Aikmaarsche Caurant Vraag en Aanbod. Parijsche Gauserieen. Hunderd Oris en Twintigste Jaargang, Zaterdag 21 October. De lijdensgeschiedenis met de tarieven van het P. N. Uit onze Staatsmacliine. BijttS uiidtfbitgi m Steft^egi-ysyhif guut iu ue latere jareu z66 over de tong als uMt voor Hooiuaiuk Vill (oorlog). tr ziju er, tile acliijueu tc mecaen, dat am niaar tlu itooi'dstuk gcschrapt kou worden, het vadcr- hind gered zou ziju. Eukden zijn in staat cm a,lie bezulaiging id te wijzeil, zooilanc; Oorlog uiiet suci'k vooirgtaat of /cieanoode geheel yer- dwijflt met Marine op den koop toe, Weinu, Oorlog heeft bezuinigd^ ial z0° stcrk ate de zooeven beoocklta wenscliten en al zou er misschkn ook naar het oordeel van minder radicalen nog wel wat nicer te bezuinigen zijn. De nieuwe dienstplichtwet heeft tot bezuiniging geleid en zal dat nog meer doen, wamieer ook de door die wet ovcrconipleet geworden officieren en minde- ren uit de kgersterkte verdwijnen; voors- handa moeten zij nog worden aangehouckn. En de minister duidt dit in de begrooting aan door de bliivenden en de overcompleten in verschillende groepen aan te geven. OilliN DAT Ulf DE" Over't algemeen heeft de minister bezui- nigd/ waar dat z. i. kon en mocht, al zijn er dan ook enkcle van die bezuinigingen, die meer schijn dan wezen zijn, omdat alleen maar uitgesteld wordt, wat later toch noodig zal zijn; zoo b.v. de uitgaven voor het bou- wen van de noodig geworden karmpen, Zuikc beztiinigingcn zijn van twijfeiachtigen aard Zoo is net b.V. met hot aanvullcn van artille- rie-miateriteel: nui reeds wordt volgens den mi nister te weinig aangeschaft en nu wordt voorgesteld om dat nog weer te verminderen, tot ixrtere tijden. Zoo zal ook de aanvulling der munitie besnoeid worden. Werden in 1922 7 ladingen verschoten, dan werden maar 5 nieuwe opgedaan; voor 1923 wordt geraamd 2 tegen 1, zoodat, als het z6o voortgaat, de dag komt, dat men „al zijn kruit verschoten heeft". Voor de luehtvaarafdeeling zou ongeveer l1/* millioen meer uitgegeven moeten wor den, als voorzien werd in de behoefte aan materieel en c pleiding van viiegers en waar- nemers. Ook dat wordt uitgesteld. En toch moet voor 1923 op 133.000 meer voor de luchtvaart worden gerekend dan voor 1922. Op herhalingsoefeningen wordt 46.000 bezuinigd. al kan dat eigenlijk niet door den beugel. De vrijwilTigers van den landstorm zullen niet meer als voorheen van rijkswege schoei- sel ontvangen. De nieuwe pensioenwetten eischen echter weer 2.350.000 meer en, voor werklieden in aansluiting aan de Dienstplichtwet wordt 400.000 meer vereischt. terwijl 257.000 noodig is geworden door afschaffingi van den portvrijdom Toch bedraagt het eindcijfer van deze be grooting' 7.273.000 minder dan dat van 1922, dat ook reeds 6V? millioen' lager was, dan bij de oorspr&nkcnikc begrooting was aangevraagd. net eincicijfer voor 1923 is 64.109.000. H'oofdstuk IX (Waterstaat) heeft na aftrek van bdjdlragen, dbor piwincien, gemeenten en Belgie in verschilliende werken te betalen, een eindcijfer van f 47.473.767, dat is f 9 980394 minder dan het vorige jaar. Wijl maken hier een overeehkomstige op- merking als bij Marine,' dat n.l. de begroo ting nog is opgemaakt onder leiding van den afgetreden Minister en de mogelijkheid be- staat, dat de nieuwe titularis nog nota's van wijziging indient, al heeft hij I de memorie van toeiichting onderteekend. De vei'minderingen betreffen: de kosten van het Departement met 4100, Waterstaat met 4 708.311, Spoorwegen met 651.650, Pensioenen, wachtgelden en-z. met 32709, Posterijen, Telegrafie en Telefonie met 4-583.534. Hoe gaarne men ook uit deze begrooting enkele punten zou willen aanstippen om meer nauwkeurig op te