Alkmaarsche Courant
Amsterdsmsche week.
Damrnbriek.
ABM
IW."
m b
■Cvvvt
mm mm
n m m m w'
war m jb
Ilit bet ieven van Dorus Rijkers.
Zevengesterhte.
m m m a m
w*r* m ft 1
s i I
HI H m l:
Zaterdag IB Januari.
F e u i 11 e to 11.
No. 11. 1921.
Honderd Yler en Twlntlgste Jaargang.
L
Toen het door de lezers van de Alkmaar
sche Courant voor Dorus Rijkers bijeenge-
brachte al een heel aardig sommetje be-
gon te worden, is een familielid van den
ouden zeeheld op het Redactiebureau ge-
weest om eens voorzichtig te polsen wan-
neer we van plan wareu Dorus in het bezit
van zijn kapitaaltje te stellen.
Dorus was er erg aan toe, hij wist, dat
er in Alkmaar een spaarpotje voor hem ge-
maakt werd en nou zat hij er al zoo'n beet-
je naar uit te kijken.
We konden ons heel best begrijpen dat
Dorus naar zijn geld verlangde maar
er kwam elken dag nog een aardig som-
ictje binnen en als we Dorus bezocht had-
den zou 't met de giiten gedaan zijn.
Dan konden we niet opnieuw weer een
inschrijving open en daarom was het in
Dorus' eigen welbegrepen belang, dat we
de inzameling niet staakten, terwijl er nog
dagelijks uit Alkmaar en omgeving bijdra-
gen voor den ouden menschenredder naar
het Redactie-bureau gestuurd werden.
Als Dorus, hebben we toen gezegd, dan
zoo dringend een vijitig gulden noodig had,
dan moest hij dat in Den Helder maar ah
voorschot zien te krijgen en het familielid
van Dorus dacht dat dit geen bezwaar zou
wezen omdat er in Den Helder nog wel
menschen waren die Opa Rijkers met ge-
noegen aan wat duitjes zouden helpen.
Maar al gauw kwam 't uit, dat Dorus niet
zoo gemakkelijk aan zijn geld zou komen.
Een paar weken later, op een Zondag-
middag, kwam hetzelfde familielid naar
Heiloo met een ouden, langen en forschen
man, die een mooien, dcor weer en wind
vergroefden kop en een schippersbaardje
had en die niemand anders dan Dorus in
eigen persoon bleek te zijn.
Toen zijn duffelsche jas aan den kapstok
hing, kwam een breede rij groote medailles
te voorschijn en de oud-schioner zette zich
behagelijk in een gemakkelijken stoel en
vertelde, dat hij maar eens kwam kijken
of hij misschien al wat krijgen kon.
Zijn Alkmaarsche familie had hem zoo
nu en dan eens de kranten opgestuurd en
zoo was hij aardig op de hoogte geblevea
van den steeds grooter wordenden spaar-
pot.
Hij had eerlijk gezegd erg dringend wat
geld noodig en 't was hem in Den Helder
niet gclukt er een voorschotje op te krijgen.
Hij had een goeien vrind, die er nog al
warmpjes bijzat en daar was hij dan een
week te voren naar toegestapt om te vra-
gen of die hem een sommetje van vijftig
gulden zou willen voorschieten.
Die vriend had er geen ooren naar, maar
Dorus had triomphantelijk de Alkmaarsche.
courant uit zijn zak gehaald en laten lezeu,
dat er nou on het bureau bij de Redactie
al een paar honderd gulden yoor hem klaar
lagen, die elken dag overgestuurd konden
worden.
Toen had de ander erg aandachtig de
krant gelezen, maar Dorus kreeg geen cent.
Want de vriend vertrouwde't zaakje niet.
't Stond wel in de krant maarze
schrijven zooveel in de krant dat later niet
waar blijkt.
Dorus had zijn welgedanen vriend boos
den rug toegedraaid.
„Weet u wat ik dacht meneer".
,,Neen Dorus".
En Dorus zei uit den grond van zijn hart
lets dat ook met te sterk verhitte lampe-
glazen kan gebeuren.
