AlkmaarsGhe Gourant Zevengesternte. De verborgen sehat. Honderd Brfe en Twtotlgste Jaargang. Woensdag 20 December. TJfi «me 8taatora*»CM!t0. Fenilletou. H®. 860. HZ*. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKlMAAR brengen tar algemeene ken- ms, dat in bet Gemeenteblad van Alkxnaar zijn opgenomen de besluiten ran den Raad dier gemeente van 14 December 1.1., waarbij: zijn vastgateld: lo. Eerie wijziging van hit tari'ej voar gebruih van het gas, U leverm voor de gemeente-gasfabriek Gem. blad No, 829) Eene wijziging der Verordening, be- vattende hel ta j tarie) en de voorwaarden voor de levering van etectrhschen stroom door hei gemeenielifk electrisch be.dri]} te Alkmmr (Gemblad No. 830), welke wijziglngen, diurende drie inaandein 0- lie tier lazing zijln nedergelegd en aldaar t©- gw betaling van 8 cent per exeanpiaar in at- drttfc veitojgbaar zijin- Altoaar, 20 December 1022. Burgemee«ter en Wethoudera voornoemd: W. C. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. DRANKWET. Wij brengen ter algemeene kennis, dat bi] is College is ingekomen een verzoek van PETRUS BEENTJES, catehouder alhier, om ..TRUS BEENTJES, cateh- verlof tot den verkoop van alcoholhouaende dranken, anderen dan sterken drank, voor ge- bruik ter plaatse, van verkoop in de gelagka- mer van perceel 1.0MBARDSTEEG No. 17 Eon ieder kan binnen twee weken na dag- teekening dezer schriftelijk bezwaren bij onB indienen. Alkmaar, 20 December 1922;. Burgemeester en Wethouders van Alkmaar, W C. WENDELAAR, Voorzitter DONATH, Secretarial. hinderwet. BUROEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat zij bij hun beeluit van heden vergun- ning hebben verleend aan de N. V. ALK- MAARSCHE IJZER- EN METAALGIETE- RIJ, gevestlgd te Alkmaar- tot bet uitbreid-ra van de IJzer- en Metaalgieterij, door plaat- sing van een electro-motor van 15 P.K., in bet perceel VOORMEER, Sectie B, No. 3491. Alkmaar, 18 December 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, W. C. WENDELAAR, Voorzitter, DONATH, Secretaris. Land- en uinbouw en Registraiierechi. Op 31 Mlaart 1922 werd door de heeren Duys, Schaper, Rugge, Hiemstra, Kleereko- p;sjooA8}0Av naa npmqiy apdms t"?A iriji de Tweede Kamer ingediend, dat beoogt, de verkoopingen, gedaan door of vanweg! land en tuinbouwers in de uitoefening van huin foedrijt (veilingen) aan den invloed van art. 65 der Registratiewet 1917 te onttrefc- iken. Elfet bedoelde artikel legt een last van 50 cents van die 100 opbrengst op openbars verkoopingen bij; opbod of afslag, De voorgeschiedenjj van dit voorartel ba- giint 16 Maart 1922 M de behandeling van Hootdstui VII B der Staatsbegrooting voor 1922. In die vergadering van 16 iMlaart 1922, bracht de heer Weitkamip het onderwerp ter sprake. Hiji wees er op, dat dfe minister van Laudbouw iblijkens een verklaring van 23 Nov. 1920 tegen« dit registratierecfit was. Spr bezwaren zijp o.a. dat dit recht ten* laste komt van den verfcooper en dat daaruit een onbil- iijlklheiidl ontstaat, omdat deze niet, zooals het met anderen het geval is, het bedrag van dit recht kan afwentelen op de verbruakers. Bij1 veilingen1 van lanid- en tuinbouwproducten moet de verfcooper afwachtn, wat hijl voor zijn artikelen krijgen zal en' op den prijs fca hij! niet den minsten invloed uitoefenen. 'it Is een zui- ver persooliijke belaating, die het karalkter van imidirecte belasting mist, omdat er geen tno- gelijlkibeidi is out er aan te ontkomen of ze af te wentelen. Betaalde de kooper het bedrag, dan was het wat anders; die zou zijn verkoop- prijS er naar kiunuen regelen. 