Wees fTever versfantflg dan spiJWg1; waar-
em niet. hedieni eeni flacon Foster's Maagpilr
ltn gekocht? Dit geneesmiddel wekt de lever
op, regelt de vloeiing der gal, draagt zorg
voor goede spijsvertering en houdt de inge-
wanden werkzaam. 1)1+ jheduidt reiner bioed,
betere zenuwen en een helderder hoofd Prijs
per flacon van vijftig versuikerde pillen
0.65; in apotheken en drogistzaken.
Getuige ontkende zulks.
Bekl. zei, diat getuigie te Uitgeest in bet be-
zdiu van de fiets was.
De president imerkte op, dat in die insitruotie
is gebleken, diat dit niet juist kan zijn.
Bekl. zeide diat getuige hem /35 beloofd
heeft, als bekl. hem er buiiten diet.
Get. zeide niets beloofd te hebben.
Mr. Muller meikite getuige op, dat bekl. on-
mogeldjk itegen hem kan gezegd hebben, dat
hijs de fiats had gekregen; zander meerdere am-
etandigheden daar bdjl te voegen. Mr. Muller
nuerkte dit niet op, omidat hij getuige verdacht
en hem ini moeilijkheden wilde brengen. Maar
Mr. Muller twijfdde echiler aan de juistheid
van dat deql! van de verklaring van getuige.
•De officier persisteerd1 bdj' zijn reeds op de
vorige zitting genomien requisitoir. waarin hij
een jaar gjevangenisstraf tegen bekL heeft ge-
voffderd.
OPJ.ICHTING.
De bekl. Joseph P. die te Bergen den cate-
houder Min oplichtte voor een rijwiel en wiens
zaak eveneens op verzoek van verdediger was
aangehouden, teneinde meerdere gegevens
omitrenf zijni persoon te kunnen verzamelen,
stand nu wedier voor die zaak terecht.
De heer Muhrng werd als getuige-rappor-
teur gehoord. HSi! heeft omtrent bekl. een
rapport uitgebracht en dit rapport is niet gun
stig.
Bekl. prefereerde een zwervend1 leven en
daardoor leden de pogingen vain de reclassee-
ring te Roermanid schiphreuk.
Hot O. M. bleef persisteeren biji zijn requi-
satoir, waarin 4 maanden gevangenisstraf
werd gevarderdi.
De verdediiger <Mir. Kusters bracht hulde
aan het rapport van den' heer Muhring en
refereert zich aan het oordeel der rechtbank
NOQMAALS RFJWIBLDIEFSTAL.
Ook die uitgestelde zaak contra Anth. T H.
gedetineerdi ter zake lijiwieMiefistal, werd he
den vender behamdeld.
Verdediger is mr. de Groot.
Ook in dieze zaak werd de heer Muhring
als getuige gehoord.
Het door hem uitgebracht rapport was
evenmin gumstiig voor een eventueel op te leg-
gen voorw. veroordeeling.
Bekl. blieef volhouden ziijn uiterete best te
hebben gedaar om het hoofd boven water te
houden.
De verdediger vroeg getuige of deze ook
een onderzoek had imgesteldi naar de periode,
toen bekl; wel goedi oppaste.
De rapporteur beantwoordde deze vraag.
De officier vorderde 1 jaar gevangenis-
6traf.
Bekl. riep het medeldjld'en in voor zijln zieke
vrouw en 3 jeugdige kinderen.
De president zeide dat deze op het oogen-
blitk goed verzorgd zijn. Daarover behoefde
bekl. zachi niet ongerust te maken.
De verdediger refereerde zich aan het oor-
dleel van de rechtbank.
SCI iULDHELING.
De opkooper Kardl v. Th., wonende te Alk-
maar, stoma terechrti ter zake dat hij in Sept.
1922 kleedingstukken had gekocht, die van
misdrijlf aJkomstig waren en hij niet behoorlijk
naar de herkomst van die kleedingstukken. een
onderzoek had ingesteld1.
Bekl. erkende niet lie hebben1 geinformeerd.
Hij heeft de kieedinstukken gekocht van bekl
A. F. H. nit de vorige zaak. Hij vertrouwde
dezem man.
Hazes heeft verschillende wertczaamheden
voor belkil. verricht en geloofde hem, toen deze
beweerde, nu heter op ite zullen passen.
Hazes heeft hem later verteld, dat hij door
de gezomdiheidscommissie op straat was gezet.
Hij! zwerft nu's nachits met zijn huisgezin op
de vest rond.
Hazes heeft hem znjm Zondagsche kleeren
te koop aengeboden, die bekl. voor 12 heeft
gekocht. Hij! wilde het pak zelf dragen.
maar het was hems te ruim. Toen heeft hij het
pak verkocht aan Hlartog Velilemian voor 25.
