AlkmaarsGhe Gourant
Zevengesternte.
De verborgen sehat.
Honderd Brfe en Twtotlgste Jaargang.
Woensdag 20 December.
TJfi «me 8taatora*»CM!t0.
Fenilletou.
H®. 860. HZ*.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKlMAAR brengen tar algemeene ken-
ms, dat in bet Gemeenteblad van Alkxnaar
zijn opgenomen de besluiten ran den Raad
dier gemeente van 14 December 1.1., waarbij:
zijn vastgateld:
lo. Eerie wijziging van hit tari'ej voar
gebruih van het gas, U leverm voor
de gemeente-gasfabriek Gem. blad
No, 829)
Eene wijziging der Verordening, be-
vattende hel ta
j tarie) en de voorwaarden
voor de levering van etectrhschen
stroom door hei gemeenielifk electrisch
be.dri]} te Alkmmr (Gemblad No.
830),
welke wijziglngen,
diurende drie inaandein 0-
lie tier lazing zijln nedergelegd en aldaar t©-
gw betaling van 8 cent per exeanpiaar in at-
drttfc veitojgbaar zijin-
Altoaar, 20 December 1022.
Burgemee«ter en Wethoudera voornoemd:
W. C. WENDELAAR, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
DRANKWET.
Wij brengen ter algemeene kennis, dat bi]
is College is ingekomen een verzoek van
PETRUS BEENTJES, catehouder alhier, om
..TRUS BEENTJES, cateh-
verlof tot den verkoop van alcoholhouaende
dranken, anderen dan sterken drank, voor ge-
bruik ter plaatse, van verkoop in de gelagka-
mer van perceel 1.0MBARDSTEEG No. 17
Eon ieder kan binnen twee weken na dag-
teekening dezer schriftelijk bezwaren bij onB
indienen.
Alkmaar, 20 December 1922;.
Burgemeester en Wethouders van Alkmaar,
W C. WENDELAAR, Voorzitter
DONATH, Secretarial.
hinderwet.
BUROEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis, dat zij bij hun beeluit van heden vergun-
ning hebben verleend aan de N. V. ALK-
MAARSCHE IJZER- EN METAALGIETE-
RIJ, gevestlgd te Alkmaar- tot bet uitbreid-ra
van de IJzer- en Metaalgieterij, door plaat-
sing van een electro-motor van 15 P.K., in bet
perceel VOORMEER, Sectie B, No. 3491.
Alkmaar, 18 December 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
W. C. WENDELAAR, Voorzitter,
DONATH, Secretaris.
Land- en uinbouw en Registraiierechi.
Op 31 Mlaart 1922 werd door de heeren
Duys, Schaper, Rugge, Hiemstra, Kleereko-
p;sjooA8}0Av naa npmqiy apdms t"?A
iriji de Tweede Kamer ingediend, dat beoogt,
de verkoopingen, gedaan door of vanweg!
land en tuinbouwers in de uitoefening van
huin foedrijt (veilingen) aan den invloed van
art. 65 der Registratiewet 1917 te onttrefc-
iken. Elfet bedoelde artikel legt een last van
50 cents van die 100 opbrengst op openbars
verkoopingen bij; opbod of afslag,
De voorgeschiedenjj van dit voorartel ba-
giint 16 Maart 1922 M de behandeling van
Hootdstui VII B der Staatsbegrooting voor
1922.
In die vergadering van 16 iMlaart 1922,
bracht de heer Weitkamip het onderwerp ter
sprake. Hiji wees er op, dat dfe minister van
Laudbouw iblijkens een verklaring van 23
Nov. 1920 tegen« dit registratierecfit was. Spr
bezwaren zijp o.a. dat dit recht ten* laste komt
van den verfcooper en dat daaruit een onbil-
iijlklheiidl ontstaat, omdat deze niet, zooals het
met anderen het geval is, het bedrag van dit
recht kan afwentelen op de verbruakers. Bij1
veilingen1 van lanid- en tuinbouwproducten
moet de verfcooper afwachtn, wat hijl voor zijn
artikelen krijgen zal en' op den prijs fca hij! niet
den minsten invloed uitoefenen. 'it Is een zui-
ver persooliijke belaating, die het karalkter van
imidirecte belasting mist, omdat er geen tno-
gelijlkibeidi is out er aan te ontkomen of ze af
te wentelen. Betaalde de kooper het bedrag,
dan was het wat anders; die zou zijn verkoop-
prijS er naar kiunuen regelen. 't Is een belas
ting bovendien op de bruto-opbrengst. En
alleen zdjl, die recntstreeks verkoopen, ontko
men aan; de heffing. maar wordfen zoodoende
beloondi voor de scnade die zijl aan het ver-
ceniigiingslev>m toebrengen. iDe beer Weitkamp
diende een mode In, luidende:
„De Kamer, van oordeel dlat veilingen van
land- en tuinbouwproducten niet behooren
te worden getroffen door het registratierecht,
bedoelld In art. 65 der Registratiewet, noo-
digt den Minister van Financi&n nit een wif-
-1l«
HINDERWET.
BUROEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR brengen ter algemeene ken
nis, dat heden op de Gemeente-Secretarie ter
inzage is gelega het aan hen
zoek met bijlaeen van de SOCI6T6 FRANCO1-
EOYPTIENNE te AMSTERDAM, om ver-
gunning tot het oprichten van bergplaatsen
van benzine en petroleunijOp bot P«'<^1
hoek KANAALDIJK-OUDORPERDIJKJE,
Sectie B, No. 5905.
Bezwaren tegen deze oprtditing kunrten
worden Ingediend ten Raadhuize dezer Ge-
meente, mondeling op 3 JanuarL a.s, svoor-
middags te elf uur, en achriftelijk v66r of op
.dien tijd.
Gedurende drie dagen v66r gemeldien dag
kunnen de verzoefcer en htj die bezwaren. heeft
ingebracht op de Secretarie dezer Gemeente
van de terzate ingekomen schdfturen kennis
nemen.
Alkmaar, 20 December 1922.
Burgemeester en Wethoudera voornoemd,
W. C. WENDELAAR, Voorzitter.
DONATH, Secretaris.
QEVONDE'N VOORWERFEN,
Te bevrager alleen op werkdagen van 91
our aan; bet Bureau; van Politie. Zichi te ver-
vocgeni bij1 deni Wacht-Comnrandant.
Een zijden doek, een mcdaillon met twee
portrtetten, een zuveren dop van een rozen-
fcrans, een broche, halve dollar, een lederem
muilbaii'd, eten.' colliicrd!olosi]6, ceni sicrsip^ld, ecu1
go'udeni d.amsring, een parapluie, een heereni-
rijlwiel, eenl automimmar 2057;7, eenlige zil-
verbons, een notitieboekje, en vulpen, een zil-
vereiii ketting, een zakje Inb. sleutel, mutis
enz., eeniige rozenfcransen, eeni;ge sleutels,
een-ige portemonnaies met en zonder tnhoud,
een gouden heeren schakelring. eni
Alkmaar, den 19dien December 1922.
De Oomtmissaris van Politic,
W. TH. VAN ORIETIHUIJS'EN.
ziging dier wet in boveostaandlen geort te wi
len bevorderen.*'
welke motie mede ondierteekend wend door
de heeren Engels. Colijin, 'Duys van de Bill
en Teenstra, zooaat het bledk, dat hier van
partijpolitiefc geen sprake was.
IDe voorzitter' ran die Kamer Wilde 06 be
handeling van deze motie uitstellen; maar
diaartegen ikiwam de heer Duys op; 't voorstel
van den Voorzitter om; do mode op een nader
te 'bepalen dag te behandelen wexd venvorpen
met 36 tegen 29 stamen. Zij bleef dius aan
de orde. iHlet betoog van den heer Weitkamp
werd! allereerst onldersteimd door den heer
Dresselhuys, die in herinnering bracht, dat
zijin voorganjger hi de functie van Voorzit
ter van den Tuinbouwraad, wij'lcn Mir. van
Doom, al in 1917 biji de behandeling der Re
gistratiewet op de onbillijkihieid; van deze be-
fasting voor de leden van veilingen gewezen
haxLHIijl wees er verder op, datbijna alle
tuinbouwproducten aan deze hefffing onder-
worpen zijn en dat 7/8 van alle groenten over
,dfe veilingen' gaat. In 19'18; is voor 110 mii-
1 lioen over de veilingen. naar het buitenland
gegaan1. E'r zijln dan; ook telkens adressen om
vrijlstelling en wetswijlziging aan de Kegee-
ring verzonden en o.a. in 1920 6en van 40.000
tenders. De veiling is een deel van het be-
dirijif geworden en het registratieredht is een
bedlrsjfsbelasiing geworden, die geen rekening
hourit met de uitkomsten van het bedrijf, z6o
zecr, dat er kleine tenders zijln, die meer aan
regnstratierechten betalen dan aan inkom-
sten belasting. En de Minister heeft op al die
klachteit maar ddn anfcwoord: ,,fiki hob het geld
noodlig," alsof dit de onbillijkiheid1 motiveert.
