AlkmaarschB Gourant
De fontein der jengd.
Vraag en Aanbod.
Hodepraatjes van een Paiisienne,
Zaterdag 11 April.
liinuonland.
Ko. 88.
1928.
Honderd Yijf en Iwlntlgste Jaargang.
(Nadruk verboden).
£r zqU manschexi, d;e nooiit oudi warden.
Tat deze categorie behoorde Arnim Lich
tenberg. Onwiilekeurig riep men uit, als
men hem ontmoette: „Wat ziet u er goed uit,
u wordt steeds jouger!" En men zei dit in
voile oprechtheid. wanneer men over hem
gprak ,rekemde men onwiilekeurig na: )(Hoe
oud kan die Lichtenberg eigenlijk nu wel
zjin? Zestigof zeventig? Mijn groot-
vader hceft hem nog gekend toen hij de
,mooie Arnim" werd1 genoemd. Misschien is
iuj wel viil-en-zeventig
Arnim Lichtenberg was tenor geweest en
de leveling van't publiek. Mooie tenoreo wa.
ten ook toen ter tijd zcldzaam. Hij was nau-
weiijiks vier-en-twintig jaren oud, toeu hij
zangonderricht mocht gcven aan een prinscs,
die zich voor hem intcrcsseerde. Natuurlijk
werd dit bij- het publiek bekend cn men knip-
oogdic, als zijn verhouding tot de prinses ter
sprabe kwam, wat tan gevolge had, dat hij in
de mode kwam. Nto beijverde zich elke mooie,
elegante vrouw om hem de prinses afhandig
te maken. Niemand vermocdde, dat deze les
sen voor hem een ware marteling beteeken-
den en dat hij de onmuzikale en evenmin
jonge als mooie vrouw mijlen-ver wenschte^
De cadeaux echter, die zij hem deed toeko
men, aanvaardde hij met kinderlijike vreugde;
hij tooidc zich met haar ringen en dasspelden
en gaf zoodoende onbewust voedsel aan het
kwaadspreken rondom hem.
Met de jaren echter werd hij. wijzer en een
harefkenende zaienman, die met zijn avonturen
ipeculeerde, even als met zijn mooie stem. In
zijn aotitieboekje van" rood-marolckaansch leer
echreef-hij de ontvangen honoraria op, even-
als de nieuw-aangeknoopte liefdesavonturen
En hij droeg zoo groote voorzorg, dat hij
ninuner verlegen zai
Op zijn dertigste jaar gold hij voor 66n
der bclangrijkste zangers evenals voor den on-
weerataanbaarsten Don Juan. Van zijn intie-
ne leven wist men bijna niets. Afgaande op
een „on-dit" scheen hij wel een vrouw te heb-
ben. Hij had met weinig moeite haar aan het
veretand weten te brengen, dat een artiest
direct alle belangstelling bij het publiek ver
iest, wanneer hij het nuchtere van zijn alle
daagsche leven openbaar maakt.
Zij had hem lid met cen zoo afgodisch ont-
rag, dat elk zijner woorden haar als een evan
gelic voorkwamen zij. bezat niet de eerzucht
om uiterlijk met hem te willen pronken. De
droom van haar leven was om naar man tot
in zijn ouderdom vanhaarte weten. Zij
was trotsch op zijin; roem, trofcsch op zijn suc
cesses zelfis bij de wouwen, hoewel zij nu en
dan in't verborgen eon paar tranen stortte".
En de nai'eviteit van dezen bcroemden man
ging z6over, -dat hij haar van zijn triomfen
vertelde en haar geen zijner kleine tdeursfe-
lingen en ergemissen spaarde. Zij! was't dan,
die hem troostte en met fijue vrouwenlist weer
op den rechten weg hieip .Zij bracbt orde in
zijn correspondentien, voorzag de ontelbare
portretten zijner mooie vrendinnen van naam
en datum' en kende in zijn klein serail beter
den weg dan hij: zelf.
iMooit zoui ze vergeten, geurige sachets tus-
schen zijn briefpapier te leggen en menig
Idein billet, zonder onderteekening, dat een
gracieuse liefdesverklaring bevatte, kwam van
Eaar hbnd.
