Alkmaarsche Courant REGLEMENTEN Boek- en Handelsdrukkerij Nienwjaarswenschen. v.h. Herms. COSTER ZOON. Yrjjdag 15 December. Gcmcenteraad, Yoor het drukken van en andere Vereenigings- stukken bevelen Jwjj ons beleefd aan. Voordam 6 9, ALKMAAR. Honderd Drie en Twintigste Jaargang. Ne. 290. 1922% Ih het nmnmer *dat Zaterdag den 30 De cember verschijnt, zal wederom gelegea- heid bestaaa tot bet plaatsen van NIEUWJAARSWENSCHES a 50 cent a coatant. DE DIRECTIE. (VerYolg.) Mr. W. C. B o s m a a kwam ter vergade ring. De heer Westerhof besprak nog het adres van den Chr. Be&tuurdersbond, dat goed bedoeld was, maar geen effect kan sortee- iea, evenmin als dat van de R. K. raadsleden. Wanneer deze de woorden „tot zoolang de regeering uitspraak heeft gedaan", weglaten en ongeacht 40 cent willen betalen, dan kun- nien zij wel effect sorteeren. Spr. hooptse straks op een schorsing, opdat de raad en t college zich kunnen beraden en verklaarde nog, dat't zi. wel verdedigbaar was om als gemeente alleen 21.00 uit te betalen. De steun van de regeering is nadeelig voor de gemeentekas. Het eerst worden de recbt- hebbenden te werk gesteld en daardoor werd gister een man te werk gesteld, die pas Za terdag werklooa was geworden. De heer Y. d. Bosch zeide bij het lezen van het door den minister gewilde, onder den indruk te zijn geweest van den toestand, die bij zoo'n laag loon moet volgen. Hij kon be- grijpen dat het college gemeend heeft ver- standtg te doen de voorwaarden te aanvaar- den en te pogen een gunstiger regeling te •krijgen. Spr. en de zijnen hebben getracht te leo- men met een voorstel, dat den arbeiders leans gaf te blijven veidienen wat zij. ontvingen en niet te hoog is. Met het loon van Velzen te aanvaarden en In taakwerk 20 pet. hooger, is het mogelijk, dat de arbeiders hetgeed zij nu ontvingen, blijven ontvangen. Met een wei- gering van den minister wil spr. zich1 bera den om niet liever af te zien van steun van het rijk. Sinds het vorig jaar, torn wij 25 wilden, is de. toestand eenigszins gewijzigd, a! is het met 25 lang geen vetpot. Spr. ver- dedigde nader het voorstel van de R. K. Zij; hadden gedacht ook den toeslag van. de pro- vincie te moeten missen. Nu uit de mededee- ling van den heer Westerhof blijkt, dat die, bij afwijzing van den rijkssteun, niet gemist be- hoeft te worden, had spr. graag gelegenheid voor de raadsleden om zich te beraden. De mededeeling was z. i. zeer belangrijk. Devoorzitter gaf in overweging de vergadering niet te schor&en alvorens d'e meening van bet college geh-oord is. Of het loon, zooals de heer Westerhof mededeelde, te Velsen 38 cent is weet spr. niet. Wiel weet bij dat het geen 40 ct. is. Hi) vemami dat bet 37H ct. was. De beer H. E. Bosmaa sloot zich bij bet gesprokene van dem heer v. d. Bosch a an. 21.00 is zeer noodzakeldjtc en dlit meet wor den -uitbetaald'. Wij! willen naast B. en W. staan om te traohten den minister gunstig te beinvloeden, maar zijn gekomen op 40 ct., d'at in de practijk door de 20 pot. toeslag in taaik- werk voile 21.00 wordt. Tegenover den heer Westerhof verdedigdo spr. het eigen voorstel van de R. K. Met het voorstel van de soo.