A. J, Ps EFERPUDDING
van verachfltende tngwetenen, om nfct over
te gaau iot den bouw van ten naeuw woes-
huia, maar de weezen m het gezia te doen
verpiegtn;
noodigt B. en W. uit prae-advies te willen
uitbrengen over het al dan met wensctic-
lijke van gezinsverpleging boven geshchts-
verpleging."
Spr. oorueeldie het voor de weezen: zeer
goeu a Is ze in gezmnen konden wordtu on-
dergobracht en was overtuigd, dat tal van
famiueieden van de landmen deze wel tot zich
wnden nemen.
Mr. W. C. Boimaa deed het leed, de
motie van zijn partijgenoot te moeten bestrij-
den.
De heer Covers Dat is niet erg, je
dwaak ook well eens.
Mr. W. C. B o s m a n oordeelde, dat de
motie ingaat tegen alle bestaanae verorde-
nrngen. zoo juist is gezegd, dat de Raad aan
de veroruunng geounoen is en dit is met te-
gengesproKeu. Nu is er sen gesticht „het
WeesnuisSpr. heeft gevraagd oaar de
sticfltrngsbrieven en die zijn zeer oud. Voor
zoover het besiuur spr. kon miichten waaen
ze niet te vindea. Vennoedclij'k zijn ze in het
archief. Het is wel wensciieiijk daamaar ecu
onderzoek in te steilen. Als net is eeu sinds
eeuwen opgericht gesticht met een zelfstan-
dig bestuur, dan is het de vraag of met het
oog op de Armenwet deze verordening wel
volkomen geldig is en niet in strijd met de
Armenwet is opgemaakt, omdat men niet heeit
nagegaan wat die jechtspositie van, het Bur-
gerweeshuis is. Men zou de verordening moe-
len wijzigen als deze niet juist is opgesteld,
doch op net oogenblik is men er aan gebon-
den. Men moet zich op grond van art. 2 van
de Armenwet er aan houden en dan staan
wij hoogstwaarschijnlijk voor een gesticht als
in c. van art. 2 der Armenwet genoemd.
In art. 11 van enze verordening staat„De
kinder en worden in een weeshuis verpleegd
Het bestuur heeft de bevoegdhejd, wanneer
daartoe bijzondere aanleiding bestaat, onder
goedkeuring van B. en W. de kinderen buiten
het Weeshuis te doen verplegen."
Het is dus zeer exceptioneel. Als regel geldt
de verplcging in het weeshuis. Dit staat vast
als een muur. Spr. gelooft, dat B. en W. er
van overtuigd zijn geweest, dat er een weesr
huis moest zijn. Wij hebbenj in de Alkmaar-
sche Courant kunnen lezen, dat het weeshuis
gesticht is geworden door de kas van het
weeshuis. De gemeente heeft het weeshuis,
staande bij de Groote Kerk, noodig gehad in
den crisistijd en van de regenten de beschik-
king daarover weten te verkrijgen, maar niet
den eigend'om. Spr. heeft voor zich't contract,
dat tusschen de gemeente en de regenten
daarover opgemaakt .is en in dat contract
staat, dat de gemeente moet voorzien in de tij-
delijke huisvesting en de kosten voor verhui-
zing moet dragen.
De gemeente heeft de beschikking gekregen
over het gebouw en den tuin, maar heeft zich
verplicht, binnen 5 jaar een geheel gereed ge-
komen nieuw weeshuis op te levereni. Er staat
ook in, dat de gemeente zich heeft verbonden
om wanneer binnen den overeengekomen ter-
mijn het nieuwe niet gereed is, het tegenwoor-
dige te ontruimen en' in zijn vorigen staat tc
brengen en het bestuur in handen te steilen.
Wanneer er derhalve geen nieuw weeshuis
gebouwd wordt, gaat de gemeente uit het ou
de weesliuis, dat dan binnen een jaar ont-
ruimd moet zijn. Doet de gemeente het piet,
dan is het een klein kunstjc om binnen S da-
gen dieni boel op straat te zetten, krachtens
een' eenvoudig vonnis.
De heer Oovers Dan houden wij de
subaidie in.
De heer Westerhof Daar heb je den'
boer.
De heer Oovers Was jij het maar.
Mevr. Westerhof tot den heer Thom-
sen „Kom jij maar uit den hoek. Jiji hebt de
artikelen in ae Alkmaarsche Courant gei'nspi-
reerd.
Mr. W. C. B o s m a n Mijn buurman
zegt dit bij wijze van geestigheid. Wie zijn
de „wij?"
