Alkmaarsche Gourant Damrnbrleb. m v. A A I X d Brieves sit derlijn. i tiondsrd Vijf en Twintigste Jaargang. Zaterdag 8 Maart. De nood dor (Binders. Fenilleton. Eindelqk weergevonden 1 1 ji I*, hi- l*28, GEM. NORMAALLESSEN Tfi a'lkmaar, Toi den nieuwen cursua kunnen worden toegelaten jongens en meisjes die 1 April 1923 den leeftijd van 14 jaar hebben bereikt en het toelatings-examen met goed gevolg hebben aigelegd. Aanmelding v66r 15 Maart, elken Dins- dag en Donderdag van 12 uur in het schoolgebouw Brillesteeg, onder overlegging van geboorte- en inentingsbewijs. De Waarn. Directeur, F. J. AUKES. Het publiek en die regeering zijn van alle zijden ingeldcht omtrent dan sledrten toestand gevaar, dat dieze toestand vow het algemeen odang met zich brengt. Men vraagt zich af hoe de verbouwers ge- Lolpen moeten worden. De slachtoffers vra- gen dit zelf en oak de regeering is wel herein iets te doen am het leed te verzachten. Het is dan oak bedroevend te ziein, dat nodi arbeid noch kapdtaal in dit vaik, niet alleen ibeloond warden, dioch diait er groote verliezen geleden worden en de producten on- verkoopbaar zijn, terwijl heele tevoUdngen in de wereld zijn overgdeverd aan hongersaood en ondervoediing. Ofschoon nu enkele producten weer in prijs gtijgen en dus voOr enikele, vooral vow de grootste en kapitaalkrachtigste verbouwers de toekomst wat is opgeklaarid, kan het toch de moeiite looo/ani de oorzaken van deze malaise eens wat- nader te be- schouwen, want het is een merkwaardig feat, dat oiize ei'gen gerechte Nloord-Hollandere om steun vrageni aan de regeering! Men mag zich wel eens afvragen, hoe het komt, dat deze mdividualisten eeni beroep doen op de gemeenschap. In dit verzoek om steun ligt mi. een aanklacht. Hot indiviidu gevoelt zich met verantwoordelijk voor den noodtoestand. De vraag is of er in dirt gevoel melt veel waars ligt. Ongetwijfeld, do wereld is aimer geworden, hot vertrcuwen in de waarden van verschiliendO rijken is tat hot mFpumt omge- veer gedaald. De verkeeramoeilijkheden bo- letter. made de distributie dor goederen in het buitenland, maar daaraan lean onze overiheid geem motietf andeenen om den tuinder te hel- pen, daar dlan elke reden zou komen te ver- vallen vow den verbouwer om ^jechts dat- gene ite produceeren, wat naar zijn bests ih- zichte® een volgemd jaar loonend zou zijn. Niet de overhdd bepaalt die productia maar de coosumenlt. Een kunstmatig in hot leven gOhouden pro- ductieprooes, een overheidsbedrijf, kan zich dan ook alleen sitaande hauden dow can- sumptiedwang en mionopolie. Ofschoon de beste bedoelingen daabbij hebben vowgezeten, heeft toch dO overfaeid zich hoelamiger hoe mear ingelaiten met het produdie-stdsel, waarfrij de verkregen re- sultaten niet altijd voldaan hebben aan de TCTwachtingen. Zoo zijn er ook va® hoogOrhand aangeimoe- (figd, twee stTOomingetni onistaan, bij do tuin- ders do neiging tot concentratie en de ed ging tot het drijven van eiigen handel. De vdjO handel was het bete noire der pro- dbcente®, dlaar bleef do winst, welke thuis behoordO in de zakken van den trier Zeker, in dOn handel komen helaas tailrijke misbruikoni vow, er is ruimte te over waar klachten dienaangaandO, doch de handOl blijkt toch wel even noodzalkelijk als dO pro- ductie; trouwens do tuinders willen dan oak niet den handOl uitschakelen, maar dO vuisten daarvan in eigen zak brengen. Nu brengt die handOl evenaja 01k bedrijf risico met zich mode en zoo zal een coopera te in den tuinbouw, behalve hot gewone be- drijfsrisico ook nog het handelsrisico moeten dragen. Ala men U iets anders geven wil, zegt dan neen, ik neem om mijn Kleeren, Blouses, Gordijnen enz. te verven, alleen het van ouds beproefde mei;k ,,Yossekop la star". Uit hot Engelsch van Adeline Sergeant. 