-dem. was men) teen het gefommleerd werd nog niet bekend. Spr. bracht voorts een woord van tof aan dien minister van arbeid die in sociale gele- legenheid! niet te overtreffen is geweest. De regeling gaat 1 Januari over naar binnen- landsche zaken en1 minister Aalberse kan men de, versleohtering niet aanWrijven. De heer Westerhof Deze circulaire la toch van hem. Mr. B o s m a n betoogde, dat het work loosheidsvraagstuk eert weteld- en geen Alk- rnaarsch vraagstuk was. Door het voor Alk maar beter te regelen Toopt men gevaar de wetkloozen naar hier te trekken. Dit hebben wij1 vroeger ook gezien. Spr. ooikent niet dat er lets varlokk-endfi in het betoog van den' beer Westerhof zat. In •JfrmraS SnuaoSai ap uba uno'js ap st peep rap Het trof spr. dat de heer Westerhof met een nieuw feit in den raad kwam en dat het be- etunr van de Provincie den steun zal geven onafhankelijk van het rijk. Spr. wenschte dienaangaande zekerheid. Het verbaasde hem dat Ged. Staten deze regeling hebben ge- maakt zonder de gemeenten daarmede in ken- nis te stellen- Het gesprokene tusschen den heer Westerhof en den heer Michels geeft geen- voldoende zekerheid. DeVoorzitter had1 direct opdracht gegeven Haarlem op te bellen en uit het ingo- komen antwoord bleek. dat de Provincie aan- vankelijk geen looneisch stelde, doch nu wel en de provincie bepaalde deze voor Alkmaar op 35 cent. De heer Cloeck had1 er behoefte aan, waardeering uit te spreken voor de wijze waarop de heer Westerhof en de anderen de zaak hadden behandeld. Inzake het adres van den Chr. Bestuurders bond durfde spr. wel voorspdlen dat dit niet zal worden toegestaan. In Assen is dit verbo- den. Waarom niet zelf den raad bij een geroe- pen? Spr. wil wel zeggen, dat hij de eerste was die het niet noodig vond den raad hiervoor bijeen te roepen, omdat steeds was gezegd, dat het tot nog toe uitbetaalde loon zou worden uitbetaald, tot het antwoord van1 de regeering kwam. Spr. oordeelde het vanzelf- sprekend de regeling, toen het antwoord in- kwam, te moeten invoeren. Spr. meende dat men de belangrijkheid nog niet genoeg iuziet. Spr. beriep zich op de indexcijfers die sinds 1 Jan. 20 pet. zijn gedaald, al was dat met de huren en de belastingen niet het geval. De zaak is te belangrijk om een vergelijldng te maken tusschen de uitkeering on-het loon) in werkverschaffing. De uitkeeringen gelden 60 en 72 dagen. Het gaat hier om de belangen van het geheele land en de leiding moet dus uitgaan van de landsregeering. Zij; kan het beter beoordeelen. De heer Westerhof: Dat moet u aan Marchant vragen. Dfe heer Cloeck Die is hier niet. ue heer Westerhof: Je moet nog ge- communiceerd worden, dan is het heelemaal gocd. De heer Cloeck ging voort en zeide hoop te hebben, met het oog op den zwaren belas- tingdruk alhier, dat de minister voor Alk maar een hooger loon zal willen en een hoo- gere percentagebijdrage. Indien de uitkee ringen hooger worden, past het voor af te keuren, om een helder inzicht te krijgen in den financieelen toestand van het land. Spr. kon niet aannemen, dat minister Aalberse an- ders zou medewerken. De heer Westerhof Hij werd ge- dwongen door de Cranenburgers. Doe je niet meer aan politiek? De beer C1 o e,c k Ja, maar daarom durf ik zoo vrij uitspreken. Voor spr. is de eteun- regeling van het rijk en Me provincie niet de hoofdzaak. De hoofdzaak is: „hoe 'krijig ik zooveel mo gelijk menschen aan, het werk." Toen in de vorige zitting gesprokem werd over de commissie voor de werkverschaffing, wilde spr. er dadelijk op ingaan. De heer Westerhof: Je wist niet wie er in zat. De heer Cloeck: Ik wist dat nie\ maar toen het schrijven van den minister kwam dacht ik dadelijk, dat is weinig en miiii twee- de gedachte was de commissie. Wij1 handha- venj het liefst de f 21.60. De toestanden die wij doormaken, maken het echter noodig met de regeering mede te werkeni bij1 de bestriji- ding van de werkloosheid. 