoo mooi was, als wanneer ziji van
u sprak. Zdj geleefc op 'n klein zigeunerih-
nefije, die dPr smalle, bruine hals met 'n
snoer van echte, blanke, gestolen paarlen
siert. En op mij oefende ziji een bijzonderen
channe uit, als zij' van de vriendin vertelde,
oincFat dan haiar iw^elend' vogelistetmlmetj e
bij de herinnering aan u do'hkerdfer en tee-
derder werd
Over een| oer-oud huis spraik ze, dat won-
dermooi lag in eeni oer-ouden tuin. Breeds,
rondgebogeh tredeni voerden naar 't meer
waar de kreet van wilde ganzen af en toe
werd vernomen. 'En in deni tuin bloeide de
witte en blauwe vlier, zooals nergens op de
wereld.
„Daar woonde Karin iSylander. Daar
toefde ook de kieine zigeunerin een zomer
lang. En als degouden dag tot een zilveren
avond werd, zatem ziji sameni opi d'e steenen
bank onder de linde, Karin had een boek op
de knieen, waarin ziji met haar fijn meisjes-
hamdschrift verzen van een onberoemde had
ingieschxeven. Zooals anidere vroluiwen kan-
teni verzamel'en of kostbaarhedeh uit Yerre,
Vreemde landen:, had zij! deZe jonge, dwaze'
tot geen hepaald land behoorende liederen
verzameld eni zij werdenl levend en tmooi
onder hare beh'andeling. imaners het gaat
met gedichten als met paarlen ziji moe'ten
aan een wiarm, levend hart gekoesterd wor
den, willen zij in haar kosteHjlken glans op
bloeien."
iiKent u nog het kieine gedifchtjp over
deni kastanjeboom, dat als 'n volksiliedlje bei-
gint: „de helle zomerkaarsen, die nu in
vlammen staanIk had het hijna verge-
ten. Doch op zekeren dian -^uriede Martina
de woorden voor zich' heen op een eenvoudilg,
lief melodietje. „Zoo heelft Karin die gezon)-
gen," zei ze. Toen was't mij| als had ik bij
t diebten dier woorden naar die melodic al-
--igtiuzicn, meneer
(Rhoener, nieimand iklaagt u aan, Wij zelf
dragent steeds de schuld, als wij tefeurge-
steld worden'. Waarom' overschatten wij de
menscheh zoo hardnekkig?"
»>Li bent zeer edelmoedig, juffrouw Sy
lander. Doch d'aar het heelemaal niet bij
mijn idealeni past, door, u overschat te wor
den, moet i, nij toch nog bene vraag beant-
woorden. Isebell" volgens uw goed-
gunstig oo -1 geen slecht boek is, waarom
ergert u zich dan over mijn succes?°r
Zij aarzeide met antwoorden, zij zagen
elkaar recht in de oogen.
„Omdiat er sUccessen zijn," zei ze einde-
■l'ijk, ,,die ons innerlijk te gronde richten."
fHij| zweeg. Toen maakte hiji 'n beiweging,
alsof hij heen wilde gaan. Doch hij ging
niet. pij| bleief tegien de reeling leunen, half
van' haar afgewend), zoodat zij zijn scherp
profiel als een schaduwldjn tegen deni helde
ren, hemel zag. Er viel een beklemimiende
stiilite.
„Dat wil dius zeggen," zei hij ten slotte:
,,U 'besfchouwt de toekomst van 'Ludwig von
Rhoener: ials verloren, omdat hiji zich op de
vergulde lauweren van zijn eersteling te sla-
pen heeft gelegd."
,,Ik zou zoo blijl zijn, als ik mij1 vergist
had, zei ze zacht. „Als u mdjl van een nieuw
werk (vertellen kon, dat mijn verwijten zou
ontzenujwenl
Dat weet ik, juffrouw Sylander, doch
dat werk bestaat niet en zal nooit geschapen'
worden."
„Nooit?"
„Nooit
„En waiaroml?" vroeg zij toonloos.
