Aikmaarsche Caurant
Vraag en Aanbod.
Parijsche Gauserieen.
Hunderd Oris en Twintigste Jaargang,
Zaterdag 21 October.
De lijdensgeschiedenis met de
tarieven van het P. N.
Uit onze Staatsmacliine.
BijttS uiidtfbitgi m Steft^egi-ysyhif
guut iu ue latere jareu z66 over de tong als
uMt voor Hooiuaiuk Vill (oorlog). tr ziju
er, tile acliijueu tc mecaen, dat am niaar tlu
itooi'dstuk gcschrapt kou worden, het vadcr-
hind gered zou ziju. Eukden zijn in staat cm
a,lie bezulaiging id te wijzeil, zooilanc; Oorlog
uiiet suci'k vooirgtaat of /cieanoode geheel yer-
dwijflt met Marine op den koop toe, Weinu,
Oorlog heeft bezuinigd^ ial z0°
stcrk ate de zooeven beoocklta wenscliten en
al zou er misschkn ook naar het oordeel
van minder radicalen nog wel wat nicer te
bezuinigen zijn. De nieuwe dienstplichtwet
heeft tot bezuiniging geleid en zal dat nog
meer doen, wamieer ook de door die wet
ovcrconipleet geworden officieren en minde-
ren uit de kgersterkte verdwijnen; voors-
handa moeten zij nog worden aangehouckn.
En de minister duidt dit in de begrooting
aan door de bliivenden en de overcompleten
in verschillende groepen aan te geven.
OilliN DAT Ulf DE"
Over't algemeen heeft de minister bezui-
nigd/ waar dat z. i. kon en mocht, al zijn er
dan ook enkcle van die bezuinigingen, die
meer schijn dan wezen zijn, omdat alleen
maar uitgesteld wordt, wat later toch noodig
zal zijn; zoo b.v. de uitgaven voor het bou-
wen van de noodig geworden karmpen, Zuikc
beztiinigingcn zijn van twijfeiachtigen aard
Zoo is net b.V. met hot aanvullcn van artille-
rie-miateriteel: nui reeds wordt volgens den mi
nister te weinig aangeschaft en nu wordt
voorgesteld om dat nog weer te verminderen,
tot ixrtere tijden. Zoo zal ook de aanvulling
der munitie besnoeid worden. Werden in
1922 7 ladingen verschoten, dan werden
maar 5 nieuwe opgedaan; voor 1923 wordt
geraamd 2 tegen 1, zoodat, als het z6o
voortgaat, de dag komt, dat men „al zijn
kruit verschoten heeft".
Voor de luehtvaarafdeeling zou ongeveer
l1/* millioen meer uitgegeven moeten wor
den, als voorzien werd in de behoefte aan
materieel en c pleiding van viiegers en waar-
nemers. Ook dat wordt uitgesteld. En toch
moet voor 1923 op 133.000 meer voor de
luchtvaart worden gerekend dan voor 1922.
Op herhalingsoefeningen wordt 46.000
bezuinigd. al kan dat eigenlijk niet door den
beugel.
De vrijwilTigers van den landstorm zullen
niet meer als voorheen van rijkswege schoei-
sel ontvangen.
De nieuwe pensioenwetten eischen echter
weer 2.350.000 meer en, voor werklieden in
aansluiting aan de Dienstplichtwet wordt
400.000 meer vereischt. terwijl 257.000
noodig is geworden door afschaffingi van den
portvrijdom
Toch bedraagt het eindcijfer van deze be
grooting' 7.273.000 minder dan dat van
1922, dat ook reeds 6V? millioen' lager was,
dan bij de oorspr&nkcnikc begrooting was
aangevraagd. net eincicijfer voor 1923 is
64.109.000.
H'oofdstuk IX (Waterstaat) heeft na aftrek
van bdjdlragen, dbor piwincien, gemeenten en
Belgie in verschilliende werken te betalen,
een eindcijfer van f 47.473.767, dat is
f 9 980394 minder dan het vorige jaar.
Wijl maken hier een overeehkomstige op-
merking als bij Marine,' dat n.l. de begroo
ting nog is opgemaakt onder leiding van den
afgetreden Minister en de mogelijkheid be-
staat, dat de nieuwe titularis nog nota's van
wijziging indient, al heeft hij I de memorie
van toeiichting onderteekend.
De vei'minderingen betreffen: de kosten
van het Departement met 4100, Waterstaat
met 4 708.311, Spoorwegen met 651.650,
Pensioenen, wachtgelden en-z. met 32709,
Posterijen, Telegrafie en Telefonie met
4-583.534.
