Alkmaarsche Gourant
Damrnbrleb.
m
v.
A
A
I
X
d
Brieves sit derlijn.
i
tiondsrd Vijf en Twintigste Jaargang.
Zaterdag 8 Maart.
De nood dor (Binders.
Fenilleton.
Eindelqk weergevonden
1 1
ji
I*, hi- l*28,
GEM. NORMAALLESSEN Tfi
a'lkmaar,
Toi den nieuwen cursua kunnen worden
toegelaten jongens en meisjes die 1 April
1923 den leeftijd van 14 jaar hebben bereikt
en het toelatings-examen met goed gevolg
hebben aigelegd.
Aanmelding v66r 15 Maart, elken Dins-
dag en Donderdag van 12 uur in het
schoolgebouw Brillesteeg, onder overlegging
van geboorte- en inentingsbewijs.
De Waarn. Directeur,
F. J. AUKES.
Het publiek en die regeering zijn van alle
zijden ingeldcht omtrent dan sledrten toestand
gevaar, dat dieze toestand vow het algemeen
odang met zich brengt.
Men vraagt zich af hoe de verbouwers ge-
Lolpen moeten worden. De slachtoffers vra-
gen dit zelf en oak de regeering is wel herein
iets te doen am het leed te verzachten.
Het is dan oak bedroevend te ziein, dat
nodi arbeid noch kapdtaal in dit vaik, niet
alleen ibeloond warden, dioch diait er groote
verliezen geleden worden en de producten on-
verkoopbaar zijn, terwijl heele tevoUdngen in
de wereld zijn overgdeverd aan hongersaood
en ondervoediing.
Ofschoon nu enkele producten weer in prijs
gtijgen en dus voOr enikele, vooral vow de
grootste en kapitaalkrachtigste verbouwers de
toekomst wat is opgeklaarid, kan het toch
de moeiite looo/ani de oorzaken van
deze malaise eens wat- nader te be-
schouwen, want het is een merkwaardig feat,
dat oiize ei'gen gerechte Nloord-Hollandere om
steun vrageni aan de regeering! Men mag
zich wel eens afvragen, hoe het komt, dat
deze mdividualisten eeni beroep doen op de
gemeenschap. In dit verzoek om steun ligt
mi. een aanklacht. Hot indiviidu gevoelt zich
met verantwoordelijk voor den noodtoestand.
De vraag is of er in dirt gevoel melt veel
waars ligt. Ongetwijfeld, do wereld is aimer
geworden, hot vertrcuwen in de waarden van
verschiliendO rijken is tat hot mFpumt omge-
veer gedaald. De verkeeramoeilijkheden bo-
letter. made de distributie dor goederen in het
buitenland, maar daaraan lean onze overiheid
geem motietf andeenen om den tuinder te hel-
pen, daar dlan elke reden zou komen te ver-
vallen vow den verbouwer om ^jechts dat-
gene ite produceeren, wat naar zijn bests ih-
zichte® een volgemd jaar loonend zou zijn.
Niet de overhdd bepaalt die productia maar
de coosumenlt.
Een kunstmatig in hot leven gOhouden pro-
ductieprooes, een overheidsbedrijf, kan zich
dan ook alleen sitaande hauden dow can-
sumptiedwang en mionopolie.
Ofschoon de beste bedoelingen daabbij
hebben vowgezeten, heeft toch dO overfaeid
zich hoelamiger hoe mear ingelaiten met het
produdie-stdsel, waarfrij de verkregen re-
sultaten niet altijd voldaan hebben aan de
TCTwachtingen.
Zoo zijn er ook va® hoogOrhand aangeimoe-
(figd, twee stTOomingetni onistaan, bij do tuin-
ders do neiging tot concentratie en de ed
ging tot het drijven van eiigen handel.
De vdjO handel was het bete noire der pro-
dbcente®, dlaar bleef do winst, welke thuis
behoordO in de zakken van den trier
Zeker, in dOn handel komen helaas tailrijke
misbruikoni vow, er is ruimte te over waar
klachten dienaangaandO, doch de handOl
blijkt toch wel even noodzalkelijk als dO pro-
ductie; trouwens do tuinders willen dan oak
niet den handOl uitschakelen, maar dO vuisten
daarvan in eigen zak brengen.
