DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
De betaalde schuld.
Persgesprekhen met
bcitenlanilers.
187.
Honderd Tier ©h twintigst© Jaargang
1922.
F e n i 11 e t o n.
Stormachtige hoogten.
ibomiementsprijs blj voornltbe tallng per 3 maanden f 2.— fr. per post f 2.50. Bewijsn. 6 et. Advertentiepr. 25 et. p. regei, grootere letters naar piaatsrolnite
Brieven franco N.V. Boek- en Handelsdr. v.h. Henna. Coster Zoon, Voordam C9, Tel. Admlnistr. No. 3. Redactle No. 33.
DONDERDAG Dtrectenr6. H. KRAR HoofdrfidaetoorTJ. N. ADEMA. AUGUSTUS
Door Margaret Podler.
(N&drufe vcrbodon).
(Vervolg.)
Naar fajol E
doc®
wan Emily Bronte.
A. C van gfc&an.
87)
„0, mijnheerriep ik uit, en' weerhield zoo
- den uiitnoep die naar zijn lippen rees hij het
tooneel1, dat hiijl dlaar zaig in dejdlle atmosfeer
van de Ikamer. Mijn anne ifieesteres is ziek
en.' ziji is mij| geheel die baasik tkan niets inet
har beginnen, komt als u bliett en haail
haar over oini naar bed te gaan. Vergeet uw
toorn, want het is moeilijfe haar een anderen
weg te doen gaan dan haar eigen."
..Catdiarina zielc?" vroeg hiji, terwiji hij zich
naar ons toehaastte. ,,Sluit het venster, Ellen'.
Catharina, waaroan
IHijl zweeg, het verwilde uiterlijk van Catha
rina sloeg hem inet: sprafceloosheid1, en hiij
konj alileen iar ontstelde verbazing van haar
naar mijl zien.
,,*Ze is aan het tobbem geweest," vervolgldte
ik, „eni heeit ternauwernood gegeten, en
klaagd'e maar niet: ze worn niemand van' ons
toelaien voor vanavoind, est daarom konden
wiiji u niet inlichiten over haar itoestandi, dgar
we er zelf niets van1 afwistenmaar het betee-
koit niets."
Ik voellde, djat ik onihainld'ige verklaxingeai
gzi; de meester fronste het voorihoofd. „h*fet
is niets, iniet waar, Ellen Dean?" zei MJ
steng!. „Je zuilt mijl duidelijlker rekenschap heb
ben te (geven, dat je mij! hiervan onkundig
hi eld P iEni hiji nam. zijta vrouw in de artmen
en keek vol.angst naar haar.
lEerst gaf ze hemi geen hlijk van. herkeni-
ning; Mj was voor haar atgetro&ken blik oa-
ziclitbaar.
Het dbMhmi was echter niet blijvendtoen
ze haar oogen van de beschouwing van de
duisternis buiten' hadl afgetnokken, vestfgde
ze gaandeweg haar aandacht op hern en ont-
dekte, wie het was, die haar vastbieldi,
„0, ben je gekomeni, Edgar Linton?" zei
ze met toormige verbittering. „Je bent een van'
die wezens, die aanwezig. zijn als men ze Jt
minst noodig heeft, en ais ze noodig zdjln er
niet zij'n. Ik denk, diat we nu genoeg geklaag
zullen krujgen - ik zie dat diat zal gebeuren
maar dat kan miji niet weerhoudeni van
mijln nieuiw tehuis daarbuiiiten.: mijn rustplaats
waar ik gaan moet voor de lente voorbiji is.
iDaiar is het, niet tusschen de Lintons, lot wel,
onder het dak van de kapel, maar in de open,
lucht met een grafsteen, en, je mag naar ver-
kiezing naar hen gaan of bij1 mij komen!"
„Catharina, wait heb je geaaan begon de
mieester. „iBen) ik niets meer voor je? Voel je
liefd'e voor diien, elleudigen Heath.