6) Maar om uren achtereen te zitten of te lig- gen, opgepropt door kussens en doeken, te- genover haar neef John,, wiens oogen, ana een blik op het voorbijvliegende landschap, al tijd weer naar haar gezicht terugkeerden, dit was iets, wat haar zoo ellendig maaktc en prikkelde, dat zij bijna niet wist, hoe hot uit te houden. Eons werd het haar te mach- tig en haar groote oogen opslaandO zeide ze, met een boosfiedd, die uit smart voortkwam ,yWaarom kijk je me zoo aan? Dat heb ik niet graagik wou, dat je me niet aankeek." Hij antwoordde niet dadelijk. Misschien had hij wat moeite, haar woordien te verstiaan, want haar stem was zwak en het leven van den trein klonk in zijn ooren. Hij was geen man, die geduld met zwakte had. Hij zed daarna: „Je moot er aan gewend raken, aangeke- ken to wwden, Catherine. Je kunt jp zelf niet altijd opsluiten." Er was niemand anders in de ooupO. Zij sloeg haar smalle witte handen vow haar ge- zicht, en bego'n te huilen. John keek naar haar handen, aan haar linkWhand droeg zij een ring een trouwring. Hij schonk schijnhaar geeni aand'acht aan haar tranen, en itoen zij eindOlijk opkeek zat hij strak naar buiten te kijken. Hij had een courant op zijn knieen, maar* keek er niet in. Haar natuurlijke zachthedd overwon, en ze boog zich wat vowover en raakte zijn knie aan. „Ik wilde niet zoo spreken, John. Je bent zoo erg aardig vow me geweest! Maar ik beni nog zoo zwak zoo moo ik hab een gwool. alaof ik niats kan vendragen." CoOperatta is hot eentgs en wlmaafcte said- del am te reageeren tegea het xiitbuitsysteem van den handelhet is een correcuef waar kian bet den handel vervangen in alle opzichten? De practijk heeft bewezen, dat beiden te- gelijk kunnen en moeten blijven bestaan, waar van den gonden vruchten die men van cooperatie had voorgesteld komt slechis af- wjsselend iets terecht en wel omdlat de vrijO handel niet overmaitig meer vraagt dan hare beweriingen en riskba waaid zijn en Omdat de leading van een cooperatie tenslotte berust bij enkele personen, die een juister en vlug- ger inzicht in zakeu moeten hebben als ook maac 60n der vrije handelaren. Met andere woorden Waar ae vrije handelaren de risi- co's verdaelen, daar wordt bij cooperatie alle risico geeonceatyeerd. En zoo gevoelt thams de tuinder, dat hij gedrangen is op den weg der cobperatie, wel ke zeker somtijds leddlt tot greater winsten, maar daartegenover somitijds tot zulke groote verliezen, dat men mag spreken van een de bacle. Het spreekt van zelf, dat ik bier niet op het oog heb kieine stadstuimders, the verplkht zijn hun uitgebredde sorteering groeaten in geringe hoeveelheden naar de veiling te bren gen, zooals hier in Alkmlaar daarDegein; be- staat geen bezwaar, maar wel heb ik op hot oog de stapelaitikelen, kooi, uiea, aardiappe- len. Da economische opbloei der geheele werdd v66r den grooten oorlog de zeer bijZonde- re omstandigheden tijdens den owlog, gin- gen,1 samea met het in praktijk brengen van codperatieve idieeen en nu komt het mij voor, dat men de gumstige resiulitaten der cooperatie ite veel heeflt toegeShreven aan dit systeem en te weinig