A. J, Ps EFERPUDDING van verachfltende tngwetenen, om nfct over te gaau iot den bouw van ten naeuw woes- huia, maar de weezen m het gezia te doen verpiegtn; noodigt B. en W. uit prae-advies te willen uitbrengen over het al dan met wensctic- lijke van gezinsverpleging boven geshchts- verpleging." Spr. oorueeldie het voor de weezen: zeer goeu a Is ze in gezmnen konden wordtu on- dergobracht en was overtuigd, dat tal van famiueieden van de landmen deze wel tot zich wnden nemen. Mr. W. C. Boimaa deed het leed, de motie van zijn partijgenoot te moeten bestrij- den. De heer Covers Dat is niet erg, je dwaak ook well eens. Mr. W. C. B o s m a n oordeelde, dat de motie ingaat tegen alle bestaanae verorde- nrngen. zoo juist is gezegd, dat de Raad aan de veroruunng geounoen is en dit is met te- gengesproKeu. Nu is er sen gesticht „het WeesnuisSpr. heeft gevraagd oaar de sticfltrngsbrieven en die zijn zeer oud. Voor zoover het besiuur spr. kon miichten waaen ze niet te vindea. Vennoedclij'k zijn ze in het archief. Het is wel wensciieiijk daamaar ecu onderzoek in te steilen. Als net is eeu sinds eeuwen opgericht gesticht met een zelfstan- dig bestuur, dan is het de vraag of met het oog op de Armenwet deze verordening wel volkomen geldig is en niet in strijd met de Armenwet is opgemaakt, omdat men niet heeit nagegaan wat die jechtspositie van, het Bur- gerweeshuis is. Men zou de verordening moe- len wijzigen als deze niet juist is opgesteld, doch op net oogenblik is men er aan gebon- den. Men moet zich op grond van art. 2 van de Armenwet er aan houden en dan staan wij hoogstwaarschijnlijk voor een gesticht als in c. van art. 2 der Armenwet genoemd. In art. 11 van enze verordening staat„De kinder en worden in een weeshuis verpleegd Het bestuur heeft de bevoegdhejd, wanneer daartoe bijzondere aanleiding bestaat, onder goedkeuring van B. en W. de kinderen buiten het Weeshuis te doen verplegen." Het is dus zeer exceptioneel. Als regel geldt de verplcging in het weeshuis. Dit staat vast als een muur. Spr. gelooft, dat B. en W. er van overtuigd zijn geweest, dat er een weesr huis moest zijn. Wij hebbenj in de Alkmaar- sche Courant kunnen lezen, dat het weeshuis gesticht is geworden door de kas van het weeshuis. De gemeente heeft het weeshuis, staande bij de Groote Kerk, noodig gehad in den crisistijd en van de regenten de beschik- king daarover weten te verkrijgen, maar niet den eigend'om. Spr. heeft voor zich't contract, dat tusschen de gemeente en de regenten daarover opgemaakt .is en in dat contract staat, dat de gemeente moet voorzien in de tij- delijke huisvesting en de kosten voor verhui- zing moet dragen. De gemeente heeft de beschikking gekregen over het gebouw en den tuin, maar heeft zich verplicht, binnen 5 jaar een geheel gereed ge- komen nieuw weeshuis op te levereni. Er staat ook in, dat de gemeente zich heeft verbonden om wanneer binnen den overeengekomen ter- mijn het nieuwe niet gereed is, het tegenwoor- dige te ontruimen en' in zijn vorigen staat tc brengen en het bestuur in handen te steilen. Wanneer er derhalve geen nieuw weeshuis gebouwd wordt, gaat de gemeente uit het ou de weesliuis, dat dan binnen een jaar ont- ruimd moet zijn. Doet de gemeente het piet, dan is het een klein kunstjc om binnen S da- gen dieni boel op straat te zetten, krachtens een' eenvoudig vonnis. De heer Oovers Dan houden wij de subaidie in. De heer Westerhof Daar heb je den' boer. De heer Oovers Was jij het maar. Mevr. Westerhof tot den heer Thom- sen „Kom jij maar uit den hoek. Jiji hebt de artikelen in ae Alkmaarsche Courant gei'nspi- reerd. Mr. W. C. B o s m a n Mijn buurman zegt dit bij wijze van geestigheid. Wie zijn de „wij?" De heer