DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Tragisch conflict.
Wie is te beklagen?
Mp. 160
Honderd Tier en twintigste Jaargang
MAANDAG
10 JULI
1922.
Abounemeiitsprijs bij vooruitbetftling per 3 maaiiden f 2.-
ra*w«w wv 1* 1 A* **1 P»r P0Bl f "*6°* 1Jt,wij8n* 6 cL Advertentiepr. 26 ct. p. regel, grootere letter* naar plaatMrminie
Lrieven lUaco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Henna. Coster Zoon, Voordam C9, Tel. Administr. No. 3. ttedactle No. 33.
Oireotaar: G. H. KHAR.
(Vervolg.)
En at pratendi gingen zijn gedachten
terug naar eern gebeurtsnis dtai Brazil ie's
wouden. Drfe d'ag-en voordat ihiji Steven1 Ing
ham verlaten had, was het gcbeurd.
IDrie jaren Hang was Mil met -Stevemi Ing
ham samen geweest en1 had met hem gewerkt
aan diems pradhitigan arbeid. Ze waren plan
ters aan de inistige en sruerig-rtekende wate-
ren van1 dte -Amiazonerivier, Het was bun
werk om daar rubber te verbouwen en' die te
verzamelen en tilaama over die wereldtaarkt
ite verzanden en te venspreiden, opdat de men-
schen thuis in het vaderland hooge d'ividen-
ten zauden krijgen. Ze d'edea hun "werk goedl,
maar oader Steven Inghams leiding deden ze
xneer dam tdiat. Ze haddan geiwerkt voor meer
dan dividenden alleen. Z- e hadden 't werk
van een man gedaan, werk, dat eeni hlanke
noodig vinldt te doen.
Torn Prevost later per etoomhooit was ge-
fcomen en het met bladeren1 bedebte water van
een Mjriviertje was opgevaren, dat naar de
nedterzetttog voerdte, had Mj Ingham -al dliep
in zijh werk gevonden. Hard -aan het werk
was Iinghiam omi de ondernemmg op te voe-
rea; zij1 stond niet goed belkend en1 teen ling-
ham Jkwaini, heerschte er hijl die inboorlingen
en hiji die halfhlioed inwoners tegen den bian-
ken man' een gewaldigen afkeer. Veel mis-
hruiiken waxen togesl'open. Veel] omkoop-
haarheid; en oneeri-ijke handelingen hadden
de hlamken op bun geweten gekregen1 eh hun
naam was een bespottiug, een scheldhaam
geworden soma zellfs zijh stchad'uw werdl ge-
schuwd en' sams vond men het lijlc van een
blanke, rottend en vergaan in een boschje,
het slachtoffer van de vergiftige pijili van een
inboorliing.
Toan Mghami op dte onderneming San
M'alacM bwarn, voelde hij met zijn idealen
zich als een: verstootene. Noch de iniboorlto-
gen, noch de balfbloed wiliden werkenl voor
hem. Eh Mji had! zich zelf tot de taak gesteld
diit -alles te veranderen. Het zou niet gernafc-
kelijik zSjn, maar hij was een echte blanke,
een blanke met hart en ztel, rein dioor en
door. lEta hij! begon de taak zooals een blanke
dlaiti kan.
jEh hijl had die dtogeni verandterd. HSj had
het sy&teem van la go slavernij den kop inge-
druikt, dat systaem, waarap nog maar al te
veel ondernem'ingen zijn opgcbouwd. Allen
had Mji tegen zich gehad eni Mj had een' har
den betaren- strijd te strijlden gehad maar
Mj had' gewonnan
HSjj had langzamerhand den levensstan-
diaardi verbetardl, betere toestandien liad1 hi,
aangebracht in nmgang en verkeier, hygieni-
sche en juridische vcrbetertogen had Mj aan
gebracht. iDadelijlk bij aankomst was hij hier-
rnee begomen en1 toen Prevost Jcwam, had' die
hem geholpen. Dat Icon niet landers. Ingham,
de man met het zuivere reine hart, die ware
man', was onweexstaanbaar met zijn idealis-
me van xnenschelijlker toestanidlen en verhou-
diingen.
