DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. a®, m. g e b i II e t o p. Stormachtige hoogten. 1922. TRIJDAG 28 JULI Hpnderd Tier en twintigste Jaar gang Abonnementsprijs bij voornitbetaling per S maanden t 2.—, fr. per post f 2.50. Bewijsn. 6 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regei, grootere letters naar plaatsrnimte Brieven franco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Voor dam C9, Tel. Adminlstr. No. 3. Redactie No. 33. Dii-ootcurG. EL IU1AK. lloftfMuctour: TJ. N. ADEltA, am ProTinciaal Nienws UIT BERGEN. De raad vergaderde gtotemuddag ten 2 ore voltallig. De notulen van de vergaderingen van 16 Mei en 29 Juni werden onveranderd vasige- atefd. De voorzitter deelde mede, dat de gemeen- terekening dienst 1921 en die van bet electrici- teitsbedrijf, van het Gemeentelijjk Wontogbe- drijf en van het Burgerlijk Armbestuur in handen van da iinancieeie commissie wanen gesteld. De gewone inkomsten van de gemeente hadden 484.649,47. de uitgaven 399.955,93 bedragen, waarbij, 4000 van een bouwpre- mie die nog moet worden uitgekeerd en 4 maanden van 1922. De buitengewone Inkomsten bedroegen 262.839,59, de uitgaven 286.088.75 zoo- dat het batig saldo totaal 61471 bedroeg. De rekening van het Burgerlijk Armbe stuur bedroeg in ontvangsten 25893, het nadeelig saldo is 422,24. De rekening van het electririteitsbedrijf wijst een winstcijler aan van f 9280,75. De rekening van het Woningbedrijf geeft een verlies aan van J 1979,15, welk verlies nog tot 2200 h 2400 verhoogd moet war den. De voorzitter zeide, dat de gemeentereke- ning een verblijdend verschijnsel voor de ge meente genoemd kon worden. Van' Ged. Staten was een afsehdft y.sfl de koninklijke goedkeuring ingekomen op dc verordening betreffende het heffen van school- gekten. Voorts was ingekomen een verzoekschrift, geteekend door de heeren Rijniersce, B-urt- veld, I J. Oldenburg en H. C. Smit, en 194 meerderjarige ingezetenen, waarin verklaard werd, da t zij als belanghebbenden bij de tra- ditioneele kermis, met Teedwezen kennis had den genomen van het klakkeloos genomen be- sluit ora de kermis af te schaffen. Zij oordeel- den, dat de gebruikte argumenten niet sfock- houdend konden worden genoemd; dat de raad bij de ibehandeling blijk hacl gegeven van oppervlakkiglieid, waarom verzocht werd de kermis weer in eere te hersteilen. De voorzitter deed voorts mededeeliiig van een ingekomen adres van de vereeniging van kermlsvakgenooten, waarin te kennen werd gegeven, dat het besluit onvoorbereid was ge nomen, dat het besluit een financieele strop was voor vele ingezetenen; dat het niet ge- makkelijk is om voor de kermis iets, los staan- de van de politiek, in de plaats te stellen, zoodat de kermis het volksfeest was bij uit- nemendheid, waarom het beter was de exces- sen er van tot de kleinst mogeliike pxoportie terug te brengen. Het werd wel mogelijk ge- oordeeld de kermis op een1 hooger pcil te brengen. Het bestuur stelde zich disponibel mede te werken aan de zedelijJce verheffing van de kermis en verzocht het genomen be sluit weer in te trekken. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. aan adressanten hadden bericht, dat reeds aan Ged. Staten de goedkeuring op het besluit was gevraagd. B. en W. hebben' de adressen besproken. Twee leden waren er v66r om geen kennis te houden en 6dn lid wilde de ker mis laten doorgaan. De raad moet nu maar beslissen. De heer Oldenburg merkte op, dat B. en W. hadden afgesproken geen advies uit te bren gen. De heer Barnaart was het hiermedc eens. Wanneer spr. geweten had, dat er zooveel te- genstand in de gemeente was, dan zou hij misschien niet zoo halsstarrig zijn geweest. Nu het besluit eenmaal genomen was, wilde hij het echter handhaven. Het feestvieren is in Bergen niet van de lucht. Het Harmonie- corps heeft ook plannen het 25-jarig bestaan te vieren. Nstar het Effgelsch van Emily Bronte, doe® W. A, G van Strian: 87) Ze veriiet het vertrek; Mr. Edgar vroeg achteloos wle het was? „Iemand, d:ien de meesteres niet verwacht" antwoordde ilk. yDie Heath cliff u herinnert u hem, mijnheer die ten' huize van mr. Earnshav/ gewoondl heeft.