G o v e r s De Raad. Mr. W. C. B o s m a n De Raad is niet mijnheer Oovers De Raad houdt de subsidie in, omdat de regenten hun plicht doen en de gemeente zich niet houdt aan hiet contract! Dat is niet verdedigbaar. Wanneer regenten zeggen,,Wij zijn belast met de zorg voor de weezen, en moeten het weeshuis terug heb ben", kan men de weezen dan straffen door de voor hun onderhoud noodige subsidie in te houden B. en W. hebben gevolg gegeven aan het ccntract en een plan gemaakt voor een nieuw weeshuis. Dit is volkomen in de lijn van het contract, mijnheer Govers. Spr. heeft niets anders dan eerbied en lof voor het College. Er komt alleen een stem op in den Raad, die zegt„Zijn wij wel op den praktischen weg?" Men heeft gezegd: „Het is wcnsehelijk dat er gezinsvcrpleging zal zijn." De me est en oardeelen, dat er wel een weeshuis moet zijn, maar dat de opzet te groot is. Maar spr. heeft over de motie te spreken. En deze wil, dat het contract op zij wordt gezet en dat wij beginnen de theoreti- sche kwestie te bespreken, wat beter is: ge zinsverpleging of een weeshuis. Die mode is buiten de orde. Dat is niet op te dragen aan B. en W. en kan niet aan B. en W. opgedra- gen worden. De motie heeft geen zin. In de verordening is al beslist, dat er eon weeshuis moet zijn. Het heeft niets te maken met de kwestie van uitvoering van het contract. Wanneer men meent, dat de uitvoering van het contract niet juist is, dan zou cr een an- dere motie zijn, beoogende een kleiner wees huis. Maar men moet doorgaan in de richting van overleg met de regenten, Spr. kan daarin komcn, maar hij kan er niet in komen dat men hier de theoretische vraag wil beantwoorden. De kwestie, of verpleging in het huisgezin of m een weeshuis beter is, heeft met de behan- deling van de agenda niets te maken. De vraag is: „Hoc komen wij tot uitvoering van het contract?" En daarop slaat de bijlage. Spr. gaf in overweging, de motie terug te nemen. De heer K e ij s p e r geloofde niet, dat het de bedoeling van de motie was, om daarmce den bouw van het weeshuis van de baan te schuiven. Dit is althans dnze 'bedoeling niet. Wij hebben gemeend, na het geschrijf in de couranten, dat het, alvorens te besluiten over zoo'n belangrijke som, aanbcveling vendieat (wff hshban nog 6 maanden tijd De heer Westerhof: Oeen dag. De heer Keijsper: aanbeveling verdient, een onderzoek in te steilen in' de ge- meenten, waar gezinsverpleging is toegepast en of misechien met een kleiner weeshuis als doorgangshuis kan worden volstaan. Wan neer B. en W. de gegevens hebben, dan' kun nen zij die met de regenten besprekan en over- leg plegen, wat het meest gewenscht is. Onze fractie meende daarom de motie van den heer Govers te moeten steunen. Spr. verzocht den heer Govers, de motie in dien zin te wijzigen. De heer Ri n g e r s onderschreef geheel wat Mr. Bosman naar voren had gebracht. Hij kon zich niet indenken, dat er op het oogen blik andere stemmen opgaan. Reeds drie jaar lang drong spr. er bij de begrootingen op aan, de met de regenten aangegane overeen- komst te bespoedigan:. Nu hot oogenblik getko- men is, om, te geven, wat men op zich geno- men heeft, zegt men: „Laten wi] het van de baan voeren." Spr. vindt dat niet oirbaar. Meii is notaricel gebonden, en gebouw te ge ven. Spr. zal daarpm vbor de bijlage stem- men, zooals B. en W. die hebben ingediend Mr, S 1 u i s was het met Mr. 