De heer G o v e r s De Raad.
Mr. W. C. B o s m a n De Raad is niet
mijnheer Oovers De Raad houdt de subsidie
in, omdat de regenten hun plicht doen en de
gemeente zich niet houdt aan hiet contract!
Dat is niet verdedigbaar. Wanneer regenten
zeggen,,Wij zijn belast met de zorg voor de
weezen, en moeten het weeshuis terug heb
ben", kan men de weezen dan straffen door
de voor hun onderhoud noodige subsidie in te
houden
B. en W. hebben gevolg gegeven aan het
ccntract en een plan gemaakt voor een nieuw
weeshuis. Dit is volkomen in de lijn van het
contract, mijnheer Govers.
Spr. heeft niets anders dan eerbied en lof
voor het College. Er komt alleen een stem op
in den Raad, die zegt„Zijn wij wel op den
praktischen weg?" Men heeft gezegd: „Het
is wcnsehelijk dat er gezinsvcrpleging zal
zijn." De me est en oardeelen, dat er wel een
weeshuis moet zijn, maar dat de opzet te
groot is. Maar spr. heeft over de motie te
spreken. En deze wil, dat het contract op zij
wordt gezet en dat wij beginnen de theoreti-
sche kwestie te bespreken, wat beter is: ge
zinsverpleging of een weeshuis. Die mode is
buiten de orde. Dat is niet op te dragen aan
B. en W. en kan niet aan B. en W. opgedra-
gen worden. De motie heeft geen zin. In de
verordening is al beslist, dat er eon weeshuis
moet zijn. Het heeft niets te maken met de
kwestie van uitvoering van het contract.
Wanneer men meent, dat de uitvoering van
het contract niet juist is, dan zou cr een an-
dere motie zijn, beoogende een kleiner wees
huis. Maar men moet doorgaan in de richting
van overleg met de regenten, Spr. kan daarin
komcn, maar hij kan er niet in komen dat men
hier de theoretische vraag wil beantwoorden.
De kwestie, of verpleging in het huisgezin of
m een weeshuis beter is, heeft met de behan-
deling van de agenda niets te maken. De
vraag is: „Hoc komen wij tot uitvoering van
het contract?" En daarop slaat de bijlage.
Spr. gaf in overweging, de motie terug te
nemen.
De heer K e ij s p e r geloofde niet, dat het
de bedoeling van de motie was, om daarmce
den bouw van het weeshuis van de baan te
schuiven. Dit is althans dnze 'bedoeling niet.
Wij hebben gemeend, na het geschrijf in de
couranten, dat het, alvorens te besluiten over
zoo'n belangrijke som, aanbcveling vendieat
(wff hshban nog 6 maanden tijd
De heer Westerhof: Oeen dag.
De heer Keijsper: aanbeveling
verdient, een onderzoek in te steilen in' de ge-
meenten, waar gezinsverpleging is toegepast
en of misechien met een kleiner weeshuis als
doorgangshuis kan worden volstaan. Wan
neer B. en W. de gegevens hebben, dan' kun
nen zij die met de regenten besprekan en over-
leg plegen, wat het meest gewenscht is. Onze
fractie meende daarom de motie van den heer
Govers te moeten steunen. Spr. verzocht den
heer Govers, de motie in dien zin te wijzigen.
De heer Ri n g e r s onderschreef geheel wat
Mr. Bosman naar voren had gebracht. Hij
kon zich niet indenken, dat er op het oogen
blik andere stemmen opgaan. Reeds drie jaar
lang drong spr. er bij de begrootingen op
aan, de met de regenten aangegane overeen-
komst te bespoedigan:. Nu hot oogenblik getko-
men is, om, te geven, wat men op zich geno-
men heeft, zegt men: „Laten wi] het van de
baan voeren." Spr. vindt dat niet oirbaar.
Meii is notaricel gebonden, en gebouw te ge
ven. Spr. zal daarpm vbor de bijlage stem-
men, zooals B. en W. die hebben ingediend
Mr, S 1 u i s was het met Mr. 'Bosnian
eens, dat eeni ovenenikortist strikt moet wor
den nagekomen. Hij was het er evenzeer
over eens, dat de motie er wonderlijik inrolt.
Maar in het algemeen kan men zich de vraag
steilen1: „Is een' nieuw weesfeui® noodig?"