geven, waarvoor het geld, dat op dit hoofdstuk wordt aangevraagd, be- steld wordt, meni komt er van terug door de veellheid der posten, vooral van de afdeeling Waterstaat; het is een ontelbaar aantal brug- gen, wegen, vaarten, rivieronderhoudskosten, enz. enz. waarvoor gelden warden aange vraagd, en veel van die posten laten geen ver- gelijking met andere jaren toe, omdat een groot aantal werken in 6en jaar afloopen. Voor Hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid en Handel) is wel een afzondcrlijke begroo ting ingediend, maar, zooals bekend is, zal het departement als zoodanig worden opge- heven. Landbouw zal dan weer als lang ge- leden bij Binnenlandsche Zaken komen en Nijverheid en Handel verhuizen naar Arbeid.' Voorloopig is de Minister van Binnenland sche Zaken ad interim belast met de zaken van het departement, totdat het definitief ontbonden zal zijn. Velen vooral uit land- bodwkringen. hebben er bezwaren tegen ge- opperd, dat het ministerie v. Landbouw zou ophouaen te bestaan en weer een afdeeling zou worden van een ander departement. Zij vergeten ten eerste, dat het bestaaftde depar tement wel het ministerie van Landbouw heette, maar in hoofdzaak omdat Land bouw in den titel het eerst genoemd werd,; en1 teni tweede, dat aan het hoofd van het de partement alleen de heer Posthuma als des- kundige heeft gestaan, terwijl aan het hoofd van een afdeeling I andbouw aan een ander departement zeer zeker een; landbouw-speciali- teit zou worden geplaatst. Een afzonderlijk departement van Landbouw is niet aan te be- velen, ook al om de hooge kosten. Op de nu ingediende begrooting voor Lloofdstuk X komt de. iaarwedde van den Mi nister al niet meer voor; dat er toch gesproken wordt over een Secretaris-Generaal is eigen lijk wat vreemd-. Het aantal ambtenaren enz., waarvoor traktementen zijn uitgetrokken-, is heel wat kleiner dan op de begrooting voor 1921 en 1922 voorkwamen. Zeker heeft de zucht naar bezuiniging haar invloed doen gevoelen, maar't kan ook zijn, dat het rap port van de Bezuinigingscommissie meege- werkt heeft. Zij gaf een reorganisatie in overweging, waardoor ongeveer een derde deel van alle ambtenaren kon vervallen. Ook ini andere op-zichten kon1, naar zij; meende, be zuiniging plaats hebbeni. En er is -al wat bezuinigd. Immera voor 1922 was reeds 69.277.050,17 yi toegestaan en voor 1923 wordt in't geheel f 56.471.1073Vs aangje- vraagd, zoodat een vermindering is toege- past van 12.805.942,84, waarvan echter 7.762.000 op het mijnbedrijf wordt gevon- d-ea Dat mijnbedrijf zal volgens de ram-ing een voordeelig saldo van 2.550.000 opleve- ren Wij zullen de verkiding weerstaan bijzon- dere uitgaven te noteeren. Efen opmebking ma ken wij echter, die geruststellend kan werken. Ver leden jaar heeft in een der bladen een landbouwman er op gewezen wel wat om de landbouwers kitteloorig te maken 1 dat voor landbouw zooveel minder was uitge- .trokken dan voor nijverheid. Hij zou dat weer kunnen doen, maar dan even onbillijk zijn als verleden jaar. Want de afdeeling Landbouw vordert voor 1923 nog geen 9 millioen en Nijverheid eisch-t 43% millioen. Maar bij dat bedrag voor Nijverheid is 39.757.5QO voor het mijnbedrijf, dat echter f 42.362.500 op- fa rengt. Met deze cijfers valt de vergelijking wat anders uit. Bij Hoofdstuk X A (Arbeid) zal, zooab wij reeds opmerkten, Nijverheid en Handel ge- voegd worden. Een paar voomame onder- deelcn zijn: de verzekeringswetten, de wo- ningbouw en de werklooshetd1. Van de 1.600.000, die voor administratie- kosten voor de Oud'erdomswet 1919 wordt uitgetrokken, komt 1.200 000 aan de Ra- den van Arbeid-. Bij de samenstelling der be grooting is er op gerekend dat de wijziging van de genoemae wet een vermindering van werkzaamheden zal meebrengen. Uitvoerig wordt nagegaan, wat voor wo- ningbouw is uitgegeven in 1921 en in de eer ste maanden van 1922. In 1921 werd toege- kend ten behoeve van den bouw van 24 004 woningen aan grondvoorschotten bijna 43 millioen, aan bouwvoorsdiotten bijna 156 millioen en aan bijdragen tot ten hoogste 2',8 millioen. In 1922 (eerste half jaar) waren deze cijfers: 3891 woningen, 2 8 millioen grondvoorschot. 