'Bosnian eens, dat eeni ovenenikortist strikt moet wor den nagekomen. Hij was het er evenzeer over eens, dat de motie er wonderlijik inrolt. Maar in het algemeen kan men zich de vraag steilen1: „Is een' nieuw weesfeui® noodig?" Wij komen; ook de overeenkomst na, als wi tegen het Bestuur zeggen: „Hier heb je hei oude gebouw terug" en die kwestie moeten wij dus goedi ondier de oogeni zien. B. en W. willeni een nieuw gebouw en hij! kan zich dat voorstellen, omdat indertij'd het College aan- nam het gebouw voor andere doeleinden noodig te hebben. Is dit nu nog zoo? Hiet gebouw was indertijd noodig voor Handels school, maar op het oogenblik staat het zoo, dlat de Handelssehoolniet te klein, maar te groot is. De geweldige todloop van buiten is er niet meer. Dit motief is dus van de baan em daarom vraagt spr., of B. en W. overtuigd' zijn, het gebouw noodig te hebben) voor Hian- delsschool of andere doeleinden. Is dit niet het geval, dan is een nieuw gebouw absoluut overoodig en dan wil spr. het oude gebouw weer aan het Bestuur la ten. fs het eentnaal zoover, dan is er plants voor het idee van dem heer Govers. Zijn regenten het dan over de gezinsverpleging eens, dan laat het zich deiMoen, dat 'het gebouw later weer wordlt ont- ruimd en dat de gemeemte het terug krijgt De heer Westerho f had met groote verwondering en met aandacht nagegaan, wa t de v66rgeschiedenis is geweest van deze raadsvergadering. De heeren Adema en Speet zijn gloeiend aaneenigesmeed in hun afbreken van de tegenwoordige gestichtsver- pleging. Mevrouw Westerho f Het zijh De Twee Weezen. Mr. S 1 u i s Amsterdamsche weezien: rood en zwart. (Gelaoh.) De heer Westerho f kwam er tegen op, dat de eene wees rood werd genoemd. Mr. S 1 ii i s Ik was in de war. Ik daeht, dat jij daar zat. (Hilariteit.) De heer Westerho f Het valt wel op, dat de twee antipoden als deze heeren, elkander hebben gevonden. De motie is ge- borenj geworden uit de krantenartikelen. Htet blijkt, dat de hoofdartikelen van de Alk maarsche Courant een soort verlengstuk zijn van den Alkmaarschen Raad. Men heeft de zaak lang ongemoeid gefaten. Mr. Bosman heeft zoo juist naar voren gebracht, dat, wanneer de Raad geen nieuw weeshuis bouwt, men feitelii'k contractbreuk pleegt. Mr. S I u i s Of het een 6f het and'er., 'De heer Westerhof Neen, ik beroep me op het contract. 'Het iaatste is maar als zekerheid gesteld, opdat het Bestuur een weeshuisgebouw overhoudt. Mr. W.C. Bosman: Juist, dat is de straf. De heer Westerhof Wanneer we geen vreemd figuuT willenl maken1 naar bui ten, dan moeten wij het weeshuis bouwen. Anderhalf jaar terug diende spr. een motie in, inhoudend'e, dat het weeshuis binnen den kortst mogelijikien tijid moest worden 'ge bouwd. 'Deze motie werd met algemeene stm- men aangenomen, Daarna werd hiervoor op de begrooting van 19122 met algemeene stemmen 110.000 gevoteerd. Bij; de begrooting van 1923 had men zich opnieuw kunnen bedertken, maar wederom werd' met alegemeene stemmen de post gevoteerd. Het is dan ook zeer te be- grijpen dat de heer Margadant het besluit al gevallen acht. Met bet plaatsen van den post op de begrooting is de uitgave gevoteerd en er kan nog alleen maar baraadblaagd Wor- dieni, hoe het gebouw er kan uitzien. De be grooting is twee maanden terug aan'gen.o- men. In die twee maanden is de pers wakker geworden en heeft gemeend, daarover arti kelen te moeten schrijven. Vo6r dien was het urgemter geweest, n.l. toen spr. zijn motie stdde en de heer Ringers op spoed aan- drong, Spr. beweert met nadruk, dat vanaf het oogenblik. dat de gemeente het contract sloot, de tijd van polemiseeren vooibiji is. Men had dat te voren moeten doen. Het kwaad wreekt zich altijd zelf. Wanneer de regenten1 niet uit welwillendheid tegenover den middenstand, die aan de militaimi ver- diende, het gebouw h'addeni afgestaan1 dan was deze kwestie nooit geboren geworden. Dit is te goeder trouw geschied. Niemand sprak toen over gezinsverpleging. Toch is de kwestie al twee jaar oud en er is