'Wijl Hederianders, hebben den naam, in
het buitenland, zeer gastvrij! en1 iiefdadig tit
zijn. Ik denk, dat deze naam niet ten. on-
rechte en, onverdiand aan ons geschoaken is.
Veei hebben wijl gedaani voor de Belgen, de
Duitechers, de Oostenriikers, en wie welke
vollkeren ail meer, zoowel tijdens als na den
oorlog. iHloevele Belgen hebben hier diet on-
derd'ede gevonden,, toeni hun vaderland d'oor
de Duitechers bezet was. Em wat is de dank
geweest, dien wij van dit volk ontvingen. Ge-
echreeuw om Limburg, om Zeeuwsch-Vlaan-
deren, om. de Wielingen'. Er werd hier veel
gemompeki, diat d e iBelgische chauvinlisten
steric gesteund wenden doorr de bewoners van
de Champs 'Eilysees te Paaijseene vraag aan
den' vertegenwoordiger van Frantorijk over
deze kwestie leidde tot een absolunt ;,neen".
Ik wil niet zeggan, diat de zaafc teexmede
te afgeloopem, want het was te verwachten,
dat Rrankrijk elke echuldl aan deze stokerijen
,,Stil f'" riep tuns. Linton. „Stil, oogenbiifc-
keLijik. iNloem dien naam en ik maar terstond
aan alles een einde door een- sprong uit het
venster! Wat jc op het oogeablik aanraaikt,
mag je hebben; maar mijn. ziel zal op dien
heuveltop zijh voor je weer de hand op mij
legt. Ik heb je niet noodiig, Edgar: neen, ik
heb je niet noodig Keer tot je boeken terug.
Be ben Mij! dat je een troost bezit, want alto
wat je in miji bezat te voorbij."
„Ze ijit, mijnheer", viel ik in. „Ze heeft
den heelen avond wantaal gepraat; maar laat
haar rust bouden en haar" behoorlijk verple-
gen en ze zal henstellen. Voortaan moeten we
voorzichtig zajn era dat we haar niet ikwellen."
,yIk verlang verder geem raad1 van jou,"
antwoordde inr. Linton. „Je kende den aabd
van de meesteres em je hebt amj aangemoedigd
om haar- te kWeillen. !E'n mij1 geen enkelen
wenk gegeven hoe ze die die dagen geweest
is! 'Het was harteloos! Maanden van ziekte
konden zuilk een verandering niet teweeg brera
ik begon mijzelf te verdedigen', daar ik het
te erg vond dat ik nu de schuld kreeg voor
de booze eigenzinnigbeid vara een arader.
„Bkj wist dat d'e aard van mns. Jiraton kop-
pig en heerschzudhtig was," riep ik, ,maar ik
wist niet dat u haar wild karafcter wenschte
aan te moedigen! Be wist niet dat ik nu om
haar toe te geven mr. HeathclifPa gadrag
t geene koe
boat gemoemd, of er is wel een vlekje aan, en
het is wel bewezem, dat de Fransche politick
na den ooriog, en wie weet) ook v66r dien tij'd,
raiei bang te voor kuiperijen. Zoo is mij ter
oore gekomen, dat de Flrenschera eerst vast
beslotera waren het S'aargebied voorgoed als
Fanscli gebied in te itiiven, niettegenstaande
de voliksstemmiing dhiaelijik had uitgewezen,
dat de bevolkimg iDuitseh wilde blijven. Maar
Frankrij'ks bondgenootera, vooral En;geland en
Italic, bevreesd voor een al te groote uithrei-
dirag van Frankriiks macht op het Enropeescli
continent, hrachten de Fransdhe regeering
aam het verstand, diat zij1 met een: dergelijke
inlijlving niet acooordi konden gaan. Gevolg
was, dat Frankrijk beloofde van inlijving af
te zien, maar zich voorbehield de een of
ander iDuiteehe iRlijinstad b.v. Mainz als
bruggehoofd bezet te houdera, ook na aftoop
van de IS jaar, die als bezettingstermijh van
het Saarbekxen genoemd zijn, in het Tractaat
van Versailles.