'Wij, mogen ons in deze zaak geen kinderen van Alkmaar voelen. De heer Westerho f Met een) kwar- tje in het uur zooals Oude-Pekela. )De heer Cloeck Als ik voor mijh eigen1 moest praten zou ik 43 willen. De midden- stand heeft belang bij het beoogde loon. De financieele toestand zal bij! de regeering niet den doorsiag hebben gegeven. Wil mem net voor Alkmaar alleen1 regelen,, dan moet men in het oog houdem die positie van de bevolking van Alkrnaar en een groot aantal arbeiders valit het zwaar die bi.lastin- gen te betalen. Spr. herinmerde aan de speech van den heer Westerhof in de Staten over den nood der tumbouwers. U moet het er meide eens zijn, dat waar wij! hier meer belasting betalen dan in de groote stejden en gezien het belang van Alkmaar bij den toestand der iuin- ders, dat wij1 voorzichtig moeten zijn. iSpr. dacht dat minister Aalberse in de leer was geweest bij de soc.-dem. regeering van Zweden, om daardoor te komen tot een bete- ren toestand. De heer Westerhof: Het stufc in de Schager Courant uit „De Tiijd". (Hilariteit). De heer Cloeck betoogde dat door de lagere looneni in Zweden de indexcijfers nog meer gedaald warenl, zoodat de toestand daardoor voor de arbeiders beter is gewordeh en de werkloosheid ten zeerste in gedaald. De heer W e s t e r h o f vond het verheu- gend dat niemand was tegen een loon van 21.60 en dat dit dus alleen niet gegeven moet worden als het onmogelijk is. Spr. von'd dat de heer v. d. Bosch boven het klassestandpunt stond. (Gelach.) De wethonder van publiake werken $s er echter altijd uit, als het gaat vooir de arbei ders. De aenheidi in wethouderlijke gedachten vond spr. bij Mr. Lees berg den politieken meester van den heer Cloeck. De heer Leesberg; U heeft nog niets gezegd. De heer Westerhof: Ik sprak ook van gedachten. (Gelach.) Spr. twijfelde niet aan het ingekomem be- richt bij den voorzitter. Hij was dankbaar dat de heer Michels de laatste vergadering van Ged. Staten niet had bijgewoond. Wanneer de provincie werkdijk 35 cent voor Alkmaar wil, dan zullen wij het ook buiten de provin cie moeten stellen. Mr. W. C Bosm an Koto. De heer Westerhof: Ja, want dat geldt ook voor het voorstel van de R. K.. Spr. ging verder het gesprokene van den heer v. a. Bosch en den heer H. E. Bosman na en concludeerde dat beiden ook 21,60 willen behouden. Hetgeen Mr. Bosman zeide was een ander geluid. Dat de menschen van buiten hier ko men om de hoogere uitkeeringen, is onmoge lijk. Waar wil Mr. Bosman ze onderdak verschaffen In zijn villa (Gelach). Mr. Bosman Neemt u ze. iDe heer Westerhof Datzelfde praat- je is in den oorlog ook gebruikt, maar daar- van is nietsi waar. De heer Cloeck Jawel. iDe heer Westerhof ontkende dat en was van meening dat een besluit genomen moest wordenl omdat de tijd dat vroeg. Spr. concludeerde dat de heer C1oeck elk antwoord had ontzeilt'op zijn berekeniingen1. De heer Cloeck Omdat het geld bij! mij geen nol speelt. i De heer Westerhof Omdat u geen antwoord kan vinden. Mijn berekiening klopt als een bus. 'Spr. herinmert de heer Oloeck die nu zegt, dat het geld geeni rol speelt voor enkele vergaderingen terug zei: „als wij doen zooals de heer Westerhof wil, dan gaat de ge meente op de fleisch." Spr. oordeelde dat men met het te werk stalleni niet hard opschiet en bleef van meeniing dat de aanvaarding van de steun van het Rijk in verband met de uit keeringen van groot nadeel is voor de ge meente. Spr. wees op de hoogere hureni en andere feiteni die op duurder leveni wijzen en de in dexcijfers van den heer Cloeck zeggen wei nig. In den