Alkmaarsche Gourant Groote Najaarsveemarkt Damrubriek. LV,W Amsterdamsche week. Zevengesternte. Zaterdag 4 Noyember. te J Alkmaar, op Dlnsdag 7 en Woensdag 8 November 1922. F e u i 11 e t o n. Ongezonde flygife'ne. Hondsrd Oris en Twintigste Jaargang, N». 261. 1922. GROOTE NAJAARSVEEMARKT. De DIREiCTBUR van het Marktwezen te Alkmaar brengt ter algemeene kenmia, dait ter gelegenheid van de GROOTE NA JAARSVEEMARKT op DIN8DAG 7 en WOENSDAG 8 NOVEMBER a.s. het vee, hetwelk men) niet per vaartuig naar de markt brengt, alleen aangevoerd mag worden langs den HELO'ERSCHEN WEG over de HEI- LOOERBRUG, of over de FRIESCHE BRUG. Aanvoer van vee over de GEE5TER- BRUG, de EMMABRUG, de NIEUWLAN- DERSINGELBRUG of de BEIDE RUS- T1EKE VOETBRUGGEN IS VERBO- DEN. Het vee over de Boompoortsbrug bij het Zeglis naar de markt gebracht moet den weg volgen langs de Voonneer en de Bierkade, over de Scnermervlotbrug en langs den Ka- naaldij'k naar de Friesche brug. Vaartuigeni met voor de markt bestemd vee imogeni gelost worden aan de KANA'AL- KADE en de BIERKADE, de Havenimeea- ter zal de ligplaatsen aanwijzen. Het vee langs deni Helderscben' weg en per vaartuig aangevoerd aan de Kanaalkade mag alleen naar de markt worden gebracht over de KORTE NIEUWESLOOT van de Handelskade af. Bij de FRIESCHE BRUG, de HEI- LOOER'BRUG en aan de KORTE NIEU WESLOOT zal het aan te voeren vee door desfcundigeni worden onderzocht, en' zal het verschuldlgd marktgeld moeten worden vol- daan. Het Waagplein aan de Waagzijde zal voor eem geaeelte speciaal aangewezen eni in- gericht zijn als marktplaats voor onder con- trole staand fokvee. In het algemeen mag men geeni vee ter markt brengem zonder voorafgaand deskun- dig ondferzoek en betaling van het marktgeld; de toegangen tot de markt zullen worden opengesteld op DINISDA'G des voormlddags TIEiN UUR, op WOENSDAG wordt voor des morgens ZE'S UUR1 geen vee ter markt toegelaten. Alkmaar, den 16 October 1922. De Directeur vad het Marktwezeni voornoemd, D. SGHENK. Nieuwe reeks. V. Het Nederlandsch Historisch Scheepwtart-Museum. De Koningimraeweek is hierterstede h'eel kalm verloopeni aithans tot op het oogen- blik dat ik dezem brief schrijif: Dooderaag- iniddag. Daartoe hieeft zeken ook de aard van het bezoek, dat niet ten voile „offkieel" was, meegewerfa. Iki bedoel dat het zich niet kenmerkt'e door groote statie, door uiterlijk vertoon, door kleur en schdttering. Irategen- deel dat die er verre van gehouden zijn, op- zettelijk. Dit was zeker overeenkomsti'g, en fa'ield verband met, de tijdsomstandigheden1; die tij'dsomstandigheden, waarondter ook 'de IHoofdstad gebukt gaat, em waarvan de be- Volking van Amsterdam te lijiden heeft. Al leen at de groote optochten van werkloozen, die deze week van dag tot dag door de staa trokken, wezen daarop. Em de malaise be- paalt zich niet alleem tot de arbeiders met de hand. Onlangs nog versoheen een bericht in de pens, blijikens hetwelk een onzer groot- ste bankinstellingen, de Amsterdamsche Bank, zich veTplicbt heeft geziera een aantal bediemdeni ontslag te geveni en van de ande- reni eem deel der inkomsten (;5 pet. vam de ge- huwden! enj 12K pet. van de ongeh'uwden) in te Louden. 