Het leven was voor Arnim Lichtenberg den
wonderschoone droom. Zelfs het afecheid van
het podium had zonder grooten strijd plaats
Nog jubelde het publiek hem toe, nog zoem-
den intendantcn en directeuren om hem
heen, toen zijn vrouw de eerste sporen van
slijtage aan zijn stem opmerkte. Van ioen af
suggcrecrde zij hem bijna onmcrkbaar, zich
uit net openbare leven terug te trekken. Het
was zijner onwaardig den menschen wat voor
te goochelen. Een kunstenaar als hij trad niet
elken avond op voor het „domme" publiek en
long niet om zijn gunst.
Eerst keek hij haar met zeker wantrouwen
Jan. Was dit werkfelijk emst bij haar, of
stond hij niet heelemaal meer boven aan de
spits?
Maar zij keek zoo trouwhartig tot hem op,
zoo in voile, eerlijke bewondermg, dat zijn
lichte achterdocht verdween en hij met de ge-
dachte aan een grandiose afschcidsvoorstel-
ling als met een nieuw speelgoed1 te spclen be-
gon
Nog eenmaal sprak de kunstenaarswereld
van Europa in gezwollen verheerlijking zich
over hem uit; nog eenmaal kon hij twee wa-
gens vol bloemstukken als de zijne naar huis
ioen bezorgennog eens regende het verzen
telegrammen, boeken en opdrachten, om
niet te spreken van de ondierscheidingen, kost-
bare doekspelden, rijk-gemonteerde wandel-
stokken en talrijke bronzen.
Langzamerhand kregen al deze eerbewijzen
hun plaats; de „pere-stemmen" waren vastge-
ujffld in een zeer dik albumde linten der
kranzen afgetomd' en voor de eerste maal nes-
telde zich de brave vrouw, gehuid in een
warme kamerjajon, bij het open, knerpend
haardivuur, terwijl zij een leuningstoel naar
haar man schuivend, zei:
»Kom, manneke, kom gezellig bij het vuur,
flu begint onze levensavond.
Ware de Dood binncngetredcn, de Dood als
skelct, met zeis en zandlooper in de hand, de
uitwerking had1 op „den mooien Arnim" niet
gruwelijker kunnen zijn. Hij werd' vaaJbleek
on scheen een anmadvt nabiji, zoodat zijn
vrouw ontsteld opsprong om hem te onder-
stcunen.
nMaar, mijn l'ieve vent, wat scheelt je?"
Hij stiet haar echter ruw van zich af.
»Zdo, z6o, dius dit heb je gewild', mij: te
ponde richten, mij bannen uit den kring der
leveaden! Aan jouw rokken wil1 je mij bin-
ion da a torn moest ik mijn kunst opge-
;'en o, wkt 'n wezen, wat 'n kldn, min-
ierwaardig schepsel!
Zijn stem' sloeg over, de klankea bleven
nan in de keel steken.
>,Maar, lieve man, wqes toch kalm, je moogt
?orust weer naar het tooneei terugje
alias, alles wat ie wilt, Arnimr
Hij hoonde niets meer; met open, verglaa*-
<4a oegen vief Wj terug in zijn feunstoe! an
mampelde slechts onverstaanbare woorden.
De arme vrouw kwam zichzelf als 'n moor-
denares voor en week niet van zijn bed, diagen
en nachten. De dokter kon wel zeggen, dat
het de reactie was van de laatste, inspannende
dagen z ij wist wel beter. „De sterren,
die begeert men niet." Haar man was immers
een ster en hem voor zichzelf te wenschen,
was immers vennetelheid.
De mooi° Arnim" werd spoedig weer be
ter en na eenige weken flaneerde hij opnieuw
langs de straten met zijn bijzonder lachje om
de lippen, met 'n bloem in het knoopsgat, den
kostbaren wandelstok achteloos jongleerend.
En hij ving weder kokette blikken op uit
schoone vrouwenoogen, die voor hem waren
als een lafenis-brengend'e bron, waaraan zijn
ouder-wordende ziel zich verfrischte. Hij ver-
zamelde blikken, zooals vroeger portretten en
brieven en voelde ergernis, dat hij haar geen
kostbare bewijzen zijner eeuwige veroverin-
gen kon meebrengen.
Omdat zij ecliter zei! verwelkt en oanaal
was geworden, begeerde hij haar niet aan zijn
zijde in't openbaar.
,,Sakkerloot, waarom had zij zich dan ook
niet beter geconserveerd."
