Alkmaarschs Gourant
Stormachtige hoogten.
Honderd Oris en Twlntigste Jaargang,
Woensdag 11 October.
Geneeskundige brieven.
F e n i 11 e t o n.
Rechtszaken
240. 1922,
Groote en geneeskundige pers.
In mijn eersten brief wees ik op de moeilijk-
llieden, die verbonden zijn aan de taak, welke
dk op miji heb genomen. H'ad ik op dat oogen-
iblik bet verslag van een vergadering der Ned.
Mij. tot bev. di. Geneeskunst, dat mij dezer da-
gen toevallig in handen kwam, gelezen, dan
zouden misschien al mijin brieven, dus ook
deze, in de pen gebleven zijn. Daaruit werd
miji toch weer eens akelig duidelijk, welke
groote verantwoordelijkheid rust op hem, die
voor leeken over geneeskundige zaken schrijft.
IH'et 'ging voomameliiik tegen de ..Nieuwe
iRotterdamsdhe Courant, die dikwijls zeer
nitvoerige uittreksels gaf van artikelen uit
geneeskundige periodieken of deze zeifs ge-
heel overnam, en daarbij meer op't belang-
wekkende dan op Ibet belangrijke lette. En
'juist in die belangwekkende berichten scbuilt
dikwijls een publiek gevaar.
De geneeskunde is voor een goed doel een
ervaringswetenschap. Door dederen arts wordt
ervaring opgedaan. iDeze beperkt zicb tot de"
korten duur van zijn leven en tot het gebied',
zoowel plaatselijk als wetenschappelijk ge-
sproken, van zijn werkzaamheid Toch is het
zeer nuttig, wanneer biji die ervaring in rai
nier bring bekend maakt en anderen dat even-
eens doen. Iinmers op die wijze leert men de
ervaring van velen kentoen, e/i dat de een
heeft opgemeikt, fcan warden getoest aan het-
geen anderen vonden. Komen vele ervarmgen
overeen, dan wordt de overtuiging versterkt,
dat wij opi den goeden weg zijn
iHet komt ook voor dat de ervaring van den
een gebeel in strijd is met die van een1 ander.
De geneeskundige zal van zulke publicaties
derhalve nooit zonder de noodige critiek Ian
nis nemetni, hijl gaat riiet op een enkele mede-
deeling af, maar vergdijkt deze eerst met de
berichten van anderen en met zijn eigen er
varing. HIiji weet toch maar al, te goed, dat
zijn wetenschap in vele opzichten er een is van
vallen en opstaan, dat zij1 slechts langzaam
door zoeken en tasten vooru^ gaat en dat
maar al te dikwijls'm metvuur en overtuiging
ontstane en vercledigde meaning op den duur
met houdbaar blijkt en voor gansch andere
inzichten moet wijken.
Wat voor de ervaring geldt? is dikwijls
ook van toepassing op proefnemmg. Niet het
miinsfc de aan de ervaring gestelde grenzen
hebben den onderzoekenden geest er toe ge
bracht omI zijn ervaring kunstmatig uit te
breiden door zelfs de voorwaarden te schep-
pen, die anders slechts het toeval bood. Nu
zijn er groote deelen van wat tot de genees
kundige wetenschap gerekend wordt, die zich
heel goed voor het nemen van proeven leenen.
Maar andere deelen, en dat zijn juist de
meest gewichtige, doen dat niet. Ten' slotte
komt het toch neer op, het ontstaan, het ver-
loop en de genezing van ziekten: biji den
mensch. lEn het is even ongeoorloofd om bij
Wijze van experiment iemand zieic te maken,
als hem biji ziekte te gebruiken om den invloed
van allerlei geneeswijzen na te gaan, zoolang
niet de eerlijke, wetenschappelijk te verdedi-
gen, overtuiging bestaat, dat deze van gun-
stigen invloed en zeker niet nadeelig voor
hem zuillen zijn.
Men heeft zijn toevludht, en lang niet altijd
zonder vrucht, gezocht in proefnemingen op
dieren. Aan1 die proeven heeft onze weten
schap veel te darken. De werking der orga-
nen, de weefsels konden op die wijze worden
onderzocht, en daarbijl werden uitkomsten
vericregeu, die zonder veel moeite ook voor
den mensch van toepassing mochten worden
geacht. En men ging verder. De invloed van
bepaalde stoffen op de levensverrichtiagen
kon biji het dier nauwkeurjg worden bestu-
deerd. Vooral de studie der ziekmakende
bacterien heeft door dierproeven tot lioogst
belangrijke gevolgtrekkingen geledd. Zonder
dat zou het thans niet mogelijk zijn, om te
gen zoovele ziekten' voorbehoedend te kunnen
optreden. Hoe groot het get al slachtoffers in
den laatsten ooriog ook was, Jhet zou nog
ontzettend veel grooter zijn geweest als niet
de soldaten vooraf tegen typhus en andere
ziekten waren ingeent en als niet d'oor regel-
matig toegepaste inspuiting der verwonden,
de zoo zeer gevreesde stijifkramp tot zeer ge-
linge verhoudingen was teruggebracht.