't Is dan, ook niet te Verwonderen dat Burgemcester d;e Vlugt, in de toespraak die hiji tot de Koningin hield, uiting heeft gegevem aan het geVoel van gedruk'theid en i) Roman door Margaretha BShmf. Naar het Duitsch door C. M. de W. (Geauforiseerde vertaling). Waar ter wereld vindt men wijn zooals iin Oberboden? Zoo vol, zoo zacht, zoo zoet. zoo zonnig als het donkergele sap, geperst uit de druiven, die op de helling van dm Sollerberg groeien? Waar ter wereld vindt men zulk eem ge- schikt kermisplein als de Sollerweide, slechts even buiten de stad gelegen, begrensd door de steil omloopende Sollerrats, omgeven door boog beukenhout en doorkruist met kersen-, noten- an kastanjelaantjes, die als rivieren in de zee in echte bosschem van vruchtboomen uitloopen op de hellimgen beneden de feest- weide? Waar heeft men zulk een vergezicht op den Rijn, die als een dunne, heldere slang te voorschijn kruipt uit de^ violetMeurigen ne- vel, tusschen oevers met wijnstokken he- groeid, zijn loop voortzet langs burchtem, rui'nes en steden en doipen, met zijn breed, groenachtig schitterend gesdiubd1 lijf vooibij Oberboden vloeit om eindelijk, na verscheide- ne bocbten gemaakt te hebben als een fijlne, ijle, gliinsterende draad bij Koblenz te ver- d'wijnen in zulveren wolkien en opbaalkleurige nevels? Waar woont een volkje zoo vroolijk, zoo dol op dlrinken en zingrn, waar otntmoet men aardige meisjes met levendiger oogen dian in Oberboden, bet Rijmdonpje in wijnbergen iim- gesloiten En waar wordt een vroolijker en prettiger kermisfeest gevierd', of men den Riga op of afvaart dan al wader te Obatrbo- bezorgtlheit} dat velm hferteratedB vervult. iVooral scheepvaart, handel em industrie on- dervinden, naar "hiji opmerkte, sterk deni in- vloed van de algfemeene malaise, welke door de hevi'ge valuta-concurrentie des1 te stexker gevoeld word't. Onze scheepvaartmaatschap'- pij'en' ledieni groote verliezen, velte vaartuigen werdem opgelegd, terwijl bet exploiteerem van de overige meestal belangrijike offers vraagt. iWie zich, yoegem wiji bieraani toe, daarvan als met oogopslag will ovartuigen, moet maar eens eem vaart door de haven doem, zooals wij, door bijzondere omstandi'gheden, dezer dagen een paar maal bebbem gedaan. De havem is tbans op de schoonste Wijze ge- stoffeerd met groote zeeschepen. Overal ziet mem de hooge rompen boven water uitsteken. (Maar alle bebbem dem hoed op; d. w. z. de pijpem zijn aifgedekt met eem muts van zeih doek, om het inwatanen te voorkomen. Al die schepen, ganscb die koopvaardijvloot, zijn {is) opgelegd zooals men dat noemt. Ze zijn buitem bedrijif gesteld, liggem werkloos omdat de expioitatie meer kostte dan ze op- bracht. iZiedaar het beel'd van Amsterdam, van 'geheel Nederland! En ziedaar de redeni dat van't jaar alles zoo sober is. De Koningin zat in eem gewoom rijtuig, eenvoudiger dan de president van eene republiek gebruikt; zonder roode statie-bok, zonder jockey's, imimers niet d la daumont bespannen. Er was geen gala-bal iem er waren geeme gala-maal- tijdem teni Hove, Alles sing stil en haast em- stig in zijn werk. De IC on in ginik vernain dat van zeer nabiji is zeer onder den1 in- druk van den1 noodl waariln velem hiertelande verkeerem. lemandi die het weten kan verze- kerde mij dat Hacre Majesteit, tijden® de audiSntie, toen de elkndie van velem ter spra- ke (kwam, zichitbaar ontroerd was. Er is dus dit jaar geen sprake geweesit van eene zoogenaamdle feestweek, als wan- neer de Amsterdammers toonem dat zijl de bloemetjes buitem kunnem zetten. Rijik aan groote momeniten zijn daardoor de afgeloo- R:n Koninginnedagera dan ook niet geweest. et eenige feit dat men als zoodanig zou kunnen kenschetsen is geweest die opening van het Nederlandsch Historisch 'Scheep- vaart-iMuseum, en daarover moge ik dus bet een en amder mededeelem, tier aanvulling van betgeem reeds dioor de pers wereldkundig is gemaakt Ik weet niet of dit duidelijk genoeg uit de verslagem naar voren is gekomen, maar: 