geen ande re verandering gekomen, dan dat de ge- stiohtsverpleging zeer vele malen verbeterd is geworden door den invtoed van regenten van later tijd. De gezinsverpleging stuitte steeds op de moeilijkheid omi gezinnen te vinden en te blijven vinden, om de weezen op te voed'en, Stel, dat men die op het oogenblik wfel kan vinden. Welke waarborg heeft men dan, d'at dit over 10 20 jaar wederom' het geval zal zijn. Het weeshuis is nu weg. Spr. meent, dat de motie niet behandeld kan wor den. Op 'grond1 van het gesloten contract moet de mode worden ingetrokken. Als de Raad1 zijn woord niet wil inlossen, d!an moe ten de Regenten het oude Weeshuis terug •hebben, natuurlijlk in zijn oudien staat en dit zal vee! geld kosteni. Het gebouw is geschat op J 150.000. Spr. vernam, dat het in de bedoeling ligt, er het Landbouwhuis in te plaatsen. Hoe het zij, het gebouw heeft zijn groote waarde. De schatting is laag. Spr vernam dit ook van deskunoigen. Het nieu we gebouw kost 110.000; de grond 12000; stel voor meubileering 10000, dan is de gemeente due nog voordeeliger uit. De gernchten en dfc bewerfngen, dlat de as- tin gbetalers dus zoo'n groote som moetei voteeren voor het weeshuis, zijn dorni of sttecht. Mr. S 1 u i s Dan dom, maar slecht kan het niet zijn. Mr. W. C. B o s m a n Het eerste is het ergste. De heer Westerhof Dommen heb ben geen kans, beter te worden. Spr. vond1 het onbegrijpelijik, dat er raadsleden zijn, die traehten van den bouw af te komen1. De heer Govers: Predes. De heer Westerhof 'Deheer Go vers erkent. dat het er om te dioenl is, om een ander zijn oezit te ontfutselen. Mr. Wi. C. B o s m a n Juist. De heer Westerhof: Het weeshuis is een particulkre instelling met eeni eigen kapitaal, dat door een regeling, die voor de gemeente buitengewoon voordeelig was, 150.000 is kwij't geraakt. Spr. toonde dit nader aan en was verwonderd over de min- dere scherpzinnigheid van de regenten, die er toen invlogen. Z. i. was de heer Keijsper er naast, met te zeggen, dat we nog tijd heb ben'. Het nieuwe gebouw moet 1 Mei 1924 worden opgelevera. Hoe men nu nog Tangs allerlei wegen poogt, dit ongedaati te ma lm, is spr. een: raadsel. Spr. heeft geen en- kel nieuw argument voor gezinsverpleging gehoord. Ook geen: argument, dat gezinsver pleging verheft boven gestichtsverpleging. Het is een oud gebnuik, nimmer nieuwe ba- nen in te slaan, tenzij onvermiildieldjk blijkt, dat nieuwe baneni beter zijn. Wie niet over- tuigend kan aantooneni, nu en voor. later, dat de nieuwe banen beter zijtn, ontzegt spr. het recht, de nieuwe banen. op te eischeni ten koste van de oude, die wordert afgebroken. De gedachte van den heer Govers om te zeggen: nDan houden wij de subsidie in", is scnandelijk. De heer Govers: Er is wel meer, dat U schandelijk vindt. De heer Westerhof Het is inder- daad schandelijk. 'De heer Govers: Wanneer de Raad opname in de gezinnen beter vindt De heer Westerhof Sedert wan neer is een raad&lid, dat zijn ecd heeft afge- legd, gerechtigd, zich niet aan een contract te houden? De heer G overs U legde den eed af voor de geheel burger ij en' U vertegenwoor- diigt hier maar Sen partij De heer Westerhof Het is ied'ers recht, een: meening te hebben over gezinsver pleging en daarover van gedachtem te wisse- len, als de tijden vrij zijn, maar dat zijn ze nu niet. en elk woord, er thans v<56r gespro- ken, zal voor het nageslacht 'het stempel heb ben, dat men het heeft aangegnepen om de weezen hun huis te ontnemen en hen weer zwervers te maken, zooals ze jaren zijn ge weest, zonder de zekerheid te hebben, d'at er goede pleegouders voor de kanderem worden gevonden. De heer G overs Ik dacht, dat U tegen een gestichtsleven was. De heer