Nladat nog de heer Fleskens ten gunste van
de ontheffii-g had gesprokem was de heer
Duys aan het woord. IHSJ gar een ovefzicht
van de wording van. de mu bestreden bepaling,
waarbij! vooral uitkwam, dat die heffing niet
Is ingesteld om aan geld voor de sdiatkist te
fcomen, Aanvankelijk was alleen voorgesteld
een heffing van 2 pet. der opbrengst van ver
koopingen bij! opbod em toen men begreep, dat
het genrakkeKjk was deze heffing te ontduikeu,
vv-d1 er bepaald! dat en half pet. zou worden
geiheven van zoowel1 veitoopingen toij' alslag
als bdii opbod. En daardoor zouden missduen
rie veilingen nitet onderworpen1 zijfe gewee&t,
als niet tegelijlkertijd van het woord openbaar
(in opeuibare verkoopingen) een beteekenis
was gegeven, die niet' te verdedigen is; want
daardoor kwamen de veilingen er onder t2
vaiiien en zelfa de vebkoopinig van boeken eu
i tijidschriften onder de leden van' een leesge-
I zelschap. De veilingen zijn niet openbaar in
dien zin, dat ieder er koopen kan.
Het toenxnalige lid der Kamer, 0e heer
Teenstra, heeft toen eeni motie voorgesteld,
waardoor verkoopingen van, door of van wege
landibouwcrs en visschers in de uitoefening
van hun bedrijif of door of van wege eigena-
ren van bosschen voor de erptoftafie van fifun
eigendlooi niet onder het art. Reg.-wet zou
dn vallen, maar toen1 Minister van Gijh zich
daartegen verzette, trok de heer Teenstra zijn
motie in. De spr. (iDuys) wees nog eens op
de onbillijikheid van de heffing en vooral ook
daarop, dat de heffing van een premie is op
desorganisatie, want zij, die zichi niet bij een
orgamsatie en een veiling aansluiten, gaan
vriji uit; e toch, organisaitie is altijd wensche-
lijk, maar de organisatie op land- en tuin-
bouwgebied' heeft haar nut en onmisbaarheid
bewezen in de crlsisjaren. Juist door de hulp
der organisatie® heeft men zooveel goede re-
rellngen kunnen maken. Da heer Duys be-
.ooft, als de Minister geen voorstel doet om
de tenders van. de heffing te cntslaan, zelf
van initiatiet gebruik te zullen maken.
Er voligden nog eenige sprekers, ook de
Minister antwoondde n.l. dat hiji nu de hef
fing niet wilde afsohaffen, maar een voorstel
daartoe zou dioen, zoodra de toeetand van de
schatkist, dat toeliet. De heer Weitkamp wij-
zigde zijh miotie, maar de heer Duys diende
er eemi in, die met de ooretpronkelijke van den
heer Weitkamp overeenkwam, (zie boven.)
De motieJDuys c.s. werd op 21 Maart in
stemming gebracht; zijl werd aangenomen
met 46 tegen 36 stemmea.
Toen de zekerheid er was, dat van1 de Re-
geering geen voorstel: in dien geest was te
wachten, dieinden de in den aanhef van
artikeli genoemde heeren een wetsvoorstel la
op 31 Mlaart. De Memorie van ToelicVlug
op dit voorstel kon ioont zijln na hetgeer a*
een paar weken' te voren over gesproken was.
D e voorstel Hers gaven toe, dat de visschers
vrijiwel in't zelfoe geval verkeeren als de
tuinders, maar zijl lieten de visschers er bui-
teni, omdat van hen in de motie geen sprake
was; evenwel waren zijl bereid mee te werken
tot ontreriing ook ten opziehte van de vlsch-
veilingen.
Het ta niet ooze gewoonte In deze «erle
van artikelen in beoordeeling van de dladen
van Regeering of Volksvertegenwoordiging
te treden, maar de opmerking moet ons van
het hart, dat het jammer is, dat het initiatief
voorstel uitging van alleen sociaakiemocra-
ten, terwijll en ult de motie van den heer
Weitkamp fern ult de bespreking ddr zaafc, fen
uit de stemming over de motie-Duys bleek, dat
leden van zeer verschillendie partijlen de zaak
steunden. iDoor de eenziijdige onderteekening
van het voorstel, kreeg de indlening er van
'n politiek tintje en dat Is te betreuren. 't Mag
een voordleel zijln voor de partiji der voorstel-
lera, maar het is niet in 'i belang van dege-
neni, die door aamneming geholpen moeten
worden.