Op dieti avond, waaxoxn Prevost nu dacht,
hadden ze samen op de veranda van' het huis
zi'ten uiitkijiken over de ontgonnen velden',
waartu'S9chen de breed'e stroom geheimziinnig
voortsinelde, toeni Ingham plotsefing Prevost,
die vertelde over zijn aanstaamd verlof, in de
rede viel met te zeggen, dat Mjl oofc ging
maar voor goad. Op rusti'gen, vlakken toon
had hijl het gelzegd eni daarna bijna drift o
Prevosfs tegenwerpingen, dat het toch niet
ikon met de ondlerneming zonder Tngham,
genegeerd door ,uiit te xoepext:
,,Miaar, mdjn god, man', ik ben' toch1 net
als de rest, als julilie alemaal, Ik ben ge-
woon' een1 blanke, dienaar vcu? een maat-
schappij Al® en'kele blanke ben ik naar deze
niegorij toegegaan om1 gelid te verdienen, en
als de tijd van mijn contract om is, blijf dc
hier geen1 dag Hangar. (Dan ga Dc naar huis,
zooal's ied'ere blanke; ik heb dat geld ver-
dftendL ik heb mijn werk gedaan en1 nu will ik
weg.w
Prevost zag zijn nerveuse geirriteerdheid
door
IM1ARTE SGHIMITZ.
iNladruk verboden.
Toen Bafen'dje voor't eerst naar d'e grootte
school zou1 gaan wist hijl dat nu ook voor hem
de tijd was aangebroken om, geldjk de tradi-
tie eischfe, een: dag in de week dfe gast te
zijn van Dome Toon en1 tabte Klazien. Dat
was altijd voor lafemaal zoo geweest: dfe op
de igroote school waren gingan eens imde
week een heelen dag naar Oome Toon en
Tante 'Mlazien. Dan kreeg je er warm mad-
dageten om twaalf uur ials je uit school
fawam, aflltdjid met een stukje vleesch arbij, en
's avonds dikke boterhammen met koeb en
worst. Thuds haden ze haast nooit vleesch
en dan nog maar voor iedereen een fclem
griezeltje en op hum boterhammen kxegen ze
ail'een maar stroop of miemendal. De eerste
was Pitet geweest, die ging s Maandags,
maar Piet was nou at van school af en tim-
mermanslkmechie, dus die ging niet meer.
Maar verder gingen; ze nou ailemaal: iDins-
dags Made en 'Is Woensdags Corrie en Oon-
derdags Kobus. !Hij, B'arendje, zou dus ze
ker well op Vrijdag moeteni fcomien.
Een paar dagen (later v6dr hij' voor 't
eeret naar school1 zoU gaan, zei zijn rnoeder
tegen hem
,,Baxendje, ga oa Tante Klazien en zeg
en sussend zei Mj: „Kerel, verged me; 't was
stom van me; (maar je hoort hier zoo; ik kan
me San Malachi niet indenken zondter jou
je hebt't groot gemaakt. Maar komaan, mis-
scbien1 bedenk ie je nog wel, als je eenxmaal
itlerug bent in t moederland; ik wed, d'at je
teiug verlangt hier naar de wildemissen."
,,Ik dlenk het niet." antwoordde frghiaim
zadutjes, „of iiever ilk weet Jt wel zeker; ik
ga tnouwem."
Prevost zweeg even. Toen Ingham op den
schoudier, sliaand, zei Mj ©til
„Wat ben ik een' ezel geweest om het je
zoo lastig te makcn met vragen. Ik wist niet,
dat ik onbewiust zoo ombescbeiden was."
Eenvou'dig vertelde Ingham toen; van zijln
liefde; hoe ze verloofd waren vlak voor zijn
vertrefc en hoe zij op die ver loving had aan-
•gedirong'en. Ze wilde op hem wachten, vij-f
jaar en ook wel langer; vrouiwenikunnenwoa-
dlerlijk geduildig en itrouw zijn. Ze had go-
wacht en geregald hoorde hij van1 haar nu
het eindl van zijn contract zou zijn het eind
van' haar wachten.. Een gxooter geluk dan hij
waard was, zou1 het zijn en de rest van zijn
leven wilde hij) gebruiken om haar te beloo-
nen voor haar j aren van trouw en geduldig
en liefd'evol wachten.