aan gunstige algemeene economi sche omstandigheden, die met het systeem als zoodanig, niets te rnaiken hadiden. Cooperatie heeft natuurlijk zoer groote voordeelen. Het uiitschakeien Van den vrijen handel heeft echter ook zeer groote nadeelen. Nlaar mijn bescfaeidien oordeel zou wel eens overwogaa kunnen worden, of de producen- ten niet mede mochten werken om vow de stapd artikelen het vexplichte veiilen te lalten vervalkn Ete termijnhandei daacrin heeft toch groote voordeelen. Wanneer, eooals thans blijkt, dat de klei- ouere produce®! het bedrijfsnsico van den handei'aar niet mag boven zijn dgen risico kan dragen; dan doet hij beiter tegen een loonenden prijs zijn goederen op het mcest gunstige oogaiMik te veld staande to ver- koopen al zal zijn belooning dan gerling zijn, maar waanrnede hij dan omdergang van zjin hedrijf voorkomlt. P. A. DE LANGE. No. 776. „Ruhrhulpy", „Ruhrldnderen" en ,,Huhrmiusicd;. Sdnilleris „Wil- heim Tdl" als naitianaal symboal. Een) opwindende schouwburgvoor- Btelling. De geschrokken specu- laniten. In het wisselkantoor. Maar de prijtzen blijiven nog. Mien1 beweert dikwijls, dait) de mensch aan alflea went. IDiit is zeker waar,. In Duitsch- land kon1 men zell gedurende den owlog de waarhidd van diii woord ondervimden. De memschien wendlen er aan, dat dagelijks aan het front millioenen met verbeten woede op elkaar schoten, dat) nu eens deze, dan die joapge man uit families, met wie® men be- vriend was, den vroegtijdigen dOod ten offer viel. dat de ellemdie vow Europa niet wilde einaigem. Op het oogenblik is dit woord echter voor Berlijn niet van itoepassing. Men1 went niet aan het nieuiwe angelutk, waarin Duitschland geraakt is. Mien went niet aan de dagelijk- sche jobsitijdingen uit het Ruhrgebied. aan de beriebfcen overnet lijden van de bevo>ltong, die onder de bevelen van een' vreemde militaire madit gekomen is, aan den oorlogstoestand in vTedestijd. De Berlijners zitten veailig buiten schot, maar tochi zijn ze nice .afgestompt vow de opwindende herichten, die oe couranten met een tussdhenruimte van enikele uren uit Westphate® en Rijnlland verbreiden. Hun Stemming wordt vedeer van dag tot dag ver- Wtterder, somberder, wanhopiger. Gold vroe- ger die RSjn alleen alS de heilige stroom, als een symbood van het Duitsche wiezen, nu heeft de kieine Ruhr deze ral op zich genomen. to groote drommen zijn duizraden Ruhr- John's oogen diwaalden weer af naar haar linkerhand, die zij op zijn knie had gelegd. Hij legde de zijne er een oogenblik over. „Ik begrijp je, Caitherioie. Maar je rnoet moedig en sterk zijn. Je wilt toch geen schan- daal en schande over oms huis brengen, wel?" „Neen zeker niet." „Dan zal je begnjpen, waarom ik er je aan herinner, dat er stilzwijgien moet zijn aan- gaande de geschiedends van het laatste ander- half jaar. Catherine keek hem' verschriikt en zwijgend aan. „Ik ik wil er niet over spreken," zei ze eindOlijk, met een ingehouden snik. „Daar ben ik zeker van. Laat het zijn als- of het nooit geweest was. Het is het wijste. Ik had er vroeger over moeten spreken." „Je hebt zoo iets van dien aard gezegd. Maar als mij iets gevraagd wordt „Er zal je niets gevraagd wordt. Gebeurt het stuur dan vrager dan naar mij, als je voogd. Ik zal wetea, wat ik zeggen moet." Zij keek hem ontrustig, vragend aan. „Je bent met vrienden op reis geweest deels in het buitenland, deels in Schotland", zd John met zijn kalme stem, „natuuriijlk met