Maar hoeveel langs dien weg ook is befeikt,
toch kan niet al het gevondene op den mensch
worden toegepast en wat wetenschappelijk de
meeste waarde zou hebben, proeven op den
mensch zelf, bdjv. bij ziekten, die aileen bij
hem en niet bij, dieren voorkomen, is en blijft
83)
het Engelsch van Emily Bront£.
dfoor W. A. C van Skien.
HOOFDSTUK XXVIII.
Op dm vijfden morgen, of liever namiddag
naderde een ander stap vlugger en korter
en dit keer trad de persoon de kamer bin-
nen. Het was Zillah met haar scharlakene
doek om, een zwarte zijden muts op haar
hoofd en een wilgen mandije dat aan haar
arm slingerde.
„0, hemel! Juffrouw Dean!" riep ze uit.
„Wel daar wordt wat over u in Gimmerton
gepraat. Ik dacht niets anders dan dat u in
het Blackhorse moeras verdronken was en de
juffrouw ook, tot de meester mij vertelde, dat
u gevonden was en hij u hier had gelogeerd
Wei en u bent zeker op een eiland geweest?
En hoe lang hebt u in de benauwdbeide ge-
zeten? Heeft de meester u gered,, juffrouw
Dean? Maar u bent niet zoo mager u
hebt het niet zoo slecht gehad, wel?"
„Uw meester is een echte schiurk", ant-
woordde ik. „Maar hij zal zich hebben te
verantwoorden. Hij had dat vertelsel niet
behoeven rond te strooien het zal alles
bloot gelegd worden."
„Wat bedoelt u?" vroeg Zillah. „Hij ver-
Mt het niet ze vertellen dat in het dorp
dat u verloren geraakt bent in het moeras:
en ik zeg tegen Eamshaw, als ik binnenfcom:
natuurlijk uitgeslofen.
'Behalve dit alles is er nog meer, dat maakt,
dat men vele publicaties op de geneeskundig
gebied steeds met de noodige reserve, ja soms
met wantrouwen moet lezen. De menschelijke
ijdelheid even goed als 'n sterk ontwikkeld op-
timisme, kan jonge onderzoekers er gemakke-
lijk toe brengen om voorbarig medeaeelingen
te doen. Een toevallige waameming, en ver-
meende ontdekking wordt dadelijk gepubli-
cecrd, in plants van de zaak eerst wat te laten
bezinken, controle proeven te doen of ruimere
ervaring af te wachten. IHIet zijn waarlijk niet
de eersten de bcsten die zich hieraan hebben
schuldig gemaakt eni theorien verkondigd,
waarvan na een igen tijd al bitter weinig
overbleef. Voor wie oud genoeg is om het zich
te herinneren, behoef ik slechts de aanbeveling
der tuberculose als geneesmiddel voor tuber,
culose door Koch te noemien.
Er komen ook geneeskundige publicaties
voor, die opzettelijk misbruik mogen heeten
De wijze waarop groote fabriekcn van chemi
sette producten nieuwe geneesmiddelen tekenc
tracliten te maken, kan todi moeilijk anders
betiteld worden. Wanneer een jong assistent
in een ziekenhuis wordt uitgenoodigd een be-
paald middel, dat tegen een hpaalde ziekte
moet helpen,- eens op zijn kliniek te beproevien
en hem daarbij een flink bedrag wordt toege-
zcgd als hiji zijn .uitkomsten publiceert, dan
kan het niet uiibliijiven of er zal al than een
enkele niet tegen de verieiding bestand blij-
ken en of voorbarige berichten zenden of zijn
uitkomsten flatteeren om bij de fabriek in de
gratie te blijven. iNaar men zegt, kwam dit
euvel in iDuitschland vriji veel voor.
Nog erger is het, wanneer het een kwak-
zalver gelukt om de hulp van een geneeskun
dige te vinden en deze zich dus feitelijk tot
opzeftelijlk bedrog leentt. Maar dit raakt het
onderwerp van dezen brief in mindere mate,
omdaf voor dergelijke praktijken slechts zd-
den de geneeskundige pers wordt gebruikt,
die er zich trouwens in vele gevallen- niet toe
leenen zou, en deze lieden meer per adverten
tie of per vlugsdirift weiken.