Hoe gaarne men ook uit deze begrooting
enkele punten zou willen aanstippen om meer
nauwkeurig op te geven, waarvoor het geld,
dat op dit hoofdstuk wordt aangevraagd, be-
steld wordt, meni komt er van terug door de
veellheid der posten, vooral van de afdeeling
Waterstaat; het is een ontelbaar aantal brug-
gen, wegen, vaarten, rivieronderhoudskosten,
enz. enz. waarvoor gelden warden aange
vraagd, en veel van die posten laten geen ver-
gelijking met andere jaren toe, omdat een
groot aantal werken in 6en jaar afloopen.
Voor Hoofdstuk X (Landbouw, Nijverheid
en Handel) is wel een afzondcrlijke begroo
ting ingediend, maar, zooals bekend is, zal
het departement als zoodanig worden opge-
heven. Landbouw zal dan weer als lang ge-
leden bij Binnenlandsche Zaken komen en
Nijverheid en Handel verhuizen naar Arbeid.'
Voorloopig is de Minister van Binnenland
sche Zaken ad interim belast met de zaken
van het departement, totdat het definitief
ontbonden zal zijn. Velen vooral uit land-
bodwkringen. hebben er bezwaren tegen ge-
opperd, dat het ministerie v. Landbouw zou
ophouaen te bestaan en weer een afdeeling
zou worden van een ander departement. Zij
vergeten ten eerste, dat het bestaaftde depar
tement wel het ministerie van Landbouw
heette, maar in hoofdzaak omdat Land
bouw in den titel het eerst genoemd werd,;
en1 teni tweede, dat aan het hoofd van het de
partement alleen de heer Posthuma als des-
kundige heeft gestaan, terwijl aan het hoofd
van een afdeeling I andbouw aan een ander
departement zeer zeker een; landbouw-speciali-
teit zou worden geplaatst. Een afzonderlijk
departement van Landbouw is niet aan te be-
velen, ook al om de hooge kosten.
Op de nu ingediende begrooting voor
Lloofdstuk X komt de. iaarwedde van den Mi
nister al niet meer voor; dat er toch gesproken
wordt over een Secretaris-Generaal is eigen
lijk wat vreemd-. Het aantal ambtenaren enz.,
waarvoor traktementen zijn uitgetrokken-, is
heel wat kleiner dan op de begrooting voor
1921 en 1922 voorkwamen. Zeker heeft de
zucht naar bezuiniging haar invloed doen
gevoelen, maar't kan ook zijn, dat het rap
port van de Bezuinigingscommissie meege-
werkt heeft. Zij gaf een reorganisatie in
overweging, waardoor ongeveer een derde
deel van alle ambtenaren kon vervallen. Ook
ini andere op-zichten kon1, naar zij; meende, be
zuiniging plaats hebbeni. En er is -al wat
bezuinigd. Immera voor 1922 was reeds
69.277.050,17 yi toegestaan en voor 1923
wordt in't geheel f 56.471.1073Vs aangje-
vraagd, zoodat een vermindering is toege-
past van 12.805.942,84, waarvan echter
7.762.000 op het mijnbedrijf wordt gevon-
d-ea Dat mijnbedrijf zal volgens de ram-ing
een voordeelig saldo van 2.550.000 opleve-
ren
Wij zullen de verkiding weerstaan bijzon-
dere uitgaven te noteeren. Efen opmebking ma
ken wij echter, die geruststellend kan werken.
Ver leden jaar heeft in een der bladen een
landbouwman er op gewezen wel wat om
de landbouwers kitteloorig te maken 1 dat
voor landbouw zooveel minder was uitge-
.trokken dan voor nijverheid. Hij zou dat weer
kunnen doen, maar dan even onbillijk zijn als
verleden jaar. Want de afdeeling Landbouw
vordert voor 1923 nog geen 9 millioen en
Nijverheid eisch-t 43% millioen. Maar bij dat
bedrag voor Nijverheid is 39.757.5QO voor
het mijnbedrijf, dat echter f 42.362.500 op-
fa rengt. Met deze cijfers valt de vergelijking
wat anders uit.
Bij Hoofdstuk X A (Arbeid) zal, zooab wij
reeds opmerkten, Nijverheid en Handel ge-
voegd worden. Een paar voomame onder-
deelcn zijn: de verzekeringswetten, de wo-
ningbouw en de werklooshetd1.
Van de 1.600.000, die voor administratie-
kosten voor de Oud'erdomswet 1919 wordt
uitgetrokken, komt 1.200 000 aan de Ra-
den van Arbeid-. Bij de samenstelling der be
grooting is er op gerekend dat de wijziging
van de genoemae wet een vermindering van
werkzaamheden zal meebrengen.