ons goedvinden. Je bent juffiouw Caiherine Holden, zooals je altijd waart; zal je daar aan denken?" Een diepe bios bedeikte haar gezicht; zij keerde zkh af en zou gezwegen hebben, als Holden niet op een anitwoord aangedrongen had. „Zal je daaraan denken, Catherine?" .,Ja", zd ze eindOlijk mot groote moeite. „Ik zal er aan denken." „Je bent niet geirouwd geweest", ging hij rustig voort „en ie moogt! geeni trouwring dragen. Het is beter dat je hem afdoet en mij geeft." Haar rechterhand sloot rich op eens vast wer haar linkerhand. ,„Jw bunt hem, niet duagan," zei haar neef, Mnxtorenf .aangtkomm, tfte bfl Berlljnsdw fa milies ingekwartierd worden, opdat ze niet bloat zulien' staan aan de gevaren van het dreigend gebrek aan levensmidddler ;n het in- dustriegebied. Binoen r-kele dageti was er- niettegenstaande der woningnood in Berlijn, plaats gemaakt voor 50.000 van deze „Runr- kitoderen." DO volgende week komen de „Ruhr- musici" naar Berlijn, de vereenigde stedelijke orkesten van Essen', Bochum en Dorttaund. Ze zulien) hier in de reuzenzaal van, den groo ten schouwburg een cahcert geven. Tot hun antvangst zijn geiweldige voorbereidselen ge- troffen. Ook deze honderden musici zulien de gasten van Berlijnsche families zijn. Men zal hun in het Rijksdaggebouw iipaterrijik ont- vauge®. De biljetlien worden tegen kolossale prijzen, verkocht. daar de gezamenlijke op- brengst natuurilfk, de „Ruhrhulp" ten goede i komt, maar men betwist elkaar die kaarten. Tot een machtlge onvergetelijke demonstra- tie kwaoni het dezer dagem biji een opvoering van Schiller's „Wihelm Tell" in het „Staat- licfaes Schauspielhaus." Schiller is trouwens plotseling weer de persoanlijlkheiid geworden, die hij) voor hondera jaar vow de Duitschers geweest is, de gyoate vrijheids- en volksdioh- ter. Zijn historische drama's krijgen voor ons sedert we weer een1 stuk wereldgeschiedenis beleefd hebben en beieven, een veel diepere beteekenis dan ze hadden in den rustigea vre- destijd. Zijn „Wilhelm Tell" echter, dit dow het vuur van den geesbdriSt gedragen1 drama van den opstand van -etoi onaerdrujet volk te gen vreemde iudringers, sohijnt een nauw- keurig dichterlijk spie^'elbeelidvan onzen te- genwoordigen toestand te geven. In Essen hebben de Fxianschen ie Schouwburg geslo- ten, toen ze het waagde de „TelT' op to voe- ren. In Bochum hebben ze rich1 met tanks voor de schouwburg opgesteld en1 hebben op die wijze een opvoering van het sftuk met geweld verhinderd. In Berlijn echter zijn we ten- mioiste vowloopig nog meester over onze besluitem, wat we in1 den Schouwburg zien willen. De avomd dlroeg den fltiempel van een groote nationale betooging. In de voorste loge naast hiet toaneel, waar eens de plaais van den keizer was, zat de rijkspresident met den rijkBkanselier. In de loge daartegenover de president! van den Rijksdag naast die Duit sche gezant in Brussel. Dow de geheele zaal verepoeid, de rijksministers en die Russische ministers, de 1 eiders van de politieke partijen, andere bekendle parlemenislden, die vertegen- woordigers van alle kringsn van het publidte lven. Onder hen ook de gezant van Duitsch- Oostenrijk. De stemming in de zaal was tot 't uiterete gespannen. Ofschoon men zeggen kan,' dat de beschaafde Duitsdher de „TeIl" bijna van1 buiten' kent, ontdekt men toch mot nieuiwe bewoodeaing, hoeveel verzen1 en urt- spraken een bevredigmd actuede beteekenis voor onzen tegenwoardigen toestand in rich bergen. Mian voelde, hoe een' geheinmnnige warme sirooin door de haiten van' alle toehoorders ging. 