Ja, 't was niet moo!, maar hij zou geen
ouwe verontwaardigde zeeman geweest zijn
als hij wat anders gezegd had.
Natuurlijk moesten we z'n medailles be-
kijken.
Hij haakte de heele rij van zijn borst af
en toen we ze allemaal een voor een beke-
ken hadden, haalde hij er nog een partijtje
uit zijn broekzak.
En uit zijn vestjeszak diepte hij een gou-
den horlogc op met inscriptie en met't por-
Roman door Margaretha Bcihmi
Naar het Duifsch door C. M. de W.
Geautoriseerde vertaling).
50)
„U is heel vriendelijk mevrouw, ik zal zoo
aanstonds van uw vriendelijke uitnoodiging
gebruik maken."
Zonder pijn weggezondensprak Inge tot
zich zelvehet amuseerde haar meer dan het
haar ergerde. Op zulk een onnmddellijke straf-
oefening was zij niet voorbereid geweest. Het
gelufcte haar Ulla te weaken en haar onder
vier oogen hetgeen was voorgevallem xnee Jb
deelen.
„A'ls je verstandig bent, voorkom je haar
en zeg dat je heengaat," besloot zij.
Het schrrien stond Ulla nader dan het
lachen. „Dat is vreeselijk ,Inge. Had ik mij
toen toen maar niet door je laten overhalen
tot die dwaze streek in Landeck. Misschien
is de zaak nog bij te leggen als ik vriiwil-
lig alles opbiecht en jou alle sdiuld geef. Je
had toch eigenlijk alleen schuld."
„Wat mij1 betreft miag je me zoo zwart ma'
ken als je maar wilt en je zelf zoo. blank als
sneeuwwitte bloesem. Ik veriaat dit gastvrije
huis en hoop er nimmer meer een voet te zet-
ten. Goeden nadit Ulla."
Inge d'aalde verdrietig de trap af. De
karakterlooze houurng van Ulla veroorloot
haar niet zooals ze graag gedaan had1 de
zaak van de humoristische zijde te bekijken.
Den volgenden nacht had zij verwonder-
lijke, verwarde droomen. De booze fee Male
Mayer had dr. Morrison in een rooden cac
tus veranderd en Bredenscheit gaf Inge be
vel den cactus in het vuur te werpen zoodat
de vlammen het deksel uitsloegen. Toen zij
de ,hamd uitstrekte om den cactus te grijpen,
zette deze zich uit, nam steeds in omvang
toe, zoodat hij monsteraditig groat werd en
tret van den vader van den Duftschen ex-
keizer.
Van keizer Wilhelm zelf had hij ook nog
wel een gedachtenisje en hij haakte een
groote dasspeld los, een gekroonde W„ af-
gezet met tal van kleine diamantjes.
Dat mochten we alles heel voorzichtig
bekijken en elke medalje, zei hij, had een
geschiedenis.
Daar was het broederkruis van de Ne-
derlandsche Leeuw, het burgerkruis 2e
klasse van de Leopoldsorde van den koning
van Belgie, een gouden medalje van de
ouwe koningin van Engeland en een van
den koning van Italie, een medalje van ko
ning Willem III, een van de koningin-regen-
tes, een van de koningin, medaljes van de
Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaat-
schapp'ij en van 't Nut van 't Algemeen en
notf wat andere.
Allemaal had Dorus ze ni%t meer, want
een groote gouden had hij uit geldgebrek
al een paar jaar geleden moeten verkoopen.
Dat was m toen erg aan zijn hart ge-
gaan, maar je moet toch leven en hij was
nou den koning te rijk, dat er voor hem ge-
zorgd werd en dat hij al zijn kostbare hul-
deblijken voortaan ongeschonden bij elkaar
zou kunnen houden.
Toen hebben we Dorus een deel van zijn
kapitaaltje gegeven en beloofd, dat we hem
alles ter hand zouden stellen als er wat
weldra te verwachten was een som van
vier honderd gulden bij elkaar gebracht
zou zijn.1
Zoo kon hij welgemocd weer naar Den
Helder vertrekken en hij beloofde dat hij
zijn voomaamste avonturcn nog eens goed
in zijn geheugen zou prenten, omdat ze de
lezers van onze courant waarschijnlijk wel
zouden interesseeren.
