Alkmaarsche Courant
REGLEMENTEN
Boek- en Handelsdrukkerij
Nienwjaarswenschen.
v.h. Herms. COSTER ZOON.
Yrjjdag 15 December.
Gcmcenteraad,
Yoor het drukken van
en
andere Vereenigings-
stukken bevelen Jwjj ons
beleefd aan.
Voordam 6 9,
ALKMAAR.
Honderd Drie en Twintigste Jaargang.
Ne. 290. 1922%
Ih het nmnmer *dat Zaterdag den 30 De
cember verschijnt, zal wederom gelegea-
heid bestaaa tot bet plaatsen van
NIEUWJAARSWENSCHES
a 50 cent a coatant.
DE DIRECTIE.
(VerYolg.)
Mr. W. C. B o s m a a kwam ter vergade
ring.
De heer Westerhof besprak nog het
adres van den Chr. Be&tuurdersbond, dat goed
bedoeld was, maar geen effect kan sortee-
iea, evenmin als dat van de R. K. raadsleden.
Wanneer deze de woorden „tot zoolang de
regeering uitspraak heeft gedaan", weglaten
en ongeacht 40 cent willen betalen, dan kun-
nien zij wel effect sorteeren. Spr. hooptse
straks op een schorsing, opdat de raad en t
college zich kunnen beraden en verklaarde
nog, dat't zi. wel verdedigbaar was om als
gemeente alleen 21.00 uit te betalen.
De steun van de regeering is nadeelig voor
de gemeentekas. Het eerst worden de recbt-
hebbenden te werk gesteld en daardoor werd
gister een man te werk gesteld, die pas Za
terdag werklooa was geworden.
De heer Y. d. Bosch zeide bij het lezen
van het door den minister gewilde, onder den
indruk te zijn geweest van den toestand, die
bij zoo'n laag loon moet volgen. Hij kon be-
grijpen dat het college gemeend heeft ver-
standtg te doen de voorwaarden te aanvaar-
den en te pogen een gunstiger regeling te
•krijgen.
Spr. en de zijnen hebben getracht te leo-
men met een voorstel, dat den arbeiders leans
gaf te blijven veidienen wat zij. ontvingen en
niet te hoog is. Met het loon van Velzen te
aanvaarden en In taakwerk 20 pet. hooger, is
het mogelijk, dat de arbeiders hetgeed zij nu
ontvingen, blijven ontvangen. Met een wei-
gering van den minister wil spr. zich1 bera
den om niet liever af te zien van steun van
het rijk. Sinds het vorig jaar, torn wij 25
wilden, is de. toestand eenigszins gewijzigd,
a! is het met 25 lang geen vetpot. Spr. ver-
dedigde nader het voorstel van de R. K. Zij;
hadden gedacht ook den toeslag van. de pro-
vincie te moeten missen. Nu uit de mededee-
ling van den heer Westerhof blijkt, dat die, bij
afwijzing van den rijkssteun, niet gemist be-
hoeft te worden, had spr. graag gelegenheid
voor de raadsleden om zich te beraden. De
mededeeling was z. i. zeer belangrijk.
Devoorzitter gaf in overweging de
vergadering niet te schor&en alvorens d'e
meening van bet college geh-oord is. Of het
loon, zooals de heer Westerhof mededeelde,
te Velsen 38 cent is weet spr. niet. Wiel weet
bij dat het geen 40 ct. is. Hi) vemami dat
bet 37H ct. was.
De beer H. E. Bosmaa sloot zich bij
bet gesprokene van dem heer v. d. Bosch a an.
21.00 is zeer noodzakeldjtc en dlit meet wor
den -uitbetaald'. Wij! willen naast B. en W.
staan om te traohten den minister gunstig te
beinvloeden, maar zijn gekomen op 40 ct., d'at
in de practijk door de 20 pot. toeslag in taaik-
werk voile 21.00 wordt.
Tegenover den heer Westerhof verdedigdo
spr. het eigen voorstel van de R. K. Met het
voorstel van de soo.-dem. was men) teen het
gefommleerd werd nog niet bekend.
Spr. bracht voorts een woord van tof aan
dien minister van arbeid die in sociale gele-
legenheid! niet te overtreffen is geweest. De
regeling gaat 1 Januari over naar binnen-
landsche zaken en1 minister Aalberse kan men
de, versleohtering niet aanWrijven.