Westerhof Wiji ziijin tegen een slecht gestichtsleven, maar voor ouaer- looze kinderen, die alleen door het gesticht bijeen kunneni 'blijven, zullen wij! v66r ge stichtsverpleging zdin. Niets is tragiscner dan ouderiooze.kinderen nOg van elkander te rukken. Spr. noemde daarvan eeni voorbeeld. Een1 weesihuis kan men controleeren, de re genten doeni dat met voile toewijding; ge zinsverpleging is absoluut niet te controlee ren. In de bladeni is gezegd: „Als Alkmaar te klein is, stuur ze dan maar buiten); de we- reld is grooter." Spr. zoup dezen heeren willen vragen, wat zij zouden zeggen ingeval door de beroem- de gezinsverpleging hun kinderen geen huis meer hadden. Gezinsverpleging is missch'ien soms goed, maar de omstandigheden maken het z66, dat men de kinderen tot zich neemt, om er winst mee te maken. De vergelijking met de Oostenrij'ksohe kinderen is niet juist Van hen las men de naakte ellende van het gel a at en men n am hen bovendien niet voor ]aren. Men heeft met de weezen te dioen, met welverzorgde kinderen en zij) worden ge- nomen uit winstbejag. Mr. S 1 u i s Men! kan het combineeren. De menschen kunnen het dtoen, om er niet Slechter van te worden en toch goed voor de weezen zijh. De beer Westerhof Het offer, om weezen in huis te nemen, zonder er beter van te worden, dat offer brengen maar weinigen. De besprekingen behooren echter terugge- bracht te worden tot de vraag, of de gemeente haar contract zal uitvoeren of niet en dan is de motie ontoelaatbaar. De Voorzitter Toeni wij' kort gele- den dns voorstel ded'en, was voor ons de zaak eenvoudig. Wij meenden, dat wij con- tractueel verplicht waren, een nieuw wees huis te bouwen en deden daartoe het voor stel, hoewel toen reeds de mogelijkheid van gezinsverpleging tot uiting was gekomen:. Nu komt hier de motie van d'en heer Oovers binnen vallen, om alsnog naar de mogelijk heid van gezinsverpleging een ouderzoek in te steilen. Spr. kan begrijpen, dat de heer Westerhof zegt, dat deze motie ontoelaatbaar is, maar hij gelooft toch, dat de heer Wes terhof dan de zaak tenzijd'ig beziet. De mo tie beoogt een onderzoek in te steilen, maar daarmee is niet dadelijk gezegd, dat er geen nieuw burgerweeshuis gebouwd zal worden. (Gelach.) met yruchten. DE FLJNE PAASCHPUDDim De heer WesterhofSinds wanneer is het gewoonte een stuk, tijdens de zitting in- gekomen, te behandelen? E>e Voorzitter: Bedoeld wordt het adres, dat vanmorgen reeds is ingekomen en. niet dat tijdens de vergadering. De heer Westerhof verzocht voorle- zing van de namen. Het is een stelletje vrijzin- nige menschen. Wij moeten maar eens zien wie het zijn. Mevr. WesterhofHet zijn er een 15. De Voorzitter schatte het aantal op 75. Spr. las de nameni. E>e heer van Drunen: Allemaal rente- nierende boeren. Het is de kolfclub. Mevr. Westerhof: Het zijn een paar rechters en boeren. De geheele S. D. A. P.-fractie: 66 is er ook bij (Hilariteit). Mr. W. C. Bosman en anderen vroegen het woord. De Voorzitter wilde de vergadering tot 8 uur schorsen, aangezien het reeds 5 minuten v66r 6 was. De heer v. d. Bosch kon des avonds niet terug komen. Spr. vroeg stemming over de motie. De heer Veen protesteerde daartegen. De heer Westerhof vroeg het woord. De heer van Drunen deed! hetzelfde. De Voorzitter Wij kunnen niet tot stemming overgaan v66r het debat is geslo ten. De heer v. d. B o s c h verzocht hierop aan- houding tot de volgende vergadering, De heer WesterhofNeen, tot van- avond. De heer B a k stelde voor om het punt alt No. 1 op de agenda te plaatsen van de vol. gende vergadering Alle soc.