Nu brengt die handOl evenaja 01k bedrijf
risico met zich mode en zoo zal een coopera
te in den tuinbouw, behalve hot gewone be-
drijfsrisico ook nog het handelsrisico moeten
dragen.
Ala men U iets anders geven wil, zegt dan
neen, ik neem om mijn Kleeren, Blouses,
Gordijnen enz. te verven, alleen het van
ouds beproefde mei;k ,,Yossekop la star".
Uit hot Engelsch van Adeline Sergeant.
6)
Maar om uren achtereen te zitten of te lig-
gen, opgepropt door kussens en doeken, te-
genover haar neef John,, wiens oogen, ana een
blik op het voorbijvliegende landschap, al
tijd weer naar haar gezicht terugkeerden, dit
was iets, wat haar zoo ellendig maaktc
en prikkelde, dat zij bijna niet wist, hoe hot
uit te houden. Eons werd het haar te mach-
tig en haar groote oogen opslaandO zeide ze,
met een boosfiedd, die uit smart voortkwam
,yWaarom kijk je me zoo aan? Dat heb ik
niet graagik wou, dat je me niet aankeek."
Hij antwoordde niet dadelijk. Misschien had
hij wat moeite, haar woordien te verstiaan,
want haar stem was zwak en het leven van
den trein klonk in zijn ooren. Hij was geen
man, die geduld met zwakte had. Hij zed
daarna:
„Je moot er aan gewend raken, aangeke-
ken to wwden, Catherine. Je kunt jp zelf
niet altijd opsluiten."
Er was niemand anders in de ooupO. Zij
sloeg haar smalle witte handen vow haar ge-
zicht, en bego'n te huilen. John keek naar
haar handen, aan haar linkWhand droeg zij
een ring een trouwring.
Hij schonk schijnhaar geeni aand'acht aan
haar tranen, en itoen zij eindOlijk opkeek zat
hij strak naar buiten te kijken. Hij had een
courant op zijn knieen, maar* keek er niet in.
Haar natuurlijke zachthedd overwon, en ze
boog zich wat vowover en raakte zijn knie
aan.
„Ik wilde niet zoo spreken, John. Je bent
zoo erg aardig vow me geweest! Maar ik
beni nog zoo zwak zoo moo ik hab een
gwool. alaof ik niats kan vendragen."
CoOperatta is hot eentgs en wlmaafcte said-
del am te reageeren tegea het xiitbuitsysteem
van den handelhet is een correcuef
waar kian bet den handel vervangen in alle
opzichten?
De practijk heeft bewezen, dat beiden te-
gelijk kunnen en moeten blijven bestaan,
waar van den gonden vruchten die men van
cooperatie had voorgesteld komt slechis af-
wjsselend iets terecht en wel omdlat de vrijO
handel niet overmaitig meer vraagt dan hare
beweriingen en riskba waaid zijn en Omdat
de leading van een cooperatie tenslotte berust
bij enkele personen, die een juister en vlug-
ger inzicht in zakeu moeten hebben als ook
maac 60n der vrije handelaren. Met andere
woorden Waar ae vrije handelaren de risi-
co's verdaelen, daar wordt bij cooperatie alle
risico geeonceatyeerd.
En zoo gevoelt thams de tuinder, dat hij
gedrangen is op den weg der cobperatie, wel
ke zeker somtijds leddlt tot greater winsten,
maar daartegenover somitijds tot zulke groote
verliezen, dat men mag spreken van een de
bacle.
Het spreekt van zelf, dat ik bier niet op het
oog heb kieine stadstuimders, the verplkht
zijn hun uitgebredde sorteering groeaten in
geringe hoeveelheden naar de veiling te bren
gen, zooals hier in Alkmlaar daarDegein; be-
staat geen bezwaar, maar wel heb ik op hot
oog de stapelaitikelen, kooi, uiea, aardiappe-
len.
Da economische opbloei der geheele werdd
v66r den grooten oorlog de zeer bijZonde-
re omstandigheden tijdens den owlog, gin-
gen,1 samea met het in praktijk brengen van
codperatieve idieeen en nu komt het mij voor,
dat men de gumstige resiulitaten der cooperatie
ite veel heeflt toegeShreven aan dit systeem en
te weinig aan gunstige algemeene economi
sche omstandigheden, die met het systeem als
zoodanig, niets te rnaiken hadiden.