'Natuurlijk is het heel moeilijk, zelfs on-
miogelijk, te bepalen hoe de wereld er over
een jaar of twaalf zail uitziera, era.' dat is ook
juist het groote bezwaar, waartegen elke i'e-
geerihg in elk land opziet; men kan in geenen
d'eele vermoedem, wat de toefkomst brengem
zal. Vaag era nevelachtig is zelfs nog de alier-
naaste tijd, en de menscheti zijn met recht
huiverig om contracten en veppliditingen
voor ian|gerera tijd op zich te nemieraj. Het ver-
itrouiwen te weg, era zal zich slechts met groote
moeite kunnen herstcliera. Met alleen het
vertrouwen is zwaar ziek, ook de landen van
Euiropa kunrasni maar niet gezond worden.
Toch zal er eens een tijd! koipeti dat zij er
beier aan toe zullen ziju. Hoe gaat het dan
Volgens Eingelsche mcenirag zal eera juiste
koloniaie poliiliek de Duitechers er wel van
dioen .aifzien te trachten zelf kolonien te ver-
werven, terwiji Japan meende, dat de moge-
lijkheid van eene Dhitsche expansie noig veel
te ver weg lag dan dat het nu reeds feoofd-
hreken zou1 moeten kosten. Trouwens japan1
vetkoradigde meer meeaiugen, die mij zon-
derling aaradedera. Desgevraagd deelde mijra'
Oosteredie zegsman mijl mede, dat Japan er
niet aan dach t Indie te vcroverera, noch econo-
misch, noch miilitair. Op mijrae tegenwerping,
dat de Japansche invloed in de laatste jarcn
in onze Oost toch zeer aanzieraliijk toegeno-
merai was, meende de gedelegeerde de schuld
hiervan te moeten zoeken in het feit, dat door
den ooriog iDuitecliland en Engeland hurane
waren in veel mind ere mate naar Indie kon-
den exportoeren, waardoor ate vanzelf Japan,
ate dichtsbiijgelegen producent in de plants
der oude leverandera getreden was. Thans
echiter was deze invloed weer aan het minde-
rcn, en wel, oindat de Japanners zelf erken-
neu, dat de Jlapansdie goedereu aanzientijk
minder van kwaliteiit waren dan de E,ui'o-
peesdie. Onwillekeurig worden onze gtdach-
'ten geldd op Britsch-lndie en ik voerde aan,
dat na de opzegging van het Btritech-ja-
pansche verdirag, dit machtige rijk, dat een
zeer belaragdjk deel uitmaaki van het Britsche
werddrijk, weleens de hlandera van John 'Bull
zou kunnen verlaten, cm zicii te kossteren in
de zachte stralen' vara het Land der Rijzende
Zora. Dit werd ten sterkste oratkend. Met 'Nip
pon's zonnestralen zoudtra deu Briisch-Ira-
diers tera deel vallen, als zij; zich van hum
„moederl!and" losscheurdera (of losgesdieurd
wcrdlen,) maar zij zondera een ptooi worden
van het bolsjewisme, dait naar Japansche
meening alieera wortel kara schieten in landien
met ongeorderade toesiaraden.
llechtzakea.
ARRONDISSEMENTS-RECHTBANK.
Zitting van Dinsdag 8 Augustus.
RIJWIELDIEFSTAL.
De 21-jarige varensgezel Jan Gwonende
te Helder, thans gedetineerd, stond terecht
ter zake rijwieldiefstaL, gepleegd op 19 Juni
te Schagen.
Het rijwiel behoorde aan zekeren Hoedtjes.
Deze was niet als getuigie aanwezig, waaivan
aote werd mrraagd en verl-eend.
Beklaagde bekende. Het rijwiel stond onbe-
door de viragiers moest zien. Ik heb den plicht
van een trouwe ged'ienstige vervuld door u op
de hooigte te brengen en ik heb het loon d-aar-
voor gekregenWel, het zal mij leeren om
voor het vervollg op te passen'. Voor het ver-
volg mooigt u zelf op' infonnatie uitgaan!"