Wij komen; ook de overeenkomst na, als wi
tegen het Bestuur zeggen: „Hier heb je hei
oude gebouw terug" en die kwestie moeten
wij dus goedi ondier de oogeni zien. B. en W.
willeni een nieuw gebouw en hij! kan zich dat
voorstellen, omdat indertij'd het College aan-
nam het gebouw voor andere doeleinden
noodig te hebben. Is dit nu nog zoo? Hiet
gebouw was indertijd noodig voor Handels
school, maar op het oogenblik staat het zoo,
dlat de Handelssehoolniet te klein, maar te
groot is. De geweldige todloop van buiten is
er niet meer. Dit motief is dus van de baan
em daarom vraagt spr., of B. en W. overtuigd'
zijn, het gebouw noodig te hebben) voor Hian-
delsschool of andere doeleinden. Is dit niet
het geval, dan is een nieuw gebouw absoluut
overoodig en dan wil spr. het oude gebouw
weer aan het Bestuur la ten. fs het eentnaal
zoover, dan is er plants voor het idee van
dem heer Govers. Zijn regenten het dan over
de gezinsverpleging eens, dan laat het zich
deiMoen, dat 'het gebouw later weer wordlt ont-
ruimd en dat de gemeemte het terug krijgt
De heer Westerho f had met groote
verwondering en met aandacht nagegaan,
wa t de v66rgeschiedenis is geweest van deze
raadsvergadering. De heeren Adema en
Speet zijn gloeiend aaneenigesmeed in hun
afbreken van de tegenwoordige gestichtsver-
pleging.
Mevrouw Westerho f Het zijh De
Twee Weezen.
Mr. S 1 u i s Amsterdamsche weezien:
rood en zwart. (Gelaoh.)
De heer Westerho f kwam er tegen
op, dat de eene wees rood werd genoemd.
Mr. S 1 ii i s Ik was in de war. Ik
daeht, dat jij daar zat. (Hilariteit.)
De heer Westerho f Het valt wel
op, dat de twee antipoden als deze heeren,
elkander hebben gevonden. De motie is ge-
borenj geworden uit de krantenartikelen. Htet
blijkt, dat de hoofdartikelen van de Alk
maarsche Courant een soort verlengstuk zijn
van den Alkmaarschen Raad. Men heeft de
zaak lang ongemoeid gefaten. Mr. Bosman
heeft zoo juist naar voren gebracht, dat,
wanneer de Raad geen nieuw weeshuis
bouwt, men feitelii'k contractbreuk pleegt.
Mr. S I u i s Of het een 6f het and'er.,
'De heer Westerhof Neen, ik beroep
me op het contract. 'Het iaatste is maar als
zekerheid gesteld, opdat het Bestuur een
weeshuisgebouw overhoudt.
Mr. W.C. Bosman: Juist, dat is de
straf.
De heer Westerhof Wanneer we
geen vreemd figuuT willenl maken1 naar bui
ten, dan moeten wij het weeshuis bouwen.
Anderhalf jaar terug diende spr. een motie
in, inhoudend'e, dat het weeshuis binnen den
kortst mogelijikien tijid moest worden 'ge
bouwd. 'Deze motie werd met algemeene stm-
men aangenomen,
Daarna werd hiervoor op de begrooting
van 19122 met algemeene stemmen 110.000
gevoteerd. Bij; de begrooting van 1923 had
men zich opnieuw kunnen bedertken, maar
wederom werd' met alegemeene stemmen de
post gevoteerd. Het is dan ook zeer te be-
grijpen dat de heer Margadant het besluit al
gevallen acht. Met bet plaatsen van den post
op de begrooting is de uitgave gevoteerd en
er kan nog alleen maar baraadblaagd Wor-
dieni, hoe het gebouw er kan uitzien. De be
grooting is twee maanden terug aan'gen.o-
men. In die twee maanden is de pers wakker
geworden en heeft gemeend, daarover arti
kelen te moeten schrijven. Vo6r dien was het
urgemter geweest, n.l. toen spr. zijn motie
stdde en de heer Ringers op spoed aan-
drong, Spr. beweert met nadruk, dat vanaf
het oogenblik. dat de gemeente het contract
sloot, de tijd van polemiseeren vooibiji is.
Men had dat te voren moeten doen. Het
kwaad wreekt zich altijd zelf. Wanneer de
regenten1 niet uit welwillendheid tegenover
den middenstand, die aan de militaimi ver-
diende, het gebouw h'addeni afgestaan1 dan
was deze kwestie nooit geboren geworden.