Zijne gevoelens kregen langzamerhand bij
vermeerdering zijner jaren meer en meer een
platonisclien, een romantischen aard. Op den
leeftijd van ruim zestig farm voelde hij een
sterk verlangen naar een diepe, groote liefde.
„A1 deze kleine avonturen zijn toch wel
zeer laf, legde hij zijin vrouw uit; den jon-
geman kunnen die mischien voldoen, maar als
oudere man wil mien zijn liefde niet verkwis-
ten dan zoekt men edele gevoelens, die stand
houdenechte liefde, geen verliefdheid
En het dappere vrouwtje zag hem aan;
over zijn gezicht trak nu en dan een schaduw
van gemelijkheid, die het heerlijk maakte. Zij
voelde...: hij had angst voor den ouderdom,
angsit voor de onverbiddelijkheid der jaren en
zij., ach, zij had zich met uitgestrekte armen
vo6r hem willen plaatsen om hem te beschut-
ten tegen het wreedaardige lot aller stervelin-
gen. Zij zag, hoe hij zich inspande, als hij
de straat opging, omi zijn elastischen gang
te bewaren en hoe ostentatief hij met zijn
wandelstok speelde. Thuis werd1 hij steeds
apatischer en bromlmeriger; met weinig be
langstelling voor de buitenwereld.
Op zekeren dag was hij weer de oude,
jong, zonder insipanning, beminnelijk zonder
dwang. Hij verliet de woning met een liedje
op de lippen en keerde huiswaarts met een
bloem in het knoopsgat.
,fNeen maar, wat ziet u er toch goed1 uit...
altijid maar jonger," zei men hem in de stad.
ja, ja..., ik durf me met den jongste me-
ten zei hij, gehedmzinnig lacheud tot zijn
vrouw.
Dit nu was heelemaal zijn houding, wan
neer hij van binnen brandde om van een
nieuw liefdesavontuur te vertellen.
Maar eerst wilde hij zich daartoe laten
bidden. En dan moest zij1 hern plagen, onge-
loovig haar hoofd schudaen, en ten slotte be-
delen: „Toe nu, vent, wie is't nu weer? Mij
kun je't toch wel zeggen."
Eerst dan kwam' hij daartoe en vertelde
langzaam, met veel bijkomstige kleinigheden,
van zijn ondervindingen. Etoch dezen keer
ging het niet vlot. moest men bijpa elk
woord uit hem trekken.
„Ja... ja... 't is ook eigenlifk niets... je hebt
toch zeker wel die paarlgrijze enveloppe opge-
merkt met het rozelakje.. nu ja.. dat is't... Ben
dwaze geschiedenis, bijna niet te gelooven..
een heel jonge weduwe\&r ja, heel jong
bij de dertig, en die heeft me sedert tien ja
ren reeds liefgehad... Nu ja... tien jaren,
djus toen was ze ongeveer om en bij de twin-
tig. Waar ze mij hedft leeren kenmcn? Wel,
bij een tante van haar, waar ik toen nog al
veel kwam..., die trouwens ook een snoezig
persoontje was... rossig haar en zeegroene
oogen; dus sedert tien jaren, verbeeld je! Zij
werd tot een huwelijk gedwongen... tja... maar
zij was vastbesloten. werd ze eens weduwe,
geen ander meer toe te behooren dan mij.
Nu mag de duivel weten, hoe zij er achter
gekomen is, dat ik getrouwd ben! Maar nu
wil ze me opeens ook niet meer zien.. hoog-
hartig is ze!Zij vraagt me nu om me da-
gelij'ks te mogen schrijven. Zjij wil mij slechts
met haar gedachten, met haar ziel' nabij
zijn.. wat 'n vrouwDie geeft mij het geloof
aan de mensfchheid weer... opeens is 't mij,
alsof ik vleugelen heb, die mij dragen over
het trieste en banale van mijn alleaaagsche
leven. Waar vind je een vrouw, in staat tot
zoo groote onzelfzuchtigheid?"
En dagelijks dronk hij uit de paarlgrijze
enveloppe met het roze lak zijn verjongend
levenselixer en dagelijks verwarmde hij zijn
huiverende ziel aan de gloeiende woorden,
die hij als antwoord zond...
En wanneer dan Arnim Lichtenberg door
de straten flaneerde, kon hij het met den
jongste opnemen..., want wie werd er nog zoo
bemind als hij, ondanks zijn.,.zelfs niet aan
zichzelf wilde hij bekennen, hoe oud hij was..