Onder dagtleekenimg van. 23 November is
het Voorloopig verslag over dit wetsontwerp
verschenen.
Vele Ifedeni bleken sympathrek tegenover dit
voorstel te staan. In hoofdzaalk werden de
vroeger reedis genoemde argumenten aange-
voerdalleen werd1 er nog op gewezen, dat de
aangieslotenen bij1 een veiling eerst al hun
contributie betalen en dan nog het registratie-
recht, terwijll de niet aangeslotenen beide het-
fingen onttoopen.
Maar er werdlen ook andere stemmen ver-
nomen. Allereerst werd er op gewezen, dat
tusschen de deelnemin© der motie en de in-
diening van het wetsvoorstel en het afdeelings-
onderzoek de iKamerverkiezing ligt en dat de
nieuwe Kamer niet gebondh is aan uitspra-
3ce van haar voorgangster. Ook moet men, niet
bij initiatief voorstel belastingen trachten op
te hefifen; want dat kan er toe leiden, dat an
deren hezelfdle probeeren ten opziehte van an
dere belastigen om daardoor zekeren kiezers-
troepen in1 Jt 'gevlei te komen. Want zij be-
schouiwen dit voorstel als een manoeuvre om
kort voor de verkiezuoigen aan een talrijke
klasse aangenaam te zijn. Waaroin nemen
de voorstellers ook de visschers niet onder
hum beschenning; die hebben ook a! meer dan
eens cmi ontheffing gevraagd. Bovendien,
wie belastingen wil afschaffen, moet, vooral
nu, beginnen met een andere bron aan te wi
zen, waaruit het verlies wordt vergoed en do
ze heffing bracht ongeveer 5 ton op. Dat er
geen rekening wordt gehouden met de uit
komsten van het bedrijf gebeurt meer, o.a.
Roman door MaegteesSlzt BohiM.
Naar het Daatseii eta? ML W.
Minister tegen het voorstel was en dat het
dus, al werd het aangenomen, toe® uiet ia
het Staatsbladl zou fcoinen.
E'en dlerde groep bewandelde den midden
weg. Ziji vroegen, of men niet een1 tijdelijke
ontheffing kon toestaan, totdait de land- en
tuinbauwers het wat be ter hadidien. Ooto kon
men die belasting van die netto in plaate van
de bruto-opbrengst hfeffen1; of men kon de vei
lingskosten van het totaal der registratie-
rechten aftrekken; of de heffing-ten laste van
dien kooper kunnen leggen.
Dfe Memorie van Antwoord op dit Voor
loopig verslag kon natuurlijk kort zijin want
er was al zooveel over de zaak gepraat, dat er
dets oteuws meer over te ueggen was: ta
hoofd'zaak kiwamen de voorstellers op fegen
de beschulidiging van' partijpolitiek,
(Nadruk verboden.)
Dat er in on® huis een schat verborgen
moest zijn, wist ik van af mijm prilste jeugd
en ik had meer dan eens lust gevoeld er naar
ue zoeken, niet bepaald uit 'n absoluut geloof
of uit hartstocht, maar uit een- soort van vex-
rnaak.
Er zijn, echter tele dingen, die hun tijdi be-
hoeven oxn aangenaam van amaak te worden,
b.r. als een zeker soort van appclen, die eerat
goed worden na eenige lange wintermaanden.
Op zekeren avond zaten we alien bij; het
vuur, ook was er een oude neef in 't gezel-
schap, die aedert jaren niijn vader niet had
opgezocht. De neef en mijn vader spraken
veel over den ouden gxootvader en ik hoorde
aandachtigi toe. Door (fit langer-unogen op-
blijveni, voelde ik wel hoe in de zoetbedwelr
mende, opkomende kinderslaap mijn oogleden
zwaardex werdeni, maar jui&t in dien toe-
stand wordt alles, wat er verteld wordt,
groat, heel groot, alles is van een wondurba-
ren vorm als in een goudien visioen. In die
stemming volgdc ik vader, toen hijl -ten slotte
ook nog eens a© gesthiedenis vertelde van den
verborgen achat, eni werd ik als nieuw ge-
boeid, als van een nog nimmer ontdekte be-
toovering.