24 nxill'i-oen bouwvoorschot en 314 ton bijdragen. In 1921 werd ten behoeve van 28.077 wo ningen verleend aan premies 44,7 millioen; ten behoeve van 14.228 woningen aan hypo- thdken 67.8 millioen. In het eerste half jaar van 1922 waren deze cijfers: 10027 wonin gen met 1014 millioen premie en 2722 wo ningen met 7,8 millioen hypoth-eek. De post subsidien ingevolge het werkloos- heidsbesluit is op 4,2 millioen gebracht, waar van 2 ton komt aan vereenigingen met werk- loosheidskassen. De gemeenten betalen 2 mil lioen terug. „Steun uit anderen hoofde" is voor memorie uitgetrokken. Op de wijze, waarop An 1922 hulp aan werkloozenkassen werd verleend, zal aat in 1923 niet plaats hebfben. Het subsidi-ebedrag is wat hooger geraamd, omdat waarschijnlijk in 1923 wel eens meer dan 100 proc zal moeten worden bij-gepast. De post bijdragen in de kosten van verrui- ming van werkgelegenheid is naar Binnenl. Zaken overgebracht.Voor den gewonen dienst voor Arbeid was voor 1922 toege staan 60 800 755 en voor 1923 wordt ge raamd 53.903.814, zoodat op den gewonen dienst 6.896.941 minder wordt gevraagd- Hoofdstuk XI (Kolonien) wordt geraamd op 6530.458, dat is 1.296.414 minder dan voor 1922 was toegestaan. Voor een ge- deelte is deze besparing te danken aan ver mindering van personeel aan het departe ment, voor 5 ton aan het niet noodig zijn van een bijdrage in de bouwkosten van het Kolo- niaal Instituut te Amsterdam. Hoofdstuk XII (Onvoorziene uitgaven) heeft maar 6en post van 50.000 Ten slotte komt de Wet op de Middelen, d. i. de aanwijzing van bronnen van inkom- sten, waaruit de uitgaven moeten worden be- stredop, of liever de bedragen-, welke uit die bronnen verwacht worden. Wij kunnen ons voorstellen, dat de Minister van Financien bij het ontwerpen van deze wet moeilijke oogenhlikken' heeft beleefd en tusschen hoop en vrees heeft gewaiikeld. Aan den eenen kant zal hij neiging gevoeld hebben om bij; den be- rooiden staat van de Schatkist wat optimis- tisch te denken over de inkomsten en wat hoog te schatten: maar als hij heeft gedacht aan de malaise in handel en nijverheid, is hij1 genoopt ceweest om laag te taxeeren. Tot voor korten bid waren vele belastingen nog gebaseerd op den ..goeden ouden tijd" van voor een paar jaar, maar nu komt de daling in de opbreng- sten. De mid'delen A—F, d. i. de meest be- langTiike belastingen. worden samen f 42 146 000 lager geraamd dan voor 1922 Grond- en Personeele belastingen worden hooger geraamd, maar op de Inkomstenbdas- ting laat de Minister al 18 millioen vallen op de Dividend- en Tantifeme-belasting 3 millioen; op de Vermogensbelasting 1 milli oen, op de geslachtaccijns 314 millioen; op de zegelrechten 1 millioenop de registratie- rechjen 20 millioen; on de successiebelasting 8 millioen. Enkele andere inkomsten worden hooaer geschat dan in 1922. »e uitkomst moet bewijzen, of de verminderingen in de opbrengst niet te laag en de verhoogingen niet te hoog zijn gen omen. (C«en dlonstaanbl»41ng«a.) Jb. HARTLAND, Koningsweg B 69, Handel in 2e handsch Kinderwagens, Sport- karren, Ledikanten, Bedden, eniz. KONINGS- W'EG B 69 naast Klaas Verwer. TE KOOP AANGEBODEN EEN HIE'E- REN'RI JWI EL in goedem staat. Adres DROTVENLAAN 53. TE KOOP EEN: VULKAOHEL. Te bdvrageru