Bekl. heeft dezen handel niet in zijn register
geboekt.
Hij kon zijn rfgltter niet vinden en acitte
het ook niet noodig, omdat hij het pak voor
zich zelf had gekocht
'Bekl. hadi in't ininst niet den indruk dat de
kleeren van diefstal afkomstig waren. Hazes
verkocht altijd zulke mooie praatjes, je moest
hem gelooven. Ook de hoofdinspecteur had
hem geholpen en hem kleeren' gegeven.
Getuige A. F. H. had, toen hij! op de Mo-
lenbuurt bijl zekeran V. met zijn vrouw en kin
deren logeerde, van den zolder, waar hij sliep,
een heerenpak weggenomen en dit verkocht
voor 12 aan beklaagde. H. noemt dit ook te
weinig. 'Er was ook nog een overjas bij.
De 63-jarige Hhrtog Vdleman wilde maar
met 1 vinger den eed afleggen. De Israelieten
hebben maar een God en leggen den eed met
1 vinger af. Getuige wilde het well doen met
2 vingers, maar dan is dit groot abuis.
De president zeide dat getuige het niet aan
het redite eind heeft. Hij moet dit maar eens
informeeren biji zajo rabbi.
Geiuiige bleef volhouden: Het is groot
abuis. Hiji behoeft daarvoor niet naqr zijin
geestelijke voorganger te gaan informeeren.
Daarop voldeed igetuige aan het verzoek
van den president en legde de eed af, gedekt
en met 21 vimgers opgestoken.
Hij verklaarde voorts het pak voor 20 te
hebben gekocht van bekl. Karel v. Th.
Het gestolen pak en de overjas behoorden
aan zekeran Willemi Groot die in het zieken-
hnis is overleden. Deze man was commensaal
gieweest bij! Vosmeer. waar ook Hazes met zijn
gezin had gelogeerd.
De officier achtte hier schuldheling bewe-
zieni. Bekl. heeft niet voldoende onderzoek ge-
daan naar de herkomst der kleedingstukken
Eisch /200 boete subs. 100 dagen hechtenis.
Bekl. Vroeg een voorw. straf. Hij kan zoo'n
hooge boete niet betalen.
De verdediger mr. Langeveld' meende dat
bekl. niet de slechte opkooper is bdoeld in 417
bis van1 het Wetb. v. Sirafrecht'. Pleiter
toonde zu'liks nader aan uiit de rechtspraktijk.
Bekl. staat gunstig bekend. Een straf van
f 200 zou niet paedagogisch zijn. Men zou
hem dwimgem door te gaan met zulk een han-
dfel, om' uit de gevangenis te kunnen blijvea.
Pleiter ziet meur heal in mi voorw. straf on-
drr rware voorwaarden. Pleiter las een gun
stig getuigsctorfft voor van den godlsfflenSt-
onderwijzer van beklaagde en eindigde daar-
mede zijn pleidooi.
BENADEELING VAN SCHOLD-
ELSOHERS.
De koopman eni winikelier E. J. H. te Alb
um ar stond teredht ter zake. dat hiji in siaat
van faillissement verkeerend^ de recbteinder
siohuldeisohers wederrechtelijk heeft verkort,
door een bedrajg in geld af te staan aan dien
getuige 'H. J. 1te Amsterdam, onder voor-
waarde dat dleze voor het aan tie hiedem ac-
eoord zou stenun'en.
iMr. Kusters, verdediger van bekl. H., ver-
zette zich'tegen het hoar en van H. J. T. als
getuige. Er bestond gevaar. voor imeineed.
L)e officier zeide dat er geen bezwaar be
stond. Verdediger motiveerde zijln verzoek en
persisteerde daarbii.
De rechtbank sohorstte die zitting en ging
in raadkamer.
En deelde n'a heropening mede, dat de
rechtbank geen termen had geyonden omi hat
verhoor van getuige G. J. Tbuijs te weigeren.
Getuige Tfiuijs werjd daarop gehoord. De
ze getuige had eien vorderiag van 3&1.58
Dieze vord'ering was inged'ienid bijl den cura
tor. Getuige had een uitnoodiging gekregen
voor de verificatievergadering. Daama was
bekl. bij getuige geweest en deze had gezegd
dat een vriend, P. Kuijs genaamd. 160 be-
schikbaar bad gesteld om de vordtering van
igetuige te verminderen, ondler voorwaarde
dat getuige voor het occoondl stemde.
Getuige h'ad dit ter goeder trouw geaccep-
teerd. Een gewezen redierdheur, zwager van
getuige, die bij' hem 'in de zaak wterkte en
door hem werd ootslagen, bracht het onder
de aandacht van getuige, dat hij door de
aanneming van dat geld zich aan een straf-
baar feit had schuldig gemaakt.