Dat wou Dorus wel graag doen, want hij
was ze allemaal heel dankbaar dat ze hem
op zijn ouwen dag zoo prachtig aan een
kapitaaltje geholpen hadden.
Zoo nit. zijn hoofd wist hij niet zoo pre-
cies meer wat voor schepen in de buurt
•van de Noorder Haaks al verongelukt wa
ren en ook niet precies hoeveel menschen
hij daarvan behouden in Nieuwediep ge
bracht had.
De Noord- en Zuid-Hollandsche Red-
dingmaatschappij ha'd, toen hij als schipper
van de reddingsboot gepensionneerd we:d,
een mooie oorkonde met penteekeningen
van schipbreuken laten maken en toen had
hij al die schepen en al die menschen moe
ten opgeven en dat hadden ze allemaal
met de jaartallen en de namen van de kap-
teins er bij, in mooie lettertjes op 't papier
gezet, zoodat 't een heel schilderij gewor-
den was en Dorus er een lijst om had laten
maken.
Daar stond dan op dat hij 498 menschen
het leven gered had, maar Dorus was later
bij "t overdenken tot de ontdekking geko-
men, dat hij nog een paar schepen vergeten
had en dat 't schilderij daarom niet heele-
maal goed was.
't Waren er in de vijfhonderd die hij be
houden van hun kapot geslagen schepen
aan land gebracht had.
In 1872, toen hij nog vletterman was,
strandde de bark Australie op de Noorder
Haaks en daar had hij toen met zijn eigen
vlet op goed geluk al 25 menschen afge-
haald en in dat jaar was hij ook tot schip
per van de Heldersche reddingsboot geko-
zen.
Daarna vermeldde de lijst een veertigtal
schepen, waarvan het laatste, de Elfride, in
1911 op de Razende Bol gestrand was.
Toen bij 60 jaar was moest Dorus als
schipper van de reddingsboot bedankt wor
den, maar hij wou nog graag vijf jaar blij-
ven en't werd toegestaan, omdat zijn oogen
nog best waren en hij op de boot, zooals
hij zelf zei, altijd zuiniger geweest wa3 dan
op zijn Zondagsche jas.
Er mankeerde nooit wat aan.
Nou was hij 76 jaar en hij zat juist te
vertellen dat Broekhuys hem een paar da-
gen geleden een nieuwe fiets cadeau ge
daan had, toen de tram kwam en Dorus er
weer in moest.
Dankbaar voor alles wat de menschen in
Alkmaar nou toch allemaal op z'n ouwen
dag voor hem gedaan hadden, trok hij weer
naar 't noordelijkste puntje van onze pro-
vincie met de belofte dat hij ons in zijn
eigen huisje wat van zijn leven en avont'i-
ren zou vertellen.
TJEERD.
de heele kamer vulde en tuschen de bladen zat
mevrouw Bredenscheit met een schont vol
scherpe naalden die zij naar Inge toewierp.
Inge wou weg loopen, maar ze kon niet. Plot-
seling stond Bredenscheit weer naast haar,
schudde aan den boom, zoodat zijn vrouw
hals over kop naar ibeneden viel, toen nam
hij Inge op zijn anmi en bracht haar naar de
kamer daamaast waar de cotillon gedanst
werd: op de wiijs van' idle muziek in het theater
Metropobl. Morrison kwam met een groote
ster naar haar toe, maar toen hij vlak bij
haar was maakte hij een langen meus tegen
haar en versierde Male Meyer met de rid-
derorde. De muziek blies een fanfare. Toen
ontwaakte zij.