groothandel is er al een stijging van de voedmgsartikelen. Het geheim1 van de verlaging van d'e index cijfers voor Holland moet gevonden: worden in de daling van de prijzen voor de groen- tera, tenig-evolge van de malaise in deni tuin bouw. Men) heeft betoogt dat er een1 pnikkel moet zijn voor arbeid, maar dan moeten die loonen hooger dan de uitkeeringen zijn. In Zweden is het loon in werkverschaffing lager dan in de vrijie maiikt, maar hooger dan1 die uitkeeringeni. Spr. verdadigde nooit het voile loon dat laat hij1 aan1 de communistenl over. De heer Cloeck vergat hetgeenl Mr. Marchant gezegd kaeft over de democratie van Mr. Aalberae. Deheer H. E. Bosm an 115 jaar geleden democraat. De heer Westerhof: De heer Cloeck vergeet dat de democratic van Aalberse ook eem gevolg was van 1918. Wiji komen overa- gens niet aan zijn sociaal werk. Spr. oordeelde het geeni geheim1 dat de heer Bak hier de rol van de Kranenburgers speelt. Het betoog van den heer Cloeck, dat wij vertrouwen in de regeering moeteni hebben, verwonderde spr. ten zeerste waar zijn partij- geaootem met de zijnen kainpen tegen1 hat ka- potmaken van wat voor de arbeiders is ge- wrocht. De heer Cloeck Met tranea in da oogen. De heer Westerhof Met het kleed van de democratie. De heer Bak: Kijk naar Verkerk. De heer Westerhof W anneer de heer Bak hier over Verkerk durft sprekenl, dan is hiji efin, groote lafaard. Die V o o r z r i t e r Ik kan dat woord niet toelaten. De heer Westerhof opgewondeni: Ik vertrap het, dat een man als Bak, een uit- buitex, De Voorzitter hamerde: Ik kan dat niet toelaten. De heer van Drone n, tot den heer Bak: Jullie hebt met je geld Verkerk zoo ge- maakt. De heer Bak: Ik verzoek den heer Wes terhof vriendelijk, bij mij1 de loonilijsteu it icomen; contxoleeren, dan kan hiji zien, hoe ik uitbuit. De V o o r z i 11 e r De zaak Verkerk is bier niet aan de orde. De hieer Westerhof Dan wil ik tJ vriendelijk verzoekeni, den heer 'Bak duidelijk te maken, dat hiji hier niet het recht heeft, den maam Verkerk te noemen. De heer Bak: Dan heeft U niet het recht, om hier een man als Aalberse af te brekien. De heer Westerhof Dat hefo ik wel. De heer Bak: Absoluut niet. iDe heer Westerhof Na dit zijpad, dat rumoerig was, niet door de Soc.-Demo- crateni, maar door de ordelievende R. K., wil ik het betoog van den heer Cloeck verder be- De heer Cloeck Omdat ik dat niet antwborcten. Waarom verdedigt de heer Cloeck het systeem Aalberse, dat Yoor de arbeiders noodlottig wordt? De heer Cloeck Omdat ik dat niet get- loof. IDe heer Westerhof Wanneer U nog V. D. is, dan moest u zich Schamen, dit te zeggen. U weet, dat Mr. Marchant dit niet zegt. En hiji is dichiter biji de feiten. De heer Cloeck: Ik ben V. D. en schaam me niet. De heer Westerhof,: Ik wil met na- druto verklarenl dat dit loon het grootste ge- brdk beteekenit. DeTeer Cloeck: Ik ben) bang, dat U gel'ijk heeft, maar waardoor komt het? De heer Westerhof: De regeering smijt met millioenlen1 in de bodemtooze put van het militarisme. Hier kan men zeggienl: „We kunneni weinig doen", maar daar is rudmte. En de waarheid is, dat Minister Aalberse onder de zweep van de Kranenbur gers, de reactie heeft inceluid. Het doet mij leed, dat gij, als V. D./daarmede instemt Ik zou veel liever vechten teden den heer Bak en Mr. Leesberg, omdat ik weet, dat ziji altijld re- j actionnairen waren. Gijl verloochenit uw ver- ledeni en noodzaakt mij1, tegen, u te vechten. Als er een groep naast de Soc Dem. moest staan in deze droeve tijden, dan moesten het de V. D. zijn. Ik