Getuige heeft een zaak, die reedb 20 jaar
'bestond en een tamelijk vennogen. Hiji had
niet noodig zich boven amdere schuldeischers
te bievoordeelem.
Bekl. zeide zijn schiuldeischers zelf bezocht
te hebben om hen vo6r het teekenen van het
aocoord te stemmen.
Ook was bekl". bij1 get. Tbuijs geweesit met
bet doel om den post over te nemeni van ge
tuige. De geldlschieter, Kuys van Limmen,
zou dan de vordering van getuige overnemen.
Dat mocht wlel volgens den advocaat van
beklIn opdracht van Kuys had bekl. het geld
aan Tbuijs gegeven. Hiji had 160 gegeven
em Thudjis zeide die 40 komen wel terecht bij
het aocoord. Getuige ontkende dit.
Op de vraag van den verdediger of de
fiirma crediteur was, antwoordde getuige be-
vestigend.
Zoo gauw getuige hoordle dat hiji die 160
niet had mogen aannemen had getuige het
geld door zijn adivoCaat laten terug betalen.
De firmant Munk teekent ook voor de
firm a Thuijs,
De vordering in bet faillisemenf was van
die firma. Vefder wist getuige er niets van.
De 33-jarige oud-inspecteur v. poritie,
Koker, n u bedrijfsi eider, was de zwager van
getuige Thuijs en was er biji geweest d'at er
door bekl. em Thuijs over het aocoord was
gesproken. Hij had) gehoord dat bekl. zijn
zwager geld aanbooa om voor het aocoord te
stemmen.
Deze getuige ha^L de aankl'acht ingediend.
Hij had Tbuijs gewaarschuwd. Hij wist niet
of bekl. daarop lets had gezegd over een
overdracht van die vordering aan een ander
schuldeischer.
Na het verhoor van deze getuige Wwarn
het O. M. aan het woord eni deze zeide dat
het voorkwam, dat de eHementen voor het de
lict hier volkomen aanwezig waren.
Getuige Thuijs was schuldeischer met alle
rechten van dien. Bekl. had dezen schuld
eischer bevoordeeld. Van cessie was geen
sprake. En dergelijike overdracht achtte het
O. M. in zulke gevallen inunoreel. Het was
Sluiipen d'oor de vyetsmazen. Maar deze Cessie
was niet jot stand gekomen, dus die kan wor-
dem uitgesohakeld. Tlhiuijs had. voor het ao
coord gestemd. Daar was gepleegd het delict
strafbaar gesteld bij art. 345 W. v. S. 2e lid.
Gel'et op het gunstige verliedeni van bekl. en
d'iena zenuiwachtig gestel vorderde het O. M.
een voorw. straf van 4 miaanden, met 3 proef-
jaren en geen voorwaarden. -
De zitting werd geschorst en na schorsing
werd het woord gegeven aan mr. Kusters.
Mr. Kusters memoreerdle het ontstaan van
dieze strafzaak. Het was uit wraak en niets
dan wraak. Ielmand die bijl de politie was ge
weest had melt die gevoeleos de strafzaak
aangebracht.
Die zaak had op pleiter een walgelijken
inldruk gemaakt.
Pleiter ging aocoord met het artikel dat
was ten laste gtelegd.
Was dat artikel echier juist ten laste ger
llegd in verb and met de oinstandighed en
Niet getuige Tbuijs, maar dfe fiirma hid de
overeenkomst aangegaan. Wat blijft er dan
over van de dagvaarding? Niets.
We hebben hiler alleen te doen met de
firma en niet met mdjinbeer Thuijs.
Veroordeeling kon volgens pleiter hier niet
volgen.
Pleiter toonde aan dat het indMdueete lid
en de tirma absoluut niet hetzelfd'e was.
Pleiter staafde dat doqr de meening van
Noyon dienaangaandle te rel'eveeren.
Daaruit bleek dat noch de firmant, noCh
die schuldenaar hier schuldig was.
Pleiter geloofde uit het requisitoir te moe-
fen opmaken, dat eigenlijk de advocaat van
bekl. op de beklaagdmbanik had moeteni zit-
ten.
Pleiter bedankte er voor de auc tor intel-
lectualis in deze zaak te zijln.
Pleiter stelde daarvoor te veel prijs op zijln
goeden naam.
Het adivies dat pleiter na informatie biji an-
dere colilega's omtrent die cessie had gegeven,
was besliist nidt ongeoorloofd.