Den volgenden avond toen zij thuis kwam
vomd zij Ulla op haar kamer. Mevrouw von
Auerbach had haar's morgms drie maan-
den salaris vooruit betaald en haar in alle
stilte weggezonden. Zij was tot't laatst aan
foe nog heel vriendelijk geweest en had ge-
dacht dat Ulla zeker zelf graag verdween
uit een kring, waarin zij dagelijks gevaar
liep aan een episode uit haar leven herinnerd
te worden die toch liever verzwegen en be-
graven moest blijven. Tegenover Ulla's ver-
slagenheid hield Inge maar voor zich dat
zij dezen loop van zaken voorzien had. „Je
blijft natuurlijk vooreerst hier. Tot Lodewijk
komt. Je hebt toch, hoop ik, al de vodden, die
mevrouw Auerbadh je gegeven' hebt, daar in
huis gelaiten..."
„Dat ontbrak er nog maar aan. Daarvoor
heb ik mijn persoon eerlijk naar de markt ge
bracht. Geen stuk gaf ik weer terug." In Ul
la's bleeke gezicht gloeide de oogen met rigen-
zinnige vastberadenheid1. Zif wou in Berlijn
blijven. Haar oude heer moest haar de rnid-
delen verschaffen stenographic te leeren.
„Jawel; zoo eenvoudig als het er uitziet is
het typen niet", zei Inge emstig. „Je wordt
er doodmoe van."
Ulla bleef bij haar plan. Geen tien paar-
den kregen haar uit Berfijia. Het vegeteeren
in haar ouderfijke waning kon men geen le-
(aieuwe serie.)
XIV.
Qetn t-sce wethcaitr.
De Machtige word: steeds machtiger!
Tot dusver beheerde hij „ar.e-en" finandgn
en gemeenrebedrijveti tuussei da pea!
Thans heeft hiji er nog het grootste gedeelte
vani de „erfen:is" van zijn partijgenoot Vlie-
geni: Onderwijs en Kiunst, bij gen omen. En
straks zal biji als oudste wei'houdier ook nog
den Burgemeester vervangen, .als deze ge-
lijk gebtruikelijk is na de begrooting een
tijdje bulten gaat uitblazen. Inderdaad bo-
gin t men zich in gemoede af te vragen of de
heer Wilbaut niet te veel hooi op zijn vork
neemt; of de last hem, den Machtige, ten
slotte niet te machtig zal wordenal faeeft
hij breede, en, ondaniks zijn leeftijd, krachtige
schouders.
Het was deze vraag die Woensdagavond
het vrijzinnigdemocratisch raadslid, de heer
Abrahams, op zijn gewome scherpe wiiize
naar voren bracht. De Machtige zweeg, oe-
woordde. B. eni W., zoo zeide hij, nemen de
sCheiden. Maar Burgemeester, de Vlugt ant-
volle verantwoordelijik'heid voor den gang
van zakem bij| Onderwijs want over die af-
deeling vooral ging 'het op zich. Bovendien
de toestand zal, maar 8 miaanden diuren.
Het was dit argument vooral, waarop B.
en W. nadruk hebben gelegd in de toeliich-
ting tot hum voorstel om vooiloopig maar
niet to voorzien in de vacature-Vliegen, maar
het tot September a.s. met 5 inplaats van 6
wehouders te doen. f'De heer Vliegeni heeft,
zobal® mien1 weet, bedankt voor zijn wet'hou-
derschap, in verband met zijne verkiezing tot
lid van de Tweede Kamer). B. eni W. stelden
de zaak zoo! Als de Raad zich, zoo tegen de
verkiezLngen, demissionair geVoelt, pleegt hij
toch geen groot werk weer in handeni te ne
men. Dus kunnen wij het eigenilijk geduren-
de dien itijd best met een wethouder minder
doen. Dat bespaart bovendien nog geld.
Waarbiji dan nog dit argument kwam: de
man die nu benoemd wordt tot wethouder,
zal zeer geruimen tijd noodig hebben om er
zich in te werken; en over 8 maanden wordt
hij er misschien al weer uitgewerictdus kun
nen wij evengoed gediuren.de dien tijd den ze-
tel: onbezet houden.
Geheel onverdadit was die redeneering
niet men zal het moeten toegevem, als men
bederikt dat B. en W. den Raad inderitijid let-
terlijk gesmeekt hebben om een zesden wet
houder: Het ging niet laager z6o, heette het
toen. De (vijf) Wethouders en de Burge
meester waren overbelast met werk. Dp die
manier, konden zijl ach: niet langer verant-
w oordelijk stellen voor den gang van zaken.