„Ja zeker," ziei mijn vader, toen_ hiji over
zijne moeder sprak, „in de laatste jaren van
haar lev en was de arme vrouw bijna haar
heele geheugen kwijt. Zij leed daar zeer on
der. Het gebeured menigmaal, dat wij' haar in
tranen vonden, omdat zijl niet meer wist wat
ze even tevoren van plan was geweest. Wat
haar echter de grootste ikwelling bezorgde,
was de geschiedenis van den verborgen
schat I"
„Je herinnert je," zel vader. ziich tot zijn
neef richtead, „welk een dgenaardig kaxakter
nfijin vader bezat; hij1 was verbazend heersch-
zuchtig en in alles wat er In huis gfebeurde,
moest hij gekend worden. Niet alleen mo eaten
alle aieutela onder hem beru»ten, maar hij
ging na wat er dfen dag over gebruikt wa» en
controleerde alles. Je kunt je indienken hoe
moei'lijk ons aller levien; gemaakt werd; toch
bleef on®, kinderen, niet andere over dan one
te voegeni, maar moeder kon 't elecht, Zij
kwam uit een geheel andere omgeving en
eerst na veel strijd ten slotte ter wiTle van den
huiselijfcenl \Tede, leferde ook zij< zich aan-
passen. Echter niet zonder zichzelf een klei
ne troost te bezorgen: een kleine schadever-
goeding voor haar gekrenkte eigeniliefde
Meenide hi} dan neusch zoo'n kraan te zijn,
dat hijl de heele huishouding dacht te kunnen
overzienl? En dat geen penningske de deur in
en het huis uit zou fcomen, zonder dat hij
Ziji stelde't zich' toen als een soort van
p'licht om zooveel of zoo weinig, al naarmate
zijh waakzaamheid het toeliet, jaarlijks aan
>enningen terzijde te leggen. En ziji gniffelde
van inwendige pret om met dc illusie, die va
der zich met al zijn sleutels en al zijn regis
ters maakte, den spot te drijven. Maar geen
stuk van deze met zoo groot sipitsvoudighek
leroverde spaarpeniningen mocht uitgegeven
worden 1
Voor't al'lernoodzakelijlkste zorgde vader
onder veel gahrom en ergernia en wie kan
zeggen, of de goede vrouw niet de gedachte
had om eens onder een opklinkenden lach
hem een handvol goudstukkeni voor de voeten
te goo i en
^Vooruit, joggie, gauw naar bed, je kunt
je oogen niet meer open houden!" onderbrak
mama, die tegenover miji zat, plotseldng't gfe-
sprek.
Ik voer overeind, hevig protesteerend, af
neef viel me bij en papa ging verder, terwijl
ik stiekum weer ging zitten.
„A'lles, wat ik zooeven vertelde, vermoed-
de niemand van ons, eerst later, na den dood
van vader, vertelde't ons de arme mioeder."
„Elk jaar," zei ze, liet ik mijn koparen
unten tegen' een heel klein goudstukje in-
isseleni; de eene penning na de andere had
ik bij1 elkaar gelegd1, allerlei Italiaansche
munten, ook waren e® Fransche louia d'or
bij
„;Hoe waren.'?
„Ach ja," antwoordde ze sc^tredend, „ze
wiareni er, en zijh' er nu niet meer, omdat ik
me niet kan herinneren, waax ik ze varstopt
heb."
84)
„Ja met die rnillionairsheeriijfcheid is het
uit, Ulla", zei Inge's avonds toen zij alleen
waren. „Lo is nu ook niets meer dan een
eenvoudig jongmensch zonder stralenkrainB.
Ben je daar al ingekomen?"
Ulla Mote. „Lo schrijft „twintlg duizend
mark op een geschifct oogenblik heeft hiji lie;
ver dam een half mallioen over diertig jaar. Hij
zal wel weten wat hij wil."
Wat was die Ulla veranderdi! Hoe netjes
gekapt zat het zwarte haar om haar fijnbe-
sneden voarhooM, en hoe fceurig en accuraat
was haar toilet bij vroeger vergelfeken I Inge
knikte met een gelukkige uitdruikking op
haar gezicht. De liefde miaaikt iemand goed.
Dat wist zij. Een menschenhart dlat lief
heeft is als een pas schootogemaaktie voor-
jaarskamer met open vensters, bloesem en
groen. Stof en vuilt zijh ter dege verwijderd.