De heer Westerhof Deze circulaire
la toch van hem.
Mr. B o s m a n betoogde, dat het work
loosheidsvraagstuk eert weteld- en geen Alk-
rnaarsch vraagstuk was. Door het voor Alk
maar beter te regelen Toopt men gevaar de
wetkloozen naar hier te trekken. Dit hebben
wij1 vroeger ook gezien.
Spr. ooikent niet dat er lets varlokk-endfi in
het betoog van den' beer Westerhof zat. In
•JfrmraS SnuaoSai ap uba uno'js ap st peep rap
Het trof spr. dat de heer Westerhof met een
nieuw feit in den raad kwam en dat het be-
etunr van de Provincie den steun zal geven
onafhankelijk van het rijk. Spr. wenschte
dienaangaande zekerheid. Het verbaasde hem
dat Ged. Staten deze regeling hebben ge-
maakt zonder de gemeenten daarmede in ken-
nis te stellen- Het gesprokene tusschen den
heer Westerhof en den heer Michels geeft
geen- voldoende zekerheid.
DeVoorzitter had1 direct opdracht
gegeven Haarlem op te bellen en uit het ingo-
komen antwoord bleek. dat de Provincie aan-
vankelijk geen looneisch stelde, doch nu wel
en de provincie bepaalde deze voor Alkmaar
op 35 cent.
De heer Cloeck had1 er behoefte aan,
waardeering uit te spreken voor de wijze
waarop de heer Westerhof en de anderen de
zaak hadden behandeld.
Inzake het adres van den Chr. Bestuurders
bond durfde spr. wel voorspdlen dat dit niet
zal worden toegestaan. In Assen is dit verbo-
den.
Waarom niet zelf den raad bij een geroe-
pen?
Spr. wil wel zeggen, dat hij de eerste was
die het niet noodig vond den raad hiervoor
bijeen te roepen, omdat steeds was gezegd,
dat het tot nog toe uitbetaalde loon zou
worden uitbetaald, tot het antwoord van1 de
regeering kwam. Spr. oordeelde het vanzelf-
sprekend de regeling, toen het antwoord in-
kwam, te moeten invoeren. Spr. meende dat
men de belangrijkheid nog niet genoeg iuziet.
Spr. beriep zich op de indexcijfers die sinds 1
Jan. 20 pet. zijn gedaald, al was dat met de
huren en de belastingen niet het geval. De
zaak is te belangrijk om een vergelijldng te
maken tusschen de uitkeering on-het loon) in
werkverschaffing. De uitkeeringen gelden 60
en 72 dagen. Het gaat hier om de belangen
van het geheele land en de leiding moet dus
uitgaan van de landsregeering. Zij; kan het
beter beoordeelen.
De heer Westerhof: Dat moet u aan
Marchant vragen.
Dfe heer Cloeck Die is hier niet.
ue heer Westerhof: Je moet nog ge-
communiceerd worden, dan is het heelemaal
gocd.
De heer Cloeck ging voort en zeide hoop
te hebben, met het oog op den zwaren belas-
tingdruk alhier, dat de minister voor Alk
maar een hooger loon zal willen en een hoo-
gere percentagebijdrage. Indien de uitkee
ringen hooger worden, past het voor af te
keuren, om een helder inzicht te krijgen in
den financieelen toestand van het land. Spr.
kon niet aannemen, dat minister Aalberse an-
ders zou medewerken.
De heer Westerhof Hij werd ge-
dwongen door de Cranenburgers. Doe je niet
meer aan politiek?
De beer C1 o e,c k Ja, maar daarom durf
ik zoo vrij uitspreken. Voor spr. is de eteun-
regeling van het rijk en Me provincie niet de
hoofdzaak.
De hoofdzaak is: „hoe 'krijig ik zooveel mo
gelijk menschen aan, het werk."
Toen in de vorige zitting gesprokem werd
over de commissie voor de werkverschaffing,
wilde spr. er dadelijk op ingaan.
De heer Westerhof: Je wist niet wie
er in zat.
De heer Cloeck: Ik wist dat nie\ maar
toen het schrijven van den minister kwam
dacht ik dadelijk, dat is weinig en miiii twee-
de gedachte was de commissie. Wij1 handha-
venj het liefst de f 21.60. De toestanden die
wij doormaken, maken het echter noodig met
de regeering mede te werkeni bij1 de bestriji-
ding van de werkloosheid. 'Wij, mogen ons
in deze zaak geen kinderen van Alkmaar
voelen.