-" „Wat! de zigeuner de ploegjongen?" riep hij uit. „Waarom zei je dat niet am Catharina?" „Stil', u moet hem niet zulke namem geven, meester," zei ik. „Het zou haar heel erg hin- deren' als ze het hoord'e. Haar hart brak bij- na toen hijl weg liep; ik vermoed dat zijln te- rugkeer een waar feest voor haar zal zijn." Mir. Linton liep naar een: venster aan den and'eren kant van' het vertrek dat over den hofuitzag. Hiji maakte het los en leundie naar huiten. Ik denk d'ait zijl beneden waren, want 'hij riep Waastig nit: ,,BIijl daar niet staan1, lieve! Breng den persoon bdnnen, als het iets bdjzonders is." Het diuuxdie niet lang of ik hoorde den klink gaan. en Catharina vloog naar boven, wild en buiten adtem, te opgewondeo om blijdschap te toonen: inderdaad, naar haar gel'aat te oordeelen zou men' eer aan een' vreeselijke ramp gedadht hebben. De heer Oldenburg: In Alkmaar ia heel wat meer te doen. De heer Baltus had gedacht, dat de vorige maal de kermis met algemeene stemmen zou zijn afgeschaft. De kennis in Bergen is al voor 2/s verloopen. Gaat men den economi- schen toestand in Bergen na, dan is er wat anders te doen dan kennis vieren. De work man staat tegenover den algemeen heerschen- den geest van loondruk, hoewel die werkelijk nog niet gedragen kan worden. De waning- huren gaan in de eerste plaats nog steeds om- hoog. Spr. is overtuigd, dht de werkloos- heid zoo groot zal worden, dat zich' straks ve- (len ten raadhuize zullen melden1 die geen werk hebben. Velen van de groote en kleine, middenstanders zullen dit jaar aan hun geldfe- lijke verplichtingen niet kunnen' voldoen. Spr. meent, dat er dan ook alle reden is om geen kermis te houden en is dan ook v66r hamdha- ving van het raadsbesluit. De heer Apeldoorn veronderstelde, dat de meeuingen van de raadsleden wd niet gewij- zigd zullen zijn. De heer Barnaart was persoonlijk wel wat veranderd. Het schijnt, dat men- velen een plei- zier doet door wel kermis te houden. Spr. was er altijd tegen, orndat er z. i. veel geld de ge meente uitging, doch het schijnt dat vele ne- ringdoenden de kermis niet kunnen missen. De heer Apeldoorn was van meening, dat hetgeen de heer Baltus betoogd had, van wei- nig beteekenis was. In Allnnaar wordt er wel kennis gehouden, doet men het in Bergen niet, dan brengt men de centen naar Alkmaar en dan grijpen de menschen, die in Bergen aan de kermis een broodje verdienen, er naast. De heer Baltus nam wel .aan, dat er velen naar Alkmaar zullen gaan, maar als men overtuigd is, dat de kennis niet goed is, dan inag men de gelegenheid niet geven De heer Bogtman betoogde, dat de raad! in principe van meening was, dat de kennis geen veredeling brengt. Een feest kan rncer orde- lijk gevierd worden. Het is moeilijk iets an ders voor de kennis in de plaats te stellen. Met adressanten is spr. het eens, dat het be sluit wat klakkeloos is genomen. Spr. blijft echter desondanks tegen de kennis. De heer Apeldoorn verzocht hoofdelijke stemming. Met 4 tegen 3 stemmen werd besloten het besluit tot afschaffing der kennis te handha ven. (V66r b-it instandhouden. der kermis stem- den de 1' a Oldenburg, Apeldoorn en Swaan. Er ^en stemden die heeren Bogt man, Baltic; rlo'ksbcrgen