Alkmaarsche Courant Amsterdsmsche week. Damrnbriek. ABM IW." m b ■Cvvvt mm mm n m m m w' war m jb Ilit bet ieven van Dorus Rijkers. Zevengesterhte. m m m a m w*r* m ft 1 s i I HI H m l: Zaterdag IB Januari. F e u i 11 e to 11. No. 11. 1921. Honderd Yler en Twlntlgste Jaargang. L Toen het door de lezers van de Alkmaar sche Courant voor Dorus Rijkers bijeenge- brachte al een heel aardig sommetje be- gon te worden, is een familielid van den ouden zeeheld op het Redactiebureau ge- weest om eens voorzichtig te polsen wan- neer we van plan wareu Dorus in het bezit van zijn kapitaaltje te stellen. Dorus was er erg aan toe, hij wist, dat er in Alkmaar een spaarpotje voor hem ge- maakt werd en nou zat hij er al zoo'n beet- je naar uit te kijken. We konden ons heel best begrijpen dat Dorus naar zijn geld verlangde maar er kwam elken dag nog een aardig som- ictje binnen en als we Dorus bezocht had- den zou 't met de giiten gedaan zijn. Dan konden we niet opnieuw weer een inschrijving open en daarom was het in Dorus' eigen welbegrepen belang, dat we de inzameling niet staakten, terwijl er nog dagelijks uit Alkmaar en omgeving bijdra- gen voor den ouden menschenredder naar het Redactie-bureau gestuurd werden. Als Dorus, hebben we toen gezegd, dan zoo dringend een vijitig gulden noodig had, dan moest hij dat in Den Helder maar ah voorschot zien te krijgen en het familielid van Dorus dacht dat dit geen bezwaar zou wezen omdat er in Den Helder nog wel menschen waren die Opa Rijkers met ge- noegen aan wat duitjes zouden helpen. Maar al gauw kwam 't uit, dat Dorus niet zoo gemakkelijk aan zijn geld zou komen. Een paar weken later, op een Zondag- middag, kwam hetzelfde familielid naar Heiloo met een ouden, langen en forschen man, die een mooien, dcor weer en wind vergroefden kop en een schippersbaardje had en die niemand anders dan Dorus in eigen persoon bleek te zijn. Toen zijn duffelsche jas aan den kapstok hing, kwam een breede rij groote medailles te voorschijn en de oud-schioner zette zich behagelijk in een gemakkelijken stoel en vertelde, dat hij maar eens kwam kijken of hij misschien al wat krijgen kon. Zijn Alkmaarsche familie had hem zoo nu en dan eens de kranten opgestuurd en zoo was hij aardig op de hoogte geblevea van den steeds grooter wordenden spaar- pot. Hij had eerlijk gezegd erg dringend wat geld noodig en 't was hem in Den Helder niet gclukt er een voorschotje op te krijgen. Hij had een goeien vrind, die er nog al warmpjes bijzat en daar was hij dan een week te voren naar toegestapt om te vra- gen of die hem een sommetje van vijftig gulden zou willen voorschieten. Die vriend had er geen ooren naar, maar Dorus had triomphantelijk de Alkmaarsche. courant uit zijn zak gehaald en laten lezeu, dat er nou on het bureau bij de Redactie al een paar honderd gulden yoor hem klaar lagen, die elken dag overgestuurd konden worden. Toen had de ander erg aandachtig de krant gelezen, maar Dorus kreeg geen cent. Want de vriend vertrouwde't zaakje niet. 