Uitvoerig wordt nagegaan, wat voor wo-
ningbouw is uitgegeven in 1921 en in de eer
ste maanden van 1922. In 1921 werd toege-
kend ten behoeve van den bouw van 24 004
woningen aan grondvoorschotten bijna 43
millioen, aan bouwvoorsdiotten bijna 156
millioen en aan bijdragen tot ten hoogste 2',8
millioen. In 1922 (eerste half jaar) waren
deze cijfers: 3891 woningen, 2 8 millioen
grondvoorschot. 24 nxill'i-oen bouwvoorschot
en 314 ton bijdragen.
In 1921 werd ten behoeve van 28.077 wo
ningen verleend aan premies 44,7 millioen;
ten behoeve van 14.228 woningen aan hypo-
thdken 67.8 millioen. In het eerste half jaar
van 1922 waren deze cijfers: 10027 wonin
gen met 1014 millioen premie en 2722 wo
ningen met 7,8 millioen hypoth-eek.
De post subsidien ingevolge het werkloos-
heidsbesluit is op 4,2 millioen gebracht, waar
van 2 ton komt aan vereenigingen met werk-
loosheidskassen. De gemeenten betalen 2 mil
lioen terug. „Steun uit anderen hoofde" is
voor memorie uitgetrokken. Op de wijze,
waarop An 1922 hulp aan werkloozenkassen
werd verleend, zal aat in 1923 niet plaats
hebfben. Het subsidi-ebedrag is wat hooger
geraamd, omdat waarschijnlijk in 1923 wel
eens meer dan 100 proc zal moeten worden
bij-gepast.
De post bijdragen in de kosten van verrui-
ming van werkgelegenheid is naar Binnenl.
Zaken overgebracht.Voor den gewonen
dienst voor Arbeid was voor 1922 toege
staan 60 800 755 en voor 1923 wordt ge
raamd 53.903.814, zoodat op den gewonen
dienst 6.896.941 minder wordt gevraagd-
Hoofdstuk XI (Kolonien) wordt geraamd
op 6530.458, dat is 1.296.414 minder
dan voor 1922 was toegestaan. Voor een ge-
deelte is deze besparing te danken aan ver
mindering van personeel aan het departe
ment, voor 5 ton aan het niet noodig zijn van
een bijdrage in de bouwkosten van het Kolo-
niaal Instituut te Amsterdam.
Hoofdstuk XII (Onvoorziene uitgaven)
heeft maar 6en post van 50.000
Ten slotte komt de Wet op de Middelen,
d. i. de aanwijzing van bronnen van inkom-
sten, waaruit de uitgaven moeten worden be-
stredop, of liever de bedragen-, welke uit die
bronnen verwacht worden. Wij kunnen ons
voorstellen, dat de Minister van Financien
bij het ontwerpen van deze wet moeilijke
oogenhlikken' heeft beleefd en tusschen hoop
en vrees heeft gewaiikeld. Aan den eenen kant
zal hij neiging gevoeld hebben om bij; den be-
rooiden staat van de Schatkist wat optimis-
tisch te denken over de inkomsten en wat hoog
te schatten: maar als hij heeft gedacht aan de
malaise in handel en nijverheid, is hij1 genoopt
ceweest om laag te taxeeren. Tot voor korten
bid waren vele belastingen nog gebaseerd op
den ..goeden ouden tijd" van voor een paar
jaar, maar nu komt de daling in de opbreng-
sten. De mid'delen A—F, d. i. de meest be-
langTiike belastingen. worden samen
f 42 146 000 lager geraamd dan voor 1922
Grond- en Personeele belastingen worden
hooger geraamd, maar op de Inkomstenbdas-
ting laat de Minister al 18 millioen vallen
op de Dividend- en Tantifeme-belasting 3
millioen; op de Vermogensbelasting 1 milli
oen, op de geslachtaccijns 314 millioen; op
de zegelrechten 1 millioenop de registratie-
rechjen 20 millioen; on de successiebelasting
8 millioen. Enkele andere inkomsten worden
hooaer geschat dan in 1922. »e uitkomst
moet bewijzen, of de verminderingen in de
opbrengst niet te laag en de verhoogingen
niet te hoog zijn gen omen.
(C«en dlonstaanbl»41ng«a.)
Jb. HARTLAND, Koningsweg B 69,
Handel in 2e handsch Kinderwagens, Sport-
karren, Ledikanten, Bedden, eniz. KONINGS-
W'EG B 69 naast Klaas Verwer.
