Alkmaarsche Courant
Groote Paardenmarkt
Damrabrleb.
Amsterflamsche week.
Brleven nit Berlijn.
mmm mj
Zaterdag 21 October.
F e n i 11 e t o n.
Stormacktige hoogten.
Honderd Vier en Iwintlgste Jaargang.
te Alkmaar
op Woensdaj 25 October 1922.
'HOOFDsrnuiK xxxn.
H HJB HJ
Wm.m11
No. 249.
1922.
INLEVEREN
MILITAIRE ZAKBOEKJES.
De BURGEMEESTER van ALKMAAR
brengt ter kennis van de LANDWEER-
PLICHTIGEN der lichrtngen 1917, 1918a,
1918b, 1919, 1920 en 1921 en van de MILI-
TIEPLICHTIGEN der lichtingen 1916, 1917,
1918, 1919, 1920, 1921 en 1922 die tot dus-
verre verzuimd hebben hun MILITAIR ZAK-
BOEKJE IN TE LEVEREN, dat zij dit als-
nog ZOO SPOEDIG MOGELIJK behooren
te doen en wel ter SECRETARIE, afdeeling
Militaire Zaken, welke afdeeling daartoe ge-
opend is elken werkdag van) 9 uur voonnid-
dags tot 1 uur naniiddags.
Alkmaar, 18 October 1922.
De Burgemeester van Alkmaar,
W. C. WENDELAAR.
iBEKENiDMAKING.
CERTIFICATED VAN OORISPRONG.
Ingevolge eene miadere aanschrijving van
den Commissaris der Koningin in deze pro-
vinde van 12 October 11. le afd. nr. 53/17224
breng ik ter kennie van belanghebbenden
dat onder certificate!! vaqi oorsprong af te
Peven door de Kamers van Koophandel en
abrieken alleen moeten warden versban
verklaringeny welke met adders bekelzen dan
fen aanwijzing napens het land (respectieve-
lifk de provinde en de gemeente) VAN
OORSPRONG van bepaalde ten mtvoer be-
stemde goederen zooals deze bij inver in den
vreemde veelal wordeni geeischt. Tent aanzien
van de afgifte van andere certificaten is geen
wijziging in de voorschriften aangebraciit.
Al'kmaar, 20 October 1922.
De Burgemeester van Alkmaar,
W. C. WENDELAAR.
(nieuwe serie.)
III.
Het nieuwe stuk bij Royaards.
Bij; Royaards is Zaterd'ag 11. voor het eerst
een nieuw stuk gegaan, een tooneelspel in 4
bedrijveni naar het Engelsch van Aaron Hoff
mann, getiteld: „Welkom, vreemdelinig!" een
stuk waarin Royaards zelf de hoofdrol ver-
vult, en waarvan de pers eenstemmig groote
verwachtingeni heeft, wat betreft het finan-
cieel succes dat die Kon. Ver. Het Neder-
landsch Tooneel er mee zal hebben. Alle le-
deni verzekerdeni den Volgenden morgen als
om strijdl dat dit eeni kasstuk zou warden'.
Ik ben daar nog zoo zeker niet van, en ik
weet ook niet in hoeverre de gun&tige, de
welwillende, de ontwijkende critieken ook,
moeten worden toegeschxeven aan de zucht,
drill wensch, het verlangen van mijne colle-
ga's, de toonedreferenten der Amsterdamsche
bladem, om eens iets vriendelijks aan het
adres van Royaards te kunneni zeggen. Dat
verdient hij want bij' is tenl silo tie een groo te
kerel al® acteur en, tooneel-directeur, en dat
heeft hij noodig, want het is nog lang miet
zeker ik heb d'aarop vroeger al een® giewec
zen, dat hij1, als de drie jaar am zijn, weder-'
om deni Stadsschouwburg met de gemecnte-
lijfce subsidie krijgt. Er zijn kapers op de
kust; d. w. z. er zijn meer liefhebbers voor
ons officieel theater, 'en Royaards het dient
erkent te Worden heeft in den Stads
schouwburg niet zoo gelukkig geboerd als
daarbuiten, toen zijn troep nog eenvoudig
,,'Het Tooneel" heette, en in het iPaleis voor
Volksvlijt speel'de. ,,Droomspel" is een van
de weinige groote dinged geweest die hij, ge-
daan heeft, sinds hijl zijne tfenten opsltoeg op
bet Leidscheplein. Och, als men nog eens aan
dien ouden tijd denkt, toen hij Vondel zoo
veel mader tot het Nederlandsche volk bracht
door de prachtige vertooningen van .jLucP
fer", „Ad;am in Ballingscbap" enz.!
