DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
a®, m.
g e b i II e t o p.
Stormachtige hoogten.
1922.
TRIJDAG
28 JULI
Hpnderd Tier en twintigste Jaar gang
Abonnementsprijs bij voornitbetaling per S maanden t 2.—, fr. per post f 2.50. Bewijsn. 6 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regei, grootere letters naar plaatsrnimte
Brieven franco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Voor dam C9, Tel. Adminlstr. No. 3. Redactie No. 33.
Dii-ootcurG. EL IU1AK.
lloftfMuctour: TJ. N. ADEltA,
am
ProTinciaal Nienws
UIT BERGEN.
De raad vergaderde gtotemuddag ten
2 ore voltallig.
De notulen van de vergaderingen van 16
Mei en 29 Juni werden onveranderd vasige-
atefd.
De voorzitter deelde mede, dat de gemeen-
terekening dienst 1921 en die van bet electrici-
teitsbedrijf, van het Gemeentelijjk Wontogbe-
drijf en van het Burgerlijk Armbestuur in
handen van da iinancieeie commissie wanen
gesteld.
De gewone inkomsten van de gemeente
hadden 484.649,47. de uitgaven 399.955,93
bedragen, waarbij, 4000 van een bouwpre-
mie die nog moet worden uitgekeerd en 4
maanden van 1922.
De buitengewone Inkomsten bedroegen
262.839,59, de uitgaven 286.088.75 zoo-
dat het batig saldo totaal 61471 bedroeg.
De rekening van het Burgerlijk Armbe
stuur bedroeg in ontvangsten 25893, het
nadeelig saldo is 422,24.
De rekening van het electririteitsbedrijf
wijst een winstcijler aan van f 9280,75.
De rekening van het Woningbedrijf geeft
een verlies aan van J 1979,15, welk verlies
nog tot 2200 h 2400 verhoogd moet war
den.
De voorzitter zeide, dat de gemeentereke-
ning een verblijdend verschijnsel voor de ge
meente genoemd kon worden.
Van' Ged. Staten was een afsehdft y.sfl de
koninklijke goedkeuring ingekomen op dc
verordening betreffende het heffen van school-
gekten.
Voorts was ingekomen een verzoekschrift,
geteekend door de heeren Rijniersce, B-urt-
veld, I J. Oldenburg en H. C. Smit, en 194
meerderjarige ingezetenen, waarin verklaard
werd, da t zij als belanghebbenden bij de tra-
ditioneele kermis, met Teedwezen kennis had
den genomen van het klakkeloos genomen be-
sluit ora de kermis af te schaffen. Zij oordeel-
den, dat de gebruikte argumenten niet sfock-
houdend konden worden genoemd; dat de
raad bij de ibehandeling blijk hacl gegeven
van oppervlakkiglieid, waarom verzocht werd
de kermis weer in eere te hersteilen.
De voorzitter deed voorts mededeeliiig van
een ingekomen adres van de vereeniging van
kermlsvakgenooten, waarin te kennen werd
gegeven, dat het besluit onvoorbereid was ge
nomen, dat het besluit een financieele strop
was voor vele ingezetenen; dat het niet ge-
makkelijk is om voor de kermis iets, los staan-
de van de politiek, in de plaats te stellen,
zoodat de kermis het volksfeest was bij uit-
nemendheid, waarom het beter was de exces-
sen er van tot de kleinst mogeliike pxoportie
terug te brengen. Het werd wel mogelijk ge-
oordeeld de kermis op een1 hooger pcil te
brengen. Het bestuur stelde zich disponibel
mede te werken aan de zedelijJce verheffing
van de kermis en verzocht het genomen be
sluit weer in te trekken.
De voorzitter deelde mede, dat B. en W.
aan adressanten hadden bericht, dat reeds
aan Ged. Staten de goedkeuring op het besluit
was gevraagd. B. en W. hebben' de adressen
besproken. Twee leden waren er v66r om
geen kennis te houden en 6dn lid wilde de ker
mis laten doorgaan. De raad moet nu maar
beslissen.