Alles was evenals vroeger. De gefaeimzin-
nige rendez-vous, kussen en< handjes geven
in het donker of in een hoekje en achter een
hek en toch was het anders. Inge had niet
kuinnen zeggen wat. Zij1 had niet over Koen-
raad te fclagen roaar in haar zelve was lets
merkwaardig onrustig®. Het al' to gehehn-
zinnige begon haar ee hlndiereei. Has kalim
was Ulla in haar liefde en vertrouwen op
Lodewijk. Zij zelf kon haar onrustig wen-
schen en hopen niet zoo in zich zelve opste-
ten. „Ik begin zenuwen te krijgen. De hem«l
mag 'het weten, werkelijk zenuwen daicht
Inge. Was dat de schuld van dat sombere,
lauwe weer der laatste weken Misschien wel.
Wat was dat een zonderling voorjaar! Een
temperatuur als in Juli en dan geen zon er
zij. In bet begin van) Mei Woeiden de kas-
.tanjes. Het bloeien der vruchtboomen was'
voorbijgegaan, zonder dmt men^ van de
schoonheid genieten kon, want in die weken
regende het onophoudelijk.
„Mijn man gelooft dat het geen- goed jaar
wezen zal", zei mevrouw Neumann. Inge had
de naaiweek en zat met haar leermeesteres in
de woonkamer te verstellen. Van alle huise-
lij'ke bezighedeo vond zij dit het onaange-
naamsie. „De boomen bloeaden zoo mooi,
maar zij hebben faaast geen vruchten gezet.
Die paar appels en peren zal niet zoo veel
helpen. Bij ons in Moritzheide telt helaas al
les mee. Het is een ongeluk. De couranten
schrijven altijd spottend over de noodlijdende
agrarigrs. Als of er die in't gehed niet wa
ren t Ik zeg je, een bezwaard landgoed te
bezitten en zonder bedrijfskapitaal te moeten
werken is een ramp. Als onze jonge mijn-
heer niet gauw met een heel rijke vrouw
trouwt dan ben ik bang dat Moritzheide niet
te behoudfen zal zijn."
Inge keek veibaiasd op. „0 ja?^ zei ze
uitdagend.
De jonge mijnheer gaat weldra voor eeni
ge nrnsnden amr Schwiebenhage, waar ten
stof en
noot- en
Bonder tets anders to vtaden dan
spinwebben en muizenesten, vele
aastanjedoppen.
„En toch, eindigde papa, „moet de schat
ergens liggen. Misschien ligt ziji juist op een
giemak'kelijk te ontdeicken piekje, waar men
lem't minst vermoedt
Nu moesten we toch naar bed en we gin-
gen. Omdat de neef overgekomen was, had
ik hem mijn slaapkamertje moeten afstaan
en sliep nu in een klein bokje, grenzend aan
den beroemden zoldex. De doukere, breede
deur van den zolder stond meestal met esn
Icier open, om poe® gelegenheid te geven in-
an uit te wippen. Ik gluurde even door de
opening, waaruit een grille todht me tege-
moet kwam en als een stem me toe te fluiste-
r.en scheen: die eohat is hier en ligt voor 't
grijpenlMaar ik was al te slaperig en
was ook e«n kllein beetje bang, ik kroop snel
onder m'n dekens eni sliep in.
Kwam het van het ongewone bed of waa
het wat anders, maar kort daarna lag ik met
wijdopen gespalkte oogen wakker en kon den
slaap niet meer vatten. De ma,an scheeni heir
der door het gordijn-loze venstertje schuin op
het onderste deal van mijn bed1, zoodat ik
mijn knieen omhoog trok om niet al te zeer
van de hinderlijke verlichting te lijden. Een
rnuisje hoorde ik knagen boveni de zoldering
van t vertrekje en plotselling stond het ver-
haal van den verborgen schat weer duidelijik
voor mijn herinnering-
,,Die muisjes," overdacht ik, „die muisjea
wetenl toch voorzeker wel waar grootmoeder
de spaarpenningen heeft weggestopt."