TE KOOP AANGEBODEN EEN HIE'E-
REN'RI JWI EL in goedem staat.
Adres DROTVENLAAN 53.
TE KOOP EEN: VULKAOHEL.
Te bdvrageru Bureau van dit blad.
TE KOOP een, beste VULKAOHEL.
S TE! JNlSTRA AT- 37
Prima, bijna nieuwe, WlNTERMANTE'L
TE KOOP, kleur blauw, maat 48, prijs 20.
Adres Bureau van dit blad.
WEET LI DAT? Tegeni elk aannemelijk
bod TE KOOP SALON GRAMOFOON
complect met platenkast.
STATIONSTRAAT 22.
Door omstandigheden TE KOOP een zoo
goed als nieuwe MANTEL, bruin, maat 46.
Tfauis tusschen 45 uur.
Stationsweg E 19 boven.
TE' KOOP eeni mooie VULK AOHEL met
nieuwe IB INNENK ACHEL
Adxea ZBVENHUIZEN 4.
TE KOOP: J p«rs(*90B heuten ledikant
met springveeren matras en veeren bed, 1
pers. Stroomatras, veerenbed en kussens,
veeren peluwen., 2 persoons waschtafel, eenig
steengoed, ijzereni standaard en kolenbak.
Adres: PR1NS HIE NDRIKSTR A AT 44.
ALOMAR IA CACAOPLAATJEiS IN
RUI'L GEVRAAGD.
RIJ'SWIJK, Dijiki 23.
TE KOOP RI JWIE'L f 10, FORNUHS
6, NACHTHOK 2.
FQRESIUSSTRAAT No. 17.
TE' KOOP EEN VULKACHEL merk
ROMEO. Adres VERDRONKENOORD 40.
SCH'R I JEM ACHINE TE HOUR GE-
VRAAGD voor plm. 3 maanden. Opgave
van prij® en merk aan Bouman's Boekhandel,
letter Z. te ZuidscharWoude.
TE KOOP een goed ondexhouden KIN-
DERW|AGEiN (nieuw model).
Adres Bureau van dit blad.
Een in goeden staat zijnde VULKAOHEL
TE KOOP. TOUSiS A1N TSTR A AT 23.
TOENADERING EN OPKLARING.
(Van onzen Pariischen correspondent).
(Nadruk verboden
Parijs, 15 October.
Het laaiste bedrijf is begonnen van tragi-
comedie, welke sinds 1919 wordt gespeeld.
Het contract Stinnes-Lubersac bereidt ons de
ontknooping voor. De zaken-menschen treden
op den voorgrond en zijn bezig te onderhan-
delen. Dat zij het zullen eens worden, lijdt
geen twijfel. Want hel het Fransch-EHiitsche
conflict, ten slotte, kwam1 hierop neer: de Lo-
tharingsche ijzer-industrie en de Duitsche
cokes-industrie (cokes en geen kolenhebben
elkander noodig.
Voor den oorlog reeds had men dit inge-
zien en toen al hadden Thyssen en Schneider
besprekingen in die richting geopend. Daar
op braken de vijandelijkheden uit en hoopten
de magnaten fan den Rij'n-oever zich het Lor
tharingsche ijzererts toe te eigenen met be
hulp van de wapenen. Maar het liep anders
af dan zij gedacht haddenze zagen zich ge-
noodzaakt opnieuw te march andeeren.
Gelukkig hebben zij hun uur gebeid.
Thans schijnt het aangebroken. Het groot-
kapitaal van -den Rijn en dat van Lotharin-
,gen hebben den vrede tusschen Duitschland
en Frankrijk in hun handen. Ik geloof, dat
wij gerust er op kunnen zijn, dat zijt, vroeg of
laat. elkander zullen verstaan.
Millerand had al lang begrepen, dat het
daarheen moest. Hij heft in den heer Laurent,
grootmeester der Fransche metallurgie, een
goed vriend en raadsman in dieze, en hij
fiield dan ook niet op, dien kant uit te stu-
ren. Poincare deed er langer over, om het te
begrijpen. Doch hij is Lotharinger, en zijn
landgenooten hebben wel er voor gezorgd,
dat hem de oogen werden geopend.
Men moest ofwel het Roer-bekken bezetten
en exploiteeren, ofwel met de cokesfabrikan-
ten tot overeenstemming komen. Aanvankelijk
beid'e men hier over naar de eerste methode;
maar de onoverwinlijke tegenstand van En-
?;land op dit punt bracht ontgoocheling
oen heeft men leeren berusten in de tweede,
en zonder verdere aarzeling is men den nieu-
wen weg ingeslagen. Het werd tijd.