heb gepoogd, kiaim te blij ven, maar ben gedwongeni, zoo fel te worden door u en de anderen. |De heer Cloeck: Als u maar goed kan viniden, dat wij' trachten een betere regeling te krijgen, dan hoefde u niet zoo op te treden. De heer Westerhof had de vraag wil len1 stellen, of bet er met de tewerksteiling bij' bleef. Het gezegd van den voorzittr, dat er een half jaar werk was voor 91 menschen, maakt die vraag overbodig. D'e heer Cloeck: Ik heb de Commissie voor werkverschaffing bijeenl geroepeni en ge zegd: „Wijs mij aan, waar werk. is te vinden." De heer Westerhof: U zei ongeveer „Ik zal de Commissie bijeen roepen, om te zien, of die een uitweg weet." Dat wil zeg gen: „I'k zie niet meer werk, maar als ziji het kunnen, moeten zij1 het maar probeeren. De heer Cloeck: iNeem, neen, dan doen wij' het samen. De heer Wester h o f Dit is drie we- ken geleden1 en nog is de Commissie niet op geroepen,. De heer Cloeck: Ik weet zeker, dat de oproep bij de C^ristelijfcen is ontvangen; zij moet ook bij uw menschen zijn. IDe heer Westerhof: De heer Cloeck zeide nog, dat hiji persoonlijlk het loon op het niet te vertiedigem bedrag van 43 zou willen, stellen. De heer Cloeck: U moet mijn betoog niet uit zijn verband halen. De heer Westerhof Het oude ver ba al over den belastingbetalenden midden- stand heeft weer opgeld gedaan. Maar onder hen zijn er velen, die veel hebben veraie1 en wie moest er in de Prov. 'Staten weer r- nen; voor den Middenstand1! Dat was ik. Ik heb daar gezegd „Door de tuinders te helpen, helpt gij' ook den middenstand1." En daarmee heb ik willen bewij'zen, dat ik niet door alles heen, door dik en dun voor de ar beiders beni, maar het in-droevige is1 hier, dat als wij hier komen voor de arbeiders, dat wij dan alleen steun fcr'ijgeni van de twee R. K. arbeiders, die daarvoor een fellert strijd moe- tenij' voeren onder de kleuren van de Kerk. Mr. Leesberg lachte. De heer Westerhof IMr. Leesberg, de lachende cavelier, heeft geen argumenten, maar lacht. Hij' lacht, als de arbeiders droef- heidl hebben. Mr. Leesberg Dat ismisselijk. De hleer Westerhof tot den1 heer Cloeck: Het is waar, dat Min. Aalberse ons terugvoert naar de oude toestanden van lage loonen en uitbuiting. Ik heb honger geleden in mijh jeugd onder den druk van uw geest- verwanten, de Liberalen, die het volk hebben laten verkommerenl eni het alleen maar als goed! genoeg bescbouwden, om geld te maken voor de bourgeoisie. paaraan wareni toem die R. K. nog niet schuldig. Ziji had'den toen; nog geen politieke macht. Maar zij' hebben later meegedaan. De Liberals nseten weten, weflke eflleade Wij waa reeds hebben1 uitgestort war da bevolking vsn Na der land. iDe heer Covers: Jij bent de grootste sc hreeuwer De heer Westerhof Zeg er dan wat tegeni! Argumemeer! Als we dit toelaien, dan gaan ae aroeidens naar de cuepsue ellen- de. Ze zijn. ihans uitgeputter dan amders. Spr. was gekomen aan het eind van het betoog van den heer Cloeck en bleef staande houden, dat het voor de gemeente voordeeii- ger is den steun van het Rijk af te wijzen. Wij' mogen terwille van de algemeene lij- nen van lamlendigheid niet terug gaan. Spr. gaf in overweging zich alsrnog te be raden en tot de regeering te zeggen: „Op dien weg volgen wi} jullie niet", bezuinigen waar het best kan, maar hier kan het niet. De wereld wordt verscheurd door onrust en dat in de maand van het feest van den Vredevorst. Men moet dit maar voor zijn ge- weten verantwoorden. De heer H. E. Bosman concludeerde, dat Ged. Staten terug waren gekomen op het besluit