„;Den eersten keer dat je iraij weer eera ver-
haal aarabrengt, zal je mijn dienst verlaten,
Elen Dean," "zei hiji
„Ik veronderstel d'us1 dat u er lever niets
over wil hooren, mr. Linton?" zei ik. „Heath-
diff heeft verlof van' u om aan de juffrouw ft
hof te mafcen, eni bij' iedere gelegenheid die
uw afwezigheid aanbiedt, binraen te vallen
met de bedoeling om de meesteres tegen u op
te zetten."
Zoo verbijsterd ate Catharina was, maakfe
ze tech terstond uit ons gesprek haar gevolg-
trekkiragen.
^H'aiNfelfly heeft voor verradler gespeeld,"
riep ziji hartstoditelijk uit. „Nelly te mijn ver-
bongen vijandin. Jou. faeks! Jij bent dus die
vmiTsteenpijlen zoekt om ons te kwetseuLaat
me los, ik zal het je doen berouwenl Ik zal
haar eera herroepiing doera huilen
Een krankzinnige woede lichtte uit haar
elaat; ze worstelde wanhopig om zich1 uit
intons armen te bevrijdera. Ik voelde geen
om de gebeurtenis af te wachtera en
om op mijn eigen verantwoording
medische hlulp te halen, verliet ik de kamer.
heerd. Hij heeft het rijwiel te koop aangebo-
den, doch werd toen door de politic aange-
houden. Bekl. zeide dat hij tijdens het plegen
van het feit beschonken was. Hij is echter be*
reiefs 2 maal ter zake diefstal veroordeeld.
De getuige Job. Ger Hoedjes was alsnog
ate getuige verschencn en kreeg van' den fung.
president, mr. van Beusekom, een bemerking
over zijn te late verschijning. De officier toon*
de zich bereid de verleende acte in te trekkem.
De getuige herkende zijn riiwiel, kenbaar
aan een zeer groot zadel, welje rijiwlel in de
rechtszaal ate stuk van overtuiging aanwezig
was
De subst officier mr. Heijmans vestigide de
aandacht op de recidive en vorderde 8 maan*
den gev.
Bekiaagde verzocht een voorwaardelijke
straf.
De ambtshalve toegevoegde verdediger, mr.
Smai, zeide, dat bekl. nog niet in het bezit
van zijn verstandskies was. Pleiter stelde
voorts in bet licht, dat aan bekl. niet den pas
mag worden afgesneden in zijn voomemen
om zijn leven te verbeteren. Alieera als hij die
gelegenheid om zich te verbeteren in den
wind slaat, dan verdient hij eera gevoeligr
straf Bekl. is kostwinnier voor zijn oude
moed'er en heeft feans op een' trawler te
IJmuiden werk te vinden. PI. drong aan op
eer. voorwaardelijke straf.
DIEFSTAL VAN EEN PORTEMONNAIE
MET GELD,
De 26-jarige kermisreiziger A. H. de V.,
geboren te Beverwij'k en laatst gedomicilieerd
te Tiel, thans gedetineerd, heeft zich op 4 Juni
schuldig gemaakt aan diefstal van een porte-
monnaie iulioudende pl.m. 50 aan zilver-
geld, ten nadeele van het echtpaax Vader.
Deze kermiszeiziger, bij wiera bekl. in betrek-
king was, stond op den lsten Pinlasttudag met
de kermiswagen te Wognum. Dien dag sloeg
bekl. zijn slag en heeft zich met het gesitolen
geld naar zijn woonplaats Tiel begeven. Bekl.
te al reeds tot 3 maanden vooiw straf ver
oordeeld door de rechtbank te Tiel. De edit-
genoote van den kermisreiziger Carolus Fran-
ciscus Vader, wonende te Apeldoora, werd ge
hoord ate getuige. Bekl. was sinds Pzisciien
bij Vader in dienst als knecht in den zweefmo-
len. Bij thuiskomst van de vrouw was bekl.
verdwenen en ontdekte zij weldra den1 die.fsfal
Mr. Kusters, verdediger, vroeg aan getuige
of nog meer voorwerpen van waarde in den
wagen aanwezig waren. Getuige antwoordde
hierop bevestigend.