Zoo is Hugo Stinnes, die tot zeer kort ge-
leden nog. als Frankrijk's ergste Vijand gold,
thans opeens hier bijna sympathiek gewor
den. De heer Lubersac heft hem rondgeleid
door het verwoeste gebied enheeft hem
z»ien weenen. Nog een stap verder, en de
geginistreerden bieden hem een banket aan,
in Rheims of Verdun, onder voorzittersdiap
van Loucheur. Reeds lezen we in de Regee-
ringsgezind'e (d. i. door den Quai d'Oxsay
gestipendieerde) pers: „Stinnes, un homme
si intelligent, si riche et si simple
(Stinnes1 een zoo verstandig, zoo rijk en zoo
eenvoudig man.) Ik ben overtuigd wie
is "het niet meer? dat hemieuwde toenade-
ring tusschen Frankrijk en Duitschland een
uitstekend ding is, en o. a noodzakelijk.
Maar toch wrijft zelfs de Hoillandsche journa
list zich de oogen uit, wanneer hij dergelijken
lofzang leest.
Die dociliteit der groote Fransche bladen
is werkelijk allermerkwaardigst. Plotseling
waait de wind uit een anderen hoek. De toon
is honing-zoet geworden, tot zelfs in den re-
actionnairen „Temps", en heel de atmosfeer
is veranderd. Wie spreekt er nog van sanc-
ties Wie heft er den moed, nog te dreigen?..
Het accoord met Belgie is er in gegaan alys
koek, en het moratorium van 6 maanden
daarmee tegelijkertijd. Thans spreekt sir
John Bradbury van een moratorium voor....
vijf jaren, en zelfs de gedachte daaraan weld
tcrnauwemood' verontwaardiging Men heeft -
zich in Frankrijk. gewend aan het idee: toch
nooit een roode (mark) duit te zullen ontvan
gen. Waarom zou men zich dan nog druk
maken over een uitstel van betaling? Nie-
mand zet meer groote oogen op. Het tijd-
perk der protocolaire visites en strijkages is
aangebroken: het blijde einde van het ver-
schrikkelijk donder-en-bliksem-drama.
Het is de ironi van het lot, dat het juist het
ministerie Poincare moest zijn wat dit baren
z,ou
Gelukkig voor de wereld: die goede Fran-
schen vergeten zoo gauwIn zaken van sym-
pathie of antipathic, doen zij de dingen niet
ten halve: ze „emballeeren" zich, om 'n
typisch Franseh woord te gebruiken. Iemandl,
die acht dagen lang zijn Fransche kranten
overslaat, is niet meer op de hoogte van de
openbare mening. Het is hier hollen of stil-
staan. Op het oogenblik holt men naar de
verzoeningEen impulsief volk met een
veile pers, het is niet altijd een gevaar, het
kan ook ten beste werken.
Er is geen enkei Franseh blad van eenige
beteekenis, dat niet de Memoires van Wil-
helm II publicert. Toen men ermee begon,
was het zoogenaamd om ze te weerleggen.
Een weerlegging komt echter maar hoogst
sporadisch voor, en heeft dan nog alleen be-
trekking op kleinigheden. De wind waait uit
het Oostcnsinds enigen tijd reeds uit Oos-
texirijk, uit Turkije, nu ook uit Duitschland',
uit Rusland. En de hemel klaart op.
Zouden er, gesteld eens dat Duitschland
den oorlog gewonnen had. evenvel Duitsche
bladen hebben klaar gestaan om de Memoi
res van Poincarfe op te nemen? En aeils
zwaar er voor betalen??
I
No. 249. 1922.
HINDER WET.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
ALKMAAR brengen ter algemeene kennis,
dat heden op de gemeente*secretarie ter in*
zage is gelegd het aan hen ingediende verzoek
met bijlagen van JAC. STIKVOORT Jr. al*
hier om vergunning tot het oprichten van eene
kuiperij met plaatsing daarin van 2 electro*
motoren van 1 en- 3 P. K. en diverse werktui*
gen in het perceel Aehterdam C. no. 8.
Bezwaren tegen deze oprichting kunnen
worden ingediend ten raadhuize dezer ge*
meente, mondeling op Vrijdag 3 Nov. '22,
voormiddags te el! uur en schriftelijk v66r
of op dien tijd. Gedurende drie dagen v66r
gemelden dag kunnen de verzoeker en hij
die bezwaren heeft ingebracht op de sccre*
tarie dezer gemeente van de terzake ingeko*
men schrifturen kennis nemen.