In de geneeskundige pers geplaafst, doen
al de genoemde en dergelijke publicaties niet
al te/ ved fcwaad, omdat de lezer dan tot
oordeden bevoegd ra. Nfeemt het publiek, dat
niet tot goede critiek in staat is, van zulk ge-
schrijf kennis, dan wordt het erger. Niet zoo-
zeer wanneer het wetensdiappelijke experi-
menten betreft, die het toch niet begrijpt.
Wanneer een uit een geneeskundig tijdsdirift
overgenomen arti'kd vertelt, dat de zweetsecre-
tie via het vegatatieve zenuwstelsel onder in
vloed van de enidokrine kliereni staat, dat hoo-
ge serumconcenltratie de zweetsecretie vertnin-
dert en suiker-iUspuitingen dan de aspiaine-
werking weer tot haar recht doen komen, dan
begrijpt de leek daar toch weinig1 of niets
van.
Maar wanneer wordt beridit dat bij, ver-
lamming opzettelijke besmetting met mala
ria genezing kan brengen, wanneer voiledige
beh andel i ngswij zen met opgave der te gebrui
ken hoeveelheden worden overgenomen, wan
neer ondoordachte meeningen, dat tegen een
bepaalde ziekte toch iets te doen is, dat het
verloop bij die en, die verschijnselen altijd
doodelij'k is, wordeni verspreid, dan wordt de
zaak bedenkelijk. Die berichten waren toch
zonder controle overgenomen, men kan ho
mers niet aannemen dat de redactie van een
courant zelf eerst de juistheid van het be-
rich't beoordeelt, geste'd al dat ze hier toe in
staat zou zijn. Na een paar dagen ver-
schijnt misschien een ander arttkel, dat het
eerste ten eene male weerspreekt, dodi nu aan
de aandacht van de redactie ontsnapt en dus
niet wordt overgenomen. Pinkhof heeft er
eens op gewezen, dat de bercihten van een
courant zoo dikwijls den volgenden dag wor
den weersiproken. Het publiek heeft er wei
nig schade bij, ais het vandaag leest, dat een
ambassadeui" in Montevideo is vermoord en
morgen, dat de courant verkeend was inge-
licht en de man nog springlevend is. Maar
als door een overijild bericht bij een zieke niet
te vervuken verwachtingen worden opgewekt
of van den anderen kant alle hoop op her-
stel de bodem wordt ingeslagen, dan laadt
de courant wel een zware verantv/oording op
zich. In het eerste geval zullien patienten mis
schien alles opofferen om de voorgespiegelde
genezing te verkrijgen en een verre reis ma
ken om den schrijyer van dat artjkel op te
zoeken, om ten slotte toch bedrogen uit te
komen. Voor T tweede geval wordt slechts
zelden bedacht, dat een absoluut ongunstige
voorspeliing op den patient ongeveer den
zelfden invloed^ heeft ais het hooren uitspre-
ken van het doodvonnis voor den beschuldig-
de. En bijzonder erg wordt het wanneer de
courant er zich toe leent om door opnemen
van soortgelijke' berichten kwakzalvers in hun
praktijken behulpzaam te zijn, zooals Pink
hof tereoht zegt: „ten koste van een publiek,
dat juist te geleerd is geworden om zich met
„Wel, er zijn rare dingen gebeurd, mr. Ha-
reton, sinds' ik wegging. Het is heel jam
mer voor die knappe jonge deei'n en die nette
Nelly Dean."
Hij keek verbaasd, ik dacht dat hij niets ge-
hoord had en daarom vertelde ik hem het ge-
ruclit.
„De meester luisterde en glimlachte bij
zichzelf en zei
„Als ze in het moeras geweest zijn, zijn ze
er nu uit, Zilah. Nelly Dean is op het oogen-
blik in jouw kamer gelogeerd. Je kunt haar
vertellen dat ze weg kan gaan als je naar bo-
vea gaat. Hier is de sleutel. Het moeras-
water kwam in haar hoofd en ze zou heel
snel naar huis geloopen zijn, maar ik hidd
haar vast tot ze weer bij, zinnen gekomen
was. Je kunt haar verzoeken dadelijk naar
de Grange te gaan als ze daartoe in staat is,
en een boodschap van mij over te brengen dat
haar jonge meesteres bijtijds zal volgen om
de begrafenis van den squire bij te wonen."
„Is Mr. Edgar niet dood?" hijgde ik. „0!
