Alkmaarsche Gourant
Honderd Vier en Twintlgste Jaargang,
Vrjjdag 8 September.
Gemeenteraad.
So. 213.
1928.
R1QLEIERTNG BAANS'INGE'L
iVervolg.
[Reeds in een gedcelte in omze vorige op-
la ge verrndd.
Do beer Ringers oordieelde dait deze
zaak iliustreerde da wenischelijkiieid onx de
bepalingem van de arbitragecommissie in de
bestekkeni op te nemen. Hij boopte dat bet
speed ig hiertoe zou komem.
Mr. L e e s (b e r g vond dat de conclusie
van den bear Ringer® ndet juist is. Ook dan
kan men niemand beletten zioli tot den raad
te wenden.
iledere fractie heefit eeni lid in de commis-
sie van publieke werken. De beer -Westerhof
bad mat zijn lid overlieg moeten plegen. Hij
sprak er zelfs niet over met den directeuir van
publiekie "warkem.
De beer Wester bo f was overtuigd
dat eenl onderboud met eens wethouder niets
gaf. Dit leerde de zaaki met de sigarenma-
foers. De raad heeft in dozen ervaring. diet
adires is reeds 8 d'agem oud en zulke belang-
djke stukken, moeten direct naar den wet
houder. Diens belangsfelling is ecbter zoo
S-oot dat hij! nooit op bet werk is geweest,
ok de directeur kwaim er zelden. Een dar
opzicbters die ontslagen is wil spr. booren.
Slpr. vraagt of, als de man geen adres bad
ingediend, er dan een rechtsmogelijkheid was
geweest. Zou het dan voor hem beter zijn ge-
worden?
Mr. Leesberg Toon de man bet werk
liet liggen, heb ik hem ontboden em hem in
tegenwoordigheid van 8 personen gesproken.
Aan het einde zeide hij, een adres aan den
raad' te hebben ingediend en daarover met den
heer Westerbof te hebben gesproken. Hij zou
naar den heer Westorhof gaan en zeggen dat
hij bet introk. Hij sprak tegenover mij' van
geen andere moeilijklieden. Het adres was
echter al weg en daarom liet spr. schrijven
dat het gewenscht was dat hij schriftelijk bet
mondeling ingetrokken adres introk.
DeVoorzitter vond ,het ongewenscht,
om bet te doen voorkomen alsof bet gievoel
voor recht alleen bij: een deel is.
Die beer Westerhof: Het is zoo. Het
is zoo. Komen ze bij u?
DeVoorzitter: Ik wensch niet gein-
terrumpeerd te worden.
De beer Westerboj U laat bet mij
door 10 man doen.
DeVoorzitter: Zoolamg u het toelaat
Wanneer dat niet het geval is, dan sta ik u
direct ter zijde. In ieder geval wensch' ik niet
geinterrumpeerd te worden. Ieder van ons
probeert naar recht en geweten bet faisoen ie
dienen en ik vind het niet geoorloofd, dat een
fractie dit voor zich opeiscbt. Als men niet
aanneemit, dat wiji in kwade trouw
verkeeren, dan kunnen wiji direct opstappen
eu als men bet uitspreekt, dan zullm wiji bet
ook doen.
De heer Westerhof: Spreek d'at maar
nooit meer uit. Niemand twijfelde er aan als
de Kroon bet besluit inzake de weridoosheids-
uitkeering niet had vemietigd, dlat de wet-
houders tocb zouden zijn geblwen.
De Voorzitter vond dit weer een in-
suuiatie. Wanneer de wetbouders dit hebben
gezegd, dan zouden zij dit ook bcbbca ge-
Dc heer Westerhof vroeg den voorzit
ter een feit. waanjpor bleek, dat bij iCmands
fatsoen baa aangerand.
DeVoorzitter: Dit deed u zoo juist
door te zeggen. dat de mcnschen om recht uit-
sluitend bij u komen.
De heer Westerhof: Het woord uit
sluitend heb ik niet uitgesproken, maar wcl
bedoeld. Uit onze klasse komen ze uitsluitend
bij on®.
De beer K e ij s p e r O.
De heer Westerhof Ook uw klasse,
getuige uw partijgenoot Feijcu.
De heer K e ij s p e r Die was eerst bij
mij geweest.