Cooperatie heeft natuurlijk zoer groote
voordeelen. Het uiitschakeien Van den vrijen
handel heeft echter ook zeer groote nadeelen.
Nlaar mijn bescfaeidien oordeel zou wel eens
overwogaa kunnen worden, of de producen-
ten niet mede mochten werken om vow de
stapd artikelen het vexplichte veiilen te lalten
vervalkn
Ete termijnhandei daacrin heeft toch groote
voordeelen.
Wanneer, eooals thans blijkt, dat de klei-
ouere produce®! het bedrijfsnsico van den
handei'aar niet mag boven zijn dgen risico
kan dragen; dan doet hij beiter tegen een
loonenden prijs zijn goederen op het mcest
gunstige oogaiMik te veld staande to ver-
koopen al zal zijn belooning dan gerling
zijn, maar waanrnede hij dan omdergang van
zjin hedrijf voorkomlt.
P. A. DE LANGE.
No. 776.
„Ruhrhulpy", „Ruhrldnderen" en
,,Huhrmiusicd;. Sdnilleris „Wil-
heim Tdl" als naitianaal symboal.
Een) opwindende schouwburgvoor-
Btelling. De geschrokken specu-
laniten. In het wisselkantoor.
Maar de prijtzen blijiven nog.
Mien1 beweert dikwijls, dait) de mensch aan
alflea went. IDiit is zeker waar,. In Duitsch-
land kon1 men zell gedurende den owlog de
waarhidd van diii woord ondervimden. De
memschien wendlen er aan, dat dagelijks aan
het front millioenen met verbeten woede op
elkaar schoten, dat) nu eens deze, dan die
joapge man uit families, met wie® men be-
vriend was, den vroegtijdigen dOod ten offer
viel. dat de ellemdie vow Europa niet wilde
einaigem.
Op het oogenblik is dit woord echter voor
Berlijn niet van itoepassing. Men1 went niet
aan het nieuiwe angelutk, waarin Duitschland
geraakt is. Mien went niet aan de dagelijk-
sche jobsitijdingen uit het Ruhrgebied. aan de
beriebfcen overnet lijden van de bevo>ltong, die
onder de bevelen van een' vreemde militaire
madit gekomen is, aan den oorlogstoestand
in vTedestijd. De Berlijners zitten veailig buiten
schot, maar tochi zijn ze nice .afgestompt vow
de opwindende herichten, die oe couranten
met een tussdhenruimte van enikele uren uit
Westphate® en Rijnlland verbreiden. Hun
Stemming wordt vedeer van dag tot dag ver-
Wtterder, somberder, wanhopiger. Gold vroe-
ger die RSjn alleen alS de heilige stroom, als
een symbood van het Duitsche wiezen, nu heeft
de kieine Ruhr deze ral op zich genomen.
to groote drommen zijn duizraden Ruhr-
John's oogen diwaalden weer af naar haar
linkerhand, die zij op zijn knie had gelegd.
Hij legde de zijne er een oogenblik over.
„Ik begrijp je, Caitherioie. Maar je rnoet
moedig en sterk zijn. Je wilt toch geen schan-
daal en schande over oms huis brengen,
wel?"
„Neen zeker niet."
„Dan zal je begnjpen, waarom ik er je aan
herinner, dat er stilzwijgien moet zijn aan-
gaande de geschiedends van het laatste ander-
half jaar. Catherine keek hem' verschriikt en
zwijgend aan.
„Ik ik wil er niet over spreken," zei ze
eindOlijk, met een ingehouden snik.
„Daar ben ik zeker van. Laat het zijn als-
of het nooit geweest was. Het is het wijste.
Ik had er vroeger over moeten spreken."
„Je hebt zoo iets van dien aard gezegd.
Maar als mij iets gevraagd wordt
„Er zal je niets gevraagd wordt. Gebeurt
het stuur dan vrager dan naar mij, als je
voogd. Ik zal wetea, wat ik zeggen moet."
Zij keek hem ontrustig, vragend aan.
„Je bent met vrienden op reis geweest
deels in het buitenland, deels in Schotland",
zd John met zijn kalme stem, „natuuriijlk met
ons goedvinden. Je bent juffiouw Caiherine
Holden, zooals je altijd waart; zal je daar
aan denken?"
