Alkmaarschs Gourant Stormachtige hoogten. Honderd Oris en Twlntigste Jaargang, Woensdag 11 October. Geneeskundige brieven. F e n i 11 e t o n. Rechtszaken 240. 1922, Groote en geneeskundige pers. In mijn eersten brief wees ik op de moeilijk- llieden, die verbonden zijn aan de taak, welke dk op miji heb genomen. H'ad ik op dat oogen- iblik bet verslag van een vergadering der Ned. Mij. tot bev. di. Geneeskunst, dat mij dezer da- gen toevallig in handen kwam, gelezen, dan zouden misschien al mijin brieven, dus ook deze, in de pen gebleven zijn. Daaruit werd miji toch weer eens akelig duidelijk, welke groote verantwoordelijkheid rust op hem, die voor leeken over geneeskundige zaken schrijft. IH'et 'ging voomameliiik tegen de ..Nieuwe iRotterdamsdhe Courant, die dikwijls zeer nitvoerige uittreksels gaf van artikelen uit geneeskundige periodieken of deze zeifs ge- heel overnam, en daarbij meer op't belang- wekkende dan op Ibet belangrijke lette. En 'juist in die belangwekkende berichten scbuilt dikwijls een publiek gevaar. De geneeskunde is voor een goed doel een ervaringswetenschap. Door dederen arts wordt ervaring opgedaan. iDeze beperkt zicb tot de" korten duur van zijn leven en tot het gebied', zoowel plaatselijk als wetenschappelijk ge- sproken, van zijn werkzaamheid Toch is het zeer nuttig, wanneer biji die ervaring in rai nier bring bekend maakt en anderen dat even- eens doen. Iinmers op die wijze leert men de ervaring van velen kentoen, e/i dat de een heeft opgemeikt, fcan warden getoest aan het- geen anderen vonden. Komen vele ervarmgen overeen, dan wordt de overtuiging versterkt, dat wij opi den goeden weg zijn iHet komt ook voor dat de ervaring van den een gebeel in strijd is met die van een1 ander. De geneeskundige zal van zulke publicaties derhalve nooit zonder de noodige critiek Ian nis nemetni, hijl gaat riiet op een enkele mede- deeling af, maar vergdijkt deze eerst met de berichten van anderen en met zijn eigen er varing. HIiji weet toch maar al, te goed, dat zijn wetenschap in vele opzichten er een is van vallen en opstaan, dat zij1 slechts langzaam door zoeken en tasten vooru^ gaat en dat maar al te dikwijls'm metvuur en overtuiging ontstane en vercledigde meaning op den duur met houdbaar blijkt en voor gansch andere inzichten moet wijken. Wat voor de ervaring geldt? is dikwijls ook van toepassing op proefnemmg. Niet het miinsfc de aan de ervaring gestelde grenzen hebben den onderzoekenden geest er toe ge bracht omI zijn ervaring kunstmatig uit te breiden door zelfs de voorwaarden te schep- pen, die anders slechts het toeval bood. Nu zijn er groote deelen van wat tot de genees kundige wetenschap gerekend wordt, die zich heel goed voor het nemen van proeven leenen. Maar andere deelen, en dat zijn juist de meest gewichtige, doen dat niet. Ten' slotte komt het toch neer op, het ontstaan, het ver- loop en de genezing van ziekten: biji den mensch. lEn het is even ongeoorloofd om bij Wijze van experiment iemand zieic te maken, als hem biji ziekte te gebruiken om den invloed van allerlei geneeswijzen na te gaan, zoolang niet de eerlijke, wetenschappelijk te verdedi- gen, overtuiging bestaat, dat deze van gun- stigen invloed en zeker niet nadeelig voor hem zuillen zijn. Men heeft zijn toevludht, en lang niet altijd zonder vrucht, gezocht in proefnemingen op dieren. Aan1 die proeven heeft onze weten schap veel te darken. De werking der orga- nen, de weefsels konden op die wijze worden onderzocht, en daarbijl werden uitkomsten vericregeu, die zonder veel moeite ook voor den mensch van toepassing mochten worden geacht. En men ging verder. De invloed van bepaalde stoffen op de levensverrichtiagen kon biji het dier nauwkeurjg worden