Bureau van dit blad. TE KOOP een, beste VULKAOHEL. S TE! JNlSTRA AT- 37 Prima, bijna nieuwe, WlNTERMANTE'L TE KOOP, kleur blauw, maat 48, prijs 20. Adres Bureau van dit blad. WEET LI DAT? Tegeni elk aannemelijk bod TE KOOP SALON GRAMOFOON complect met platenkast. STATIONSTRAAT 22. Door omstandigheden TE KOOP een zoo goed als nieuwe MANTEL, bruin, maat 46. Tfauis tusschen 45 uur. Stationsweg E 19 boven. TE' KOOP eeni mooie VULK AOHEL met nieuwe IB INNENK ACHEL Adxea ZBVENHUIZEN 4. TE KOOP: J p«rs(*90B heuten ledikant met springveeren matras en veeren bed, 1 pers. Stroomatras, veerenbed en kussens, veeren peluwen., 2 persoons waschtafel, eenig steengoed, ijzereni standaard en kolenbak. Adres: PR1NS HIE NDRIKSTR A AT 44. ALOMAR IA CACAOPLAATJEiS IN RUI'L GEVRAAGD. RIJ'SWIJK, Dijiki 23. TE KOOP RI JWIE'L f 10, FORNUHS 6, NACHTHOK 2. FQRESIUSSTRAAT No. 17. TE' KOOP EEN VULKACHEL merk ROMEO. Adres VERDRONKENOORD 40. SCH'R I JEM ACHINE TE HOUR GE- VRAAGD voor plm. 3 maanden. Opgave van prij® en merk aan Bouman's Boekhandel, letter Z. te ZuidscharWoude. TE KOOP een goed ondexhouden KIN- DERW|AGEiN (nieuw model). Adres Bureau van dit blad. Een in goeden staat zijnde VULKAOHEL TE KOOP. TOUSiS A1N TSTR A AT 23. TOENADERING EN OPKLARING. (Van onzen Pariischen correspondent). (Nadruk verboden Parijs, 15 October. Het laaiste bedrijf is begonnen van tragi- comedie, welke sinds 1919 wordt gespeeld. Het contract Stinnes-Lubersac bereidt ons de ontknooping voor. De zaken-menschen treden op den voorgrond en zijn bezig te onderhan- delen. Dat zij het zullen eens worden, lijdt geen twijfel. Want hel het Fransch-EHiitsche conflict, ten slotte, kwam1 hierop neer: de Lo- tharingsche ijzer-industrie en de Duitsche cokes-industrie (cokes en geen kolenhebben elkander noodig. Voor den oorlog reeds had men dit inge- zien en toen al hadden Thyssen en Schneider besprekingen in die richting geopend. Daar op braken de vijandelijkheden uit en hoopten de magnaten fan den Rij'n-oever zich het Lor tharingsche ijzererts toe te eigenen met be hulp van de wapenen. Maar het liep anders af dan zij gedacht haddenze zagen zich ge- noodzaakt opnieuw te march andeeren. Gelukkig hebben zij hun uur gebeid. Thans schijnt het aangebroken. Het groot- kapitaal van -den Rijn en dat van Lotharin- ,gen hebben den vrede tusschen Duitschland en Frankrijk in hun handen. Ik geloof, dat wij gerust er op kunnen zijn, dat zijt, vroeg of laat. elkander zullen verstaan. Millerand had al lang begrepen, dat het daarheen moest. Hij heft in den heer Laurent, grootmeester der Fransche metallurgie, een goed vriend en raadsman in dieze, en hij fiield dan ook niet op, dien kant uit te stu- ren. Poincare deed er langer over, om het te begrijpen. Doch hij is Lotharinger, en zijn landgenooten hebben wel er voor gezorgd, dat hem de oogen werden geopend. Men moest ofwel het Roer-bekken bezetten en exploiteeren, ofwel met de cokesfabrikan- ten tot overeenstemming komen. Aanvankelijk beid'e men hier over naar de eerste methode; maar de onoverwinlijke tegenstand van En- ?;land op dit punt bracht ontgoocheling oen heeft men leeren berusten in de tweede, en zonder verdere aarzeling is men den nieu- wen weg ingeslagen. Het werd tijd. Zoo is Hugo Stinnes, die tot zeer kort ge- leden nog. als Frankrijk's ergste Vijand gold, thans opeens hier bijna sympathiek gewor den. De heer Lubersac heft hem rondgeleid door het verwoeste gebied enheeft hem z»ien weenen. Nog een stap verder, en de geginistreerden bieden hem een banket aan, in Rheims of Verdun, onder voorzittersdiap van Loucheur. Reeds lezen we in de Regee- ringsgezind'e (d. i. door den Quai d'Oxsay gestipendieerde) pers: „Stinnes, un homme si intelligent, si