DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN. De betaalde schuld. Persgesprekhen met bcitenlanilers. 187. Honderd Tier ©h twintigst© Jaargang 1922. F e n i 11 e t o n. Stormachtige hoogten. ibomiementsprijs blj voornltbe tallng per 3 maanden f 2.— fr. per post f 2.50. Bewijsn. 6 et. Advertentiepr. 25 et. p. regei, grootere letters naar piaatsrolnite Brieven franco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Henna. Coster Zoon, Voordam C9, Tel. Admlnistr. No. 3. Redactle No. 33. DONDERDAG Dtrectenr6. H. KRAR HoofdrfidaetoorTJ. N. ADEMA. AUGUSTUS Door Margaret Podler. (N&drufe vcrbodon). (Vervolg.) Naar fajol E doc® wan Emily Bronte. A. C van gfc&an. 87) „0, mijnheerriep ik uit, en' weerhield zoo - den uiitnoep die naar zijn lippen rees hij het tooneel1, dat hiijl dlaar zaig in dejdlle atmosfeer van de Ikamer. Mijn anne ifieesteres is ziek en.' ziji is mij| geheel die baasik tkan niets inet har beginnen, komt als u bliett en haail haar over oini naar bed te gaan. Vergeet uw toorn, want het is moeilijfe haar een anderen weg te doen gaan dan haar eigen." ..Catdiarina zielc?" vroeg hiji, terwiji hij zich naar ons toehaastte. ,,Sluit het venster, Ellen'. Catharina, waaroan IHijl zweeg, het verwilde uiterlijk van Catha rina sloeg hem inet: sprafceloosheid1, en hiij konj alileen iar ontstelde verbazing van haar naar mijl zien. ,,*Ze is aan het tobbem geweest," vervolgldte ik, „eni heeit ternauwernood gegeten, en klaagd'e maar niet: ze worn niemand van' ons toelaien voor vanavoind, est daarom konden wiiji u niet inlichiten over haar itoestandi, dgar we er zelf niets van1 afwistenmaar het betee- koit niets." Ik voellde, djat ik onihainld'ige verklaxingeai gzi; de meester fronste het voorihoofd. „h*fet is niets, iniet waar, Ellen Dean?" zei MJ steng!. „Je zuilt mijl duidelijlker rekenschap heb ben te (geven, dat je mij! hiervan onkundig hi eld P iEni hiji nam. zijta vrouw in de artmen en keek vol.angst naar haar. lEerst gaf ze hemi geen hlijk van. herkeni- ning; Mj was voor haar atgetro&ken blik oa- ziclitbaar. Het dbMhmi was echter niet blijvendtoen ze haar oogen van de beschouwing van de duisternis buiten' hadl afgetnokken, vestfgde ze gaandeweg haar aandacht op hern en ont- dekte, wie het was, die haar vastbieldi, „0, ben je gekomeni, Edgar Linton?" zei ze met toormige verbittering. „Je bent een van' die wezens, die aanwezig. zijn als men ze Jt minst noodig heeft, en ais ze noodig zdjln er niet zij'n. Ik denk, diat we nu genoeg geklaag zullen krujgen - ik zie dat diat zal gebeuren maar dat kan miji niet weerhoudeni van mijln nieuiw tehuis daarbuiiiten.: mijn rustplaats waar ik gaan moet voor de lente voorbiji is. iDaiar is het, niet tusschen de Lintons, lot wel, onder het dak van de kapel, maar in de open, lucht met een grafsteen, en, je mag naar ver- kiezing naar hen gaan of bij1 mij komen!" „Catharina, wait heb je geaaan begon de mieester. „iBen) ik niets meer voor je? Voel je liefd'e voor diien, elleudigen Heath. 'Wijl Hederianders, hebben den naam, in het buitenland, zeer gastvrij! en1 iiefdadig tit zijn. Ik denk, dat deze naam niet ten. on- rechte en, onverdiand aan ons geschoaken is. Veei hebben wijl gedaani voor de Belgen, de Duitechers, de Oostenriikers, en wie welke vollkeren ail meer, zoowel tijdens als na den oorlog. iHloevele Belgen hebben hier diet on- derd'ede gevonden,, toeni hun vaderland d'oor de Duitechers bezet was. Em wat is de dank geweest, dien wij van dit volk ontvingen. Ge- echreeuw om Limburg, om Zeeuwsch-Vlaan- deren, om. de Wielingen'. Er werd hier veel gemompeki, diat d e iBelgische chauvinlisten steric gesteund wenden