bestu- deerd. Vooral de studie der ziekmakende bacterien heeft door dierproeven tot lioogst belangrijke gevolgtrekkingen geledd. Zonder dat zou het thans niet mogelijk zijn, om te gen zoovele ziekten' voorbehoedend te kunnen optreden. Hoe groot het get al slachtoffers in den laatsten ooriog ook was, Jhet zou nog ontzettend veel grooter zijn geweest als niet de soldaten vooraf tegen typhus en andere ziekten waren ingeent en als niet d'oor regel- matig toegepaste inspuiting der verwonden, de zoo zeer gevreesde stijifkramp tot zeer ge- linge verhoudingen was teruggebracht. Maar hoeveel langs dien weg ook is befeikt, toch kan niet al het gevondene op den mensch worden toegepast en wat wetenschappelijk de meeste waarde zou hebben, proeven op den mensch zelf, bdjv. bij ziekten, die aileen bij hem en niet bij, dieren voorkomen, is en blijft 83) het Engelsch van Emily Bront£. dfoor W. A. C van Skien. HOOFDSTUK XXVIII. Op dm vijfden morgen, of liever namiddag naderde een ander stap vlugger en korter en dit keer trad de persoon de kamer bin- nen. Het was Zillah met haar scharlakene doek om, een zwarte zijden muts op haar hoofd en een wilgen mandije dat aan haar arm slingerde. „0, hemel! Juffrouw Dean!" riep ze uit. „Wel daar wordt wat over u in Gimmerton gepraat. Ik dacht niets anders dan dat u in het Blackhorse moeras verdronken was en de juffrouw ook, tot de meester mij vertelde, dat u gevonden was en hij u hier had gelogeerd Wei en u bent zeker op een eiland geweest? En hoe lang hebt u in de benauwdbeide ge- zeten? Heeft de meester u gered,, juffrouw Dean? Maar u bent niet zoo mager u hebt het niet zoo slecht gehad, wel?" „Uw meester is een echte schiurk", ant- woordde ik. „Maar hij zal zich hebben te verantwoorden. Hij had dat vertelsel niet behoeven rond te strooien het zal alles bloot gelegd worden." „Wat bedoelt u?" vroeg Zillah. „Hij ver- Mt het niet ze vertellen dat in het dorp dat u verloren geraakt bent in het moeras: en ik zeg tegen Eamshaw, als ik binnenfcom: natuurlijk uitgeslofen. 'Behalve dit alles is er nog meer, dat maakt, dat men vele publicaties op de geneeskundig gebied steeds met de noodige reserve, ja soms met wantrouwen moet lezen. De menschelijke ijdelheid even goed als 'n sterk ontwikkeld op- timisme, kan jonge onderzoekers er gemakke- lijk toe brengen om voorbarig medeaeelingen te doen. Een toevallige waameming, en ver- meende ontdekking wordt dadelijk gepubli- cecrd, in plants van de zaak eerst wat te laten bezinken, controle proeven te doen of ruimere ervaring af te wachten. IHIet zijn waarlijk niet de eersten de bcsten die zich hieraan hebben schuldig gemaakt eni theorien verkondigd, waarvan na een igen tijd al bitter weinig overbleef. Voor wie oud genoeg is om het zich te herinneren, behoef ik slechts de aanbeveling der tuberculose als geneesmiddel voor tuber, culose door Koch te noemien. Er komen ook geneeskundige publicaties voor, die opzettelijk misbruik mogen heeten De wijze waarop groote fabriekcn van chemi sette producten nieuwe geneesmiddelen tekenc tracliten te maken, kan todi moeilijk anders betiteld worden. Wanneer een jong assistent in een ziekenhuis wordt uitgenoodigd een be- paald middel, dat tegen een hpaalde ziekte moet helpen,- eens op zijn kliniek te beproevien en hem daarbij een flink bedrag wordt toege- zcgd als hiji zijn .uitkomsten publiceert, dan kan het niet uiibliijiven of er zal al than een enkele niet tegen de verieiding bestand blij- ken en of voorbarige berichten zenden of zijn uitkomsten flatteeren om bij de fabriek in de gratie te blijven. iNaar men zegt, kwam dit euvel in iDuitschland vriji veel voor. Nog erger is het, wanneer het een kwak- zalver gelukt om de hulp van een