Zoo keerde hij op zekeren dag opnieuw
dandineerend en jeugdig-frisch van een zij
ner wandelingen naar huis terug.
De gangdeur stond wijd open en de dienst-
boden renden van de eene kamer naar de
andere. Bij zijn verschijnen riep het kamer-
meisje luid uit:
„Ach, God, daar heb je meneer!"
Dadelijk daarop kwam uit de slaapkamer
zijner vrouw een in't zwart gekleede, mage-
re meneer te voorschijn, die verlegen de gla-'
zen van zijn bril afveegde.
„Meneer Lichtenberg... een groot ongeluic..
Uwe vrouw... een hartslag heeft... hm, hm,
wilt u niet even haar zien
Nu viei het kamertneisje schreiend in de
rede:
„Ik wou juist mevrouw om iets vragen,
toen ik mevrouw bezig zag met 't schrijven
van een brief voor haar schrijftafcl. Me
vrouw, zeg ik, mevrouw... En meteen zakt me
vrouw s hoofd voorover op de tafel. Ik gilde
't uit, de keukenmeid is dadelijk naar den
dokter van den overkant gerenci en toen heb-
ben we mevrouw op het bed neergelegd.
Maar ze was al dood. Eh de peimehouder
hebben we haar nog uit de hand genomien."
De ,/nooie Arnim" staat juist v66r het
schrijftafeltje. Zijn blik glijdt met starre
oogen over het schrijfgerei. Plotsding wordt
hij bleek, doodsbleek. Hif ontwaart een dunne
staaf roze lak, daamaast een half volge-
schreven vel paarlgrijs schrijfpapier en tegen
zijn portret staat zijn eigien geschreven briaf..
aan do jonge weduwe...
ter
,Wilt it da deeds vrasgh de dob-
„Neen... neen..." stotterde hij heesch
Voor de allereerste maal stijgt een heete
gloed van het hart tot zijn oogen omhoog, hij
slaat de handen voor zijn gelaat, valt met de
lippen over den begonnen, parelgrijzen brief.
Hij- schreit... hij snikt....
Zijn jeugdbron heeft opgehoudem te
vloeien...
Naar bet Bulgaansch van Gonstantin
Velitchooff.
(Nadiruk verboden.)
Reeds lang had het uur van middernacht
geslagen. Zwarte wolken stapelden' ziich op
aani den hemel. Hlier en daar lichtte 'n enke-
le eenzame ster, om direct weer sahuil te
gaani. Nia het rumoer van den dag viel de
nachltelijke stilte zwaar op de aarde, alsof zij
de herinmering wilde uitwisschen van hevige
kireten, waaimee de luchten gevuld waren ge
weest.
Hij klom moeizaam den steilen' weg om
hoog. ATleen, gehuid in een> wijden mantel
met't hoofd afzakkend op de borst, stond hij
een1 oogembl'ik stil, dacht hij na, legde hij de
ooren te luisteren en keek vreesachtig om zidi
heen, waama hij opnieuw zijn weg vervolgen
ging. Een vreemde vermoeienis oenam m
bijna den: adem. Het was of elk oogerh1;i: 'n
geheimzinnige stem tot hem' doororong, .u
onbekende beelden verschenen ploteelin^ -.an
zijn geestesoog. Elke steen, waaraan hij, zich
stiet, deed hem sidderen. Meennalen bukte
hij zich ter aarde, alsof hij ontdekking vrees-
de eni eerst nadat hijl zijn auigsten had weten
te verdrijven, ging hiji opnieuw aarzdend
verder.
Want deze vreesdijke weg voerde naar
Golgotha.
En hijl wilde zich verwljderen van de plaat
sen, waarlangs de Martelaar gegaan was.
gebukt onder het enorme kruis, achtervolgo
door 'q razende menigte, die Hem achterae
joelde.
Hij meende de zuchten waar te nemen, door
Jezus op Zijn martelaarsgang door deze dre-
ven geslaakt. Hier was Hij neergestort, had
Hij: geweemd. Het scheen hem toe of de aar
de, zonder gehiigen tegemover de Hemelen,
boven1 haar uitgespeid, spreken' zou en ver
tellen zou alles wat Hij gleden had, voordat
Hlij kwam op de plaats der marteling.
