DAGBLAD VOOR ALKMAAR EN OMSTREKEN.
Geneoskimdige brieven.
Fenilleton.
Stormachtige hoogten.
Jfo. 222.
en twintigste Jaargang
1922.
ibonnementsprijn bij voornltbetaliiig per 3 maanden f 2.—, fr. per post f 2.50. Bewljsn. 5 ct. Advertentiepr. 25 ct. p. regel, grootere letters naar plaatsruimte,
Brieven franco N.Y. Boek- en Handelsdr. v.h. Herms. Coster Zoon, Yoordam C9, Tel. Administr. No. 3. Redact!e No. 33.
Uit do Pers
WOEKSDAO Dlrectenr: Q. H. KRA&. HoofdroducieurTj. N. AliliMA gQ SEPTEMBER
IX.
Het tarief van den, doHetv
De etaathuishoudkunde leext, dat de waar-
de van eeni voorwerp wordt gevondem door
samenvoeging van den| prijs der grondstof-
tm, het arbeidsloon en de ondememersiwinat,
waarbij dan itevena de verhouding tuisschen
vraag en aanbod eeni woordje heeft mee te
apreken. In vele gevallen ia deze eenvoudig
gmoeg. Nemenj wij| een! paar klompen. Wit
een wilgenboom, die zooveel kost, kunnen
zooveel paar klompen gemaakt worden. IDe
deelsom van beide getallenl is de prijs der
grondsitof. De klompenimaker, die zooveel per
uur verdienit, heeft zooveel uren) noodig een
paar te maken. Vermenigvuldig enl ge hebt
net bedrag, dat als arbeidsloon moet wor
den toegevoegd. D'aaibij nog zooveel voor
den eigcaaar der zaak, die het noodig heeft
voor onderhoud van gebouwen, materiaal en
zijn gezin, en ge hebt de eigienlijfce waarde.
Voor den kooper komt er dan eindelijk nog
een zeker bedrag bij voor den wederverkooper
en ziedaar de verkoopprijs bepaald.
(Wanneer wij deze berekening willen toe-
pass en op een doktersvisite, dan blijkt het
niet zoo eenvoudig. Wat is dan de grcmdstof,
Wat het arbeidsloon, wat de ondernemers-
winst? En beproeven wiji het langs den weg
van vraag en aanbod, dan' is 'hot niet veel ge-
makkelijker. Wat is het Waard als men door
de geneeskundige behandeling in het leven
blijft? Wat is net waard als door tijldig in-
grijpen men voor hiet verlies van een oog,
van een arm of been gespaardi wordt? Wie
durft die waarde van eeni menschenleveni te
bepalen? Voor het algemeeni belang kan die
waarde zeer verschillend zijn- Vergelijken
wiji eens wat het betcekend zoui hebben, in-
dien Napoleon bijv. in 1802 gestorvenl ware,
met de gevolgeni van het overlijden van een
rijlken gxeriga'ard, die niet den minsten pro-
ductieven arbeid verricht. Eh toch zal de
grobdstof in ide persoonlijikhei4 van diem par
Sent gezocht mioeten worden.
Het arbeidsloon wordt gewoonlijk per uur
berekend. Zal daaromi de jonge arte, nog
weinig handig, bedreven en ervaren, die voor
een operatie een uur noodig heeft, viertaaal
zooveel mogen berekenen als de bekwame
dhirurg, die dezelfde operatie in een ktwar-
tier verricht?