^Zoo'n gode, lieve vrouw, Prevost, „die
roept, alles w'at er goedis en1 moois in een man
is, in hem wakker,'' had Mji met van ontroe-
ring triild'endie stem gezegd
dial je die volgende week na school gaat en
vraag wanneer jouwi d'ag is."
^Vxijid'ag patuurlljk," profeteerde Koibus,
„jd| komit na mijn f"
„Jle inot vragen of je op Zond'ag mag,"
grapte !Maxie, ^dan liehben ze pudding.
Piet kreeg vroeger nog wel 'a een stukkie, als
ie er ra Maandags was."
„Vraag d'an of jij denl Maandag mag heb-
>en," adviseerde Got, d'ie de handigste was.
Barendje keek naar zdjln moeder, dfe altijd
Meek en moe en allitijd wait' kribbig en tort-
aamgebonden door de drukte dfe voor haar
zvvak licliaam teveel was.
„Wat denikt u Moe?" vroeg hij gewichb'g-
es.
Stadsmenws
ALKMAARSCIiE TRAMVEREENI-
GING.
De motiveering van bet Zaterdag gepubli-
ceerde besluit IMdt als volgt
„Mijn 'n biet," zei' de moeder ongeduldlg,
„ais jiji maar M dag van de vloer bent." En
zij! zette bem' zijn petje op, dat eerst van Piet
en toen van iKobus was geweest en dat nu
wel' niet meen zoo heel mooi doch. im; elk geval
groot gemoeg was.
Barendje's1 altijd wat emstige blauwe
oageni onder zijn te hoog wit voorhoofd!, dat
de vlosjes bllonde baantjes niet bedieJcten,
waren nog wat emstiger dan' gewoonlijk.
Telikens opnieuw zegde Mj1 zijn boodscb'ap in
zkbzelve op en moest er dan weer aan den-
ken, of Mji Vrijjdags zou moeten komen, of's
Maandagjs, als ex nog 'm stuikkie pudding
over was. iEn d'an dacht Mji weer aan de
school waar Mjl nu gauw naar toe ging en
Mji peinsde hoe't daar zijn zou. 'Kobus vond
't er prettig, maar zoo prettig als op Zom-
dagsdhool waar ze je al die mooie verhal'en
vertelden, kon't er toch niet wezen.
Barendije 'kendte dfe verbalen bijna 'aile
maal van buiten. Soms's avonds wanneer zij
thuis nog schemerden dan vertdde bij ze met
een: difep-ennstig gezichitje en' een langzame,
wijze stem. Dan darfden Kobus en Gar al
leen maar zachtjes te grinn&en en- Moeder,
fo'cb -even geboeid en bewogen, zei': „Hloe
zoo'n kind' 't kan!" En vader laclite eens
zachtjes en zei: „Kleine Domineetje."
Oome Toon' en Tante 'Klazien woond'en
op een keuxigi bovenbuisje, waar Tante
Klazien's properbeidi op alle meubels blonk.
Barendje tiok er 'aan. de bel met dezelfde be-
deesdb voorzicbtigbeid' waarmee zij ailemaal
altijd door bet fcraakzindtelijke woninikje
heentripped'den. Hliji veegdb nauwgezet en
langdurig zijn voeten op de mat, nam onder
het naar boven stappen zijn petje al in zijn
band' en stak op de gang waar Tante Kla
zien bem wacbtte, onverwijild zijn boodscbap
af.
Tante Klazien, complement van- moeder
en dat ik de volgendte week na de groote
school ga en wanneer of nou mijln dag is.
Tante Klazien-, gnoot en/ geweldig, een
vrouwelSjke Goliath gelijto naast het niietiige
Barendje, zag met faaar niet onvrienidelijk,
maar wat streng gezteht op bem: neer.