zooals de heer Michels de heer Wes terhof had medegedeeld. Dit bewijst dat mien ook daar wel eens moet besluiten tot niet ge wilde besluiten. In de kerk, en dat is de groot ste zegen van de R. K. arbeiders, is de vrede, al is het dan maar een dag in de week. In de fractie heerscht zeer zeker vaak ver- schil van meening, maar in de Kerk zijn de R. K. een. Spr. wil met zijln fractie graag emstig overwegen de mogeliifcheid, om1 uit bet voor stel van de 3 kath. ledenl weg te laten de woordeni: „tot zoolang de M,inister heeft be- in Mr. Leesberg had gelacben, omdat de heer Westerhof had gesproken over den klassestrij'd in de Kerk. Dit is een dwaasheid. De Soc. Dem. lachten voortdurend onder het betoog van den heer Cloeck. 't Lijkt wel, of de heer Westerhof als dictator wil optreden. Spr. wil zich daaraan niet onderwerpen maar wenscht te verklaren, dat het vertoeerd is voorgesteld, wanneer wordt beweerd, dat bij zit te lachen over de nooden van de arbeiders. Het is een zeer gewaagde stalling, dat de steun van het Rijk en de Provincie vexlies voor de gemeente beteekent. En dit is ook onjuist. Op het oogenblita worden eerst te werk gesteld degenen die trekken van de kas sen en dat isNop zichzelf voor die betrokken kassert geen nadeel. De gelden voor die kas sen worden in hoofdzaak bijeen gebracht door de werkliedeni zelf en1 een georgamiseerd work man, belanghebende bij; zoo'n kas, kian er feen bezwaar tegen miafcen, nat eerst de trek- enden van de kassen te werk worden gesteld De heer Westerhof redeneerde, dat er op het oogenblik ongeveer 60 trekkenden te werk zijln gesteld, terwijl ongeveer 60 niet trekken den van het Armbestuur eem uitkeering moe ten ontvangen! van 600 per week. M'aar gaat dat zoo door? Voor een bepaald moment is dit juist, zooals de heer Westerhof zegt. Mnar hoe langer de werkeloosheid duurt, hoe meer uitgetrokkemeni men krijgt en hoe meer dus de steun van het Armbestuur moet stip geni. Op het oogenblik kan het dus het geval zijin, zooalsi dc Westerhof berekentde, maar men moet in de toekomst zien; en mag dan Alkmaar zich de luxe veroorloven en zeggeni: ,,Wdjl hebben Rijk noch Provincie noodig. 'Wij' kunnen op eigen wieken drijven. De Commissie, die beslist over de vierde uit keering van de oorlogswinst, zal dan ook Alkmaar passeereni eni zeggen: „Dat is een gemeente, die het goed gaat." Het is dwaasheid te beweren, dat Alkmaar zich de luxe kan veroorloven, de steun van Rijk en Provincie te kunnen on+beren. Spr. is overtuigd, dat de Prov. niet zal steumem zon der het Rijk. Ook het vorige jaar nameni Rijk en Provincie hetzelfde standpunt in. Wij, kun nen geen van fweeen in de toekomst zien en zien verschillend, als wij' trachten sameni lets te bekij'keni. Maar wanneer wij! sameni vreezen voor groote werkeloosheid, dan zullen wiji het wel eens worden. En we moeten, zeer voor zichtig zijn met het afwijzem van de siteunen- de hand. 'Dit wil niet zeggen, dat hier van deze tafel het door den Minister gewilde loon a tort et a travers moet worden verdedigd. Degene die de zaak landelijk bekijken, vinden de mogelijkbeid echter meer begrensd dan wiJ bier. Spr. oordeelde't verstandig, te trachten een brug tusschen den Raad en het College van B. en W. te vinden, opdat B. en W. in audi- entie gaan bij! den Minister. Wianneer wij' wat kunnen bereikem, dan doen wij: dat met liafde. De heer Cloeck wees er op, dat de alge- meen indexcijfers, die 1 Januari 181 bedroe- gen, gedaald zijn tot 153; de voedaelcijfers van 182 tot 143. Hicrbij is geen rekening genouden met de huren