De heer Westerhof zag niet in, dat hij
met te beweren. dat men om recht uitsluitend
bij; de ziihen tkwam, iemands fatsoen had aan-
getast Het verloop van de zaak sterkte spr.
in de overtuiging, dat een commissie van on-
derzoek wel gewenscht was. Spr. handhaafde
het voorstel de commissie te benoemen, die al
ien zal hebben te booren, opdat het voile
licht zal schijnen.
Het voorstel van den heer Westerhof werd
verworpen. (Voor de soc.-dem. fractie).
De heer Westerhof tot Mr. Leesberg:
U mocst uit bescheidenheid niet medestem-
men.
De heer Leesberg Ik heb evengoed
stemrecht als u.
Het adres werd hierop in handen van Bl. en
W. gesteld met omgekeerde stemverhouding.
De heer Westerhof vroeg om het prae-
advics binnen den kortst mogelijkem tijd uit te
brengen.
j. Een schrijven dd 30 Augustus 1.1, No.
58 van de Ged. Staten, ten geleide van het
goedgekeurde raadsb'esluit van 13 Juli 1.1. No.
8, tot het aangaan eener annul teitsleening,
groot 90000.
Voor keninsgeving aangenomen.
k. Een adlres d.d. 17 Augustus 1.1. van Me}.
G. N. van der Horst, verzoekende omtslag alls
tijdelijk leerares in het Duitsch aan het Gym
nasium, ingaamde 1 September 1.1.
Eervol verleend'.
1. Een adlres dd. 4 September 1,1. van dien
heer J. R. van Arnhem, verzoeikiende eervol
antsflag als onderwijzer aan de Id Gem.
school met in gang van 15 Sept. an.
Eervol verleend.
m. Een schrijven d.d. 5 September 1.1. van
het lid dlezer vergadering, den heer H. van
Drunen, verzoekende tot B. en W. de volgende
vraag to mogen ridhten„Is het U bekend,
dat door den Secretaris van de Commissie
voor arbeidsaangdegenheden enz. wordt uit-
gemaakt Of een vergadering al dan niet zal
worden gebouden en adfrt U dat toeliaatbaar ?w
Toegestaan aan het einde van de agenda,
n. Een adres d.d. 5 September 1.1. van J.
H. Gerdes, huurder der aan de gemeente in
eigendoxn toebehoorende woning Scharloo 37,
inzake een aan den vorigen eigenaar gestoite
waarborgsom en een andere wijze van huur-
betaling.
In handen van B. en W. gesteld ter afdoe-
ming.
0. Een schrijven d.d. 6 September 1.1. van
den heer F. Visser, houdtende dankbetuiging
voor zijne benoeming tot leeraar aan de Han-
delsavondschool.
Voor kennisgeving aangenomen.
p. een ongedagteekend, heden ingekomen re
clame tegen een aanslag in de bdasting op
de gebouwde eigendommen, dienst 1922,
zoomede een reclame d d. heden fcegien een
aanslag in de tonnenbelasting dienst 1922
In handen gesteld' van de commissie voor de
belastingzaken.
q. een schrijven d.d. 6 September 1.1. van de
Kamer van Koophandel in Holland's
Noorderkwartier, betrekking hebbende op
het tarief der sluisgelden aan de Zes Wie-
len,
Te behandelen bij punt 5.
r. Een schrijven van den heer Keijsper, vra-
gen te mogen richten over het openstellen
van kermisgelegenheden tijdens de land-
bouwtentoonstelling,
Toegestaan aan het einde van de agenda.
Mr. Leesberg deed hierop het volgende
voorstel:
De R'aad der gemeente Alkmaar,
ovmvegende, dat zijn besluit van 13 Juli
1910, Getm. Bliad N!r. 328 voor zoover betrek
king hebbende op de xwiliin langs die Kenno-
mer Singcl geen nut meer heeft,
besluit
Art. 2 van1 genoemd besluit in- te trekken.
SCHEIDSGERECHT GEMEENTE-
WERKLIEDEN.
B. en W. stellen voor om overeenkomstig
art. 25 der Verordening, regelende de rechts-
positie van de werklieden in dienst der ge
meente Alkmaar (Gemeenteblad nr. 351)
over te gaan tot benoeming voor deu tijd van
5 jaren ingaanda 1 October 1922 van een
•Voorzitter en een plaatsvervangend Voorzit
ter van het scheidsgerecht.
Wij bieden U daartoe hieronder de volgen
de dubbeltallen aan en verzoeken U daaruit
eene keuze te doen.