'dit nie'uwe Museum heeft zajp, ontstaan te dam- ken aan eem wernsch van de Koniingin-zfelve. Het denkbeeldi om tot de opricbtiing van eene blijvende historische verzameling betreffende het Nederlandsche zfldwezen te geraken, heeft namelijk eerst vasten vonn gekregen gedb- remde de in 1'913 te Amsterdam gehou'dlen Eerste Nederlandsche Tentoonstelling op iScheepvaartgebied: de Entos, welke naar men weet, algemeen© aandacht en belangstel ling verwierf. Even voor de sluiting heeft iH. M. de Koningin, een laatste bezoek aan de tentoonstelling brengend, diem wenscb uit- gesproken^ dat hetgeen, daar te ziem was, zoo mogelijk ook bijeem zou blijven. Dezte aan- sporimg heeft geleid tot bet vorm'enl van eene commissie voor 'het bijeem brengem van een fonds' met het oog op de stichting van een Nederlandsch scheepvaart-museum. Toen deze comimissie hare taak als gegindigd mocht beschoiuwen, is op 10 Mei 1916, in het gCbouw der Nedeplandsche JHaudel-'Maab- schappiji eene vergadering gehoudem en daar is de grondslag gelegd voor de Vereeniging ,,'Nederlandsch Historisch Scheepva,art-Mur seunf, welker statuiten op 5 Maart 1917' de koninklijke goedkeuring verkregen. •In overleg, met bet Gemeentebestuur van Amsterdam is vervolgems in die toekomsti'ge uitbreiding-Zuid een terreio aangewezen voor het stichten van een gebou'w. In afwach- tin'g daarvan besloot de vereeniging tot het bouwen van eem voorloopig museum op den hoek van de Cornel is Schuytstraat 'em de De Lairessestraat. Verschillende omstandigbe- dlen hebben de opening van het voorloopig museum verlaagd, maar, de vereeniging zat intuschen niet stilt Door vieelzijdigen stem, in het bijzonder uit de Amsterdamsche sdheepvaartkringen slaagde zijl er in een vrij aan/zienlijk kapitaal) bijeem te brengem. Daar door word zij; ita staat gesteld tot belangrijke aankoopen, maar bovendiem is de verzame ling voortdurend verrijikt met velerlei ge- scheniken en bruikleenen, zoowel van het Rijk en bijzondere mstellingeni als van particii,lie- re. En Woensdag l.L is het tij'delijk Museum geopend. ilk kan er niet aan denken een volledig oVerzicht te gevem van' alles wat daar te zien is te zien is voor iedereen, want het mix- den, eein feest waaraan de eerwaardige hei- ligen Petrus en Paulus bijna zonder uitzon- deilng een zeer geschikt kermisweertje toebe- deelen. Door al deze voorrechten heeft Oberboden zich nooit te beklagen gehad over gebrek xian gasten van' buiten en het was dus geen won der, dat de ouderwetsche straten en steegjes waar de Vereeniging van Oudstrijders van '70 dit jaar op den kermisdag van Oberbo den. Peter en Paulsd'ag, het inwijdingsfeest vierde vain zijn vaandel, de menigte vreemde- lingen haast niet konden bevatten. Zij stroom- den toe van de Moezle, de Nahe, en uit Hes- sen zoowel als uit de onmiddellijke nabijheid. Precies om vier uur bield 1 uitenan t-kolonel Braumberg op het feestterrein de inwijdings- rede. Volgens den' wensch van den schenker zou het nieuwe vaandel „Spichem" heeten. Het was een fraai vaandel en juist toen' de luitenant-kolonel het uit het doopfont ophaal- de, kwam de wind tuschen de zware zijden plooien en blies ze op, zoodat de lange gou- den franje in de zon fonkelde en de reusach- tige, geborduurde rijksadelaar, die zijn vleu- gels uitstrekte over de drie gekleurde banen, zich in al zijn grootte vertoond© en allervoor- deeligst uitkwam voor de verbaasde oogen der verzamelde menigte. Het was een' mooie 'eestrede, die de luitenant-kolonel, als presi dent der vereeniging met zijn krassende stem uitbazuinde, maar veien vonden