'De oude Attinghauseni, een der figuren uitfaet drama, zegt tot zijn neef den' jangen ridder, die zicn het liefsrt biji de overwiinmende tegenpartij wil aansluiten, die beroemde woor den: Aus Vaterland, au9 ieureschliesz dich an, 'Das halite test mit deinem ganizen 'Herzen. In een latere scame sterft Arttinghausen' met de venmaning ziijin landgenooten„Seid ei'nig, einilg, etaiy P Bij den eer op de Rutli aan het Vierwwald- stadter meer worden die den Duitscher niet minder bekiende worden.1 uirtgesprken: „Denn eine Grenze hat TyranMenmaeht, Wenn der Bedruckte oirgends iecht kann' fin- den, Gmeilt er getroSten Mutes in, den Himmel, Und holt hinnmter seine ew'gen Rechie, Die droben hangen unverausserlich, Und unverletzlich wie, die Siueme sdbst." Biji al deze verzen) barstte een oikaan van bijvalsbetuigiingen los. Aan het slot van de RiitliHsceae verhderven alle aanwezigen zich als een man van hun zetels en spraken de woorden na: „Wir wollen sdn ein einzag Volk von Brfi* dern1, In keiner Not urns trennen uoid Gefahr." En als op een oozichtbaar itieeken hieven al le het „Deutschland" lied aan. Maar de uiitwerking was nog veel grooter In/ dedere acte, in iedere scene voelde men- iets. onmiddellijk betrefcking had op dezen dag en dit uur. Toen de toonelspeler Kortrer in den rol van den lamdvoogd Gessler vensdieem, ging een' monxpelen dow de zaal„Degou)iite." jn het huis van mijn moeder." Er was een pauze. Toen zeada Catherine zacht, terwijl zij de hand onder een dock weg- stopte: „lk zal hem niet dragen. Maar ik wil hem noch aan jou, moch aan iemand anders ge ven tenzij ik hem emmaal terugzend aan hem." i „Heel goed. Maar hoe minder je met dien man to doen hebt, hoe beter. Het zou veiliger zijn, als je hem mij gaaft; maar" gewaar- schuwd dow een wanbopigen trek op haar gelaat „doe zooals je wilt), als je hem maar noait laat zien." Zij antwoordde niets, en keerde haar ge laat zoo geheel af, dat hiji het gesprek niet kon voortzetten. Eenigen tijd scheen ze geen spier te bewegen; maar toen zij even in bewe- ging kwam, zag hij, dat zij naar ring had afgedaan en weggeborgen. Het was met een hand zonder ring, wat Catherine zondieriing khal toeseheen, dat zij, het huis van haar tan- to te Fairford biamentrad. Strikit gezegd, stand heth uis niet in Fair- ford. Het lag aan een weg, die door de voor- steden van de groote fabiieksstad naar bui ten leidde, en aan weerszijden waren later villa's gebouwd. Moss Dyke, zooals het huis genoemd werd, een aanduiding naar een stroom aan den voet van den tuin, die eens helder als krisital, maar nu Ideurloos en moe- rassig was, maar altijd nog beschaduwd door tneuxwilgen em in zekeren zin schilder- aditig Moss Dyke was geeni villa;-het was een lang, laag gebouw van noode bak- steen, bijna verborgen door klim'op, met wat struikgewas er voor en een tuin er achtereen ouderwetsehe plaats met smalle ramen en een vooricomen van vlekkelooze deftigheid; die het deed afsteiken bij de nieuwere en mooiere hui- zen in de buurt. Het was een huis, dat het karakter van rijln bewonara scheen judt te stralen. Toen die rtaagwrs aanfcwanwn, werden zij Reeds bSJ vroegene epvoertecen van de i Wellswaar rijn de verwndhte gevrrtgra van „Tell", had Kortaer de boosaardige willekeur deze fimamcieele operaties nog uitgebleven: de van Gessler steeds gekarakteriseerd, doordat