Het O. M. ging niet mee met bet ad vies om
bekl. voorwaardelijk te veroordeelen. De offi
cier zag in een voorwaardelijke veroordeeling
voor bekl. geen bed en vorderde 6 maanden
gev.
Bekl vroeg hwn nog kans te geven zijn
leven te herstellen.
Mr. Kusters vond het niet sympathiek om
voor iemand te pleitem die kort geleden voor
waardelijk veroordeeld is, doch' het onderzodc
dat pleiter heeft ingesteld omtrent beklaagde,
had een voor hem z<-er gunstig resultaat. Ge-
wc7.cn patroons van bekl. lieten zich' niet on-
gunstig over hem uit. Belrl. te van huia weg-
geioopen omdat hij het met zijn vrouw niet
kon vinden era hij durfde niet meer thute te
kotnen, Bekl. is met zoo slecht als de officier
wil doen voorkomen. Pleiter ziet in' beklaagde
geen beroepsmisdadiger. Hij bad veel grooter
slag kunnen slaan, doch hij heeft alleen geno-
ralen wat hij meende noodig te hebbn om weer
naar huis te kunnen komen. Het gezin van be
klaagde, waarvan de vrouw ziek is, moet door
het Armbestuur worden ondersteund. De offi
cer van justitie te Tie) verzocht zelf om het
nog eens voorwaardelijk met hem te probee
ren. Pleiter sloot zich aan bij dit verzoek en
bij dat van de reclasseering te Tiel en condu-
doerde tot het toepassen vara een voorwaarde
lijke straf.
LANDLOOPERIJ.
Voor dit feit stond terecht de zwerver Wil-
lem Sgeboren te Hoora in 1864. Hiji be-
vond zich op 30 Juni te ALkmaar zonder midL
delen van bestaan en meldde zich aan het bu
reau van politie om nachtverblij' aan. Dit is
hem: tweemaal verleend.. Bij fouilleering door
Tocra ik, den tuin doorgirag om dera weg te
bereikera zag ik op de plaats waar een haaik.
in den muur gedreven was, iets wits, dat on-
regelm'atig bewoog, Mijikbaar door- een an-
dea'e kracht den den wind. iNiettegeostaande
mijin baast hield ik still1 om te onderzoeken;
om niet voor altijd daarna met het idee rono
te
d'at ihet eon wezen uit de andere
loopen
werela was.
Mijn verrassing em verbijstering waren
groot, toeni ik meer door aararaking dan door
ziem Fanny, het hondje van miss Isabella
omfaMte, dait aara eera za'kdoek was opgehan-
gera, era' op het punt was den adem uit te bla-
zen.
Ik maakfe bet dier snel los, en lichtte heil
in' dea tuim. life had het zijn meesteres naar
boven zien volgen toen ze naar bed' ging, en
vepbaasde mijl zeer hoe het er uit had! knur
nera komera era welk slecht personage het zoo
behandeld had.
Toen ilk den knoop rondom den haak los
maakt scheen' het mij toe dat ik herhaaldelijik
dera hoefslag vara paard'em hoorde, die op ee-
raigera afstand voortgaloppeerdenmaar er
was zooveel dat mijn gedachten bezig hield,
dat 'ik nauwelijks aan deze omstandigheden
aandacht schornk, hoewel het een vreemdl ge-
luid was in die plaats om twee uur in den
morgera.
(Wcudit varwdgd.)
ALKHAAKSCIE C0U1ANT.