dat alle gloed er aan ontbrak. Toen het „Leve de keizer" uitgestorven was, nam goudsimid Ries bet woord, om uit naam der fcameraden den schenker voor bet prachtige vaandiel1 te be- danken. H'iji stotterde een weinig, maar met :iet toenemendte vuur vara zijn rede werd hii ook welsprekender en deze rede dreigde veel "'anger te worden' d'ara het programme veroor- aolda. Hij sprak van' den onvarbreekbairen band van' onwgetelijke, beilige beriiinarin- seutn is gratia toegankelljk. Er is op den ope- ningsdag al allerlei rneegedeeld over de schUderijen.' teekeningen, boeken, gravures, scheepsmodellem eni pemamgen due tr te zien zijn. Liever wil ik over bepaalde onder,deelen iets meedeelen wat niet in de biaden heeft gestaan. En all er eerst kom ik dan tot de boekeriji, iem meer speciaal tot dt collectie- Mensing, die daarvan deel uitmaait. De heer Mensimg is bet een'ge lid op het oogenblik van de bekende Amsterdamsche Kunstaucti- onairs-finna Fxederik Mixller en Co. Hij heeft zoo te zeggem zijln gCbeele leven bc- steed agan het bijeem brengen van eene colr lectie boesken, plaatwerken, atlassen, prenten, enz. betreffendle de gelschiedenis van het zee- wezen, de zeevaartkunde en de geographic. Deze verzameling kon voor het Museum worden aangekocht, dank zij de belangrijke bijdrage, welke de iStoomvaartmaatschappij „Nederlandl" ter gelegemheid van haar 50- jarig bestaan, aan de Vereenigitog heeft af- gestaan. Om een denkbeeldi te geven van al hetgeen de collectie-Mensing omVat, inzon- derheid ten aanziem van zeldzame gesdhrif- ten, atlassen en kaarten, diene het volgende. De werkem van dempiottier Jan 'Huyghen van Liiuschoten zijn vertegenlwoordigd door eene serie van de verschillende oorsprookelij- ke uitgaven, waarbijj ook de eertste Engelsche Van 1'598. Van de eerste sebipvaart der, Nederlanders maar OosiHlnde, andiers gezegdi de reis van de iHoutman in 1576*97 is hier eene serie vara de oorspronkelijke uitgarveni in bet Ne derlandsch, JLatijta, rranscn eni lEngelscb. Vooral de beide laatste uitgaveni van 1'596 bdhoorem tot de 'gaootste zeldzaamheden'. Verzamelingera vara reisbeschriilvingen, be- kend1 door de namera der Amsterdaimsche urt- gever8 Colijn (li617), Commelin (16146), rlartgers (1648) en Saeghman (1663) zijn vertegenlwoordigd door d'e fraaiste exempla- rem uit de vertnaarde Huth-collectie. Daarbiji sluiten zich daardig aan, kostbare oixde druk- keni van de journalen van Olivier van Noort, Willem' B arentisz, Spilbergen, Hudson, van Neek, de Maries, Schouten en iLemaire, van den Broecke, Brouwer ensz. 'Een afzonderlijke groep, in eene keurver- zameling van pamfletten em (kleime geschrif- teni heeft betrekking op Nederlandschen han del, marine, kalonisatie em emigratie van 15(78 tot het einde van de I7e eeuW. 'Hierbij is o. a. bronhenimateriaal over de Onover- winneliiike vloot en over de vestigiing der Ne derlanders io BraziliE. Wiat diit laatste onder- werp betreft, de verovering en de daarop g volgde uitbreidinlg vap het gezag met net kolonisatie- en bestihaVingswerk onder Johan Maurits van Nassau, den Bnaziliaan, tot standi gebracht, zijn toegelieht door die kost- baarste prenten, kaprtera ;en bo.eken, waarbij het beroemde plaatwerk van Barlaeus, in een prachtig gekleurd exeanplaar, eni diat van Piso over de dierem- en plantenwereld. Niet minder belangrijk zijin de gesdhriften betrefferade de stichfmg der kolonie van iNiieuw-Nederlandi. Da;art>iji is o. m. de oor- spronkelijike uitgaaf van die reisbeschlrijViinr gen van Davidi PieterSiz. de Vries (1655) waarin o. a. het stichten van de posten