en Barnaart). De heer Oldenburg tot den heer Barnaart: „Nu denk je weer anders dan vanmorgen". De heer Barnaart: „Ik denk niet anders, maar ben niet ongelukkig wanneer Ged. Sta ten het besluit niet goedkeuren." De heer Baltus: „Ze komen het andere jaar weer met een kermiscandidaat." De voorzitter deelde mede, dat dd. 22 de- zer van de wed. Hoogvorst een schrijven was ingekomen, waarin zij mededeelde, dat zij vanaf 11 Januari 1895 tot 31 Maart 1910 als gemeente-vroedvrouw werkzaam was ge weest. Wegens gezondheidsredenen moest zij destijds ontslag nemen, v66r een pensioenre- geling tot stand kvvam. In 1916 verzocht zij daarin alsnog te worden opgenotnen. De raad beschikte op dit verzoek afwijzend, onder be- paling, dat zij, wanneer zij door het overlij- den van haar echtgenoot in financieele moei- lijkheden mocht komien, nog een! beroep op den raad kon doen. Dat was thans het geval, waarom zij verzocht haar alsnog een pen- sioen toe te kennen. De voorzitter zeide, dat B. en W. het raads besluit hadden nagezien. Daarin staat niets anders genoteerd dan dat de raad geen ter- men had gevonden om het verzoek in te wil- ligen. Er zijn in den raad- echter nog veel le den die zich de toen gevoerde besprekingen zullen herinneren. Er is gezegd, dat zij, oim- „0, Edgar, Edgar!" hijgde ze, terwijl ze haar armen om zijn (hails sloeg: ,JO. Edgar, liieveling(Heathcliff to teruggekomen te- ruggekomen!" En ze oimhelsde hem ,nog sterker. „Wel, wel," dep haar echtgenoo.t stuurscli, „je hoeft me daarom niet te worgen. Ik heb hem nooit voor zoo' ieto kostbaars gehouden. Er is geen reden om zoo doll te doen „Ik weet dat je niet van hem hield," ant woordde ziji, terwijl ze de hevigheid van haar vreugde bedwong. „En toch moeten jullie om mijlnientwiil' nu vrienden zijn. Zal ik hem vra- gen boven te komen?" „Hier?" zei hij., „in de hutokamer?" „Waar anders?" vroeg ze. iHSji keek gesrgerd', en meende dat de keu- ten een gescliikte plaats voor hem was. Mrs. Linton zag h'em met een grappige ■uiitdrukking aan, half boos, half lachend om zijin kieskeurigheid. j,Nleen," voegde zij er na eenige ooigenblik- ken aan foe, „ik kan niet in de ikeuken zitten. Zet hier twee tafels, Ellen; een voor uw meester en IMitos Isabella, omdat ze van hoo- gen rang zijnde ander voor Heathcliff en mij, omdat wijl minder in rang zijn. Is het zoo goed mijn beste? Of moet ik ergens an ders een vuuT ilaten aanmaken? Geef daar dan maar bevel voor. Ik zal naar beneden loopen om) mijn gast te ontvangen. Ik ben bang dat de vreugde to groot to om werkelijlk te zijnf" Zij' was on het punt om weer weg te schie- ten; miaar Edgar hield haar tegen. „Jij| vraagt hem om boven te komen," zei dat ze getrouwd was, een inkomen door de verdiensten van haar man genoot, zoodat sioen niet noodzakelijk was. B. en W. ben het adres behandeld en nagegaan dat ze, wanneer ze toen tot het pensioenfonds was toegelaten, volgens wettelijke bepalingen recht zou hebben gehad op een pensioen van 88 per jaar. Zij bevindt zich nu wel dege- lijk in financieele moeilijkheden. Als vroed- vrouw deed ze steeds haar plicht? waarom B. en W. in dit bijzondere geval adviseeren, haar alsnog een pensioen van 88 per jaar toe te kennen. Dit voorstel werd zonder hoofdelijke stem ming aangenomen. Uit het rapport van den Vleeschkeuringis- dienst bleek, dat in Juni in de gemeente 14 runderen, 9 vette kalveren, 2 nuchtere kalve- ren en 48 varkens geslacht waren. Ingevoerd was 642 K.G. vleesch k 2 cent keurrecht, zoo dat de ontvangsten over Juni 112,02 had den bedragen. iDe 'heer Bogtman Mornteerde hoe't stond met de goedkeuring van Ged. Staten op het raadsbesluit tot het instellen van