Geen advocaat zal ontkennend antwoorden
op de vraag of dergelijke qess'ies geoorloofd
ziijln. Het gdmiik dat na een cessie niet mijn-
heer X. maar mi in heer IJ. stemde was ook al
tijd bij! deze rechtbank gevolgd.
Pleiter sltond er op, dat men de beschuldl-
ging,waar zou moeten maken of imtrekken.
Voorts bracht blleiter hetgeen er tusschen
bekl. en get. Tnuijs was voorgevallen1 ter
sprake.
Er was wel degelijk besproken dat de heer
Kuijs uit Limmen de schuldvordering zou
ovtememen.
-Bekl. was met de bedoeling naar Thuijs
gegaan om de vordering te ced'eeren.
De formeele cessae was niet tot stand geko
men, dat gaf pleiter toe; maar bekl. ^as niet
naar Thuijs gegaan om de andere credJtenren
te benadeelen, maar om die cessie tot stand te
brengen.
Waar haalde men het opzet vandaan.
Moet mien bekl. er in la'ten vliegen; omdat
hij1 geen rechtsgeleierde was?
De heer Kuijs, de eenvoudige boereniman,
voor wien't woord cessie erger dan Grieksch
was, heeft getoood fieel goal te hebben be-
grepen dat hiji de vordering had over gen o-
men. Hij had op het kamtoor meennalen ge-
vraagd om zijn 12Vi procent.
Bekl. had aan zijn crediteuren medege-
deeld, dat hiji uit moreele overwegdngen' zich
verbond' het tekort later aan "te zuiveren.
Uit dat alles bleek dat 'bekl. niet het opzet
had zijn crediteiyen te benadeelen.
Op deze gronden' vroeg pdeiter vrijspraak
en zoo de rechtbank zich daarmede niet kon
vereenigen biji hlet opteggen van een evenitu-
eele straf rekening te houden miet de gunstige
reputatie van beklaagde, met diens ziJcelijike
vtouw en met de zenuwachtige gesteldheid
van beklaagde; die reeds meermalen als ze-
nuwpatient onder behandeling was geweest.
De officier repliceerde op de rede van mr.
KuSters en deed uitkomeni dat het niet zijn
bedoeling was geweesit omi xnr. Kusters on-
aangenaam te zijo. Maar het tot stand bren
gen van een dergelijke cessie aChtte het O. M.
geen juist ffiiddel. Spreker repliceerde ook op
eenlige andere pun ten v.an pleiters betoog.
Mr. Kusters nam genoegen met de renabi-
litatie door den officier gedaan en beant-
woordde het O. M. voorts op het door hem
aangevoerde.
BENADEELING VAN SCHIULD
EISCHERS.
Daarop stond terecht de getuige H. J. J.
Th., wonende te Amsterdam, ter zake dat hij
van vorige beklaagde had aangenomeni een
bedrag var 160 en1 zich daardoor te verbin-
den gunstig voor het aan te bieden aocoord te
stemmen.
Deze bekl. werd verdedligd door den! Am-
sterdamschem advocaat mr. Muller Massiis.
Bekl. was grossier in galanterieen.
Hij, deed den rechtbank hiet verhaal hoe hij
met getuige 'Himmelreich in relatie was ge
komen.
Behalve 160 kreeg bekl. ook de aocoords-
penlningen. Hij meende dat de vriend van
Himmelreoh dit geld voor hem bestemde, om
gtunstig voor het aocoord te stemmen,.
Mr. Muller Masis maakte bezwaren tegen
het hooren van E. J. Himmelreich, d'och de
rechitbank beslis'te, dat H. zou worden ge
hoord.
iHimmelreich gaf nu het verhaal van -het
geen tusschen hem en bekl. was1 vborgevallen.
Bekl. had gezegd: Geef miji maar 160
dan vaug ik net andere wel met de aanne
ming van het accoord.
Bekl. zeide: Alles was heel ylug gegaan.
Als ik geweten had dat het niet mocht, had
ik het geld beslist niet aangenomen.
De heer Koker had gezegd: Het mag hiet
en toen had Himmelreich geantwoord: in op-
draohlt van mijhi advocaat mag hlet wel.
De advocaat maakte bezwaren tegen het
hooren van wi Koker. Dat was een „koude
zwager" van oeki. Zijn vrouw was een zuster
van de vrouw van 'beklaagde.
De rechitbank vond geen termeni aanwezig
om dezen getuige niet te hooren. Getuige be-,
weerde te hebben gezegd; dat het strafbaar
was.
Afgezien werd van het hooren' van den
heer Link, ook een „koude zwager."
Daama kreeg het O. M. het woord en
deze verklaarde niet anders te kunnen vra-
gen, eian veroordeeling. Eisch: 1 maand ge-
vangenisstraf.