aan de Delaware wordt beschreven; het thans zeer kostbare geschrift, uitgegeven door Plockhoy in 1662, waiairin1 hiji zijim denkbeel- den uiimnaat voor de kolonisatie vara Netiw- Nederiland op solialietischen grondslag (nu wijilen prof. Quack heeft jarenlang Yergeefs haar een| exeimplaar gazocht) een' piano bla,d of aanpliakbiljet, in 1663 gedrukt, om de Nederlanders te waarschuwem tegen het gewelddadig opdringen der Engelschem in de Nederlandsche kolonie (hiervan zijn slechts 'twee exemplarem beikemdl), en o. a. de iractaten welke William,1 Peon in 1681 en 1684 ira Nederland liet verspreidien om lamd- verhuizers naar zijne kolonie, Pennsyl vania, te lokken, waiarbiji zijn plain voor de stiehtirtg van Philadelphia,. Ten aanzien van de betreikkiragenl tot R'us- land' em 'het Noorden omvat de oolleetie zeld zame werkenrais: de eerste basohrijving Vain Spitshergen (1612); dat over, het eerste Ne derlandsche gezaratschap naar R'uslandi en Scandinavie m 1619 door Goeteera's uitge- geveni; het op deze streken betrekking heb- bende deel van de Blaeu's atlas met de kaar ten van Isaac Massa eni Hessel Gerritiszen o. a. het momumenitale werfc van Baddeley, „Russ'ia, Mongolia, China" (1919) waarin de Nooid-Nediedander N'icolaas Witsen en de Zuid-Ned'erl ander Verbiest tot de meest geciteerde beroemdhedien behooren. Van d'ezen, Verbiest, geboren te Pitthem biji Kort- rijk, de leermeester van Hevier Kang-hi, is hier een zijrner, thans onvindbare, in Peking gedrukte uitgaven, betrekking hebbend'e op gen, die hem en zijn kameraden aan Peter Zevengesternte verbond, van den heeten strijd bij1 Spiehem, waar ze ziji aara zij ge- vochten haddea' en velen zijaer toenmalige vrienden een vroegen, roemrijketi dood had- den gevoraden. Zijn stem, beefde vara bediwon- gen ontroering. »Leve Peter Zevengesteratel" rtep iemarad uit de menigte. „Ja, zoo rneen ik het. Leva onze vriend, onze eere-burger, onze kameraad Peter Ze vengesternte. Lang zal hij leven, hoeral" „Hoera! hoera! hoera!" Als ten enkele, ont- zettende, aanzwellende toon daverde het om- hoog en werd herhaald door een langdiurig naklinkenden echo. De mannen zwaaiden met hun hoeden, de vrouwem wuifden met de ham- den, zakdoeken en parasols en als vuurpijlen stegen telkens opnieuw dezelfde woorden om- hoog: „Leve Peter Zevengesternte! Lamg zal hij leven!" Een ware roes van geestdrift scheen al de feestigenootem te hebben bevan- gen. In dichte kringen omringden zij den geyierden man, die zich lachend en geduldig beijyerde om de tallooze handera te schuddien, die hem werden toegestoken. BehalVe door de niet opvallende correct- heid van zijn kleeding, die blijkbaar uit een eerste atelier afkoonstig was, onderscheiddle Peter Zevengesternte zich in niets vain dte hem omringende sch are era een oningewijde zou den niet in't oog, looperaden kleiraen heer niet hebhen aangezien voor den eigenaar van vele millioenen, die met eera bedrag van vier hoinderd duizend mark als belasting van zijln iaarlij'ksch inkomen, de stajdsbeuns van Ber- lijn hielp vullen. De vreemdelingen, wie Peter Zevengestern te verder geen belang inboezetmde, maakfen van de gelegnheidi gebruik zi'ch van de beste plaatsen aan de taieltjes meester te maien. Kallners ijildlen reeds tm met dan wqln. tito Chtoeeschm godstHenart ta vergenjllrtinfg met het Christendom. De oudste relatie® van Japan met het Wes tern in de 16e en de H7e eeu w, kunnen wor den bestudeerd in eene uitgebreide verzame ling gedrukte brieven en. oorkonden van de Jezurten, in de contemporarie uitgaven cm afkomstig uit de beroemde bibliotheek van