Een diepe bios bedeikte haar gezicht; zij
keerde zkh af en zou gezwegen hebben, als
Holden niet op een anitwoord aangedrongen
had.
„Zal je daaraan denken, Catherine?"
.,Ja", zd ze eindOlijk mot groote moeite.
„Ik zal er aan denken."
„Je bent niet geirouwd geweest", ging hij
rustig voort „en ie moogt! geeni trouwring
dragen. Het is beter dat je hem afdoet en mij
geeft."
Haar rechterhand sloot rich op eens vast
wer haar linkerhand.
,„Jw bunt hem, niet duagan," zei haar neef,
Mnxtorenf .aangtkomm, tfte bfl Berlljnsdw fa
milies ingekwartierd worden, opdat ze niet
bloat zulien' staan aan de gevaren van het
dreigend gebrek aan levensmidddler ;n het in-
dustriegebied. Binoen r-kele dageti was er-
niettegenstaande der woningnood in Berlijn,
plaats gemaakt voor 50.000 van deze „Runr-
kitoderen." DO volgende week komen de „Ruhr-
musici" naar Berlijn, de vereenigde stedelijke
orkesten van Essen', Bochum en Dorttaund.
Ze zulien) hier in de reuzenzaal van, den groo
ten schouwburg een cahcert geven. Tot hun
antvangst zijn geiweldige voorbereidselen ge-
troffen. Ook deze honderden musici zulien de
gasten van Berlijnsche families zijn. Men zal
hun in het Rijksdaggebouw iipaterrijik ont-
vauge®. De biljetlien worden tegen kolossale
prijzen, verkocht. daar de gezamenlijke op-
brengst natuurilfk, de „Ruhrhulp" ten goede i
komt, maar men betwist elkaar die kaarten.
Tot een machtlge onvergetelijke demonstra-
tie kwaoni het dezer dagem biji een opvoering
van Schiller's „Wihelm Tell" in het „Staat-
licfaes Schauspielhaus." Schiller is trouwens
plotseling weer de persoanlijlkheiid geworden,
die hij) voor hondera jaar vow de Duitschers
geweest is, de gyoate vrijheids- en volksdioh-
ter. Zijn historische drama's krijgen voor ons
sedert we weer een1 stuk wereldgeschiedenis
beleefd hebben en beieven, een veel diepere
beteekenis dan ze hadden in den rustigea vre-
destijd. Zijn „Wilhelm Tell" echter, dit dow
het vuur van den geesbdriSt gedragen1 drama
van den opstand van -etoi onaerdrujet volk te
gen vreemde iudringers, sohijnt een nauw-
keurig dichterlijk spie^'elbeelidvan onzen te-
genwoordigen toestand te geven. In Essen
hebben de Fxianschen ie Schouwburg geslo-
ten, toen ze het waagde de „TelT' op to voe-
ren.
In Bochum hebben ze rich1 met tanks voor
de schouwburg opgesteld en1 hebben op die
wijze een opvoering van het sftuk met geweld
verhinderd. In Berlijn echter zijn we ten-
mioiste vowloopig nog meester over onze
besluitem, wat we in1 den Schouwburg zien
willen. De avomd dlroeg den fltiempel van een
groote nationale betooging. In de voorste loge
naast hiet toaneel, waar eens de plaais van
den keizer was, zat de rijkspresident met den
rijkBkanselier. In de loge daartegenover de
president! van den Rijksdag naast die Duit
sche gezant in Brussel. Dow de geheele zaal
verepoeid, de rijksministers en die Russische
ministers, de 1 eiders van de politieke partijen,
andere bekendle parlemenislden, die vertegen-
woordigers van alle kringsn van het publidte
lven. Onder hen ook de gezant van Duitsch-
Oostenrijk. De stemming in de zaal was tot
't uiterete gespannen. Ofschoon men zeggen
kan,' dat de beschaafde Duitsdher de „TeIl"
bijna van1 buiten' kent, ontdekt men toch mot
nieuiwe bewoodeaing, hoeveel verzen1 en urt-
spraken een bevredigmd actuede beteekenis
voor onzen tegenwoardigen toestand in rich
bergen.