Vragenl -wij, wat het den patient zel'f waard
Is om geholpen te worden; dan krijgien wij
zeer uxtloopende antwoorden. Wie door hef-
tige pajnem wordt gekweld, zal op dat oogen-
blxk wat al niet willenl geven offi er van be-
vrijd te worden. Later, als de pijn verdwenen
Is, vindt faiji het werk van deni dokter zoo ge-
wichtig niet meer. Dit denfcbeeld is door ver-
echillende kunstenaars uitgebeeld in een
vierial pfenten. Op de eerste weet die zieke
geen raaa, hij moet vreeselijk lijden en be-
schouwt den man, die hem zal of belootft te
help en, als een God. Wanneer de ziekte een
giunstigen keer neamt, de pijn bedaart, het
gevaar schijnt te wijken, aan ziet men den
arte afgebeeld als een enlgel. Op de derde
pllaat is de genezing voltooid, de zieke is in
net gewone leven teruggekeerd, de herinne-
ring aan de dagenl dier ziekte verflauwt sn
ook de dokter komt weer op den beganen
grand, waar hiji in zijn gewone gedaante, als
mensch, is afgeteekend. Ten slotte stuurt de
dokter zijn rekening. Dit wordt op de vierde
prent verduidelijkt door hem voor te stellen
als duavel.
Dat de laaiiste vooiStelling ook in onze da
gen geen onbekend versehijnsel te, zou een
mik op de talrijke onvoldane posten in dte
meeste doktersboeken overtuigend- icunnen be-
Wijzen. Want het nkt-betalen is vollstrekt niet
ailtijd onmachiii, hoewel hot niet te loochenen
valt, dat deze nxede van invioed1 kan zijn.
Door de ziekte, met name van den kostwinner,
wordt het budget dikvijls op bedenfcelijke
wijize verstoord er zijn zoo veile buitengewone
uitgaven, dat er voor de gewone posten een
teicort ontstaat. Geen wonder, dat er dian wel
eens niet voMoenide overbTijft, om; de aditeroa
fcomende doktersrekening zoo miaiar diadelijk te
Naar het Engeladh van1 Emily Bronte,
diooi? W. A. Q. van Strien.
67)
„We sturen geen speelgoed riep Cathari-
na, daar haar trots haar schaamte de baas
werd.
„K'och lets hoegenamd, jonge dame," zei
ik. „Als u dat niet wilt, ga ik."
_,,Ik beloof het, EllenS" riep ze, terwijl ze
mijn kleed1 vastgreep. „0, werp ze in het vuur,
o, doe het F
Maar toen ik maatregelen nam om met den
pook een gat in het vuur te maken, was het
offer te pijnlijk om te verdragen. Ze smeekte
ernstig, dat ik er haar een of twee zou laten.
,,Een of twee, Ellen^ om terwille van Linton
te bewaren F
Ik imiaakte diem zakdoek los en begon ze uit
een boek te laten vailen en de vlam warrelde
den schoorsteen in.
„Hc wil er een houden, jou wreed mispunt
gildle zij, iterwijil ze haar hand snel in het vuur
stak, en eenige halfverteerde fragmenten te
voorschijn haalde, ten koste van haar vingers.
,,-Heel goedl en1 ik wil er eenige houden om
aan papa te laten1 zien?" antwoordde ik, ter-
wijl, Ik de rest in den bundel terugsdhudde,
vereffenen. En helaas wordt in gezonde diai-
gen nog al te veel verzuimd, op de mo'gielijk-
heid van ziekte te rekenen, hetzij door zich
op de een of andere wijze te verzelkeren, hetzij
dioor iefe voor den1 kwaden dag achteraf te
leggen.
Dg dokter zelf houdt gewoonlijk met de
omstandigiieden van zijn patienten rekening,
althans de huisarts. De specialist houdt er
ook wel verschillende tarievcn op na, zooals
bijv. de bekende Amerikaansdie chirurgen, de
gebr. Mayo, die voor een groote operatie (en
anders doen zij haast niet) een maand van
het inkamen vragen. Doch dit is iets anders
dian elk gevall afzonderlijk it© beoordeellen
Vooral vxoeger en op het platte land, waar
een vertrouwdlijlke verhouding tusschen dokter
en patient bestond, werd cite kunst van geven
en nemen Vlijtig beoefend. Het kon gebeiuien,
dat een goede vdenld van den dokter hem in
het begin van liet jaar vroeg, of er soms cen
vergissing in het spel was. Hij had een reke
ning gekregen maar herinnerde zich1 niet, in
het vorige jaar zijn vriend ook ntaar een maal
als arte geraadpleegd te hebben. Het ant-
woord was aanstonds gereed: „Beste vriend,
je hebt gelijk, ziek ben je niet geweest, maar
dat ils geen mien om niet mee te betalen. Of
is het je soms niet zooveel waard, dat je het
hetele jaar gezond 'geweest bent?" Zooht dok
ter hielidi er dus een soonfc hoofdelijken oni-
slag op na, waarmee zijn paitienten gewoon
lijk genoegen namen. De gegoeden betaalden
wat meer en dan kon de dokter met de min
der met aardsche goelderen gezegenden de
hand lichten en zelfs vergeteni om hum een
nota te zendcn.