,vH ij glimlachte even'. „Dat wil ik u wel
Viertellen, lieve, mooie vijandin. Omdat u
een| merkwaardig verstandig persoontje bent
en volkomen geWjk hebt. Er zijn sutocessen,
waar men! aan te gronde kan gaan. Het zou
zelfs een aardig probleem voor een dithter
tunnen zijn: de tragedie van een kunste-
naar, die teveel gelulk had, vindt u ook niet?
U heeft't met verkeerd ingezien, toen u mij
midden in de feestvreugde hebt geobser-
veerd. Tusschen fuiven over, dag en fuiven
in den nacht kan geeni kunstwerk ontstaan."
;>|k heb dat begrepen en| ben' heengegaan,"
23ei Karin.
,,Het was't mooiste, wat u mij! hebt kun-
nen aandoen," befcende von Rhoener, „want
:°eni u er niet meer was, viel't mij! op, Ik in-
formeerde naar u; ik wilde weten, wie die
onVerbiddelijjke reine oogen toebehoorden,
die mij, met zooveel vdjandelijke droefheid
verwonderd1 haddem a'angestaard. Men noem-
de miji uw naam: Karin Sylander. En door
dien naam werd een lieve, mooie melodie in
iniji wakker het liedje van den bloeienden'
kastanjeboom. En de herinnering) aan een
>rief, di'en i'k, na ons uiteengaan, gevonden
had in het bureautje van Martina. Een
vreemd document was deze brief. Het zal
een verloofda niet dilkwijils overkomen, dat
haar de vriendin' schrijft: ,„I(k houdt meer
van hem dan jij. Ik faoud van hem, sedfert ik
hem heb ontmoet. Hiji kent mijn naami zelfs
niet; zelfs heeft hiji mdjl nooit aangekekenl en
toch ken. ik elke ischaduw, die over zijn oogen
glijidt en ifc zou jou al de lieve, teere woord-
jes der Jiefda willen' lfeeren, die met haar
smartelijke kracht ook de donkerste schadu-
weni kunnenl opklaren. Doch ik vrees, Mar
tina, de zegevierende en' d'e overwonnenl lief
de spreken een! versChillan.de taal en1 kunnen
elkaiar nooit begrijjpeni
Kent u dat gevoeli?"
Ziji boog't hoofd.
„Ja", antwoordda zij! met gesloten oogen:
„U bent veel rijker d'an ik, bekende von
Rhoener. „Ik kenide't niet. Een oude gelecr-
de en kunstenaar zei mij eens: Elk eerste werk
wordt naief geschapen, het is onbevangen en
blij. Het tweede is zich reeds van zijn ver-
antwoordelijkheid bewust, het wringt zich
moeilijker los en komt nooit boven't gewone
uit, als niet een of ander sterk verlangen het
vleugels geeft verlangen naar macht, naar
rijkdom, wetenschap of schoonheid. Een
bloem in haar bloei, het rijpen eener vrucht
is verlangen, verlangen, dat zich voleinden
moet."
„Die oude man had gelijk. Doch voor mij
bestond er geen zaligheid, waarnaar ik moest
snakkenalle heerlijkheden lagen voor't grij-
pen. Ik heb nooit den honger, niet den dorst
gekend, noch lichamelijk, noch van mijn ziel.
Ik heb niet geweten, wat't zeggen wil, in
waanzinnig verlangen de handen uit te strek-
ken naar een onbereikbaar geluk. Tot het
oogenblik. toen ik u ontmoet had en u niet
terugvond."
Karin Sylander vouwde de handen in den
schoot; zij zweeg.
„Zal ik u vertellen, hoe't miji verder ging?"
vroeg hij glimlachend. ,,'t Kwam mij voor,
als had ik voor de eerste maal een mensch ge
zien en plotseling wist, dat alle andere schep
selen slechts dieren, maskers of schaduwen
waren, en dat ik huns gelijke worden zou,
wanneer ik ook maar een uur langer onder
hen toefde. Ik ontliep de menschen, zocht de
eenzaamheid om met't wonder mijner ziel al
leen' te blijven. Behekst voelde ik me, was
als dronken door't geluk mijner levensvrij1-
heid. Plotselinge scheppingsvreugde voelde
ik ontwaken en toen het eerste, kieine, teere
gedichtje v6or me lag, ben ik 'n stuk van dien
nacht door stroomenden regen gegaan en heb
ik in den storm met u gesproken u ge-
dankt, dat u mij ontweken waart."