Den 23sten Mei j.'l. wendden zich de beeren
Mr. J. P. Bosnian c.s., tezamen vormende een
comite tot reorganisatie van het tramver-
keer in deze gemeente, tot ons college me
planuien voor de oprichting tot dat dioel van
een nieuwe Niaamlooze Vei/nootschap, en het
verzoek te bevorderen, dat de gemeente aa®
deze plannen steun zou verleenen. Bij: bet
ontwerpen van een en ander met inbegrip van'
de exploitatie-begrooting en de berekening
van bet vereischte kapitaal heeft genoema
comite zich doen voorlichten door den beer
K. Stoffels, ingenieur bij de gemeente-tram
te Amsterdam, wiens rapport bet bijbebooren-
de teekeningen en foto's wij in de gelegenheid'
werden gesteld te bestudeeren en, voor Uwe
vergadei-ing ter leztog te leggen.
Het comite, welks plannen zi-cb ten nauw-
ste aanslMten aan bet besluit van de aan-
deelbouders vergadering der Alkmaarscbe
tramvereeMging tot liquidatie dezer onderne
ming, bouwt zijne verwachtingen voor een
loonende exploitatie voornamelijk op 2 fac-
toren: ten eerste de omlegging van de baan,
die van de Groote Kerk naar de Steenenbrug
door de Langestraat loopt, naar de Laat in
dier voege, dat langs dien weg van den Liin-
merhoek af, waar op bet terrein der Stadstim-
merwerf aan bulpremise is ontworpen, door
middel van een dubbe'len wissel zoowel een
rechtstreeksche verbinding naar Heiloo, als
met het station wordt verikregen; van deze
omlegging verwacbt bet comity een toene-
ming van bet personen- en goederenvervoer
door een betere aanslteting aan het Zuid-
Oostelijk deel der stad1 en aan den bootdienst
der Alkmaar-Packet. 'De tweede factor is de
vervanging der tegenwoorddge beweegkracbt
door autotractie. Tot dat doel is de aanlkoop
ontworpen van 5 tramwagens, ieder plaats
biedende voor 38 personen, en 3 autotractors,
waarvan elk zoo noodig 3 wagens kan' trek-
ken en die bovendien zelf voor goederenver
voer zullen worden ingericbt. Door een en an
der zal het mogelijfc zijn meer personen en
goederen tegelijkertijd te vervoeren, dit ver-
voer snel'er te doen geschieden en meer ritten
>er dag te m-aken. In verband hiermee heeft
let comite gemeend zijn exptoitatie-begroo-
ting te mogen optrekken op de veTwacbting,
dat per dag 30 ritten been en terug zullen
worden gemaakt met een gemiddeld vervoer
van 10 personen per rat.
Het comite stelt zieh vo6r het beaoodigde
kapitaal van f 60.000 te verkrijgen door de
plaatsing van f 20.000 aan aandeden bij'
particulieT'en en do verstrekking door de ge
meente van een renteloos voorsdiot van
40.000. De exploitatie-berekening doet
voorts zien, dat men na de vereischte afscfarij-
vingen en na reserveering van een dividend
van 6 pCfc. voor de aandeelhouders gemeend
beeft op een bedrijfs-oversch at te mogen reke-
nen van f 2091.50, welk bedrag dan voor
aflossing van- bet door de gemeente te vera
strekken voorsdiot zou worden aangewend.
Wij: meenen, dat het genomen indtiatief ten'
zeerste nxoet worden- toegejuicbt en dat de
invoering van autotractie een belangrijke ver-
betering brengt, niet alleen indien men- de
i zaak vanuit bet standpunt van het financi-
eel belang der aandeelhouders, maar ook in
dien men baar vanuit bet algemeen belang
beziet. Naar onze meening bestaat er dan
ook voldoende aanleiding voor de gemeente
om aan de verwezenlijking dezer plannen
mede te werken; wij; meen'en echter, dat een
renteloos voorsdiot, gelijk gevraagd wordt,
voor dit offer niet de meest geschikte voran
is.