De heer Westerho f Met een) kwar-
tje in het uur zooals Oude-Pekela.
)De heer Cloeck Als ik voor mijh eigen1
moest praten zou ik 43 willen. De midden-
stand heeft belang bij het beoogde loon. De
financieele toestand zal bij! de regeering niet
den doorsiag hebben gegeven.
Wil mem net voor Alkmaar alleen1 regelen,,
dan moet men in het oog houdem die positie
van de bevolking van Alkrnaar en een groot
aantal arbeiders valit het zwaar die bi.lastin-
gen te betalen. Spr. herinmerde aan de speech
van den heer Westerhof in de Staten over den
nood der tumbouwers. U moet het er meide
eens zijn, dat waar wij! hier meer belasting
betalen dan in de groote stejden en gezien het
belang van Alkmaar bij den toestand der iuin-
ders, dat wij1 voorzichtig moeten zijn.
iSpr. dacht dat minister Aalberse in de leer
was geweest bij de soc.-dem. regeering van
Zweden, om daardoor te komen tot een bete-
ren toestand.
De heer Westerhof: Het stufc in de
Schager Courant uit „De Tiijd". (Hilariteit).
De heer Cloeck betoogde dat door de
lagere looneni in Zweden de indexcijfers nog
meer gedaald warenl, zoodat de toestand
daardoor voor de arbeiders beter is gewordeh
en de werkloosheid ten zeerste in gedaald.
De heer W e s t e r h o f vond het verheu-
gend dat niemand was tegen een loon van
21.60 en dat dit dus alleen niet gegeven
moet worden als het onmogelijk is.
Spr. von'd dat de heer v. d. Bosch boven
het klassestandpunt stond. (Gelach.)
De wethonder van publiake werken $s er
echter altijd uit, als het gaat vooir de arbei
ders.
De aenheidi in wethouderlijke gedachten
vond spr. bij Mr. Lees berg den politieken
meester van den heer Cloeck.
De heer Leesberg; U heeft nog niets
gezegd.
De heer Westerhof: Ik sprak ook
van gedachten. (Gelach.)
Spr. twijfelde niet aan het ingekomem be-
richt bij den voorzitter. Hij was dankbaar dat
de heer Michels de laatste vergadering van
Ged. Staten niet had bijgewoond. Wanneer
de provincie werkdijk 35 cent voor Alkmaar
wil, dan zullen wij het ook buiten de provin
cie moeten stellen.
Mr. W. C Bosm an Koto.
De heer Westerhof: Ja, want dat
geldt ook voor het voorstel van de R. K..
Spr. ging verder het gesprokene van den
heer v. a. Bosch en den heer H. E. Bosman
na en concludeerde dat beiden ook 21,60
willen behouden.
Hetgeen Mr. Bosman zeide was een ander
geluid. Dat de menschen van buiten hier ko
men om de hoogere uitkeeringen, is onmoge
lijk. Waar wil Mr. Bosman ze onderdak
verschaffen In zijn villa (Gelach).
Mr. Bosman Neemt u ze.
iDe heer Westerhof Datzelfde praat-
je is in den oorlog ook gebruikt, maar daar-
van is nietsi waar.
De heer Cloeck Jawel.
iDe heer Westerhof ontkende dat en
was van meening dat een besluit genomen
moest wordenl omdat de tijd dat vroeg.
Spr. concludeerde dat de heer C1oeck elk
antwoord had ontzeilt'op zijn berekeniingen1.
De heer Cloeck Omdat het geld bij!
mij geen nol speelt. i
De heer Westerhof Omdat u geen
antwoord kan vinden. Mijn berekiening klopt
als een bus. 'Spr. herinmert de heer Oloeck
die nu zegt, dat het geld geeni rol speelt voor
enkele vergaderingen terug zei: „als wij doen
zooals de heer Westerhof wil, dan gaat de ge
meente op de fleisch." Spr. oordeelde dat men
met het te werk stalleni niet hard opschiet en
bleef van meeniing dat de aanvaarding van
de steun van het Rijk in verband met de uit
keeringen van groot nadeel is voor de ge
meente.
Spr. wees op de hoogere hureni en andere
feiteni die op duurder leveni wijzen en de in
dexcijfers van den heer Cloeck zeggen wei
nig. In den groothandel is er al een stijging
van de voedmgsartikelen.