-democraten protesteeren heftig op. gewonden. De heer Westerhof: Waarom vaj. avond niet? Het is dus systeem geweest van de bende. De Voorzitter hamerde. De Raadsleden loopen dooreen. Mevr. Westerhof richtte tot verschil lende leden alle mogelijke verwijtcn. De heer Westerhof, hevig geagiteerd' „Zwarte bende", „vuile bende'J. (Protcslen) De heer Westerhof„Ja, smeerlap. pen, zonder meer." (Hevige protesten). DeVoorzitter sloot de vergadering zegde toe, over 6en week weer een vergade ring^ te zullen uitschrijven. V66r het raadhuis bewogen de raadsleden zich nog eenige oogenblikken opgewoadea door elkander. IStadsnieuws De heer Westerhof: Geen comedio >pe» len! U weet beter. De Voorzitter: Als de motie wordt aangenomen, beteekent het nog niet, dat er geen weeshuis gebouwd zal worden. Als punt 1 zal de vraag besproken moeten worden, of het contractueel mogelijk is en dit lijkt mij zonder Regenten niet mogelijk. Mr. Sluis heeft gezegd, dat er nog een andere mo« gelijkheid is, nJL het Weeshuis weer terug te geven. Het lag in de bedoeling in het oude Weeshuis de Handelssehool onder te brengen. Maar door het terugloopen van het aantal leerlingen is er verandering in dit plan geko« men. De Handelssehool kan blijven waar ze op 't oogenblik is en daarom hebben B. en W. er in het voorloopig plan over gedaoht, er het Landbouwhuis onder te brengen. Spr. meent dus, dat op dit moment het oude weeshuis niet meer besohikbaar is, wat niet wegneemt, dat wanneer de Raad B. en W. een onderzoek opdraagt, die mogelijleheid toch weer naar voren komt. Voor do vraag: gezinsverpleging of niet, is het thans het geschiktste oogenblik. Stelt men die op het oogenblik niet den staat er straks het nieuwe gebouw en kan men er niet meer toe over gaan. De heer Westerhof: Het is al besloten. Schandelijkl Mr. Bosman: Men kan het tooh nog ge< decltelijk doen. De Voorzitter: De heer Westerhof ateit naar mijne meening de zaak verkeerd voor, door te beweren, dat het er ons om te doen is het gebouw aan de weezen te ontfutselen. Er is niemand in den raad die de weezen het gebouw wil ontnemen, zonder daarvoor in-de plaats te steilen een kapitaal voor de bekostb ging van gezinsverpleging, De heer Westerhof: „Govers wel". De heer Govers: „Niet waar", De Voorzitter: Tenslotte de vraag, of de gezinsverpleging al of niet in het belang van de weeskinderen is te beschouwen. Het speet spr. dat de heer Westerhof de ge» zinsverpleging in het algemeen in een verkeerd daglicht had gesteld. Spr. kan zich niet voor» stelien, waarom in het algemeen niet te vin« den zouden zjjn behoorliike gezinnen voor de verpleging. Dit hangt voor een belangrijk deel af van het bedrag, dat daarvoor beschikbaar wordt gesteld. Het is wel denkbaar, dat het bedrag zoo hoog wordt gesteld, dat men daar» voor een alleszins behoorlijke verpleging voor !kan krijgen. Op het oogenblik gaat cr door de modeme wetgeving van het gansche land een strooming voor gezinsverpleging. Spr. noemde 'den Voogdijrasd. De heer Westerhof: „Die kan niet *a» ders". De Voorzitter: „M«n Id est tegeawoor. dig in tal van gevallen gezinaverplcging." De heer Westerhof: „Omdat het goed> Jcooper is." De Voorzitter: om de gunstige results* 'ten. Spr. oordeelt gezinsverpleging zeer wel mo* gelijk ais er maar goed betaald wordt. Spr. heeft de vaste overtuiging, dat de kinderen dan niet komen bij winstjagendo vreemden, maar by de familie, dus juist daar waar spr. ze het liefst wil hebben. Wanneer volgens de motie wordt bealoten, dan beteekent dit niet, dat perse niet aan het contract voldaan wordt. Wij hebben nog 12 maanden en het is mogelijk het onderzoek met spoed te doen plaats hebben. Wordt dan nog deze zomer tot den bouw besloten en het gebouw is 1 Junl 1924 inplaats van 1 Mei klaar, dan zal niemand daarin zien het niet nakomen van het contract. Spr. zou