„U hadt mij niet mogen volgen", sprak zij
zacht, zonder op te zien.
„Natuurlijk niet, als't mij; ernst was met
mijn dichten. Gelooft u niet, dat ik dit mij
duizendmaal voorgehouden heb, als het ver
langen naar u mij al te sterk te pakken, kreeg
en ik ermee worstelde en toch door dat lef-
de en tot scheppen kwam. Maar ten slotte heb
ik filosofie en verstand naar den dronunel ge-
jaagd en heb ik mezelf gezegd: „Terwijl jij
met je dichterlijke droomen in de wolken
zweeft, gaat't geluk van je leven, dank ziji alle
middelen der moderne techniek er van door.
en daarom ziet u mij nu hier, juffrouw Sylan
der! Neen, neen, blijf rustig, waar u bent! Als
'n man 'n vrouw dwars door Europa nareist
om haar te zeggen, dat hij haar liefheeft, dan
mag hij wel verlangen, dat zij hem minstens
even wil aanhooren. En ik weet, Karin, dat ie
mij liefhebt
Karin was opgestaan; zij stonden tegen-
over elkaar, maten elkaar zwijgend met de
oogen.
„Ja", zei ze eindelijk met haar heldere,
voorname stem, „ja, ja, ik heb je lief.... maar
in het oogenblik, dat ik het voor je geheim
hield, heb ik je meer gegeven dan nu met deze
bekentenis. Nu is't mij, alsof ik je den weg
naar den top heb getoond en je in het dal te-
rughoud. En ik weet zeker dat jij dat ook
eenmaal zult onderviden."
^Misschien', Karin, doch ik weet ook dat ik
veel liever mijzelf voor 'n tweed' maal wil ver-
liezen dan nu jou
Zij zag hem aan en 't was hem als had hij
nimmer tevoren zooveel kracht en vreugde uit
menschenoogen zien stralen als in deze,
waarin tranen blonken.
rTaat mij nog wat tijd", zei ze stil.
Hi] nam hare handen, ide hij aan zijn lip-
11 kracht. Zij boog echter naar hern over en
ood- hem haar mond en beantwoordde zijn
kus met een teeren ernst, die hem ontroerde.
j,Tot morgen?" vroeg hij behoedzaam.
En zij knikte: „Tot morgen!"
gaan0 voIgenden morSei1 was zij' heenge-
Hij wachtte op haar, vanaf dat de zon was
opgegaanzij kwam- echter niet. Hij vroeg den
hofmeester naar haar, deze keek hem zeer ver-
baasd aan.
Mooie eiken Linnenkast te koop 18,
L'innenlkaist 16, Dames voaiiwstoeltje
Kiind'erstoel 5.50, 4 mooie gladde Stoelen
14, Theetafel f 5.60. Molenbuuxt 24 (ge
sloten zijndle Snaarimanallaan 87.
TE KOOP GEVRAAGD EEN JON-
GENSFIETS voor jongetje van 11 iaar.
Adres LIINDEINILAAN 121.
TE KOOP eeni mahoniehouten PENiANT-
K'ASTJIE. eeni Pentdule met Stolp, eeni groo-
te Spiegel en 2: Schilderijen.
Te zien. KARENHIUIS No. 7.
iTER: OYEiRNAMiEi GEYRAAGD
KINIDE'RILOR'RIIE. Brievenl met prij
onder letter L 836' bureau van dit bla
TEi KOOP 2 M'ARKTSTAL'LEN.
H. v. d. WAL, Ovexdiesixaat 43.
TE KOOP een goedi onderhouden KI'P-
PENHDK. Te bevragen bij E. v. D'i JK
Oudegrach't 208 en bij! C. BRUIN, van der
Meijstraat.
GRIAMAJPIHOON' met 10 nummers vanaf
35, Bespeelde platen 50 cent. Platen in-
ruilen' 215 cent. Nieuwe platen vanaf 1.50.
Ook op termijnbetaliiig.