De aarde was stil. Geen geluid, geen ge-
rucht drong in den nacht door. Daarginds, in
de verte sliep de stad. Zij sliep, rustig cin-
delijk, omdat het vonnis, gevraagd door alien,
was voltrokken, tevreden dat haar wil ver-
hoordi was geworden. Im het \erschiet teeken-
den zich de vage saThoueSlen der olijfboomen
af tegen de dontkerte van den; nacht.
Het eenige wat hij! hoorde, was het klop-
pen van- zijn hart. Dikfee droppelen zweet vie-
leni van zijn voorhoofd bdjl de gedachte, dat
diit onrustige en' sidderende hart allien de unl-
venseeie stilte in dit oogenblik verbrak. De
aarde was stil geworden en all.en- konden dit
kloppen hooren.
Toen viel hij! neer; de krachten veriieten
hem en hij geloofde geen stap meer voor-
waarts te kunnen dloen en reeds begaf hem
zijin gieest.
Hij herinnerde zich niet, hoe hij weer was
opgestaan, hoe hij den weg had1 hemomen.
Hij, had willen blijvem waar hiji was, maar een
macht van' buiten beurde hem omhoog, duw-
de hem vooruit en hij: 'gehoorzaamde.
En hij vervolgde zijn toch't langs den stei
len weg.
Plotseling, bij de bocht van een pad, dat
steenblokken' aMoten, vertoonden zich de drie
kruisen: in de verte en1 zijin oogen riditten zich
dadelijk naar Idem, dien hij zodht.
Zijn knieen knikten, zijn hart klopte niet
meer, zijn hoofd bonsde, hij voelde dat hij in
dit oogenblik dood ter aarde zau vallen en
toch vervolgde hij den weg, zijn blik gerichi
op het verschrikkelijfce visioeni.
Hij zag Hem aan het kruis, zooals hij Hem
had gekend van de neersten dag af, zooals
Hijl door Zijn goediheid hem had' opgeheven
door Zijn wil. De pijnen, die hij «i dooimaak-
te, verieenden hem een, nieuwe krachtt.
Plotlseling hoorde hijl een' stem. Het was ik
stem van een bewaker.
„Halt!" Wie zijt ge. waarheen gaat ge?"
schreeuwde de soldaar; maar hij, alsof hij
niets had gehoord en niet1 zag de spies, die
hem deni weg versperde, bleef doorloopen.
„Laat me! Laat me gaan1 tot Hiem!" riep
hiji uit en: zijn stem blank zoo vreeselijk, zoo
gebiedend, dat de bewaker plotseling iterug-
week en 'hem verwonderd aankeek.
Hij schreed voorwaarts. Sidderingen over-
vielen hem plotseling. De hemel verborg zich
adhter wolken, zooals nimmer nog des nachts
waren aanschouwd. In de donkerte teekende
zich het kruis scherp af en het hangende li-
chaam van Jezus straalde als belicht van een
onzidhitbaar schijnsel. En de Martelaar sloeg
zijn oogen op en hechtte Zijn rustigen, zach-
ten blik op hem. Hij keek hem aan. Hij had
hem herkend. Zijn lippen bewogen en woor
den, die door de donkerte heen boorden, be-
reikten hem. Jezus zeide hem dat Hij vergaf
en noodigde inem naderbij te komen.
Maar hij vermocht geen stap verder te
gaan en viel ter aarde neer
De bewaker riep opnieuw hem toe:'
„Sta op! Sta op en zeg, wie je bent."
Een onderdrukte, verborgen stem, stikken-
de in tranen en zuchten antwoordde hem:
„Vergeef mij! vergeef mij! Jezus! Tezus!
Ben ik Uw vergiffenis nog waardig? Staat
God U toe, mij te vergeven? Wee mij! Wee
mijHebt Gij mij herkend of heeft Uw hart,
heeft Uw blik door de smarten der kruisiging,
zich vergist?"
De vrouwen, neergeknield voor het kruis,
schreiden met neergeslagen oogen; nu hieven
zij hunne blikken opwaarts en eene onder
jhaar zedde: „Dat is Judas!"