Voorzitter:
1. Mr. W. STAP, (aftrdlen'd).
2. Mr. M. MOENS.
PL v. v. Voorzitter:
1. Mr. P. A. OFFERS, (aftreM>.
2. Mr.'H. A. J. M. KUSTERS.
Da voorgedragenen hebben bericHI eene
eventueele benoeming te zullen aauvaarden.
Benocmd dte eerst voorgedragenen.
VASTSTELI.ING VOORSCHOT OP DE
GEMEENTEL1IKE VERGOEDING DER
KOSTEN VAN INSTANDHOU DING
OVER 1922 VAN BfjZONDBRE
SCHDLEN.
Z. h. st. aangenomen.
WIJZIGING BEGROOTING KjEURINGS-
DIENST VOOR WAREN, DIENST 1922.
Als voren.
HERZIENING TARIEF VAN SLUTS* EN
OVERHAALGELDEN AAN DE
ZESWIELEN.
In behandeling kwam tevena het adres van
de Kamer van Koophandel.
Mr. Sluis 'begreep de historische inlei-
diug niet. Hij zag daarin slechts een lief-
liCbberiji van een ambtenaar. Gebeurt het,
dan moot de historieschrijver zich van ge-
vaadijke ontboezemingen ontfaouden en daar
in is de schrijver te kort gesahoten.
Alkmaar iig* uu wel aan eenl lijn met Lon
don docli spr NrtwSjfelt Of het in 1654 al zoo
veilicht was dat gcBprokem kon wordeni van
duistere binir •ulandea. Wiji hebbeni de bin-
nenillanden noodig.
Met het ophaleni van twistem schddt men
den voornaamstea vriend.
De v o o r i 11 e r was overtuigd, dat tie
bewoners van de omgeving weteui wat ze van
hot bestuur van Alkmaai' hebben.' te wiaohten.
Spr. stoofte zich niet aan de woordien om-
dai ze irouisch zijn neergeschreveni.
iMr. Sluis vond dat mm voorzichtig
met het binnenlanidl mocst wezem.
iDe voorzitter was dankbaar.voor
de vingerwijzing. Niets was hem minder
vreemd dian de omgeving voor het hoofd te
will en stooten.
De heer Covers vond diat de ambrena-
ren wei ieis ander® te d'oen hadden dan het
schrijven van de historisohe overzichten.
DeVoorzitter zeide dat het Ihisto-
risch overzicht voor Ged. Stpten- noodig was
geweest. Wanneer de raad er geem prijs op
stelt dan kan het wordeni wieggelaten.
De heer v. Drunen decide mede dat de
fracti'e met de voorstellen acooord ging. Spr.
vroeg waarom de adi'essen van de Schip-
persvereenigingeni voor den: raad niet ter in-
zage hebben) gelegen.
Devoorzitter zou over d'eze zaak nog
een vraag van1 den beer Westerhof beant-
woorden en liet hft dan ook dezen doen,
Z. h. s. werd hierop het voorstel aangeno
men en afwijzend beschikt op ihet adres van
de Kamer van Koophandel,
OPENBAAR LAGER ONDERWIJS.
VERBOUWING le EN 5e GEM. SCHOOL,
Mr. Sluis vroeg sluitmg der deur-en.
Hiertoe werd besloten,
Na de schorsing was het woord) aan wet
houder Giloeck, die verzocht, bij het-
geen hij had aangegeven over den lieer K. Bos,
in de bijilage. eerst den heer Beijieveld en daar
na den heer van der Bloeg te willen lezen; en
hetzelfde te wilfcn doen bij het voorstel.
De heer Westerhof vroeg of de wet-
louder het niet noodig oordeelde, een nadere
toelichting op het voorstel te govern
De heer C1 o e c k vond dat, zoo lang nie
mand het voorstel aanviel, niet noodig.
De heer Westerhof decide mede, dat
zijn fractie aan de stemming daarover niet
zal dednemen, omdai zij. in het besluit inzake
hot scholenplan het begin, van de standen-
scholen zien. De bijlage is de uitvoering van
het besluit. Wij waren tegen het stelsd en
zullen dus ook niet aan ae uitvoering mee-
werken, Dit zal spr. niet woerhouden enkde
opmerkingen te maken. De opmerking van den
heer Kooij in de Alkmaarsche Courant maakt
spr. tot de zijne. In biz. 2, op een na de laat-
ste alinea, leest.spr.: Vborstellen tot voorzie-
ning in het hoofdschap der 7de en 8ste Ge-
meentesdiool en der U. L. O.-School voor
jongens en meisjes zuhen uwe vergadering te
zijner tijd beraken.