geneeskun dige te vinden en deze zich dus feitelijk tot opzeftelijlk bedrog leentt. Maar dit raakt het onderwerp van dezen brief in mindere mate, omdaf voor dergelijke praktijken slechts zd- den de geneeskundige pers wordt gebruikt, die er zich trouwens in vele gevallen- niet toe leenen zou, en deze lieden meer per adverten tie of per vlugsdirift weiken. In de geneeskundige pers geplaafst, doen al de genoemde en dergelijke publicaties niet al te/ ved fcwaad, omdat de lezer dan tot oordeden bevoegd ra. Nfeemt het publiek, dat niet tot goede critiek in staat is, van zulk ge- schrijf kennis, dan wordt het erger. Niet zoo- zeer wanneer het wetensdiappelijke experi- menten betreft, die het toch niet begrijpt. Wanneer een uit een geneeskundig tijdsdirift overgenomen arti'kd vertelt, dat de zweetsecre- tie via het vegatatieve zenuwstelsel onder in vloed van de enidokrine kliereni staat, dat hoo- ge serumconcenltratie de zweetsecretie vertnin- dert en suiker-iUspuitingen dan de aspiaine- werking weer tot haar recht doen komen, dan begrijpt de leek daar toch weinig1 of niets van. Maar wanneer wordt beridit dat bij, ver- lamming opzettelijke besmetting met mala ria genezing kan brengen, wanneer voiledige beh andel i ngswij zen met opgave der te gebrui ken hoeveelheden worden overgenomen, wan neer ondoordachte meeningen, dat tegen een bepaalde ziekte toch iets te doen is, dat het verloop bij die en, die verschijnselen altijd doodelij'k is, wordeni verspreid, dan wordt de zaak bedenkelijk. Die berichten waren toch zonder controle overgenomen, men kan ho mers niet aannemen dat de redactie van een courant zelf eerst de juistheid van het be- rich't beoordeelt, geste'd al dat ze hier toe in staat zou zijn. Na een paar dagen ver- schijnt misschien een ander arttkel, dat het eerste ten eene male weerspreekt, dodi nu aan de aandacht van de redactie ontsnapt en dus niet wordt overgenomen. Pinkhof heeft er eens op gewezen, dat de bercihten van een courant zoo dikwijls den volgenden dag wor den weersiproken. Het publiek heeft er wei nig schade bij, ais het vandaag leest, dat een ambassadeui" in Montevideo is vermoord en morgen, dat de courant verkeend was inge- licht en de man nog springlevend is. Maar als door een overijild bericht bij een zieke niet te vervuken verwachtingen worden opgewekt of van den anderen kant alle hoop op her- stel de bodem wordt ingeslagen, dan laadt de courant wel een zware verantv/oording op zich. In het eerste geval zullien patienten mis schien alles opofferen om de voorgespiegelde genezing te verkrijgen en een verre reis ma ken om den schrijyer van dat artjkel op te zoeken, om ten slotte toch bedrogen uit te komen. Voor T tweede geval wordt slechts zelden bedacht, dat een absoluut ongunstige voorspeliing op den patient ongeveer den zelfden invloed^ heeft ais het hooren uitspre- ken van het doodvonnis voor den beschuldig- de. En bijzonder erg wordt het wanneer de courant er zich toe leent om door opnemen van soortgelijke' berichten kwakzalvers in hun praktijken behulpzaam te zijn, zooals Pink hof tereoht zegt: „ten koste van een publiek, dat juist te geleerd is geworden om zich met „Wel, er zijn rare dingen gebeurd, mr. Ha- reton, sinds' ik wegging. Het is heel jam mer voor die knappe jonge deei'n en die nette Nelly Dean." Hij keek verbaasd, ik dacht dat hij niets ge- hoord had en daarom vertelde ik hem het ge- ruclit. „De meester luisterde en glimlachte bij zichzelf en zei „Als ze in het moeras geweest zijn, zijn ze er nu uit, Zilah. Nelly Dean is op het oogen- blik in jouw kamer gelogeerd. Je kunt haar vertellen dat ze weg kan gaan als je naar bo- vea gaat. Hier is de sleutel. Het moeras- water kwam in haar hoofd en ze zou