Hot was alios voorbij nu. De laatste plechtig*
heden waren volbraeht en sir Lucion Greville
lag by zijn vaderen verzamold in do crypt on.
der de kleine kapol in Greville Abbey. Cara,
die alleen in da enorme eetzaal zat, at en
dronk werktuigelijk. En als ze herinnercnd te*
rugikeek, rilda ze. Vijf lango jaren was ze eon
deel geweest van zijn verzameling van kunst*
voorwerpen, een belangrijk onderdccl van hot
mozaiok vain zijn omgeving. Hy bad gewensclit
dat ze or in zou passen en dat had ze go*
daait. Toen ze een week getrouwd was, merkte
ze, dat by baar alleen om haar schoonhcid bad
getrouwd, om haar mooie, exotische tint, om
haar mooie lijjaen. Zou hoar sch.oonh.eid ver*
dwenen zyn, dan zou by haar even gernakkclijk
hebben weggeworpen als een gebroken stuk
Gbineesch blauw. Een mooi stuk speelgoed was
ze voor hem geweest, meer nieL En ze had
hem eens tegen een vriend hooren zeggen:
„Mijn vrouw is het mooiste stuk uit mijn
verzameling". Voor haar ziel had hij nooit iets
gevoeld, ze geloofdb zelfs niet, dat hij haar cr*
van verdacht er een to hebben. Zij had haar
deel in d'en koop volbracht. Een paar maanden
v66r zyn plotselingen d!ood, was er een vreese*
fijk tijdperk van onzekerheid geweest, waar*
door ze bijna was bezweken, Een paard, waar*
op ze reed was gestruikeld en op baar gevallen
en had haar ruggegraat bezecrd Weken nadat
ze eindelijk het bed had mogon verlaten, was
ze gedwongen geweest met een stok to wonde*
Len en de dokters hadden zelfs gevreesd, dat ze
voorgoed krcupel zou zijn. Maar dat ales ging
over en alleen een akelige, stekendie pijn in den
rug zoo nu en dan bleef over en de mooie, zui*
vera lijn van haar lenig licliaam bleef oage*
schonden.
A1 dien tijd van haar tijdelijkc kreupelhedd
had sir Lucian haar niet wilen zien en hoewel
zij geen Iiefde voor hem voelde, griefdo dit
haar tooh diep. De zelfzucht in deze behande*
ling had haar diep in do ziel gekerfcL En na
haar genezing was zijn dank ook alleen hierom,
dat hy haar niet zou behoeven te zien broken.
En nu was dat alios over. Zij was vrij. Sir Lu»
cian had haar zijn enorme fortuin nagelaten en
al do juwoelen, waarvoor zy eenmaol haar vrij.
heid had verkocht alios wat het Ieven het
leven waard maaktl Een parodio op het huwo*
Lijk leek het hare te zyn geweest.
Onwillokeurig glngen haar gedachten terug
naar Dick Chester, den man wiens ceriijko
liefdb zo weggegooid had om sir Lucian's geld.
Hy was niet beroemd igeworden, zoouls zijn
talent beloofdo. Gecn groot ,o£ gewcldig schil*
dery had zyn pensocl gesehlldord. Enkolo goe*
de portretten kendo zo van hem, maar meer
ook niet en zo had or dikwijls over gepeinsd
wat er wel van Delila zou zijn gowordon. Toe*
vaJlig had zo onlangs gehoord, dat hij nooit
getrouwd was. Misschien zou hy beroemd zyn
geworden, als hy do goedo vrouw had go
trouwd, haar, die by hem hoorde. En toen ont»
waakte haar gewten en stand tegenover haar
als een vorwytende engoL Zij alleen wan het
geweest, dio Dick zyn eeTate inispiratie had go*
geven en blijkbaar ook zijn laatste. Een over*
weldigend verlangen om hem weer to zien,
overviel haar, Lang was ze dood geweest in*
nerlijk; strak en koud was alles in haar ge*
wordleu en nu plotseling die herimjering aan
Dick. Also! een ijzeren band, die haar hart om*
knelde, gesprongen was, zoo voelde het
Een jong meisje met haar mooder ging de
deur van het atelier uit. Dick had haar hem
niets zeggende sefcaonheid geschilderd. Hij was
veranderd. Zijn oogen, die zoo schittereu kon*
den van vreugde, waren hard strak gew.or*
den en om zijn mond lag een i ittere trek.
Het was niet meer het kale, arineiyke atelier
van jaren geleden en Dick droeg geen bemod*
derde, dOorschijnende glimmonda jasjes meer.