Satows iVermeldiing verdieat voorts een Portugeesch werk: „Cartas de Japao en Chi na" (1549-—1580, met supplement 1581 1589) twee kwartijnen van groote zeldlzaam- heid. Door deze collects kan de geschiedteiis der wereldcartographie thans in het mu seum in haar geheel worden overzien. De verzameling is daiarbiji verrijikt door de oud ste gedrukte atlassen, als die van Ptoloma- eus, Berlinghieri, Mercator, Ortelius, Bla de, Goos e.a. Onder de aard van de hemel- globes zijn de beroemde van Mercator (1541 en 1546) welke als het ware de Nederland sche cartographic hebben ingeleid, en die zijn gevolgd door die van Homdius, Blaue, Valk c.t.q. Deze reeks wordt afgesloten door de globes van de groote Engelschem, waarop de orntdekkkilgem tot het einde vara de 18e eeuw zijn aangegevem. Vara de talrijke zeekaarten op perkainemt kunnen hier slechts worden Vermeldi die Van (Dad (1452), Maio,lot (15151, de beroemde wereldkaart van Ruysch (1507)lOrorace Finte, Gastald' en nog aradere 16e eeu- wers. Voorts zeakaarten van de venn,a;ardste Hbllandsche cartografen, Blaeu, Goos, Co- lorn, de Graaf. !E)e rubriek Scheepsbouw boekt waken als die van Witsen, Van IJk, en Chapmamn, maar ook geheele reeksen afbeeldi'ngen van schepen, Waarbij serien van buitengewonC zeldzaainheid, als die van Savry en Dan- ckerts. En ten slotte vermeld ik compleete seriewerken en periodieken uit vroegeren tijid, als de opeenvolgende iMercariassen, de Nederlandscne j aarbo'eken, en o. a. een rrachtexemplaar van la Gazette de Leide 173011809). Ziehier een Jdjkje in de boekenkastera, eni in de boeken, waar langs de meeste bezoekers zullen beenfwandtelen. Later vertel ik mis- schieni nog ens wat omtrent hetgeen te zien is, maar waaromirent eenige toelichtimg toch wel gewenscht is. WAGiBNAAR' Jn „Weest vroolijk en (dus) gezond!" heel het in een ouden levensregel. „Weest gezond en (dus) vroolijk!" heb ben nieuwere hygienisten' gezegd, die hadden leeren inzieni dat de gezonde geest wel wat afhamkelijk is van het gezonde liehaam. Geen' van beide regels bevat de absolute waarhedd, die als altijdi in het midden ligt. Nu schijlnt het ons den laatsten tijd alsof jnenl rait dat midden weer te veel naar de tweede waarheid gaat, nu mien met de aln lerbeste bed'oelingem er op rait is de hy giene te gaam popralariseeren. Op zichzelf is dat populariseerenl natuur- Hjk goed. 1 Het is eVem wensch elijk, dat de menschen1 fezondie manieren als dat zij goede manieren ebben. Doch biji het aanleerem van die ma nieren zijl men in beide gevalien even voort izichtig. Wij, hebben eens eem mianieren-boek in han- den gehad. jMallere lectuur kan. men zich haast niet denken.. Voor elkem stap, die men na den stap u i t het bed en v66r den stap i n het bed doet, zijn daar voorschriften. Ett iwie dat alles precies wilde navolgem zou op den duur stelhg zemuwziek worden, nu nog /afgezien daarvan dat hiji precies het tegen- lovergestelde zou worden van wat hij1 met dat boek wilde: welgemanierd. Iemand die zoo op zijn „manierera" lette, zou zoo ongema- tnierd mogelijk zijin. 