Van Japan of China wordt verield, dat
daar de eigenaardige gewoonte bestaat, dat
de patient bij den dokter over het geheele jaar
voor een bepaald bedrag te boek staat, welk
bedrag met een zeker gedeelte wordt vermin-
derd voor iederen dbg, dat hij den- dokter
heeft noodig gehad. Een abonnementsstelsel
dus, dat voor den arte een financieele aanspo-
ringl bevat, om zijn best te doen.
m onzen tijd is veel van den gemoedelijfcen
omgang met den ouderwetschen huisarts, die
zijn vak zoo gaarne als een „officium noibile"
beschouwde, verloren gegaan. Zelfs de Ned.
Maatechappij tot bevordering der Geneesr
kunst, de vereeniging, waarvan het overgroo-
te deel: der Niedierlandische geneeskundigen lid
is, en die vroeger uitsluitend de wetenschap
en het algemeen belang diendie, is geheel van
karakter veranderd en treedt tot zekere hoogte
als vakvereeniging op. Er worden thans tarie-
ven vastgesteld en bepaalde regels (bindende
besluiten), waarvan ieder lid zich heeft te
houden.
Niet wdmiig fs het meer koopmanachtig ka
rakter der betaling in de hand gewerkt door
de enorme uitbreidiing van de speciale genees-
kundige vakken. Voor hua beoefenaren, de
spedalistcn, bestaat slechts zelden de meer in-
tieme verhouding, zooals die tusschen huis
arts en patient nog ajtijd als iets moois moet
wordten gewaardeerd. Zij doen een bepaalde
verrichhng en die verrichtiag wordt op een
bepaald bedrag getaxeerd. Reeds daarom moe-
ten hun tarieven van uit een ander standpunt
beoordeeld worden dan die der huisarteeni.
Voor beide cafegorieen geldt ecliter, wat
Shaw zoo aardig heeft gezegdr Geen grooter
gevaar voor den patient dan een behoeftige
medicus. De arte moet zich ongestoord aan
zijn werk kunnen geven, zonder eenige bijge-
dachte of hinder. Financieele zorgen mogen
hem niet drukken. Zijn praktijk moet juist
in het belang der patienten voldoende op-
leveren om onbekommerd te kunnen bestaan.
Hij moet de geldelijke zijde van zijn vak kun
nen beschouwen als iets, wat er helaas nu
eenmaal bij befaoort, dodi dat van geenerlei
invioed mag zijn op zijn doen en laten. Moge-
lijk heeft deze gedachte er meer dan men zich
bewust was, toe bijgedragen om het zieken-
fondswezen steeds meer uit te breiden en omi
het vraagstuk van den ^rts-ambtenaar"
steeds ernstiger te bestudeeren. Zoo toch kan
hem een1 behoorlijk voldoende inkomen verze-
kerd worden, terwijl elke directe financieele
eni mijt opnieuw naar de deur keerde.