De heer Oldenburg merkte op, dat B. en W.
hadden afgesproken geen advies uit te bren
gen.
De heer Barnaart was het hiermedc eens.
Wanneer spr. geweten had, dat er zooveel te-
genstand in de gemeente was, dan zou hij
misschien niet zoo halsstarrig zijn geweest.
Nu het besluit eenmaal genomen was, wilde
hij het echter handhaven. Het feestvieren is
in Bergen niet van de lucht. Het Harmonie-
corps heeft ook plannen het 25-jarig bestaan
te vieren.
Nstar het Effgelsch van Emily Bronte,
doe® W. A, G van Strian:
87)
Ze veriiet het vertrek; Mr. Edgar vroeg
achteloos wle het was?
„Iemand, d:ien de meesteres niet verwacht"
antwoordde ilk.
yDie Heath cliff u herinnert u hem,
mijnheer die ten' huize van mr. Earnshav/
gewoondl heeft.-"
„Wat! de zigeuner de ploegjongen?"
riep hij uit. „Waarom zei je dat niet am
Catharina?"
„Stil', u moet hem niet zulke namem geven,
meester," zei ik. „Het zou haar heel erg hin-
deren' als ze het hoord'e. Haar hart brak bij-
na toen hijl weg liep; ik vermoed dat zijln te-
rugkeer een waar feest voor haar zal zijn."
Mir. Linton liep naar een: venster aan den
and'eren kant van' het vertrek dat over den
hofuitzag. Hiji maakte het los en leundie naar
huiten. Ik denk d'ait zijl beneden waren, want
'hij riep Waastig nit:
,,BIijl daar niet staan1, lieve! Breng den
persoon bdnnen, als het iets bdjzonders is."
Het diuuxdie niet lang of ik hoorde den
klink gaan. en Catharina vloog naar boven,
wild en buiten adtem, te opgewondeo om
blijdschap te toonen: inderdaad, naar haar
gel'aat te oordeelen zou men' eer aan een'
vreeselijke ramp gedadht hebben.
De heer Oldenburg: In Alkmaar ia heel
wat meer te doen.
De heer Baltus had gedacht, dat de vorige
maal de kermis met algemeene stemmen zou
zijn afgeschaft. De kennis in Bergen is al
voor 2/s verloopen. Gaat men den economi-
schen toestand in Bergen na, dan is er wat
anders te doen dan kennis vieren. De work
man staat tegenover den algemeen heerschen-
den geest van loondruk, hoewel die werkelijk
nog niet gedragen kan worden. De waning-
huren gaan in de eerste plaats nog steeds om-
hoog. Spr. is overtuigd, dht de werkloos-
heid zoo groot zal worden, dat zich' straks ve-
(len ten raadhuize zullen melden1 die geen
werk hebben. Velen van de groote en kleine,
middenstanders zullen dit jaar aan hun geldfe-
lijke verplichtingen niet kunnen' voldoen. Spr.
meent, dat er dan ook alle reden is om geen
kermis te houden en is dan ook v66r hamdha-
ving van het raadsbesluit.
De heer Apeldoorn veronderstelde, dat de
meeuingen van de raadsleden wd niet gewij-
zigd zullen zijn.
De heer Barnaart was persoonlijk wel wat
veranderd. Het schijnt, dat men- velen een plei-
zier doet door wel kermis te houden. Spr. was
er altijd tegen, orndat er z. i. veel geld de ge
meente uitging, doch het schijnt dat vele ne-
ringdoenden de kermis niet kunnen missen.
De heer Apeldoorn was van meening, dat
hetgeen de heer Baltus betoogd had, van wei-
nig beteekenis was. In Allnnaar wordt er wel
kennis gehouden, doet men het in Bergen
niet, dan brengt men de centen naar Alkmaar
en dan grijpen de menschen, die in Bergen
aan de kermis een broodje verdienen, er
naast.