Indien de gemeente een renteloos voor-
schot verstrekt, stelt zij in dte eerste plaats
baar crediet ter beschikking van de onderne
ming, inaar in de tweede plaats subsidieert Mj
deze eoolang de leening Met geheel is afge-
lost met een- jaarlijksch bedrag, gelijfcstaan-
de met de rente van bet nog niet afgeloste ge-
deelte. Het bezwaar dezer wijze van steun-
verleening springt in bet oog: de gemeente
verbindt zich om over een reeks van jaren
ieder jaar een bedrag biji te passen zonder
„Zoo kruimel1, ben jif nou an de beunt? De
laatste van 5t rljitjeZij! zette b'aar dikke,
stailen bril wat vaster voor baar oogen en
dacht na, „La's kijken, je broer Kobus komt
Doinderd'ag, d-at wordt voor jou, dlan Vrijdag,
be?"
,#Of 'Mlaandag," fltiisterde B'arendje be-
scbroomld1.
„Of Maandag," zei Tante Klazien gerekt
en balf-vragenal als ging lhaar een' nieuw
(iinzicbt open-. 'Het was even stil- en' Barendje
wadhitte met ktoppemid' hart. „Wel-ja," zei ze
dan. Mlaandag, de d'ag van Piet. Jij- bent de
jongste. 'En wat zeg-ie nou?"
„Dank .u" well Tante Kl'azien," zei Barend-
je afgemeten-plichta'atig," m'aar to bem
juicbte't want Mj dacht aan 't stukje pud
ding.
-'En tante 'Klazien dacht: Da's nou nom-
mer vijf. Eh- zij! bad bet streelend zelfgevoel
dat zij, op verbeven wijze baar christelij-keu
plicbt vervulde jegens de ktoderen van baar
man's zuster, dfe zoo zot geweest was om
met een annen metselaarsknecht te trouwen.
Thbis nam 'Barendje zijn prentemboek von
de kast, legde bet op tafel, scboof een stoel
er bij en kl'om er op. 'En toen Mj- etoddij'k
zat zei Mj tegen moeder en' de anderemi, dfe
in vragandl wachiteni zijh ondoargrondelijk
gezicb-tje betuuxd'en, alleen: „Maandag."
Van nu af dacht B'arendje -alle dagen. aan
den Maandag, dat Mji naar school zou gaan
de zekerheid te hebben, dat dit bedrag steeds
ten vo-lle noodig zal- zijn. Daarbij k-omt nog,
dat zij zich bij den opzet, gelijk deze werd
ontworpen, geenszins van een geregelde af
lossing tot voldoende bedragen verzekerd
mag achtea, daar de vraag, of en zoo ja tot
welk bedrag zal worden afgelost, afbankelijk
wordt gesteld van de uitkomsten- der explo-i-
tatie. Dit bezwaar klemt te meer, waar in de
exp 1 oitatie-begrooting onder die uitgaven ook
de 6 Pet. dividend voor aandeelhouders
zijn opgenomeni hoewel dit uit d'en aard -der
wettelij'ke verboosbepaitogen ter zake nooit
teal kunnen' beteekenien:, dat deni aandeelhou
ders dit bedrag onder alle ornstandigheden
gegarandeerd wordt, zal de bedoeling van
dezen opzet to-cb in ieder gea-1 wel zijn, dat
de gemeente Met eerer op aflossing van het
verleende voorscbo-t aanspraak zal kunnen
inaken, voordat aan de -aandeelhouders uit
de winst bet vermelde dividend zal zijn -uit-
gekeerd. De gemeente, hoewel schuldeische-
res voor een bedrag, dubbel zoo groot als
bet geheele aandeelenkapitaal, zou zoodoende
voor bet door haar verschaft kapitaal een ri-
sico loopen, dat nog grooter zou zijn, dan
dat der aandeelhouders, zonder d-at bet haar
inogelij-k zou zijn dit risico op andere wijze,
b.v. door zakelijke zekerheid te dekken.