De Raad, zeer onthutst en veron trust, stem-
de, na eenig tegenstribbelen, toe. En hoe is nu
de praddjk geweest? Dat de heer de Miranda
eene zeer Jangdlurige Russische reis kon
doen; dat de heer Ter Haar geruimen' tijd
ziek is geweest, eni dat de vacature-Vliegen nu
onbeizet kan blijven gedurende 8 maanden.
Intusschen, heeft men! biji de beoordeeling
van de quaestie van den zesden wethouder,
of liever van hetgeen] zidhi daaromtrent heeft
afgespeeld in den Gemeeniteraad van Am
sterdam, ook en vooral den politiekeni kant in
het oog te vatten,. Wethouder. Vliegen. die den
derden socia a 1-delmocr a tischen wethouders-
zetel in het college van B. en W. bczette, is er
het vorig jaar biji de tosschientijdisdie ver
kiezing tengevolge van de grensiwijziging
als bij| venrassing ingekomen. Hijl dankte zijn
zetel aan eenmonsterverbond; het ver-
bond tusschen de sociaal-ddmocratische en' de
Vrijheidsbondsdie raadsfractien; een ver-
bond dat gesloten werd alleen voor den dgpr
van de wethoudersbenoeming, maar dat, zoo
als men zich herinneren zal, heel' wait stof in
het land heeft doen opwaaien, (zoo kort na
de algemeene verkiezingen, toen1 S. D. A. P.
en de Vrijheidsbond elkander verbittcrd be-
streden hadden). Ik moge er aan herinneren'
dat beide partijieni er zich toe genoopt gevoel
lijike pax^-
den Vrij
heidsbond namen deze een houding aan (zoo
meend'e dte Vrijheidsbondfractie) van: ik zal
handel-en zonder en over u En aan de S. D.
A. P.-sdhe fractie stelden zij den* eisCh dat
deze voor goed het beginsel van het stakings-
recht der Gemeentewerkli'edien zou afzweren.
'Deze aanVal op elk hiunner bracht den Vrij
heidsbond en ae S. D. A. P. in onzen, Raad
te zarnen. En door deze sameniweTking werd
den dloor de houding van de kerkdijke par
ti jeni in den Raad. Ten aanzien van den Vrij-
ven aoemea. Ieder miensch heeft het recht,
zelfs den plicht, zijn leven zoo in te richten,
dat het aan het woord eleven" beantwoordt.
Wis dat niet wil of niet kan, is laf of dom.
Ulla was vast besloten, dezen hoogsten men-
schelijken plicht naar hartdust te vervudeo.
Mr. White's inkoopsms was in aile op-
zichten naar wensch afgeloopen. De heeren
Kolberg en Zonen profiteerden bij de inkoo-
pen van den Australier ongeveer twee hon
derd duizend mark; de chef was zelden beter
in zijn hrnneur geweest dan omniddellijk na
Mr. White's bezoek na (te reis. Deze verge-
noegde stemming straalde af op Lodewijk.
Mijnheer Kolberg decide hem mede dat hij
hem een gratificatie schonk van driehondend
mark, daarenboven zou men als bijzoodere
gunst en bewijs van waardeering zijn leer-
tijd zes weken bekorteni. Hij1 kreeg verlof van
25 Augustus tot 30 September. Tegen half
October kon hij als employ^ van de finma
Kolberg op reis gaan naar Rio de Janeiro
en zich daar ter beschikking stellen van den
vertegenwoordiger der finma aldaar. Aan-
vangsalaris berekend naar Duitsdi geld
vierhondend' mark in de maand buiten de
reiskosten. Nla verloop van een jaar zou hij
misschien als 'alles gtoed ging drie pet. pro-
visie omtvangen van den omzet in Brazilie.