Alkmaar, 20 October 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. C. WENDELAAR, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
Indertijd schreef ik eenige artikelen over
het P. E. N. Toen was het met ddt bedrijf, dat
zoo'n mooie overheidsinstelling had kunnen
4jn, reeds een lijdensgeschiedenis,' al heb ik
dit woord destijds niet gebruikt. Ik sChetste
de inrichting van dit provincial grootbedrijf,
voor den 'bloei en de welvaart van onze pro*
vincie onontbeerlijk. Inzonderheid gat ik eeni*
ge beschouwingen ten aanzien van de financi*
eele misfere, waarin het steeds meer kwam te
verkeeren.
'tis nu ruim anderhalf jaar later. Zijn we
inmiddels veel verder gekomen? Laat me deze
vraag eens onder het oog zien.
Jaren reeds staat bij ieder, die eenig inzioht
heeft in dit grootbedrijf, de overtuiging vast,
dat het belast is met al te veel millioenen daar*
in gestoken stiohtingskapitalen. Jarenlang
wordt anderzijds evenzeer bij gemeenten, pol*
ders en grootindustrieelen aangedrongen op
vrijwillige medewerking tot hoogere betaling
voor den hun door het P. E. N. geleverden
stroom. De contracten zijn v66r den oorlog
xnecrendeels voor een tijdvak van omstreeks
25 jaar afgesloten tegen tarieven, waarop het
P. E. N. thans niet zonder verlies stroom kan
aflevereh.
Gedeputeerde Staten hebben nu in Juni
1921 aan de staten voorgesteld het P. E. N.
finaal kwijt te schelden ongeveer 6)4 milMoen
gulden, mits dan ook de gemeenten bereid
zouden zijn tot aanvaarding van hoogere ta*
rieven, z66 dat het P. E. N. voortaan weder
zonder verlies zal kunnen exploitceren. Het
bedrag yan 6 millioen gulden is samengesteld
uit ongeveer 3)4 millioen tot en met 1920 ge*
leden exploitatieverliezen en ongeveer 3 milli*
oen crisiskosten begrepen in het stichtingska*
pitaal.
In wezen is dit inder.daad een goed voorstel.
D, P. E. N.*wagen was in het slop en hij
moest er weer uit. Aan de zijde der provincie
zijn bij de Iciding van het bedrijf vele fouten
gemaakt, waaruit groot nadeel is ontstaan.
Die fouten mogen zich niet wreken op de
beurzen van de stroomverbruikers. De geheele
provincie dient de nadeelige gevolgen te dra*
gen van de fouten van haar bestuurders en
van de bedrijfsleiding. Anderzijds kan niet
worden ontkend, dat de verouderde vooroor*
logsche tarieven niet gehandhaafd mogen blij*
ven. Die oude contracten, voor langen tijds*
duur afgesloten, mogen dan al wettelijk on*
aantastbaar zijn, de gemeentebesturen (over*
heidsorganen) mogen tegenover een ander
overheidslichaam, de provincie, geen gebruik
blijven maken van regelen, gesteld in een tijd,
waarin de toestanden zoo geheel anders waren
dan nu, zoodat die regelen onmogelijk nu nog
als juist kunnen worden aangemerkt.
Bij de 3)4 millioen exploitatieverlies tot en
met 1920 kwam over 1921 noig ruim 540000.
De bogrooting voor 1922 raamt een verlies van
1.186.000, terwijl op de begrooting voor
1923 654.000 is uitgetrokken.
In 1920 en 1921 heeft het meerendcel der ge*
meenten toegestemd in een verhooging der be*
taling wegens de maximale belasting met 50
pCt. Zelfs nu nog zijn er een 16*tal gemeenten,
die deze verhooging niet betalen. Dat is wel
zeer hjnderlijk'voor de ovcrige en het is zeker
de taak van de organisatie der stroombetrek*
kende gemeenten om aan deze ongelijkheid
ten spoedigste een einde te maken,
Maar in hoever dienen de gemeenten boven
deze 50 pCt. nog verhooging toe te kennen?
Daarover is i naar aanleiding van het bo*
vengenoemde voorstel van gedeputeerde stu*
ten over kwijtschelding van 6)4 millioen
moeizaam en ernstig overleg gepleegd tussohen
afgevaardigden van de provincie en afgevaar*
digden van de afdeeling Noordholland der
verecniging van Nederlandscho gemeenten.