Het is ons dan ook willen voorkomen, dat
het in de eerste plaats geen- aanbeveling ver-
dienst een renteloos voorscbot te verstrek-
ken, doch dat er aanleiding is voor de ge
meente om- zich als schuldeischeres jaarlijks
dezelfde opoffering te getroosten, die de aan
deelhouders zich getroosten, Met minder,
maar ook Met meer. Dit zal te bereiken zijn
door to bet leentogscontract de bepaltog op
te neaneni. dat de gemeente telkenl jaar rente
vergoed fcrdjgt tot het zelfde percentage, als
waartoe de aandeelhouders dividend genieten,
miet als maximum de rente, waartegen de ge
meente zelf de geldleeaing beeft kunnen sluii-
ten, waarin bet voorscbot werd opgenomen,
behoudens bet cumuieeren der rente, voo-r
zoover zij to voorgaande jaren onder dit
maximum is gebleven-. In verband hiermede
zal de jaarlijksche winst- en verliesrekening,
de balans en bet beslM-t tot winstbestemming,
zoolang de leentog nog niet geheel is afge
lost, onze goedkeurtog beboeven. Langs de
zen weg word't bereikt dat de gemeente ieder
jaar slechts de rente voor de ter leen ver-
strekte gelden ontbeert en dus met een jaar
lijksch subside bijspringt, todien voorzoover
en voorzoolang, al-s to verband met de exploit-
tatieuitkomsten noodzakelijk zail blijken.
Daarentegen wenscben wij, anders dan de
fclaarblijkelijfce opzet van het comite, dljaa-ra
lij'ksche aflosstogen, wel'ke ingevolge de overa
gelegde expl oitatieberekeMng 2000 zouden
kunnen bedragen, onafhankelijk te make® van
de uitkomsten- der exploitatie.
Wij meenen voorts Uwe vergadering te
moeten. adviseeren bet door de gemeente te
verstrekken voorscbot tot de belli van het be-
noodigde bedrijfskapitaal, dus tot 30.000
te beperken, te verleenen to den- vorm van
een obligatideeMng, groot 40 obligaties van
750, waarvan er ieder jaar eoi uitloo't. Hoe
wel Mr. J. P. Bosman, met wien wij de zaak
bespraken, betwijfelde of de overscbietende
10.000 alsn-og door particulieren zou kun
nen worden bijeengebracht, komt bet ons voor,
dat wij zoowel den gemeenschapszin onzer
burgerxj- zouden iMskennen, alsook den fi
nancier gezonden opzet der onderneming oa-
verd'iend in twijM zouden stellen, todiai wij
ons to dit opziclit Met wat optimistfecber
toonden en ook to deze aangelegenfaeid als
maximum voor de bulp der gemeente het be
drag der van particuliere zijde gebracbte of
fers aanbielden.
De berekening der exploitatiekosten zal
door een en ander eenige wijzigtog moeten
ondergaan, immers verhoogd dienen te wor
den met 600 voor dividend, 1800 voor
rente en 750 voor aflossing, totaal 3150,
waartegenover slechts bet geraamde exploi-
tatieoverschot staat van 2091.50. Hierte-
genover dient echter opgemerkt te worden,
dat bet billijk is, dat de aandeelhouders met
m bij: Tante Klazien' zou eten, en zelfs op
den Mlaand'agmorgeni toen Mj met Kobus
hand aan band naar school'ging bad hij nog
Met met ziichlzelf kunnen uitvechtem welk van-
deze twee feiteo/ het belangrijkst was.
Toen Mj om twaallf uur van school niaar
Tante Kllazien liep, bad1-bij bij1 zichzelf vast-
gesteld' dat school Met prettig was en Met
naar; .ail zijn verwachting was nu gespan-
nen op bet verblijf bij! Oome Toon en' Tante
Klazien.