Dit is te goeder trouw geschied. Niemand
sprak toen over gezinsverpleging. Toch is de
kwestie al twee jaar oud en er is geen ande
re verandering gekomen, dan dat de ge-
stiohtsverpleging zeer vele malen verbeterd
is geworden door den invtoed van regenten
van later tijd. De gezinsverpleging stuitte
steeds op de moeilijkheid omi gezinnen te
vinden en te blijven vinden, om de weezen op
te voed'en, Stel, dat men die op het oogenblik
wfel kan vinden. Welke waarborg heeft men
dan, d'at dit over 10 20 jaar wederom' het
geval zal zijn. Het weeshuis is nu weg. Spr.
meent, dat de motie niet behandeld kan wor
den. Op 'grond1 van het gesloten contract
moet de mode worden ingetrokken. Als de
Raad1 zijn woord niet wil inlossen, d!an moe
ten de Regenten het oude Weeshuis terug
•hebben, natuurlijlk in zijn oudien staat en dit
zal vee! geld kosteni. Het gebouw is geschat
op J 150.000. Spr. vernam, dat het in de
bedoeling ligt, er het Landbouwhuis in te
plaatsen. Hoe het zij, het gebouw heeft zijn
groote waarde. De schatting is laag. Spr
vernam dit ook van deskunoigen. Het nieu
we gebouw kost 110.000; de grond
12000; stel voor meubileering 10000,
dan is de gemeente due nog voordeeliger uit.
De gernchten en dfc bewerfngen, dlat de as-
tin gbetalers dus zoo'n groote som moetei
voteeren voor het weeshuis, zijn dorni of
sttecht.
Mr. S 1 u i s Dan dom, maar slecht kan
het niet zijn.
Mr. W. C. B o s m a n Het eerste is
het ergste.
De heer Westerhof Dommen heb
ben geen kans, beter te worden. Spr. vond1 het
onbegrijpelijik, dat er raadsleden zijn, die
traehten van den bouw af te komen1.
De heer Govers: Predes.
De heer Westerhof 'Deheer Go
vers erkent. dat het er om te dioenl is, om een
ander zijn oezit te ontfutselen.
Mr. Wi. C. B o s m a n Juist.
De heer Westerhof: Het weeshuis
is een particulkre instelling met eeni eigen
kapitaal, dat door een regeling, die voor de
gemeente buitengewoon voordeelig was,
150.000 is kwij't geraakt. Spr. toonde dit
nader aan en was verwonderd over de min-
dere scherpzinnigheid van de regenten, die
er toen invlogen. Z. i. was de heer Keijsper
er naast, met te zeggen, dat we nog tijd heb
ben'. Het nieuwe gebouw moet 1 Mei 1924
worden opgelevera. Hoe men nu nog Tangs
allerlei wegen poogt, dit ongedaati te ma
lm, is spr. een: raadsel. Spr. heeft geen en-
kel nieuw argument voor gezinsverpleging
gehoord. Ook geen: argument, dat gezinsver
pleging verheft boven gestichtsverpleging.
Het is een oud gebnuik, nimmer nieuwe ba-
nen in te slaan, tenzij onvermiildieldjk blijkt,
dat nieuwe baneni beter zijn. Wie niet over-
tuigend kan aantooneni, nu en voor. later,
dat de nieuwe banen beter zijtn, ontzegt spr.
het recht, de nieuwe banen. op te eischeni ten
koste van de oude, die wordert afgebroken.
De gedachte van den heer Govers om te
zeggen: nDan houden wij de subsidie in", is
scnandelijk.
De heer Govers: Er is wel meer, dat
U schandelijk vindt.
De heer Westerhof Het is inder-
daad schandelijk.
'De heer Govers: Wanneer de Raad
opname in de gezinnen beter vindt
De heer Westerhof Sedert wan
neer is een raad&lid, dat zijn ecd heeft afge-
legd, gerechtigd, zich niet aan een contract
te houden?
De heer G overs U legde den eed af
voor de geheel burger ij en' U vertegenwoor-
diigt hier maar Sen partij
De heer Westerhof Het is ied'ers
recht, een: meening te hebben over gezinsver
pleging en daarover van gedachtem te wisse-
len, als de tijden vrij zijn, maar dat zijn ze
nu niet. en elk woord, er thans v<56r gespro-
ken, zal voor het nageslacht 'het stempel heb
ben, dat men het heeft aangegnepen om de
weezen hun huis te ontnemen en hen weer
zwervers te maken, zooals ze jaren zijn ge
weest, zonder de zekerheid te hebben, d'at er
goede pleegouders voor de kanderem worden
gevonden.
De heer G overs Ik dacht, dat U tegen
een gestichtsleven was.