een eigen keuringsdienst. Deze blijft zoo lang uit en. ook Schoorl wacht er op. De voorzitter deelde mede, dat B. en W. het besluit ter goedkeuring aan Ged. Staten had den verzonden. Spr. deelde mede, dat het da- gelijksch bestuur voor Vrijdag ter conference ten stadhuize te Alkmaar was uitgenoodigd. De Inspecteur van de Volks'gezondheid, Dr. Zwart, zal daar een bespreldng houden met de gemeentebesturen, of het niet mogelijk to, Allmiaar als centrale keuringsplaate aan' te wiizen, zonder vcrplichte gebruiktnaking van het abattoir. De heer Hoksbergen had vernomen, diat de zaak zoo lang duurae, omdat er groote kans is dat met het oog op bezuiniging de geheele Vleeschkeuringswet wordt ingetrokken. De voorzitter betoogde nog, dat B. en W in ieder geval niets kunnen doen vo6r de goedkeuring is verkregen. De heer Barnaart kon zich' niet voorstellen, dat Ged. Staten het besluit van den' raad on- gedaan zullen maken. Spr. las van het aan- stellen van keurmeesters in Bloemendaal en Velzen en vreest dat Bergen, ato_er te iang ge- wacht wordt, een zeer si ecu ten keurm'eestar Zal krij'gen. De voorzitter: „Dat zal wel rondloopen." De heer Barnaart had altijd betoogd, dat men in Bergen met een eigen kcurmeester bc- tere controle zal krijgen clan bij aansluiting bij Alkmaar. Ala Alkmaar echter eenl centra- leni keuringsdienst instelt met aparte ambte- naren voor de buiteingemeeniten, dan kan het ook goed worden. Pe heer Bogtman betoogde, dat dit de be- doeling niet was van een cemtralen keurings dienst. De zetel van een centralen keurings dienst was in Alkmaar. De heer Apeldoorn gaf B. en W. in overwe- ging in Alkmaar geen bindende besluiten te hemen. De voorzitter merkte op, dat dit niet moge lijk was, aangezien de raad be&ltot. In bespreking kwam nu het volgende punt: Behandeling beschikking van Ged Staten, inzake vernietiging van het raadsbesluit, waarbij aan de Berger Schoolvereeniging me- dewerking is onthouden tot de stichting van bijzondere scholen voor lager- en uitgebreid lager onderwijs. De voorzitter oordeclde overbodig het be sluit van Ged. Staten voor te lezen, aange zien het in extenso in de bladen had gestaan. Er zijn echter thans interpellaties, waaruit blijkt, dat aan de wet een anderen uitleg wordt gegeven, vooral inzake het meetellen van kinderen uit buitengemeenten. Ged. Sta ten van Noord-Holland hebben uitgemaakt, dat deze wel mogen worden medegeteld, doch tegen deze beslissing to een gemeente in be roep gegaan. Juridisch zou men zeggen, chat ze niet mogen medetellen, want volgens de wet wordt net aantal kinderen afhankelijk ge- hij;, terwijl hij' zich tot mij wendde; „traebt jij Catharina, blijl te zijn, zonder je dwaas aan te stellen! Het geheele huto hoeft er geen' ge- tuige van te zijn dat je een weggeloopen bnecht als een broer verwelkomt." Ik ging naar beneden en. trof Heathcliff wachtende to het pontaai aan, terwijl hij blijkbaar op een uitnoodigtog wachtte om bkmen, te komen. HSji volgde mijn geleide zander verdere woorden en ik bracht hem' to tegenwoordigheidl van den meester en de m.eesteres, wier verhi'tte wangen 'n hevige Wioordenwtoseling verrieden. "Maar andere gevoelens kregen bijl Catharina de overhand 'toen haar vriemidi to de deur verseheen; zij sprong naar voren vatte hem hiji beide han den en 'lei'dde hem naar Linton, en toen greep ze Lintons weerspannige vtogers en drukte die in de zijene. 'Nhi hijl geheel door het vuur en het kaars- licht zichtbaar werd, was ik meer dan ooit verbaasd bij het zien van Heathcliffs ge- daanteverwisseliing. 