B. en W. betoogen verder, dat dit in zich
sluit een verwisseling van onderwijzend per-
soneel, maar wij vinden nergens het nieuwe
tijdelijke personeel voor de U. L. O.-School
genoemd.
Spr. vraagt den wethouder van onderwijs,
daarover iniichtingen te geven. Hij vroeg,
voorte, hoe het mogelijk was, om em U.iL.0.-
schooi, die reeds een jaar bestaat, 15 Septem-
oer a. s. m werking te stellen. Hoe dit in zich
sluit verwisseling van personed aan de Bur4'
gerschool, die 15 September niet meer bestaat,
is spr. onbegrijpelijk.
voorts vroeg spr., wat er van' waar is, dat
ae vrijzinnige U.L.O.-school bij B. en W. po-
guigen doet, om ziclizelf op te heffen.
In een debat van een spreker van deni Bond
van Nederi. Onderwijzers en den heer Lubbe,
betoogde de laatste, dat de Bijzondere U.L.O.
toch alieszins redien van bestaan had, ook
naast de Openbare U.LO., als die er zou kor
men.
Wat is juist van het geruchit, dat de school
door de gemeente zal worden overgenomen,
onder voorwaarde, dat het onderwijzend per
soneel moet worden overgenomen, wat betee-
kent een mindere kans geven aan de openbare
onderwijzers, die de akten voor het U.LO.
bezitten,
Wat is de aanleiding voor den heer Cloeck
geweest, om de verwisseling van het perso
neel te regelen, met uitschakeiang van art. 25
der Wet op het L. O.
Spr. zou er hoogea prijs op gesteld heb
ben, wanneer de onderwijzers bij moade van
hun organisatie of de onderwijzers, aan de
school verbonden, daarover wareu gehoord.
Dat dit niet gebeurd is, add spr. een onvollo-
digheid. De door den heer Kooiji opgegeven'
puzzle zou spr. gaame opgelost willen' ziea.
De heer Cloeck vond, dat de heer Wesr
terhof het hem, door de woorden van dien
heer Kooij tot de zijne te maken, nog al g;e-
makkelijk maakte. Spr. las het stuk met be
langstelling, maakte aanteekeningen, heeft
over het antwoord nagedacht en zal nu ant-
woorden.
Mr. Sluis: Dat had u kunnea doen in
de Alkmaarsche Courant.
De heer Cloeck had dat niet noodig. ge-
vonden. Het is inderdaad waar, dat over de
verdeeling in klassen de Inspecteur moet woor
den gehoord. Toen de bijlage klaai' was, i3
die echter met den Inspecteur besprokea ge-
worden. Ook is het mogelijk, dat u gelijk
heeft, dat het met het hoofd der school behan-
deld moet worden en dat die voorstellen moet
doen. Maar voor mij staat het zoo, dat ik
eens wilde, dat het klaar kwam; omdat er
geen principieele bezwaren waren, heb ik
doorgezet. Ik heb alle onderwijzers en on-
derwijzeressen gevraagd, of zij met de verwis
seling; accoord gingen en van hen, behalve
van een1 onderwijzeres, de verzekering ontvan-
geu, dat dit het geval was. Ik hoop ook iets
te kunnen doen, wat deze onderwijzeres be-
vredigt. Binnenkort zijn er twee vacatures en
dan hoop ik de medewerking te krijgen van
dm Inspecteur, het Hoofd der School en het
College van B. en W., om de eene, die niet to
vreden is, nog tevreden te maken.
Bij de inwerking stelling van die U.L.O-
school voor jongens en meisjes op 15 Septem
ber houdeh wij rekening met de behoefte aan
meerdere lokalen voor ae Openbare U.L.O.
Daarom is verwisseling van het personeel en
de schoolbevolking van de Burgerschooi
noodzak-eijlk. Het overbrengm van een groot
aantal leeriingen brengt mede het overplaat-
sen van een groot aantal onderwijzers.