't Is een belas ting bovendien op de bruto-opbrengst. En alleen zdjl, die recntstreeks verkoopen, ontko men aan; de heffing. maar wordfen zoodoende beloondi voor de scnade die zijl aan het ver- ceniigiingslev>m toebrengen. iDe beer Weitkamp diende een mode In, luidende: „De Kamer, van oordeel dlat veilingen van land- en tuinbouwproducten niet behooren te worden getroffen door het registratierecht, bedoelld In art. 65 der Registratiewet, noo- digt den Minister van Financi&n nit een wif- -1l« HINDERWET. BUROEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR brengen ter algemeene ken nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter inzage is gelega het aan hen zoek met bijlaeen van de SOCI6T6 FRANCO1- EOYPTIENNE te AMSTERDAM, om ver- gunning tot het oprichten van bergplaatsen van benzine en petroleunijOp bot P«'<^1 hoek KANAALDIJK-OUDORPERDIJKJE, Sectie B, No. 5905. Bezwaren tegen deze oprtditing kunrten worden Ingediend ten Raadhuize dezer Ge- meente, mondeling op 3 JanuarL a.s, svoor- middags te elf uur, en achriftelijk v66r of op .dien tijd. Gedurende drie dagen v66r gemeldien dag kunnen de verzoefcer en htj die bezwaren. heeft ingebracht op de Secretarie dezer Gemeente van de terzate ingekomen schdfturen kennis nemen. Alkmaar, 20 December 1922. Burgemeester en Wethoudera voornoemd, W. C. WENDELAAR, Voorzitter. DONATH, Secretaris. QEVONDE'N VOORWERFEN, Te bevrager alleen op werkdagen van 91 our aan; bet Bureau; van Politie. Zichi te ver- vocgeni bij1 deni Wacht-Comnrandant. Een zijden doek, een mcdaillon met twee portrtetten, een zuveren dop van een rozen- fcrans, een broche, halve dollar, een lederem muilbaii'd, eten.' colliicrd!olosi]6, ceni sicrsip^ld, ecu1 go'udeni d.amsring, een parapluie, een heereni- rijlwiel, eenl automimmar 2057;7, eenlige zil- verbons, een notitieboekje, en vulpen, een zil- vereiii ketting, een zakje Inb. sleutel, mutis enz., eeniige rozenfcransen, eeni;ge sleutels, een-ige portemonnaies met en zonder tnhoud, een gouden heeren schakelring. eni Alkmaar, den 19dien December 1922. De Oomtmissaris van Politic, W. TH. VAN ORIETIHUIJS'EN. ziging dier wet in boveostaandlen geort te wi len bevorderen.*' welke motie mede ondierteekend wend door de heeren Engels. Colijin, 'Duys van de Bill en Teenstra, zooaat het bledk, dat hier van partijpolitiefc geen sprake was. IDe voorzitter' ran die Kamer Wilde 06 be handeling van deze motie uitstellen; maar diaartegen ikiwam de heer Duys op; 't voorstel van den Voorzitter om; do mode op een nader te 'bepalen dag te behandelen wexd venvorpen met 36 tegen 29 stamen. Zij bleef dius aan de orde. iHlet betoog van den heer Weitkamp werd! allereerst onldersteimd door den heer Dresselhuys, die in herinnering bracht, dat zijin voorganjger hi de functie van Voorzit ter van den Tuinbouwraad, wij'lcn Mir. van Doom, al in 1917 biji de behandeling der Re gistratiewet op de onbillijkihieid; van deze be- fasting voor de leden van veilingen gewezen haxLHIijl wees er verder op, datbijna alle tuinbouwproducten aan deze hefffing onder- worpen zijn en dat 7/8 van alle groenten over ,dfe veilingen' gaat. In 19'18; is voor 110 mii- 1 lioen over de veilingen. naar het buitenland gegaan1. E'r zijln dan; ook telkens adressen om vrijlstelling en wetswijlziging aan de Kegee- ring verzonden en o.a. in 1920 6en van 40.000 tenders. De veiling is een deel van het be- dirijif geworden en het registratieredht is een bedlrsjfsbelasiing geworden, die geen rekening hourit met de uitkomsten van het bedrijf, z6o zecr, dat er kleine tenders zijln, die meer aan regnstratierechten betalen dan aan inkom- sten belasting. En de Minister heeft op al die klachteit maar ddn anfcwoord: ,,fiki hob het geld noodlig," alsof dit de onbillijkiheid1 motiveert. Nladat nog de heer