Zij liet haar geblakerde stukken in de vlam-
men vallen en dreef mij aan het offer te
voltooien. iHet was gjeschied; ik ratelde de
asch op eh begroef ze onder een handvol ko-
len, en ziji trok zich stom en met een gevoel
van uiterste verongelijking naar haar eigen
kamer terug. Ik ging naar benedien om mijn
meester te vertellen, dat de plotselinge onge-
steldheid van de jonge meesteres bijna voor-
bij was, maar dat ik het voor haar het best
oordeelde om nog een poosje te gaan liggen.
Zij wilde niet dineeren, maar ze verscheen
weer bij: de thee, bleek en rood om de oogen en
uitwendig wonderlijk onderworpen.
Den volgenden morgen beantwoordde ik
den brief door een stukje papier, waarop ik
sichreef:
„Jlongenheer iHeaihcliff wordii verzocht
geen briefjes meer aan juffrouw Linton te
sturen, daar zij ze niet wil ontvangen." iEh
voortaan kwiam de kleine jongen met leege
zakken.
IHOOiFDISITOK XXEI.
De zomer nam eeni einde en de eerste herfst.
We warm St. MIchiel (29 'September) voorbij'
maar de oogsf was dit jaar laat, en op eenige
van onze velden stond nog altijd een gedeelte
van den oogst.
'Mir. Iinton en zijn dodhfer plachten zich
band tusschen hem en zijn patient overbodig
wordt.
Intusschen zijn wij nog niet zoo ver en blijft
het een vraag van practische befeekenis: wat
mag de arts voor een bezoek, voor een omder-
zoek, voor een bepaalde verrichting naar bil-
lijkheid in rekening brengen? Vele menschen
willen waar voor hun geld hebben, en kunnen
zich die waar moeilijk denkeu als ids, dat niet
tastbaar of voelbaar is. Zij offeren gewillig
hun penning voor het trekken van een zieke
kies, niaar begrijpen niet goed. waarvoor zij'
eigenlijk betalen, als de dokter nun alleen een
leefregel voorschrijft. Wat levert hij! dan ei
genlijk? De wetenschappelijke waarde van het
advies, dat alleen na langjarige studie en op-
leiding gegeven kan worden, ontgaat u. In
vele gevallen nog te meer, doordat geneeskun
digen, die tevens apotheek houden', deze ge
dachte versterken, aoor steeds hun advies ver-
gezeld te doen gaan van een drankje, pillen of
poeder en geen moeite doen om de opvatting
te bestrijdeo, dat hd eigenlijk de medicijnen
zijn, die betaald worden, terwijl het advies
om niet wordt gegeven.
Ook voor den medicus is het waar, dat de
arbdder zijn loon waard is. Toch mag hij
niinmer voorbij zien, dat er altijd nog een
dhische zijde aan zijn vak is. De tarieven in
de groote steden zijn hier en daar zoo gesta
gen, dat een ernstige ziekte of een operatie
voor vde gezinnen een finandeele debacle be-
teekent, en dat het steeds meer voorkomt, dat
uitsluitend uit vrees voor de kosten nagelaten
wordt, geneeskundige hulp tijdig in te roe-
pen. Dit mag niet zoo blijven. Niet genoeg
kan worden aangespoord om zich1 te verzeke-
ren in ziekenfond&en, in middenstandsfondseii
of bij particuliere maatechappijen. Maar nog
altijd blijven er velen over, axe dit niet doen.
Zelfs wanneer dan van moedwillig verzuim
mag worden gesproken, moet todi voor deze
menschen gelegenheid blijven, geneeskundige
behandeling te krijgeni, wanneer die noodig
is. En wanneer de geneeskundigen, door star
"vast te houden aan door hen zelf, dus in ieder
geval eenzijdig vastgestelde tarieven, een toe-
stand in d e hand zou d en werken, dat zieken
verstoken blijven van d'e hulp, die in hun
naaste omgeving verhijgbaar is, zouden zij
een zware schuld op zich laden en het aanzien
van hun stand, van hun mood beroep, aller-
minst bevorderen.