De heer Westerhof Wiji ziijin tegen
een slecht gestichtsleven, maar voor ouaer-
looze kinderen, die alleen door het gesticht
bijeen kunneni 'blijven, zullen wij! v66r ge
stichtsverpleging zdin. Niets is tragiscner
dan ouderiooze.kinderen nOg van elkander te
rukken. Spr. noemde daarvan eeni voorbeeld.
Een1 weesihuis kan men controleeren, de re
genten doeni dat met voile toewijding; ge
zinsverpleging is absoluut niet te controlee
ren. In de bladeni is gezegd: „Als Alkmaar
te klein is, stuur ze dan maar buiten); de we-
reld is grooter."
Spr. zoup dezen heeren willen vragen, wat
zij zouden zeggen ingeval door de beroem-
de gezinsverpleging hun kinderen geen huis
meer hadden. Gezinsverpleging is missch'ien
soms goed, maar de omstandigheden maken
het z66, dat men de kinderen tot zich neemt,
om er winst mee te maken. De vergelijking
met de Oostenrij'ksohe kinderen is niet juist
Van hen las men de naakte ellende van het
gel a at en men n am hen bovendien niet voor
]aren. Men heeft met de weezen te dioen,
met welverzorgde kinderen en zij) worden ge-
nomen uit winstbejag.
Mr. S 1 u i s Men! kan het combineeren.
De menschen kunnen het dtoen, om er niet
Slechter van te worden en toch goed voor de
weezen zijh.
De beer Westerhof Het offer, om
weezen in huis te nemen, zonder er beter van
te worden, dat offer brengen maar weinigen.
De besprekingen behooren echter terugge-
bracht te worden tot de vraag, of de gemeente
haar contract zal uitvoeren of niet en dan is
de motie ontoelaatbaar.
De Voorzitter Toeni wij' kort gele-
den dns voorstel ded'en, was voor ons de
zaak eenvoudig. Wij meenden, dat wij con-
tractueel verplicht waren, een nieuw wees
huis te bouwen en deden daartoe het voor
stel, hoewel toen reeds de mogelijkheid van
gezinsverpleging tot uiting was gekomen:.
Nu komt hier de motie van d'en heer Oovers
binnen vallen, om alsnog naar de mogelijk
heid van gezinsverpleging een ouderzoek in
te steilen. Spr. kan begrijpen, dat de heer
Westerhof zegt, dat deze motie ontoelaatbaar
is, maar hij gelooft toch, dat de heer Wes
terhof dan de zaak tenzijd'ig beziet. De mo
tie beoogt een onderzoek in te steilen, maar
daarmee is niet dadelijk gezegd, dat er geen
nieuw burgerweeshuis gebouwd zal worden.
(Gelach.)
met yruchten.
DE FLJNE PAASCHPUDDim
De heer WesterhofSinds wanneer
is het gewoonte een stuk, tijdens de zitting in-
gekomen, te behandelen?
E>e Voorzitter: Bedoeld wordt het
adres, dat vanmorgen reeds is ingekomen en.
niet dat tijdens de vergadering.
De heer Westerhof verzocht voorle-
zing van de namen. Het is een stelletje vrijzin-
nige menschen. Wij moeten maar eens zien
wie het zijn.
Mevr. WesterhofHet zijn er een 15.
De Voorzitter schatte het aantal op
75. Spr. las de nameni.
E>e heer van Drunen: Allemaal rente-
nierende boeren. Het is de kolfclub.
Mevr. Westerhof: Het zijn een paar
rechters en boeren.
De geheele S. D. A. P.-fractie: 66 is er ook
bij (Hilariteit).
Mr. W. C. Bosman en anderen vroegen
het woord.
De Voorzitter wilde de vergadering
tot 8 uur schorsen, aangezien het reeds 5
minuten v66r 6 was.
De heer v. d. Bosch kon des avonds niet
terug komen. Spr. vroeg stemming over de
motie.
De heer Veen protesteerde daartegen.
De heer Westerhof vroeg het woord.
De heer van Drunen deed! hetzelfde.
De Voorzitter Wij kunnen niet tot
stemming overgaan v66r het debat is geslo
ten.
De heer v. d. B o s c h verzocht hierop aan-
houding tot de volgende vergadering,
De heer WesterhofNeen, tot van-
avond.
De heer B a k stelde voor om het punt alt
No. 1 op de agenda te plaatsen van de vol.
gende vergadering
Alle soc.-democraten protesteeren heftig op.
gewonden.