riche et si simple (Stinnes1 een zoo verstandig, zoo rijk en zoo eenvoudig man.) Ik ben overtuigd wie is "het niet meer? dat hemieuwde toenade- ring tusschen Frankrijk en Duitschland een uitstekend ding is, en o. a noodzakelijk. Maar toch wrijft zelfs de Hoillandsche journa list zich de oogen uit, wanneer hij dergelijken lofzang leest. Die dociliteit der groote Fransche bladen is werkelijk allermerkwaardigst. Plotseling waait de wind uit een anderen hoek. De toon is honing-zoet geworden, tot zelfs in den re- actionnairen „Temps", en heel de atmosfeer is veranderd. Wie spreekt er nog van sanc- ties Wie heft er den moed, nog te dreigen?.. Het accoord met Belgie is er in gegaan alys koek, en het moratorium van 6 maanden daarmee tegelijkertijd. Thans spreekt sir John Bradbury van een moratorium voor.... vijf jaren, en zelfs de gedachte daaraan weld tcrnauwemood' verontwaardiging Men heeft - zich in Frankrijk. gewend aan het idee: toch nooit een roode (mark) duit te zullen ontvan gen. Waarom zou men zich dan nog druk maken over een uitstel van betaling? Nie- mand zet meer groote oogen op. Het tijd- perk der protocolaire visites en strijkages is aangebroken: het blijde einde van het ver- schrikkelijk donder-en-bliksem-drama. Het is de ironi van het lot, dat het juist het ministerie Poincare moest zijn wat dit baren z,ou Gelukkig voor de wereld: die goede Fran- schen vergeten zoo gauwIn zaken van sym- pathie of antipathic, doen zij de dingen niet ten halve: ze „emballeeren" zich, om 'n typisch Franseh woord te gebruiken. Iemandl, die acht dagen lang zijn Fransche kranten overslaat, is niet meer op de hoogte van de openbare mening. Het is hier hollen of stil- staan. Op het oogenblik holt men naar de verzoeningEen impulsief volk met een veile pers, het is niet altijd een gevaar, het kan ook ten beste werken. Er is geen enkei Franseh blad van eenige beteekenis, dat niet de Memoires van Wil- helm II publicert. Toen men ermee begon, was het zoogenaamd om ze te weerleggen. Een weerlegging komt echter maar hoogst sporadisch voor, en heeft dan nog alleen be- trekking op kleinigheden. De wind waait uit het Oostcnsinds enigen tijd reeds uit Oos- texirijk, uit Turkije, nu ook uit Duitschland', uit Rusland. En de hemel klaart op. Zouden er, gesteld eens dat Duitschland den oorlog gewonnen had. evenvel Duitsche bladen hebben klaar gestaan om de Memoi res van Poincarfe op te nemen? En aeils zwaar er voor betalen?? I No. 249. 1922. HINDER WET. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene kennis, dat heden op de gemeente*secretarie ter in* zage is gelegd het aan hen ingediende verzoek met bijlagen van JAC. STIKVOORT Jr. al* hier om vergunning tot het oprichten van eene kuiperij met plaatsing daarin van 2 electro* motoren van 1 en- 3 P. K. en diverse werktui* gen in het perceel Aehterdam C. no. 8. Bezwaren tegen deze oprichting kunnen worden ingediend ten raadhuize dezer ge* meente, mondeling op Vrijdag 3 Nov. '22, voormiddags te el! uur en schriftelijk v66r of op dien tijd. Gedurende drie dagen v66r gemelden dag kunnen de verzoeker en hij die bezwaren heeft ingebracht op de sccre* tarie dezer gemeente van de terzake ingeko* men schrifturen kennis nemen. Alkmaar, 20 October 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. C. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. Indertijd schreef ik eenige artikelen over het P. E. N. Toen was het met ddt bedrijf, dat zoo'n mooie overheidsinstelling had kunnen 4jn, reeds een lijdensgeschiedenis,' al heb ik dit woord destijds niet gebruikt. Ik sChetste de inrichting van dit provincial grootbedrijf, voor den 'bloei en de welvaart van onze pro* vincie onontbeerlijk. Inzonderheid gat ik eeni* ge beschouwingen ten aanzien van de financi* eele misfere, waarin het steeds meer kwam te verkeeren. 