De heer Baltus nam wel .aan, dat er velen
naar Alkmaar zullen gaan, maar als men
overtuigd is, dat de kennis niet goed is, dan
inag men de gelegenheid niet geven
De heer Bogtman betoogde, dat de raad! in
principe van meening was, dat de kennis geen
veredeling brengt. Een feest kan rncer orde-
lijk gevierd worden. Het is moeilijk iets an
ders voor de kennis in de plaats te stellen.
Met adressanten is spr. het eens, dat het be
sluit wat klakkeloos is genomen. Spr. blijft
echter desondanks tegen de kennis.
De heer Apeldoorn verzocht hoofdelijke
stemming.
Met 4 tegen 3 stemmen werd besloten het
besluit tot afschaffing der kennis te handha
ven.
(V66r b-it instandhouden. der kermis stem-
den de 1' a Oldenburg, Apeldoorn en
Swaan. Er ^en stemden die heeren Bogt
man, Baltic; rlo'ksbcrgen en Barnaart).
De heer Oldenburg tot den heer Barnaart:
„Nu denk je weer anders dan vanmorgen".
De heer Barnaart: „Ik denk niet anders,
maar ben niet ongelukkig wanneer Ged. Sta
ten het besluit niet goedkeuren."
De heer Baltus: „Ze komen het andere
jaar weer met een kermiscandidaat."
De voorzitter deelde mede, dat dd. 22 de-
zer van de wed. Hoogvorst een schrijven
was ingekomen, waarin zij mededeelde, dat
zij vanaf 11 Januari 1895 tot 31 Maart 1910
als gemeente-vroedvrouw werkzaam was ge
weest. Wegens gezondheidsredenen moest zij
destijds ontslag nemen, v66r een pensioenre-
geling tot stand kvvam. In 1916 verzocht zij
daarin alsnog te worden opgenotnen. De raad
beschikte op dit verzoek afwijzend, onder be-
paling, dat zij, wanneer zij door het overlij-
den van haar echtgenoot in financieele moei-
lijkheden mocht komien, nog een! beroep op
den raad kon doen. Dat was thans het geval,
waarom zij verzocht haar alsnog een pen-
sioen toe te kennen.
De voorzitter zeide, dat B. en W. het raads
besluit hadden nagezien. Daarin staat niets
anders genoteerd dan dat de raad geen ter-
men had gevonden om het verzoek in te wil-
ligen. Er zijn in den raad- echter nog veel le
den die zich de toen gevoerde besprekingen
zullen herinneren. Er is gezegd, dat zij, oim-
„0, Edgar, Edgar!" hijgde ze, terwijl ze
haar armen om zijn (hails sloeg: ,JO. Edgar,
liieveling(Heathcliff to teruggekomen te-
ruggekomen!" En ze oimhelsde hem ,nog
sterker.
„Wel, wel," dep haar echtgenoo.t stuurscli,
„je hoeft me daarom niet te worgen. Ik heb
hem nooit voor zoo' ieto kostbaars gehouden.
Er is geen reden om zoo doll te doen
„Ik weet dat je niet van hem hield," ant
woordde ziji, terwijl ze de hevigheid van haar
vreugde bedwong. „En toch moeten jullie om
mijlnientwiil' nu vrienden zijn. Zal ik hem vra-
gen boven te komen?"
„Hier?" zei hij., „in de hutokamer?"
„Waar anders?" vroeg ze.
iHSji keek gesrgerd', en meende dat de keu-
ten een gescliikte plaats voor hem was.
Mrs. Linton zag h'em met een grappige
■uiitdrukking aan, half boos, half lachend om
zijin kieskeurigheid.
j,Nleen," voegde zij er na eenige ooigenblik-
ken aan foe, „ik kan niet in de ikeuken zitten.