Wat betreft de beide U.L.O.-klassen voor
jongens en meisjes, op 15 September, u weet,
dat het de bedoeling is, dat de Meisjesscliooi
aan de Oudegracht wordit verbouwd en inge-
richt voor twee U.L.O.-scholcn; 6ca voor
meisjes Cn een voor jongens en meisjes1. De
lokaien van de Meisjesscliooi beantwoordea,
wat de grootte betreft, niet aan de eischrn;
22 kinderen kunnea daar maar in geplaatst
worden; dat kan goad zijn voor een U.L.O.
school, maar voor een gewone L S. is dat
rdet mogelijk. U zou dan met recht kunnen
zeggen: ,,1 let worden ehuidenscholeh".
Wij me'men, dat de Meisjesscliooi nisi ge-
schikt is voor een school voor L. O.
Wat dc dcrde vraag betreft, inzake de voor
ziening van het hoofdschap aan de 7d.e, de
8ste, ae 9die Gemeenteschooi en de U.L.O.-
scliool, de heer Zwarteveen zai zijn voor de
eene opleidingsscliool. In twee betrekkingen
zal moeten worden vooi-zien. De heer Aukes
heeft we! ontslag gevraagd als Hoofd van de
Burgerschooi, maar niet als tijdel. hoofd van
de U.L.OjS. !De benoeming daarvan is aan
B. en W. en wij hopen dat de Raad goedvindt,
dat de school doorgaat en dat wij het tijdelijk
personeel daar handhaven. Het is niet waar,
aat de Openbare U.LO.-school al een jaar be
staat; wel die voor jongens, maar die voor
jongens en meisjes bestaat pas een paar we-
ken. Na het raadsbesiuit in de vorige raads-
zitting is ze opgericht en ingegaan met den
nieuwen cursus.
Omtrent het overgaan van de Vrijzkmige
U.L.O.-schooi is op dit oogenblik nog niets
bekend.
Wanneer personeel voor de U.L.O.-echool
voor jongens en meisjes benoemd moet wor
den, dan kan het gebeurea, dat daardoor
consequenties ontstaan, maar op dit oogen
blik is van onderhandeling geen sprake. Wat
men praat in Alkmaar, weet ik niet, maair on-
derhandelingen zijn niet gevocrd.
De h-eer WesterhofOok geen voor-
loopige besprekingen-?
De heer Cloeck Er kunnen wel be--
sprekingeni zijn gevoerd, maar niet door het
College van B. en W.
De heer WesterhofOok niet door
den wethouder?
De heer Cloeck Neen.
Mr. Sluis: In het stuk van den Inspec
teur wordt er over gesproken en dat stuk
geeft den indruk, of u er ook wel' iets van af
weet.
De heer Cloeck: U( heb natuuriijk ook
wel iets gehoord, maar onderhandelingen zijn
er niet gevoerd. Het zijn alkmaai losse praat-
jes. I'k kan daarmee niet voor den dag ko
men.
Mr. Sluis begrijpt niet, dat de Inspecteur
er mee voor den dag komt, maar dat is aan
hem.
De heer Westerhof oordeelde, dat het
antwoord van den Wethouder van Onderwijs
onbevredigend was. Spr. had den indruk, dat
de Wethouder op het compas zeilt van zijn
ambtenaren en Slijikbaar de bijlage niet vaker
had gelezen dan de Raad zelf. Ondanks het
antwoord. staat niet vast wat er zal gebeu-
ren met de U.L.O.-school.
De heer Cloeck Die blijft gevestigd in
de Burgerschooi, totdat deze zal worden ver-
bouwd. Een deel gaat dan tijdelijk naar de
school op do Nieuwesloot en een ander deel
wordt tijdelijk ergens anders ondergebracht.
De heer Westerhof: Die oplossing
geeft u persoonlijk.
De heer Cloeck: Het staat in de bijlage.
De heer B a k U heeft de bijlage niet ge
lezen.
De heer Westerhof: Het personeel
wordt toch nog niet aangewezen.
De heer Cloeck: De oproeping is al-
iang geplaatst.
Mr. Leesberg: Het staat zoo:
De heer WesterhofIk kan-niet to:
twee wethouders van onderwijs tegelijk spre-
kea
Mr. Sluis: De een1 is voor het Hooger,
de ander voor het Lager Onderwijs.
De heer Westerhof: Al weer een be-
wij9 dat ik er met mijn kwalificatie van huur-
motor niet ver af was.
Mr. Leesberg Maacik wilde het over
de verbouwing hebben.
Mr. W. C. Bosman kwam ter vergade
ring.