'Maar an het nieuwe stuk. Dat is wel ge
zellig, onderhoudend, geuoegelijk, maar het
is tevens van eene groote naieviteit, en ook
Naar het Engelsch van Emily Bronte,
door W. A. G. van Strien.
90)
,;Neem ze! He verlang nooit weer van 2e te
booren, te lezen of te denken." 1
„Ikwil!zenu niet meer hebben," ant-
woordde ze. „Ik zou ze met jou verbinden, en
ei- een afkeer van krijgen."
Ze opende er een die klaarblijkelijk vaak
was opgeslagen en las een1 gcdeelte op den
ijzigen toon van to beginner, lachte toen en
wierp het weg.
„En luister," vervolgde ze tartend, terwijl
ze een vers van een. oude ballade op dezelfde
maniier begon.
Maar zijn eigenliefde koh verdere foltering
niet verdragen ik hoorde, eni niet geheel
zonder instemming, dat haar onbeschaamde
tong op een handtastelijke manier werd ge-
stuit. Het kleine mispunt bad haar uiterste
best gedaan om de lieht aangedane, maar
ongecu-ltiveerde gevoelens van haar neef te
kwetsen en een handtastelijk argument was de
eenige wijze waarop hij de rekenang kon ver-
effenen1 en' zijn pijn aan de diaderes vergelden.
Daarna verzameldte hij de boeken en: wierp
ze in het vuur. Ik las op zijn gelaat wat een
smart het hem veroorzaakte, dart offer aan zijn
toorn te brengen. Ilk stelde miji voor dat hij',
terwijl ze verteerden zich het genoegen' voor
deni geest riepgdlat ze reeds verschaft hadden
en den trtomf. en het voortdurend wassend ge-
noegeni dat hij in de toekomst van hen had
verwacht en ik stelde mij voor dat ik den
prikkel voor zijn gdheime studies ook kon gis-
sen. Hiji was tevreden. geweest met dagelijk-
schen' arbeid en ruwe vermaken tot Catharina
zijn pad kruiste. Schaamte over haar minach-
tinlg en1 hoop op haar goedkeuring waren zijn
eerate prikkels geweest tot hoogere bezighe-
zeer ait dec UJdL't ZIJn kTankw* uft he! ver-
leden die wij te hooren krijgen; klanben die
ons nu niet meer beroeren, al zijn er af en
toe wel eens teekenien in ons landje en zelfs
in onze stad, dat het anti-semietisme hetwelk
in ,.Welkom, Vreemdeling", ten1 tooneele
wordt gevoerd (aan de kaak gesteld is een
te stexk woord voor dit goedige stuk) nog
niet ganschelijfc verdwenen is.
De vreemdeling, waarvan in den titel
sprake is, is een Jood, Isodore Solomon ge-
heeten. Mien ziet hem verschijlnen! op Oude-
jaarsarond van het jaar 1918 dus nog
heel kort geleden! in de vestibule van
het „Grand"-!HI6tel (dit Grand ttuschen aan-
halingsteekens, want het is een klein h6tel-
letje overeenkomstdg het stadje) in een kleine
stad in New-Hampshire (Vereenigde Staten).
Men ziet er de notabelen bij een om het za-
Ig uiteinde en het goede begin te vieren. Het
is de IBurgemeester, en de houder van den
grootsten winkel, een adVocaat en nog een
ander eerbaar burger'; zijn beroep is mij
ontschoten. Als ze nu gezellig bijeen gescho-
ven zijn rondom dJen, gloefenaen kachel er
hui'lt zoo nadrukkelijk een sneeuwstorm om
het huis dat de toeschouwers haast beginnen
te klappertanden van de kou komt Isodore
SolomOn binnen. Die maakt van zijn hart
geen smoorkuil, en vertelt al gauw dat hij
naar New-Hampshire is gekomen om een
groot warenhuis op te zetten. Dan verkilt op-
eens alles om hem' heen. Van Ijodleni moet men
daar niets hebbenl; men' geeft hem dit d'uide-
lijk tejeenmen, en zelfs weigert dg fe^Ssf.D^
der hem nachtverblijf, voorgevend dat alle
kamers bezet zijn. Maar 'Solomon laat zich
niet zoo gauw nit het veld slaan. Hij
„sch\vatzt gezellig en vriendelijk door, als-
of hij niets van de vij'andige stemming be-
merkt, en' het lukt hem ten slotte van den
hotelhouder vergunning te krijgen althans
den nacht in de vestibule van het hotel te
mogem doorbrenigen. De eenige die hem meni-
schelijfc behandelt is de hotelknecbt, Clen®
Beemis, uitmuntend gespeeld door den eeu-
wiig-jongen en fijn-komischen Bart Kreeft.