Zet hier twee tafels, Ellen; een voor uw
meester en IMitos Isabella, omdat ze van hoo-
gen rang zijnde ander voor Heathcliff en
mij, omdat wijl minder in rang zijn. Is het
zoo goed mijn beste? Of moet ik ergens an
ders een vuuT ilaten aanmaken? Geef daar
dan maar bevel voor. Ik zal naar beneden
loopen om) mijn gast te ontvangen. Ik ben
bang dat de vreugde to groot to om werkelijlk
te zijnf"
Zij' was on het punt om weer weg te schie-
ten; miaar Edgar hield haar tegen.
„Jij| vraagt hem om boven te komen," zei
dat ze getrouwd was, een inkomen door de
verdiensten van haar man genoot, zoodat
sioen niet noodzakelijk was. B. en W.
ben het adres behandeld en nagegaan dat
ze, wanneer ze toen tot het pensioenfonds
was toegelaten, volgens wettelijke bepalingen
recht zou hebben gehad op een pensioen van
88 per jaar. Zij bevindt zich nu wel dege-
lijk in financieele moeilijkheden. Als vroed-
vrouw deed ze steeds haar plicht? waarom B.
en W. in dit bijzondere geval adviseeren, haar
alsnog een pensioen van 88 per jaar toe te
kennen.
Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Uit het rapport van den Vleeschkeuringis-
dienst bleek, dat in Juni in de gemeente 14
runderen, 9 vette kalveren, 2 nuchtere kalve-
ren en 48 varkens geslacht waren. Ingevoerd
was 642 K.G. vleesch k 2 cent keurrecht, zoo
dat de ontvangsten over Juni 112,02 had
den bedragen.
iDe 'heer Bogtman Mornteerde hoe't stond
met de goedkeuring van Ged. Staten op het
raadsbesluit tot het instellen van een eigen
keuringsdienst. Deze blijft zoo lang uit en.
ook Schoorl wacht er op.
De voorzitter deelde mede, dat B. en W. het
besluit ter goedkeuring aan Ged. Staten had
den verzonden. Spr. deelde mede, dat het da-
gelijksch bestuur voor Vrijdag ter conference
ten stadhuize te Alkmaar was uitgenoodigd.
De Inspecteur van de Volks'gezondheid, Dr.
Zwart, zal daar een bespreldng houden met
de gemeentebesturen, of het niet mogelijk to,
Allmiaar als centrale keuringsplaate aan' te
wiizen, zonder vcrplichte gebruiktnaking van
het abattoir.
De heer Hoksbergen had vernomen, diat de
zaak zoo lang duurae, omdat er groote kans
is dat met het oog op bezuiniging de geheele
Vleeschkeuringswet wordt ingetrokken.
De voorzitter betoogde nog, dat B. en W
in ieder geval niets kunnen doen vo6r de
goedkeuring is verkregen.
De heer Barnaart kon zich' niet voorstellen,
dat Ged. Staten het besluit van den' raad on-
gedaan zullen maken. Spr. las van het aan-
stellen van keurmeesters in Bloemendaal en
Velzen en vreest dat Bergen, ato_er te iang ge-
wacht wordt, een zeer si ecu ten keurm'eestar
Zal krij'gen.
De voorzitter: „Dat zal wel rondloopen."
De heer Barnaart had altijd betoogd, dat
men in Bergen met een eigen kcurmeester bc-
tere controle zal krijgen clan bij aansluiting
bij Alkmaar. Ala Alkmaar echter eenl centra-
leni keuringsdienst instelt met aparte ambte-
naren voor de buiteingemeeniten, dan kan het
ook goed worden.
Pe heer Bogtman betoogde, dat dit de be-
doeling niet was van een cemtralen keurings
dienst. De zetel van een centralen keurings
dienst was in Alkmaar.
De heer Apeldoorn gaf B. en W. in overwe-
ging in Alkmaar geen bindende besluiten te
hemen.