Fleskens ten gunste van de ontheffii-g had gesprokem was de heer Duys aan het woord. IHSJ gar een ovefzicht van de wording van. de mu bestreden bepaling, waarbij! vooral uitkwam, dat die heffing niet Is ingesteld om aan geld voor de sdiatkist te fcomen, Aanvankelijk was alleen voorgesteld een heffing van 2 pet. der opbrengst van ver koopingen bij! opbod em toen men begreep, dat het genrakkeKjk was deze heffing te ontduikeu, vv-d1 er bepaald! dat en half pet. zou worden geiheven van zoowel1 veitoopingen toij' alslag als bdii opbod. En daardoor zouden missduen rie veilingen nitet onderworpen1 zijfe gewee&t, als niet tegelijlkertijd van het woord openbaar (in opeuibare verkoopingen) een beteekenis was gegeven, die niet' te verdedigen is; want daardoor kwamen de veilingen er onder t2 vaiiien en zelfa de vebkoopinig van boeken eu i tijidschriften onder de leden van' een leesge- I zelschap. De veilingen zijn niet openbaar in dien zin, dat ieder er koopen kan. Het toenxnalige lid der Kamer, 0e heer Teenstra, heeft toen eeni motie voorgesteld, waardoor verkoopingen van, door of van wege landibouwcrs en visschers in de uitoefening van hun bedrijif of door of van wege eigena- ren van bosschen voor de erptoftafie van fifun eigendlooi niet onder het art. Reg.-wet zou dn vallen, maar toen1 Minister van Gijh zich daartegen verzette, trok de heer Teenstra zijn motie in. De spr. (iDuys) wees nog eens op de onbillijikheid van de heffing en vooral ook daarop, dat de heffing van een premie is op desorganisatie, want zij, die zichi niet bij een orgamsatie en een veiling aansluiten, gaan vriji uit; e toch, organisaitie is altijd wensche- lijk, maar de organisatie op land- en tuin- bouwgebied' heeft haar nut en onmisbaarheid bewezen in de crlsisjaren. Juist door de hulp der organisatie® heeft men zooveel goede re- rellngen kunnen maken. Da heer Duys be- .ooft, als de Minister geen voorstel doet om de tenders van. de heffing te cntslaan, zelf van initiatiet gebruik te zullen maken. Er voligden nog eenige sprekers, ook de Minister antwoondde n.l. dat hiji nu de hef fing niet wilde afsohaffen, maar een voorstel daartoe zou dioen, zoodra de toeetand van de schatkist, dat toeliet. De heer Weitkamp wij- zigde zijh miotie, maar de heer Duys diende er eemi in, die met de ooretpronkelijke van den heer Weitkamp overeenkwam, (zie boven.) De motieJDuys c.s. werd op 21 Maart in stemming gebracht; zijl werd aangenomen met 46 tegen 36 stemmea. Toen de zekerheid er was, dat van1 de Re- geering geen voorstel: in dien geest was te wachten, dieinden de in den aanhef van artikeli genoemde heeren een wetsvoorstel la op 31 Mlaart. De Memorie van ToelicVlug op dit voorstel kon ioont zijln na hetgeer a* een paar weken' te voren over gesproken was. D e voorstel Hers gaven toe, dat de visschers vrijiwel in't zelfoe geval verkeeren als de tuinders, maar zijl lieten de visschers er bui- teni, omdat van hen in de motie geen sprake was; evenwel waren zijl bereid mee te werken tot ontreriing ook ten opziehte van de vlsch- veilingen. Het ta niet ooze gewoonte In deze «erle van artikelen in beoordeeling van de dladen van Regeering of Volksvertegenwoordiging te treden, maar de opmerking moet ons van het hart, dat het jammer is, dat het initiatief voorstel uitging van alleen sociaakiemocra- ten, terwijll en ult de motie van den heer Weitkamp fern ult de bespreking ddr zaafc, fen uit de stemming over de motie-Duys bleek, dat leden van zeer verschillendie partijlen de zaak steunden. iDoor de eenziijdige onderteekening van het voorstel, kreeg de indlening er van 'n politiek tintje en dat Is te betreuren. 