Zillah! Zillah!"
Neen, neen ga zitten, mijn goede juf-
frouwf', antwoordde zij1, „u bent nog eeht
ziek Hij is niet dood: dr. Kenneth zegt, dat
hij nog wel een dag zal lteven ik ontmoette
hem op den weg en vroeg het."
In plaats van te gaan zitten, verzamelde ik
haastig mijn muts en toebehooren en haastte
miij naar beneden; want de weg was vrij'.
Toen ik het huis binnentrad1 keek ik rond
naar iemand, die mij! inlichtingen kon geven
over Catharina.
;De plaats was gewuld met zonneschijn en
de deur stond wijd open; maar niemand I
vertrouwen den weg te laten wijken door
menschen die daartoe zijn opgeleid, maar
nog niet genoeg ontwikkeld om te begriipem,
die die inzenders onwetende en gewetenlooze
beurzensnijders zijn."
Een ander bezwaar tegen overneming
van artikelen uit geneeskundige tijdsdiriften
is onlangs naar voren gebracht, toen een pa
tient zich zelf herkend had in een beschreven
ziektegeval. In wetensdiappelijke mededeelin-
gen is het dikwijls noodig, een afzonderlijk
geval uitvoerig te beschrijven. Al laat men
daarbij ook naam en woonplaats weg, dan
blijft er toch dikwijls nog genoeg over,
waardoor de herkenning mogelijk wordt. Dit
gevaar is al heel gering, wanneer de kennis-
neming niet verder gaat dan biji de lezers
van een geneeskundig blad. Het is niet aileen
overbodig, maar kan schadelijk worden, als
dergelijke mededeelingen ondier het grocte
publiek worden gebracht.
Eerlijkheidshalve moet erkend worden,
dat sommige geneeskundigen ook niet vrij
uitgaan en soms in publieke bladen meer
schrijven dan wenschelijk mag heeten. Dit1
is dan ook de reden geweest, dat de Mij. van
Geneeskunst niet kraditiger tegen de groote
bladen heeft willen optreden.
Maar verbetering zou toch zeker te berei-
ken zijn, indien groote en kleine pers beide
er van doordrongen waren, dat groote voor-
zichtigheid in, dit opzicht geboden is en
daarom nimmer geneeskundige artikelen
overnamen zonder dat deze zorgvuldig waren
beoordeeld. Die beoordeeling kan uit den aard
der zaak slechts door een geneeskundige ge-
schieden, die eerst moet nagaan, of de in-
houd voldoende wetenschappelijk gefundeerd
is om als rijpe vrucht aan het groote publiek
te mogen worden voorgezet en dan heeft te
waken, dat geen persoonlijke sdhade zal
worden aangericht in een der boven,genoemde
opzichten,
Bovendien zal ook de geneeskundige in zijn
geschrirten goed doen de noodige voorzichtig-
heid te betrachteri. Bij publicatie van een be-
paa'd geval zijn namen en, plaatsen meestal
overbodig en dan kan als piafraus een gelijk-
matige verschuiving van alle' data de betrok-
kenen gemakkelljk van het spoor brengen
zonder dat /ian de wetensChappelijke beteeke-
nis iets wordt te kort gedaan. En vooral bij
het schrijven van artikelen voor een niet ge
neeskundig publiek zal met het bovenstaande
rekening gehouden moeten worden. Ondterge-
teekende zal er zijn best voor doen.
H. A. S.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van 9 October.
RIJWIELDIEFSTAL.
Eduard M. te Helder heeft terecht.gestann
ter zake rijwieldiefstal. Het rijwiel heeft bij
te Schageu voor 20 ten eigen bate ver-
kocht. De zaak werd aangehoudem en thans
gehoord de reclasseeringsambtenaar, die om-
trent E. M. rapporteerdeopleggen' van een
voorwaardelijke veroordeeling.
De officier vereenigde zich daarmede en
vorderde 8 maanden voorwaardelijke gevan-
genisstraf met 3 proefjaren en bijzondere
voorwaarden.
Vonnis: 6 maanden voorwaardelijke ge-
vangenisstraf met 3 jaar proeftijd.
DIEFSTAL VAN BLOEMDOLLEN.
Eveneens werd voortgezet de zaak tegen
P. J. G., bol'lenkweeker te De Burg op Texel
Deze heeft zich schuldig gemaakt aan, diefstal
van bloembollen. Bekl. was tijdens het ple-
gen van het feit beschonken.
De reclasseeringsambtenaar adviseefde,
dat beklaagde niet in aanmerking kwam voor
een voorwaardelijke veroordeeling.