het wel hebben toegejuicht, wan* neer verieden jaar in deze een beslissing was gevallen, doch oordeelde de motie wel toelaat* i baar. Spr. heeft voorheen nooit begrepen wat de heer Westerhof met het besluit tot den bouw wilde, maar wij staan nu voor het eerst voor de vraag gestichts* of gezinsverpleging. De heer v. D r u n e n: Ze hebben zelf niet met de motie Govers durven komen. De heer H. E. Bosman verklaarde, dat hij, het in deze opnemendc voor gezinsverpleging, dit niet deed om financieele redenen, maar om de weeskinderen. Mevr. Westerhof: Net als bf| Jullie. Jullio verstoppen ze heel naar Brabant De heer H. E. Bosman: Het is te hopen, 'dat in de le 1000 jaar de S. D. A. P. zooveel voor de weeskinderen-zal doen, als wij in 6dn jaar. Mevr. Westerhof: Jelui stopt ze in Bra* bant De heer H. E. Bosman: Mijn vrouw ia in een gesticht geweest. Mevr. Westerhof: Ja in een R. K. Ge« sticht. De heer H. E. Bosman was het de vorige maal er mede eena, dat het gestichtscten in massa gekookt, niet zoo smakelijk kon zijn. Spr. was toen reeds voor gezinsverpleging, ,'doch kreeg ten antwoord, dat dit met kon, omdat de gemeente notarieel gebonden was en dat daaraan geen ontkomen meer aan was. Het loflied van den heer Westerhof op de gestichtsverpleging kan spr. niet onderschrij* ven. Men kan in de gestichten de kinderen niet geven, wat zij in kleinen kring wel krijgen. In de gezinnen krijgen zij praktische onder* vinding van het leven. In de gestichten heersoht een tucht die gelijk is voor alien, terwjji de i kinderen van karakter versohillen. Spr. zal dan ook voor gezinsverpleging blijven. De Voorzitter deed medcdeeling van een inmiddels ingediende motie door verschil* lende raadsleden geteekend van den volgenden inhoud: De raad der gemeente in vergadering op 22 Maart 1923 bijeen, kennis genomen hebbende van een adres van verschillende ingezetenen inzake den bouw van een nieuw weeshuis, noodigt B. en W. uit, deze bijlage aan te hou* 'den en met regenten overleg te plegen omtrent de wenschelijkheid de weezen in gezinnen on* der te brengen. DE DAGERAAD. (Vervolg). Verschillende uitspraken van Kant over hat Godsbestaan werden door spr. naar voren ge. bracht, waaraan spr. toevoegdo, dat een katho< liek hem eens had toegegeven, dat Gods be« staan na Kant moeilijk meer is aan te nemen. En dat ondanks het besluit van de kerk, dit Gods bestaan moet worden aangenomen op straf van als ketter verdacht te worden. Herinnerend aan Galilei (die leerde dat de wereld om de zon draaide), zei spr., dat de ia, quiaitie alles straft wat ingaat tegen de leerttei lingen der kerk. Kapelaan van Dorp verklaarde ia zijn leiia, gen voor niot.roainachen, te den Haag, dat 4 die Gods ibestaan ontkennea, een gebrek hebi ben aan het hoofd of het hart (dus slecht of krankzimug zijn), dat zij onkuisehheidzaaien zijn, enz. en dat het zai gaan als met Lot, d. w, z. dat de bravein behouden zullen worden. En tooh was Lot geen brave, zei spr., wijzende op de vrees van dezen toen hy door zijn stadge, nooten belegerd werd. Door denzelfden kapelaan werd veel gear, gumentecrd, maar niets aannemelijk gcmaikt omtrent het Godsbestaan. Spr. haalde gedichten aan van v. Kollwo, Kloos en MulUtuli, waarin twijfel omtrent God wordt geuit en van Veth in De Gids, dit uitspreekt, dat „wij niet weten van waar wij komen en waarheen wij gaan". Waar pater Cajetanus zegt, dat God wel zijn eigen ruiten zou ingooien, als Hij spreekt over het zedelifke kwaad der menschen, verraadt hij twijfel aan eigen steiiingen. Na een korte pauze, waarin de heer Zomer, dijk opwekte tot het toetreden als lid tot Do Dageraad, vervolgde dr. v. d. Brink zijn toe. spraak met over de wonderen te