Van de zijde der provincie waren hiervoor
aangewezen het lid van gedeputeerde staten
Hend'rix en de statenledcn Wibaut (voorzit*
ter), Heerkens Thijssen, Trapman, Van der
Waarden en De Jong Sohouwenburg en door
de gemeenten de hjh. Kooiman, te Purmerend
(voorzitter), Kuipers te Beemster, Van Itter*
sum te Apeldoom, Lommen te Castricum, Van
Deventer te Alkmaar, Verhoeckx te's Graven*
hage en Wagenfeld te Hilversum, na diens af*
treden als weethouder vervangen door Van
Engelenburg te Broek in Waterland.
Dit ovgrleg leidde tot overeenstemming in
den boezem der commissie. Vanaf 1 Juli 1922
zouden de gemeenten betalen naar tarieven,
gebaseerd op de kostprijstijnen der vereeniging
van directeuren in van electriciteitsbedrijven
in Nederland. Dienovereenkomstig werd een
tarief ontworpen, hetwelk zou leiden tot een
hoogere betaling per Kilowatt en per Kilowatt*
uur en tot een vergoeding voor medegebruik
van den hoogspanningskabel der provincie. De
provincie zou Kierdoor naar schatting
230.000 per jaar meer in het laadje krijgen,
ongeacht nog het bedrag dat thans niet bin*
nenkomt doordat gemeenten de 50 pCt. ver*,
hooging voor de maximale belasting nog niet
betalen.
Gedeputeerde Staten gingen met dit resul*
tut accoord. Da bekrachtiging van de staten*
vorgadaring zou nu aan da zijdo dor provincio
alleen nog noodig ziftf.
De vergadcring der afdeeling Noordholland
van de vereeniging van Nederlandscho ge*
meenten was piinder insehikkelijk. Was dat
zoo'n groot wonder? Welneen. Ik heb het op
het eind in de commissie van overleg met na*
druk gezegd, dat daar veel en krachtigc op*
positie zou zijn te verwacbten. De gemeenten
geven haar rechtmatlg afgesloten contracten
natuurlijk hoogst ongaarne prijs. Wel had de
afdeelingsvergadering reeds het vorig jaar
met algemeene st.mmen de billijkheid daar*
van erkend, maar de tegenzin der gemeenten
tegen de P. E. N.«gedragingen valt niet weg
te redeneeren en berust op goed'en grond.
Over de vraag hoever de verhooging zou
gaan moest ten alotte ^wel veel verschil van
inzicht blijken. Twee groote, langdurige en
moeilijke afde'clingsvergaderingen hebben de
juisthcid van mijn vermoedens bevestigd. Ten
slotte liep het z66 dat de datum van ingang
der verhooging een half jaar werd vcrachoven
en dat de vergoeding voor gebruik van de
ka'bels der provincie kwam te vervallen. Daar*
na werden de geamendeerde voorstellen met
geringe mecrderheid van stemmen aangeno*
men.
De berekeningen der provincie van de op*
brengst van eventueele kabelhuur liepen nogal
uiteen. Eerst werd berekend ongeveer 60000
per jaar, later ongeveer 33000. Hoe dit in*
tusschen zij, op het vervallen van de kabelhuur
is de zaak nu weder eens gestrand.
De statencommissie voor de electricitedtsza*
ken heeft thans namelijk. aan gedeputeerde
staten geadviseerd met de voorstellen van de
afdeelingsvergadering geen genoegen te ne«
men. Zij heeft ook hier met de gemeenten
nader overleg gevraagd, maar gedeputeerde
staten geadviseerd zidhtot de regeering te
wenden met verzoek een wettelijke regeling te
bevorderen met behulp waarvan door de be*
staande contraoten een streep kan worden ge*
haald. De statencommissie heeft van dit ad*
vies aan de afdeeling Noordholland mededee*
ling gedaan.