heel snel naar huis geloopen zijn, maar ik hidd haar vast tot ze weer bij, zinnen gekomen was. Je kunt haar verzoeken dadelijk naar de Grange te gaan als ze daartoe in staat is, en een boodschap van mij over te brengen dat haar jonge meesteres bijtijds zal volgen om de begrafenis van den squire bij te wonen." „Is Mr. Edgar niet dood?" hijgde ik. „0! Zillah! Zillah!" Neen, neen ga zitten, mijn goede juf- frouwf', antwoordde zij1, „u bent nog eeht ziek Hij is niet dood: dr. Kenneth zegt, dat hij nog wel een dag zal lteven ik ontmoette hem op den weg en vroeg het." In plaats van te gaan zitten, verzamelde ik haastig mijn muts en toebehooren en haastte miij naar beneden; want de weg was vrij'. Toen ik het huis binnentrad1 keek ik rond naar iemand, die mij! inlichtingen kon geven over Catharina. ;De plaats was gewuld met zonneschijn en de deur stond wijd open; maar niemand I vertrouwen den weg te laten wijken door menschen die daartoe zijn opgeleid, maar nog niet genoeg ontwikkeld om te begriipem, die die inzenders onwetende en gewetenlooze beurzensnijders zijn." Een ander bezwaar tegen overneming van artikelen uit geneeskundige tijdsdiriften is onlangs naar voren gebracht, toen een pa tient zich zelf herkend had in een beschreven ziektegeval. In wetensdiappelijke mededeelin- gen is het dikwijls noodig, een afzonderlijk geval uitvoerig te beschrijven. Al laat men daarbij ook naam en woonplaats weg, dan blijft er toch dikwijls nog genoeg over, waardoor de herkenning mogelijk wordt. Dit gevaar is al heel gering, wanneer de kennis- neming niet verder gaat dan biji de lezers van een geneeskundig blad. Het is niet aileen overbodig, maar kan schadelijk worden, als dergelijke mededeelingen ondier het grocte publiek worden gebracht. Eerlijkheidshalve moet erkend worden, dat sommige geneeskundigen ook niet vrij uitgaan en soms in publieke bladen meer schrijven dan wenschelijk mag heeten. Dit1 is dan ook de reden geweest, dat de Mij. van Geneeskunst niet kraditiger tegen de groote bladen heeft willen optreden. Maar verbetering zou toch zeker te berei- ken zijn, indien groote en kleine pers beide er van doordrongen waren, dat groote voor- zichtigheid in, dit opzicht geboden is en daarom nimmer geneeskundige artikelen overnamen zonder dat deze zorgvuldig waren beoordeeld. Die beoordeeling kan uit den aard der zaak slechts door een geneeskundige ge- schieden, die eerst moet nagaan, of de in- houd voldoende wetenschappelijk gefundeerd is om als rijpe vrucht aan het groote publiek te mogen worden voorgezet en dan heeft te waken, dat geen persoonlijke sdhade zal worden aangericht in een der boven,genoemde opzichten, Bovendien zal ook de geneeskundige in zijn geschrirten goed doen de noodige voorzichtig- heid te betrachteri. Bij publicatie van een be- paa'd geval zijn namen en, plaatsen meestal overbodig en dan kan als piafraus een gelijk- matige verschuiving van alle' data de betrok- kenen gemakkelljk van het spoor brengen zonder dat /ian de wetensChappelijke beteeke- nis iets wordt te kort gedaan. En vooral bij het schrijven van artikelen voor een niet ge neeskundig publiek zal met het bovenstaande rekening gehouden moeten worden. Ondterge- teekende zal er zijn best voor doen. H. A. S. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van 9 October. RIJWIELDIEFSTAL. Eduard M. te Helder heeft terecht.gestann ter zake rijwieldiefstal. Het rijwiel heeft bij te Schageu voor 20 ten eigen bate ver- kocht. De zaak werd aangehoudem en thans gehoord de reclasseeringsambtenaar, die om- trent E. M. rapporteerdeopleggen' van een voorwaardelijke veroordeeling. De officier vereenigde zich daarmede en vorderde 8 maanden voorwaardelijke gevan- genisstraf met 3 proefjaren en bijzondere voorwaarden. Vonnis: 6 maanden voorwaardelijke ge- vangenisstraf met 3 jaar proeftijd. DIEFSTAL VAN BLOEMDOLLEN. Eveneens werd voortgezet de zaak tegen P. J. G., bol'lenkweeker te De Burg op Texel Deze heeft zich schuldig gemaakt aan, diefstal van bloembollen. Bekl. was tijdens het ple- gen van het feit beschonken. De reclasseeringsambtenaar adviseefde, dat beklaagde niet in aanmerking kwam voor een voorwaardelijke veroordeeling. Eisch50 boete subs. 50 dagen hechi Vonnis: Conform den eisch. WEDERSPANNIGHEID IN VEREENIGING. De beklaagden Klaas J. en WiHm B., bei- den te Bovenkarspel, stonden terecht ter zake wederspannigheid tegen de rijksvddwaehtens Laagland en de Bleek, did hen op 21 Juli bet- trapten op een jachtwetovertreding en- die ge- weren in beslag wilden nemen, tegen welke inbeslagneming beklaagden zich in vereeni- ging hebben verzet. In deze zaak trad mr. Zeijlemaker op als verd'ediger en waren be halve de twee rijksveldwachters ook nog door de verdediging 2 getuigen h decharge gedagvaard. De rijksveldwachters troffen be klaagden, benevens nog een zoon van lsten beklaa-gdfe, aan in een bootje. De inbesl'agna- me geschiedde op grond van de Wapenwet Een der rijksveldwachters heeft een schot ge- lost, toen tweede beklaagde het geweer vast- hield en probeerde den rijksveldwachter de inbeslagneming te verhinderen. lste beklaagde zeide, dat hij: met 3 gewe- ren op jacht ging. De twee andere geweren behoorden tot de reserve. Tweede beklaagde is met de knieen op een scheen bij de hand. Terivijll ik aarzelde of ik terstond weg zou gaan- olf terugkeeren en mijh meesteres zoeken, troto een lidite. hoest mijn aandacht naar den haard1. Linton lag op de bank als eenig bewoner en zoog aan een stuk kandijsuiker en volgde mijn bewegingen1 met onverschiffige oogen. „Waar is Miss Catharina?" vroeg Ik streng, in de onderstelling, dat ik hem door vrees er toe kon brengen om inlichtingen te ge ven als ik hem zoo aileen aanpakte. Hij zoog voort als een onnoozel kind. „Is ze weg?" zei He. „iNleen," antwoordde hijze is boven —- ze mag niet weggaan, dat zullen we niet toe- 1aten." „Wil je dat niet toelaten, kleine idioot!" riep ik uit. „Wijs mij onmidd'elllijlk haar ka mer of ik zal je eens flink- doen- huilen." „Papa zal je.doen huilen als je probeert omi daar te komen," antwoordde hij. „Hij zegt, dat ik niet zadit moet zijn tegenover Ca tharina; ze is mijn vrouw en het is schande- lijk dat ze verlangen zou mij te verlaten Hij zegt, dat ze mij haat an verlangt dat ik zal sterven omi mijn geld te hebben-; maar ze zal iet niet krijgen: en ze zal niet naar huis gaan S Dat zal ze nooitze mag schreien en ziek- zijn zooveel als ze maar wil P Hiji hervatte zijin vorige bezigheid terwijl hij zijn oogen sloot alsof hiji van plan was in slaap te vallen. „Jongenheer iHeaihclilff," hemam ik, „hebt u al Catharina's vriendelijkheid jegens u den vorigen winter vergeten, toen u verzekerde, dat u haar liefhad en toen ze u boeken bracht en liederem voor if zong, en menigmiaal door geweer gaan liggen toen de vddiwachtara die in beslag wilden nemen. Mr. Zeijlemaker vroeg of de verbalisanten in uniform waren. Getuige antwoordde: „in burger. Verdediger zeide dat in de dagvaar- ding staat: „gekleed in uniform" Tijdens de woi'stellng is een schot afgegaan en dit heeft bekl. Jonkman in het been getroffen. Er is niet opzettelijk geschoten. 