Het geheim1 van de verlaging van d'e index
cijfers voor Holland moet gevonden: worden
in de daling van de prijzen voor de groen-
tera, tenig-evolge van de malaise in deni tuin
bouw. Men) heeft betoogt dat er een1 pnikkel
moet zijn voor arbeid, maar dan moeten die
loonen hooger dan de uitkeeringen zijn.
In Zweden is het loon in werkverschaffing
lager dan in de vrijie maiikt, maar hooger dan1
die uitkeeringeni.
Spr. verdadigde nooit het voile loon dat
laat hij1 aan1 de communistenl over. De heer
Cloeck vergat hetgeenl Mr. Marchant gezegd
kaeft over de democratie van Mr. Aalberae.
Deheer H. E. Bosm an
115 jaar geleden democraat.
De heer Westerhof: De heer Cloeck
vergeet dat de democratic van Aalberse ook
eem gevolg was van 1918. Wiji komen overa-
gens niet aan zijn sociaal werk.
Spr. oordeelde het geeni geheim1 dat de heer
Bak hier de rol van de Kranenburgers speelt.
Het betoog van den heer Cloeck, dat wij
vertrouwen in de regeering moeteni hebben,
verwonderde spr. ten zeerste waar zijn partij-
geaootem met de zijnen kainpen tegen1 hat ka-
potmaken van wat voor de arbeiders is ge-
wrocht.
De heer Cloeck Met tranea in da
oogen.
De heer Westerhof Met het kleed
van de democratie.
De heer Bak: Kijk naar Verkerk.
De heer Westerhof W anneer de
heer Bak hier over Verkerk durft sprekenl,
dan is hiji efin, groote lafaard.
Die V o o r z r i t e r Ik kan dat woord
niet toelaten.
De heer Westerhof opgewondeni: Ik
vertrap het, dat een man als Bak, een uit-
buitex,
De Voorzitter hamerde: Ik kan dat
niet toelaten.
De heer van Drone n, tot den heer
Bak: Jullie hebt met je geld Verkerk zoo ge-
maakt.
De heer Bak: Ik verzoek den heer Wes
terhof vriendelijk, bij mij1 de loonilijsteu it
icomen; contxoleeren, dan kan hiji zien, hoe ik
uitbuit.
De V o o r z i 11 e r De zaak Verkerk is
bier niet aan de orde.
De hieer Westerhof Dan wil ik tJ
vriendelijk verzoekeni, den heer 'Bak duidelijk
te maken, dat hiji hier niet het recht heeft,
den maam Verkerk te noemen.
De heer Bak: Dan heeft U niet het
recht, om hier een man als Aalberse af te
brekien.
De heer Westerhof Dat hefo ik wel.
De heer Bak: Absoluut niet.
iDe heer Westerhof Na dit zijpad,
dat rumoerig was, niet door de Soc.-Demo-
crateni, maar door de ordelievende R. K., wil
ik het betoog van den heer Cloeck verder be-
De heer Cloeck Omdat ik dat niet
antwborcten.
Waarom verdedigt de heer Cloeck het
systeem Aalberse, dat Yoor de arbeiders
noodlottig wordt?
De heer Cloeck Omdat ik dat niet get-
loof.
IDe heer Westerhof Wanneer U nog
V. D. is, dan moest u zich Schamen, dit te
zeggen. U weet, dat Mr. Marchant dit niet
zegt. En hiji is dichiter biji de feiten.
De heer Cloeck: Ik ben V. D. en
schaam me niet.
De heer Westerhof,: Ik wil met na-
druto verklarenl dat dit loon het grootste ge-
brdk beteekenit.
DeTeer Cloeck: Ik ben) bang, dat U
gel'ijk heeft, maar waardoor komt het?
De heer Westerhof: De regeering
smijt met millioenlen1 in de bodemtooze put
van het militarisme. Hier kan men zeggienl:
„We kunneni weinig doen", maar daar is
rudmte. En de waarheid is, dat Minister
Aalberse onder de zweep van de Kranenbur
gers, de reactie heeft inceluid. Het doet mij
leed, dat gij, als V. D./daarmede instemt Ik
zou veel liever vechten teden den heer Bak en
Mr. Leesberg, omdat ik weet, dat ziji altijld re- j
actionnairen waren. Gijl verloochenit uw ver-
ledeni en noodzaakt mij1, tegen, u te vechten.