De heer Westerhof: Waarom vaj.
avond niet? Het is dus systeem geweest van
de bende.
De Voorzitter hamerde.
De Raadsleden loopen dooreen.
Mevr. Westerhof richtte tot verschil
lende leden alle mogelijke verwijtcn.
De heer Westerhof, hevig geagiteerd'
„Zwarte bende", „vuile bende'J. (Protcslen)
De heer Westerhof„Ja, smeerlap.
pen, zonder meer." (Hevige protesten).
DeVoorzitter sloot de vergadering
zegde toe, over 6en week weer een vergade
ring^ te zullen uitschrijven.
V66r het raadhuis bewogen de raadsleden
zich nog eenige oogenblikken opgewoadea
door elkander.
IStadsnieuws
De heer Westerhof: Geen comedio >pe»
len! U weet beter.
De Voorzitter: Als de motie wordt
aangenomen, beteekent het nog niet, dat er
geen weeshuis gebouwd zal worden.
Als punt 1 zal de vraag besproken moeten
worden, of het contractueel mogelijk is en dit
lijkt mij zonder Regenten niet mogelijk. Mr.
Sluis heeft gezegd, dat er nog een andere mo«
gelijkheid is, nJL het Weeshuis weer terug te
geven. Het lag in de bedoeling in het oude
Weeshuis de Handelssehool onder te brengen.
Maar door het terugloopen van het aantal
leerlingen is er verandering in dit plan geko«
men. De Handelssehool kan blijven waar ze op
't oogenblik is en daarom hebben B. en W. er
in het voorloopig plan over gedaoht, er het
Landbouwhuis onder te brengen. Spr. meent
dus, dat op dit moment het oude weeshuis
niet meer besohikbaar is, wat niet wegneemt,
dat wanneer de Raad B. en W. een onderzoek
opdraagt, die mogelijleheid toch weer naar
voren komt. Voor do vraag: gezinsverpleging
of niet, is het thans het geschiktste oogenblik.
Stelt men die op het oogenblik niet den staat
er straks het nieuwe gebouw en kan men er
niet meer toe over gaan.
De heer Westerhof: Het is al besloten.
Schandelijkl
Mr. Bosman: Men kan het tooh nog ge<
decltelijk doen.
De Voorzitter: De heer Westerhof ateit
naar mijne meening de zaak verkeerd voor,
door te beweren, dat het er ons om te doen is
het gebouw aan de weezen te ontfutselen.
Er is niemand in den raad die de weezen het
gebouw wil ontnemen, zonder daarvoor in-de
plaats te steilen een kapitaal voor de bekostb
ging van gezinsverpleging,
De heer Westerhof: „Govers wel".
De heer Govers: „Niet waar",
De Voorzitter: Tenslotte de vraag, of
de gezinsverpleging al of niet in het belang
van de weeskinderen is te beschouwen.
Het speet spr. dat de heer Westerhof de ge»
zinsverpleging in het algemeen in een verkeerd
daglicht had gesteld. Spr. kan zich niet voor»
stelien, waarom in het algemeen niet te vin«
den zouden zjjn behoorliike gezinnen voor de
verpleging. Dit hangt voor een belangrijk deel
af van het bedrag, dat daarvoor beschikbaar
wordt gesteld. Het is wel denkbaar, dat het
bedrag zoo hoog wordt gesteld, dat men daar»
voor een alleszins behoorlijke verpleging voor
!kan krijgen. Op het oogenblik gaat cr door de
modeme wetgeving van het gansche land een
strooming voor gezinsverpleging. Spr. noemde
'den Voogdijrasd.
De heer Westerhof: „Die kan niet *a»
ders".
De Voorzitter: „M«n Id est tegeawoor.
dig in tal van gevallen gezinaverplcging."
De heer Westerhof: „Omdat het goed>
Jcooper is."
De Voorzitter: om de gunstige results*
'ten. Spr. oordeelt gezinsverpleging zeer wel mo*
gelijk ais er maar goed betaald wordt. Spr.
heeft de vaste overtuiging, dat de kinderen
dan niet komen bij winstjagendo vreemden,
maar by de familie, dus juist daar waar spr. ze
het liefst wil hebben.
Wanneer volgens de motie wordt bealoten,
dan beteekent dit niet, dat perse niet aan het
contract voldaan wordt. Wij hebben nog 12
maanden en het is mogelijk het onderzoek met
spoed te doen plaats hebben.
Wordt dan nog deze zomer tot den bouw
besloten en het gebouw is 1 Junl 1924 inplaats
van 1 Mei klaar, dan zal niemand daarin zien
het niet nakomen van het contract.