Evenals zijn chef en de Australier had Lo
dewijk alle reden om tevreden te zijn over
het resultaat van die reis. De betrekking in
Rio de Janeiro was het begin, grootere re-
sultaten konden volgeni. De jonge man die
het laatst drie jaar in Rio geweest was en
twee jaar in Shanghai stond nu aan het
hoofd van het ©Baal in Yokohama. Lodewiik's
plannen en idealen gingen een heel andere
richting uit. Hij wou het liefst spoedig zelf-
standig wezen. In ieder geval was die betrek
king in Rio daartoe een' zeer geschikt begin.
Todi kon hij zich niet uitermate verheugen
over die goede voofmitzichten voar zijn. car-
de trite! ag van de wefomrrieiabenoetrring 2*36,
dat de S. D. A. P. een zetel meer kreeg dan
haar anders waarschijnliik zou zijn toe ge-
vallen, en dat ook die Vrijneidsborid' een zetel
in bet college veroverde. Dp diem zetel-Vlie-
gec hadden de katholjeke- gejrr^end (Hun
candidaat was d« beer ven FHjiag Drabbe)
En roero moet erkennen dat zif, op grond van
hunne getalsterkte in den1 Raad. ook recht
hadden op twee zetels in het college van B.
eni W. (Efei zetel werd reed® bezet door den
heer Wierdels). 'Dus is het te begrijpen dat
zijl nu niet wildlem ingaan op het voorstel! van
de sociaal-democraEsche raadsfractie, om
den1 door het heengaan. van den heer Vliegen
openkomendeni zetel weder aan d« S. D. A. P.
te gunnen. En, wat sterker was, ook de Vrij-
heidsbondlfracne, haar oude bondgenoote,
wilde daartoe niet meer ineewerken.. Die was
teruggekeerd van de politieke dwalingen
haars weegsi en verkiaarde Woensdag. bij
(monde van dien, heer Stable, dat zijl nbeh een
sociaal-democraat, n5ch een katholiek zou
stemmen.
De toestand was dus 266, dat er een1 hevi-
ge strijd tusschen de verschillende partijen
zou worden gestreden. De candidaat van de
sociaal-democraten was de Voorzitter der
fractie, de heer Ed. Polak; die van de katho-
lieken weder die heer von rrijtag Drabbe; en
dan was er nog ieeni derde candidaat, de heer
Abrahams, die niet, als de beide anderen, een
fractie van beteekenis achter zich had (de
vrijZinnig-diemocratisdie raadsfractie telt te-
genwoordig niet meer dan twee leden en van
dezen was er een, de heer Molting, nog ziek)
toaar die er hoopte te komen' door den steun
van zeer uiteenloopende elementen, burger-
lijke zoowel als sociaal-democratische. Juist
waar de christelijke partijen noch de S. D.
A. P. zelve eene voldoende meerderheid had
den, en. scherp tegenover elkander stonden,
hoopte hiji er. ten slotte met beider steun te
komen1.
Misschien zou dit ook wel gebeturd zijn,
als B. eni W. niet hadden voorgesteld om
voorloopig maar niet in de vacature-Vliegen
te voorzien. Zij! redeneerdieni natulurlijk en
dat is begrijipelijk waarom al die om-
haal, al dat lawaaii, al die strijd voor een
wethoudersdh'ap van S maanden^ waarvan
dan nog de vacanitietijd afgaat. En zij hebben
hub voorstel er door gekregem; niet met eene
behoorlijke meerderheid (201—16 6teimmen).
iMen1 moet nu maar hopen dat de nog altijd
wankele gezondheidstoeStand van wethouder
Ter Haar goedi genoeg blijft, zoodat hiji zijin
werk kan blijiven waaraemen. Anders zou
het college van B. en iW. inderdaad al te
klein wordien. Zelfs voor acht maanden!
WAGENAAR Jr.
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
Van probleem No. 737.
Stand
Zwart: 4, 7, 12/19, 22, 23, 26.
Wit: 24, 28, 30/34, 36, 37, 4i, 42, 43, 46.
Oplossing
1. 23:25
2 19 30
3. 16:27
4. 26:39
5. 17 26
6. 39 28
7. 26:37
1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
34—29
32—27
27—21
37—32
32 :21
28 10
36—31
41 1!