Mr. Muller Massiis merkte op dat pi eater
in de vorige zaak juridische argument^ had
aangenomen; die pleiter volkomen onder-
schreef.
In rechten' was feitelijk niets bewezen, niet
eens dat er een accoord was gemaakt. Art.
345 was niet toepasselijk op dit geval, d'at
was de quintessers van' pleiters betoog. Zulks
werd door pleiter in extenso aangetoond. De
twee voorwaarden ontbreken; in' dit feit was
niet voorzien eni zal moeten volgen, vrijspraak
of ontslag van rechtsvervolging. Pleiter was
de geschiedenis met die cessie niet duidelijk
geworden. Een derde, een eenvoudig boertje,
gaf eeni der crediteuren een cadeautje. Daar
door kunnen de andere crediteuren niet bena-
deeld zijn. Getuige Koker had 3 maanden
lang een strafbaar feit onder zich gehouden
en net eerst ruchtbaar gemaakt toen hij! ruzie
kreeg met beklaagde. Met foetrekking tot de
geeischte straf merkfe pleiter op, dat bekl.
was overgehaald. Teni slotte voegde pleiter
er bij, dat hiji in het bezit was van een vol-
macht van den gem.-ontvanger van Alkmaar,
die voor het accoord had gestemd. Waar was
het raadsbesluit en de goedkeuiing van Ged.
Staten? Als de officier die niet kon toonen,
dan beweerde pleiter dat het accoord niet was
aangenomen. Ook had mr. Kraakman voor
het accoord gestemd terwijl hij niet gemach-
tigd en1 dus bevoegd was. Wel waren de
heeren mrs. Leesberg en: Kusters gemaohtigd.
De voorwaarde van art. 345 was niet gesteld
eni dus kon bekl. niet veroordeeld worden.
Mocht de rec1 itbank zich niet met deze gron
den kunnen vereenigen; dan wees pleiter op
de solidiiteit van bekl. en verzocht pleiter, aan
de rechtbank hiermede rekening te houden
bij, het uit te spreken1' vonnis.
Re- en dupliek volgde over de interperetatie
van art. 34i5.
De uitspraafc in beide zakefl werd gesteld
op heden over 14 dagen.
APPeL KANTONGERECHT SCHAGEN.
Th. S. S. is veroordeeld tot een boete van
2 of 1 dag hecht. wegens overtredidg van
het polderreglement. De appellant was niet
verschenen. De Officier vorderde bevestiging.
APPeL KANTONGERECHT HOORN
In appel stond terecht Luitje V., uit Aven-
horn, veroordeeld door den kantonrediter te
Hoorn ter zake overtreding der Leerplicht-
wet.
Bekl. wilde al protesteeren v66r de behan
deling der zaak was aangevangen. De presi
dent beduidde hem dat dit niet ging. Ete ap
pellant heeft zijn dochtertje niet naar school
gestuurd.
De officier vorderde bevestiging.
Bekl. praatte allerlei juridische wartaal en
de president sloot het onderzoek.
MEINEED IN EEN BURGERLIJKE
Z/ukK.
Voor dit feit stond terecht de 30-parige
Margaretha v. VI., assistente in de huishou-
ding, te Alkmaar.
De ten laste gelegde meineed is gepleegd'
in een eehtecheitfingsproees. 17 getuigen ft
charge en decharge waren gedagvaard. Mr.
de Groot trad op als verdediger en raadfiman
van beklaagde.
Mr. de Groot verzocht sluiting der deuren
in het belang der orde en zedelijkheid
De rechtbank begai zich in raadkamer om
over het verzoek van verdediger te besiissen.
De rechtbank vond 'geen termen om slui
ting te bevelen, doch indien er omstandighe-
den voorkomen, die sluiting noodig maken,
dan zal sluiting der deuren gelast worden.
Dc president vermaande beka. nu de waar-
heid te zeggen.
Bekl. zeide niet opzettelijk onwaarheid te
hebben gesproken. Zij heeft tegen Kalf ge
zegd, dat er niets was tusschen1 Kuiper en'
liaar en dat zij geen geld van Kuiper had aan
genomen' en dat zij niet te ver was gegaan.
Eerst werd gehoord de getuige jacoo Kali,
kruidenier te fielder. Bekl. is m zijn dienst
geweest als winkeijuiirouw gcdurenae 2 ]aar
en getuige was zeer over haar tevreden. Ook
op zcdenjk gebied. Haar opschik strocxkte
met met naar inkomeu. Getuige ging haar
controieeren en kwam tot de 'ontxtekking, dat
zij relatie had met zekeren B. Kuiper. iZij
zocht dezen in zijn waning op. Getuige heeit
bij Kuiper gebcid, doch er werd niet opair
gedaan. Kali had zijn vrouw bij: zich. Getuige
heeft zich verdekt opgesteld, ook de broer
van getuige en diens vrouw zijn gekomen.