Die Beeinis is maar hotel-knecht, maar hij is
nog veell meer. Hij' is ook „!Stads-electritien".
D. w. z. zoo noemt hij zich. Hiji schijnt een
heeleboel van de electriciteit en hare toepast-
sing af te wetent, maar de gelegenheid tot
toepassing wordt hem niet gegeven. Daar is
het stadje te,eonservatief voor, ofschooni het
eene uitmuntende gelegenheid heeft, om goed-
koop eleotriciteit optewekken, al door een
grooten waterval in de onmiddellijke nabij-
heid.
Beemis wordt door een ied'er, inzottderheid
de notabelen wegens zijne electrische idjalen,
zijn grootsche plannen, zijn luchtkasteelen,
voor den gek gehouden. In Solomon onitmoet
hit den' eersten mensch die in hem getooft; in
elk geval die er wat in ziet. Beemis zet in het
kort zijne planneni uiteen, en: hiji toont ook de
concessie voor bet gebruik van den waterval
als drijfskracht, waaraan de vorige burge
meester, die hem- welwillend1 gezind was, hem
geholpen heeft. Twaalf jaar lang heeft hij1
daarvoor aan de stad een dollar betaald,
zoodat zijn recht vaststaat. Het eerst wat nu
moet gebeuran is.,, zich den, eigendom of de
erfpacht te verzekeren van de beide oevers
van den waterval, zoodat hijl het monopolie
van het gebruik heeft. Zooals gezegd: Isodo-
re Solomon, die een goed zakenman is, ziet
dadelijk de levensvatbaarheid van het plan
in, en de twee worden compagnons.
Het 'tweede bedrijlf speelt eeniige weken la
ter in die wooing van Beemis, waarin ook So
lomon zijn intrek blijkt te hebbenl gemomen.
Het is eene eenvoudige woning, maar alles
„eliectrisch". Midden op den acbterwand
van de woonkamer ziet mem dan ook een
froot schakelbord met ,^reuze-hef boom en
ot de opening van het warenhuis is het nog
niet giekomen. Want door de actio van ae
hierbovenl genoemde notabelen, onder leading
van den iBurgemeester, durft niemand hem
een huis te verburen. Solomon heeft daarom
zijn voorraad goederen in de schuur van het
huis van Beemis opgeslagen. Ooverzekend,
zooals later blijkt! Want doordat hij Beemis
geholpen heeft aan geld1, ten einda zich het
bezit vam de strooken grond langs den' water
val te verzekeren, en hij1 het overige gedeelte
van zijn bapitaaMje in goederen heeft belegcr,
kon hij' zijne brandverzekeringspolis niet op
tijd vernieuwen. En hierop komt het no aan
Men lette op! De nota'belen verschijinen weer
teni tooneele, en trachten terwijl Solomon
uit is, Beemis te bewegen hunne zijde te
kiezeni. Deze weigert; hij' blij'ft zijh vriend
trouw. Dan verandert de Burgemeester, die
den, en in plaats dat ze hem behoedde voor
het een en> hem won voor het andere, hadden
pogingen om zich zelf te verheffen j.uist het
tegenovergestelde resuilitaat bewerkt.
„Ja, dat is al het goede dat zoo'n brunt ala
jij' er uit kan1 halen!" riep' Catharina, terwijl
ze op haar bescbadigde lip zoog en de ver-
brainditng met verontwaardigde oogen gade-
sloeg.
„Je zoudt beter doen nu te zwijgenl" ant-
woordde hij1 woedendi.
En zijn ontroering bellette hem verder te
spreiken, hiji nadlerde haastig den in'gang,
waar ik rnimte maakte om hem door te la-
ten. Miaar eer hij' de steep over was, ontmoette
bij: Mr. Heaihcliff, die den weg opkwam, hem
bij zijln sdiouder greep en vroeg:
„Wat is- er no aan' de hand'( mijtt jongen?"