't Mag een voordleel zijln voor de partiji der voorstel- lera, maar het is niet in 'i belang van dege- neni, die door aamneming geholpen moeten worden. Onder dagtleekenimg van. 23 November is het Voorloopig verslag over dit wetsontwerp verschenen. Vele Ifedeni bleken sympathrek tegenover dit voorstel te staan. In hoofdzaalk werden de vroeger reedis genoemde argumenten aange- voerdalleen werd1 er nog op gewezen, dat de aangieslotenen bij1 een veiling eerst al hun contributie betalen en dan nog het registratie- recht, terwijll de niet aangeslotenen beide het- fingen onttoopen. Maar er werdlen ook andere stemmen ver- nomen. Allereerst werd er op gewezen, dat tusschen de deelnemin© der motie en de in- diening van het wetsvoorstel en het afdeelings- onderzoek de iKamerverkiezing ligt en dat de nieuwe Kamer niet gebondh is aan uitspra- 3ce van haar voorgangster. Ook moet men, niet bij initiatief voorstel belastingen trachten op te hefifen; want dat kan er toe leiden, dat an deren hezelfdle probeeren ten opziehte van an dere belastigen om daardoor zekeren kiezers- troepen in1 Jt 'gevlei te komen. Want zij be- schouiwen dit voorstel als een manoeuvre om kort voor de verkiezuoigen aan een talrijke klasse aangenaam te zijn. Waaroin nemen de voorstellers ook de visschers niet onder hum beschenning; die hebben ook a! meer dan eens cmi ontheffing gevraagd. Bovendien, wie belastingen wil afschaffen, moet, vooral nu, beginnen met een andere bron aan te wi zen, waaruit het verlies wordt vergoed en do ze heffing bracht ongeveer 5 ton op. Dat er geen rekening wordt gehouden met de uit komsten van het bedrijf gebeurt meer, o.a. Roman door MaegteesSlzt BohiM. Naar het Daatseii eta? ML W. Minister tegen het voorstel was en dat het dus, al werd het aangenomen, toe® uiet ia het Staatsbladl zou fcoinen. E'en dlerde groep bewandelde den midden weg. Ziji vroegen, of men niet een1 tijdelijke ontheffing kon toestaan, totdait de land- en tuinbauwers het wat be ter hadidien. Ooto kon men die belasting van die netto in plaate van de bruto-opbrengst hfeffen1; of men kon de vei lingskosten van het totaal der registratie- rechten aftrekken; of de heffing-ten laste van dien kooper kunnen leggen. Dfe Memorie van Antwoord op dit Voor loopig verslag kon natuurlijk kort zijin want er was al zooveel over de zaak gepraat, dat er dets oteuws meer over te ueggen was: ta hoofd'zaak kiwamen de voorstellers op fegen de beschulidiging van' partijpolitiek, (Nadruk verboden.) Dat er in on® huis een schat verborgen moest zijn, wist ik van af mijm prilste jeugd en ik had meer dan eens lust gevoeld er naar ue zoeken, niet bepaald uit 'n absoluut geloof of uit hartstocht, maar uit een- soort van vex- rnaak. Er zijn, echter tele dingen, die hun tijdi be- hoeven oxn aangenaam van amaak te worden, b.r. als een zeker soort van appclen, die eerat goed worden na eenige lange wintermaanden. Op zekeren avond zaten we alien bij; het vuur, ook was er een oude neef in 't gezel- schap, die aedert jaren niijn vader niet had opgezocht. De neef en mijn vader spraken veel over den ouden gxootvader en ik hoorde aandachtigi toe. Door (fit langer-unogen op- blijveni, voelde ik wel hoe in de zoetbedwelr mende, opkomende kinderslaap mijn oogleden zwaardex werdeni, maar jui&t in dien toe- stand wordt alles, wat er verteld wordt, groat, heel groot, alles is van een wondurba- ren vorm als in een goudien visioen. In die stemming volgdc ik vader, toen hijl -ten slotte ook nog eens a© gesthiedenis vertelde van den verborgen achat, eni werd ik als nieuw ge- boeid, als van een nog nimmer ontdekte be- toovering. „Ja zeker," ziei mijn vader, toen_ hiji over zijne moeder sprak, „in de laatste jaren van haar lev en was de arme