De voorzitter merkte op, dat dit niet moge
lijk was, aangezien de raad be<ot.
In bespreking kwam nu het volgende punt:
Behandeling beschikking van Ged Staten,
inzake vernietiging van het raadsbesluit,
waarbij aan de Berger Schoolvereeniging me-
dewerking is onthouden tot de stichting van
bijzondere scholen voor lager- en uitgebreid
lager onderwijs.
De voorzitter oordeclde overbodig het be
sluit van Ged. Staten voor te lezen, aange
zien het in extenso in de bladen had gestaan.
Er zijn echter thans interpellaties, waaruit
blijkt, dat aan de wet een anderen uitleg
wordt gegeven, vooral inzake het meetellen
van kinderen uit buitengemeenten. Ged. Sta
ten van Noord-Holland hebben uitgemaakt,
dat deze wel mogen worden medegeteld, doch
tegen deze beslissing to een gemeente in be
roep gegaan. Juridisch zou men zeggen, chat
ze niet mogen medetellen, want volgens de
wet wordt net aantal kinderen afhankelijk ge-
hij;, terwijl hij' zich tot mij wendde; „traebt jij
Catharina, blijl te zijn, zonder je dwaas aan
te stellen! Het geheele huto hoeft er geen' ge-
tuige van te zijn dat je een weggeloopen
bnecht als een broer verwelkomt."
Ik ging naar beneden en. trof Heathcliff
wachtende to het pontaai aan, terwijl hij
blijkbaar op een uitnoodigtog wachtte om
bkmen, te komen. HSji volgde mijn geleide
zander verdere woorden en ik bracht hem' to
tegenwoordigheidl van den meester en de
m.eesteres, wier verhi'tte wangen 'n hevige
Wioordenwtoseling verrieden. "Maar andere
gevoelens kregen bijl Catharina de overhand
'toen haar vriemidi to de deur verseheen; zij
sprong naar voren vatte hem hiji beide han
den en 'lei'dde hem naar Linton, en toen
greep ze Lintons weerspannige vtogers en
drukte die in de zijene.
'Nhi hijl geheel door het vuur en het kaars-
licht zichtbaar werd, was ik meer dan ooit
verbaasd bij het zien van Heathcliffs ge-
daanteverwisseliing. 'Hij! was opgegroeid tot
een langen, athletischen welgevormden man.
Nlaast fan zag mijin meester er heel' tenger
en jcmgensadlitiig uit. Zijn rechte houding
wekte de gcdaclitc, dat hij' in het teger ge-
diend had Zijn igelaat was van uitdrukkiug
en trekken veel ouder dan dat van Mir. Lin
ton; het had een verstandige uitdrukking en
had geen spoor van de vroegere venxedering
gehouden. Een half beschaafde woestheid
foerde nog to de neergetrokken wenkbrau-
wen> en de oogen vol donker vuur, maar ze
was bedwougen, en zijn manierem waren
zelfs waardig; geheel vrijl van ruwheid, hoc-
steld van het zielental eener gemeente. B. en
W. stellen dan ook den raad voor, om tot de
Kroon een adres te richten, waarbij to beroep
wordt gekomen tegen het besluit van Ged.
Staten, omdat op de lijst van de Berger
Schoolvereeniging namen voorkomien van ou-
ders, wier kinderen to de eerste jaren niet to
aanmerking komen de school te bezoeken en
van ouders, wier kinderen niet geregeld de
school bezoeken en namen van kmderen, wier
ouders to een andere gemeente wonea. In het
request wordt er op gewezen, dat de verte-
genwoordiger der gemeente zich in de verga-
aering van Ged. Staten van 5 Jul! niet ver-
zette tegen het standpunt van Ged. Staten,
dat kinderen van ouders uit een andere ge
meente mogen worden medegeteld, doch dat
bij nadere beschouwing deze niet to aanmer
king mogen komen, dat na aftrek van die kin
deren voor de lagare school een getal van be
neden 40 leerltogen over en voor het U.L.O.