„!NEets, ni'ets," zei hij' en' ontsnapte in een-
zaamheid' met zijn verdlriet en1 zijn toorn.
'Heathdiflf zag hem achterna en' zuchtte.
„Het zal dwaas zijn als ik mij' zel'f dwars-
boom," mompelde hij' zondler te weten dat ik
adhter hem was.
„Maar als ik in zijn gelaat naar zijn. va-
der zoefc, vindt ik haar iederen dag meer. Hoe
is het mogel'ijk dat hij' zoo op haar lijkt? Ik
kan het ternauwefflood' verdragen hem te
zien."
Hij sloeg zijn oogen naar den grond en
ging gemelij'k naar binnen. Er was eer ruste-
fooze, angstige uitdrukking in zijn gelaat, die
ik d'aar nooit te voren bemerkt had en zijn
gestailte leek magerder.
Zijn schoondochter ontsnapte terstond naar
de keu'ken, 'toen ze hem dloor het venister be-
mierkte, zoodat ik alleen bleef.
„Ik ben blij! u weer buitenshuis te zien, Mr.
Lockwood," zei hij, in antwoord' op mijtt groet,
„uit zelfeuchtige motieveni gedeeltelijk. Ik
denk niet dat ik uw verlies gemakkelijk zou
kuinnen vervangen in deze eenzaamheidl Ik
heb me meer. dan eens verbaasd wat u hier
bracht."
„Ehk€l een,1 gril, vreea ik, mijuheeT," was
het aniwoordl, „of anldlers is net enkel esen :1
innstddels den verloopan brandv«rKak«1ng»-
polis in de gaten heeft gekregen, en daaruit
zijne conclusdes heeft getrokken, van tactiek.
Hij verklaart zich;, mede namens den wihkei-
lier, bereid hem het geld te verstrekken dat
deze noodig heeft om zijn reeds vele Jaren
lachterstalhge huishuur te betalen. Als Bee
mis de deur uit is, om het geld dadelijk weg
te brengen, voeren de notabelen eeni schurtoen-
streek uit. Uit eene uitlating van Beemis heb
ben zij! begrepien dat het overhalen van een
der hefboomen op het schakelbord rampspoe-
dige gevolgen kan hebbenl voor de schuur en
de daaringeborgen goederenvoorraad van
Solomon. Welnu, zij halen dus dien hefboom
neer. En onmiddellijk breekt een felle brand
uit; een brand! waarvan wij den vurigen
gloed met eigen oogen aanschouwen, en die
den gebeelen goederenvoorraad verteert. So
lomon komt thui®, en is wanhopig. Hij: is 'al
les kwijt, maar hij en1 de notabelen hebben
buiten den waard, d. w.. z. budten Beemis ge-
rekend. Die is met het geld dat de notabelen
hem gaven niet naar den' huisheer, maar
naar de brandverzekering geloopen. En zoo
brenigen de notabellen, de vjjanden dus, So
lomon en Beemis door hun misdaad dichter
bij het doel, waarnaar het .wakkere paar
streeft. Zij hebben nu klinkende munt, en
kunnen esn: electrisch bedrijf inrichten.
Hoe zij; dat doen, d. w. z. hloe schoon, wel-
ingericht en modern hun kantoor er uit ziet,
toont het derda bed'riif, dat speelt in de daar-
op volgend'e eerste De notabelen rusten ech-
ter nog niet. Ze trachten door allerlei mand-
pulaties, die ik nu niet alle kan vertellen, de
beide vrienden te dwarsboomen. Maar het ee-
lukt hun niet. De deugd overwint! De elec-
'triciteitswerken word'en gesticht. Hoezeer het
aanzien van de stad daarbij winnen zal,
wordt or® in de derde acta gedemonstreerd,
door middel van eene groote maquette van
het stadje, eene maquette die aanvankelijk
verborgen is achter een landkaart. Maar die
landkaart blijkt niet anders dan een; tooneel-
scherm te zijn. Als het is opgetrokken; zien
wij New-Hampshire in miniatuur; maar
New Hampshire electrisch verlich't! Solomon
draait aan een knopje, en de huizen en de
winkels van de maquette stralen fael'j hij'
draait een ander knopje om, en we zienl de
straten van het stadje daghelder verliclit; |en
ten derde male draait Solomon een 'knopje
om, en nu; rijden de electrische trams, met de
l'ichten op, door de straatjes.