Als er een groep naast de Soc Dem. moest
staan in deze droeve tijden, dan moesten het
de V. D. zijn. Ik heb gepoogd, kiaim te blij
ven, maar ben gedwongeni, zoo fel te worden
door u en de anderen.
|De heer Cloeck: Als u maar goed kan
viniden, dat wij' trachten een betere regeling
te krijgen, dan hoefde u niet zoo op te treden.
De heer Westerhof had de vraag wil
len1 stellen, of bet er met de tewerksteiling bij'
bleef. Het gezegd van den voorzittr, dat er
een half jaar werk was voor 91 menschen,
maakt die vraag overbodig.
D'e heer Cloeck: Ik heb de Commissie
voor werkverschaffing bijeenl geroepeni en ge
zegd: „Wijs mij aan, waar werk. is te vinden."
De heer Westerhof: U zei ongeveer
„Ik zal de Commissie bijeen roepen, om te
zien, of die een uitweg weet." Dat wil zeg
gen: „I'k zie niet meer werk, maar als ziji het
kunnen, moeten zij1 het maar probeeren.
De heer Cloeck: iNeem, neen, dan doen
wij' het samen.
De heer Wester h o f Dit is drie we-
ken geleden1 en nog is de Commissie niet op
geroepen,.
De heer Cloeck: Ik weet zeker, dat de
oproep bij de C^ristelijfcen is ontvangen; zij
moet ook bij uw menschen zijn.
IDe heer Westerhof: De heer Cloeck
zeide nog, dat hiji persoonlijlk het loon op het
niet te vertiedigem bedrag van 43 zou willen,
stellen.
De heer Cloeck: U moet mijn betoog
niet uit zijn verband halen.
De heer Westerhof Het oude ver
ba al over den belastingbetalenden midden-
stand heeft weer opgeld gedaan. Maar onder
hen zijn er velen, die veel hebben veraie1 en
wie moest er in de Prov. 'Staten weer r-
nen; voor den Middenstand1! Dat was ik.
Ik heb daar gezegd „Door de tuinders te
helpen, helpt gij' ook den middenstand1." En
daarmee heb ik willen bewij'zen, dat ik niet
door alles heen, door dik en dun voor de ar
beiders beni, maar het in-droevige is1 hier, dat
als wij hier komen voor de arbeiders, dat wij
dan alleen steun fcr'ijgeni van de twee R. K.
arbeiders, die daarvoor een fellert strijd moe-
tenij' voeren onder de kleuren van de Kerk.
Mr. Leesberg lachte.
De heer Westerhof IMr. Leesberg,
de lachende cavelier, heeft geen argumenten,
maar lacht. Hij' lacht, als de arbeiders droef-
heidl hebben.
Mr. Leesberg Dat ismisselijk.
De hleer Westerhof tot den1 heer
Cloeck: Het is waar, dat Min. Aalberse ons
terugvoert naar de oude toestanden van lage
loonen en uitbuiting. Ik heb honger geleden
in mijh jeugd onder den druk van uw geest-
verwanten, de Liberalen, die het volk hebben
laten verkommerenl eni het alleen maar als
goed! genoeg bescbouwden, om geld te maken
voor de bourgeoisie.
paaraan wareni toem die R. K. nog niet
schuldig. Ziji had'den toen; nog geen politieke
macht. Maar zij' hebben later meegedaan. De
Liberals nseten weten, weflke eflleade
Wij waa reeds hebben1 uitgestort war da bevolking vsn Na
der land.
iDe heer Covers: Jij bent de grootste
sc hreeuwer
De heer Westerhof Zeg er dan wat
tegeni! Argumemeer! Als we dit toelaien,
dan gaan ae aroeidens naar de cuepsue ellen-
de. Ze zijn. ihans uitgeputter dan amders.
Spr. was gekomen aan het eind van het
betoog van den heer Cloeck en bleef staande
houden, dat het voor de gemeente voordeeii-
ger is den steun van het Rijk af te wijzen.
Wij' mogen terwille van de algemeene lij-
nen van lamlendigheid niet terug gaan.
Spr. gaf in overweging zich alsrnog te be
raden en tot de regeering te zeggen: „Op
dien weg volgen wi} jullie niet", bezuinigen
waar het best kan, maar hier kan het niet.