Eisch50 boete subs. 50 dagen hechi
Vonnis: Conform den eisch.
WEDERSPANNIGHEID IN
VEREENIGING.
De beklaagden Klaas J. en WiHm B., bei-
den te Bovenkarspel, stonden terecht ter zake
wederspannigheid tegen de rijksvddwaehtens
Laagland en de Bleek, did hen op 21 Juli bet-
trapten op een jachtwetovertreding en- die ge-
weren in beslag wilden nemen, tegen welke
inbeslagneming beklaagden zich in vereeni-
ging hebben verzet. In deze zaak trad mr.
Zeijlemaker op als verd'ediger en waren be
halve de twee rijksveldwachters ook nog
door de verdediging 2 getuigen h decharge
gedagvaard. De rijksveldwachters troffen be
klaagden, benevens nog een zoon van lsten
beklaa-gdfe, aan in een bootje. De inbesl'agna-
me geschiedde op grond van de Wapenwet
Een der rijksveldwachters heeft een schot ge-
lost, toen tweede beklaagde het geweer vast-
hield en probeerde den rijksveldwachter de
inbeslagneming te verhinderen.
lste beklaagde zeide, dat hij: met 3 gewe-
ren op jacht ging. De twee andere geweren
behoorden tot de reserve.
Tweede beklaagde is met de knieen op een
scheen bij de hand. Terivijll ik aarzelde of ik
terstond weg zou gaan- olf terugkeeren en mijh
meesteres zoeken, troto een lidite. hoest mijn
aandacht naar den haard1.
Linton lag op de bank als eenig bewoner en
zoog aan een stuk kandijsuiker en volgde
mijn bewegingen1 met onverschiffige oogen.
„Waar is Miss Catharina?" vroeg Ik
streng, in de onderstelling, dat ik hem door
vrees er toe kon brengen om inlichtingen te ge
ven als ik hem zoo aileen aanpakte.
Hij zoog voort als een onnoozel kind.
„Is ze weg?" zei He.
„iNleen," antwoordde hijze is boven —-
ze mag niet weggaan, dat zullen we niet toe-
1aten."
„Wil je dat niet toelaten, kleine idioot!"
riep ik uit. „Wijs mij onmidd'elllijlk haar ka
mer of ik zal je eens flink- doen- huilen."
„Papa zal je.doen huilen als je probeert
omi daar te komen," antwoordde hij. „Hij
zegt, dat ik niet zadit moet zijn tegenover Ca
tharina; ze is mijn vrouw en het is schande-
lijk dat ze verlangen zou mij te verlaten Hij
zegt, dat ze mij haat an verlangt dat ik zal
sterven omi mijn geld te hebben-; maar ze zal
iet niet krijgen: en ze zal niet naar huis
gaan S Dat zal ze nooitze mag schreien
en ziek- zijn zooveel als ze maar wil P
Hiji hervatte zijin vorige bezigheid terwijl hij
zijn oogen sloot alsof hiji van plan was in
slaap te vallen.
„Jongenheer iHeaihclilff," hemam ik, „hebt
u al Catharina's vriendelijkheid jegens u den
vorigen winter vergeten, toen u verzekerde,
dat u haar liefhad en toen ze u boeken bracht
en liederem voor if zong, en menigmiaal door
geweer gaan liggen toen de vddiwachtara die
in beslag wilden nemen.
Mr. Zeijlemaker vroeg of de verbalisanten
in uniform waren. Getuige antwoordde: „in
burger. Verdediger zeide dat in de dagvaar-
ding staat: „gekleed in uniform" Tijdens de
woi'stellng is een schot afgegaan en dit heeft
bekl. Jonkman in het been getroffen. Er is niet
opzettelijk geschoten. 2e bekl. heeft niet ge
hoord dat er gezegd is: „Rijks politic". Plei-
ter stelde aan "de gtuigen k charge nog vex-
schillende vragen.
De getuige a decharge, P. Zwagerman,
zwager van le bekl., verklaarde, dat hij ook
in een bootje op de jacht was. Hiji heeft geen
kwestie gehad met de veldwachters. Hij, heeft
de hand door de politic zien opsteken, doch
heeft niet gehoord, dat de veldwachters zich
hebben doen kennen als rijkspolitie-ambtena-
ren. Hij heeft niet gezien op welke wijze de
revolver is afgegaan.
De rijksveldwachter Laagland demonstreert
hoe aan het geweer is getrokken.
Werd nog gehoord H. Valk, 2de getuige h
decharge. Deze verkaarde, dat de veldwach-
ter de Bleek en beklaagde Brouwer het ge
weer vasthielden, terwijl de andere veldwach-
ter in dreigende houding met de revolver in
het bootje stond.