En ik begon met alle mogelijke geheimen
plaatsen, geschikt voor het verstoppen, voor
den geest te roepen, want als het „0nze Va
der" had ik den zolder event precies in mijn
bol: maar ik was niet in staat om het onder-
zoek, dat ik in gedachten opbouwde, ordente-
fijfc en methodisch te vo'lorengen en den
brandmuur steen bi} steen te betasten, noch
elke plank en balk. Van het eene eind van de
ruimte sprong Ik op het andere, misschien
ligt ze hier onder dien steen, die bij1 't aan-
pakkeni eenigszins beweegtneen!_ Mis
schien onder de pan, dit wat scheef ligt
misschien
Boveni op zolder had zij ze verborgen, dat
wist ze wel. Maar waar? In een gat van den
muur? Onder een plank van de vloer? Ach
ter een diwaxsbalk? Drommels! Eenl zol
der als de onze is er een, waar je tureluura
,.iji gingent natuurlijfc op
staken onze vingers in alle miogelijke gaten,
tastten over de murenl ed langs het gebinte,
nacht en' koud, ik zou, geloof ik, uit bed
gesprongen zijn, niet naakt, maar met een
hetodje aan en al* Archimedes uitgeroepen
hebben: „ik heb't gevonden, ik heb t gevon-
den!" 't Zou me toch wat moois zijinAch, ik
ezel! Denk eens aanEn ik stelde me de
scene voor, die erop gevolgd zou zijn. Papa,
mama, de neef, de broers eni zusjes, de htele
heilige familie, door mijn geroep bijeen go-
rend, komt op den zolder. „H'ier mioet ze
liggen! En ik duid de pick aan. Papa neemt
een laddertje, kl'imt er op en grijpt met de
hand d'aar, waar ik hem aanduid eni haallt een
oud. smoezelig linnen zafcje te voorschijn.
Werkelijk, daar is't!Allen buigenl zich
over den schat en niemand denkt ook maar
even er aan, dat, als de schat gevonden is,
dit mijn verdienste allfeen is. Allen gaan naar
de keukeni. „Weg met je handenr zegt pa
pa en wijfet het mes af, dat ik alreeds ge-
opend toereik. Principe is n.l. om touwtjes
nooit door te sixijden, maar los te knoopen;!...
Dan eindelijk wordt bet zafcje over de tafel
geleegdHemel, wat een hoop!
En ik? Opgewonden sta ik bijl de anderen
eni zie toe, hoe papa de Italiaansche munt-
stukjes weer in -het zafcje la at giijden en
daarna het zafcje in zijn broekzak opbergt.
En heel even, zoo zijdelings, ontvang ik een
woordje van dank
,,Een aardig jog," zegt de neef.
(Vader geeft me een beminnelijfc b'fcje op
denl schouder, mama streelt me eveni de wang.
En dan is alles uit. Een mooie bels ng!
De gedachte aan zoo'n onbillijke bejege.
ning maakte mij niet weinig' kriebelig. En
mijn kwaadheid bracht mij tot't besluit, om
direct nfijn geluk te probeerefl'. Neem, de
spaarpenningen van grootmoeder wilde ik
niet stolen, maar den roemi der ontdekfcing
mij ocrfc niet laten ontrooven. Morgen, bij' het
eten, zou1 ik de schitterende hoop in een scho-
tel middemop de tafel leggen1, zoodat ik ver-
zekerd1 kon zijn van de eer, die mij1 toekwam.
Ilk trok mijh broek a-an eni opende v-oorzich-
tlg de deur.Een beangstigende stilte vulde
het trappenihuiis, zoo'dat ik me opeens heel
klein voelde worden. Maar tenl slotte vatte flr
xnoed en nader de den toegang tot denl zolder.
De kier was niet zoo groot dat ik er ge-
makkefijk door kon, ik moest de deur dus wat
verder openen, die piepend en krakend moei-
zaam terzijde week. Meer dood dan levend
bleef ik even staan, zonder (ten pas v66r- of
achterwaarts te wagen. Toen, nad-at het bon-
zen van mijn hart wat bedaard was, klom ik
het trapje op en was op den zolder.
Goddank eindelijk kon ik weer rustig
ademen, zonder bevreesd te zijn dat men mij
hooten zou Direct zette ik mij aan het on-
oomi van hem woont, die heer von Marie. Dat
is eeni rijke man en hij' heeft maar een doch-
„Zoo?" Mevrouw Neumann deed of zij het
toornige protest in Inge's stem niet hoorde.
„Ja, het zou een geluk wezen voor onzen jon-
gen mijnheer en voor zijn moeder als b -ni-
kwam zooals ik denk. Op zich zelf ge en i
is er niets moois in een nuwelijk om geld,
maar een rijk meisje ikan er ook aardig uit-
aaen en beminnelijk zijn."
Inge sprong van haar stoel en I'iet haar
naaiwerk liggen. „Ik kan dat naaien niet
meer uithouden, mevrouw. Toe, i'aat mii1 lie-
ver in dfe keuken helpen om het souper klaar
te maken. Het is toch bijna zeven uur." Me
vrouw Neumann 'knikte. Zij had medelijden
met Inge. Zij: had ook oogen in het hoofd1.