doorr de bewoners van de Champs 'Eilysees te Paaijseene vraag aan den' vertegenwoordiger van Frantorijk over deze kwestie leidde tot een absolunt ;,neen". Ik wil niet zeggan, diat de zaafc teexmede te afgeloopem, want het was te verwachten, dat Rrankrijk elke echuldl aan deze stokerijen ,,Stil f'" riep tuns. Linton. „Stil, oogenbiifc- keLijik. iNloem dien naam en ik maar terstond aan alles een einde door een- sprong uit het venster! Wat jc op het oogeablik aanraaikt, mag je hebben; maar mijn. ziel zal op dien heuveltop zijh voor je weer de hand op mij legt. Ik heb je niet noodiig, Edgar: neen, ik heb je niet noodig Keer tot je boeken terug. Be ben Mij! dat je een troost bezit, want alto wat je in miji bezat te voorbij." „Ze ijit, mijnheer", viel ik in. „Ze heeft den heelen avond wantaal gepraat; maar laat haar rust bouden en haar" behoorlijk verple- gen en ze zal henstellen. Voortaan moeten we voorzichtig zajn era dat we haar niet ikwellen." ,yIk verlang verder geem raad1 van jou," antwoordde inr. Linton. „Je kende den aabd van de meesteres em je hebt amj aangemoedigd om haar- te kWeillen. !E'n mij1 geen enkelen wenk gegeven hoe ze die die dagen geweest is! 'Het was harteloos! Maanden van ziekte konden zuilk een verandering niet teweeg brera ik begon mijzelf te verdedigen', daar ik het te erg vond dat ik nu de schuld kreeg voor de booze eigenzinnigbeid vara een arader. „Bkj wist dat d'e aard van mns. Jiraton kop- pig en heerschzudhtig was," riep ik, ,maar ik wist niet dat u haar wild karafcter wenschte aan te moedigen! Be wist niet dat ik nu om haar toe te geven mr. HeathclifPa gadrag t geene koe boat gemoemd, of er is wel een vlekje aan, en het is wel bewezem, dat de Fransche politick na den ooriog, en wie weet) ook v66r dien tij'd, raiei bang te voor kuiperijen. Zoo is mij ter oore gekomen, dat de Flrenschera eerst vast beslotera waren het S'aargebied voorgoed als Fanscli gebied in te itiiven, niettegenstaande de voliksstemmiing dhiaelijik had uitgewezen, dat de bevolkimg iDuitseh wilde blijven. Maar Frankrij'ks bondgenootera, vooral En;geland en Italic, bevreesd voor een al te groote uithrei- dirag van Frankriiks macht op het Enropeescli continent, hrachten de Fransdhe regeering aam het verstand, diat zij1 met een: dergelijke inlijlving niet acooordi konden gaan. Gevolg was, dat Frankrijk beloofde van inlijving af te zien, maar zich voorbehield de een of ander iDuiteehe iRlijinstad b.v. Mainz als bruggehoofd bezet te houdera, ook na aftoop van de IS jaar, die als bezettingstermijh van het Saarbekxen genoemd zijn, in het Tractaat van Versailles. 'Natuurlijk is het heel moeilijk, zelfs on- miogelijk, te bepalen hoe de wereld er over een jaar of twaalf zail uitziera, era.' dat is ook juist het groote bezwaar, waartegen elke i'e- geerihg in elk land opziet; men kan in geenen d'eele vermoedem, wat de toefkomst brengem zal. Vaag era nevelachtig is zelfs nog de alier- naaste tijd, en de menscheti zijn met recht huiverig om contracten en veppliditingen voor ian|gerera tijd op zich te nemieraj. Het ver- itrouiwen te weg, era zal zich slechts met groote moeite kunnen herstcliera. Met alleen het vertrouwen is zwaar ziek, ook de landen van Euiropa kunrasni maar niet gezond worden. Toch zal er eens een tijd! koipeti dat zij er beier aan toe zullen ziju. Hoe gaat het dan Volgens Eingelsche mcenirag zal eera juiste koloniaie poliiliek de Duitechers er wel van dioen .aifzien te trachten zelf kolonien te ver- werven, terwiji Japan meende, dat de moge- lijkheid van eene Dhitsche expansie noig veel te ver weg lag dan dat het nu reeds feoofd- hreken zou1 moeten kosten. Trouwens