vrouw bijna haar heele geheugen kwijt. Zij leed daar zeer on der. Het gebeured menigmaal, dat wij' haar in tranen vonden, omdat zijl niet meer wist wat ze even tevoren van plan was geweest. Wat haar echter de grootste ikwelling bezorgde, was de geschiedenis van den verborgen schat I" „Je herinnert je," zel vader. ziich tot zijn neef richtead, „welk een dgenaardig kaxakter nfijin vader bezat; hij1 was verbazend heersch- zuchtig en in alles wat er In huis gfebeurde, moest hij gekend worden. Niet alleen mo eaten alle aieutela onder hem beru»ten, maar hij ging na wat er dfen dag over gebruikt wa» en controleerde alles. Je kunt je indienken hoe moei'lijk ons aller levien; gemaakt werd; toch bleef on®, kinderen, niet andere over dan one te voegeni, maar moeder kon 't elecht, Zij kwam uit een geheel andere omgeving en eerst na veel strijd ten slotte ter wiTle van den huiselijfcenl \Tede, leferde ook zij< zich aan- passen. Echter niet zonder zichzelf een klei ne troost te bezorgen: een kleine schadever- goeding voor haar gekrenkte eigeniliefde Meenide hi} dan neusch zoo'n kraan te zijn, dat hijl de heele huishouding dacht te kunnen overzienl? En dat geen penningske de deur in en het huis uit zou fcomen, zonder dat hij Ziji stelde't zich' toen als een soort van p'licht om zooveel of zoo weinig, al naarmate zijh waakzaamheid het toeliet, jaarlijks aan >enningen terzijde te leggen. En ziji gniffelde van inwendige pret om met dc illusie, die va der zich met al zijn sleutels en al zijn regis ters maakte, den spot te drijven. Maar geen stuk van deze met zoo groot sipitsvoudighek leroverde spaarpeniningen mocht uitgegeven worden 1 Voor't al'lernoodzakelijlkste zorgde vader onder veel gahrom en ergernia en wie kan zeggen, of de goede vrouw niet de gedachte had om eens onder een opklinkenden lach hem een handvol goudstukkeni voor de voeten te goo i en ^Vooruit, joggie, gauw naar bed, je kunt je oogen niet meer open houden!" onderbrak mama, die tegenover miji zat, plotseldng't gfe- sprek. Ik voer overeind, hevig protesteerend, af neef viel me bij en papa ging verder, terwijl ik stiekum weer ging zitten. „A'lles, wat ik zooeven vertelde, vermoed- de niemand van ons, eerst later, na den dood van vader, vertelde't ons de arme mioeder." „Elk jaar," zei ze, liet ik mijn koparen unten tegen' een heel klein goudstukje in- isseleni; de eene penning na de andere had ik bij1 elkaar gelegd1, allerlei Italiaansche munten, ook waren e® Fransche louia d'or bij „;Hoe waren.'? „Ach ja," antwoordde ze sc^tredend, „ze wiareni er, en zijh' er nu niet meer, omdat ik me niet kan herinneren, waax ik ze varstopt heb." 84) „Ja met die rnillionairsheeriijfcheid is het uit, Ulla", zei Inge's avonds toen zij alleen waren. „Lo is nu ook niets meer dan een eenvoudig jongmensch zonder stralenkrainB. Ben je daar al ingekomen?" Ulla Mote. „Lo schrijft „twintlg duizend mark op een geschifct oogenblik heeft hiji lie; ver dam een half mallioen over diertig jaar. Hij zal wel weten wat hij wil." Wat was die Ulla veranderdi! Hoe netjes gekapt zat het zwarte haar om haar fijnbe- sneden voarhooM, en hoe fceurig en accuraat was haar toilet bij vroeger vergelfeken I Inge knikte met een gelukkige uitdruikking op haar gezicht. De liefde miaaikt iemand goed. Dat wist zij. Een menschenhart dlat lief heeft is als een pas schootogemaaktie voor- jaarskamer met open vensters, bloesem en groen. Stof en vuilt zijh ter dege verwijderd. Alles was evenals vroeger. De gefaeimzin- nige rendez-vous, kussen en< handjes geven in het donker of in een hoekje en achter een hek en toch was het anders. Inge had niet kuinnen zeggen wat. Zij1 had niet over Koen- raad te fclagen