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling,
H. Ranzijn, J. N. K, G. J. v. d. Ploeg en „De
Zoeker" te Alkmaar, J. Smit en Jb. Strijbis te
Heerhugowaard, P. Kleute Jr. te VGraven-
hage en P. de Wit te St Pancras.
De beide volgende standen zijn van den
heer Strijbis te Heerhugowaard:
m m m i
2_2j_
Zwart: 2, 3, 6, 9, 12, 13, 14, 18/21, 24, 31.
mere. Er was iets dat hem drukte, hem be-
nauwde. Zonder dait hij er bepaald reden
voor had. Maar een ding was duidelijk: het
stond met Ulla in verband. Het weerzien was
bijzonder koel geweest. Haar plan, machine-
schrijfster te worden, hinderde hem. Ook die
oorzaak van diih gevod kon hij eigenlijk niet
opsporen, hoe hij er ook zijn best voor deed.
Hij had de jonge meisjes zonder bezwaren de
reis naar Tirol laten' doen; de gedachte dat
zij alleen in Berlijn achterbtewo hinderde
hem.
Mr. White bleef tot het begin van Septem
ber in Berlijn, dien tijd. had hij bepaald voor
zijn vertrek. Herhaaldelijk inviteerdle hij Lo
dewijk en de beide jonge dames in het Kaiser-
hof. Ullla zat dan meesital' ini gedachten ver-
diept, schrikte op als uit den sl aap, wanneer
men haar iets vroeg en deed weimig mee aan
de conversatie. Zij was akelig vlijtig. Inge
kon zich niet genoeg verbazen dat zij' vaak
's avonds nog naar de Handelsscbool ging
om machine te schrijven. Het was zeker om
dat zaj' spoedig wat moest verdienen, want
haar vader, die niets met de zaak op had,
had slechts een zeer geringe som voor haar
opleiding beschikbaar gestcld.
In het midden van den zpmer ging pro
fessor Feierabend naar Noorwegen. Alrons
Schilling maakte toebereidselen tot een reis
naar het '9chwarzwaid, hij: wilde Inge meene-
men, maar raadde haar eerst haar betrekking
op te zeggen bij professor Feierabend. Inge
was het dadelijk met Schilling's plannen
eens. Zif was todi van plan geweest aan Wil
helm inas heriiaalde hartelijke uitnoodiging
gevolg te geven en eenige weken. in St. Bla-
sien te gaan doorbrengen. Berlijn was in
deze hitte niet aanlokkend en. de betrekking
bij Feierabend was zif eveneens van plan op
te geven. Tegen den herfst zou ze naar een
ander beter betaald postje uitzien. Boven
dien verlangde zif vreeselijk naar bosch en
wei en naar vrijheid.
Korten tijid ma Inge's vertrek begreep Ulla
Wit: 11, 28, 30, 32/39, 38, 39, 40, £3, 48,
50.
Wit wint door:
1. 34—29
1. 6:17
2. 29—23
2. 18:29
3- 40—34
3. 29 40
4. 35:44
4, 24:35
5 44-40
5. 35:44
6. 28—23
6. 19:37
7. 38—32
7. 37 28
8. 33:11!
8. 44:33
9. 43—38
9. 33 :42
10 48:10!
Tweede
stand
Zwart: 9/12, 21, 23, 26/28, dam op 36.
Wit: 19, 20, 30, 34, 37, 38, 42, 43, 47, 49.
Wit speelt:
1. 19—13 1. 9:18
2. 38—32 2. 27 38
3. 42 13 3. 36 25
4. 34—29 - 4 25 31!
5. 29 36!
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 738
van P. KLEUTE Jr., Den Haag.
Zwart: 6, 8, 9, 19,
Wit: 22, 26, 27, 28, 38, 40, 48.
Als extra vraagstuU jPen wij liieronde*
als No. 738 a nog een reuken stand van den-
zelfden auteur.
Zwart: 8, 18, 24, 25, 27, 30, 32, 37, 38.
Wit: 34, 39, 41, 43, 45, 47 tot 50.
Oplossingen van bride s. v. p. v66r 17
Januari, bureau van dit Blad.