japan1 vetkoradigde meer meeaiugen, die mij zon- derling aaradedera. Desgevraagd deelde mijra' Oosteredie zegsman mijl mede, dat Japan er niet aan dach t Indie te vcroverera, noch econo- misch, noch miilitair. Op mijrae tegenwerping, dat de Japansche invloed in de laatste jarcn in onze Oost toch zeer aanzieraliijk toegeno- merai was, meende de gedelegeerde de schuld hiervan te moeten zoeken in het feit, dat door den ooriog iDuitecliland en Engeland hurane waren in veel mind ere mate naar Indie kon- den exportoeren, waardoor ate vanzelf Japan, ate dichtsbiijgelegen producent in de plants der oude leverandera getreden was. Thans echiter was deze invloed weer aan het minde- rcn, en wel, oindat de Japanners zelf erken- neu, dat de Jlapansdie goedereu aanzientijk minder van kwaliteiit waren dan de E,ui'o- peesdie. Onwillekeurig worden onze gtdach- 'ten geldd op Britsch-lndie en ik voerde aan, dat na de opzegging van het Btritech-ja- pansche verdirag, dit machtige rijk, dat een zeer belaragdjk deel uitmaaki van het Britsche werddrijk, weleens de hlandera van John 'Bull zou kunnen verlaten, cm zicii te kossteren in de zachte stralen' vara het Land der Rijzende Zora. Dit werd ten sterkste oratkend. Met 'Nip pon's zonnestralen zoudtra deu Briisch-Ira- diers tera deel vallen, als zij; zich van hum „moederl!and" losscheurdera (of losgesdieurd wcrdlen,) maar zij zondera een ptooi worden van het bolsjewisme, dait naar Japansche meening alieera wortel kara schieten in landien met ongeorderade toesiaraden. llechtzakea. ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK. Zitting van Dinsdag 8 Augustus. RIJWIELDIEFSTAL. De 21-jarige varensgezel Jan Gwonende te Helder, thans gedetineerd, stond terecht ter zake rijwieldiefstaL, gepleegd op 19 Juni te Schagen. Het rijwiel behoorde aan zekeren Hoedtjes. Deze was niet als getuigie aanwezig, waaivan aote werd mrraagd en verl-eend. Beklaagde bekende. Het rijwiel stond onbe- door de viragiers moest zien. Ik heb den plicht van een trouwe ged'ienstige vervuld door u op de hooigte te brengen en ik heb het loon d-aar- voor gekregenWel, het zal mij leeren om voor het vervollg op te passen'. Voor het ver- volg mooigt u zelf op' infonnatie uitgaan!" „;Den eersten keer dat je iraij weer eera ver- haal aarabrengt, zal je mijn dienst verlaten, Elen Dean," "zei hiji „Ik veronderstel d'us1 dat u er lever niets over wil hooren, mr. Linton?" zei ik. „Heath- diff heeft verlof van' u om aan de juffrouw ft hof te mafcen, eni bij' iedere gelegenheid die uw afwezigheid aanbiedt, binraen te vallen met de bedoeling om de meesteres tegen u op te zetten." Zoo verbijsterd ate Catharina was, maakfe ze tech terstond uit ons gesprek haar gevolg- trekkiragen. ^H'aiNfelfly heeft voor verradler gespeeld," riep ziji hartstoditelijk uit. „Nelly te mijn ver- bongen vijandin. Jou. faeks! Jij bent dus die vmiTsteenpijlen zoekt om ons te kwetseuLaat me los, ik zal het je doen berouwenl Ik zal haar eera herroepiing doera huilen Een krankzinnige woede lichtte uit haar elaat; ze worstelde wanhopig om zich1 uit intons armen te bevrijdera. Ik voelde geen om de gebeurtenis af te wachtera en om op mijn eigen verantwoording medische hlulp te halen, verliet ik de kamer. heerd. Hij heeft het rijwiel te koop aangebo- den, doch werd toen door de politic aange- houden. Bekl. zeide dat hij tijdens het plegen van het feit beschonken was. Hij is echter be* reiefs 2 maal ter zake diefstal veroordeeld. De getuige Job. Ger Hoedjes was alsnog ate getuige verschencn en kreeg van' den fung. president, mr. van Beusekom, een bemerking over zijn te late verschijning. De officier toon* de