een getal van beneden 18, wanneer de bedoe-
ling van den wetgever was geweest, dat kin
deren uit buitengemeenten mochten worden
medegeteld, er bij het bepalen van het aantal
leerltogen! niet gesproken zou word'en van het
zielental eener getoeerrte; dat de geschiedenis
van't LG. zich aan den uitleg vasthoud't, dat
de gemeente alleen moet vooizien in de be-
hoefte aan sclioollokalen voor kinderen van
ouders die in de gepieente wonen, waarom
onomstootelij'k vaststaat dat de kinderen van
buiten Bergen wonende oudera niet to aan
merking mogen' komen.
Aan het in art. 73 omschreven aantal kin
deren wordt dan niet voldaan, waarom ver
nietiging van het besluit van Ged. Staten
wordlt gevraagd. Voorgestelr werd van het
besluit afschrift te zenden aan H. M. de Ko-
ningin.
De heer Hoksbergen kon daaraan zijn stem
niet geven-, omdat er onjuistheden to staan en
in de tweede plaats omdat het niet aangaat in
tweede tostantie met motievem te komen, die
men in eerste tostantie niet heeft ontwikkeld.
Men behoeft geen rechtsgeleerde te wezeu,
om aan te nemen, dat de Kroon deze motieven
ter zijde zal leggen. Men kan in een zaak die
men eerder heeft erkend, in tweede tostantie
niet zeggen: „ik heb nog andere motieven."
Bovendien staan to het request gegevens die
absoluut niet waar zijn. Er wordt to gezegd,
dat er op het tijdstip van de aanvrage geen 40
leeiiingen voor het L. O. en geen 18 voor het
U. L. O. ut de gemeente op de school waren,
doch dit betwist ik. Ik yraag bewijs, dat dit
zoo is. Doet u dit, dan zal ik tracbten het te-
genbewijs te leveren. Wat nu wordt voorge-
steld is niet in het belang van het onderwijs.
U relet op het oogenblik de zaak. U weet, dat
het een aoelcje voor het bloeden is, doclg
tracht te rekken, omdat u denkt, dat onder den
invloed van de bezu uigingsideeen er wijzi-
gingen kunnen komei Zoo kan het nog wel
ccn jaar duren en dit is niet in het belang van
het onderwijs. Voor het openbaar onderwijs
kan niets gedaan worden alvorens de kwestie
met de Berger Schoolvereeniging is afge-
daan. Ik had dan ook lievcr gezien, dat u
ruiterlijk gezegd had: „wij blijven er bij, dat
het bouwen boven de financieele draagkracht
der gemeente gaat en wij willen daarom de
zaak aan de Kroon. voorleggen". Nu gaat u
tegenwerken en u weet tevoren van de Ko-
ntogin geen gelijk te zullen krijgen. De Kroon
zal natuurlijk het besluit van Ged. Staten be-
vestigen en dan staat weer een bei"oep open
op de Noodwet. Wij maken- een mal figuur
door in 2e tostantie te wijzen op iets wat wij
to le tostantie niet naar voren brachten, hoe
wel wij er ruimschootsch den tijd voor hebben
fehad. Steeds is beweerd„het gaat boven de
nancieele draagkracht der gemeente". In de
redeneering van thans is dan ook geen lijn te
vinden. Veel beter is te zeggen: „laat de
Kroon maar beslissen of er gebouwd mag
wordten of niet. U vergeet ook nog, dat er
een waarborgsom is gesteld en volgens de wet
vcriiest het school bestuur de waarborgsom
wel te streng om bevallig te zijln.
De verrassing van den meester evenaarde
of overtrof de mijne, hiji wist eenige oogen-
blikken niet hoe hiji den ploegiongen, zooals
hij hem noemde moest aansprefcen. Heathcliff
Met zijin kleine hand' los en stond hent koel
aan te zien tot hij verkoos te spreken.