De hoofdman der bewakers, die hem gena-
derd was, hoorde dien naam en zijn zwaard
uit de schede toekkende, schreeuwde hij met
een afschuwelijke stem tot de soldaten, die
om hem stonden:
„Voer hem van hier! Ellendeling! Heeft
het verraad nog niet voldoende uw haat be-
vredigd! Komt gij nu hier genot zoeken in
Zijne smarten?"
Judas stond op en hij hechtte nog eens zijn
blik op Jezus en hij zag opnieuw, dat Jezus
hem aankeek en hij hoorde opnieuw dat Hij
hem riep en hij wilde schreeuwen, maar zijn
stem bestierf hem op da lippan snikken
verscheundan zjjn borst.
De bewakwrs voerden hem wan 4a pick der
strafplaats weg. Maar langen tijd nog vul-
den de snikken den nacht en alien, die op
den heuvel gebleven waren, huiverden. Jezus
had het hoofd gekeerd naar de zijde, van-
waar de weeklachten kwamen
Den volgenden dag, terstond bij't aanbre-
ken van den dag, verspreidde zich het gerucht
door Jerusalem, dat Judas zich dien nach
had opgehangen.
Parijs, voorjaar 1923.
Het is ean1 verkeerd begrip van je, mijn
lieve nichtje, d^de mode als een nieuwe,
soma wonderlijK? bloem' zou ontspiruiten aan
de giriili van couturier. Er is artijd wel een
spoor (te vinden, dlail terug-zoert naar 'den oor-
aprong van eenN nieuwe lijin, een nieuwe stof,
dua van een nieuwe mode. Zoo is er b.v. ver-
leden j'aar in Mairseille een groote koloniale
tentoonstelling geweest en daar zijn onze ar-
tisiten op Afrikaansche en Aziatische motieven
geinspireerid' voor la onttwerpen van weefsels
die in Lyon zijn uitgevoerd en waarvan de
Parijsche couturiers hun modellen hebben' ge-
miaak't. Ik veraeker je, dat er nu alweer hard
gewerkt wordt aanl stoffen met Egydtische
nuotieven1 en dait de hoofdl oon' van' de Sphinx
al op menfig hoed'je is toegepast. Ik zag zelfs
al .,Toutankhamori'-stof met heele verhalea
en hieroglyphen-schrift bedruM.
Het zijn niet alleeni de dessins van' die Oos-
versche stoffen, maar ook de weefsels, die over-
genomen worden door onze fabrikantcn en zoo
ontstondin het ^iellaba", een heel regelma-
tig geweven luchti,?e wollen stof, „toilannam"
een Aninamitische tussor, „Marokafa", een
grove crepe van' wol met zijde, ongelijk als
shantung, om niet 66ns te spreken van 't
„cm6pe Marocain", dat al z6o ingeburgerd is
in Europa, dat we zijn oorsprong bijna ver
geten. Maar bij de Oostensche stoffen' passen
ook weer andere modellen, dan: bdjvoorbeeld
de strenge talleur of een „robe de style" en
zoo worden van „Manokellaine" capes ge-
maakt ails een bumous en van' de dunne zij
deachtige weefsels, souple robes met losse
mantels en gedrapeerde ceintures. Of de Hin-
doe's, de Miarokanen en: de Algerijlnen hrn
weefsels zouden' herkennen op de Parijstne
boulevards?-—
De lijn, die nog meer dan toleur of stof „de
mode" maakt, is hoofdzakelijk nog recht dit
voorjaar; zoo dragen wij bijv. de rechte rok,
met een lange blouse, ook recht, of met een
breedfe ceinture, die op zij' gestrikt wordit of
met een lane vest en daarop een bolero „k la
zouave", korter dan de blouse of't vesteen
iets lantger jasje dat tot de heupen reikt, wordt
gewoon'lajk bovenaan' gesloten met 66n knoop
of een gestiikit lint; 't kraagje is klein, neer
geslagen:. Rlecht zijn' ook dikwij'ls de driekwart-
iangie mantlels, die soma ook van' voren open-
hangeni en dani geeni sluiting hebben. Diepe
plooie, diwarse plooien, de rok gehed of ge-
deeltelijk geplisseerd, vormen variaties op de
rechte „jupe fourreau."
Een smakeloos nieuwtje is' de rok vanaf
de knieen den klokvorm te geven, soms met
66e of meer volamts, wat een japon't aspect
geeft van een onderjurk.