Getuige heeit van 8 uur tot 10 uur op waclit
gestaan en toen weer gebeld Later is bekl.
voor den dag gekomen. Zij schrok toen ze
getuige zag en is naar de moeder van getuige
gegaan. Getuige heeft toen met bekl. een on-
derhoud gehad. Getuige heeft gevraagd hoe
zij aan al dien opschik kwam. Je geeft zoo-
veel uiit, ilk ben bang dat je me besteelt, of ver-
dien je het op een andere manier. Precics
wist getuige niet meer wat er allemaal be
sproken Bekl. heeft gezegd dat ze pl.m.
10 per week van Kuiper kreeg. Aan Kuiir
pePs vrouw heeft bekl. erkendi, dait zij' om-
gaing had met haar eebtgenooit. Bekl. zeide dat
alles wat zij droeg, zelf door haar is aange-
schaft. Bekl. was bij' Kuiper geweest, dat bo-
kende zij. Bekl is met Kuiper in huis gegiaan,
omdat Kuiper haar uitnoodigde even te ko
men rusten, want bekl. was erg moe. Bekl.
had eenige relatie met een breeder Van gezogh
den Kuiper. Van dezen heeft zij ook eenige ca-
deaux gekregen, o. m. een zilveren beureje,
maar'geen geld. De omgang is niet op eene
verloving uitgedraaid. Beklis de zijdeur uit-
gokomen. Zij, is naar de Vijzelsfraat gegaan,
naar de woning van de moeder van Kalf.
Daar zijn ze later met hum vieren, Kalf, diens
brooder en de respectieve vrouwen, bij haar
gekomen. Er is niet gesproken over den op
schik van bekl. Ze heeft niet gezegd: „De
kroom is nu toch van mijn hoofd, ik ben te
ver gegaan." Wel heeft ze gezegd dat er
nieis bestond tusschen haar en den heer Bar-
tholomeus Kuiper. Ook het gesprek met Kui-
per's vrouw is niet zoo geweest als Kalf heeft
verklaard. De vrouw van Kuiper zei„Heb je
onigang met mijn man?" Dit ontkende be
klaagde en zeide: „Als u mij niet gelooft,
vraag het dan aan uw man."
De zitting werd geschorst tot's avonds half
acht.
Daarop werd het verhoor voortgezet Van
getuige Kalf.
Dc verdediger stelde hem verschillende vra-
gen:
Heeft getuige bekl. reeds lang tevoren na-
gegaan? Ja, maar niets ontdekt. Ook de
broer van bekl. en de jongste bed'iende hebben
beklaagde nagegaan. Ook een brigadier van
politie en een pakhuisknecht hebben bekl. be-
spiomneerd. Niemand heeft iets kunnen con-
stateeren. Een situatieteekening van de Zuid-
straat, Trechtersteeg, Achter Zuidstraat c.a.
werd door magistraten, verdediger, beklaag-
le en getuige Kalf bezichtigd.
Het buis van B. Kuiper staat Zuiidlstraat,
hoek Trechtersteeg. Verdediger stelde nog tal
van vragen aan getuige Kalf.
Hierna werd de ziekenverpleger Albertus
Kalf, broer van vorigen bekl., gehoord. Hij
had bezwaar tegen den eed' en deed de belof-
te. Het vragen- en antwoordenspelktje werd
nu op denzelfden voet voortgezet.
Getuige heeft bekl. niet rechtstreeks uit
Kuiper's woning zien komen. Getuige wist
niet precies meer wat er in de woning zijner
moeder is besproken. Het is reeds anderhalf
jaar geleden. Hij wist wel dat bekl. heeft ge
zegd, dat ze niet kon laten bij Kuiper te kon
'men. Ze hield nu eenmaal veel van hem.
Bekl. verklaarde, dat ze n i e t heeft gezegd
dat ze veel van Kuiper hield.
Pleiter wees op de tegenstrijdige verkla
ring door dezen getuige nu afgelegd. Hij
heeft voor den rechter-commissaris verklaard
dat hij bekl. uit de achterpoort van Kuiper's
huis heeft zien komen. Getuige zeide dat zijn
verklaring voor den rechter-commissaris af
gelegd, de juiste is.
Hierna werd gehoord de echfgenoote van
Jb. Kalf. Deze heeft niet gehoord, dat Gre
zeide geld van Kuiper te hebben ontvacgen.
Haar man heeft gezegd, dat ze Kuiper moest
laten schieten. Daarop zei ze: „Dat kan ik
niet, ik hou te veel van hem." Dit ontkende
beklaagde.