.,G-a zitten, mijnheer," zei hij -ten laatste.
irs. Linton, gedaahtiig aan ouae tijd en, wil
dat ik u hartelijk ontving; en natuurlijk doet
het miijl genoegen als er iets gebeurt dat haar
aangenaami is."
„En mij ook," antwoordde Heathcliff,
vooral- als het iets is, waaraam ik deel
heb. Ik zal gaarine een paar uur blijven."
Hij ging tegenover Catharina zitten die
haar bMlkken zoo vast op hem gericht hield,
alsof ze vreesde dat hij zou verdwijnen als
ze haar blik van fan afwendde. Hij hief de
zijlne niet vaak naar haar opeen snelle oog-
qpslag nu en dan was voldoen do; maar hij
flitiste telkens vertrouwelijjker de ongehuidhel-
de vreugde terug die hiji uit haar blikken ge-
mocfc.
Ze gingen te zeer to' hun wedefzijdscfae
vreugcfe op, om verlegemheid' te kennen; maar
zoo was bet niet met ;Mr. Edgar; hij werd
bleek van louter ergemiseen gevoel dat zijn
toppunt bereikte toen zijb vrouw opstond
over het haardfcleed stapte, opnieuw Hieath-
cliffs handien greep en lacht als iemandi die
buiten zichl zelf is.
„Ik zal morgen denken dat het een droorn
was!" riep zij. uit. ,,Ik zal niet in staat zijn
te gelooven dat ik jou nog eens gezien heb
en aangeraakt en met je gesproken en-
wanneer de aanvrage niet overeenkomstig die
waarheid1 is.
De voorzitter: Dat B. en W. niet direct met
dit advies voor Ged. Staten zijn gekomen,
ligt hierin, dat er verschil van meening be-
staat omtrent het meetellen van de kinderen.
Wij hebben er ernstig over nagedacht. In elke
wet zijn echter mazen en iedere nieuwe wet is
voor tweeerlei uitlegging vatbaar. Tegen-
woordig kan men to de vakbladen lezen, dat
er over het medetellen van leerltogen van bui
ten wel degelijk een andere meening bestaat
dan die van Ged. Staten en dit hebben wij to
dit besluit omschreven. Waar to de wet het
aantal kinderen in verband wordt gebracht
met het zielental eener gemeente, daar is het
zeker juist, dat kinderen uit andere gemeen-
ten niet mede mogen tellen. De minister zal
die argumenten waarschijnlijk wel in overwe-
ging nemen. Bij Ged. Staten konden wij die
niet laten gelden, omdat deze besloten hadden
ze wel mede te tellen. Men kan een besluit
echter in allerlei vorm gieten.
De heer Hoksbergen zou willen beginnen
met aan de Berger Schoolvereeniging mede-
werking te verleenen. De raad kan dan te-
vens een adres richten aan de Kroon. De gron-
den door B. en W. ontwikkeld, hebben echter
geen betrekking op de kwestie zelf. In dirie
maanden heeft men niets kunnen vinden,
waardoor de aanvrage in strijd met de wet
zou zijn. Steeds heette het: „de bouw gaat bo
ven de financieele draagkracht". Dit la at men
nu varen en zegt: „er zijn geen' 40 leerl togen
voor de L. O. en geen 18 voor de U. L. O. uit
de gemeente." Ik wacht daarvan' het bewijis.
De voorzitter: „Dit zal wel een1 punt van
overweging uitmaken. B. en1 W. willen eerst
tegen het besluit van Ged. Staten opkomen en
daarna ccn beroep doen op de Noodwet."
De heer Hoksbergen1: „Zoo iets heeft ge
staan to „:De Gemeentestem" en to alle groote
bladen, doch daar staat tegenover wat
School en Wet." schreef. Ik vind het niet in
het belang van het onderwijs, dat nog langer
getraineerd wordt. Als wij voorstanaers zijn
van goed' onderwijs to Bergen, dan moeten
wij niet traineeren- maar trachten een oplos-
sing te krijgen.