prijs der levensmiddelen en gebruikartikelen hij1 met een rijlzweep am rich been sloeg. Nu zijn nog niet gedaald- De nieuwe verwjenin- df berichtep uit het Ruhrgebied over bedrei- j gen en strafbedreigingeo, die de regeering te- ging van iDui'tsche burgers door de rijzweepen j gen prijBverhooging in werking heeft gesteld, van Fransche offideren steeds 'talrijker wer den, kreeg ook dit gebaar van den acteur een infame actualiteit. Toen de voorstelling afge- loopen was, fcondem de toeschouwers met van e'kander scheidlen. Ze bleven, als door toover- machit verbonden an gebodd, nog lang in de zaal staan, totdait het eleotrisdhe licht uitgtog. Zeker het ontbreekt in Berlijn ook niet a am meoischen, die hun eigen pereoonlijke be- langen even gewichtig vinden als die van het vaderland. Dat bemerkte men, toen in de laatste woken plotseling de iBerlijmsche beura began te wankclen, alsof een aardbeving haar fundiamenten had geschuld. Plotseling deed zich een' venbluffend schouwspel voorde dol lar en de gulden stortten gedurende eenigen tijd van hun sprookjesachtige hoogte naar be- nemen. Maar men' moet niet gelooven, dat de ze verheugende gebeurtenis overal glim- lachende gezichten te voorscMjn riep. De spe- culanten waren doodelijk geschrokken. En dat moet openlijk bekend wordrn, eigenlijk speculeert half Beriijn I iMien1 behoeft maar eens om het middaguur op een1 beursdag een' van de talrijke wissello- kalen en bankfinalen binnen te gaan, die rich in alle straten bevinden.. De merkwaardigste toomedeu' schet men' hier afspelen. Na 12 uur komen ze aanloopen, de goede klanten' van het wisselkantoor, met veriutte gezichteEj met floeiende oogen en1 zenuwadrtijg tnllende anden. Mien wacht op den eersten koers, die van de beura getelefoneerd worden. Er vonnen rich groepen. Mien debattteer., twist, gesticuleert. „Moet ik veillooopen?" „Moet ik houden?" Dat zijn de gewetensvragem, waarmede de bankbeambtea bestormd worden. Maar nog heeft meni iijdi een besluit te nemen. Tot half twee neemt die bank orders aan. Men is dus genoodzaakf weer te wachten. Versdheidenen hebben boterhamamea meegehracht, gaan zwijgend op een Stoel rittten, pakken hun broodtjes uit en beginnen mechanisch te kau- weii', terwijl de hersens overleggen en zich aftaartelen met valuta-vr aagstukfcenNieuwe berichten komen van de beura. Men fludsterf met elkaar, geeft elkaar raad, betoogt elkaars angelijk. Men gaat ten slotte naar de tafels en schrijlfit de orders op. In een' hoek staat met de armen over elkaar zijn toi dusver zonder resultaat gebleven. De kooplui zijn wantrouwig. Wdlicht wordt ech ter alles wel weer aaiders! Lang zulien de hooge prijzen toch niet stand kunneni houden. Reeds wwdt het langzamerhand leeger in de winkels. He!/ puMiiek; aarzelt te koopen. Het wacht af. 'De waren moeten toch eens goed- kooper worden. En zoo zulien de koopliu, als de gunstige omimekeer in het geldnivea-u aan- houdt, want wij moeten het reeds als gun- stig beschouwe®, als een gulden 9000 Mark en niet, zooals korf geleden, 18000 Mark ko&t spoedig moeten beginnen tun. prijzen te verlagen, als ziji iets verkoopen willen. Dat zou't begin zijn van een langzaam herstel van onze economische verhoudingen. Wij wil len niet optknistisdi zijn; wij hebben ons af- gewend ved' te hopen. Maar wie weet wel- licht bloeit uit den akfcer van't ongeluk toch nog een kid® hloempje der hoop op, wdks geur en fcleur ons nieuwen levensmoed geeft. Dr. M1AX OSIBORN. Aan de Dammers Met dank voor de ontvangen oplossingen van probleem Ne. 744 (auteur Bergier). Zwart;11 2,'6, 7, 8, 12, 13, 14, 19, 23, 24, 30 34 Wit: 11,16,26,27,32,35,37,42,43,45, 48, 50. 