H. A. S.
IVoor het Alg. H'andelsblad (lib.) heeft de
Openingsredc niet die zefcerheid over de
voornemiens der regeering gebracht, die de
redactie ervan had gehoopt:
iMeq mag aan zulk een rale niet den eisthl
stellen dat zij zich in veel onderdeelen be-
geeft dat ware een zonde tegen aard en
stijil van dit bijizondere staatsstuk doch
wel mag men verwachlten dat ze geen niimite
voor twijifel overlaat over de richting van het
regeeringsbeleid op de actueele hoofdpunten.
Aan dezen redelijkcn eisch nui voldoet deze
openingsrede niet. Noch in de alles overheer-
scbende kwestie dei" financien, noch in de
meer sipecifiek ,pechiteche" politick krijlgen
wij een duidelijk geluid te hooren.
O/er de thans uifgesiproken Openingsrede
schijnt ons de sluier te hangen van de inoei-
lijfchedien die men had te overwinnen om, al
thans voor een jaar i want het program
van deze rede strekt zeker voor niet meer
dan een jaar, zooals't bekende „Standaard"-
artikel reeds deed verwachten tot een ac-
coord te fcomen.
Inzake de bezuiniging schijnt het program
voornamelijk negatid, in dien zia n.l. dat er
geen wetsvoorstellen zullen worden ingediend
die veel geld kosten (aangefcondigd worden
o.a. een nieuw wetboek van iBurgerlijke
Rechtsvordering, eeni regeling van het Ar-
beidscontract, die ook net pu'bliekrechtelijk
element uitsluit, hetgeen misschien wijst op
pubiiekrech'teliijloe sanctie van colioctieve con-
tracten, eeni herziening Van de Gemeenitewet
en van de Drankwet, dt laatste zonder nadie-
re aanduiding, eventedig biesrecht voor de
herhaaldelijk tussclxen de maaiers te bege-
ven; bij: het vervoer van' de laatste schoven
bleven ziji tot donker, en daar de avond toe-
vallig kil en vochtig was, kreeg mijn meester
een leelijke verkoudheid, die zich hardnekkig
op zijta' longen, vastzette, en' hem den gehee-
len winter binnensbuis nield, nagenoeg zon
der onderbreking.
iArme Cathy, zoo hardhiandig uit haar Hei
ne rotnan wakKiar gesohrikt, was sinds het ge-
mis daarvan iaanmerkelijk dlroever, en stiller
geweest, en haar vader dirong er op aan dat
ze minder las en meer beweging nam. Ze had
niet langer zijn gezelsdiap; ik achtte het mijn
plicht om het gemis daarvan zooveel moge-
lijfc door het inijne iaan te vulleneen ontoerei-
kende aanvulling; want ik kon maar twee of
dirie uur rnissen tdt mijn talrijke dagelijksche
beziigheden, om haar voetstappen te volgen,
en dan was mijn gezelsdiap blijkfoaar minder
gewenscht dan het zijne.
Op een achtermiddag in October of in het
in van November een frissdie nattige
acntenniddag, waaibijl de graszoden en de
paden riteeldien van vochfige, verwelkte bla-
deren en die koudte blauwe lucht half verbor-
gen was door wolken 1 donkergrijze regen-
wolken, die smell van het western kwaman op-
zettea en oviervloedigen regen voorspelden
verzocht Ik mijn jonge meesteres om haar
wandelinig op te geven, omdat 'ik zeker was
van' stortbuiien. Zij! weigerde, en ik deed omwil-
Eerste Kamer, Ibenevens geleidelijke afschaf-
fing van de Huurwetteni). Men mag dan ook
verwachten dat we althans voor nog meer
verzwaring van belastingdirufc gespaard zul-
leni blijven, al zal er, naar we hoorden, even-
min aan vennindering zijn te denfcen. En de-
dezelfde onzekefheid die bangt over de finan
cieele politick, omnevelt ook de meer speci-
fiek rechtsche plannen der regeering. „;Re-
geling van de rechtspositie der Kerkgenoot-
sdhappenf'. In welken zin? Tegemoetkoming
aan de bezwaren tegen! de vaocmatie zonder
de algemeene volksgezondheid te schaden".