De heer Westerhof acht het vreemd,
dat de Inspecteur naar de zaak verwijst; hi;
kan onmogelijk aannemen, dat deze afgaat op
praatjes van dezen of geenm. Wanneer het
College geen onderhandelingen' heeft gevoerd,
heeft de Wethouder van Onderwijs het dan
niet gedaan?
De heer Cloeck: Door mij niet.
De heer Westerhof: Is er dan niet
gepolst, hoe het zal gaan?
Mr. Sluis: De Inspecteur heeft toch
niet gedroomd in dat stuk.
De heer Cloeck: Er is wel over de zaak
gesproken, maar officieele besprekinglen zijn
niet gevoerd.
De heer Westerhof: Mr. Sluis en ik
zijn het dus roerend eens; dat gebeurt niet
vaak.
Mr. S1 u 1 aMaar ik trek er geen con-
clusies uit.
De heer Westerhof: Dc ook niet.
voorat niet voor de toekomst. Maar ik wil
toch gaame de toezegging, dat het met de
v'66rbesprekingen niet z66 staat, dat wij, al
aan het personeel vast ziften. Wij zijn tegen
de ovemame van de U.LO.-school. Spr.
sprak reeds eerder van Christeilijke en Vrijzin
nige gemeente-financi en-vcrmoorders en als in
dit geval de vrijzinnige heeren zich de vrij-
heid verooriooven, te spelen met gelden van
de gemeente met duizendmaal minder reden
dan de Christeliiken, en dat doen zij, wan
neer zij, na zoo'n korten tijd van bestaan zeg
gen, de school te willen opheffen.
Mr. Sluis Maar een zondaar, die zich
bekeert, is toch in orde. (Gdach).
De heer Wester hotLk gelool er niet
in.
Mr,. Sluis Het zou mij van die men-
schen tegenvallen.
De heer Westerhof was absoluut ze-
ker, dat het Bestuur van de U.L.O.-school de
boel wou overdoen.
Mr. S1 u i s De boeil overdoen, gaat niet
hoogstens kunnen de onderwijzers sollicitee-
ren en dat zou toch een gelukkige oplossing
zijn.
De heer Westerhof: IZe willen de
school overdoen.
De heer Cloeck: Neen, neen.
De heer Westerhof: Hoe kunt u mij
tegenspreken, u wist straks van niets. (Ge-
lach).
De heer Cloeck Neen, neen! Ik ging
op praatjes af en u ook.
De heer Westerhof stelde er prijs op,
dat voorgelezen werd wat de Inspecteur
schreef.
De heer Cloeck las het schrijven voor,
waaruit bleek, dat de Inspecteur zich bereia
verklaarde, zoo veel mogelijk mede te werken
tot samensmelting van de Gcmeentelijke
U.L.O.-school en de Bijzondere Vrijzinnige.
Daartoe, zoo schreef de Inspecteur, was het
echter noodig, dat een oproeping voor hoofd
en onderwijzers plants vindt, voor welke be
trekking het hoofd en de onderwijzeres van de
tbedoelue school kunnen solliciteerm. Aange-
zi-eni ze hem gunstig bekend zijn, bestond
er zijuerzijds geen bezwaar tegen hun plaat-
sing op de voordracht. Worden zij door den
Raad benoemd, dan zal het bestuur tot oplief-
fing fcunnen besluiten.
Mr. Sluis: Maar dan is den Inspecteur
toch gevraagd hoe hij over de kwestie dacht.
De heer Westerhof: Hoe komt hij, er
anders toe zoo gedecideerd te sprcken. Sa
mensmelting beteekent ongeveer hetzelfde als
ovemame. Spr. begrijpt er absoluut niets
van.
Mr. Sluis begrijpt het ook niet Den In
specteur moet gevraagd zijn hoe hij over de
kwestie denkt.
De heer Westerhof: Ik kan1 toch' niet
aannemen, dat uw ambtenaar meer weet?
De_ heer Cloeck: Neen, mijnheer Wes
terhof Zoo'n zaak wordt in, Alkmaar bespro-
ken. Dit heeft de 'Inspecteur gehoordl en heb
ook ik gehoord cn u gevoelt wel, dat wan
neer men met elkander zit te praten, men ook
deze zaak ter sprake brengt.
Mr. Sluis Dus u geeft toe, dat u met
hem de kwestie heeft besproken. Daar zit
niets tusschen, maar dan kan u erkemnen dat
het is geweest een gesprek tusschen den Wet.
houder en den Inspecteur en dan zijn het geen
losse burgerpraatjes, maar officieele bespre
kingen.