't Stond wel in de krant maarze schrijven zooveel in de krant dat later niet waar blijkt. Dorus had zijn welgedanen vriend boos den rug toegedraaid. „Weet u wat ik dacht meneer". ,,Neen Dorus". En Dorus zei uit den grond van zijn hart lets dat ook met te sterk verhitte lampe- glazen kan gebeuren. Ja, 't was niet moo!, maar hij zou geen ouwe verontwaardigde zeeman geweest zijn als hij wat anders gezegd had. Natuurlijk moesten we z'n medailles be- kijken. Hij haakte de heele rij van zijn borst af en toen we ze allemaal een voor een beke- ken hadden, haalde hij er nog een partijtje uit zijn broekzak. En uit zijn vestjeszak diepte hij een gou- den horlogc op met inscriptie en met't por- Roman door Margaretha Bcihmi Naar het Duifsch door C. M. de W. Geautoriseerde vertaling). 50) „U is heel vriendelijk mevrouw, ik zal zoo aanstonds van uw vriendelijke uitnoodiging gebruik maken." Zonder pijn weggezondensprak Inge tot zich zelvehet amuseerde haar meer dan het haar ergerde. Op zulk een onnmddellijke straf- oefening was zij niet voorbereid geweest. Het gelufcte haar Ulla te weaken en haar onder vier oogen hetgeen was voorgevallem xnee Jb deelen. „A'ls je verstandig bent, voorkom je haar en zeg dat je heengaat," besloot zij. Het schrrien stond Ulla nader dan het lachen. „Dat is vreeselijk ,Inge. Had ik mij toen toen maar niet door je laten overhalen tot die dwaze streek in Landeck. Misschien is de zaak nog bij te leggen als ik vriiwil- lig alles opbiecht en jou alle sdiuld geef. Je had toch eigenlijk alleen schuld." „Wat mij1 betreft miag je me zoo zwart ma' ken als je maar wilt en je zelf zoo. blank als sneeuwwitte bloesem. Ik veriaat dit gastvrije huis en hoop er nimmer meer een voet te zet- ten. Goeden nadit Ulla." Inge d'aalde verdrietig de trap af. De karakterlooze houurng van Ulla veroorloot haar niet zooals ze graag gedaan had1 de zaak van de humoristische zijde te bekijken. Den volgenden nacht had zij verwonder- lijke, verwarde droomen. De booze fee Male Mayer had dr. Morrison in een rooden cac tus veranderd en Bredenscheit gaf Inge be vel den cactus in het vuur te werpen zoodat de vlammen het deksel uitsloegen. Toen zij de ,hamd uitstrekte om den cactus te grijpen, zette deze zich uit, nam steeds in omvang toe, zoodat hij monsteraditig groat werd en tret van den vader van den Duftschen ex- keizer. Van keizer Wilhelm zelf had hij ook nog wel een gedachtenisje en hij haakte een groote dasspeld los, een gekroonde W„ af- gezet met tal van kleine diamantjes. Dat mochten we alles heel voorzichtig bekijken en elke medalje, zei hij, had een geschiedenis. Daar was het broederkruis van de Ne- derlandsche Leeuw, het burgerkruis 2e klasse van de Leopoldsorde van den koning van Belgie, een gouden medalje van de ouwe koningin van Engeland en een van den koning van Italie, een medalje van ko ning Willem III, een van de koningin-regen- tes, een van de koningin, medaljes van de Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingsmaat- schapp'ij en van 't Nut van 't Algemeen en notf wat andere. Allemaal had Dorus ze ni%t meer, want een groote gouden had hij uit geldgebrek al een paar jaar geleden moeten verkoopen. Dat was m toen erg aan zijn hart ge- gaan, maar je moet toch leven en hij was nou den koning te rijk, dat er voor hem ge- zorgd werd en dat hij al zijn kostbare hul- deblijken voortaan ongeschonden bij elkaar zou kunnen houden. Toen hebben we Dorus een deel van zijn kapitaaltje gegeven en beloofd, dat we hem alles ter hand zouden stellen als er wat weldra te verwachten was een som van vier honderd gulden bij elkaar gebracht zou zijn.1 Zoo kon hij welgemocd weer naar Den