IH. J. KEEISiEIN, Zeglis 21.
Eeni goed onderhouden' KINDERW! AG EN
TlE KOOP. Adres Kiuheimstraat 41.
TE KOOiP goedloopend MlOTORIRIiJiWTE'L
voor meestbiedende of in rail voor vaartuig.
Adlres bureau van dit blad.
IWegens Vertrek te kooip
FIETiS zoo goed als nieuw.
KEETGRAJQHT 10.
een DAMES-
Wegens vextrek TE KOOP een 1.40; M
hooge ORlAM APHOONl met 40 platen
ETGRIA'CHT 10.
dat
de
„Die dame is gisteravond in Antiope van
boord gegaan", zei hij.
Ludwig von Rhoener begreep niet dadelijk.
wanneer landen wij daar opnieuw", vroeg
hi], nauwelijks de eigen vraag begrijpend.
„Niet voor de eerstvolgende vaart", ant-
woordde de man, terwijl hij den passagier be-
dachtzaam aankeek.
„Zooz6o," en Rhoener street zich Ihs-
teloos langs het voorhoofd.
dacht, dat hiji dxoomde. HSj keek om
zwn heen', zag Idle zee, het schip, de men-
Styillandfer ontbrak.
r.Alleraiaditig!'" sprak een' eerste officier
iirax aan, ,„u zult tech biji dit kalme watertie
met zeeziek worden?"
,,Ik..ik? welneen, ik ga ine wat opfris-
sdhen." 1
Tom hiji zijlni hut biimenlklwafn, Hag er op
de tafel earn briefje. Haastig scheurne hil't
open en las:
»»Omdat ik je liefheb, heb ik je verlafen.
Ik wil je 'it hoogste schanken, wat liefde ver-
mag te gevenjezelf. Zoek niet naar me,
volg mie niet. Je zoudt me niet vinden; maar
sdhepschep met alle gracht en gloed van
je verlangen een nieuw, een' echt kunstwerk
roep om; imijl door je nieuw werk dan
zal ik fco/men.
KAREN.
Ludwig von Rhoener tuurde naar die enkele
DE KAMERiVERKIEIZHNIGEN.
IDe Nederlander (C.-H.) wijst er oi
de stembusuitslag bewijst, dat on® vol
drie overwinnende groepen Vertrouwt.
„Niet sleohts de georganiseerde kiezers,
die Kiesvereemiigingen vormen en parolen
volgen. Doch ook de avexgroote meerder-
heid, die wisselt van indriukken en dius van
stem.
'Men heeft gemteend, dat. de invoering der
evenredige vertegeniwooxdiging een stollen
van1 den toestand zou ten gevolige hebben,
Er grijpen zoo meent mem in het volks^
denken als geheel geen groote verianderingen
iplaatsj nil dit zich eenimaal uit bijl wegie van
evenredige vertegenwoordig|ing, is groote
\visseling van stenibus-uiitslag uitgesloten.
Thans bleek toch wel, dat dit alles maar
zeer fen ddele; juist is. Er blijift ruimte voor
verschuiving.
En ditmaall' beduidt de verschuiving niet
het opzeggen van vertrouwen aan wie den
last gedragen hebben.
Dit zegt veel.
Maar het zegt meer dan veel, wanner
men let op deze nuchtere enj onomstootelijlke
waarheid, dat door geen dezer drie groepen
met heloften; is gewerkt."
iVoorts wijidt het blad nog een axtikel aan
den1 grioei1 van de Christelijkr'Historischen,
waaruit het vertrouwen van velen in d'e Uuie
blijikt.
»Ehi woord echter moetenl wij| nog spre
ken, aldus besluit het blad. Niet om het ver
trouwen te verkl'arenj; maar omi te zeggen,
wat diit vertrouwen' aan de Unie voorschriilft
ate taak.
Thans blijkt van eeni verantwoordelijfcheid,
die grooter is dan ,,reigeeringsverantwoor-
delijikheid". Hoofdbestuur en Kamerlfracties
men denfce ook aan deni ongeproportio-
neerden groei in de Eerste Kamer staan
voor de taak, om ganstb ons volk te verstaan
eni om zoqwel sociaal-aconomisch ate zede-
lijk-geestelij;k die leiding te geven, iwaartoe
wijj krachtens overtuiging vexplicht zijin en
die men van ons verWacht.