De heer Westerhof: Het doq) mij ge-
noegen van dien kant steun te krijgen,
De heer Cloeck: En toch is er niets
anders dan dat ik tot den Inspecteur gezegd
heb: „die praatjes gaan er".
Mr. Sluis: Maar je houdt toch geen
bakerpraatjes met den Inspecteur? (Geladi).
De heer Westerhof: Het scheelda niet
veel of de baker moest haast komen. (Hilari-
teit).
Het voorstel werd hierop zonder hoofde-
lifke stemming, met aanteekening dat de so-
ciaal-democraten tegen stemden, aangenomen
De Voorzitter verklaardle het request
van den heer van Amhem tevens afgedaan.
Hierop werden thee en gebakjes ronidlge-
diend, ter eere van het feit dat's raads nestor,
de beer v. Bosch; zijn 65!steni verjaardag
vierde.
Het woord was hiema aan den: heer van
Drunen, die er op wees, dat de voorge-
stdde verbouwing van de le en 5e Gemeente
schooi in strijd was met de adviezen) van die
hoofden.
De heer Cloeck deelde mede, dat de plan-
nan van den heer Mac. Donald zijn gewijV
zigd. De hoofden zijn met het gewijzigde
plan tevreden. Zij hadden wel gaame een
groQtere speelplaata gewild, doch wij kon-
ueu geen grooteren turn verschaffen.
De heer Westerhof concludeerde, dat
het gegaan was zooais hij gezegd had. De
nieuwe scnooi is als een opgelapte brock van
ueu netr uoecK. Het heeft spr. met bevreemd.
mj' nad met verwacht dat men aan deze zaak
zooveei geld wil verspillen, zonder dat er
iets tot stand komt. Op gevaar af, dat gedacht
worac spr. alieeu weet wat recht is; wit hij, nu
wei voorspelien, dat de gelieele nechtsche
iractie voor zal stemmen.
De heer Cloeck: Omdat het goed is.
De heer Westerhof (opgewond-n)
Omdat het slecht is.
De heer van Drunen: kin tegen den
zin van de hoofden.
De heer Westerhof kan zich psycholo-
gisch de houding van rechts wel indeaken.
Rechts heeft er belang bij; het openbaar on
derwijs slecht te maken.
Mr. Sluis: U ziet spoken.
De heer Westerhof Het is met rechts
zooais de wethouder van Jutfaas zeide: „Wij
zullen niet rusten voor de openbare school
verdwenen is". Het plan maakt de openbare
school tot een minderwaardige. Spr. verzocht
den heer Cloeck ails wethouder een berekenuig
te latea maken over het waardebezit per kind
van de bijzondere scliolen tegenover de open-
bare. Men zal dan zien hoeveel minder het
waardebezit der openbare school is. De R.K.
hebben 6 scholen; waarvan drie nieuwe.
Mr. Sluis: Men kan geen oude scholen
bouwen. i
DeheerWesterhofDat is juist, maar
als de bestaande scholen zoo zijn, dat ze
nieuwe vragen, dan is het oogenblik gekomen
te spreken van financieele gelijkstelling. De
le en 5e gemeenteschooi zijn verouderd. Wie
ze verwaarloost verzaakt zijn phcht. Dit is
mijn heilige overtuiging.
De heer Cloeck: Wanneer gebeurde
wat u zegt?
De heer Westerhof: Het gebeurt U
maakt een nieuwe school binnen oude muren
en' dit terwijl twee nieuwe te maken zijn bin
nen 200.000 en wel twee moderne scholen,
zonder luxe, zooais de weeldekasteelen van de
Roomsch-Katholieken. De verbouwing wordt
geraamd op 100.000. De waarde van de ge-
bouwen mag geschat worden tusschen de
50.000 a 60.000. De verprutsing kost du9
160.000 en men krijgt dan een school met
een onaanzienlijk front. De te maken gang is
buitengewoon onaanzienlijk en buitensporig
dwaas en toch zal alles slechts 40.000 min
der kosten dan twee liieUWe scholen, die men
dan kan bouwen waar men ze hebben wil.
Een stille plaats in volkrijke buurten is voor
de scholen meer gewenscht. De tegenwoordi-
ge plaats is zeex ongeschikt. Er is behoefte
aan nieuwe gebouweu voor publicise weiken.