De wereld wordt verscheurd door onrust
en dat in de maand van het feest van den
Vredevorst. Men moet dit maar voor zijn ge-
weten verantwoorden.
De heer H. E. Bosman concludeerde,
dat Ged. Staten terug waren gekomen op het
besluit zooals de heer Michels de heer Wes
terhof had medegedeeld. Dit bewijst dat mien
ook daar wel eens moet besluiten tot niet ge
wilde besluiten. In de kerk, en dat is de groot
ste zegen van de R. K. arbeiders, is de vrede,
al is het dan maar een dag in de week.
In de fractie heerscht zeer zeker vaak ver-
schil van meening, maar in de Kerk zijn de
R. K. een.
Spr. wil met zijln fractie graag emstig
overwegen de mogeliifcheid, om1 uit bet voor
stel van de 3 kath. ledenl weg te laten de
woordeni: „tot zoolang de M,inister heeft be-
in
Mr. Leesberg had gelacben, omdat
de heer Westerhof had gesproken over den
klassestrij'd in de Kerk. Dit is een dwaasheid.
De Soc. Dem. lachten voortdurend onder het
betoog van den heer Cloeck. 't Lijkt wel, of
de heer Westerhof als dictator wil optreden.
Spr. wil zich daaraan niet onderwerpen maar
wenscht te verklaren, dat het vertoeerd is
voorgesteld, wanneer wordt beweerd, dat bij
zit te lachen over de nooden van de arbeiders.
Het is een zeer gewaagde stalling, dat de
steun van het Rijk en de Provincie vexlies
voor de gemeente beteekent. En dit is ook
onjuist. Op het oogenblita worden eerst te
werk gesteld degenen die trekken van de kas
sen en dat isNop zichzelf voor die betrokken
kassert geen nadeel. De gelden voor die kas
sen worden in hoofdzaak bijeen gebracht door
de werkliedeni zelf en1 een georgamiseerd work
man, belanghebende bij; zoo'n kas, kian er
feen bezwaar tegen miafcen, nat eerst de trek-
enden van de kassen te werk worden gesteld
De heer Westerhof redeneerde, dat er op het
oogenblik ongeveer 60 trekkenden te werk
zijln gesteld, terwijl ongeveer 60 niet trekken
den van het Armbestuur eem uitkeering moe
ten ontvangen! van 600 per week. M'aar
gaat dat zoo door? Voor een bepaald moment
is dit juist, zooals de heer Westerhof zegt.
Mnar hoe langer de werkeloosheid duurt, hoe
meer uitgetrokkemeni men krijgt en hoe meer
dus de steun van het Armbestuur moet stip
geni. Op het oogenblik kan het dus het geval
zijin, zooalsi dc Westerhof berekentde,
maar men moet in de toekomst zien; en mag
dan Alkmaar zich de luxe veroorloven en
zeggeni: ,,Wdjl hebben Rijk noch Provincie
noodig. 'Wij' kunnen op eigen wieken drijven.
De Commissie, die beslist over de vierde uit
keering van de oorlogswinst, zal dan ook
Alkmaar passeereni eni zeggen: „Dat is een
gemeente, die het goed gaat."
Het is dwaasheid te beweren, dat Alkmaar
zich de luxe kan veroorloven, de steun van
Rijk en Provincie te kunnen on+beren. Spr. is
overtuigd, dat de Prov. niet zal steumem zon
der het Rijk. Ook het vorige jaar nameni Rijk
en Provincie hetzelfde standpunt in. Wij, kun
nen geen van fweeen in de toekomst zien en
zien verschillend, als wij' trachten sameni lets
te bekij'keni. Maar wanneer wij! sameni vreezen
voor groote werkeloosheid, dan zullen wiji het
wel eens worden. En we moeten, zeer voor
zichtig zijn met het afwijzem van de siteunen-
de hand. 'Dit wil niet zeggen, dat hier van
deze tafel het door den Minister gewilde loon
a tort et a travers moet worden verdedigd.
Degene die de zaak landelijk bekijken, vinden
de mogelijkbeid echter meer begrensd dan
wiJ bier.
Spr. oordeelde't verstandig, te trachten een
brug tusschen den Raad en het College van
B. en W. te vinden, opdat B. en W. in audi-
entie gaan bij! den Minister. Wianneer wij' wat
kunnen bereikem, dan doen wij: dat met liafde.