roaar in haar zelve was lets merkwaardig onrustig®. Het al' to gehehn- zinnige begon haar ee hlndiereei. Has kalim was Ulla in haar liefde en vertrouwen op Lodewijk. Zij zelf kon haar onrustig wen- schen en hopen niet zoo in zich zelve opste- ten. „Ik begin zenuwen te krijgen. De hem«l mag 'het weten, werkelijk zenuwen daicht Inge. Was dat de schuld van dat sombere, lauwe weer der laatste weken Misschien wel. Wat was dat een zonderling voorjaar! Een temperatuur als in Juli en dan geen zon er zij. In bet begin van) Mei Woeiden de kas- .tanjes. Het bloeien der vruchtboomen was' voorbijgegaan, zonder dmt men^ van de schoonheid genieten kon, want in die weken regende het onophoudelijk. „Mijn man gelooft dat het geen- goed jaar wezen zal", zei mevrouw Neumann. Inge had de naaiweek en zat met haar leermeesteres in de woonkamer te verstellen. Van alle huise- lij'ke bezighedeo vond zij dit het onaange- naamsie. „De boomen bloeaden zoo mooi, maar zij hebben faaast geen vruchten gezet. Die paar appels en peren zal niet zoo veel helpen. Bij ons in Moritzheide telt helaas al les mee. Het is een ongeluk. De couranten schrijven altijd spottend over de noodlijdende agrarigrs. Als of er die in't gehed niet wa ren t Ik zeg je, een bezwaard landgoed te bezitten en zonder bedrijfskapitaal te moeten werken is een ramp. Als onze jonge mijn- heer niet gauw met een heel rijke vrouw trouwt dan ben ik bang dat Moritzheide niet te behoudfen zal zijn." Inge keek veibaiasd op. „0 ja?^ zei ze uitdagend. De jonge mijnheer gaat weldra voor eeni ge nrnsnden amr Schwiebenhage, waar ten stof en noot- en Bonder tets anders to vtaden dan spinwebben en muizenesten, vele aastanjedoppen. „En toch, eindigde papa, „moet de schat ergens liggen. Misschien ligt ziji juist op een giemak'kelijk te ontdeicken piekje, waar men lem't minst vermoedt Nu moesten we toch naar bed en we gin- gen. Omdat de neef overgekomen was, had ik hem mijn slaapkamertje moeten afstaan en sliep nu in een klein bokje, grenzend aan den beroemden zoldex. De doukere, breede deur van den zolder stond meestal met esn Icier open, om poe® gelegenheid te geven in- an uit te wippen. Ik gluurde even door de opening, waaruit een grille todht me tege- moet kwam en als een stem me toe te fluiste- r.en scheen: die eohat is hier en ligt voor 't grijpenlMaar ik was al te slaperig en was ook e«n kllein beetje bang, ik kroop snel onder m'n dekens eni sliep in. Kwam het van het ongewone bed of waa het wat anders, maar kort daarna lag ik met wijdopen gespalkte oogen wakker en kon den slaap niet meer vatten. De ma,an scheeni heir der door het gordijn-loze venstertje schuin op het onderste deal van mijn bed1, zoodat ik mijn knieen omhoog trok om niet al te zeer van de hinderlijke verlichting te lijden. Een rnuisje hoorde ik knagen boveni de zoldering van t vertrekje en plotselling stond het ver- haal van den verborgen schat weer duidelijik voor mijn herinnering- ,,Die muisjes," overdacht ik, „die muisjea wetenl toch voorzeker wel waar grootmoeder de spaarpenningen heeft weggestopt." En ik begon met alle mogelijke geheimen plaatsen, geschikt voor het verstoppen, voor den geest te roepen, want als het „0nze Va der" had ik den zolder event precies in mijn bol: maar ik was niet in staat om het onder- zoek, dat ik in gedachten opbouwde, ordente- fijfc en methodisch te vo'lorengen en den brandmuur steen bi} steen te betasten, noch elke plank en balk. Van het eene eind van de ruimte sprong Ik op het andere, misschien ligt ze hier onder dien steen, die bij1 't aan- pakkeni eenigszins beweegtneen!