'Hij! was opgegroeid tot een langen, athletischen welgevormden man. Nlaast fan zag mijin meester er heel' tenger en jcmgensadlitiig uit. Zijn rechte houding wekte de gcdaclitc, dat hij' in het teger ge- diend had Zijn igelaat was van uitdrukkiug en trekken veel ouder dan dat van Mir. Lin ton; het had een verstandige uitdrukking en had geen spoor van de vroegere venxedering gehouden. Een half beschaafde woestheid foerde nog to de neergetrokken wenkbrau- wen> en de oogen vol donker vuur, maar ze was bedwougen, en zijn manierem waren zelfs waardig; geheel vrijl van ruwheid, hoc- steld van het zielental eener gemeente. B. en W. stellen dan ook den raad voor, om tot de Kroon een adres te richten, waarbij to beroep wordt gekomen tegen het besluit van Ged. Staten, omdat op de lijst van de Berger Schoolvereeniging namen voorkomien van ou- ders, wier kinderen to de eerste jaren niet to aanmerking komen de school te bezoeken en van ouders, wier kinderen niet geregeld de school bezoeken en namen van kmderen, wier ouders to een andere gemeente wonea. In het request wordt er op gewezen, dat de verte- genwoordiger der gemeente zich in de verga- aering van Ged. Staten van 5 Jul! niet ver- zette tegen het standpunt van Ged. Staten, dat kinderen van ouders uit een andere ge meente mogen worden medegeteld, doch dat bij nadere beschouwing deze niet to aanmer king mogen komen, dat na aftrek van die kin deren voor de lagare school een getal van be neden 40 leerltogen over en voor het U.L.O. een getal van beneden 18, wanneer de bedoe- ling van den wetgever was geweest, dat kin deren uit buitengemeenten mochten worden medegeteld, er bij het bepalen van het aantal leerltogen! niet gesproken zou word'en van het zielental eener getoeerrte; dat de geschiedenis van't LG. zich aan den uitleg vasthoud't, dat de gemeente alleen moet vooizien in de be- hoefte aan sclioollokalen voor kinderen van ouders die in de gepieente wonen, waarom onomstootelij'k vaststaat dat de kinderen van buiten Bergen wonende oudera niet to aan merking mogen' komen. Aan het in art. 73 omschreven aantal kin deren wordt dan niet voldaan, waarom ver nietiging van het besluit van Ged. Staten wordlt gevraagd. Voorgestelr werd van het besluit afschrift te zenden aan H. M. de Ko- ningin. De heer Hoksbergen kon daaraan zijn stem niet geven-, omdat er onjuistheden to staan en in de tweede plaats omdat het niet aangaat in tweede tostantie met motievem te komen, die men in eerste tostantie niet heeft ontwikkeld. Men behoeft geen rechtsgeleerde te wezeu, om aan te nemen, dat de Kroon deze motieven ter zijde zal leggen. Men kan in een zaak die men eerder heeft erkend, in tweede tostantie niet zeggen: „ik heb nog andere motieven." Bovendien staan to het request gegevens die absoluut niet waar zijn. Er wordt to gezegd, dat er op het tijdstip van de aanvrage geen 40 leeiiingen voor het L. O. en geen 18 voor het U. L. O. ut de gemeente op de school waren, doch dit betwist ik. Ik yraag bewijs, dat dit zoo is. Doet u dit, dan zal ik tracbten het te- genbewijs te leveren. Wat nu wordt voorge- steld is niet in het belang van het onderwijs. U relet op het oogenblik de zaak. U weet, dat het een aoelcje voor het bloeden is, doclg tracht te rekken, omdat u denkt, dat onder den invloed van de bezu uigingsideeen er wijzi- gingen kunnen komei Zoo kan het nog wel ccn jaar duren en dit is niet in het belang van het onderwijs. Voor het openbaar onderwijs kan niets gedaan worden alvorens de kwestie met de Berger Schoolvereeniging is afge- daan. Ik had dan ook lievcr gezien, dat u ruiterlijk gezegd had: „wij blijven er bij, dat het bouwen boven de financieele draagkracht der gemeente gaat en wij willen daarom de zaak aan de Kroon. voorleggen". Nu gaat u tegenwerken en u weet tevoren van de Ko- ntogin