Mian voelde, hoe een' geheinmnnige warme
sirooin door de haiten van' alle toehoorders
ging. 'De oude Attinghauseni, een der figuren
uitfaet drama, zegt tot zijn neef den' jangen
ridder, die zicn het liefsrt biji de overwiinmende
tegenpartij wil aansluiten, die beroemde woor
den:
Aus Vaterland, au9 ieureschliesz dich an,
'Das halite test mit deinem ganizen 'Herzen.
In een latere scame sterft Arttinghausen' met
de venmaning ziijin landgenooten„Seid
ei'nig, einilg, etaiy P
Bij den eer op de Rutli aan het Vierwwald-
stadter meer worden die den Duitscher niet
minder bekiende worden.1 uirtgesprken:
„Denn eine Grenze hat TyranMenmaeht,
Wenn der Bedruckte oirgends iecht kann' fin-
den,
Gmeilt er getroSten Mutes in, den Himmel,
Und holt hinnmter seine ew'gen Rechie,
Die droben hangen unverausserlich,
Und unverletzlich wie, die Siueme sdbst."
Biji al deze verzen) barstte een oikaan van
bijvalsbetuigiingen los. Aan het slot van de
RiitliHsceae verhderven alle aanwezigen zich
als een man van hun zetels en spraken de
woorden na:
„Wir wollen sdn ein einzag Volk von Brfi*
dern1,
In keiner Not urns trennen uoid Gefahr."
En als op een oozichtbaar itieeken hieven al
le het „Deutschland" lied aan.
Maar de uiitwerking was nog veel grooter
In/ dedere acte, in iedere scene voelde men- iets.
onmiddellijk betrefcking had op dezen dag
en dit uur.
Toen de toonelspeler Kortrer in den rol
van den lamdvoogd Gessler vensdieem, ging
een' monxpelen dow de zaal„Degou)iite."
jn het huis van mijn moeder."
Er was een pauze. Toen zeada Catherine
zacht, terwijl zij de hand onder een dock weg-
stopte:
„lk zal hem niet dragen. Maar ik wil hem
noch aan jou, moch aan iemand anders ge
ven tenzij ik hem emmaal terugzend aan
hem." i
„Heel goed. Maar hoe minder je met dien
man to doen hebt, hoe beter. Het zou veiliger
zijn, als je hem mij gaaft; maar" gewaar-
schuwd dow een wanbopigen trek op haar
gelaat „doe zooals je wilt), als je hem maar
noait laat zien."
Zij antwoordde niets, en keerde haar ge
laat zoo geheel af, dat hiji het gesprek niet
kon voortzetten. Eenigen tijd scheen ze geen
spier te bewegen; maar toen zij even in bewe-
ging kwam, zag hij, dat zij naar ring had
afgedaan en weggeborgen. Het was met een
hand zonder ring, wat Catherine zondieriing
khal toeseheen, dat zij, het huis van haar tan-
to te Fairford biamentrad.
Strikit gezegd, stand heth uis niet in Fair-
ford. Het lag aan een weg, die door de voor-
steden van de groote fabiieksstad naar bui
ten leidde, en aan weerszijden waren later
villa's gebouwd. Moss Dyke, zooals het huis
genoemd werd, een aanduiding naar een
stroom aan den voet van den tuin, die eens
helder als krisital, maar nu Ideurloos en moe-
rassig was, maar altijd nog beschaduwd
door tneuxwilgen em in zekeren zin schilder-
aditig Moss Dyke was geeni villa;-het
was een lang, laag gebouw van noode bak-
steen, bijna verborgen door klim'op, met wat
struikgewas er voor en een tuin er achtereen
ouderwetsehe plaats met smalle ramen en een
vooricomen van vlekkelooze deftigheid; die het
deed afsteiken bij de nieuwere en mooiere hui-
zen in de buurt. Het was een huis, dat het
karakter van rijln bewonara scheen judt te
stralen.