De aardapnelen stonden al dampemd) op
tafel toenj bajl binoenkwam1 en Oome Toon
was bezig van een -groat foruto stuk vleesch
dunme pl'akjes te sMjrien en op een scbaaktje
te leggen. HSj knilcte B'arendje vriendelijk toe
enj zei: >rZoo baasje, ban' je daar? Ga maar
vast zatten, Je krijgt dadel'ijlk wat." Ba-rend-je
klom op den stoel, die voor hem fclaar stond
eni wacbtte zwijigend. Toen kwam Tante Kla'-
zien binnen met dte rest van.' het eten, dat zij
op tafel plaatste. „En hoe was't op school
tof-ormeerde zij. „Gewoonzei Barendje ern
stig en bedoelide zx>o ongeveer „Met veel
zaaks." ,.Gewoonzei Tante Kllazien
scfa-ouideropbal end, ,^nou, l a ten' we maar bid
den." 'Eln B'arendje vouwde zijn bandjes op
deni randl van de tafel; voor zijn leege bord'je
-en bad met langzame nadrukkclijkheid-:
,,H)eere zegen deze spijs en- drank amen."
Wordt vervolgd.
HoofdreUucteurT). N. A BEM A.
(Naclruk verboden).
En toen Prevost met verlof ging, had Ingham
hem opgedragen haar te gaan opzoeken, dat
wonder van zijn liefde en haar van hem te ver»
telLen alles wat ze maar weten wilde. 1 De
naam, die® hij had opgeschreven was die van
Bertha Marianhill en de foto, die Ingham hem
had latcn zien van't meisje, dat zoo verleide<
lijk haar hand, zonder ring nu, op Prevost's
arm had gelegd.
En terwijl hij zoo met haar zat te praten,
dacht Provost aan al die diingen terug, aan als
les, wat Ingham afstond en achterliet ter wille
van dit meisje en wat het voor de bevolking
van San Malachi zou beteekenen als hij he® ah
len veriiet ter wille van dit meisje. En hij dacht
aan zijn eigen eerste jaren daar in de neder*
zetting en aan bet meisje zclf.
Toen hij een dag of drio thuis was geweest,
had hij haar een bezoek gebracht, had verteld
hoe hij ee® vriend was van Steven Ingham,
die aan de Amazone was.
„Steven Ingham," had ze uitgeroepen met
haar parelend, zilver lachje. „Och, die goeie
kerell Hij was ind'ertijd een goeie vriend van
ons, van> p, on mama en mjj ook, vddrdat hij
naar die -jge Amazone trok bij al die
zwarte meir'-A.en. Soms hoor ik nog wel eens
wat van hem. Ik geloof, dat hij vreeselijk
ernstig is gewordenl Gebeurt dat aityd mis<<
schien in do wildcrnis? Och maar neen, want
u bent heel aradera; u ziet er heuseh een klein
bcetje ondcugend uit; bent u dat ook? En zij
gaf hem een van haar meest verleidelijfco knip»
oogjes.
Prevost vocldo zich buitengcwoon weinig op
zijn gemak en dat te meer tusschen al de jon«
gelui, die haar omzwermden.
„Kom eens even mee naar mama", zed Ber*
tha, hem bij zijn mouw meetrekkend.
„Mam, dit is mr. Prevost, die Steven Ingham
daar buiten in de wildcrnis heeft ontmoet."
„Steven Ingham? Is dat niet die jongen,
die naar Malakka is gegaan?"
„Och neen, mama" antwoordde Bertha vera
veeld, „dat was Mao Johnson immers. Ingham
is naar de Amazone gegaan."
Toe® zich tot Prevost wendend, die® ze
blijkbaar interessant en aandachtwaardig vond,
deed ze hem alleriei vragen om zijn leven daar
en scheen vooral te zijn geboeid door het vele
geld dat er te verdienen vieL
En haar langzamerhand meer ziend en spre»
kend, begon hij haar beter te leeren kennen,
begon te begrijpen dat die jongeling Bobbie
altijd om haar heen d'raaide en was benieuwd
of de gladdo ring aan Bertha's vinger van hem
was ofEn zijn hart kneep same®.
Langzamerhand scheen het of de jongeling
Bobbie een beetje op den achtergrond kwam.