Perspectief bezielt. En taak drakt.
Dat tweeerlei moge de Unie leiden.
verheugt ons het intreden van mej. Van
Dorp, een der beste leidsters uit de nieuwe-
re vTouwenbeweging in de Kamer.
En wat het zakelijfce belangt, merken wij
op dat hijna een half millioen kiezers is
thuisgebleven.
'Het fiasco van den stemplicht wordt tel-
kens weer bevestigd.
Het iHandeteblad: zegt:
'De uitslag der verkiezingen beteeken't in
tweeerlei opzicbt een stevige rak naax
rechts, zoo stevig als wij! onder het tegen-
woardige Messtelsel niet voor mioigelijk hadL
deni gehouden. Wanneer men let op de schei-
dingslijm der oude antithese, die de partijen
nog hoofdzakelijik verdeelt, dan vindt men
een versterking van de rechterzijde met ne-
gen zetels tot een meerderheid, die alleen
met dye van' het Ministerie-Heemskerk is te
vergelijken. En wanneer men let op de nieu-
were, meer actueele, strijdivragenl (die van
die 'bezuiniging en van de efconomische poli
ties) dan trefit ons eveneens een verschuiving
naar rechts.
Het blad betoogd voort:
IDe uitslag duidt stel'lig op een reehtsch
Mmisterie. Het komt ons echter voor dat dit
niet meer het Kabinet-IRuys kan zijn. Ten
eerste is dlit opgetredem toeni de rechterzijde
slechts 50 ledem telde. Maar bovendien is
het Protestantsche, en met name het meest
gemati.gde deel der rechterzijde de Ohriste-
lijikHHistorische groep, aanzielijk verstrekt.
Een rechtsch kabinet waarin deze veraind'ar-
de samenstel'lingf d'er recbterzijlde tot uiting
komt, lijfct ons nu noodig. En dilt zal dan
tevens een Min'isterie moetenl wezenl waarin
met de economiscbe opcchuiving naar rechts
wordt rekening gehouden. Een Regeering
met een zeer krachtige figuur aan het hoofd,
die een drastische bezuinigingspolitiek wil
en kan doorvoeren. In een van die twee Pro
testantsche groeperi van rechts is deze figuur
stellig te vindeni; m'enigeen zall dadelijik den:
naam kunnen noemen.
Voor het overige bepalen wij on® tot twee
opmerkingen. Wat de personalia belangt,
UIT SINAASAPPEF
SLECHTS
r m DEEL
IN EEN GLAS,
DE REST WATER,
HEERLUK,MAAR
OOK VOORDEEUG.
NAHAAK DRINKEN!
EENIGE FABRIKANTE
HsSS C.POL AK GEJS
GRONINGEN
De „Tribune (Comm.) zegt o. a.:
„Door het algemeen genomen kan onze
partij, wat de groote steden aangaat, tevreden
zijn. En reden tot vreugde is er wat Amster
dam betreft. Want de Amsterdamsche uitslag
beteekent dit en hier zijn we zoo positief
als we voorzichtig zijn, op dit oogenblik voor
de rest van het land dat het eenheidsfront,
kort geleden door de S. D. A. P. nog hoog-
hartig afgewezen, niet langer is een politieke
mogelijkheid', maar op weg een politieke
noodzakelijkheid te worden. En daarom is het
ons te doen geweest en daarom alleen."
De „N. R. Ct." beschouwt deze gansche ver-
kiezing slechts ,,als een verschuiving van de
radicalere en liberate elementen der bevolking
naar een conservatiever nuance".
Voorts wijdt het Rotterdamsche orgaan een
beschouwing aan de positie van het kabinet.
Het zegt daaromtrent:
„Het tegenwoordige kabinet past, dunk*
(fteeu dlenstaaabiedlageii.)
De „Maasbode" is natuurlijk evenals alle
rechtsche organen buitengevoon verheugd
over „de triumf der rechterzijde" en scbrijft
o.a.:
„Bijna 3 millioen kiezers hebben dezen keer
hun beslissende stem uitgebracht.