zich bereid de verleende acte in te trekkem. De getuige herkende zijn riiwiel, kenbaar aan een zeer groot zadel, welje rijiwlel in de rechtszaal ate stuk van overtuiging aanwezig was De subst officier mr. Heijmans vestigide de aandacht op de recidive en vorderde 8 maan* den gev. Bekiaagde verzocht een voorwaardelijke straf. De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr. Smai, zeide, dat bekl. nog niet in het bezit van zijn verstandskies was. Pleiter stelde voorts in bet licht, dat aan bekl. niet den pas mag worden afgesneden in zijn voomemen om zijn leven te verbeteren. Alieera als hij die gelegenheid om zich te verbeteren in den wind slaat, dan verdient hij eera gevoeligr straf Bekl. is kostwinnier voor zijn oude moed'er en heeft feans op een' trawler te IJmuiden werk te vinden. PI. drong aan op eer. voorwaardelijke straf. DIEFSTAL VAN EEN PORTEMONNAIE MET GELD, De 26-jarige kermisreiziger A. H. de V., geboren te Beverwij'k en laatst gedomicilieerd te Tiel, thans gedetineerd, heeft zich op 4 Juni schuldig gemaakt aan diefstal van een porte- monnaie iulioudende pl.m. 50 aan zilver- geld, ten nadeele van het echtpaax Vader. Deze kermiszeiziger, bij wiera bekl. in betrek- king was, stond op den lsten Pinlasttudag met de kermiswagen te Wognum. Dien dag sloeg bekl. zijn slag en heeft zich met het gesitolen geld naar zijn woonplaats Tiel begeven. Bekl. te al reeds tot 3 maanden vooiw straf ver oordeeld door de rechtbank te Tiel. De edit- genoote van den kermisreiziger Carolus Fran- ciscus Vader, wonende te Apeldoora, werd ge hoord ate getuige. Bekl. was sinds Pzisciien bij Vader in dienst als knecht in den zweefmo- len. Bij thuiskomst van de vrouw was bekl. verdwenen en ontdekte zij weldra den1 die.fsfal Mr. Kusters, verdediger, vroeg aan getuige of nog meer voorwerpen van waarde in den wagen aanwezig waren. Getuige antwoordde hierop bevestigend. Het O. M. ging niet mee met bet ad vies om bekl. voorwaardelijk te veroordeelen. De offi cier zag in een voorwaardelijke veroordeeling voor bekl. geen bed en vorderde 6 maanden gev. Bekl vroeg hwn nog kans te geven zijn leven te herstellen. Mr. Kusters vond het niet sympathiek om voor iemand te pleitem die kort geleden voor waardelijk veroordeeld is, doch' het onderzodc dat pleiter heeft ingesteld omtrent beklaagde, had een voor hem z<-er gunstig resultaat. Ge- wc7.cn patroons van bekl. lieten zich' niet on- gunstig over hem uit. Belrl. te van huia weg- geioopen omdat hij het met zijn vrouw niet kon vinden era hij durfde niet meer thute te kotnen, Bekl. is met zoo slecht als de officier wil doen voorkomen. Pleiter ziet in' beklaagde geen beroepsmisdadiger. Hij bad veel grooter slag kunnen slaan, doch hij heeft alleen geno- ralen wat hij meende noodig te hebbn om weer naar huis te kunnen komen. Het gezin van be klaagde, waarvan de vrouw ziek is, moet door het Armbestuur worden ondersteund. De offi cer van justitie te Tie) verzocht zelf om het nog eens voorwaardelijk met hem te probee ren. Pleiter sloot zich aan bij dit verzoek en bij dat van de reclasseering te Tiel en condu- doerde tot het toepassen vara een voorwaarde lijke straf. LANDLOOPERIJ. Voor dit feit stond terecht de zwerver Wil- lem Sgeboren te Hoora in 1864. Hiji be- vond zich op 30 Juni te ALkmaar zonder midL delen van bestaan en meldde zich aan het bu reau van politie om nachtverblij' aan. Dit is hem: tweemaal verleend.. Bij fouilleering door Tocra ik, den tuin doorgirag om dera weg te bereikera zag ik op de plaats waar een haaik. in den muur gedreven was, iets wits, dat on- regelm'atig bewoog, Mijikbaar door- een an- dea'e kracht den den