1 De schrijver van dat boek begreep dat ook. /En zoo permitteerde hiji jucb de vrijheid van pa lOOOi of 2000 voorschriften gegevem te 'hebben, als 2001 ste voor te schrijlveni: ,;Geeft niet dent indruk dat gij: am die voorschriften. denkt." i Indierdaad, dat is volkomen juist. En dat is evenjuist voor gezonde manieren als voor „goeder manieren. Wie als legk al te veel voorschriften over igezonde manieren leest, kan in. veel gevalien die voorschriften, niet kwijt raken en1 wordt dan ongezond, afgezien nu nog van de zeer serieuze kans op zenuwzidkte. ilmmers ook voor het gezonde leveni zal wel het allereerste voorschrift zijn: denk niet te veel aan je zelf, aan je eigen gezondheid. Als men te veel de hygiene popuariseert, als men m.a.w. zich niet bepaalt tot enkele Aan de groote tafel, die voor de Zevenge- sterraten werd gereserveerd, verzamelden zich langzamerhand de verschillende familiele- dera. Ten eerste luitenant-kolonel Braunberg, de zwager vara Peter Zevengesternte, met zijn vrouw en beide dochters Maria en Jo sephine, blonde, tengere meisjes met blauwe oogen era zeer teere gelaatskleur, d6jeimer de toilet d'oor de Fraraschen genoetnd. Ira haar lichtblauwe japonnetjes zagen ze er uit als vijftienjarige tvveeliragen. ofschoon zij de twimtig reeds gepaseserd waien. Vader, moe- der en dochters zaten een poosje alleen aan de tafel, terwijl steeds nieuwe uitbarstingen van geestdrift om het hoofd van Peter Ze vengesternte suisden. „Wat een overdrevenheid', onnadenkend vo'lk!" zei Braunberg op afkeurenden toon tot zijn dochters. „Geen eoutenance, geen op- voeding! Eera vastenavondvolkMen kan werkelijk zoo iets niet ernstig opnemen. En... wat is dat? Nil spclera ze waarlijk het „Hdl d'ir im Siegerkranz", zooals bij het „Lang leve de Keizei'Dat is nu wat al te erg De meisjes lachten een weinig. Katharina Braunberg deed haar mond open om wat te zeggen, maar ze zweeg toch maar. Zij sprak haar man nooit tegcra. Toen de gepensioraneerde overste, tie reedls twee maal zijn vrouw had verloren, maar kin- derloos was, nu jarem geledeai haar hand vroeg, beschouwde zij dit aanzoek als een buitengewoom groot geluk. Hat kwam geera oogenblik bij haar op, diat haar frissche jeugd ze was nog m&ai twintig jaar die zij aan een man schonk, bijda vijf-en-twin- tig jaar ouder d'an zijl, ruim opwoog tegera zijn rang en stand. En ook in het fauwelijk bleef die verhouding steeds bestaan. Katha rina voelde zich zoo onbedraidend tegenover haar hoogmoedigera, man, dat zij zich zwij- gend sehikte in al zijn eisdien. Zelfs die toe- voorschrfften, doch uitvoerig gaat zeggen, waarom men niet moet spuwen, waaraan men tuberculosej herkent, wat men ertegen moet doen, welke spijzen gevaarlijk zijn, noe warm meni mag drinken, wat bacterien zijn, Ihoe ze eruit zien en waarin zij! wel kunnen' ivoorkomem, hoe men' moet desinfecteeren, hoe- veel bacterien er op ©era cent voorkomen enz. enz. als mem dat alles doet, kweekt men eenrawlijders, kweekt men menschen, die te veel op. zich zelf leften, als de man uit het (manieren-boekje. 'Nu keert tot zekere hoogte hier de wal het schip. Het groote publiek is dikhuidig, ioopt voor zul'ke dingen, niet zoo gauw warm, leest niet nauwkeurig, onthoudt niet te veel. Doch de enkelen die wat fijper zenuwem hebben, wat gauwer geemotionneerd zijn, kan mien met te veel populariseering van zulke hy giene voor hun levieni ziek maken. En dat ge- vaar moet men in naam der hygiene niet in het leven roepen. Wij achten eem eni amder daaroin zoo be- denkelijk, omdat men tegenwoordig zich zelfs niet meer beperkt tot het houdem van hygieniische demonstraties door deskundigen voor, menschen, die vrijwillig die demonstra ties komen bij.wonen, doch dat men nu ook ihet plan schlijrat te hebben de school en; met name de hoogste klas van de lagere school te misbruikeni voor dergelijke betoogen van min- der-deskrandigen. Men wil dus zwakke, dik- wijls sensitieve kinder en, d winger naar die hizonderheden te luisteren, onbekoraanerd over de groote nadeelige gefvolgeni, die daar- uit voor net zielelevem van vele kinder en. kun nen! voortVloeien. Ja, er zijp reeds hygiene- leesboeken verschenen, waarvan het perni- cieuse voor sensitieve kinderem er zoo dik op ligt, dat nadere demonstratie overbodig is. !Wij: Weten niet of die boekjes al gebruikt worden. 