Toen die rtaagwrs aanfcwanwn, werden zij
Reeds bSJ vroegene epvoertecen van de i Wellswaar rijn de verwndhte gevrrtgra van
„Tell", had Kortaer de boosaardige willekeur deze fimamcieele operaties nog uitgebleven: de
van Gessler steeds gekarakteriseerd, doordat prijs der levensmiddelen en gebruikartikelen
hij1 met een rijlzweep am rich been sloeg. Nu zijn nog niet gedaald- De nieuwe verwjenin-
df berichtep uit het Ruhrgebied over bedrei- j gen en strafbedreigingeo, die de regeering te-
ging van iDui'tsche burgers door de rijzweepen j gen prijBverhooging in werking heeft gesteld,
van Fransche offideren steeds 'talrijker wer
den, kreeg ook dit gebaar van den acteur een
infame actualiteit. Toen de voorstelling afge-
loopen was, fcondem de toeschouwers met van
e'kander scheidlen. Ze bleven, als door toover-
machit verbonden an gebodd, nog lang in de
zaal staan, totdait het eleotrisdhe licht uitgtog.
Zeker het ontbreekt in Berlijn ook niet
a am meoischen, die hun eigen pereoonlijke be-
langen even gewichtig vinden als die van het
vaderland. Dat bemerkte men, toen in de
laatste woken plotseling de iBerlijmsche beura
began te wankclen, alsof een aardbeving haar
fundiamenten had geschuld. Plotseling deed
zich een' venbluffend schouwspel voorde dol
lar en de gulden stortten gedurende eenigen
tijd van hun sprookjesachtige hoogte naar be-
nemen. Maar men' moet niet gelooven, dat de
ze verheugende gebeurtenis overal glim-
lachende gezichten te voorscMjn riep. De spe-
culanten waren doodelijk geschrokken. En
dat moet openlijk bekend wordrn, eigenlijk
speculeert half Beriijn I
iMien1 behoeft maar eens om het middaguur
op een1 beursdag een' van de talrijke wissello-
kalen en bankfinalen binnen te gaan, die rich
in alle straten bevinden.. De merkwaardigste
toomedeu' schet men' hier afspelen. Na 12 uur
komen ze aanloopen, de goede klanten' van het
wisselkantoor, met veriutte gezichteEj met
floeiende oogen en1 zenuwadrtijg tnllende
anden.
Mien wacht op den eersten koers, die van de
beura getelefoneerd worden. Er vonnen rich
groepen. Mien debattteer., twist, gesticuleert.
„Moet ik veillooopen?" „Moet ik houden?"
Dat zijn de gewetensvragem, waarmede de
bankbeambtea bestormd worden. Maar nog
heeft meni iijdi een besluit te nemen. Tot half
twee neemt die bank orders aan. Men is dus
genoodzaakf weer te wachten. Versdheidenen
hebben boterhamamea meegehracht, gaan
zwijgend op een Stoel rittten, pakken hun
broodtjes uit en beginnen mechanisch te kau-
weii', terwijl de hersens overleggen en zich
aftaartelen met valuta-vr aagstukfcenNieuwe
berichten komen van de beura. Men fludsterf
met elkaar, geeft elkaar raad, betoogt elkaars
angelijk. Men gaat ten slotte naar de tafels
en schrijlfit de orders op.
In een' hoek staat met de armen over elkaar
zijn toi dusver zonder resultaat gebleven. De
kooplui zijn wantrouwig. Wdlicht wordt ech
ter alles wel weer aaiders! Lang zulien de
hooge prijzen toch niet stand kunneni houden.
Reeds wwdt het langzamerhand leeger in de
winkels. He!/ puMiiek; aarzelt te koopen. Het
wacht af. 'De waren moeten toch eens goed-
kooper worden. En zoo zulien de koopliu, als
de gunstige omimekeer in het geldnivea-u aan-
houdt, want wij moeten het reeds als gun-
stig beschouwe®, als een gulden 9000 Mark
en niet, zooals korf geleden, 18000 Mark
ko&t spoedig moeten beginnen tun. prijzen
te verlagen, als ziji iets verkoopen willen. Dat
zou't begin zijn van een langzaam herstel
van onze economische verhoudingen. Wij wil
len niet optknistisdi zijn; wij hebben ons af-
gewend ved' te hopen. Maar wie weet wel-
licht bloeit uit den akfcer van't ongeluk toch
nog een kid® hloempje der hoop op, wdks
geur en fcleur ons nieuwen levensmoed geeft.
Dr. M1AX OSIBORN.
Aan de Dammers
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem Ne. 744 (auteur Bergier).