Spr. zou het wel hebben toegejuicht, wan*
neer verieden jaar in deze een beslissing was
gevallen, doch oordeelde de motie wel toelaat*
i baar. Spr. heeft voorheen nooit begrepen wat
de heer Westerhof met het besluit tot den
bouw wilde, maar wij staan nu voor het eerst
voor de vraag gestichts* of gezinsverpleging.
De heer v. D r u n e n: Ze hebben zelf niet
met de motie Govers durven komen.
De heer H. E. Bosman verklaarde, dat hij,
het in deze opnemendc voor gezinsverpleging,
dit niet deed om financieele redenen, maar om
de weeskinderen.
Mevr. Westerhof: Net als bf| Jullie.
Jullio verstoppen ze heel naar Brabant
De heer H. E. Bosman: Het is te hopen,
'dat in de le 1000 jaar de S. D. A. P. zooveel
voor de weeskinderen-zal doen, als wij in 6dn
jaar.
Mevr. Westerhof: Jelui stopt ze in Bra*
bant
De heer H. E. Bosman: Mijn vrouw ia in
een gesticht geweest.
Mevr. Westerhof: Ja in een R. K. Ge«
sticht.
De heer H. E. Bosman was het de vorige
maal er mede eena, dat het gestichtscten in
massa gekookt, niet zoo smakelijk kon zijn.
Spr. was toen reeds voor gezinsverpleging,
,'doch kreeg ten antwoord, dat dit met kon,
omdat de gemeente notarieel gebonden was
en dat daaraan geen ontkomen meer aan was.
Het loflied van den heer Westerhof op de
gestichtsverpleging kan spr. niet onderschrij*
ven. Men kan in de gestichten de kinderen niet
geven, wat zij in kleinen kring wel krijgen.
In de gezinnen krijgen zij praktische onder*
vinding van het leven. In de gestichten heersoht
een tucht die gelijk is voor alien, terwjji de
i kinderen van karakter versohillen. Spr. zal dan
ook voor gezinsverpleging blijven.
De Voorzitter deed medcdeeling van
een inmiddels ingediende motie door verschil*
lende raadsleden geteekend van den volgenden
inhoud:
De raad der gemeente in vergadering op 22
Maart 1923 bijeen, kennis genomen hebbende
van een adres van verschillende ingezetenen
inzake den bouw van een nieuw weeshuis,
noodigt B. en W. uit, deze bijlage aan te hou*
'den en met regenten overleg te plegen omtrent
de wenschelijkheid de weezen in gezinnen on*
der te brengen.
DE DAGERAAD.
(Vervolg).
Verschillende uitspraken van Kant over hat
Godsbestaan werden door spr. naar voren ge.
bracht, waaraan spr. toevoegdo, dat een katho<
liek hem eens had toegegeven, dat Gods be«
staan na Kant moeilijk meer is aan te nemen.
En dat ondanks het besluit van de kerk, dit
Gods bestaan moet worden aangenomen op
straf van als ketter verdacht te worden.
Herinnerend aan Galilei (die leerde dat de
wereld om de zon draaide), zei spr., dat de ia,
quiaitie alles straft wat ingaat tegen de leerttei
lingen der kerk.
Kapelaan van Dorp verklaarde ia zijn leiia,
gen voor niot.roainachen, te den Haag, dat 4
die Gods ibestaan ontkennea, een gebrek hebi
ben aan het hoofd of het hart (dus slecht of
krankzimug zijn), dat zij onkuisehheidzaaien
zijn, enz. en dat het zai gaan als met Lot, d. w,
z. dat de bravein behouden zullen worden. En
tooh was Lot geen brave, zei spr., wijzende op
de vrees van dezen toen hy door zijn stadge,
nooten belegerd werd.
Door denzelfden kapelaan werd veel gear,
gumentecrd, maar niets aannemelijk gcmaikt
omtrent het Godsbestaan.
Spr. haalde gedichten aan van v. Kollwo,
Kloos en MulUtuli, waarin twijfel omtrent
God wordt geuit en van Veth in De Gids, dit
uitspreekt, dat „wij niet weten van waar wij
komen en waarheen wij gaan".
Waar pater Cajetanus zegt, dat God wel zijn
eigen ruiten zou ingooien, als Hij spreekt over
het zedelifke kwaad der menschen, verraadt
hij twijfel aan eigen steiiingen.