2e bekl. heeft niet ge hoord dat er gezegd is: „Rijks politic". Plei- ter stelde aan "de gtuigen k charge nog vex- schillende vragen. De getuige a decharge, P. Zwagerman, zwager van le bekl., verklaarde, dat hij ook in een bootje op de jacht was. Hiji heeft geen kwestie gehad met de veldwachters. Hij, heeft de hand door de politic zien opsteken, doch heeft niet gehoord, dat de veldwachters zich hebben doen kennen als rijkspolitie-ambtena- ren. Hij heeft niet gezien op welke wijze de revolver is afgegaan. De rijksveldwachter Laagland demonstreert hoe aan het geweer is getrokken. Werd nog gehoord H. Valk, 2de getuige h decharge. Deze verkaarde, dat de veldwach- ter de Bleek en beklaagde Brouwer het ge weer vasthielden, terwijl de andere veldwach- ter in dreigende houding met de revolver in het bootje stond. De verdediger vroeg of de veldwachters zenuwachtig waren. Getuige zeide, dat ze zoo wit zagen als een doek. De officier verzocht vooriezing van het proces-verbaal en rectificeerde voorts dat de ambtenaren niet in uniform waren gekleed, hoewel dit er, naar het oordeel van aen offi cier, niet zooveel toe deed, daar de verbali santen als politie-beambten bekend waren. Spreker hield een uitvoerig requisitoir en achte het ten Taste gelegde bewezen. Ter slot te werd ter zake dit emstig verzet tegen be klaagden ieder 1 maand gevangenisstraf ge- eischt. Mr. Zeijlemaker laakte het optreden der rijksveldwachters en gaf dezen die schuld van het gebeurde. Pleiter ontkende dat een straf- baar feit is gepleegd, die het ingrijpen der verbalisanten wettigde. Voorts wees pleiter op den zenuwachtigen toestand der verbali santen. Ze hebben aanvankelijk zelf verzuimd naar naam- en- adres der verdachten te vra gen. Pleiter ontkende de ten laste gelegde wederspannigheid in vereeniging. Pleiter con- cludeerde ten slotte vrijspraak, subsidiair ontslag van rechtsvervolging. Na repliek en uitvoerige dupliek van den verdediger handhaafde deze zijn conclusie. De rechter stelde zijn vonnis uit tot a.s week, achtte echter het ten laste gelegde be wezen, noemde het verzet van lsten beklaag de niet zoo emstig. De rechter was voome- mens indien hij tot veroordeeling overgaat. bekfeagden te veroordeelen tot geldboete! Den ambtenaar der reclasseering werd opge- dragen de financieele draagkradit der be klaagden te onderzoeken. EENVOUDIGE BELEEDIGING. Aaltje V., huisvrouw van J. P. te Uiik, stond in nationaal costuum terecht ter zake beleediging van haar dorpsgenoote Jannetje Post, huisvrouw van J. Korf. Zij heeft deze voor dief en oplichteruitgescholden. Dit werd door haar erkend. Het feit is op 22 Juli gepleegd. Beklaagde staat, volgens de ingekomen in lichtingen, bekend als de schrik van de buurt. Beklaagde zeide, dat getuige Jannetje Post haar 66k uitgescholden had. Eisch25 boete of 25 dagen hechi Von nis: 20 boete subs. 20 dagen hecht. KIPPENDOODEN. De 60-jarige metselaar Jan W. te Blokker heeft 3 kippen van' P. Nlauta om hals ge bracht. Hij hield ze zoolang vast tot ze „stii" waren. Getuige vond de kippen op 27 Juni dood op zijn erf. De dieren waren geworgd. EischJ 25 boete subs. 25 dagen hecht. Vonnis: 20 boete subs. 20 dagen hecht. DIElFSTAL VAN AA'RDAPP'ELEN. De beklaagde Dirk de ,B., arbeider te Brock op Langendijlk, stond terecht ter zake weder- rechtelijke toeeigening van een- zak aardap- pelen. Bekl. ontkende de aardappeleni te hebben willen stelen. Hij had de aardappeleni in ruil gekregem. Uit den wagen uit i'edere mand 'n paar. Oyerigens was er niemtand die uit de redeneering van beklaagde wijs kon worden. Eindelijfc werd het duidelijk, dat hij een mand aardappelen van Leegwater had -ge- stort in den wagen van de firma Vr-oegop. Bekl. was aangenouueni door den rijksveld wachter v. d, Molem. iHIji had in bezit een zakje aardappelen. Het werd deni rijksveld- wachter weldira duidelijlk, dat bekl. niet eer- liik aan die aardappelen was gekomen,. Gehoord werden nog 2 getuigeni a dec' - arge. Eisch40 boete of 40 dagen hechtenis. Bekl. vroeg vrijspraak. Vonnis: conform den eisch. wind en sneeuw kwam om u te bezoeken? Ze weende als ze maar e&i avond miste, omdat u teleurgesteld zou zijn; en u voelde toen, dat ze honderdmaal te goed voor u was, en nu ge- looft u de leugens die uw vader vertelt, hoe wel <u weet dat hijl ui beiden verfoeit. En u trekt een lijn met hem tegen haar. Dat is prachtige dankbaarheid, niet waar?" 