Helder vertrekken en hij beloofde dat hij zijn voomaamste avonturcn nog eens goed in zijn geheugen zou prenten, omdat ze de lezers van onze courant waarschijnlijk wel zouden interesseeren. Dat wou Dorus wel graag doen, want hij was ze allemaal heel dankbaar dat ze hem op zijn ouwen dag zoo prachtig aan een kapitaaltje geholpen hadden. Zoo nit. zijn hoofd wist hij niet zoo pre- cies meer wat voor schepen in de buurt •van de Noorder Haaks al verongelukt wa ren en ook niet precies hoeveel menschen hij daarvan behouden in Nieuwediep ge bracht had. De Noord- en Zuid-Hollandsche Red- dingmaatschappij ha'd, toen hij als schipper van de reddingsboot gepensionneerd we:d, een mooie oorkonde met penteekeningen van schipbreuken laten maken en toen had hij al die schepen en al die menschen moe ten opgeven en dat hadden ze allemaal met de jaartallen en de namen van de kap- teins er bij, in mooie lettertjes op 't papier gezet, zoodat 't een heel schilderij gewor- den was en Dorus er een lijst om had laten maken. Daar stond dan op dat hij 498 menschen het leven gered had, maar Dorus was later bij "t overdenken tot de ontdekking geko- men, dat hij nog een paar schepen vergeten had en dat 't schilderij daarom niet heele- maal goed was. 't Waren er in de vijfhonderd die hij be houden van hun kapot geslagen schepen aan land gebracht had. In 1872, toen hij nog vletterman was, strandde de bark Australie op de Noorder Haaks en daar had hij toen met zijn eigen vlet op goed geluk al 25 menschen afge- haald en in dat jaar was hij ook tot schip per van de Heldersche reddingsboot geko- zen. Daarna vermeldde de lijst een veertigtal schepen, waarvan het laatste, de Elfride, in 1911 op de Razende Bol gestrand was. Toen bij 60 jaar was moest Dorus als schipper van de reddingsboot bedankt wor den, maar hij wou nog graag vijf jaar blij- ven en't werd toegestaan, omdat zijn oogen nog best waren en hij op de boot, zooals hij zelf zei, altijd zuiniger geweest wa3 dan op zijn Zondagsche jas. Er mankeerde nooit wat aan. Nou was hij 76 jaar en hij zat juist te vertellen dat Broekhuys hem een paar da- gen geleden een nieuwe fiets cadeau ge daan had, toen de tram kwam en Dorus er weer in moest. Dankbaar voor alles wat de menschen in Alkmaar nou toch allemaal op z'n ouwen dag voor hem gedaan hadden, trok hij weer naar 't noordelijkste puntje van onze pro- vincie met de belofte dat hij ons in zijn eigen huisje wat van zijn leven en avont'i- ren zou vertellen. TJEERD. de heele kamer vulde en tuschen de bladen zat mevrouw Bredenscheit met een schont vol scherpe naalden die zij naar Inge toewierp. Inge wou weg loopen, maar ze kon niet. Plot- seling stond Bredenscheit weer naast haar, schudde aan den boom, zoodat zijn vrouw hals over kop naar ibeneden viel, toen nam hij Inge op zijn anmi en bracht haar naar de kamer daamaast waar de cotillon gedanst werd: op de wiijs van' idle muziek in het theater Metropobl. Morrison kwam met een groote ster naar haar toe, maar toen hij vlak bij haar was maakte hij een langen meus tegen haar en versierde Male Meyer met de rid- derorde. De muziek blies een fanfare. Toen ontwaakte zij. Den volgenden avond toen zij thuis kwam vomd zij Ulla op haar kamer. Mevrouw von Auerbach had haar's morgms drie maan- den salaris vooruit betaald en haar in alle stilte weggezonden. Zij