Bertha was steeda meer met hemzelf. Zij
danste uitsluitend met hem; de ring, van wien
hij ook mocht zijn, was verdwenen en hij voeb
de, dat zij iedereen op zij had getrapt om hem,
Het onbcgrijpelijke van den toestand brands
de in hem, maar nog was de opheldering niet
daar.
Een avond bracht Bobbie en hem toevallig
samen in een auto. De jongen was stil en
norsch. Prevost voelde, dat by nu zij® slag
moest slaan.
.,Bent u met miss Marianhil verloofd ge
weest?"
„Geweest?" vroeg de jongen verbaasd. „Ik
ben het nog". Plotseling richtte hij zich op,
„Daarom draagt ze mijn ring dus niet meer!"
„Heeft ze je dan den bona gegevem?" vroeg
Prevost meedoogenloos.
„Terwilie van jou!" de jongen zei het half
snikkond. „Het gaat met mij zeker net als met
Egerton en al die andere®. Jij bent zeker een
Croesus!"
IBM
„Zit jij er dan niet goed in?" vroeg Prevost
beleefd.
„Ik heb meer dan die andere Iui. Maar ik
had wel kunnen weten, dat als - er eenmaal
zoo'n ryke vent uit Amerika zou komen, dat ik
dan kon ophoepde®. Z66 ken ik haar wel".
„Ja, dat had je zeker kunnen weten en dan
zou je wijs zijn geweest. Goeie® nacht, mijn
zoon!"
Zoo vroeg als maar eenigszins strookte met
da wellevendheid, bezocht Provost Bertha. Hij
wilde geen tijd verliezen.
En een paar dagen later vroeg hij haar met
hem te lunchen in een der schitterendste res
taurants in de stad. Ze nam het graag aan
ze was zenuwachtig geweest de laatste da
gen en had steeds naar den dienst der stoom-
bootcn gevraagd, vooral die van Brazilie.
In den foyer van 't hotel verzooht hij haar
even allce® te mogea late®; hij zou dadelfjk te
rug komen.
Plotseling hoorde ze hem op luidem toon
zeggen:
„Kom hier, kerel, dan kan ik je voorstelle®
aan het meisje. met wie ik ga trouwen."
Ze keek om. „Stevem, hieT is mijn aanstaan-
de vrouw, Bertha Marianhill. Bertha, hier is
mijn oude vriend Steven Ingham. O, maar jul-
lie kent elkaar immers, is't niet?"
En zij schudden elkaar de hand. Bertha
vriendelijk glimlachend, zonder eenigo ont-
roering. Steven- met ee® uiterste beleefdheid
en de bleekheid van zij® zonaverb and ge-
zicht, vcrried zijn diepe em o tie.
Ze praatte® nog wat, geforceerd vroolijk
en na eonigen tijd stond Steven op en gaf
voor iemand te moeten ;-reken.
Een week nadat Steven Ingham teruggogaan
wa? naar de Amazone en naar San Malachi
om daar zijn werk weer te hervatten, sohreef
i'revoist aaa Bertha. Het was het eenige, wat
hij kon d'oen. Hij schreef, dat zijn financien
waren tegengevalle® en dat hij geen rijk man
was. Hij moest naar Malakka en trachten
daar geld te verdienen. Waarom het hem be
ter en eerlijker voorkwam hun verloving te
verb r eke®.
Wat door haar werd aangenomen.
„Het was 'beroerd van me" dacht hij op
zijn zeereia naar 't Oosten „maar er was
geen andere weg. Steven's werk, San Malachi
en al de arme kerels daar, die zoo aan Steven
hingen, waren toch meer waard dan dat meis
je. Het zou eEendig zijn geweest, als Steven
van dat prachtige werk daar was afgehouden
door zoo'n vrouw en hij zou een hel heb-
be® gevonden. Ik zie niet in, wat ik anders had
kunnen doen of hoe ik Steven anders had
kunnen overtuigen. Het was een gemeene
streek van me, maar Goddank heeft de jonge
ling Bobbie geld. Ik ben benieuwd of zij
zijn ring al weer draagt. Arme Bobbie, 't is
voor hem ook beroerd!
Hemel, waarvoor zulk soort vrouwen toch
dienen?!"