Hoe? Vragen van belang, dunkt ons. Maar
de Openingsrede doet ze rijzen, zonder er
eenig antwoord op te geven.
Zoo laat ons deze rede vrijwel geheel in
onzekerheid om'trent de hoofdpunten van het
beleid' der regeering. En we wetem dus nog
niet, of we te doen hebben met eeni nieuw Mi-
nisterie of met een slechts weinig gewijZigd
oud Kabinet, dat zijn zwaartepunt niet naar
deni bezuinigingseisch heeft verplaatst.
Doch misschien zullen de hedenl in te dien
nem millioencnnota en; de Memiorie van Toe-
lichting op Hoofdstuk I meer, klaarheid bren
gen.
De Nieuwe Ct. (lib.) schrijft:
„Beperking van publieke uitgaven", zie
daar net „onvermij'aelijlke" middel, dat de
Troourede aanprijst om tot een zuiverder toe-
stand in's lands financieel beheer te komen.
Er wordt aan toegevoegd: „mede te hereiken
door wettelijke voorzieningenl".
iWelke? Behalve deni passus over de De-
partem'enten zien we niet veel aanwijzingen:
de ,,onderscheidene voorstellleni tot vereenivou-
diging van de onderwijs- en verzekerings-
wetgevingl" 'kunneni misschien als zoodanig
worden beschouwd:
Een houvast hebben we aan deze Ope
ningsrede nog niet. Eienj groote quaestie blijft
onbesproken, die we gaarne met eeni woord
hadden zien aangeduxd: de Vlootwet en wat
daarmede zal gebeuren. Zooals we zeiden,
rept de Openingsrede wfel van wettelijke
voorzieningenf' ter ingrijpende beperking van
publieke uitgaven, doch behalve de eene ge-
noemde bezuindging en! de andere die we ver-
moeden, bespeuren we niets. We moeten! ons
vastklampen aan den zoo heeli veel omvatten-
den zin, die als een madhtepreufc klinkt:- „De
bedrijven van den Staat en de zoodanige,
welke daarmee op een lijm zijn te stellen, zul
len aldus zijn te beheeren, dat nadeelige slo-
ten worden vermeden".
IMiocht het later, niet blijken te zijn de uiting
van eeni wil, die boven de macht der Regee
ring gaat.
Deze ,,bezuinigmgs-Openingsrede" hebben
we alfeen als zoodanig bekeken. Voor het
oogenblik is bezuiniging aan de orde. iMaat-
regelen daartoe „onvermijdelijk", zooals
de lOpeningsrede zegt duidelijk aangewe-
zen met vaste hand en scherpe lijln, zouden
haar waarde gegeven hebben. Nu zoeken we
nog behoudeas een eukele uitzondenng
naar dergelijke maatregelen. Wel vinden we
somber-klinkende uitlatingen en een enkele
krachtsuitspraafc, doch dit alles verandert
niet het karakter van deze Openingsrede, die
ten opzichte van haar raison d'etre uiterst
vaag is.
Voor De Tijd (r.-k.) heeft de rede een tijdL
perk van harde noodmaatregel'en ingeluid.
Vooral de ernstige will om te bezuinigen
door bep erking van publieke uitgaven spredct
sterk uit deze openingsrede. Vooralsnog wor
den alleen de groote lijnen 'aangegeven, langs
welke de maatregelen tot versobering in ons
staatelevee zich zullen bewegen. Slechts en-
kele wettelijke voorzieniingea, welke in die
ri'dhting gaan, worden met name genoemdl
doch het geheel dter bezuinigingsiplannen zal
vermoedelijk in de mil'lioenen-xiota van den
minister van financien, nader zijn uitgestip-
peWi Uit hetgeen thans reeds bekendi is blijkt
intusschen, diat de publieke opinie zich op diep-
ingrij'pende noodrnaatregelen heeft voor te
bereiden.