was tot't laatst aan foe nog heel vriendelijk geweest en had ge- dacht dat Ulla zeker zelf graag verdween uit een kring, waarin zij dagelijks gevaar liep aan een episode uit haar leven herinnerd te worden die toch liever verzwegen en be- graven moest blijven. Tegenover Ulla's ver- slagenheid hield Inge maar voor zich dat zij dezen loop van zaken voorzien had. „Je blijft natuurlijk vooreerst hier. Tot Lodewijk komt. Je hebt toch, hoop ik, al de vodden, die mevrouw Auerbadh je gegeven' hebt, daar in huis gelaiten..." „Dat ontbrak er nog maar aan. Daarvoor heb ik mijn persoon eerlijk naar de markt ge bracht. Geen stuk gaf ik weer terug." In Ul la's bleeke gezicht gloeide de oogen met rigen- zinnige vastberadenheid1. Zif wou in Berlijn blijven. Haar oude heer moest haar de rnid- delen verschaffen stenographic te leeren. „Jawel; zoo eenvoudig als het er uitziet is het typen niet", zei Inge emstig. „Je wordt er doodmoe van." Ulla bleef bij haar plan. Geen tien paar- den kregen haar uit Berfijia. Het vegeteeren in haar ouderfijke waning kon men geen le- (aieuwe serie.) XIV. Qetn t-sce wethcaitr. De Machtige word: steeds machtiger! Tot dusver beheerde hij „ar.e-en" finandgn en gemeenrebedrijveti tuussei da pea! Thans heeft hiji er nog het grootste gedeelte vani de „erfen:is" van zijn partijgenoot Vlie- geni: Onderwijs en Kiunst, bij gen omen. En straks zal biji als oudste wei'houdier ook nog den Burgemeester vervangen, .als deze ge- lijk gebtruikelijk is na de begrooting een tijdje bulten gaat uitblazen. Inderdaad bo- gin t men zich in gemoede af te vragen of de heer Wilbaut niet te veel hooi op zijn vork neemt; of de last hem, den Machtige, ten slotte niet te machtig zal wordenal faeeft hij breede, en, ondaniks zijn leeftijd, krachtige schouders. Het was deze vraag die Woensdagavond het vrijzinnigdemocratisch raadslid, de heer Abrahams, op zijn gewome scherpe wiiize naar voren bracht. De Machtige zweeg, oe- woordde. B. eni W., zoo zeide hij, nemen de sCheiden. Maar Burgemeester, de Vlugt ant- volle verantwoordelijik'heid voor den gang van zakem bij| Onderwijs want over die af- deeling vooral ging 'het op zich. Bovendien de toestand zal, maar 8 miaanden diuren. Het was dit argument vooral, waarop B. en W. nadruk hebben gelegd in de toeliich- ting tot hum voorstel om vooiloopig maar niet to voorzien in de vacature-Vliegen, maar het tot September a.s. met 5 inplaats van 6 wehouders te doen. f'De heer Vliegeni heeft, zobal® mien1 weet, bedankt voor zijn wet'hou- derschap, in verband met zijne verkiezing tot lid van de Tweede Kamer). B. eni W. stelden de zaak zoo! Als de Raad zich, zoo tegen de verkiezLngen, demissionair geVoelt, pleegt hij toch geen groot werk weer in handeni te ne men. Dus kunnen wij het eigenilijk geduren- de dien itijd best met een wethouder minder doen. Dat bespaart bovendien nog geld. Waarbiji dan nog dit argument kwam: de man die nu benoemd wordt tot wethouder, zal zeer geruimen tijd noodig hebben om er zich in te werken; en over 8 maanden wordt hij er misschien al weer uitgewerictdus kun nen wij evengoed gediuren.de dien tijd den ze- tel: onbezet houden. Geheel onverdadit was die redeneering niet men zal het moeten toegevem, als men bederikt dat B. en W. den Raad inderitijid let- terlijk gesmeekt hebben om een zesden wet houder: Het ging