1. 2. 3. 4. 5. ,6. 7. 8. 9. Op 1 osslag 5044 27—22 16—11 37—31 43—39 48 :39 44—40 1 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8 6:17 17 28 7 16 28 :37 34 :43 37 .48 48 :34 2:11 san de deur ontvangen door de oude Martha in haar beste japon en de Zondagsche muts op, rnaar met zoo'n zuur gezicht, dat het we! bleek, dat zij het niets prettigs vond „juf- frouw Catheiine" weer thuis te verwelkomen. Martha was boos. Zif was sedert dertig jaar bij de familie Holden, zij wist alias van hen; en de geschiedienis van Kitty was geen geheim voor haar, en toch had haar meesteres haar niet in vertrouwen genomen. De zaak was, dlat mevrouw Holden nog niet wist, wat zij zeggen moest; zij hadl weinig met haar zoom er over gesproken, en vennoedde, dat hij: of Catherine zelf, haar dadelijk omitrent allerlei dingen zouden Michten, zgodra zij terug ge komen waren. Gedurende dezen tijd bewaar- de zij het stilzwijgen zelfs jegens Martha, en Martha was boos. „Hae moeten wij haar noemen?" had 't bmnenmeisje gevraagd, toen mevrouw Hal- den haar zeide dat Catherine thuis kwam. Mevr. Holden had' die mectodeeling met meer dan gewone deftigheid gedaan. Een brief van John lag open op haar schoot en Martha keek er naar, alsof zij hem' graag had willen lezen. Waarom niet? Ziji had vroeger dikwijls de brieve® van John gelezen. De oogen van de oude dame vide® weer op haar brief, en de slimme Martha foegreep, dat John over dat punt geschreven had. .^ij zal genoemd worden zooals vroeger," res mevrouw Holden, op een wat scherpen toon. „Juffrouw Catherine? Hed goed, ik wou het alleen maar weten. Het zou gek zijn, het van het begin af niet goed te doen", zd Martha. En toen ging ze weg, tevreden dat ze een Parthischen pijl had afgsschoten. Maar mevrouw Holden zd niets meer, en Martha was brommig gebleven. Zelfs het zieni van Catherine's "wit, uitgeput gelaat deed' haar boosheid niet wijken. En toen het mdsje de kode kus van haar tante kreeg, zag Martha de begroeting met een verafihtdijken ^a a; 40: 7 35 21 Goede oplossingen ontvingen wij van do heeren: W Blokdajk, P. Dekker, D. Gerling, H Ranzijn, „de Zoeker" te Alkmaar, J. Smit en K. Heuvd te Heerhugowaard. IETS VAN FABRE. Zondag j.L vestigde de Haarlemsche speler I. W. van Dartelen onze aandacht op de vob en jonge'man hS onbewogen, niet uit den ploai te brengen. Dat als vraagstok m t Damspcl ....d gesta^n. is een der pnofeten, die alles weten. Alien ora- ringt hem, zoekt schuchter de wijshdd op te vamge®, die zijn Fppn spreken em doet daar na toch datgene, wat men reeds te voren doen wilde. Half twee! De teerlin® to geworpen' Voor heden laat rith niets meer veranderen. Bedrukt, angstig en itoch ook vol hoop sluipt het hede gezelschap weg. Een zegt berus- tendl: „Hoe men het ook doet, men doet het toch aliijd verkeerd." Wat rijn diat allemaal voor mensdien'? Wat voor beroep oefenen ze uit? Werkelijk. men zou bijna denken, dat hun werk alleen1 daarin bestond, dat ze aagelijlks in1 faun notitieboekje bliaderen, waarin hun' effedlen opgeteekend staan. Hun lot gaat met de moteenngen op en neer. Maar er rijln gelukkig ook nag andere ver- standiige mensdien. En' deze hebben met een lichte blijhdd in hun hart die bericfaten over de versiiiandige