'Linton liet zijn lip hangen en hiji nam het stuk kandijl van zijn lippen. ,,'Kwam ze naar Wuthering Heights omdat ze u haatte?" vervolgde ik. „Denk zelf na! Wat uw geld betreft, ze weet zdifs niet dat u er iets- fan krijgen zult. En u zegt dat ze ziek is, en toch laat u haar aileen daaiboven in een vreemid! huis! U, die gevoeld -heeft wat het beteekent verwaarfoosd te wordenU kon me- ■delijden hebben met uw eigen Idjden; en zij: had er ook meelijl meemaar u wilt geen me- delijden hebben met dat van haar? Ik stort tranen, jongenheer IHeathcliff, zooals u ziet een vrouw van leeftijd en een1 diensfbode en u, die zulke genegenheid hebt voorge- wend, en zooveel reden hebt om haar bijna te vereeren, bewaart iederen traan' die u hebt voor u zelf, en ligt daar beelemaal op uw ge- mak. Ou bent een hartelcoze, zelfzuchtige jongen!" „Ik kan niet bij haar blijVen," antwoordde hij, stuurs. „Ifc wil zal'fs niet bij haar blijven. Ze schreit zoo, ik kan het niet verdragen En ze zal wel niet uitscheiden,, al zeg ik dat ik niijn vader zal roepen ilk riep hem eens en iiiij dfeigde haar te worgen als zfe niet rustig was; maar ze begon opnieuw zoodra hij maar het vertrek verlaten had en kermde en tobde heel den nacht, hoewel ik gilde van ergernis, MLSHANDELINO. De gebroedera Jan cm Piet V. te Barsan- gerhorn hebben' op 18 Juli de aldaar wonen- de L. Vries mis^andeld, tengevolge waarvan V. bloedend werd verwond. Pieter V. gebruikte een tabaksdoos om Vries af te arogen. Beide beklaagden zijn bij Vries over het bek geklommen. Jan V. be- weerde nu zijn broeder te hebben wegge- haald. Hij; ontkende Vries mishandeld te heb ben. De vrouw van deni ^nishandelde heeft den twee den, beklaagde zien; schoppen:. Eisch tegen ieder 30' boete of 30 dagen hechtenis. Vonnis: J. V. 30 boeie of 30 dagen.. P. V. werd vrij'gesprokem. OIPiLI'OHTING, iMaria L., te Akersloot, had zich in Junl en Juli schuldig gemaakt aan oplichting van de winkelierster Marijit'je de Jager. Zijl bestelde sajet em andere goederen op deni naam van mej. Olgers, van wie zij, een brief je heette te hebbeni medegekregen. Dat brief je was valsch. Mej. Olgers als getuige gedagvaard, ver klaarde de bewuste brief jes niet te hebben geschrevem. Opgedragen werd aan den beer Mubring om1 een omderzoek in te stellen, en de verdere behandeling geschorst tot over vier weken. MiIiSIHANDELIING. De arbeider Klaas M., te Hoorn, stond te recht ter zake mishandeling van den getuige Machielse in den, nacht van 16 op 17 Juli. Het feit was gepleegd in het cafe van Nieuw- land. Machielse zeide met een bierfleschlje te zijin geslagen. Bekl. ontkende met eeni fleschje te hebben geslagen. Bekl. was kellner in het cafe. Ma chielse zeide wel een uur bewusteloos te heb ben gelegen. Eeni tweede getuige had wel een klap zien geven, doch wist niet of daarvoor een' bier- fleschje was gebruikt. Eisc11; 50 boete subs. 50 dagen hechtenis. Vonnis: f 30 boete of 30 dagen hechtenis. MI'SHANDE'LING VAN POLIT1E- BEAMIBTEN. De niet. versc^enien beklaagd Jozef F., te Helder, moest zich verantwoorden ter zake dat hijl op 6 Juli de agemteni Bakker eni Al- lard zou hebbeni mishandeld. Bekl. bamoeide zich met de uitzetting van een beschonken persoon uit de Scala-bjos- coop. Stompte en sloeg de agentem en gaf Allard kopstooten. Eisch: 50i boete subs. 50 dagen hecht. Vonnis: 2 maanden' gev. met vrijspraak van de mishandeling van agent Bakker. DIEFSTAL VAN E'EN DEKKLEED. De beklaagde Pieter Michiel K., te Texel, had zich schuldig gemaakt aan diefstal van een dekkleed tern madeele van den winkelier C. Huisman te deni Burg op Texel. Bekl. was niet verschenen. De waarde was 28.50. 