niet laager z6o, heette het toen. De (vijf) Wethouders en de Burge meester waren overbelast met werk. Dp die manier, konden zijl ach: niet langer verant- w oordelijk stellen voor den gang van zaken. De Raad, zeer onthutst en veron trust, stem- de, na eenig tegenstribbelen, toe. En hoe is nu de praddjk geweest? Dat de heer de Miranda eene zeer Jangdlurige Russische reis kon doen; dat de heer Ter Haar geruimen' tijd ziek is geweest, eni dat de vacature-Vliegen nu onbeizet kan blijven gedurende 8 maanden. Intusschen, heeft men! biji de beoordeeling van de quaestie van den zesden wethouder, of liever van hetgeen] zidhi daaromtrent heeft afgespeeld in den Gemeeniteraad van Am sterdam, ook en vooral den politiekeni kant in het oog te vatten,. Wethouder. Vliegen. die den derden socia a 1-delmocr a tischen wethouders- zetel in het college van B. en W. bczette, is er het vorig jaar biji de tosschientijdisdie ver kiezing tengevolge van de grensiwijziging als bij| venrassing ingekomen. Hijl dankte zijn zetel aan eenmonsterverbond; het ver- bond tusschen de sociaal-ddmocratische en' de Vrijheidsbondsdie raadsfractien; een ver- bond dat gesloten werd alleen voor den dgpr van de wethoudersbenoeming, maar dat, zoo als men zich herinneren zal, heel' wait stof in het land heeft doen opwaaien, (zoo kort na de algemeene verkiezingen, toen1 S. D. A. P. en de Vrijheidsbond elkander verbittcrd be- streden hadden). Ik moge er aan herinneren' dat beide partijieni er zich toe genoopt gevoel lijike pax^- den Vrij heidsbond namen deze een houding aan (zoo meend'e dte Vrijheidsbondfractie) van: ik zal handel-en zonder en over u En aan de S. D. A. P.-sdhe fractie stelden zij den* eisCh dat deze voor goed het beginsel van het stakings- recht der Gemeentewerkli'edien zou afzweren. 'Deze aanVal op elk hiunner bracht den Vrij heidsbond en ae S. D. A. P. in onzen, Raad te zarnen. En door deze sameniweTking werd den dloor de houding van de kerkdijke par ti jeni in den Raad. Ten aanzien van den Vrij- ven aoemea. Ieder miensch heeft het recht, zelfs den plicht, zijn leven zoo in te richten, dat het aan het woord eleven" beantwoordt. Wis dat niet wil of niet kan, is laf of dom. Ulla was vast besloten, dezen hoogsten men- schelijken plicht naar hartdust te vervudeo. Mr. White's inkoopsms was in aile op- zichten naar wensch afgeloopen. De heeren Kolberg en Zonen profiteerden bij de inkoo- pen van den Australier ongeveer twee hon derd duizend mark; de chef was zelden beter in zijn hrnneur geweest dan omniddellijk na Mr. White's bezoek na (te reis. Deze verge- noegde stemming straalde af op Lodewijk. Mijnheer Kolberg decide hem mede dat hij hem een gratificatie schonk van driehondend mark, daarenboven zou men als bijzoodere gunst en bewijs van waardeering zijn leer- tijd zes weken bekorteni. Hij1 kreeg verlof van 25 Augustus tot 30 September. Tegen half October kon hij als employ^ van de finma Kolberg op reis gaan naar Rio de Janeiro en zich daar ter beschikking stellen van den vertegenwoordiger der finma aldaar. Aan- vangsalaris berekend naar Duitsdi geld vierhondend' mark in de maand buiten de reiskosten. Nla verloop van een jaar zou hij misschien als 'alles gtoed ging drie pet. pro- visie omtvangen van den omzet in Brazilie. Evenals zijn chef en de Australier had Lo dewijk alle reden om