'tis nu ruim anderhalf jaar later. Zijn we inmiddels veel verder gekomen? Laat me deze vraag eens onder het oog zien. Jaren reeds staat bij ieder, die eenig inzioht heeft in dit grootbedrijf, de overtuiging vast, dat het belast is met al te veel millioenen daar* in gestoken stiohtingskapitalen. Jarenlang wordt anderzijds evenzeer bij gemeenten, pol* ders en grootindustrieelen aangedrongen op vrijwillige medewerking tot hoogere betaling voor den hun door het P. E. N. geleverden stroom. De contracten zijn v66r den oorlog xnecrendeels voor een tijdvak van omstreeks 25 jaar afgesloten tegen tarieven, waarop het P. E. N. thans niet zonder verlies stroom kan aflevereh. Gedeputeerde Staten hebben nu in Juni 1921 aan de staten voorgesteld het P. E. N. finaal kwijt te schelden ongeveer 6)4 milMoen gulden, mits dan ook de gemeenten bereid zouden zijn tot aanvaarding van hoogere ta* rieven, z66 dat het P. E. N. voortaan weder zonder verlies zal kunnen exploitceren. Het bedrag yan 6 millioen gulden is samengesteld uit ongeveer 3)4 millioen tot en met 1920 ge* leden exploitatieverliezen en ongeveer 3 milli* oen crisiskosten begrepen in het stichtingska* pitaal. In wezen is dit inder.daad een goed voorstel. D, P. E. N.*wagen was in het slop en hij moest er weer uit. Aan de zijde der provincie zijn bij de Iciding van het bedrijf vele fouten gemaakt, waaruit groot nadeel is ontstaan. Die fouten mogen zich niet wreken op de beurzen van de stroomverbruikers. De geheele provincie dient de nadeelige gevolgen te dra* gen van de fouten van haar bestuurders en van de bedrijfsleiding. Anderzijds kan niet worden ontkend, dat de verouderde vooroor* logsche tarieven niet gehandhaafd mogen blij* ven. Die oude contracten, voor langen tijds* duur afgesloten, mogen dan al wettelijk on* aantastbaar zijn, de gemeentebesturen (over* heidsorganen) mogen tegenover een ander overheidslichaam, de provincie, geen gebruik blijven maken van regelen, gesteld in een tijd, waarin de toestanden zoo geheel anders waren dan nu, zoodat die regelen onmogelijk nu nog als juist kunnen worden aangemerkt. Bij de 3)4 millioen exploitatieverlies tot en met 1920 kwam over 1921 noig ruim 540000. De bogrooting voor 1922 raamt een verlies van 1.186.000, terwijl op de begrooting voor 1923 654.000 is uitgetrokken. In 1920 en 1921 heeft het meerendcel der ge* meenten toegestemd in een verhooging der be* taling wegens de maximale belasting met 50 pCt. Zelfs nu nog zijn er een 16*tal gemeenten, die deze verhooging niet betalen. Dat is wel zeer hjnderlijk'voor de ovcrige en het is zeker de taak van de organisatie der stroombetrek* kende gemeenten om aan deze ongelijkheid ten spoedigste een einde te maken, Maar in hoever dienen de gemeenten boven deze 50 pCt. nog verhooging toe te kennen? Daarover is i naar aanleiding van het bo* vengenoemde voorstel van gedeputeerde stu* ten over kwijtschelding van 6)4 millioen moeizaam en ernstig overleg gepleegd tussohen afgevaardigden van de provincie en afgevaar* digden van de afdeeling Noordholland der verecniging van Nederlandscho gemeenten. Van de zijde der provincie waren hiervoor aangewezen het lid van gedeputeerde staten Hend'rix en de statenledcn Wibaut (voorzit* ter), Heerkens Thijssen, Trapman, Van der Waarden en De Jong Sohouwenburg en door de gemeenten de hjh. Kooiman, te Purmerend (voorzitter), Kuipers te Beemster, Van Itter* sum te Apeldoom, Lommen te Castricum, Van Deventer te Alkmaar, Verhoeckx te's Graven* hage en Wagenfeld te Hilversum, na diens af* treden als weethouder vervangen door Van Engelenburg te Broek in Waterland. Dit ovgrleg