Na een korte pauze, waarin de heer Zomer,
dijk opwekte tot het toetreden als lid tot Do
Dageraad, vervolgde dr. v. d. Brink zijn toe.
spraak met over de wonderen te spreken, waar.
bij hij memoreerde hoe paus Benedictus in do
18e eeuw nog geloofde aan een draaiende zon.
Kapelaan van Dorp beriep zich niet alleen
op de wonderen uit den bijbel (die spr. ah 1»
gendarische verhalen beschouwde), maar ook
op do wonderen van den tegenwoordigen tijd
Deze ontstaan mede door religieuze suggestie,
zei spr., die dan aangaf hoe men daar in Lour,
des toe komt. Spr. had eens de leiding van een
processie daarheen. Hij schetste den indruk,
die wordt gewekt door de ..aanroeping", dio
spr. ook eens had gedaan en waarover hy zei
dat het geen wonder is, als een zieke zich ge*
nezen acht daardoor.
Kapelaan van Dorp bad gezegd, dat de dok.
ters aaniwezig mochten zijn, als er genezingen
worden geconstateerd, maar spr. had het te*
gendeel ervaren. Hoe kan men ook wonderen
constateeren? vroeg spr. Eerst Gods bestann
wetensohappelijik bewijzen en dan nog wonde.
ren? Dat kan toch niet.
Uit een no. van de Voorpost van Jonuari LL
citecrde spr. een genezing te Lourdes van een
zuster uit Amsterdam, welk herstel volgeni
spr. niet anders dan een religieuze suggestie
was. De dokters daar verklaarden haar op een
wonderdadige manier genezen, en dat ofsohoon
de mogelijkheid van wonderen nooit weten.
sohappeljjk is aangetoond.
Spr. verhaalde vervolgens nog van zijn rei<
zen in Rome en Boulogna en vertelde van een
beeld dat zwevende heet, maar, zei spr., cr
hangt altijd een gordyn voor en als dit even
'wordt weggetrokken, ziet men niet de draden
waar het beeld aan hangt. Ook verschillende
andere dingen, o.a. de heilige doek van Vero.
nica, berusteo naar spr. betoogde, op bedrog.
Volgens het Vaticaansche conciiie (1869)
wordt o.a. gevloekt ieder, die niet aan de won.
deren gelooft. Wij kennsn het bijbelsch verhail
van de vyf brooden en twee visschen, zei spr.
en andere wonderen, en nu is het opmerkeljjk
hoe Rome daarmee omspringt. Men beweert
nJ. nog overblijfselen van dien maaltijd te
hebben en ook nog een brood van het#laatste
avondmaal. Wanneer de bijbelverhalen nog
emstig zijn, drijft men er in Rome den spot
mee, zooals pater v. d. Sanden het te Alkmssr
deed in zijn debat met dis. de Pree. Deze last,
ste bleef emstig en waardig.
Temgkomende op het pausdom, zed spr., dat
Luther met den paus brak, maar de eersts
Christenen kenden geen paus.
De heilige Cyprianus van Carthago spotte in
de derde eeuw met den banvloek van den bis*
schop van Rome. Deze Cyprianus wees er op,
dat niemai^d zich kan maken tot bisschop der
bisschoppen, waartoe destijds reeds een stre
ven bestond en tooh moet men dezen Cypris.
nus aanbidden, .omdat hij heilig is verklaard.
Uitvoerig ging spr. in op het optreden van Cy.
prianus tegen paus Stefanus.
Een andere bisschop, Fermilianus, noemde
den bisschop van Rome geen goed christen,
een man, die de leer niet verkondigde zooals te
Jeruzalem geschicdde, een scheurmaker, enz.
Zoo ziet men, zei spr., dat Luther niet afge*
weken is van het Christendom, maar dat de
kerk van Rome juist verkeerd gegaan was.
In de roomsohe streken wordt zeer veel
dwang uitgeoefend, zei spr., waardoor velen
zich uitwendig als roomsch voordoen, hoewel
zij eigenlijk ongeloovig zijn. De eenheid in de
roomsche kerk en de eenheid van den ritus
werden door spr. in twijfel getrokken.
Het celibaat keurde spr. af, in tal van andere
landen wordt den priesters toegestaan te hu.
wen.
Wat betreft het gezegde, dat de roomsche
kerk zoo algemeen is, betoogde spr., dat »n<
dere godsdiensten evenveel aanhangers hebben.
Hierop lewam spr. terug op de onfeilbaar*
heid van den paus, die men wil bewijzen met
een drietal bijbelteksten, maar de groots Fe<
trus»piaats vindt men alechts in Mn evangelie