Kunnen de bestaande scholen daarvoor niet
dienstbaar worden gemaakt? Spr. heeft zich
laten inlichten, dat dit met betrekkdijk gerin-
ge kosten mogelijk is. Dit is een aanidding
om daarom aiieem reeds die bijilage ferug to ne
men. Er moeten zoo mint mogelijk scholen in
de stad zijn gelegen. De scholen moeten rond-
om de Singels komen. Twee scholen bijeen
zijn ook altijd ongewenscht. De speelplaats
wordt zoo klein, dat de 'kinderen bij gedeeltcn
moeten spelen en dit, terwijl alle lokalen naat
de speelplaats zijn gebouwd,, wat volgraa
iederen onderwijzer zeer hinderiijk is. Men
wil aan den eemen kant't gedruisch van de fa-
hriek wegnemen en maakt aan den anderen
kant 'n nieuw gedruisch. Hieruit blijkt, dat
zelfs een directeur van gem.-werken niet altijd
juist ziet wat het besto is. Geen der beide
hoofden heeft zich met het plan' geheel kunnen
vereenigen. Het onderwijzend personeel ia
zelfs niet gehoord. Spr. kwam dit toch van be
lang voor. De Inspoateur van Onderwijs ia
al evenmin gehoord.
Mr. Leesberg: De stukken worden
hem later toegezonden.
De heer. westerhof: Dit is fomveel
wei in orde, doch het zou van logisch inzielit
hebben getuigd door hem vooraf te raadple-
gen. Stel dat hij het nu aikeurt.
De heer Cloeck: Dan stuurt hij het te-
rug.
De heer Westerhof: Dat is buitenspo
rig van dwaasheid en geldi vermorseo!. Men
had hem eerst moeten vragen. Hij zou dat op
prijs hebben gesteld en het zou van meer
praktisch beleid hebben getuigd. Waarom zoo
overhaast eu zoo onvoorbeieid gehandcld?
De bouw van deze scholen, hoe noodig ook,
steekt met op een half jaar, vooral als het zoo
wordit. dat door onvoorbexeide plannem de uit-
komsteu onbevredigend moeten worden ge
noemd. Wij doen beter een half jaar te wach-
ten; tot wij goede plannen hebben, die ieder-
een bevredigen. Een gymnastieklokaal, dat
aan behoorlijke afmetingen voldoet, kan niet
onder het groote dak. Er moet nog meer van
de speelplaats af, die al kleiner wordt. Pas is
er aan het veiven van de scholen weer veel
geld besteed. Is dit versobering? Er moeeten
zeer emstige redenen zijn het zoo to doen en
niet anders en die redenen moemde de wethou
der van onderwijs ,,de onafwijsbare zuinig-
heid bij, het gebruiken der gemjeentelijke be-
lastingpenningen". Spr. meent juist, dat het
voorstel geidverspilling is en in bedoiidende
mate. Een leek weet, dat buitenmuren een
zekeren levensduur hebben1. Wanneer het ge-
bouw klaar is, heeft het niet die waiarde van
een nieuw gebouw. Oak de schoonheidi is ver-
onachtzaamd. Waar het geheel niet zoolang
kan duren als nieuwbouw, het gebouw heel
goed voor andere doeleinden kan warden be-
nut, stelt spr. voor de bijlage aan te houden
en te onderzoeken of de gebouwea voor pu-
blieke werken en andere diensten benut kun
nen worden.
De heer Cloeck was overtuigd, zeer
binnenkort door deni heer Westerhof in staat
van beschuldiging te worden gesteld voor za-
ken die hij niet vlug genoeg heeft behandeld.
Spr. zal nauwkeurig noteeren hoe lang de
voorbereidmgen voor deze plannem hebben
geduurd, om den heer Westerhof later te be-
wijzen, dat deze plannen meer tijd hebben ge-
vorderd dan de zaken, die spr. volgens het
oordeel van den heer Westerhof niet vlug ge
noeg deed. Hij heeft dan niet meer het recht
zeggen,, dat ik miji niet heb gehaasit. Wan
neer dit overhaast moet heeten, dan ga ik in
de komende tijden zeker vrijuit. Ik weet wat
uw bedoeling is. Gij hebt het recht over de
voorstellen te oordeelen, maar niet om te zeg
gen, dat ze overhaast zijn gedaan. Onlangs is.
er veel over gesproken voor het in den'Raad
kwam. U sprak over het ellendige speelter-
rein, dodh dat van de R. 'K. it ook nog te
klein en bij de Christelijka School is er zelfs