Zwart;11 2,'6, 7, 8, 12, 13, 14, 19, 23, 24,
30 34
Wit: 11,16,26,27,32,35,37,42,43,45,
48, 50.
1.
2.
3.
4.
5.
,6.
7.
8.
9.
Op 1 osslag
5044
27—22
16—11
37—31
43—39
48 :39
44—40
1
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8
6:17
17 28
7 16
28 :37
34 :43
37 .48
48 :34
2:11
san de deur ontvangen door de oude Martha
in haar beste japon en de Zondagsche muts
op, rnaar met zoo'n zuur gezicht, dat het we!
bleek, dat zij het niets prettigs vond „juf-
frouw Catheiine" weer thuis te verwelkomen.
Martha was boos. Zif was sedert dertig jaar
bij de familie Holden, zij wist alias van hen;
en de geschiedienis van Kitty was geen geheim
voor haar, en toch had haar meesteres haar
niet in vertrouwen genomen. De zaak was,
dlat mevrouw Holden nog niet wist, wat zij
zeggen moest; zij hadl weinig met haar zoom
er over gesproken, en vennoedde, dat hij: of
Catherine zelf, haar dadelijk omitrent allerlei
dingen zouden Michten, zgodra zij terug ge
komen waren. Gedurende dezen tijd bewaar-
de zij het stilzwijgen zelfs jegens Martha, en
Martha was boos.
„Hae moeten wij haar noemen?" had 't
bmnenmeisje gevraagd, toen mevrouw Hal-
den haar zeide dat Catherine thuis kwam.
Mevr. Holden had' die mectodeeling met meer
dan gewone deftigheid gedaan. Een brief van
John lag open op haar schoot en Martha
keek er naar, alsof zij hem' graag had willen
lezen. Waarom niet? Ziji had vroeger dikwijls
de brieve® van John gelezen.
De oogen van de oude dame vide® weer
op haar brief, en de slimme Martha foegreep,
dat John over dat punt geschreven had.
.^ij zal genoemd worden zooals vroeger,"
res mevrouw Holden, op een wat scherpen
toon.
„Juffrouw Catherine? Hed goed, ik wou
het alleen maar weten. Het zou gek zijn, het
van het begin af niet goed te doen", zd
Martha. En toen ging ze weg, tevreden dat
ze een Parthischen pijl had afgsschoten.
Maar mevrouw Holden zd niets meer, en
Martha was brommig gebleven. Zelfs het
zieni van Catherine's "wit, uitgeput gelaat
deed' haar boosheid niet wijken. En toen het
mdsje de kode kus van haar tante kreeg, zag
Martha de begroeting met een verafihtdijken
^a
a;
40: 7
35 21
Goede oplossingen ontvingen wij van do
heeren: W Blokdajk, P. Dekker, D. Gerling,
H Ranzijn, „de Zoeker" te Alkmaar, J. Smit
en K. Heuvd te Heerhugowaard.
IETS VAN FABRE.
Zondag j.L vestigde de Haarlemsche speler
I. W. van Dartelen onze aandacht op de vob
en jonge'man hS
onbewogen, niet uit den ploai te brengen. Dat als vraagstok m t Damspcl ....d gesta^n.
is een der pnofeten, die alles weten. Alien ora-
ringt hem, zoekt schuchter de wijshdd op te
vamge®, die zijn Fppn spreken em doet daar
na toch datgene, wat men reeds te voren doen
wilde. Half twee! De teerlin® to geworpen'
Voor heden laat rith niets meer veranderen.
Bedrukt, angstig en itoch ook vol hoop sluipt
het hede gezelschap weg. Een zegt berus-
tendl: „Hoe men het ook doet, men doet het
toch aliijd verkeerd."
Wat rijn diat allemaal voor mensdien'? Wat
voor beroep oefenen ze uit? Werkelijk. men
zou bijna denken, dat hun werk alleen1 daarin
bestond, dat ze aagelijlks in1 faun notitieboekje
bliaderen, waarin hun' effedlen opgeteekend
staan. Hun lot gaat met de moteenngen op
en neer.