wind. iNiettegeostaande mijin baast hield ik still1 om te onderzoeken; om niet voor altijd daarna met het idee rono te d'at ihet eon wezen uit de andere loopen werela was. Mijn verrassing em verbijstering waren groot, toeni ik meer door aararaking dan door ziem Fanny, het hondje van miss Isabella omfaMte, dait aara eera za'kdoek was opgehan- gera, era' op het punt was den adem uit te bla- zen. Ik maakfe bet dier snel los, en lichtte heil in' dea tuim. life had het zijn meesteres naar boven zien volgen toen ze naar bed' ging, en vepbaasde mijl zeer hoe het er uit had! knur nera komera era welk slecht personage het zoo behandeld had. Toen ilk den knoop rondom den haak los maakt scheen' het mij toe dat ik herhaaldelijik dera hoefslag vara paard'em hoorde, die op ee- raigera afstand voortgaloppeerdenmaar er was zooveel dat mijn gedachten bezig hield, dat 'ik nauwelijks aan deze omstandigheden aandacht schornk, hoewel het een vreemdl ge- luid was in die plaats om twee uur in den morgera. (Wcudit varwdgd.) ALKHAAKSCIE C0U1ANT. Hot was alios voorbij nu. De laatste plechtig* heden waren volbraeht en sir Lucion Greville lag by zijn vaderen verzamold in do crypt on. der de kleine kapol in Greville Abbey. Cara, die alleen in da enorme eetzaal zat, at en dronk werktuigelijk. En als ze herinnercnd te* rugikeek, rilda ze. Vijf lango jaren was ze eon deel geweest van zijn verzameling van kunst* voorwerpen, een belangrijk onderdccl van hot mozaiok vain zijn omgeving. Hy bad gewensclit dat ze or in zou passen en dat had ze go* daait. Toen ze een week getrouwd was, merkte ze, dat by baar alleen om haar schoonhcid bad getrouwd, om haar mooie, exotische tint, om haar mooie lijjaen. Zou hoar sch.oonh.eid ver* dwenen zyn, dan zou by haar even gernakkclijk hebben weggeworpen als een gebroken stuk Gbineesch blauw. Een mooi stuk speelgoed was ze voor hem geweest, meer nieL En ze had hem eens tegen een vriend hooren zeggen: „Mijn vrouw is het mooiste stuk uit mijn verzameling". Voor haar ziel had hij nooit iets gevoeld, ze geloofdb zelfs niet, dat hij haar cr* van verdacht er een to hebben. Zij had haar deel in d'en koop volbracht. Een paar maanden v66r zyn plotselingen d!ood, was er een vreese* fijk tijdperk van onzekerheid geweest, waar* door ze bijna was bezweken, Een paard, waar* op ze reed was gestruikeld en op baar gevallen en had haar ruggegraat bezecrd Weken nadat ze eindelijk het bed had mogon verlaten, was ze gedwongen geweest met een stok to wonde* Len en de dokters hadden zelfs gevreesd, dat ze voorgoed krcupel zou zijn. Maar dat ales ging over en alleen een akelige, stekendie pijn in den rug zoo nu en dan bleef over en de mooie, zui* vera lijn van haar lenig licliaam bleef oage* schonden. A1 dien tijd van haar tijdelijkc kreupelhedd had sir Lucian haar niet wilen zien en hoewel zij geen Iiefde voor hem voelde, griefdo dit haar tooh diep. De zelfzucht in deze behande* ling had haar diep in do ziel gekerfcL En na haar genezing was zijn dank ook alleen hierom, dat hy haar niet zou behoeven te zien broken. En nu was dat alios over. Zij was vrij. Sir Lu» cian had haar zijn enorme fortuin nagelaten en al do juwoelen, waarvoor zy eenmaol haar vrij. heid had verkocht alios wat het Ieven het leven waard maaktl Een parodio op het huwo* Lijk leek het hare te zyn geweest. Onwillokeurig glngen haar gedachten terug naar Dick Chester, den man wiens ceriijko liefdb zo weggegooid had om sir Lucian's geld. Hy was niet beroemd igeworden, zoouls zijn talent beloofdo. Gecn groot ,o£ gewcldig schil* dery had zyn pensocl gesehlldord. Enkolo goe* de portretten kendo zo van hem, maar meer ook niet en