Hoe vaak van den winter was zij er al tus
schen wilien komen maar haar man had er
niet van wilien hooren. „Laat de d'ingen
toch hun gang gaan. Juffrouw Zevengestenni-
te was immers een nichtje van den xijfcen
mijnheer Zevengesternte. Dat kwam best bij
elkaar. En nu die verandering.
In dien ifcusschentijid zette Inge In de keuken
midden in de Italiaansche sla voor het kas-
teel bestemd een groen takje. Dat beteekerfde
een boodsdhap aan Koenraad': „Ik moet je
vandaag nog spreken." De hemel verstond
reden en schonk na een wartnen regendag een
heerlij'ken voorjaarsavond, dien men ini het
park dooitracht. Er was weldra gelegenheid
eventjes samen te zijn. „Ga je naar Schwie-
benhagm vroeg Inge met benauwde adem-
haling. „J« ^Leveling, ik gn. em masnd o4
wat naar mijn oom om landbouiwhuishoud-
kumde te leeren. Het is wat moeilijk om alles
te leeren' van zijn eigen ondergeschikten. Dat
maakt zulk een dommen indruk."
„Hm! je oom heeft een doohter..."
Ja, mijn niohifcje Tilde. Een aardige meid.
Wat mankeert je Inge?"
Inge was bleek geworden en zij hijgde zoo
dat ze (niet dadelijk antwoord- kon geven. „Ik
wou je wat vragen. Koenraad. Zeg is het
waar, moet je met een rijke vrouw itrouwen?"
Koenraad aarzelde een rninuut. Hij1 had
lang tegen dit oogenblik o-pgezien. iHij had
het gaarne wilien vermijden.
„Inge, het is verschrikkelijk. Wij zijn de
beide koningskin-deren die niet hij elfcaar kon-
den komenhet waiter -was veel te diep. Het
vreeselijkste daarbij is de gedachte, hoe ge-
makkelijk bezwaren weg te ruimen waren,
als wij er maar wat materiaal voor badden.
Een paar slordige honderd duizend zou het
diepe water -kunnen dempen zoodat wij er
droogvoets over heen 'kwamen-. Maar wij
hebben die beiden niet. Een leven van voort-
durend zorgen, dat zop .jammer wezen voor
ons allebei, Inge. Tegen geldgebrek is o-p
den duur ook die gezondste liefde niet be-
stand. Moderne menschen als wij zijn moeten
altijd zorgen dat onze daden op verstandige
fondamenten gebouwd zijn. Wie met gevoel
alleen rekening houdt, komt oip moerasland1.
Geloof mij Beveling.... Wat kan- men er aan
d'oen Inge? Geloof mij,...."
„Ja. ik weet, het is meer om mij. dan om
je zelfs wil en het doet je vreeselijk veel ver-
driet, en het heeft je eon nwaren strijd g®-
kost."
„Ja, geloof :je dat misschien niet?"
„Zeg fiever geen woord -meer. Ik heb al
zuTke dingen- wel in romans -gelezen, dat te
hooren herhalen maafct mij) zenuwachtig. Het
is alles best. Ik vind het heel verstan-dig en
duidelijk. Ik wou alleen een ding weten. Toen
ik ui-t Oberboden terug kwam was je het al
met je zelf eens dat er niets van een nuwelijk
tusschen ons komen kon, niet waar
Ja Inge. Zijn stem klonk angstig. Haar
gloeiend gezicht had iets van dat van een
booze kat, de heldere oogen waren plotseli-ng
bijna zwart.
„Zoo je wist al dat je niet met mij trouwen
Icon. Maar om te kussen was ik altijd nog
goed' genoeg. Verduiveld..." en links en rechts
suisde den jongen man een' fcletsenden oorvijg
in't gezicht. ,,Dat is de kwitantie. Vaarwel
mijnheer von Moritzheide."
Inge, ben je een duivelin? Luister toch
Inge, een rninuut nog." Zij was al ver weg,
de heer von Moritzheide trok de schouders
op en veegde met zijn zakdoek over zijn
gloeiend gezicht. Die rakkert heeft een, ver-
duivelde sterke hand-. Ach hemel, hij voelde
zich (zoo gedrukt. Op de heele wereld was
er geen fiever, bevalliger, wilder en aardiger
kind dan Inge Zevengesternte. Maar het kon
nu eenmaal niet, en een wijs man neemt de
digeni op zooals ziji zijn en maafct zich het le-
ve niet moeilijk door melancholieke overpein-
zingen over iets, wat had kunnen zijn.
(Word! ws-velgS.)
2o.
ons
VVCI UJ UWi UUdAZ
IllgV i OUV1VU WMWJ J u