Maar er rijln gelukkig ook nag andere ver-
standiige mensdien. En' deze hebben met een
lichte blijhdd in hun hart die bericfaten over
de versiiiandige en handige ache van de Duit-
sdie regeering en de Rijksbank gevolgd, die
juist in dezen wanfaopdigen; polifieken toestand
de daling der mark zoo succesvol tot staan
bracfat. En nauwelijks rijn de speculanten
van hun scfarik bekamen, of daar wordt een
nieuwe, niet minder weldadiige 'stap gedaan1:
de laankondiging van een' te verwachten' bin-
nenlandsche goudleening, dus de uitgave van
Duiiscfa papier met een' vaste waarde. Dat
opent den Duitsche® spaarder eindeiijk de
mogelijkheid, het geld, dat hij overhouden
'kan, zoo te beleggen, dat het met reeds in die
volgende week de naive waarde verloren
heeft. Daardoor zal ock de btormloop op de
buitenlandsche deviesen tot staan' komen,
waardoor de Duitsche mark opnieuw stevi-
ger komt te staan. Men had deze middelen al
lang te baat moeten nemen. Maar tenslotte
komt iets goeds toch nooit te laat. Het opfre-
den1 der regeering beieekent, ~dat men in on
ze economische duistemiS eindeiijk een licht-
punt ziet; dat de arbdders, de massa's, nieuw
ventrouwen in het basituur van't rijk verkrij-
gem, en dat op die mianier daadwerkelijk de
eenheid van 'alle bevalkingpkringen greet
Zwart: 5, 8, 10, 12, 18, 21, 22, 23, 29, 28.
Wit: 20, 25, 32, 33, 34, 37, 39, 40, 47.
Wit foroeert de winst als vol'gt:
1. 20—15! 1. 41—37 (gedw.)
2. 1510. Zwart zag nu gxu geedtu zei
meer, doch probeerde nog
2. 21—27!
Hierop had Fabre gerekend, zie maar:
3. 10:19! 3. 27:29
4. 39—33 4. 28:30
5 19:17 5. 12:21
6 25 3!! (4 sch.)
Een aardige combinatie met Turksche slag
is dc volgende:
Zwart. 4, 8, 9, 10, 18, 26, 31, 36, 37.
Wit: 24, 28, 33, 34, 39, 40, 42, 47, 48.
hoofdknik, die boekdeelen sprak van de ge-
dachten, die zij niet onder woorden bracht.
Het binnenkomen in Moss Dyke, de gevoelens,
die het opwekte, en het zien van de oude, ver-
trouwde gezichten waren echter te veel voor
Catherine. Zij werd duizelig en zonk bewus-
teloos op den grend; John en Martha droe-
gen haar naar haar kamer, die zij in de
eerstvolgende weken niet verliet. Een voile
week bediende Martha haar met een stroef
en hard gezicht. Maar op een dag verander-
de haar gedrag en voor de rest van haar
leven was zij zachter voor Catherine dan voor
iemand anders in de wereld.
„Hier is uw medicijn, juffrouw," zei ze op
een dag zoo scherp mogelijk. Catherine lag
op haar kussen met gesloten oogen en de
handen lusteloos langs haar rijden. Haar ge
zicht was doodelijk bleek; maar toen Martha
spralc, opemde zij langzaam haar groote,
donikene oogen en richtte ze smeekend op de
oude dienstbode.
„Je noemde me vroeger Kitty", zei ze
zacht. „Maar iedereen is anders niemand
geeft nu om me". En ze keerde haar gezicht
af.
Martha stond een oogenblik zwijgend, en
viel toen uit, eerst scherp. maar langzamer
hand met de droevige zachtheid van gewonde
genegenheid. „Ja, ik noemde je jarenlang
Kitty, tot je ons alien wegwiero als een ouden
scfaoen em naar Schotland, or ik v. eel niet
waar, heenging. Ik brom niet op je am bet
ween je schula niet was, njaar tk brom om
dat je wegliep zonder iemand wat te zeggen
zelfs niet tegen mij, die je veizorgde, toen je
een klein kindje was, om niet te spreken van
mevrouw, die je als haar eigen kind' be-
schouwde en mijnheer John, die den grond
aanbad, waarop je liep. Het was heel ondank-
baar, en i-k kan' het niet vergefen, al vind ik
het nog zoo akelig, dat je' zoo'n verdriet
hebt."
(Wordt vervolgd
J,—.i j
I
i
mrt
l.v.4
m