(Maar dat is nog maar eene demonstratie,
hoe het worden kan. Hoe het geworden is,
hoe heel het stadje, dank zij Solomon ien
Beemis, tot bloei is gekomen hunne elec-
triciteitswerken .leveren stroom aan de gehee-
le omgeving blijkt uit het vierde bedrijf,
dat wederomi speelt in de vestibule, nu hall,
van het nu werkelijk Grand Hotel. Want al
les is de lucht ingegaan, ik bedoel dat New
van het hotel moet ons daarvan een idee
geven het bewijs leveren. Het is weer Ou-
dejaarsavond, nu Ond'eljaarsavond 1919,
dus maar een jaar na de aankomst van' So
lomon. Wat de dingen in £en jaar tfcijids kun
nen veranderenWe zien weer da notabelen
bijeen, nu in rok, teeken van maatschappelijw
ken welstandl, nu drinkend champagne (als-
vorenl) maar nu ook vol bewondering voor
Isodore Solomon, die door zijn energie en1
doorzettingsvermogen de geheele stad aan
zich verplicht heeft. En daar eindigt het dan
mSe. Sdlomon is volstrekt niet ranouneus. En
de notabelen zijn, zooals gezegdi, bekeerd.
Ziehier den inhoud van het stuk; trpuw
naverteld. Mien zal mij toegeven het is wat
niai'ef en uit de oude doos. IMaar onsohuldig
vermakend is het wel, dank zij; vooral het spel
van Royaards als Solomon. Men inloet dit
stuk gaan zien, al was het alleen'. maar om
hem. Royaards heeft zich in deze rol; geheel
vernieuwd, verjongd. Hij is uit zichzelf ge-
sta.pt, en speelt de rol zonder overdrijving,
zonder van Solomon eene Joodsehe charge
te makem, genoegelijlt, vlot en vooral vroolijk.
En aangezien men tegenwoordig wel een
beetje vroolijkheid kan gebruiken, blij! ik
zeggen: Ga er eens heen en vermaak u eens
ongedwongen en onschuldig.
WAGENAAR Jr.
1Mb: 66.
Mengelberg inl Berliju.
Berlajn, 17 Oct.
Zooals bekend, zul'len Willenj Mengelberg
en het Amsterdamsche Conoertgebouworkest
dile inij nu doet verdwijlnen. Ik zal d'e volgen-
de week naar Louden vertrekken en ik moet u
kennis geven dat ik geen neiging voel Thrush-
cross Orange langer te behoaiden, d'an de
twaalf maanden diie ik overeen kwam het te
huren. Ik geloof niet dat ik daar ook nog maar
eenigen tijd zal blijven."
„0, werkelijk; u bent het dus moe van de
wereld verbannen te zijn zei hij1. „Maar al's
u gekomen ben't om kwijltscheldiing van beta-
litng te krijgen voor een landgoed dat u niet
wil bewonen, danl is uw reis tevergeefsch
ik houdJ nooit op met het toekomende van ieder
te eischen." I
„Ik ben niet gekomen om iets daarvan af
te dingen," riep ik aanmerkelijk geprikkeld
uit. „A'ls u het verlianigt, zal ik nu met u afre-
kenen," en ik haalde mijin portefeuille uit
mij zak.
„Neen, neen," antwoordde hij koel u zuilt
voldoende achterlaten! om uw sehulden te d'ek-
ken als u in gebreke blij'ft terug te keeren. He
heb zooto h aast niet ga zitten en gebruik
uw mid'agmaal met ons een gast die zijn
bezoek niet zal herhaieni kan in dien iegel
v/elkom geheeten' worden. Catharina breng
den boel binnen waar ben je?"
Catharina verscheeni weer en droeg een Mad
met messen en vorken.
„Je kunt je middagmaal met Joseph ge
bruiken1," mompeldle 'Heathcliff terzijde, „en
in' de keuken blijvenl tot hij1 weg. is."