Meer succes zal de ,,coup-de-vent" model
hCbbenj hierbiji is de achterbaan recht, terwijl
alle ruira'te naar voren wordt gebracht. Dit
gebeurt door 6f ruimte van de rok naar voren
te rimmpelen' 6f door twee driehoekige banen
voor itm de rok te zetteri. Volants, coquililes, een
paar ruime tabliers boven elkaar geven' ook
aan een1 rok die beweging alsof hij' naar vo
ren waait. Ook wordt dit effect bereikt door
eeni paar dwarse plooieni bovenin de voorbaan
Ook heefit' soms de mantel de ,,ooup-de-
venit'Mijtn, terwijl' dan de rok recht is.
En dam heb ik nog iets nieuwa geziende
tuniek, die op allerlei' manieren' verschijnt:
recht gekinipt em dan van boven eenige malen
ingerimpeld; of in klokvorm opzij of van vo
ren, verder platscheef of recht of alleen als
ruime tablier, korier woidend naar de zijden
Alle tumques hangen over een nauw rokje
en zijn dikwijls uit een1 stuk met hot corsage
Een1 typisch: modelletje zag ik van1 wollen
crepe Marocain, het korte bo!6ro-iasje hing
van: voreni open over een' lamgere jumper van
wol in' verschi'llende kleuren gtbreiduit 66n
•'an des chuine zakjes in bet manteltje piepte
een' gekleurdi zakd'oekje.
Een ander pakje van crepe Marocain had
een groep plooien voor in de rok en' voor- en
achter im he! manteltje, stnal cetatuubtje, twee
dwai^e oprijgsels onderaan de imouw, die niet
heelemaal nauw was; toch zijn de mouwen
niet zoo wijd meer als vorigen zomer.
Van een eenvoudig Costuumpjje van zwarte
reps was het losse rechte jasje gesoutacheerd
in ruitjes van ongeveer 4 c.M., de m'ouwen
hadden alleen van onderen 'n paar rijen ruit
jes, sharing bovenaan' met 6en knoop van, sou
tache. De rok sloeg over van rechts naar links
met twee rijen soutache.
Op de courses van' Auteudl zag ik een com-
binaitie van marineblauw crepella en witte
crepe georgette. Hal tamelijk lange manteltje
viel ruim open1 en had een kraagje er.-omsla-
gen aan de wijde mouwen van geplisseerde
georgette, de blouse van dezelfde witte crepe,
met V-vormigc uiltsnijding, was geborduurd
met giekleunde kraaltjes. De rok 'had midden-
voor een- diepe plooi. Het hoedje was ook don-
kerblauw met een passe van gepliseeide crepe
georgette.
Er zijin. veel combinaties van wollen en zij-
den stoffen en ook van effen en bediukte cre
pes en foulards. Voor blouses en vesten veel
bcdruklte crepe de Chine, soms afgezet met
effen, witte crepe of organdi. Gekleede costu
mes hebben' 't bovenstuk van de japon; van
gebloemde crepe en daarmee is dan het man
teltje of de korte cape gevoerd. Soms hangt de
rok open over een fourreau van bedrukte
crepe; ok zijn heft manteltje en. de ceimtuur
van crepe, in patronen gedrukt, die g66n
bloemipatronem zijn, terwijl het rechte jurkje
effen is.
;De blouses, bij pakjes gedragen, zijin' recht
en hebben 6f heel lange 6f heel1 korte mouwen,
soms een smal oeintuurtje.
Veel" marineblauw, beige, „vert de gris"
(grijs-groen.) Rokken op straat niet zoo lang
als dezen winter, taille ook iets korter.
OGLINE.
TE KOOP: Trapnaaimaohine, SalOntafd,
\linnenkast, veer en bed, kap met zilveren oor-
bzer em een bandwagon. Te bevragen biji K.
TIMMERMAN, Boekhandel, Schermerhorn.
TE KOOP HEER'ENRIJWIEL 20.
FOR'ESTUSSTRAAT 17.
TE KOOP een prima
VOGELENiZAN® 7.
EmailLe FQBNCIS
1 iWWf u rfe beogstn waarde ontvangen' voor
lornpen, couranten, gedragem kJeerem, meu-
belen enz., laat dan G. STROOKER onA-
bledien. Nieuwlandersingd' 1
AANGEBODEN een goed loopemd MO-
TORRIJWIEL 100 en een HEEREN-
RIJWIEL (laag model) J 45.