leidde tot overeenstemming in den boezem der commissie. Vanaf 1 Juli 1922 zouden de gemeenten betalen naar tarieven, gebaseerd op de kostprijstijnen der vereeniging van directeuren in van electriciteitsbedrijven in Nederland. Dienovereenkomstig werd een tarief ontworpen, hetwelk zou leiden tot een hoogere betaling per Kilowatt en per Kilowatt* uur en tot een vergoeding voor medegebruik van den hoogspanningskabel der provincie. De provincie zou Kierdoor naar schatting 230.000 per jaar meer in het laadje krijgen, ongeacht nog het bedrag dat thans niet bin* nenkomt doordat gemeenten de 50 pCt. ver*, hooging voor de maximale belasting nog niet betalen. Gedeputeerde Staten gingen met dit resul* tut accoord. Da bekrachtiging van de staten* vorgadaring zou nu aan da zijdo dor provincio alleen nog noodig ziftf. De vergadcring der afdeeling Noordholland van de vereeniging van Nederlandscho ge* meenten was piinder insehikkelijk. Was dat zoo'n groot wonder? Welneen. Ik heb het op het eind in de commissie van overleg met na* druk gezegd, dat daar veel en krachtigc op* positie zou zijn te verwacbten. De gemeenten geven haar rechtmatlg afgesloten contracten natuurlijk hoogst ongaarne prijs. Wel had de afdeelingsvergadering reeds het vorig jaar met algemeene st.mmen de billijkheid daar* van erkend, maar de tegenzin der gemeenten tegen de P. E. N.«gedragingen valt niet weg te redeneeren en berust op goed'en grond. Over de vraag hoever de verhooging zou gaan moest ten alotte ^wel veel verschil van inzicht blijken. Twee groote, langdurige en moeilijke afde'clingsvergaderingen hebben de juisthcid van mijn vermoedens bevestigd. Ten slotte liep het z66 dat de datum van ingang der verhooging een half jaar werd vcrachoven en dat de vergoeding voor gebruik van de ka'bels der provincie kwam te vervallen. Daar* na werden de geamendeerde voorstellen met geringe mecrderheid van stemmen aangeno* men. De berekeningen der provincie van de op* brengst van eventueele kabelhuur liepen nogal uiteen. Eerst werd berekend ongeveer 60000 per jaar, later ongeveer 33000. Hoe dit in* tusschen zij, op het vervallen van de kabelhuur is de zaak nu weder eens gestrand. De statencommissie voor de electricitedtsza* ken heeft thans namelijk. aan gedeputeerde staten geadviseerd met de voorstellen van de afdeelingsvergadering geen genoegen te ne« men. Zij heeft ook hier met de gemeenten nader overleg gevraagd, maar gedeputeerde staten geadviseerd zidhtot de regeering te wenden met verzoek een wettelijke regeling te bevorderen met behulp waarvan door de be* staande contraoten een streep kan worden ge* haald. De statencommissie heeft van dit ad* vies aan de afdeeling Noordholland mededee* ling gedaan. Wat nu? Gedeputeerde staten zullen zich naar mijn meening nog wel eens bedenken al* vorens zij het geheel laten aankomen op wet* telijken dwang. De minister van waterstaat heeft wel is waar onlangs medewerking dien* aanigaa'nde in uitzioht gesteld voor het geval de gemeenten de bij het Overleg ontworpen ta* rieven niet zouden wenschen te aanvaarden. Ik houd me ook overtuigd, dat bij afwijzing zon* der meer de gemeenten op wettelijken dwang groote karis zouden hebben geloopen. Maar het gaat thans nog om een betrekkelijk gering versohil. Het wil er bij mij nog niet in dat de regeering het stuitende van wettelijken dwang tot vernietiging van volkomen te goeder trouw, geheel naar den vorm en volkomen naar redhte afgesloten contracten om een der* gelijk verschil zou willen aanvaarden. Even* min, dat de nieuwe minister van waterstaat gesteld hij adit zich door die toezegging van zijn amibtsvoorganger ook bij het verschil van 33.000 (of 60.000) per jaar geibonden zijn amlbtgenoot van