tevreden te zijn over het resultaat van die reis. De betrekking in Rio de Janeiro was het begin, grootere re- sultaten konden volgeni. De jonge man die het laatst drie jaar in Rio geweest was en twee jaar in Shanghai stond nu aan het hoofd van het ©Baal in Yokohama. Lodewiik's plannen en idealen gingen een heel andere richting uit. Hij wou het liefst spoedig zelf- standig wezen. In ieder geval was die betrek king in Rio daartoe een' zeer geschikt begin. Todi kon hij zich niet uitermate verheugen over die goede voofmitzichten voar zijn. car- de trite! ag van de wefomrrieiabenoetrring 2*36, dat de S. D. A. P. een zetel meer kreeg dan haar anders waarschijnliik zou zijn toe ge- vallen, en dat ook die Vrijneidsborid' een zetel in bet college veroverde. Dp diem zetel-Vlie- gec hadden de katholjeke- gejrr^end (Hun candidaat was d« beer ven FHjiag Drabbe) En roero moet erkennen dat zif, op grond van hunne getalsterkte in den1 Raad. ook recht hadden op twee zetels in het college van B. eni W. (Efei zetel werd reed® bezet door den heer Wierdels). 'Dus is het te begrijpen dat zijl nu niet wildlem ingaan op het voorstel! van de sociaal-democraEsche raadsfractie, om den1 door het heengaan. van den heer Vliegen openkomendeni zetel weder aan d« S. D. A. P. te gunnen. En, wat sterker was, ook de Vrij- heidsbondlfracne, haar oude bondgenoote, wilde daartoe niet meer ineewerken.. Die was teruggekeerd van de politieke dwalingen haars weegsi en verkiaarde Woensdag. bij (monde van dien, heer Stable, dat zijl nbeh een sociaal-democraat, n5ch een katholiek zou stemmen. De toestand was dus 266, dat er een1 hevi- ge strijd tusschen de verschillende partijen zou worden gestreden. De candidaat van de sociaal-democraten was de Voorzitter der fractie, de heer Ed. Polak; die van de katho- lieken weder die heer von rrijtag Drabbe; en dan was er nog ieeni derde candidaat, de heer Abrahams, die niet, als de beide anderen, een fractie van beteekenis achter zich had (de vrijZinnig-diemocratisdie raadsfractie telt te- genwoordig niet meer dan twee leden en van dezen was er een, de heer Molting, nog ziek) toaar die er hoopte te komen' door den steun van zeer uiteenloopende elementen, burger- lijke zoowel als sociaal-democratische. Juist waar de christelijke partijen noch de S. D. A. P. zelve eene voldoende meerderheid had den, en. scherp tegenover elkander stonden, hoopte hiji er. ten slotte met beider steun te komen1. Misschien zou dit ook wel gebeturd zijn, als B. eni W. niet hadden voorgesteld om voorloopig maar niet in de vacature-Vliegen te voorzien. Zij! redeneerdieni natulurlijk en dat is begrijipelijk waarom al die om- haal, al dat lawaaii, al die strijd voor een wethoudersdh'ap van S maanden^ waarvan dan nog de vacanitietijd afgaat. En zij hebben hub voorstel er door gekregem; niet met eene behoorlijke meerderheid (201—16 6teimmen). iMen1 moet nu maar hopen dat de nog altijd wankele gezondheidstoeStand van wethouder Ter Haar goedi genoeg blijft, zoodat hiji zijin werk kan blijiven waaraemen. Anders zou het college van B. en iW. inderdaad al te klein wordien. Zelfs voor acht maanden! WAGENAAR Jr. Aan de Dammers! Met dank voor de ontvangen oplossingen Van probleem No. 737. Stand Zwart: 4, 7, 12/19, 22, 23, 26. Wit: 24, 28, 30/34, 36, 37, 4i, 42, 43, 46. Oplossing 1. 23:25 2 19 30 3. 