De heer Cloeck wees er op, dat de alge-
meen indexcijfers, die 1 Januari 181 bedroe-
gen, gedaald zijn tot 153; de voedaelcijfers
van 182 tot 143. Hicrbij is geen rekening
genouden met de huren en de belastingen.
bpr. moet voihouden, dat in deze zaak het
geid niet den doorsiag geeft.
De heer Westerhof: Geef het dan, als
het geid geen rol speelt.
E>e heer Cloeck: Ik heb gezegd, dat
wij de algemeene lijnen moeten volgen en
ni-et goed doen, de door de regeering aange-
geven lijn niet te volgen, omdat ik meen, dat
die de algemeene lijn beter kan bekijken dan
het een of andere gemeentebestuur. Het is
geen leugen, dat zidt in Alkmaar in de goede
dagen van. de uitkeeringen meer, menschen
vestigden. In 1915 zijn er 4 personen meer
vertrokken dan gekomen, maar in 1916 kwa-
men er 256 meer dan er vertrokken; in 1918
495 meer en in 1919 295 meer.
De heer Westerhof Dat waren de
Belgische vluchtelingen.
De heer Cloeck: Die waren het niet
Dat weet ik nu eens beter. Ik had bet recht,
de cijfers te gebruiken en ik vind het niet
prettig, dat u ten opzichte van de Commissie
van Werkverschaffing mij toesprak, zooals u
hebt gedaan. Ook bij uw bond moet de uit-
noodiging zijn ingekomeni Zodra de ant
woorden binnenkomen, zal de Commissie ver-
gaderen.
De Voorzitter merkte op, dat de heer
Westerhof in tweede termijn terug; is geko
men op zijn' in eerste termijn gedane bewe-
ring, dat het College met het beleggen van de
vergadering niet had mogen wachtcn tot de
fractie de vergadering had aangevraagd, De
heer Westerhof heeft zich uitgelaten, alsof dit
zou te wij-ten zijn aan de heeren Cloeck en
Mr. Leesberg, maar daarvan is niets gebleken
in den Raad. Zii vormen1 bovendien in het
College geen meerderheid. Hoe het nu we!
is, vond spr. niet belangrijk genoeg, mede te
deelen. Van de tafel van B. en W. is de hou-
ding van het College door den betrokken wet-
houdier voldoeoide verdedigd. Spr. had aij
nerzijds geen bezwaar, de tracnes gpiegem
Hud le geven, zich te beraden. in het aige-
meen wu spr. dit zeggen en hij, gelooft, dat
Ue Kaad hei zai oegrijpen, dat nij in dezen
uaLuui'lijk het regeeringssianupunt inueemt
en zai verdcUigen. l>ai SLanUpunt wordt met
aneen aangegtven door den Minister van Ar
beid, spr. ntL-mt aan, dat deze overleg pieeg-
4e mei net geneeie kabmet, maar ook Uoor
ued. btaten, wat blijkt uit de teiefonisch ont
vangen mededeeling uit Haarlem. Die is wel
met otficieel, maar toch wei een aanwijzing
van dien aard, dat er rekening mee kan wor
den gehouden. Verleden week stelde een in-
genieur van de Prov. Waterstaat hier een on-
aerzoek m, in hoeverre de hier uitgevoerde
werken voideden aan de eischen, door Ged.
Staten gesteld. Met hem had spr. een onder-
noud en hij deeide mede, wat wij: nu vanmid-
dag teiefonisch vemamen. Wanneer het stand
punt, dat de heer Westerhof mededeelde, juist
was geweest, zou hij zich wel in dien geest
hebben geuit. Men kan dus wel met zeker
heid aannemen, dat Ged. Staten, evenale ver
leden jaar, het standpunt van de regeering
innemen en dat standpunt moet ook het mij-
ne' zijn. Spr. meent, door dat standpunt te
terdedigen, dat standpunt te verzwakken,
maar als het eenige verdediging1 behocft, dan
zou het deze moeten zijn, wat reeds door den
wethouder van sociale aangelegenheden is
gezegd, dat het vraagstuk volstrekt niet een
plaatselijk, Alkmaar8ch belang is, maar van
veel wijdere strekking, ja zelfs niet alleen van
landelijke strekking. En wanneer in een der-
gelijk vraagstuk de landelijke regeering, van
meening is, dat dit loon in deze stad moet
worden uitgekeerd, en ook zelfs Ged. Staten
dat standpunt deelen, dan geloof ik, dat het
onzerzijds past, zich daarbij neer te leggen.