Wat nu? Gedeputeerde staten zullen zich
naar mijn meening nog wel eens bedenken al*
vorens zij het geheel laten aankomen op wet*
telijken dwang. De minister van waterstaat
heeft wel is waar onlangs medewerking dien*
aanigaa'nde in uitzioht gesteld voor het geval
de gemeenten de bij het Overleg ontworpen ta*
rieven niet zouden wenschen te aanvaarden. Ik
houd me ook overtuigd, dat bij afwijzing zon*
der meer de gemeenten op wettelijken dwang
groote karis zouden hebben geloopen. Maar
het gaat thans nog om een betrekkelijk gering
versohil. Het wil er bij mij nog niet in dat de
regeering het stuitende van wettelijken dwang
tot vernietiging van volkomen te goeder
trouw, geheel naar den vorm en volkomen
naar redhte afgesloten contracten om een der*
gelijk verschil zou willen aanvaarden. Even*
min, dat de nieuwe minister van waterstaat
gesteld hij adit zich door die toezegging van
zijn amibtsvoorganger ook bij het verschil van
33.000 (of 60.000) per jaar geibonden
zijn amlbtgenoot van justitie aan zijn zijde zal
vinden. Nog minder- mag ik gelooven dat de
beid'e kamers der staten*generaal in dit geval
de regeering voetstoots zouden volgen. Men
moet ook niet uit het ook verliezen, dat onder
de Noordhollandsche gemeentebesturen bij de
indiening van een dergelijk wetsvoorstel een
storm van verzet z.ou opstoken. Er zijn ook
nog wel andere contracten in particuliere en
overheidsbedrijven loopende in eleotrici*
teitszaken en op ander gebied die thans on*
voordeelig blijken. Als eenmaal een praece*
dent is geschapen,- zal do regeering aandrang
van andere zijden moeilijk kunnen weerstaan.
Wiar moet het dan hecn?
De commissie voor electriciteitszaken der
afdeeling Noordholland heeft gemeend, dat de
gemeentebesturen nu maar eens moeten af*
wacbten en daarvan aan hen roededeeling ge*
daan. Wat moeten nu eohter de electriciteits*
bedrijven met hun begrootingen voor 1923
doen? Die vraag werd me reeds gesteld. Menig
bedrijf zou door de verlaagde kolenprijzen,
welke op den stroomleveringsprijs grooten in*
vloed uitoefenen, zijn stroomprijzen eenigszins
kunnen verjagen als niet de verhooging van
het provinciaal tarief boven het hoofd hing.
Er is nu groote onzekerheid ontstaan. Ik meen
dat het gewenscht is op de begrootingen voor
1923 een flinken post voor onvoorziene uitga*
ven uit te tre'kkcn, ten einde daaruit de ver*
hooging eventueel te kunnen bekostigen. Blijkt
ook met een flinken post voor „onvoorzien"
eenige verlaging nog mogelijk, dan stelle men
verlaging niet langer uit. Naar het mij wil
voorkomen is de oplossing thans weder in een
z6o ver verwijderd verschiet komen te liggen,
dat daarop met herziening van de plaatselijke
stroomtarieven toch eigenlijk niet langer meer
kan worden gewacht.
Wie weet wat de naaste toekomst nog
brengt! Want sedert de afdeelingsvergadering,
waarin deze zich tot medewerking aan het
sluiten van nieuwe contracten met vermoede*
lijk 170000 per jaar meer opbrcnigst bereid
verklaarde, is bekend geworden de begrooting
van het P. E. N. voor 1923, die 532000 min*
der exploitatieverlies raamt dan de begrooting
voor 1922 deed. Het geraamd nadeelig slot i3
nu 654000. Nog een respectabel bedrag, maar
we zijn nu weer in vooruitgaande rich*
ting.
Als dat geraamde verlies van 654000 eens
iets meeviel? Als alle gemeenten nu alvast
eens betaalden de 50 pCt. verhooging voor de
maximale belasting. Als verder eens in minde*
ring werden gebradht rente en aflossing op de
kwtij te schelden 6J4 millioen....? Mogelijk
blijft er voor de gemeenten dan nog wel min*
der dan 170000 per jaar tc tlekken over.
De na de jongste* afdeelingsvergadering be*
kend geworden begrooting doet wel een paar
vragen rijzenDeze onder meer of het
thans, alles bijeengenomen en gezien ook het
afwijzend adlvies der statencommissie, eigen*
lijk maar niet het beste zou zijn, dat de ge*
meentelijke bedrijven voldoende midd'elen re*
serveeren, om bijv. nadat we nog eens een
jaar verder zijn, het P. E. N. zoo noodig te
gemoet te kOmen, maar inmiddels nog eens
aan te zien of de noodzakelijkheid van tege*
moetkoming wel inderdaad zal blijken. Dat
zou ten slotte voor provincie fen gemeenten
nog wel de allermooiste oplossing zijn als na
Wonderlijke speling van het lot! Juist
toen ik dit geschreven had kwam er storing en
ging het electrisch licht uit. Ik kreeg in den
donker ruimschoots gelegenheid orm te over*
denken of dit wellicht een symbolisehe verkla*
ring was van de verhouding die door deze
daad van .de statencommissie tusschen gamaan*
ton on provincie is ontstaan.
afschryving dor 6% millioen d« 50 pCt ver*
hooging, algemeen doorgervoerd, eens vol doen*
de bleek te wezen.
Purmerend. D. KOOIMAN.