De finandeele toestand is van diein aard,
lig een mantel aan en nam mijn parapluie
om haar op een' wandeling tot achter in het
park te vergezellten; een stijve wandeling die
ze rneestal deed alls ze neerslachtig was en
dat was ze onveranderlijk als Mr. Edgar er-
ger was geweest dan gewoonlijk, iets dat hij
nooit zelf bekende, maar dat zoowel door haar
als door mij opgemaakt werd uit zijn meer-
dere stilzwijgendh'eid en de droefgeestightid
van zijn gdaat.
Ziji wiandelde droevig voort; er was nu geen
sprake van loo'pen of springen, hoewel de kil-
le wind wel geschikt was geweest om haar
tot een wedren te verlokken. En dikwijls kon
ik, van terzijde glutrend, zien dat ze een hand
ophief en iets van haar wangen afveegde.
Ik keek rondl maar eem middel om haar ge-
dachtem aif te leiden. 'Alam eem kant van den
weg rees eeni steile, ruwe hoogte op, waar
hazelaars en fcrom gegroeide eiken, met hun
wortelis half Moot, zich onzeker vast hidden
de gtrond was voor de laafste to los; en sterke
winden hadiden sommige bijna horizonitaal ge-
bliazeni. to den zomer had Miss Catharina er
haar vreugtdfe in om langs hum' sitam op te
klimmen em in de takkemi te zitten; en twimtig
voet boven' diem grand te schommelen; en' ik,
die vetrmaak schepte in haar vlugheid en haar
lidut, Mnderlijfc hart, ocrdeelde het toch ge
wenscht haar iederen keer dat ik haar op zulk
eeni verhevemheildi ontdekte een stamdje te ma-
kent, maar zoo dat ze wist dat het met rnood-
dat eene regeering. zidh van hare zware ver-
antwoordelijkheid bewust, door papieren pro-
testen, rumoerige vergaderingen of straatbe-
toogingeh van verontwaardigde bel'angen-
groepen zich niet kan laten weerhouden van
de maatregelen, welke ziji in' 's lanldls belang
noodzakelijk adit.
Vfllen1 in den lande zijn overtuigd, diait da
bezuiniging niet mag uifblijvem. Malar, alien
hebben bun heilig huxsje? waaraan door onze
'bezuinigings-dictators met mag worden ge-
raakt. En toch zullen alien moeten berusten
in de harde waarheid, diati het meil onzer
volkswelvaart eerlang met groote sprongen
maar bened'en zal gaan, wanneer de verso
bering niet met ombuigbare hardnekkigheid
over geheel de linie wordt doorgevoera. Het
achterwege laten van elke medededling be-
'treffende de ontworpen Vlootwet beteekeat
blijkbaar,, dat dje beperking der nuttige uit
gaven zich ook over de departementeni van
marine en ooillog zal uitstrelkiken
Het Centtrum (r.-k.)
Een Openingsrede, weflke niet overllademi Is,
maar evenm in schraal en zeker niet onbelang-
rijk. j
De Regeering zet hare taak voort op een
wijize, zooals men dit, in't algemeeni, ver
wachten kan.
Uit Het Huisgezia (r.-ik.)
Wordit opgemerkt, dat in de Opemimgsrede
niet veel ,perspecitief zit, dan is dit oonieel
voorbarig, wijll zij niet meer geeft dan
dte n-clitiijiien een' groote ridhtlijn: vo6r all
ies bezuiniging en uit de Staatsbegrooting
blijken' zal, hoe voor het komeode jaar de be
zuiniging,gedacht is.
De b&odschap is afwachten; wij voor ons
voegen er bij: met vertrouwen.
„Een weinig zeggendi stuk" is bet oordetel
yam Het Volk (s.-d.).