De verdediger vroeg of de veldwachters
zenuwachtig waren.
Getuige zeide, dat ze zoo wit zagen als
een doek.
De officier verzocht vooriezing van het
proces-verbaal en rectificeerde voorts dat de
ambtenaren niet in uniform waren gekleed,
hoewel dit er, naar het oordeel van aen offi
cier, niet zooveel toe deed, daar de verbali
santen als politie-beambten bekend waren.
Spreker hield een uitvoerig requisitoir en
achte het ten Taste gelegde bewezen. Ter slot
te werd ter zake dit emstig verzet tegen be
klaagden ieder 1 maand gevangenisstraf ge-
eischt.
Mr. Zeijlemaker laakte het optreden der
rijksveldwachters en gaf dezen die schuld van
het gebeurde. Pleiter ontkende dat een straf-
baar feit is gepleegd, die het ingrijpen der
verbalisanten wettigde. Voorts wees pleiter
op den zenuwachtigen toestand der verbali
santen. Ze hebben aanvankelijk zelf verzuimd
naar naam- en- adres der verdachten te vra
gen. Pleiter ontkende de ten laste gelegde
wederspannigheid in vereeniging. Pleiter con-
cludeerde ten slotte vrijspraak, subsidiair
ontslag van rechtsvervolging.
Na repliek en uitvoerige dupliek van den
verdediger handhaafde deze zijn conclusie.
De rechter stelde zijn vonnis uit tot a.s
week, achtte echter het ten laste gelegde be
wezen, noemde het verzet van lsten beklaag
de niet zoo emstig. De rechter was voome-
mens indien hij tot veroordeeling overgaat.
bekfeagden te veroordeelen tot geldboete!
Den ambtenaar der reclasseering werd opge-
dragen de financieele draagkradit der be
klaagden te onderzoeken.
EENVOUDIGE BELEEDIGING.
Aaltje V., huisvrouw van J. P. te Uiik,
stond in nationaal costuum terecht ter zake
beleediging van haar dorpsgenoote Jannetje
Post, huisvrouw van J. Korf. Zij heeft deze
voor dief en oplichteruitgescholden. Dit
werd door haar erkend. Het feit is op 22 Juli
gepleegd.
Beklaagde staat, volgens de ingekomen in
lichtingen, bekend als de schrik van de buurt.
Beklaagde zeide, dat getuige Jannetje Post
haar 66k uitgescholden had.
Eisch25 boete of 25 dagen hechi Von
nis: 20 boete subs. 20 dagen hecht.
KIPPENDOODEN.
De 60-jarige metselaar Jan W. te Blokker
heeft 3 kippen van' P. Nlauta om hals ge
bracht. Hij hield ze zoolang vast tot ze „stii"
waren. Getuige vond de kippen op 27 Juni
dood op zijn erf. De dieren waren geworgd.
EischJ 25 boete subs. 25 dagen hecht.
Vonnis: 20 boete subs. 20 dagen hecht.
DIElFSTAL VAN AA'RDAPP'ELEN.
De beklaagde Dirk de ,B., arbeider te Brock
op Langendijlk, stond terecht ter zake weder-
rechtelijke toeeigening van een- zak aardap-
pelen.
Bekl. ontkende de aardappeleni te hebben
willen stelen. Hij had de aardappeleni in ruil
gekregem. Uit den wagen uit i'edere mand 'n
paar. Oyerigens was er niemtand die uit de
redeneering van beklaagde wijs kon worden.
Eindelijfc werd het duidelijk, dat hij een
mand aardappelen van Leegwater had -ge-
stort in den wagen van de firma Vr-oegop.
Bekl. was aangenouueni door den rijksveld
wachter v. d, Molem. iHIji had in bezit een
zakje aardappelen. Het werd deni rijksveld-
wachter weldira duidelijlk, dat bekl. niet eer-
liik aan die aardappelen was gekomen,.
Gehoord werden nog 2 getuigeni a dec' - arge.
Eisch40 boete of 40 dagen hechtenis.
Bekl. vroeg vrijspraak.
Vonnis: conform den eisch.
wind en sneeuw kwam om u te bezoeken? Ze
weende als ze maar e&i avond miste, omdat
u teleurgesteld zou zijn; en u voelde toen, dat
ze honderdmaal te goed voor u was, en nu ge-
looft u de leugens die uw vader vertelt, hoe
wel <u weet dat hijl ui beiden verfoeit. En u
trekt een lijn met hem tegen haar. Dat is
prachtige dankbaarheid, niet waar?"