zo had or dikwijls over gepeinsd wat er wel van Delila zou zijn gowordon. Toe* vaJlig had zo onlangs gehoord, dat hij nooit getrouwd was. Misschien zou hy beroemd zyn geworden, als hy do goedo vrouw had go trouwd, haar, die by hem hoorde. En toen ont» waakte haar gewten en stand tegenover haar als een vorwytende engoL Zij alleen wan het geweest, dio Dick zyn eeTate inispiratie had go* geven en blijkbaar ook zijn laatste. Een over* weldigend verlangen om hem weer to zien, overviel haar, Lang was ze dood geweest in* nerlijk; strak en koud was alles in haar ge* wordleu en nu plotseling die herimjering aan Dick. Also! een ijzeren band, die haar hart om* knelde, gesprongen was, zoo voelde het Een jong meisje met haar mooder ging de deur van het atelier uit. Dick had haar hem niets zeggende sefcaonheid geschilderd. Hij was veranderd. Zijn oogen, die zoo schittereu kon* den van vreugde, waren hard strak gew.or* den en om zijn mond lag een i ittere trek. Het was niet meer het kale, arineiyke atelier van jaren geleden en Dick droeg geen bemod* derde, dOorschijnende glimmonda jasjes meer. Hy dToeg een keurig fluweelen jasje met by* passmde das. ..Duizend gulden", zcJ hij hardop. ,,'t ls niet veel maar't is't geld waard. Het is ten slotte do prijs van de ziel van een mensoh." De deur van't ateEer was zacbtjes openge* gaan. „Diokl" Hij wendde met een rnk zyn hoofd om stel jo voor dat hy zich verbceldde, dat hy hii&r stem hoorde. „Dick, mag ik binnenkomen?" Het was dus werkelijkheid? geen verbeel* ding. Hy wenddo zich om zijn penseelen rolden op dien grond. „Caral" zei hij ibijna fluisrterend. „Cara!" Met do on da gratio liep zo verder do kamer in tot zo vlak v66r hem stond, „Ja Dick, ik ben het", zei ze ©envoudig. „Ben je biy me te zien?" In zyn hart was de tweestriji tusschen de Eefde voor de vrouw, die hij nog altijd Hefhad en haat voor haar, die zijn leven had ontred* derd. Zijn droge hp pen vormden het woord Luci* an?" „Dood". En na een oogeufclik zei ze nog eens: „Gioddank dood!" Zij praatten over de verloopen vijf jarcn. Alleen ah hij over zijn werk sprak, was hij cynisch, en toen ze hem zei, dat ze zooveel van hem verwadht had, nam hij van den muur, waartegen het stond aangeleund, de omgekeer* de schildery mot de schets van Delila: „Daar", zei hjj, „ligt mijn kunct begraven, Toen heb je mo gebroken, Cara, heelcmaol ge* broken". Als een geesd zoo sloegen haar do woorden. Haar hoole verantwoordieUjkheid voor zijn gcluieusdc leven zag zo v66r zich. Zy had de vlam gedoofd, die dn hem bronchia Zo keek land en rustig naar Delila. „Tk ben je wat achuldig, Dick". „Ja, je beat aan mij schuldlg Eefde en succes en een leven, dat te dragon is. Jij hebt nio dot allcs ontaomen," zei by byna wild. Zo raakto met haar vingei hot stoffige dock aan. „Kan ik niet terug betaleu?" „Terug betalcn?" vroeg hij biter. „Als ik nu hier weer voor je poseerde?" Even z\veeg hy. „Jij, jij voor mij zitten?" stameldo hij. „Cara meen je dat? Mijn God, kun je dat mcetaen?" „Natuurlijk, Dick!" „Ja maar ik bedoel die moeilijko en vermoei* enclo houding. Zou jo dat nog kuonbn uitho',^ den?" „Ja, ja", viol zo hem in do rede, „Ik weet't alles nog zoo goed." Zo Eep v s- dc divan, iegdo do kussena daaroj) te»- En toen met de oude, Jnnige beweging, 3 h in dlezelfdt houding, do ver* moeiende, dq mocilijka. „lTaohtig!" riep Dick onthousiasl. „Caro, blijf zoo liggen, dan krljg ik even de shawls". Toen hij weg was om tusschen allerlci rom* mel do klouiigo fihawla te zoeken, richttc ze zich plotseling op. In 'hoar oogen een diepo anigst. Dezo houding deed haar ondragelijk pijn. En ecu ometodiga angst bekwx'p