_ Mis schien onder de pan, dit wat scheef ligt misschien Boveni op zolder had zij ze verborgen, dat wist ze wel. Maar waar? In een gat van den muur? Onder een plank van de vloer? Ach ter een diwaxsbalk? Drommels! Eenl zol der als de onze is er een, waar je tureluura ,.iji gingent natuurlijfc op staken onze vingers in alle miogelijke gaten, tastten over de murenl ed langs het gebinte, nacht en' koud, ik zou, geloof ik, uit bed gesprongen zijn, niet naakt, maar met een hetodje aan en al* Archimedes uitgeroepen hebben: „ik heb't gevonden, ik heb t gevon- den!" 't Zou me toch wat moois zijinAch, ik ezel! Denk eens aanEn ik stelde me de scene voor, die erop gevolgd zou zijn. Papa, mama, de neef, de broers eni zusjes, de htele heilige familie, door mijn geroep bijeen go- rend, komt op den zolder. „H'ier mioet ze liggen! En ik duid de pick aan. Papa neemt een laddertje, kl'imt er op en grijpt met de hand d'aar, waar ik hem aanduid eni haallt een oud. smoezelig linnen zafcje te voorschijn. Werkelijk, daar is't!Allen buigenl zich over den schat en niemand denkt ook maar even er aan, dat, als de schat gevonden is, dit mijn verdienste allfeen is. Allen gaan naar de keukeni. „Weg met je handenr zegt pa pa en wijfet het mes af, dat ik alreeds ge- opend toereik. Principe is n.l. om touwtjes nooit door te sixijden, maar los te knoopen;!... Dan eindelijk wordt bet zafcje over de tafel geleegdHemel, wat een hoop! En ik? Opgewonden sta ik bijl de anderen eni zie toe, hoe papa de Italiaansche munt- stukjes weer in -het zafcje la at giijden en daarna het zafcje in zijn broekzak opbergt. En heel even, zoo zijdelings, ontvang ik een woordje van dank ,,Een aardig jog," zegt de neef. (Vader geeft me een beminnelijfc b'fcje op denl schouder, mama streelt me eveni de wang. En dan is alles uit. Een mooie bels ng! De gedachte aan zoo'n onbillijke bejege. ning maakte mij niet weinig' kriebelig. En mijn kwaadheid bracht mij tot't besluit, om direct nfijn geluk te probeerefl'. Neem, de spaarpenningen van grootmoeder wilde ik niet stolen, maar den roemi der ontdekfcing mij ocrfc niet laten ontrooven. Morgen, bij' het eten, zou1 ik de schitterende hoop in een scho- tel middemop de tafel leggen1, zoodat ik ver- zekerd1 kon zijn van de eer, die mij1 toekwam. Ilk trok mijh broek a-an eni opende v-oorzich- tlg de deur.Een beangstigende stilte vulde het trappenihuiis, zoo'dat ik me opeens heel klein voelde worden. Maar tenl slotte vatte flr xnoed en nader de den toegang tot denl zolder. De kier was niet zoo groot dat ik er ge- makkefijk door kon, ik moest de deur dus wat verder openen, die piepend en krakend moei- zaam terzijde week. Meer dood dan levend bleef ik even staan, zonder (ten pas v66r- of achterwaarts te wagen. Toen, nad-at het bon- zen van mijn hart wat bedaard was, klom ik het trapje op en was op den zolder. Goddank eindelijk kon ik weer rustig ademen, zonder bevreesd te zijn dat men mij hooten zou Direct zette ik mij aan het on- oomi van hem woont, die heer von Marie. Dat is eeni rijke man en hij' heeft maar een doch- „Zoo?" Mevrouw Neumann deed of zij het toornige protest in Inge's stem niet hoorde. „Ja, het zou een geluk wezen voor onzen jon- gen mijnheer en voor zijn moeder als b -ni- kwam zooals ik denk. Op zich zelf ge en i is er niets moois in een nuwelijk om geld, maar een rijk meisje ikan er ook aardig uit- aaen en beminnelijk zijn." Inge sprong van haar stoel en I'iet haar naaiwerk liggen. „Ik kan dat naaien niet meer uithouden, mevrouw. Toe, i'aat mii1 lie- ver in dfe keuken helpen om het souper klaar te maken. Het is toch bijna zeven uur." Me vrouw Neumann 'knikte. Zij had medelijden met Inge. Zij: had ook oogen in het hoofd1. Hoe vaak van den winter was zij er al tus schen wilien komen maar haar man had