Zij' gehoorzaamdle zijn bevelett zeer stipf
misschiien was ze niet in de verzoekimg om ze
te overtreden. Daar lee'ft ze onder lomperds
en mensch enhaters, kan' ze waarschijnlijk een
betere kliasse menschen niet waardeeren1 als
ze die ontmoet. 1
iMlet Mir. IHIeathcliff grimlmig en1 zwaarmoe-
dig aani mijln eene en' Hareton volkomen stem
aan mijn andere, gebruikte ik een eeni'gszins
vreugdeloos maal en nam spoedig afscheid -
ik had door de achterdeur willen' vertrekken,
om een' laaisteni blik op Catharina te slaan en
dfern ouden Joseph te hinderen, maar 'Hareton
ontoing bevelen om mijn paaird voor te hrrn-
dm 2(tea «n 01aa dezer araantf te rite gnrofe
zaal van1 die Philharmonia alhier concerteeren.
In de hoofdstad' van het Duitsche RSjk ziet
men' dleze gebeurtenis met groote spanning ea
verwachting tegemoet. Ver buiten1 de kringen
van muziekvrieDden heeft men vooTbereidia-
gen getroffen om het Amsterdamsche orlcest
en zijn beroemden' diligent waardig te ont-
vangen. INa het bezoek aan 'Hamburg, waar
deze week twee concerted zijn gegeven en
waar die Nederlandsns door het stadlsbestuur
officieel' ontvangen zijn, komen zij' Vrijdag
met een extratrein hier aan; voor de instru-
menten zijn twee extra hagagewegens be«
schikbaar gesteld.
Aan het Lehrter BaHohof viniffE bff aanv
komst een officieete ontvangst pl'aats door het
bestuur van de Nfederlandsch-Duitsch e ver-
eenigiingen Mengelberg en die orkestleden
worden daarna naar hun hotels gebracht, tie
gelegen' zijn in de onmiddellijke nabijheid van
ae Philharmonie. Btij het groote vreemdelin-
genbezoek, dat tegenwoordig in Berlijn
neerscht, was het niet gemakkelijk, het benoo-
digde aantal kamers in een bepaalde stada-
wijk te neserveenen, maar alle moeilijkheden
zijn nu overwonnen om de Nederlandsche gas-
ten goedi en gemakkelijk onder dak te bren
gen',
Vrijlda® zijn Mengelberg em de zijnen door
Rijlbspresidtent Ebert en zijn echtgenoote uit-
genoodigd met idle leden van het eere-comite
in de ambtswoning van den president voor
een thee, to Avontfe heeft het eerste concert
plaats met het volgende programmaOuver-
ture Oberon van Weber, le symfonie van
Beethoven, Das Lied von der Erde van Mah
ler met Charles Caliier en Urlus als solisten.
Na afloop daarvan vindt een reunte plaaits in
hotel Fflrstanhof.
Den volgenden dag heeft de Nederland
sche gezant, baron Gevers, de Nederlandsche
gasten voor een middagthee gevraagd. Het
tweede concert, op Zaterdagavond, brengt
Mahler's le 6ymfonie en Strauss „Ein Hel-
denleben". Met groote belangsteliling ziet
men hier de uitvoering van Mahler's werk te
gemoet: dat Mengejberg als Mahler-vertol-
ker een wereld'reputatie geniet, rechtvaardigt
die belangstelling volkomen.
Na het concert geeft de Duitsch-Nedierland-
sche vereeniging een souper in de zalen van
de club ./Deutsche Gesellschaft 1914"'.
Aangezien de Hollanders eerst Maandag
vertrekken hebben zij den Zondlag gelegen
heid om de stad te bezichtigen. Op het prof-
framima' van d'ezen dag staat een diejeuner in
leinen kring bij den staatssecretaris von Ha-
niel, d'en vertegenwoordiger van d'en Duit-
schen rijkskanselier,, in zijn kwaliteit van Mi
nister van Buitenlandsche Zaken. In den
middag richt mevrouw Louise Wolff, de tei-
genwoordige eigenares van de wereldberoem-
dte concertdirectie Herman Wolff, die de or-
ganisatie van de concerten heeft, een ont-
vangst door de Berlijnsche musici en kunste-
naars ter eere van Mengelberg in. Een
groot aantal studenten in de mnziek en van
de Berlijnsche universiteit heeft zich! beschik-
baar gesteld d'e leden van het orkest als gid-
sen te dienen en hen behulpzaam te zijln tij-
dens hun verblijf in Berlijn,
De tocht wordt meegemaakt door de Befl-
ren jhr. mr. dr. A. RoSlli, voorzitter van het
Concertgebouwbestuur, de Marez Ovens,
peaningmeester der instelling, dr. Paul Cron-
heim, adlministrateur, mevrouw Beuken—
van Ogtrop, den heer de Monchy, uit Rotter
dam, den neer Crommelin, voorzitter van de
Haarlemsehe Bachvereeniging, prof. dr. P. G.