en de belastingen. bpr. moet voihouden, dat in deze zaak het geid niet den doorsiag geeft. De heer Westerhof: Geef het dan, als het geid geen rol speelt. E>e heer Cloeck: Ik heb gezegd, dat wij de algemeene lijnen moeten volgen en ni-et goed doen, de door de regeering aange- geven lijn niet te volgen, omdat ik meen, dat die de algemeene lijn beter kan bekijken dan het een of andere gemeentebestuur. Het is geen leugen, dat zidt in Alkmaar in de goede dagen van. de uitkeeringen meer, menschen vestigden. In 1915 zijn er 4 personen meer vertrokken dan gekomen, maar in 1916 kwa- men er 256 meer dan er vertrokken; in 1918 495 meer en in 1919 295 meer. De heer Westerhof Dat waren de Belgische vluchtelingen. De heer Cloeck: Die waren het niet Dat weet ik nu eens beter. Ik had bet recht, de cijfers te gebruiken en ik vind het niet prettig, dat u ten opzichte van de Commissie van Werkverschaffing mij toesprak, zooals u hebt gedaan. Ook bij uw bond moet de uit- noodiging zijn ingekomeni Zodra de ant woorden binnenkomen, zal de Commissie ver- gaderen. De Voorzitter merkte op, dat de heer Westerhof in tweede termijn terug; is geko men op zijn' in eerste termijn gedane bewe- ring, dat het College met het beleggen van de vergadering niet had mogen wachtcn tot de fractie de vergadering had aangevraagd, De heer Westerhof heeft zich uitgelaten, alsof dit zou te wij-ten zijn aan de heeren Cloeck en Mr. Leesberg, maar daarvan is niets gebleken in den Raad. Zii vormen1 bovendien in het College geen meerderheid. Hoe het nu we! is, vond spr. niet belangrijk genoeg, mede te deelen. Van de tafel van B. en W. is de hou- ding van het College door den betrokken wet- houdier voldoeoide verdedigd. Spr. had aij nerzijds geen bezwaar, de tracnes gpiegem Hud le geven, zich te beraden. in het aige- meen wu spr. dit zeggen en hij, gelooft, dat Ue Kaad hei zai oegrijpen, dat nij in dezen uaLuui'lijk het regeeringssianupunt inueemt en zai verdcUigen. l>ai SLanUpunt wordt met aneen aangegtven door den Minister van Ar beid, spr. ntL-mt aan, dat deze overleg pieeg- 4e mei net geneeie kabmet, maar ook Uoor ued. btaten, wat blijkt uit de teiefonisch ont vangen mededeeling uit Haarlem. Die is wel met otficieel, maar toch wei een aanwijzing van dien aard, dat er rekening mee kan wor den gehouden. Verleden week stelde een in- genieur van de Prov. Waterstaat hier een on- aerzoek m, in hoeverre de hier uitgevoerde werken voideden aan de eischen, door Ged. Staten gesteld. Met hem had spr. een onder- noud en hij deeide mede, wat wij: nu vanmid- dag teiefonisch vemamen. Wanneer het stand punt, dat de heer Westerhof mededeelde, juist was geweest, zou hij zich wel in dien geest hebben geuit. Men kan dus wel met zeker heid aannemen, dat Ged. Staten, evenale ver leden jaar, het standpunt van de regeering innemen en dat standpunt moet ook het mij- ne' zijn. Spr. meent, door dat standpunt te terdedigen, dat standpunt te verzwakken, maar als het eenige verdediging1 behocft, dan zou het deze moeten zijn, wat reeds door den wethouder van sociale aangelegenheden is gezegd, dat het vraagstuk volstrekt niet een plaatselijk, Alkmaar8ch belang is, maar van veel wijdere strekking, ja zelfs niet alleen van landelijke strekking. En wanneer in een der- gelijk vraagstuk de landelijke regeering, van meening is, dat dit loon in deze stad moet worden uitgekeerd, en ook zelfs Ged. Staten dat standpunt deelen, dan geloof ik, dat het onzerzijds past, zich daarbij neer te leggen. De heer Westerhof Wanneer de re geering een loon van 25 cent wil, zegt u dit dan ook De Voorzitter: Ten slotte een op- merking, die de practische politiek raakt en dat is deze, dat het voorstel van de soc-dem. voor het College -onaannemelijk is.