er niet van wilien hooren. „Laat de d'ingen toch hun gang gaan. Juffrouw Zevengestenni- te was immers een nichtje van den xijfcen mijnheer Zevengesternte. Dat kwam best bij elkaar. En nu die verandering. In dien ifcusschentijid zette Inge In de keuken midden in de Italiaansche sla voor het kas- teel bestemd een groen takje. Dat beteekerfde een boodsdhap aan Koenraad': „Ik moet je vandaag nog spreken." De hemel verstond reden en schonk na een wartnen regendag een heerlij'ken voorjaarsavond, dien men ini het park dooitracht. Er was weldra gelegenheid eventjes samen te zijn. „Ga je naar Schwie- benhagm vroeg Inge met benauwde adem- haling. „J« ^Leveling, ik gn. em masnd o4 wat naar mijn oom om landbouiwhuishoud- kumde te leeren. Het is wat moeilijk om alles te leeren' van zijn eigen ondergeschikten. Dat maakt zulk een dommen indruk." „Hm! je oom heeft een doohter..." Ja, mijn niohifcje Tilde. Een aardige meid. Wat mankeert je Inge?" Inge was bleek geworden en zij hijgde zoo dat ze (niet dadelijk antwoord- kon geven. „Ik wou je wat vragen. Koenraad. Zeg is het waar, moet je met een rijke vrouw itrouwen?" Koenraad aarzelde een rninuut. Hij1 had lang tegen dit oogenblik o-pgezien. iHij had het gaarne wilien vermijden. „Inge, het is verschrikkelijk. Wij zijn de beide koningskin-deren die niet hij elfcaar kon- den komenhet waiter -was veel te diep. Het vreeselijkste daarbij is de gedachte, hoe ge- makkelijk bezwaren weg te ruimen waren, als wij er maar wat materiaal voor badden. Een paar slordige honderd duizend zou het diepe water -kunnen dempen zoodat wij er droogvoets over heen 'kwamen-. Maar wij hebben die beiden niet. Een leven van voort- durend zorgen, dat zop .jammer wezen voor ons allebei, Inge. Tegen geldgebrek is o-p den duur ook die gezondste liefde niet be- stand. Moderne menschen als wij zijn moeten altijd zorgen dat onze daden op verstandige fondamenten gebouwd zijn. Wie met gevoel alleen rekening houdt, komt oip moerasland1. Geloof mij Beveling.... Wat kan- men er aan d'oen Inge? Geloof mij,...." „Ja. ik weet, het is meer om mij. dan om je zelfs wil en het doet je vreeselijk veel ver- driet, en het heeft je eon nwaren strijd g®- kost." „Ja, geloof :je dat misschien niet?" „Zeg fiever geen woord -meer. Ik heb al zuTke dingen- wel in romans -gelezen, dat te hooren herhalen maafct mij) zenuwachtig. Het is alles best. Ik vind het heel verstan-dig en duidelijk. Ik wou alleen een ding weten. Toen ik ui-t Oberboden terug kwam was je het al met je zelf eens dat er niets van een nuwelijk tusschen ons komen kon, niet waar Ja Inge. Zijn stem klonk angstig. Haar gloeiend gezicht had iets van dat van een booze kat, de heldere oogen waren plotseli-ng bijna zwart. „Zoo je wist al dat je niet met mij trouwen Icon. Maar om te kussen was ik altijd nog goed' genoeg. Verduiveld..." en links en rechts suisde den jongen man een' fcletsenden oorvijg in't gezicht. ,,Dat is de kwitantie. Vaarwel mijnheer von Moritzheide." Inge, ben je een duivelin? Luister toch Inge, een rninuut nog." Zij was al ver weg, de heer von Moritzheide trok de schouders op en veegde met zijn zakdoek over zijn gloeiend gezicht. Die rakkert heeft een, ver- duivelde sterke hand-. Ach hemel, hij voelde zich (zoo gedrukt. Op de heele wereld was er geen fiever, bevalliger, wilder en aardiger kind dan Inge Zevengesternte. Maar het kon nu eenmaal niet, en een wijs man neemt de digeni op zooals ziji zijn en maafct zich het le- ve niet moeilijk door melancholieke overpein- zingen over iets, wat had kunnen zijn. (Word! ws-velgS.) 2o. ons VVCI UJ UWi UUdAZ IllgV i OUV1VU WMWJ J u

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1922 | | pagina 5