En een overgroote meerderheid heeft zich
daarbij uitgesproken voor een rechtschen
koers, voor een onvvrikbaar vertrouwen in de
huidige regeering van ons land.
Voor het eerst heeft het algemeen stemrecht
in de verste en meest uitgebreid© beteekenls
van het woord, zich bij deze stembus uitge»
sproken, zoodat voor het eerst kan getuigd
worden, dat waarlijk de wii der natie zich de»
zen keer ten voile heeft dben kennen.
En het verheugend resultaat is, dat deze na»
tie zich met overweldigende meerderheid heeft
uitgesproken voor een bestuur naar christelijke
beginselen.
Niet minder d'an vijftig partijen van allerlei
EEN omvang en richting wilden zich bij dezen stem*
bus doen gelden.
Men vreesde voor een hopelooze verwarring,
voor een ohaotische Kamercomplicatie, waarbfj
elke regeering bijna onmogelijk zou blijken.
De natie heeft het niet gewild".
„Het Huisgezin" eindigt zijn 'beschouwingen
over den uitslag der verkiezingen als volgt:
„In dezen tijd van inzinking, van materialis«
me en stofvergodiing, vindt men in Nederland
onder het volk in al zijn geledingen een meer«
derheid, die niet aan het stoffelijko de eerste
plaats inruimt, maar aan hoogero belangen den
voorrang geeft.
Na zulk een uitspraak het bewind te mogen
blijven voeren, ons volk door deze donkere tij*
den heen te leiden, moet voor christelijke
staatslieden iets bekoorlijks hebben".
De Amsterdammer (A. R.) meent den verras»
sendein vooruitgang der christelijke partijen
voor een aanzienlijk dee! aan de vrouwen te
moeten -toeschrijven:
„De Christelijke vrouwen hebben, alle pessi»
mistdsche verwaohtingen die te haren aanzicn
gesteld werden, op verbluffende wijze be«
scnaamd. Zij hebben, blijkbaar beter nog dan
de mannen, Rechts gestemd".
Het Volk (S. D. A. P.) schreef zijn artikel,
toen nog niet alle kieskringen bekend waren
en beperkt zich daarom voorloopig tot Je twee
feiten, die reeds zeker waren: „de nederiaag
van het liberalisme en de overwinning der ker<
kelijken:
„Wat het eerste betreft, is het wel gcbleken,
welk een ontzaglijke politieke fout is begaan
met de wijze waarop de Vrijheidsbond in
elkaar is geknutseld. Met deze sehepping dach*
ten Treub en Dresselhuys een groote vangst te
doen.
Maar, eilacie, d'e slimme politieke heeren, die
reeds dachten zoo netjes het oud=Iiberalisma
troef te hebben gemaakt, zij rekenden buiten
den waard, buiten de kiezers. Bij dezen waren
er eenerzijds velen die de beoogde zwenking
van het heele liberalisme naar reohts niet ver<
kozen mee te maken en dus naar de vrijzinnigj
democraten overgingen. Anderzijds trokken er
ook velen de consequentie uit de gepredikte
rechts^orienteering van de vrijzinnigheid en
zochten nu ook maar meteen hun heil bij da
christelijkshistorisehen. En zoo zakte de la»
waaiige Vrijheidsbond, al triomfkreten uit>
stootend tusschen twee stoelen weg.
De groote Ies uit het gebeurde voor de vrij»
zinnigen is, dat het voor hen uit partijpolitiek
oogpunt een kolossaal nadeel is, wanneer zij
zich als conservafiefdiberalen probeeren to
vestigen",
Het tweede feit dat vast staat is de groote
meerderheid voor de reehterzijde. Zij dankt
die eenerzijds aan de toestrooming van con*
servatieve elementen uit de liberate rijen, an*
derzijds aan het vasthouden van kerkelijke ar*
beiders aan de kerkelijke partijen. Terwijl
eindelijk, en zeker met in de laatste plaats,
het vrouwenkiesrecht hun aanvamkelijk ten
goede is gekomen".