De heer Westerhof Wanneer de re
geering een loon van 25 cent wil, zegt u dit
dan ook
De Voorzitter: Ten slotte een op-
merking, die de practische politiek raakt en
dat is deze, dat het voorstel van de soc-dem.
voor het College -onaannemelijk is.-
Wat betreft het voorstel van eenige katho
lieke leden, met de feitelijke stiekking van dat
voorstel, kan, geloof ik, het college wel in-
stemmen. Maar ten aanzien van den vorm
kunnen B. en W. -daarmede bezwaarlijk mee-
gaan. Niet om de cijfers van het loon en de
stappen, die B. en W. hebben te doen,maar
om het oogenblikkelijk verband, dat is gelegd
tusschen het loon en de houding, die wij- heb
ben aan te nemen. Er staat in het voorstel,
dat, als d'e regeering niet mee zal gaan met
het voorstel van de R. Kath., wij ons dan na
der zouden hebben te beraden. Ik geloof, dat
wij dat niet moeten doen, maar ons eenvoudig
mbeten bepalen tot het uitspreken van wen-
schen. Als de regeering weigert, dan geloof
ik, dat het daarmee uit moet zijn en wij ons
noode moeten neerleggen bij het standpunt
van de regeering. Dit geldt ook ten aanziem
van de in werking treding. De regeering
heeft ons reeds te kennen gegeven-, dat over-
treding van de voorwaarden de geheele sub-
sidle doet vervallen. Daarom moeten wij niet
reeds nu het hooger loon in werking doen
treden, maar wel aanteekening houaen van
de uitbetalingen, om later, als de regeering
ook een hooger loon wil, die uitbetalingen te
suppleeren.
De heer Westerhof wees er op, dat ook
Mr. Leesberg had betoogd, dat spr.'s rede-
neering in een overgangstijdperk juist was,
maar niet op den duur. Spr. wil er op wij
zen. dat de kortste uitkeering 8 weken duurt.
Voor acht weken staat dus vast, dat zijn re-
deneering juist is. Op den duur krijgt Mr.
Leesberg dan pas- gelijk,' wanneer voortdu
rend de-zelfde menschen werkeloos zijn. Spr.
is met Mr. Leesberg van meening, dat een
lange crisis voor de deur staat, maar die ar
sis behoeft niet altijd te slaan over dezelfde
personen Een burgemeester is wel voor een,
deel rijlcsambtenaar, doch als hoofd der ge
meente ook gemeente-ambtenaar. En spr. kan
zich dan ook niet voorstellen. dat de voor
zitter het regeeringsstandpunt wil verdedi-
gen. Dat hij zich er bij neerlegt, is een twee
de. Maar verdedigen! Spr. interuppeerdfl
daarom „als het 25 cent wordt". En die tijd-'
is dichtbij, want Oude Pebela is geen klein,
onbeteekenend dorp. De voorzitter antwoord-
de maar niet op die interruptie. Dat hij1 na-
t u u r 1 ij k het -regeeringstandpunt verdedigt,
is voor ons, leden van den Raad, een belang
rijk ding, ook al is men het in dit geval niet
met mij eens Ik heb er bezwaar tegen, dat u
n a t u u r 1 ij k het regeeringsstandpunt ver
dedigt. Op grond van onze staatsrechterlijke
verhoudingen is- dat een onjuist standpunt en
uw collega's van andere steden geven vaak
blijk van een ander standpunt. De burgemees
ter van Amsterdam poog,t met zijn college
voortdurend te ontkomen aan de regeerings-
zegen.
De Voorzitter: Het is gelulddg on
juist. wat u zegt.
De heer Westerhof: Dat is niet on
juist. Het Amsterdamsche College protesteert
voortdurend volkomen eenstemmig tegen de
loonen, door de regeering gewild.
DeVoorzitter: U zegt: „Het Col
lege".
De heer WesterhofIk sprak van een
Eenstemmig college. Wij hooren van een Am-
sterdamschen burgemeester nooit, dat hij n a-
tuurlijk het regeeringsbeleid verdedigt.
Waarom zegt u dat, als burgemeester van
onze stad. Dat lijkt mij niet houdbaar voor
een fier man. Stel, dat u het met bet nu ge
wilde eens it, ran u dan, als or strata w