De voorzitter: Wanneer wij ons bepalen
tot een beroep op de Kroon in verband met de
Noodwet, dan gaan wij accoord met de beslis
sing van Ged1. Staten en daarom moeten wij
eerst daartegen in beroep.
De heer Hoksbergen: De Kroon heeft uit
te maken of gebouwd mag worden of niet. De
raad heeft zich, evenals Ged. Staten, te stellen
op wettelijk standpunt.
De heer Bogtman wenschte to verband met
de opmerking van den heer Hoksbergen inza
ke het tegenhouden van goed onderwijs op te
merken, dat dit verwijt terug druipt op den
heer Hoksbergen zelf. In den raad zijn reeds
voorstellen geweest om het openbaar onder
wijs beter te maken. Hij wenschte daaraan
toen niet mede te werken, doch wil wel mede-
werken de school van de Berger Schoolver
eeniging tot stand te brengen. Het is gebleken
dat het vereischte aantal leerltogen niet aan-
wezig is, De aanvrage is dan ook niet wettig.
De. heer Hoksbergen: Dat is niet waar.
Ik vraag bewijs.
De voorzitter hamerde.
De heer Bogtman: Dat is een' goedkoope
manier om iemand van zijn betoog af te hel-
pen, maar niet beschaafd." De aanvrage vol-
doet niet aan het wettelijk vereischte aantal
kinderen. De heer Hoksbergen had dit moeten
onderzoeken.
De heer Hoksbergen-: „Ik heb dat onder-
zocht."
De heer Bogtman-: iDan hadt u kunnen zien,
dat er voor de L. O. school geen 30 leerltogen
uit de gemeente waren. Als vrijzinnig man
moet u v66r het request stemmen en anders
beteekent die vrijzinnigheid niet veel.
De heer 'Hoksbergen': Ik spreek niet voor
de publieke tribune, zooals de heer Bogtman.
Tuist in het belang van het volksonderwija
toch1 verdiem- je dit welkom niet, wreede
Heathcliff! Gin drie jaar lang afwezig te
zijn en niets van zich te laten hooren en to
het geheel niet aan miji te denken f"
„Eenigszins meer dan jij aan mij1 gedacht
hebt," rnompelde hdj. „Ik lnooide nog. niet
lang geleden van ie huiwelijk, Cathy; em ter
wijl ik in dim hof beneden wachtte overdacht
ik dit plan: voor to oogmblik je gezicht te
zien misschien een verwonderden blik en
een voopgewend igmoegen; vervolgens mijn
1 rekening met Hindley te vereffenen; en dan
de wet te voorkomen door miji zelf te doodm.
Jouw welkom heeft deze dmkbeelden bij' mij
verdreven; maar pas op als je mij den vol-
tgenden keer op een andere wijze ontvangt!
Nleen, je zult mij niet opnieuw verdrijven
je had werkelijk met mij te dom, niet waar.
Wel, daar was reden voor. Ik heb een bitter
ileven geleid sinds ik het laatst je stem hoorde,
en je moet het mij: vergeven, want ik heb al
leen voor jou geworsteld
„Cathariua, als je niet wilt dat we koude
thee drinkm, kom dan als je blieft bij de ta-
fel," viel Linton in de redd die zijp. best deed1
om zijn gewonen toon' te bewaren en een be-
hoorlijke mate van' beleefdheid. „Mr. Heath
cliff zal1 een lange wandeiMng hebben te ma
ken, wtaar hijl van n'acht ook logeett; en ik
'krijig dorst".
Zij nam haar plaats in voor den ketel en
Miss Isabella, kwam op het geluid van de
beltoen veriiet ik het vertrek, na hun stoelten
naar voren te hebben gebracht.
fWordt vepvoigd).
1- i