'Eisch': 50 boete subs. '50 dagiem hechte nis. Vonnis: conform' deni eisch. WE IGiE'R ING OM 'VOOiR1 DEN KEU- RINOSRAAD TE VERSOHIJNEN. Maarten D., te Andijk, -militieplichtige, heeft geweigerd voor den keurimgsraad te Winkel te verschijnem. 'Eisch: 25 boete subs. 25 dagen! hecht. Vonnis conform den eisch. MISHANDEILINO. DC landman 'Simon L., wonende te Wie- ringen, had in deni avond van 31 Juli den landbouwer C. de Vries te Hypolitushoef, ge slagen. _De Vries werd '2 maal geslagen. Bekl. zit er goed bij, wat zijn financien be- trof. Eisch 25 boete subs. 25' dagen; hfedh. Vonnis 40 boete subs. 40 dagen hechtenis. MISHANDELING. De arbeider Petrus B., te Noordsch'arwou- de, had op 31i Juli den: bejaarden Simon Ton mishandeld. Bekl. was dronkem em wist er niets; meer Van. Er bestond geem aanl'eiding voor de misi- hiandeling. Ton was later nog een® mishan deld. Een persoon had hem naar h'uis ge bracht en zeide: Zeg maar, dat de transport- arbeiders het gedaan 'hebben,. Eisch: 30 boete subs. 30 dagen; hecht. Vonnis: conform den1 eisch. VE'RDUI'STE'RING EN D'OODEN VAN E'EN ANDERS DIER. Dirk T., koopman te Zijjpe, had' in den) kost eeni geitebok, behoorende aan zekeren Koedij- fcer te Helder. Hij; had dit dier geslacht en het vleesch verkocht voor hondevoer, terwijl hij het vel verkocht voor 2. Bekl. erkende. Het dier was nagenoeg d'ood'. De oude Slikker 'had den bok uit' den greppel gehaald. Dirk T. had dat geld niet aan Koedijker vergoed. Eisch: 3 maanden gevangenisstraf. Vonnis: vrijspraak voor verduisfering, subsidiaire feit 15 boete of 15 dageni hecht. VERDUrSTERINO VAN) 2 PAAR iSiOHDENEN. Dezelfde beklaagde uit de vorige zaak stond nu terecht ter zake diefstal van 2 paar schoemen ten] madeele van den motorrijder v. RijSiwijlk, een schoenwinkelier te Sehagen. dat ik niet slapen kon." „IS' mr. iHeathcliff nit?" informeerde ik, daar ik bemerkte, dat het elleadige wezen niet in staat was -om met de geestelijke folte- ringen van1 zijn mcht te sympathiseeren. ,,'HHj is in den hot. „en praar met dr. Ken neth,, die zegt, dat oom ten slotte werkelijk sterft ik ben blij!, want ik zal na hem mees ter van de Grange zijn en Catharina sprak er altijd van alfe haar huis. Het is niet van haariHet fe van miji papa zegt, dat alles wat ze heeft van miji is. Al haar mooie boe ken zijn van mij ze bood aan die mij te geven, en haar aardige vogels en haar ponny Minny, als ik den sleutel van haar kamer kon krijgen- en haar uitlatenmaar ik vertelde haar, dat ze niets te geven had; het was alles van mij. En toen schreide ze, en nam een Mein portret van ba,ar hals en zei, dat ik die zou hebben1; twee portretten in een gouden lijst, aan den eenen kant haar moeder en aan den anderen kant oom, toen ze jong waren. Dat was gisteren ik zei, dat die ook van mij waren, en' trachte ze van haar af te ne- nemen. Het kwaadaardige schepsel wou't niet toelaten, ze stootte me weg en deed mij' zeer. Ik gilde het uit dat verschrikte haar ze loorde papa komen en1 ze brak de scharnieren en verdeelde de lijist, en' gaf mij het portret van haar moeder; het andere probeerde ze te v-erbergenmaar papa vroeg, wat er aan de land was, en ik legae het uit. Hij1 nam het eene, dat ik had weg en beval haar het hare aan mij af te staan; ze weigerd-e, en hij hij sloeg haar neer, en wrong het van de ketting en verbrijizelde het met ziim voet." wordt varvolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5