Correspondent ie. J. S., H. H De
twee geplaatste standen waren van de vijf het
meest geschikt. No. 1 van de vorige week
faalt als zwart op den derden zet 25 34
slaat.
P. K. d. H. Dank voor uw interessanteu
brief, 't Waren leuke standen.
Uit enze Staatsmachine.
DE KAMERLEDEN.
Wat wij gaan schrijven wijkt af van het
geen gewoonlijk onder dit hoofd verschijnt;
wij zullen het niet hebben over het al of
niet afgewerkte product der Staatsmachine,
maar over een deel der machinisten, de le-
den der Tweede Kamer. Nu de heeren met
vacantie naar huis zijn, is het een geschik-
te gelegenheid om eens over hen te spre-
ken, zoo min of meer achter htm rug, of,
wil men, „om hun doopceel te lichten."
Kwaad bedoelen wij daarmee niet; gaame
erkennen wij, dat zij een drukken tijd ach
ter den rug hebben en dat zij, die zelf zoo
gaame pleiten voor verkorten arbeidsdag
voor allerlei arbeiders ,,in den zin der wet",
voor zich zelf niet op een uurtje zien eta
soms tot aan of zelfs over het middemach-
telijk uur vergaderen. Het is in het nu gs-
eindigde jaar zelfs gebeurd, dat 's morgens
om half zes de vergadering van den vori-
gen dag nog altijd voortduurde. 't Is opmer-
kelijk, dat zulke buitengewone nachtelijke
stances altijd bij Oorlog voorkomen: eens
was er de nacht van Staal, nu zou men kun
nen spreken van den nacht van Van Dijk.
Als er zijn, die door deze opmerking tot
diep medelijden met de arme Kamerleden
mochten worden bewogen, dan moeten wij
deze teergevoelige zielen terstond doen op-
merken, dat voortzetting en duur van de
vergadering niet de aanwezigheid van alle
Kamerleden insluit; het is wel gebeurd, dat
ook dat zif de lucht in Beriijn in dit srizoen
niet verdragen kon en ook eenige weken va
cantia moest nemen. Haar moeder was met
de jongere broers en zustera in Brucken-
berg in het Rseuzengebergfce en verwachtte
haar daar ook. Lodewijk begneep dat hij Ul
la niet mocht terug houden. Inge was in
dat ellendige Berlijin1 al bloedaim geworden
Datzelfde lot waditte Ulla. De enkele we
ken in de bergen zou hij haar niet misgun-
nen. Met geweld onderdrukte hij het gevoel
van twijfel d'at nu en dan bij hem opkwam.
Als Ulla's liefde sterk genoeg was om de
jaren der scheiding te 'kunnen doorstaan,
zou zij dan ook die wrinige weken tot zijn ver
trek in zijn nabijheid niet kunnen en moeten
uithouden Misschien was't alleen de druk-
kende hitte der hondsdagm die zijn bloed
warm en zwaar als vloeibaar lood door de
aderen deed loopen. Nooit had hij Ulla met
meer verlangen en weemoed 'liefgehad en
nooit had hij haar koelheid en merkwaardige
terughoudendheid tegenover hem smartebi-
ker gevoeld dan in' dezen tijd. De pijnigen-
vraag hoe hij het zou uithouden twee, drie
jaar larng, misschien nog langer van Ulla
gescheiden te leven, liet hem bijoa geen
oogenblik los. Er wareni tijden dat hij er over
dacht van de betrekking in't buitenland af-
stand te doen. Dan- veer vatte hij het voor-
nemen' op, in Engeland met Ulla te trouwen
en' haar mee te nemen. Hebben twee jonge
menschen die elloaar liefhebben, nu zooveel
noodig om van te leven Het volgend oogen
blik verwierp hij dat denkbeeld weer hij vond
het avontuurlijfc en onuitvoerbaar. Ulla wou
zich niet bekrimpen zij beweerde altijd weer
dat zij nergena meer bevreesd voor was dan
voor een leven vol zorg en geldverlegen-
heid.
(Wordt verve1 gd.)
■555S