Sleesiwijk, Cornelia Dopper en dr. Rud'oif
Mengelberg. De meesten dezer zijn verge-
zeld van hun dames. Ook de Duitsche gezant
in Den. Haag, baron Luden von Stoedten,
maakt de rds naar Hamburg en Berlijn
mede.
Een ui'tgebreid1 eere-comite heeft rich' hier
gevormd. Aan het hoofd- ervan staaii de
Duitsche rijkskanselier dr. Wirth. Verder ma-
ken er deel van uit de minister, dr. Koester,
de president van den Rijksdag, Loebe, de Ber
lijnsche burgemeester Boes®, de minister van
eeredienst dr. Boelitz, Gerhart Hauptmann,
Franz von Mendelssohn, Richardt Strauss,
Max von Schillings, Leo Bleck, Kreisler, Fint-
wangler, Max Lieberman en verder een aan
tal vooraanstaand'e Nederlanders fn Berlijn
met den gezant baron Gosens aan het hoofd,.
MAX OSBORN.
Aan de Dammers!
Met dank voor de opl'ossingen deze week
gen en mijn gastheer zelif gel'eidde mij naar
dte deur, zoodat ik mijn wensch niet tan ver-
vullea.
„Hoe somber gaat het 1'even in dat huis
voorbij overdacht ik, terwijl ilk den' weg af-
reed. „Wat een verwerkejijking van iets ro-
mantischer dan een sprookie zou het voor Mrs.
Linton Heathoiiiff geweest zijn ala zij en ik
genegenheid' voor elkaar hadiaen opgevat, zoo
als haar goede verzorgster verlangde em te
zamen1 verhuisd warm naar de roerige at-
mosfeer van1 de stad P'
1802; Op d'ezen; 'September werd Ik uifge-
noodigd om d'e veldlen van een) vriend' in net
Nloorden te ontvolken,en op mijn reis naar
zijn verblijif, kwam ik onverwacht binnen vijf-
ti'en mijilen' van Gimmerton. De stalknecht van
een' herberg aan' den weg hield een emmer wa
ter vast om mijn paarden te verfrisschen. toen
een wagett met zeer groene, pas gemaaide ha
ver voorbijkwam, en hij' opmerkte
„Dat is er een van Gimmeriion! Ze zijn al-
tijd drie weken bij; andere menschen' ten achter
met hun ooigst."
,,'Gimmertonl?" herhaalde ik, m'ijn ver
blijf in diie streek was reeds vaag en1 droome-
rig geworden; „;Haik herinner mij; .Hoe ver
is het van hier?"
„M'isschien veertieni mijlen. over de heuvela
en' een ruwe weg!" antwoordde hij.
Een plotselin'ge drang beving mij om
Thrasheross Grange te bezoeken'. 'Het was
ternauwernood) mid'dag, en ik bedacht, dat ik
even goed den nacht ondler miiin eigen dak kon
doorbrenigen' als in een' herberg. Bovendien
kon ik gem'akkelijk een' dag missen om de za
ken met mijn huisheer in orde te brengen en
a'ldus mij' rel® de moeite besparen om die street
opnieuw bitoinen te valten.
'Na een pooslje gerlust te hebein, beval ilk
mijn bediende om' naar dien1 weg naar het dorp
te iinformeerenen tot groote vermoeiing van
onze beesten slaagden' we er in ongeveer drte
uur over den afstandl te doen.
ontvangen.
Stand van probleem No. 72S
(auteur Bergier).
Zwart: 2, 6, 7, 8, 12, 13, 14, 19, 23; 24,
30, 34.
Wit: 11, 16,26,27,32, 35, 37, 43, A A
48, 50.
Oplosslng
1. 50-44 1. 6:17
2. 27—22 2. 17:28
3. 16-11 3. 7:16
4. 37—31 4. 23 37
5. 43-39 5. 34 43
6. 48 39 6. 37 48
7. 44—40 7. 48 34
8. 40: 7 8. 2:11
9. 35 2!
Versehillende oplossers zonden ons ook
reeds de oplossingen van probleem Na 725b
Wij laten die ook tou volgen
S t s n d
Zwart: 8,*13, 19, 20, 29, 30 ea drie dam-
men op 1, 12 en 24.