geen gelijk te zullen krijgen. De Kroon zal natuurlijk het besluit van Ged. Staten be- vestigen en dan staat weer een bei"oep open op de Noodwet. Wij maken- een mal figuur door in 2e tostantie te wijzen op iets wat wij to le tostantie niet naar voren brachten, hoe wel wij er ruimschootsch den tijd voor hebben fehad. Steeds is beweerd„het gaat boven de nancieele draagkracht der gemeente". In de redeneering van thans is dan ook geen lijn te vinden. Veel beter is te zeggen: „laat de Kroon maar beslissen of er gebouwd mag wordten of niet. U vergeet ook nog, dat er een waarborgsom is gesteld en volgens de wet vcriiest het school bestuur de waarborgsom wel te streng om bevallig te zijln. De verrassing van den meester evenaarde of overtrof de mijne, hiji wist eenige oogen- blikken niet hoe hiji den ploegiongen, zooals hij hem noemde moest aansprefcen. Heathcliff Met zijin kleine hand' los en stond hent koel aan te zien tot hij verkoos te spreken. .,G-a zitten, mijnheer," zei hij -ten laatste. irs. Linton, gedaahtiig aan ouae tijd en, wil dat ik u hartelijk ontving; en natuurlijk doet het miijl genoegen als er iets gebeurt dat haar aangenaami is." „En mij ook," antwoordde Heathcliff, vooral- als het iets is, waaraam ik deel heb. Ik zal gaarine een paar uur blijven." Hij ging tegenover Catharina zitten die haar bMlkken zoo vast op hem gericht hield, alsof ze vreesde dat hij zou verdwijnen als ze haar blik van fan afwendde. Hij hief de zijlne niet vaak naar haar opeen snelle oog- qpslag nu en dan was voldoen do; maar hij flitiste telkens vertrouwelijjker de ongehuidhel- de vreugde terug die hiji uit haar blikken ge- mocfc. Ze gingen te zeer to' hun wedefzijdscfae vreugcfe op, om verlegemheid' te kennen; maar zoo was bet niet met ;Mr. Edgar; hij werd bleek van louter ergemiseen gevoel dat zijn toppunt bereikte toen zijb vrouw opstond over het haardfcleed stapte, opnieuw Hieath- cliffs handien greep en lacht als iemandi die buiten zichl zelf is. „Ik zal morgen denken dat het een droorn was!" riep zij. uit. ,,Ik zal niet in staat zijn te gelooven dat ik jou nog eens gezien heb en aangeraakt en met je gesproken en- wanneer de aanvrage niet overeenkomstig die waarheid1 is. De voorzitter: Dat B. en W. niet direct met dit advies voor Ged. Staten zijn gekomen, ligt hierin, dat er verschil van meening be- staat omtrent het meetellen van de kinderen. Wij hebben er ernstig over nagedacht. In elke wet zijn echter mazen en iedere nieuwe wet is voor tweeerlei uitlegging vatbaar. Tegen- woordig kan men to de vakbladen lezen, dat er over het medetellen van leerltogen van bui ten wel degelijk een andere meening bestaat dan die van Ged. Staten en dit hebben wij to dit besluit omschreven. Waar to de wet het aantal kinderen in verband wordt gebracht met het zielental eener gemeente, daar is het zeker juist, dat kinderen uit andere gemeen- ten niet mede mogen tellen. De minister zal die argumenten waarschijnlijk wel in overwe- ging nemen. Bij Ged. Staten konden wij die niet laten gelden, omdat deze besloten hadden ze wel mede te tellen. Men kan een besluit echter in allerlei vorm gieten. De heer Hoksbergen zou willen beginnen met aan de Berger Schoolvereeniging mede- werking te verleenen. De raad kan dan te- vens een adres richten aan de Kroon. De gron- den door B. en W. ontwikkeld, hebben echter geen betrekking op de kwestie zelf. In dirie maanden heeft men niets kunnen vinden, waardoor de aanvrage in strijd met de wet zou zijn. Steeds heette het: „de bouw gaat bo ven de financieele draagkracht". Dit la at men nu varen en zegt: „er zijn geen' 40 leerl togen voor de L. O. en geen 18 voor de U. L. O. uit de gemeente." Ik