„Beperking van uitgaven", „vereenvoudi-
ging van de onderwijs- en verzekeriingswetge-
ving", ingrijpende verandteriing van beias-
tingwetgeving" „vermijding van dte nadeeliga
sloten der staaitsbedrijvea", dat zijn de eenige
uitdx-ukkingen, die met dte beroemdte bezuini
ging verband sdujnen te houden Zondtert
men het laatste uit, dan maakti ons dat ales
maar heel weinig wijzer. En ook wat dte te-
korten der staatsbedrijven beireft, blijkt rniet,
of men die reeds aanstonds in dit eerste re-
geeringsjaary dan wel geleidelijk wit Haten
verdwijnen', noch ook hoe men ze the keer will
gaan, door organisatorisdh ingrijpen, dan wtel
langs de verderfelijke methode van een aan-
val op de loonem.
Cpmerfcedijk is alleen, dat, behalve dte
staatsbedrijven, slechts 'onderwijs en verzeke-
ringswetgevxng onderwerpen van bezuiniging
worden genoemd. Wij willen vblstrek niet zeg-
gon, dat wij op deze beide punten alle bezui-
nigmg afwijzen. 'De bevordering van het sek-
tenwezen brenigt in htet omiderwijs ved1 ontoe-
laatbare verspil'ing eni de organisatie der so-
ciale verzekering is zeker ook niet gehetel meit
gepaste zuinigheid opgezet. Maar de vage ter.
men der troonrede laten dte vraag geheel
open, of men de bezuiniging in deze richting
zal zoeken, dan wtel door maatregelen die de
vruchtem van onderwijs en verzekering in ge
vaar brengen. Wat daaromltremt tot dusver
voorgestelci en verluid werd, doet het ergste
vreezem. Maar in elk geval bewaart de troon
rede een blijkbaar opzettelijke geheimzmnxg-
heid diaarover.
Tetekenend is intuschen, dat het bezuiini-
gingskabinet met geenl woord' over de zoozeer
mogelijke bezuiniging op leger en .vloot rept.
Dit is geen tegenvaller; nieinand had iets an
ders verwacht. Het mlinisterie is nu eenmaal
geheel in de macht dter militaristen. Maar er-
gerlijk blijft het
Ook verdter beijverdten de stellers der troon
rede zich', om voorlbopig nog zoo weinig rno-
gelijk vat op zich te geven. Zoo wordt „gte-
teiidtelijke afschaffing der huurwetten" aange-
kondigd. Weinigen zullen meenen, dat dte
huurwetten vereeuwigd moeten worden. Maar
velen zullen met ons van oordedl zijn, diat,
zakelijk wias om1 naar beneden te komen. Van
het diner tot aan de thee placht ze in haar
door den1 wind' geschommelde wieg te liggen,
zondier iets te doen d'an voor zich zelf oude
liederen te zingen die ik haar als kind ge-
leerd had of de vogels, de medebewoners,
gade te slaan1, als ze hun jongen voedden en
beproefdeo te doen1 vli'egen, of zich met geslo-
ten oogleden in te nestelen, half denkend en
half droomend, gelukkiger dan woordeni kun
nen' uitdrukken.
,,'Kijk eens, jutffrouiw P' riep' ik uit, terwijl ik
naar een hoek onder de wortels van een ge-
draaideu boom wees. „Hler is de winter nog
niet. Daar boven op is een bloempje, de laat
ste knop van een menigte lenteklokjes, die de
ze graszoden in Juli met een paarschen mevel
overdekten. Wilt u er op klauteren en het
plukken om het papa te laten zien?"
Cathy staarde langen tijd op den eenzamen
bloeseni', die trildte in zijn aardSche schuil-
plaats, en antwoordde ten slotte:
„Nben, ik wil hem niet aanraken maar
hij1 ziet er diroefgeestig uit, niet Elltem?"
„Jla," antwoordde ik, ,J)ijn:a even, kwijnend
en futloos als u uw wangen zijn, bloede-
loos; laiten we elkanders handen vatten en
hardl'oopen. U bent zoo neerslachtig, ik ge-
loof dat ik u bijl zal kunnen' houden.
Word! vanvolgd.