Getuige fourier Spijer is met de vrouw van
B. Kuiper naar de moeder van Kalf gegaan.
Daar heeft de vrouw van Kuiper bekl. onder-
houden over de verhoud'ing tusschen haar en
den man van mej. Kuiper.
Bekl. ontkende dit. Ze zef: „Vraag dat aan
uw man". 'Ze gaf toe een keer bij Kuiper te
zijn geweest. Bekl. zei ook dat ze den Helder
niet kon verlaten. Ze was te vfer gegaan. Be
kl. zeide dat ze niet kon besluiten uit haar be-
trekking te gaan.
'De verdediiger vroeg of getuige iets wist
van plannen om dit meisje er in te laten loo-
pen. Daar is niet in het biizijn van getuige
Spijer over gesproken;
Mcvf. N. Kuiper, gehuwd' met B. Kuiper,
werd nu gehoord. Deze getuige werd gewe
zen op het gewicht van den eed Getuige heeft
/in de woning van de wed. Kalf een onder-
houd gehad met bekl. Ze vroeg of het waar
was dat zij omgang had met den man van ge
tuige. De bekl. heeft geantwoord: Vraag oat
aan uw man. Later heeft ze aan. Kail bekend,
dat ze een keer in de woning van Kuiper was
geweest, maar niet meer. Ze zei ook tegen
KalfU is geen man van uw woord. Hij had
beloofd er niet over te spreken, als zij Kui
per liet loopen. Mevr. Kuiper had het echtcr
gehoord van een ander. Bekl. zeide dat Kalf
'had beloofd verder over de zaak r.iet meer te
zullen spreken. Getuige zeide dat beld. een
brief van haar man had gehad. Daar stemrf
aites in wan era moest antwoorden, want adjm
vrouw wist alles.
Getuige heeft gezegd: Ik ben 6 jaar gean-
gageerd geweest met mijn man, maar een net
meisje neemt geen geld aan. Het meisje ant
woordde toen: Alls je z66 begimit, geef ik geen
antwoord meer. Bekl. herinnerde zich dit ge
sprek niet. Wel heeft mevrouw gezegd: Het
stond je daar in huis zeker wel aan.
Mej. Antje de Haan, wed. L. Bute, heeft be
klaagde er op gewezen; dat ze geen relatiei
met een getrouwden man moest onderhou-
den.
Ze wilde niet met haar vader meegaam. Ze
wilde eerst afscheid nemen van den man dien
zij liefhad. Bekl. stond in wanhoop in de keur
ken van Kalf. De dochter van getuige is de
vrouw van Jb. Kalf en deze heeft den vader
van bekl. uit Alkmaar medegebracht. Ze zei-
den dat zij dien getrouwden man moest la
ten loopen. Ze antwoordde toen: Dat kan ik
niet, daar heb ik te veel voor opgeofferd. Ge
tuige sprak het meisje hartelijk toe; maar be
klaagde bleef bij haar aangenomen houdinfl
volharden.
Hierop werd gehoord de wed. Jb. Kalf,
waar bekl. in den kost is geweest Met deze
getuige werd nog eens behiaadeld wat er dien
avond in de woning van de wed. Kalf is be-
handield. BekL heeft gezegd dat de kroon van
haar hoofd was weggenomen.
Thans werd aangevangen met het hooren
der 9 getuigen k decharge.
Neeltje Kuiper, huisvrouw van Jan Fran-
cino heeft met Jb. Kalf in den winkel over be
klaagde gesproken. (Getuige is een zustet
van B. Kuiper). Kalf prees bekl. en, zei dat ze
een vrijer had. Hij had haar laten nagaan
door eeni politieagent en een pakhuisknecht,
buiten weten van zijn vrouw.
(De vrouw van Jb. Kalf heeft bekl. de poort
bij Kuiper zien ingaan.
Mej. E. Kunst, echtgenoote van L. Spijer,
verklaarde, dat 'bekl. aan mevr. Kuiper heeft
gezegd dat ze wel eenig geld van Kuiper
kreeg. Ze zei dat het te ver was gegaan en't
zoo niet meer kon afmaken.
Mej. Boerke heeft gezien, dat er voortdu-
read samenkomsten waren ten huize van
haar buurvrouw, mej. de wed. Kunst. Ze kon
hooren wat er gesproken werd en ze hoorde
een stem, vermoedelijk die van den vader van
mevr. iKuiper, die zei: Alia je liegit, moet j«l
goed liegen. Getuige deed een gewichtig 'ver
haal, dat ontijdig door den president werd
afgebroken. Er is ook gezegdZe zouden die
meid er in laten loopen voor meineed en haaX
dan aanklagen.