en handige ache van de Duit- sdie regeering en de Rijksbank gevolgd, die juist in dezen wanfaopdigen; polifieken toestand de daling der mark zoo succesvol tot staan bracfat. En nauwelijks rijn de speculanten van hun scfarik bekamen, of daar wordt een nieuwe, niet minder weldadiige 'stap gedaan1: de laankondiging van een' te verwachten' bin- nenlandsche goudleening, dus de uitgave van Duiiscfa papier met een' vaste waarde. Dat opent den Duitsche® spaarder eindeiijk de mogelijkheid, het geld, dat hij overhouden 'kan, zoo te beleggen, dat het met reeds in die volgende week de naive waarde verloren heeft. Daardoor zal ock de btormloop op de buitenlandsche deviesen tot staan' komen, waardoor de Duitsche mark opnieuw stevi- ger komt te staan. Men had deze middelen al lang te baat moeten nemen. Maar tenslotte komt iets goeds toch nooit te laat. Het opfre- den1 der regeering beieekent, ~dat men in on ze economische duistemiS eindeiijk een licht- punt ziet; dat de arbdders, de massa's, nieuw ventrouwen in het basituur van't rijk verkrij- gem, en dat op die mianier daadwerkelijk de eenheid van 'alle bevalkingpkringen greet Zwart: 5, 8, 10, 12, 18, 21, 22, 23, 29, 28. Wit: 20, 25, 32, 33, 34, 37, 39, 40, 47. Wit foroeert de winst als vol'gt: 1. 20—15! 1. 41—37 (gedw.) 2. 1510. Zwart zag nu gxu geedtu zei meer, doch probeerde nog 2. 21—27! Hierop had Fabre gerekend, zie maar: 3. 10:19! 3. 27:29 4. 39—33 4. 28:30 5 19:17 5. 12:21 6 25 3!! (4 sch.) Een aardige combinatie met Turksche slag is dc volgende: Zwart. 4, 8, 9, 10, 18, 26, 31, 36, 37. Wit: 24, 28, 33, 34, 39, 40, 42, 47, 48. hoofdknik, die boekdeelen sprak van de ge- dachten, die zij niet onder woorden bracht. Het binnenkomen in Moss Dyke, de gevoelens, die het opwekte, en het zien van de oude, ver- trouwde gezichten waren echter te veel voor Catherine. Zij werd duizelig en zonk bewus- teloos op den grend; John en Martha droe- gen haar naar haar kamer, die zij in de eerstvolgende weken niet verliet. Een voile week bediende Martha haar met een stroef en hard gezicht. Maar op een dag verander- de haar gedrag en voor de rest van haar leven was zij zachter voor Catherine dan voor iemand anders in de wereld. „Hier is uw medicijn, juffrouw," zei ze op een dag zoo scherp mogelijk. Catherine lag op haar kussen met gesloten oogen en de handen lusteloos langs haar rijden. Haar ge zicht was doodelijk bleek; maar toen Martha spralc, opemde zij langzaam haar groote, donikene oogen en richtte ze smeekend op de oude dienstbode. „Je noemde me vroeger Kitty", zei ze zacht. „Maar iedereen is anders niemand geeft nu om me". En ze keerde haar gezicht af. Martha stond een oogenblik zwijgend, en viel toen uit, eerst scherp. maar langzamer hand met de droevige zachtheid van gewonde genegenheid. „Ja, ik noemde je jarenlang Kitty, tot je ons alien wegwiero als een ouden scfaoen em naar Schotland, or ik v. eel niet waar, heenging. Ik brom niet op je am bet ween je schula niet was, njaar tk brom om dat je wegliep zonder iemand wat te zeggen zelfs niet tegen mij, die je veizorgde, toen je een klein kindje was, om niet te spreken van mevrouw, die je als haar eigen kind' be- schouwde en mijnheer John, die den grond aanbad, waarop je liep. Het was heel ondank- baar, en i-k kan' het niet vergefen, al vind ik het nog zoo akelig, dat je' zoo'n verdriet hebt." (Wordt vervolgd J,—.i j I i mrt l.v.4 m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5