16:27 4. 26:39 5. 17 26 6. 39 28 7. 26:37 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 34—29 32—27 27—21 37—32 32 :21 28 10 36—31 41 1! Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: W. Blokdijk, P. Dekker, D. Gerling, H. Ranzijn, J. N. K, G. J. v. d. Ploeg en „De Zoeker" te Alkmaar, J. Smit en Jb. Strijbis te Heerhugowaard, P. Kleute Jr. te VGraven- hage en P. de Wit te St Pancras. De beide volgende standen zijn van den heer Strijbis te Heerhugowaard: m m m i 2_2j_ Zwart: 2, 3, 6, 9, 12, 13, 14, 18/21, 24, 31. mere. Er was iets dat hem drukte, hem be- nauwde. Zonder dait hij er bepaald reden voor had. Maar een ding was duidelijk: het stond met Ulla in verband. Het weerzien was bijzonder koel geweest. Haar plan, machine- schrijfster te worden, hinderde hem. Ook die oorzaak van diih gevod kon hij eigenlijk niet opsporen, hoe hij er ook zijn best voor deed. Hij had de jonge meisjes zonder bezwaren de reis naar Tirol laten' doen; de gedachte dat zij alleen in Berlijn achterbtewo hinderde hem. Mr. White bleef tot het begin van Septem ber in Berlijn, dien tijd. had hij bepaald voor zijn vertrek. Herhaaldelijk inviteerdle hij Lo dewijk en de beide jonge dames in het Kaiser- hof. Ullla zat dan meesital' ini gedachten ver- diept, schrikte op als uit den sl aap, wanneer men haar iets vroeg en deed weimig mee aan de conversatie. Zij was akelig vlijtig. Inge kon zich niet genoeg verbazen dat zij' vaak 's avonds nog naar de Handelsscbool ging om machine te schrijven. Het was zeker om dat zaj' spoedig wat moest verdienen, want haar vader, die niets met de zaak op had, had slechts een zeer geringe som voor haar opleiding beschikbaar gestcld. In het midden van den zpmer ging pro fessor Feierabend naar Noorwegen. Alrons Schilling maakte toebereidselen tot een reis naar het '9chwarzwaid, hij: wilde Inge meene- men, maar raadde haar eerst haar betrekking op te zeggen bij professor Feierabend. Inge was het dadelijk met Schilling's plannen eens. Zif was todi van plan geweest aan Wil helm inas heriiaalde hartelijke uitnoodiging gevolg te geven en eenige weken. in St. Bla- sien te gaan doorbrengen. Berlijn was in deze hitte niet aanlokkend en. de betrekking bij Feierabend was zif eveneens van plan op te geven. Tegen den herfst zou ze naar een ander beter betaald postje uitzien. Boven dien verlangde zif vreeselijk naar bosch en wei en naar vrijheid. Korten tijid ma Inge's vertrek begreep Ulla Wit: 11, 28, 30, 32/39, 38, 39, 40, £3, 48, 50. Wit wint door: 1. 34—29 1. 6:17 2. 29—23 2. 18:29 3- 40—34 3. 29 40 4. 35:44 4, 24:35 5 44-40 5. 35:44 6. 28—23 6. 19:37 7. 38—32 7. 37 28 8. 33:11! 8. 44:33 9. 43—38 9. 33 :42 10 48:10! Tweede stand Zwart: 9/12, 21, 23, 26/28, dam op 36. Wit: 19, 20, 30, 34, 37, 38, 42, 43, 47, 49. Wit speelt: 1. 19—13 1. 9:18 2. 38—32 2. 27 38 3. 42 13 3. 36 25 4. 34—29 - 4 25 31! 5. 29 36! Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 738 van P. KLEUTE Jr., Den Haag. Zwart: 6, 8, 9, 19, Wit: 22, 26, 27, 28, 38, 40, 48. Als extra vraagstuU jPen wij liieronde* als No. 738 a nog een reuken stand van den- zelfden auteur. Zwart: 8, 18, 24, 25, 27, 30, 32, 37, 38. Wit: 34, 39, 41, 43, 45, 47 tot 50. Oplossingen van bride s. v. p. v66r 17 Januari, bureau van dit Blad. Correspondent ie. J. S., H. H De twee geplaatste standen waren van de vijf het meest geschikt. No. 1 van de vorige week faalt als zwart op den derden zet 25 34 slaat. P. K. d. H. Dank voor uw interessanteu brief, 't Waren leuke standen. Uit enze Staatsmachine. DE KAMERLEDEN. Wat wij gaan schrijven wijkt af van het geen gewoonlijk onder dit hoofd verschijnt; wij zullen het niet hebben over het al of niet afgewerkte product der Staatsmachine, maar over een deel der machinisten, de le- den der Tweede Kamer. Nu de heeren met vacantie naar huis zijn, is het een geschik- te gelegenheid om eens over hen te spre- ken, zoo min of meer achter htm rug, of, wil men, „om hun doopceel te lichten." Kwaad bedoelen wij daarmee niet; gaame erkennen wij, dat zij een drukken tijd ach ter den rug hebben en dat zij, die zelf zoo gaame pleiten voor verkorten arbeidsdag voor allerlei arbeiders ,,in den zin der wet", voor zich zelf niet op een uurtje zien eta soms tot aan of zelfs over het middemach- telijk uur vergaderen. Het is in het nu gs- eindigde jaar zelfs gebeurd, dat 's morgens om half zes de vergadering van den vori- gen dag nog altijd voortduurde. 't Is opmer- kelijk, dat zulke buitengewone nachtelijke stances altijd bij Oorlog voorkomen: eens was er de nacht van Staal, nu zou men kun nen spreken van den nacht van Van Dijk. Als er zijn, die door deze opmerking tot diep medelijden met de arme Kamerleden mochten worden bewogen, dan moeten wij deze teergevoelige zielen terstond doen op- merken, dat voortzetting en duur van de vergadering niet de aanwezigheid van alle Kamerleden insluit; het is wel gebeurd, dat ook dat zif de lucht in Beriijn in dit srizoen niet verdragen kon en ook eenige weken va cantia moest nemen. Haar moeder was met de jongere broers en zustera in Brucken- berg in het Rseuzengebergfce en verwachtte haar daar ook. Lodewijk begneep dat hij Ul la niet mocht terug houden. Inge was in dat ellendige Berlijin1 al bloedaim geworden Datzelfde lot waditte Ulla. De enkele we ken in de bergen zou hij haar niet misgun- nen. Met geweld onderdrukte hij het gevoel van twijfel d'at nu en dan bij hem opkwam. Als Ulla's liefde sterk genoeg was om de jaren der scheiding te 'kunnen doorstaan, zou zij dan ook die wrinige weken tot zijn ver trek in zijn nabijheid niet kunnen en moeten uithouden Misschien was't alleen de druk- kende hitte der hondsdagm die zijn bloed warm en zwaar als vloeibaar lood door de aderen deed loopen. Nooit had hij Ulla met meer verlangen en weemoed 'liefgehad en nooit had hij haar koelheid en merkwaardige terughoudendheid tegenover hem smartebi- ker gevoeld dan in' dezen tijd. De pijnigen- vraag hoe hij het zou uithouden twee, drie jaar larng, misschien nog langer van Ulla gescheiden te leven, liet hem bijoa geen oogenblik los. Er wareni tijden dat hij er over dacht van de betrekking in't buitenland af- stand te doen. Dan- veer vatte hij het voor- nemen' op, in Engeland met Ulla te trouwen en' haar mee te nemen. Hebben twee jonge menschen die elloaar liefhebben, nu zooveel noodig om van te leven Het volgend oogen blik verwierp hij dat denkbeeld weer hij vond het avontuurlijfc en onuitvoerbaar. Ulla wou zich niet bekrimpen zij beweerde altijd weer dat zij nergena meer bevreesd voor was dan voor een leven vol zorg en geldverlegen- heid. (Wordt verve1 gd.) ■555S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5