Daarop konden alle gehoorde getuigen ver-
trekken, anders kondien ze den trein niet
meer halen.
Gehoord werd nog de dochter van vorige
getuige, Boldina Boerke. Ze bevestigde de
verklaring van haar moeder. Mej. Sdiellinger
heeft gezegd: Wij hebben ons best gedaan
en goed getuigd1. Als het misloopt is het da
ze schuld -niet.
De fruithandelaar van Wet heeft bekl. en
B. Kuiper zien loopen, vlak achter elkander.
De vader van beklaagde werd ook nog als
getuige k decharge gehoord. Hij heeft niet
gezegd tegen Greet dat ze het moest laten
L met Bartholomeus Kuiper. Zijn dochter sprak
niet en deed niets dan schreien. Zijn dochter
is geen jongensgde. ZA\ is een1 gesloten karak-
ter, norsch en stuursch.
Ete hulploods A. J. Kuiper heeft kennis aan
bekl. gehad. Hij is wel eens met haar Uit ge
weest en heeft haar kleine cadeautjes gege
ven. Hiji is niet met haar verloofd geweest.
Hij haalde haar van den winkel en brachlt
haar weer thuis. B. Kuiper is zijn breeder.
Getuige heeft van St. Nicolaas 1920 tot in
den voorzomer 1921 met beklaagde geschap-
reld.
Als laatste getuige werd gehoord de 45-ja(»
rige gezagvoerder B. Kuiper.
Verdediger vroeg of beld. heihaaldelijlc id
de woning van getuige is geweest. Deze ante
woordde 1 maal. Geld heeft hij haar nooit
gegeven Getuige had geregeld zeedienst. Ge
tuige heeft nadat beklaagde biji Kalf vandaan
was, vooridurend vrouwen om het" huis zien
loopen- Dat waren de wed. Bute en da vrouw
van Kalf. Zij zagen elkaar niet veeL
Het G. M., dat om 10 uur aan het woord
kwami, zeide kort te zullen zijn. Het achtte
het ten laste gelegde volkomen wettig en. over-
tuigend bewezen Bekl. heeft opzettelijk on
dler eede een valsdhe verklaring afgelegd1. Er
is meineed gepleegd. Het O. M. vorderde 2
maanden gevangenisstraf.
Mr. de Groot zeide zijn best to doen om
zich met het oog op het late uur zooveel mo-
gel ij'k te beperken. In dezte zaak staan echter
groote belangen op het spel en dan moet men
de verdediging zoo goed mogelijk voeren.
Pleiter bestreod daarop de dagvaarding
uitvoerig en kwam daarna op de persoon van
beklaagde. Zij heeft plechtig aan den verde
diger Verklaard, dat er nooit iets tusschen
Kuiper en haar is geweest.
Pleiter overlegde een attest van een medi-
cus en uit dat attest zal blijken, dat het meis
je dd waanheid heeft gesproken. Dait was voor
verdediger een epoorslag oin haar verdedi
ging op zich te nemen. Bekl. heeft niet be-
wust en onwaarheid gezegd. In den Helder
wordt ontzettend veel gekletst. De getuigen-
verklaringen zijn het grootste bewijs dat er
gekletst is. De wonderlijke eenstemmigheid
bewijst zulks. Bekl was opgewonden en was
zich dus niet geheel bewust wat ze zeide. Het
meisje had een goeden naam en pleiter kon
zich voorstellen., als men haar mededeelt dat
mien voor haar de politie op post heeft gezet
con haar gangen na te gaan, dat men dan uit
z'n vel springt. Bekl. heeft positief ontkend
geld van Kuiper te hebben aangenomen. Aan
de getuigenis van B. Kuiper, die hetzelfde be- -
weert, is toch ok eenige waarde te hechten.
Bekl. had losse verkeering met den broer van
B. Kuiper. Pleiter schrijft het spionnagestel-
sel, dat ten opzichte van bekl, is uitgeocfend,
toe aan jalouzie van Kalfs zuster, die ook in
den winkel van Kalf werkzaam was. Het is
de ibedoeliing EbedcL door die beni te laten vat-
len en daardoor het cureele proces te winnen.
Er is geen enkel bewijs bijgebracht dat bekl.
in intieme relatie stond met get. B. Kuiper.
Bekl heeft er belang bij dat naar zaak door
de rechtbank ernstig en zorgvuldig overwo-
gen wordt. Resumeerende verzocht pleiter
dec rechtbank eerbiedig deze zaak emstig
onder het oog te zien. Het zou verschrikkelijk
zijn als dit leven zou worden geknakt door
een' veroordeelend vonnis.
De Officier repliceerde nog kort en de ver-
dedigier beantwoordrie hem, waarop die uii-
spraak werd bepaald op 23 JanuarL