- Wat betreft het voorstel van eenige katho lieke leden, met de feitelijke stiekking van dat voorstel, kan, geloof ik, het college wel in- stemmen. Maar ten aanzien van den vorm kunnen B. en W. -daarmede bezwaarlijk mee- gaan. Niet om de cijfers van het loon en de stappen, die B. en W. hebben te doen,maar om het oogenblikkelijk verband, dat is gelegd tusschen het loon en de houding, die wij- heb ben aan te nemen. Er staat in het voorstel, dat, als d'e regeering niet mee zal gaan met het voorstel van de R. Kath., wij ons dan na der zouden hebben te beraden. Ik geloof, dat wij dat niet moeten doen, maar ons eenvoudig mbeten bepalen tot het uitspreken van wen- schen. Als de regeering weigert, dan geloof ik, dat het daarmee uit moet zijn en wij ons noode moeten neerleggen bij het standpunt van de regeering. Dit geldt ook ten aanziem van de in werking treding. De regeering heeft ons reeds te kennen gegeven-, dat over- treding van de voorwaarden de geheele sub- sidle doet vervallen. Daarom moeten wij niet reeds nu het hooger loon in werking doen treden, maar wel aanteekening houaen van de uitbetalingen, om later, als de regeering ook een hooger loon wil, die uitbetalingen te suppleeren. De heer Westerhof wees er op, dat ook Mr. Leesberg had betoogd, dat spr.'s rede- neering in een overgangstijdperk juist was, maar niet op den duur. Spr. wil er op wij zen. dat de kortste uitkeering 8 weken duurt. Voor acht weken staat dus vast, dat zijn re- deneering juist is. Op den duur krijgt Mr. Leesberg dan pas- gelijk,' wanneer voortdu rend de-zelfde menschen werkeloos zijn. Spr. is met Mr. Leesberg van meening, dat een lange crisis voor de deur staat, maar die ar sis behoeft niet altijd te slaan over dezelfde personen Een burgemeester is wel voor een, deel rijlcsambtenaar, doch als hoofd der ge meente ook gemeente-ambtenaar. En spr. kan zich dan ook niet voorstellen. dat de voor zitter het regeeringsstandpunt wil verdedi- gen. Dat hij zich er bij neerlegt, is een twee de. Maar verdedigen! Spr. interuppeerdfl daarom „als het 25 cent wordt". En die tijd-' is dichtbij, want Oude Pebela is geen klein, onbeteekenend dorp. De voorzitter antwoord- de maar niet op die interruptie. Dat hij1 na- t u u r 1 ij k het -regeeringstandpunt verdedigt, is voor ons, leden van den Raad, een belang rijk ding, ook al is men het in dit geval niet met mij eens Ik heb er bezwaar tegen, dat u n a t u u r 1 ij k het regeeringsstandpunt ver dedigt. Op grond van onze staatsrechterlijke verhoudingen is- dat een onjuist standpunt en uw collega's van andere steden geven vaak blijk van een ander standpunt. De burgemees ter van Amsterdam poog,t met zijn college voortdurend te ontkomen aan de regeerings- zegen. De Voorzitter: Het is gelulddg on juist. wat u zegt. De heer Westerhof: Dat is niet on juist. Het Amsterdamsche College protesteert voortdurend volkomen eenstemmig tegen de loonen, door de regeering gewild. DeVoorzitter: U zegt: „Het Col lege". De heer WesterhofIk sprak van een Eenstemmig college. Wij hooren van een Am- sterdamschen burgemeester nooit, dat hij n a- tuurlijk het regeeringsbeleid verdedigt. Waarom zegt u dat, als burgemeester van onze stad. Dat lijkt mij niet houdbaar voor een fier man. Stel, dat u het met bet nu ge wilde eens it, ran u dan, als or strata w

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5