'Linton liet zijn lip hangen en hiji nam het
stuk kandijl van zijn lippen.
,,'Kwam ze naar Wuthering Heights omdat
ze u haatte?" vervolgde ik. „Denk zelf na!
Wat uw geld betreft, ze weet zdifs niet dat u
er iets- fan krijgen zult. En u zegt dat ze ziek
is, en toch laat u haar aileen daaiboven in
een vreemid! huis! U, die gevoeld -heeft wat het
beteekent verwaarfoosd te wordenU kon me-
■delijden hebben met uw eigen Idjden; en zij:
had er ook meelijl meemaar u wilt geen me-
delijden hebben met dat van haar? Ik stort
tranen, jongenheer IHeathcliff, zooals u ziet
een vrouw van leeftijd en een1 diensfbode
en u, die zulke genegenheid hebt voorge-
wend, en zooveel reden hebt om haar bijna te
vereeren, bewaart iederen traan' die u hebt
voor u zelf, en ligt daar beelemaal op uw ge-
mak. Ou bent een hartelcoze, zelfzuchtige
jongen!"
„Ik kan niet bij haar blijVen," antwoordde
hij, stuurs. „Ifc wil zal'fs niet bij haar blijven.
Ze schreit zoo, ik kan het niet verdragen En
ze zal wel niet uitscheiden,, al zeg ik dat ik
niijn vader zal roepen ilk riep hem eens en
iiiij dfeigde haar te worgen als zfe niet rustig
was; maar ze begon opnieuw zoodra hij maar
het vertrek verlaten had en kermde en tobde
heel den nacht, hoewel ik gilde van ergernis,
MLSHANDELINO.
De gebroedera Jan cm Piet V. te Barsan-
gerhorn hebben' op 18 Juli de aldaar wonen-
de L. Vries mis^andeld, tengevolge waarvan
V. bloedend werd verwond.
Pieter V. gebruikte een tabaksdoos om
Vries af te arogen. Beide beklaagden zijn bij
Vries over het bek geklommen. Jan V. be-
weerde nu zijn broeder te hebben wegge-
haald. Hij; ontkende Vries mishandeld te heb
ben. De vrouw van deni ^nishandelde heeft
den twee den, beklaagde zien; schoppen:.
Eisch tegen ieder 30' boete of 30 dagen
hechtenis. Vonnis: J. V. 30 boeie of 30
dagen.. P. V. werd vrij'gesprokem.
OIPiLI'OHTING,
iMaria L., te Akersloot, had zich in Junl en
Juli schuldig gemaakt aan oplichting van de
winkelierster Marijit'je de Jager. Zijl bestelde
sajet em andere goederen op deni naam van
mej. Olgers, van wie zij, een brief je heette te
hebbeni medegekregen. Dat brief je was valsch.
Mej. Olgers als getuige gedagvaard, ver
klaarde de bewuste brief jes niet te hebben
geschrevem.
Opgedragen werd aan den beer Mubring
om1 een omderzoek in te stellen, en de verdere
behandeling geschorst tot over vier weken.
MiIiSIHANDELIING.
De arbeider Klaas M., te Hoorn, stond te
recht ter zake mishandeling van den getuige
Machielse in den, nacht van 16 op 17 Juli.
Het feit was gepleegd in het cafe van Nieuw-
land. Machielse zeide met een bierfleschlje te
zijin geslagen.
Bekl. ontkende met eeni fleschje te hebben
geslagen. Bekl. was kellner in het cafe. Ma
chielse zeide wel een uur bewusteloos te heb
ben gelegen.
Eeni tweede getuige had wel een klap zien
geven, doch wist niet of daarvoor een' bier-
fleschje was gebruikt.
Eisc11; 50 boete subs. 50 dagen hechtenis.
Vonnis: f 30 boete of 30 dagen hechtenis.
MI'SHANDE'LING VAN POLIT1E-
BEAMIBTEN.
De niet. versc^enien beklaagd Jozef F., te
Helder, moest zich verantwoorden ter zake
dat hijl op 6 Juli de agemteni Bakker eni Al-
lard zou hebbeni mishandeld.
Bekl. bamoeide zich met de uitzetting van
een beschonken persoon uit de Scala-bjos-
coop. Stompte en sloeg de agentem en gaf
Allard kopstooten.
Eisch: 50i boete subs. 50 dagen hecht.
Vonnis: 2 maanden' gev. met vrijspraak
van de mishandeling van agent Bakker.
DIEFSTAL VAN E'EN DEKKLEED.