'Doch wij zoudeni voor dat gebruik ten zeerste willen waarschuwemem Speciaal d,e ouders aansporen om daartegen beslist te pro'testeeren, Doch ook verwachten wiji in deze zaak goede hiulp van) de vele onderwij- zers, die hum hooge roeping goed begrijpen, uit wier kringen wiji al zoo vaak de waar- schrawing hebbeni gehoord, dat de school er niet is voor reclame, voor propaganda. Dat is volmaakt juist. Men levere de school niet uit aan' welke drijvers, maniak- ken, propagandistea ook. Zeker kan de school wel iets doen om goede hygienische gewoonr 'ten te vestigen. Zeker, is het geen kwaad ala er gelet wordt op reiniheid, als men onopzet- telijk, nu en d'ara, met tact, eens een enkele maal een korte hygienische aanwij'zing gebft. Doch geen beschrtjving van tuberkelbacillen, geen.betoogen over bloedvergiftiging, geen verbandeling over geneesmjddelen, geen: sta- tis'tieken over Zuigelingensterfte, over sterfte aan' tuberculose, geen opzettelijlfce be- handelmig van de hygiene, opdat de jonge ira- dividuen niet te veel op eigen gezondheid gaan letten en daardoor ziek worden. Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem No. 727 (aufeur B. P. A Kloos). Stand Zwart: 7, 9, 12/15, 21, 22, 26, 27, 36. Wit: 23, 24? 29, 30, 34, 37, 38, 41/44. Oplossing 1. 37—32 1, 36:47 2. 23—19 2. 14 23 3. 29 18 3. 12 23 4. 42—37 4. 47 49 5. 30-25 5. 49 20 6. 25 3 6. 27 38 7. 37—31 7. 26:37 8. 3:14! Goede oplossingen ontvingen wij van de ll6Cr€Il W. Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling, J. N. K-, G. J. v. d. Ploeg te Alkmaar, J. Smit te Heerhugowaard. TWEE AARDIGE STANDEN. Deze zijn van den heer A Mantel te Hen- gelo. Zwart: 2, 3, 8, 10, 20 en dam op 47. Wit: 17, 18, 23, 27, 30, 38, 43, 44. Wit wint hier d'oor: nemende glans van breeder Zevengesternte in Berlijn, die op de gansche familie afstraalde, was geen. aaraleiding voor Kaatje uit den Wijn- stok om zich eenigazins op een lijn te durven stellen met haar huispaclia. De verhouding tusschen de beide zwagers was trouwens al- tijd zeer fcoel; 'Peter Zevengesternte's milli oenen sloegen geen vasts brug over de klove, welke besitond tussclien den man die eerst ge- meen soldaat bij' een I lohenzollernsch regi ment, later onderofficier was geweest "en dam luitenant-kolonel. Htet kwam nooit tot onaan- genaamhsden tusschen hen, maar. tot harte- lijkheid evenmin. Juist wilde Braunberg nog eenige fcriiti- sche opmerkingen ten' beste geven, toen de heer Avenaar met zijn vrouw, Agnes Zeven gesteratel van. zich. zelve, uit Koblenz aan- kwamen. En ook mevrouw Virgine Zevenge sternte Vcegde ziih bij hen, gevolgd door haar kindereni, den achttienjarigen Lodewijk en Ingeborg, een meisje vara' zestien jaar. Een .paar minuten daama, toen de anderen reeds plants genomen hadden, verscheen de jonge kapelaan George Zeven'gesterate uit deni Wijmstofc en nam plaats 'tusschen zijn beide tamtes Cato en Anges. Het lange, don- kere priestergewaad gaf een zeker relief aan zijn jeugdig frisch' en vroolijk gezicht. De kellners brachfen wijn en glazen. Inge maakte zich het eerst van alien van een ka- raf meester, schonk een glas vol en drank het leeg met lange, docstige teugen. Haar moeder wrong haar banden: „Inge, wat zijn dat nu weer voor manieren? Schaam je je niet? Wat zullen de menschen wel -van je denken?" (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5