spreken, waar. bij hij memoreerde hoe paus Benedictus in do 18e eeuw nog geloofde aan een draaiende zon. Kapelaan van Dorp beriep zich niet alleen op de wonderen uit den bijbel (die spr. ah 1» gendarische verhalen beschouwde), maar ook op do wonderen van den tegenwoordigen tijd Deze ontstaan mede door religieuze suggestie, zei spr., die dan aangaf hoe men daar in Lour, des toe komt. Spr. had eens de leiding van een processie daarheen. Hij schetste den indruk, die wordt gewekt door de ..aanroeping", dio spr. ook eens had gedaan en waarover hy zei dat het geen wonder is, als een zieke zich ge* nezen acht daardoor. Kapelaan van Dorp bad gezegd, dat de dok. ters aaniwezig mochten zijn, als er genezingen worden geconstateerd, maar spr. had het te* gendeel ervaren. Hoe kan men ook wonderen constateeren? vroeg spr. Eerst Gods bestann wetensohappelijik bewijzen en dan nog wonde. ren? Dat kan toch niet. Uit een no. van de Voorpost van Jonuari LL citecrde spr. een genezing te Lourdes van een zuster uit Amsterdam, welk herstel volgeni spr. niet anders dan een religieuze suggestie was. De dokters daar verklaarden haar op een wonderdadige manier genezen, en dat ofsohoon de mogelijkheid van wonderen nooit weten. sohappeljjk is aangetoond. Spr. verhaalde vervolgens nog van zijn rei< zen in Rome en Boulogna en vertelde van een beeld dat zwevende heet, maar, zei spr., cr hangt altijd een gordyn voor en als dit even 'wordt weggetrokken, ziet men niet de draden waar het beeld aan hangt. Ook verschillende andere dingen, o.a. de heilige doek van Vero. nica, berusteo naar spr. betoogde, op bedrog. Volgens het Vaticaansche conciiie (1869) wordt o.a. gevloekt ieder, die niet aan de won. deren gelooft. Wij kennsn het bijbelsch verhail van de vyf brooden en twee visschen, zei spr. en andere wonderen, en nu is het opmerkeljjk hoe Rome daarmee omspringt. Men beweert nJ. nog overblijfselen van dien maaltijd te hebben en ook nog een brood van het#laatste avondmaal. Wanneer de bijbelverhalen nog emstig zijn, drijft men er in Rome den spot mee, zooals pater v. d. Sanden het te Alkmssr deed in zijn debat met dis. de Pree. Deze last, ste bleef emstig en waardig. Temgkomende op het pausdom, zed spr., dat Luther met den paus brak, maar de eersts Christenen kenden geen paus. De heilige Cyprianus van Carthago spotte in de derde eeuw met den banvloek van den bis* schop van Rome. Deze Cyprianus wees er op, dat niemai^d zich kan maken tot bisschop der bisschoppen, waartoe destijds reeds een stre ven bestond en tooh moet men dezen Cypris. nus aanbidden, .omdat hij heilig is verklaard. Uitvoerig ging spr. in op het optreden van Cy. prianus tegen paus Stefanus. Een andere bisschop, Fermilianus, noemde den bisschop van Rome geen goed christen, een man, die de leer niet verkondigde zooals te Jeruzalem geschicdde, een scheurmaker, enz. Zoo ziet men, zei spr., dat Luther niet afge* weken is van het Christendom, maar dat de kerk van Rome juist verkeerd gegaan was. In de roomsohe streken wordt zeer veel dwang uitgeoefend, zei spr., waardoor velen zich uitwendig als roomsch voordoen, hoewel zij eigenlijk ongeloovig zijn. De eenheid in de roomsche kerk en de eenheid van den ritus werden door spr. in twijfel getrokken. Het celibaat keurde spr. af, in tal van andere landen wordt den priesters toegestaan te hu. wen. Wat betreft het gezegde, dat de roomsche kerk zoo algemeen is, betoogde spr., dat »n< dere godsdiensten evenveel aanhangers hebben. Hierop lewam spr. terug op de onfeilbaar* heid van den paus, die men wil bewijzen met een drietal bijbelteksten, maar de groots Fe< trus»piaats vindt men alechts in Mn evangelie

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 6