justitie aan zijn zijde zal vinden. Nog minder- mag ik gelooven dat de beid'e kamers der staten*generaal in dit geval de regeering voetstoots zouden volgen. Men moet ook niet uit het ook verliezen, dat onder de Noordhollandsche gemeentebesturen bij de indiening van een dergelijk wetsvoorstel een storm van verzet z.ou opstoken. Er zijn ook nog wel andere contracten in particuliere en overheidsbedrijven loopende in eleotrici* teitszaken en op ander gebied die thans on* voordeelig blijken. Als eenmaal een praece* dent is geschapen,- zal do regeering aandrang van andere zijden moeilijk kunnen weerstaan. Wiar moet het dan hecn? De commissie voor electriciteitszaken der afdeeling Noordholland heeft gemeend, dat de gemeentebesturen nu maar eens moeten af* wacbten en daarvan aan hen roededeeling ge* daan. Wat moeten nu eohter de electriciteits* bedrijven met hun begrootingen voor 1923 doen? Die vraag werd me reeds gesteld. Menig bedrijf zou door de verlaagde kolenprijzen, welke op den stroomleveringsprijs grooten in* vloed uitoefenen, zijn stroomprijzen eenigszins kunnen verjagen als niet de verhooging van het provinciaal tarief boven het hoofd hing. Er is nu groote onzekerheid ontstaan. Ik meen dat het gewenscht is op de begrootingen voor 1923 een flinken post voor onvoorziene uitga* ven uit te tre'kkcn, ten einde daaruit de ver* hooging eventueel te kunnen bekostigen. Blijkt ook met een flinken post voor „onvoorzien" eenige verlaging nog mogelijk, dan stelle men verlaging niet langer uit. Naar het mij wil voorkomen is de oplossing thans weder in een z6o ver verwijderd verschiet komen te liggen, dat daarop met herziening van de plaatselijke stroomtarieven toch eigenlijk niet langer meer kan worden gewacht. Wie weet wat de naaste toekomst nog brengt! Want sedert de afdeelingsvergadering, waarin deze zich tot medewerking aan het sluiten van nieuwe contracten met vermoede* lijk 170000 per jaar meer opbrcnigst bereid verklaarde, is bekend geworden de begrooting van het P. E. N. voor 1923, die 532000 min* der exploitatieverlies raamt dan de begrooting voor 1922 deed. Het geraamd nadeelig slot i3 nu 654000. Nog een respectabel bedrag, maar we zijn nu weer in vooruitgaande rich* ting. Als dat geraamde verlies van 654000 eens iets meeviel? Als alle gemeenten nu alvast eens betaalden de 50 pCt. verhooging voor de maximale belasting. Als verder eens in minde* ring werden gebradht rente en aflossing op de kwtij te schelden 6J4 millioen....? Mogelijk blijft er voor de gemeenten dan nog wel min* der dan 170000 per jaar tc tlekken over. De na de jongste* afdeelingsvergadering be* kend geworden begrooting doet wel een paar vragen rijzenDeze onder meer of het thans, alles bijeengenomen en gezien ook het afwijzend adlvies der statencommissie, eigen* lijk maar niet het beste zou zijn, dat de ge* meentelijke bedrijven voldoende midd'elen re* serveeren, om bijv. nadat we nog eens een jaar verder zijn, het P. E. N. zoo noodig te gemoet te kOmen, maar inmiddels nog eens aan te zien of de noodzakelijkheid van tege* moetkoming wel inderdaad zal blijken. Dat zou ten slotte voor provincie fen gemeenten nog wel de allermooiste oplossing zijn als na Wonderlijke speling van het lot! Juist toen ik dit geschreven had kwam er storing en ging het electrisch licht uit. Ik kreeg in den donker ruimschoots gelegenheid orm te over* denken of dit wellicht een symbolisehe verkla* ring was van de verhouding die door deze daad van .de statencommissie tusschen gamaan* ton on provincie is ontstaan. afschryving dor 6% millioen d« 50 pCt ver* hooging, algemeen doorgervoerd, eens vol doen* de bleek te wezen. Purmerend. D. KOOIMAN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5