Hy dToeg een keurig fluweelen jasje met by*
passmde das.
..Duizend gulden", zcJ hij hardop. ,,'t ls niet
veel maar't is't geld waard. Het is ten slotte
do prijs van de ziel van een mensoh."
De deur van't ateEer was zacbtjes openge*
gaan.
„Diokl"
Hij wendde met een rnk zyn hoofd om
stel jo voor dat hy zich verbceldde, dat hy
hii&r stem hoorde.
„Dick, mag ik binnenkomen?"
Het was dus werkelijkheid? geen verbeel*
ding. Hy wenddo zich om zijn penseelen
rolden op dien grond.
„Caral" zei hij ibijna fluisrterend. „Cara!"
Met do on da gratio liep zo verder do kamer
in tot zo vlak v66r hem stond,
„Ja Dick, ik ben het", zei ze ©envoudig. „Ben
je biy me te zien?"
In zyn hart was de tweestriji tusschen de
Eefde voor de vrouw, die hij nog altijd Hefhad
en haat voor haar, die zijn leven had ontred*
derd.
Zijn droge hp pen vormden het woord Luci*
an?"
„Dood". En na een oogeufclik zei ze nog
eens:
„Gioddank dood!"
Zij praatten over de verloopen vijf jarcn.
Alleen ah hij over zijn werk sprak, was hij
cynisch, en toen ze hem zei, dat ze zooveel
van hem verwadht had, nam hij van den muur,
waartegen het stond aangeleund, de omgekeer*
de schildery mot de schets van Delila:
„Daar", zei hjj, „ligt mijn kunct begraven,
Toen heb je mo gebroken, Cara, heelcmaol ge*
broken".
Als een geesd zoo sloegen haar do woorden.
Haar hoole verantwoordieUjkheid voor zijn
gcluieusdc leven zag zo v66r zich. Zy had de
vlam gedoofd, die dn hem bronchia Zo keek
land en rustig naar Delila.
„Tk ben je wat achuldig, Dick".
„Ja, je beat aan mij schuldlg Eefde en succes
en een leven, dat te dragon is. Jij hebt nio dot
allcs ontaomen," zei by byna wild.
Zo raakto met haar vingei hot stoffige dock
aan.
„Kan ik niet terug betaleu?"
„Terug betalcn?" vroeg hij biter.
„Als ik nu hier weer voor je poseerde?"
Even z\veeg hy. „Jij, jij voor mij zitten?"
stameldo hij. „Cara meen je dat? Mijn God,
kun je dat mcetaen?"
„Natuurlijk, Dick!"
„Ja maar ik bedoel die moeilijko en vermoei*
enclo houding. Zou jo dat nog kuonbn uitho',^
den?"
„Ja, ja", viol zo hem in do rede, „Ik weet't
alles nog zoo goed."
Zo Eep v s- dc divan, iegdo do kussena
daaroj) te»- En toen met de oude, Jnnige
beweging, 3 h in dlezelfdt houding, do ver*
moeiende, dq mocilijka.
„lTaohtig!" riep Dick onthousiasl. „Caro,
blijf zoo liggen, dan krljg ik even de shawls".
Toen hij weg was om tusschen allerlci rom*
mel do klouiigo fihawla te zoeken, richttc ze
zich plotseling op. In 'hoar oogen een diepo
anigst. Dezo houding deed haar ondragelijk pijn.
En ecu ometodiga angst bekwx'p haar. God
die pijnllj'ke pick in haar rug zou die haar nu
verhinderesi 13ick terug to betalen alles wat ze
hem had ontstolen! God kon toch niet zoo
wreed zijn I
Rustig, terwyi Dick nog aan 't zoeken was,
ging ze weer terug in do oude houding. Als
eon mes snoed door haar rug do pijn. Toen ze
even weer rechtop ging zitten was ze heel
bleek en haar adtem fcwam in kleina stooten.
„Dick hoeft 't nooit to weten", zes ze half
hard op. „Ik kan't wel dra'gen!"