haar. God die pijnllj'ke pick in haar rug zou die haar nu verhinderesi 13ick terug to betalen alles wat ze hem had ontstolen! God kon toch niet zoo wreed zijn I Rustig, terwyi Dick nog aan 't zoeken was, ging ze weer terug in do oude houding. Als eon mes snoed door haar rug do pijn. Toen ze even weer rechtop ging zitten was ze heel bleek en haar adtem fcwam in kleina stooten. „Dick hoeft 't nooit to weten", zes ze half hard op. „Ik kan't wel dra'gen!" En ze hoorde weer die stem van Londen's eerste chirurg, die haar genezen had, en die gezegd had dat ze toch niet kreupel zou wor* den. „Maar u moet wel altijd heel voorzichtig blijven. Lady Greville geen kr.xhttoeren probeeren met dien rug van u. Iedere oefening, iedere houding die pijn veroorzaakt, moet wordein vermed'en, tenzij u verkiest kreupel te worden voor uw heelo verdere leven". Cara's himdeii aloten zich krampachtig. „Het doet er niet toe", fiud'sterdo ze. „Het is de rckcning. Het is mijn gedeelte van de sohuld, myn schuld aan Dick. En ik zal die be* talenl" En Dick was aldoor bezig aan zijn meester* stuk. Urea aancsen had Cara voor hem gepo* seerd, tot ze er smaUetjes en witjes van uit* zag. En als hy haar waarsohuwde, zei zo la* chend, dat ze ook niet meer zoo jong was als vyf jarcn geleden. Eens op een dag toen ze kwam, zag hy haar hinken, maar zy stelde hem gerust, dat ze even had misgestapt bij 't uitstappen van de auto. En ze had er verder ook zoo goed uitge* zien, dat hy zicE ook niet meer ongerust Toen Dick op een morgan een paar dagen la* ter zat te werken cn Cara weer voor hem po» seerde, kwam een vriend van hem, die nu een bekend dokter was, dr. Haviiand, oploopen, juist toen Cara bewusteloos van haar divan was gegleden. Dr. Haviiand sprong op en log* de haar neer. ,,Mijn God, 't is lady Greville!" zei hy ver* baasd en verontrust. „Ja", antwoordde Dick, „zo poseert voor me. Ik dank dat ik haar vanmorgen te lang heb la* ten zitten; ik, was er zoo in verdiept!" „Voor jou poseerenl Maar kerel je lykt wel gek en dat met haar pijnlykcn rag!" Toen Cara haar oogen opende, zag ze Dick en den dokter over zich heengobogen. „U hier, dr. Haviiand?" zei ze zwakjes. Don* kero schaduwen waren onder haar oogen, spierwit was haat geziqht. „Wat beteekent dit, lady Greville", vroeg dr. Haviiand streng. Hij had haar behandeld na het ongeluk. Ze richtte zich half op en keek met haar goudbruine oogen naar do twee rnannen v66r haar. „Ifc had een schuld to betalen, dokter". En Diok's hand grijpend: „En die heb ik nu be* taald, is't niet, Dick? Zeg hot dan Dick, dat ik die betaaid heb!" „Haar schuld betaaid", mopperde Haviiand, „Zeker met haar leven. Maar kerel, snap je dan niet hoe pynlijfc die houding voor haar moest zijn?" „Ik wist van niets," antwoordde Diok hoersch. „Niefc5 o mijn God, Cara!" Maar da bewustaloosheid was al weer over haar gekomen, Maanden lang lag ze zwaar ziek. Maar de beterschap kwam eindelijk; zo ge* nas, maar haar loopen was een kreupel hinken met behulp van een stok. Toen Dick haar zoo zag voor 't ccrst, zag hy niets traders dan haar goud*bruino oogen, die straalden toen zo ibevend op hem toe* kwam. „Dick". Hij nam haar in zfh a men. „Cara, kun je ooit. vergeven?" Glimlaehend hem aardend, antwoordde zo. ,,Hot was het we! waard, Dick „DeliIa" je r.v.w-.terrtuk zal leven". Jin Diok, een kveupcle vrouw, zul jo dat kunnen dragen? Ik zal wel altijd een stok noo* dig hebben, net als een oucCo vrouw. Haar oogen glansden vol vreugde. PlotseEng gEm'achtci hij hot antwoord: „Dat zul je niet", zei hij rustig, „jc zult mUn arm hebben om op to steunm."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5