Wit: 17, 22, 28, 32, 33, 37, 38, 41, 43, 46,
47.
Oplosslng:
1. 2823! Heeft men eenmaal dezen zet
gespeeld, dan volgt de rest van zelf.
1. 12:28.
2. 23 23 2. 1 42
3. 47 38 3. 24:13
4. 32 3!
Goede oplossingen ontvangen van W. Blob-
dijk, M. Beers, N. de B., P. Dekker, D. Gen
ling, J. N. K., A. L., G. J. v. d. Ploeg to Alk
maar, Jb. Blokkcr te Oudkarspel), J. Noo-
me Mz. te Purmerend, J. Smit te Heerhuga
waard.
EEN WE'DSTRIJDPARTIJ.
Een wedstrijdpartij moest worden afgebro-
ken en werd door de arbitrage-commissie be-
slist als remise. Zij gaf n.L in den volgenden
stand:
Zwart: 3, 8, 9, 13, 16, 20, 26, 30.
Wit: 22, 28, 29, 33, 37, 38, 39, 45.
deze voortzetting aan
1. 22—17 1. 30—35
2. 2822 2. 1319 (de schijnbare
remiSe-zet).
De witspeler gaf nu echter als verder spel
aan:
3. 17—11 3. 16: 7
4. 29—23 4. 19 17
5. 37—31 5. 26 37
6. 38—32 6. 37 28
7. 33 4! Wij kunnen ons wel' voorsteli-
len, dat men dit zetje over't hcfSfd had
gezien.
OOMBINATIE VAN LAMONTAGNE.
In dezen stand is de volgende slagwen-
ding mogelijk:
^Zwart: 2, 3, 8, 10/15, 17, 18, 21, 22, 27,
Wit: 19, 23, 24, 25, 29, 32, 36/39, 42, 44,
4l: 538—32 1. 27 38
2. 37—32 2. 38 27
3. 44—40 3. 45 43
4. 42—38 4. 43 32
5. 36—31 5. 27 36
6. 33—28 6. 22 33
7. 29 7 7. 18 :20
8. 7:9 8. 14 23
9. 25 5 9. 3 14
10. 5:6!!
rk l let hem daar em ging ;alteen voort de
vallei in. De grijze kerk zag er grijzer uit en
het eenzame kerkhof eenzamer. Ik onder-
scheidde eeni heischaap, dlat het korte gras op
de graven opvrat. Oet was aangeraam, warm
weer te warm om te reizenmaar die hitte
verhinderde miji niet om het gelukkige tafe-
reel boven en; beneden te genieten; had ik het
didhter bij1 Augustus gezien dan weet ik ze
ker, dat het miij in verzoekimg zou hebben ge-
braclit om een ma and te midden; van z ijm
eenzaamheid door te brengen. In den winter
niets naargeestigers, in den zonier niets god-
delijkers dan deze dalen door heuvels inge-
sloten en1 deze steile, stoute golvingen van die
hei. I
Ik bereikte de Grange v66r zonsondergang,
en klopte om; toegel'aten te worden; maar hei
gezin had zich in het achtergedeelte terug-
getrokan;, oordeelde ik naar een dunnen' blau-
wen kring, die uit deni keukenschoorsteen
kraide, en' ze hoordlen mij niet.
Ik reed den hof binnen1. Onder het portaal
zat_ een mdsje van negen of tieni jaar te
breiern, en een oude vrouw leunde achterover
op de stoep en rookte nadenkend een pijp.
„Is juffflrouw Dieani binnen?" vroeg ik aan
de juffer.,
,,Juffrouw Dean'?" 'Nleenantwoordde ze,
„die was hier niet; die was op de Heights."
„Bent u dan die huishoudster?" vervolgde
ik.
„Ja, ik bewaar het hui's," antwoordde ze.
„Wel, ild ben mr 'Lockwood', de heer des
huizes. Ik beni benieuwdl of er eeni'g vertrek is
om miji in1 te huisvesten? Ik veriang hier den
hedlen nacht te blijven."
Dte heer dies hutzes P riiep ze vol verbazing.
„Wel, wie wist er dat u kwam? U hadt bericht
moeten sturen1. Eir is geen enkele kamer in het
heele huis; nleen, die ils er niet!"
(Wordt vervolgd).
■.VI