En ze hoorde weer die stem van Londen's
eerste chirurg, die haar genezen had, en die
gezegd had dat ze toch niet kreupel zou wor*
den. „Maar u moet wel altijd heel voorzichtig
blijven. Lady Greville geen kr.xhttoeren
probeeren met dien rug van u. Iedere oefening,
iedere houding die pijn veroorzaakt, moet
wordein vermed'en, tenzij u verkiest kreupel te
worden voor uw heelo verdere leven".
Cara's himdeii aloten zich krampachtig.
„Het doet er niet toe", fiud'sterdo ze. „Het is
de rckcning. Het is mijn gedeelte van de
sohuld, myn schuld aan Dick. En ik zal die be*
talenl"
En Dick was aldoor bezig aan zijn meester*
stuk. Urea aancsen had Cara voor hem gepo*
seerd, tot ze er smaUetjes en witjes van uit*
zag. En als hy haar waarsohuwde, zei zo la*
chend, dat ze ook niet meer zoo jong was als
vyf jarcn geleden.
Eens op een dag toen ze kwam, zag hy haar
hinken, maar zy stelde hem gerust, dat ze
even had misgestapt bij 't uitstappen van de
auto. En ze had er verder ook zoo goed uitge*
zien, dat hy zicE ook niet meer ongerust
Toen Dick op een morgan een paar dagen la*
ter zat te werken cn Cara weer voor hem po»
seerde, kwam een vriend van hem, die nu een
bekend dokter was, dr. Haviiand, oploopen,
juist toen Cara bewusteloos van haar divan
was gegleden. Dr. Haviiand sprong op en log*
de haar neer.
,,Mijn God, 't is lady Greville!" zei hy ver*
baasd en verontrust.
„Ja", antwoordde Dick, „zo poseert voor me.
Ik dank dat ik haar vanmorgen te lang heb la*
ten zitten; ik, was er zoo in verdiept!"
„Voor jou poseerenl Maar kerel je lykt
wel gek en dat met haar pijnlykcn rag!"
Toen Cara haar oogen opende, zag ze Dick
en den dokter over zich heengobogen.
„U hier, dr. Haviiand?" zei ze zwakjes. Don*
kero schaduwen waren onder haar oogen,
spierwit was haat geziqht.
„Wat beteekent dit, lady Greville", vroeg dr.
Haviiand streng. Hij had haar behandeld na
het ongeluk.
Ze richtte zich half op en keek met haar
goudbruine oogen naar do twee rnannen v66r
haar.
„Ifc had een schuld to betalen, dokter". En
Diok's hand grijpend: „En die heb ik nu be*
taald, is't niet, Dick? Zeg hot dan Dick, dat ik
die betaaid heb!"
„Haar schuld betaaid", mopperde Haviiand,
„Zeker met haar leven. Maar kerel, snap je dan
niet hoe pynlijfc die houding voor haar moest
zijn?"
„Ik wist van niets," antwoordde Diok hoersch.
„Niefc5 o mijn God, Cara!"
Maar da bewustaloosheid was al weer over
haar gekomen,
Maanden lang lag ze zwaar ziek.
Maar de beterschap kwam eindelijk; zo ge*
nas, maar haar loopen was een kreupel hinken
met behulp van een stok.
Toen Dick haar zoo zag voor 't ccrst, zag
hy niets traders dan haar goud*bruino oogen,
die straalden toen zo ibevend op hem toe*
kwam.
„Dick".
Hij nam haar in zfh a men. „Cara, kun je
ooit. vergeven?"
Glimlaehend hem aardend, antwoordde zo.
,,Hot was het we! waard, Dick „DeliIa" je
r.v.w-.terrtuk zal leven".
Jin Diok, een kveupcle vrouw, zul jo dat
kunnen dragen? Ik zal wel altijd een stok noo*
dig hebben, net als een oucCo vrouw.
Haar oogen glansden vol vreugde. PlotseEng
gEm'achtci hij hot antwoord:
„Dat zul je niet", zei hij rustig, „jc zult mUn
arm hebben om op to steunm."