wacht daarvan' het bewijis. De voorzitter: „Dit zal wel een1 punt van overweging uitmaken. B. en1 W. willen eerst tegen het besluit van Ged. Staten opkomen en daarna ccn beroep doen op de Noodwet." De heer Hoksbergen1: „Zoo iets heeft ge staan to „:De Gemeentestem" en to alle groote bladen, doch daar staat tegenover wat School en Wet." schreef. Ik vind het niet in het belang van het onderwijs, dat nog langer getraineerd wordt. Als wij voorstanaers zijn van goed' onderwijs to Bergen, dan moeten wij niet traineeren- maar trachten een oplos- sing te krijgen. De voorzitter: Wanneer wij ons bepalen tot een beroep op de Kroon in verband met de Noodwet, dan gaan wij accoord met de beslis sing van Ged1. Staten en daarom moeten wij eerst daartegen in beroep. De heer Hoksbergen: De Kroon heeft uit te maken of gebouwd mag worden of niet. De raad heeft zich, evenals Ged. Staten, te stellen op wettelijk standpunt. De heer Bogtman wenschte to verband met de opmerking van den heer Hoksbergen inza ke het tegenhouden van goed onderwijs op te merken, dat dit verwijt terug druipt op den heer Hoksbergen zelf. In den raad zijn reeds voorstellen geweest om het openbaar onder wijs beter te maken. Hij wenschte daaraan toen niet mede te werken, doch wil wel mede- werken de school van de Berger Schoolver eeniging tot stand te brengen. Het is gebleken dat het vereischte aantal leerltogen niet aan- wezig is, De aanvrage is dan ook niet wettig. De. heer Hoksbergen: Dat is niet waar. Ik vraag bewijs. De voorzitter hamerde. De heer Bogtman: Dat is een' goedkoope manier om iemand van zijn betoog af te hel- pen, maar niet beschaafd." De aanvrage vol- doet niet aan het wettelijk vereischte aantal kinderen. De heer Hoksbergen had dit moeten onderzoeken. De heer Hoksbergen-: „Ik heb dat onder- zocht." De heer Bogtman-: iDan hadt u kunnen zien, dat er voor de L. O. school geen 30 leerltogen uit de gemeente waren. Als vrijzinnig man moet u v66r het request stemmen en anders beteekent die vrijzinnigheid niet veel. De heer 'Hoksbergen': Ik spreek niet voor de publieke tribune, zooals de heer Bogtman. Tuist in het belang van het volksonderwija toch1 verdiem- je dit welkom niet, wreede Heathcliff! Gin drie jaar lang afwezig te zijn en niets van zich te laten hooren en to het geheel niet aan miji te denken f" „Eenigszins meer dan jij aan mij1 gedacht hebt," rnompelde hdj. „Ik lnooide nog. niet lang geleden van ie huiwelijk, Cathy; em ter wijl ik in dim hof beneden wachtte overdacht ik dit plan: voor to oogmblik je gezicht te zien misschien een verwonderden blik en een voopgewend igmoegen; vervolgens mijn 1 rekening met Hindley te vereffenen; en dan de wet te voorkomen door miji zelf te doodm. Jouw welkom heeft deze dmkbeelden bij' mij verdreven; maar pas op als je mij den vol- tgenden keer op een andere wijze ontvangt! Nleen, je zult mij niet opnieuw verdrijven je had werkelijk met mij te dom, niet waar. Wel, daar was reden voor. Ik heb een bitter ileven geleid sinds ik het laatst je stem hoorde, en je moet het mij: vergeven, want ik heb al leen voor jou geworsteld „Cathariua, als je niet wilt dat we koude thee drinkm, kom dan als je blieft bij de ta- fel," viel Linton in de redd die zijp. best deed1 om zijn gewonen toon' te bewaren en een be- hoorlijke mate van' beleefdheid. „Mr. Heath cliff zal1 een lange wandeiMng hebben te ma ken, wtaar hijl van n'acht ook logeett; en ik 'krijig dorst". Zij nam haar plaats in voor den ketel en Miss Isabella, kwam op het geluid van de beltoen veriiet ik het vertrek, na hun stoelten naar voren te hebben gebracht. fWordt vepvoigd). 1- i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5