De beklaagde Pieter Michiel K., te Texel,
had zich schuldig gemaakt aan diefstal van
een dekkleed tern madeele van den winkelier
C. Huisman te deni Burg op Texel. Bekl. was
niet verschenen. De waarde was 28.50.
'Eisch': 50 boete subs. '50 dagiem hechte
nis. Vonnis: conform' deni eisch.
WE IGiE'R ING OM 'VOOiR1 DEN KEU-
RINOSRAAD TE VERSOHIJNEN.
Maarten D., te Andijk, -militieplichtige,
heeft geweigerd voor den keurimgsraad te
Winkel te verschijnem.
'Eisch: 25 boete subs. 25 dagen! hecht.
Vonnis conform den eisch.
MISHANDEILINO.
DC landman 'Simon L., wonende te Wie-
ringen, had in deni avond van 31 Juli den
landbouwer C. de Vries te Hypolitushoef, ge
slagen. _De Vries werd '2 maal geslagen.
Bekl. zit er goed bij, wat zijn financien be-
trof. Eisch 25 boete subs. 25' dagen; hfedh.
Vonnis 40 boete subs. 40 dagen hechtenis.
MISHANDELING.
De arbeider Petrus B., te Noordsch'arwou-
de, had op 31i Juli den: bejaarden Simon Ton
mishandeld.
Bekl. was dronkem em wist er niets; meer
Van. Er bestond geem aanl'eiding voor de misi-
hiandeling. Ton was later nog een® mishan
deld. Een persoon had hem naar h'uis ge
bracht en zeide: Zeg maar, dat de transport-
arbeiders het gedaan 'hebben,.
Eisch: 30 boete subs. 30 dagen; hecht.
Vonnis: conform den1 eisch.
VE'RDUI'STE'RING EN D'OODEN VAN
E'EN ANDERS DIER.
Dirk T., koopman te Zijjpe, had' in den) kost
eeni geitebok, behoorende aan zekeren Koedij-
fcer te Helder. Hij; had dit dier geslacht en
het vleesch verkocht voor hondevoer, terwijl
hij het vel verkocht voor 2.
Bekl. erkende. Het dier was nagenoeg
d'ood'. De oude Slikker 'had den bok uit' den
greppel gehaald. Dirk T. had dat geld niet
aan Koedijker vergoed.
Eisch: 3 maanden gevangenisstraf.
Vonnis: vrijspraak voor verduisfering,
subsidiaire feit 15 boete of 15 dageni hecht.
VERDUrSTERINO VAN) 2 PAAR
iSiOHDENEN.
Dezelfde beklaagde uit de vorige zaak
stond nu terecht ter zake diefstal van 2 paar
schoemen ten] madeele van den motorrijder v.
RijSiwijlk, een schoenwinkelier te Sehagen.
dat ik niet slapen kon."
„IS' mr. iHeathcliff nit?" informeerde ik,
daar ik bemerkte, dat het elleadige wezen
niet in staat was -om met de geestelijke folte-
ringen van1 zijn mcht te sympathiseeren.
,,'HHj is in den hot. „en praar met dr. Ken
neth,, die zegt, dat oom ten slotte werkelijk
sterft ik ben blij!, want ik zal na hem mees
ter van de Grange zijn en Catharina sprak
er altijd van alfe haar huis. Het is niet van
haariHet fe van miji papa zegt, dat alles
wat ze heeft van miji is. Al haar mooie boe
ken zijn van mij ze bood aan die mij te
geven, en haar aardige vogels en haar ponny
Minny, als ik den sleutel van haar kamer
kon krijgen- en haar uitlatenmaar ik vertelde
haar, dat ze niets te geven had; het was alles
van mij. En toen schreide ze, en nam een
Mein portret van ba,ar hals en zei, dat ik die
zou hebben1; twee portretten in een gouden
lijst, aan den eenen kant haar moeder en aan
den anderen kant oom, toen ze jong waren.
Dat was gisteren ik zei, dat die ook van
mij waren, en' trachte ze van haar af te ne-
nemen. Het kwaadaardige schepsel wou't niet
toelaten, ze stootte me weg en deed mij' zeer.
Ik gilde het uit dat verschrikte haar ze
loorde papa komen en1 ze brak de scharnieren
en verdeelde de lijist, en' gaf mij het portret
van haar moeder; het andere probeerde ze te
v-erbergenmaar papa vroeg, wat er aan de
land was, en ik legae het uit. Hij1 nam het
eene, dat ik had weg en beval haar het hare
aan mij af te staan; ze weigerd-e, en hij hij
sloeg haar neer, en wrong het van de ketting
en verbrijizelde het met ziim voet."
wordt varvolgd.