OUDE GR ACHT 9.
TE KOOP: Kinderstoel, een kinder!edi-
kant met matras en een' fietsmandije. Te be
vragen bureau van dit blad.
Donkerblauwe KINDE'RIWAOEN TE
KOOP merk Patria 35.
Adres E'lK ELE NiB E R QSTR A AT 19.
TE KOOP: een MARQUISE, grijs met
ged, breed 1.40 M. Adres RUSSENiPL'EIN
No. H te Bergen.
'H'E E'RENiR 1JIWI EL TE KOOP, 25, in
goeden sftaat.
Te zien SPOORSTRAAT 18.
TER OVERNAME AANGEBODEN
VIER MA9S1EF EIKEN STOELEN be-
kleed met moquette tegen billijken prijs.
Adres LANDSTRAAT 20.
TER OVERNAME AANGEBODEN een
prachtige KINiDERWAGEN, wdnig ge-
bruikt, prijs 40.
HEUL 13.
TE KOOP AANGEBODEN ee'n goed
onderhouden WAG EN, zeer. geschikt voor
broodbezorgin<v of iets dergelijks.
Te bevragen M'lENT 23.
AANGEBODEN een goed loopcnd MO-
TORRIJWIEL 100 en aen HEEREN-
RIJW1EL (hoog modd) 45.
OUDEGRACHT 9.
MUZIEKTENT TE KOOP. Te bevragen
omder letter A Boekhandel v. d. MEIULEN,
Alkmaar.
TE KOOP: Eenige houten en. koperen
BLAASIN'STRUMENTEN, benevens een
partij muzitk voor Harmonie. Te bevragen
biji K. TIMMERMAN, Bodchandd, Scher
merhorn.
TE KOOP een. goed ondfenhouden VOUW-
WAGENTJE.
Adres AKER'SLAAN No. 1.
TE KOOP GEBRUIKTE LEERBOE-
KE!N voor Handelsdagsohool en Duitsch bij
S. LAKEMAN, 'Stompetoren.
TE KOOP een HiEERENRIJWIEL, een
Kindenwagen, twee schakels en vijf paling-
fuik'en. ZEGLIS 46.
Keurige, zoo goed als nieuwe, KINDER-
WAGEN TE KOOP. Mooi model.
Adres HOOOSTRAAT 6.
TE KOOP een eikenhouten BUFFET.
OE E STE'RSI NOE L 5.
TE KOOP PRIMA DAMESRIJWIEL
en MEISJ'E'SRIJWIEL, prijs billijk.
HAN'DELSKADE 40.
TE KOOP een best HONDEN'HOK, als
nieuw. HOOOSTRAAT 1.
'PA'KKISTEN TE KOOP.
HERM. OU CROCQ, Hoogstraat 4.
FOTOTOESTEL ,,'Kodak" TE KOOP
13 X 18 met coenzlens 0 3 met 5 dubbele
cassetten, alles in goeden staat. Te bevragen
EG E L E NBURiG E R L A AN 7 (bij de Lin-
denftaan).
'TE KOOP een vast VL'OERKLEED, een
viervlams Petroileumstel en een Petroleum-
lamp bij1 Jb. AKKER'MAN, Oterleek.
TE KOOP een KUNDERWAOE N.
Adres OVERDIEPAD No. 3.
TER OVERNAME AANGEBODEN' een
goed' onderhouden KINDERWAOEN.
Te bevragen Roemer Visscherstraat No. 2.
OPRUIINO?
De heer Marchant, lid van de Tweede Ka
mer, heeft den minister van justitie de volgen-
de vragen gesteld:
I. Heeft de minister zijn aandacht ge-
sChonken aan het artikel „De eerste jaar-
kring" van dr. Emile Verviers in het week-
blad Katholieke Staatkunde van 5 April
1923, met name aan de hieronder volgende
zinsneden?
„Er dient dus eens eene radicale opruiming
gehouden te worden en onder de instelling, en
onder de personen van het tegenwoordig re
gime. Ook dit is weer een nieuw verworven
inzicht, dat ons aanvankelijk nog niet vol
doende eigen was, omdat wij meenden, dat
met wijzigingen in de opinies volstaan kon
worden.
En ten slotte is het ons ook steeds duidelij-
ker geworden, dat de gewenschte veranderin-
gen niet komen kunnen door overreding en
door de groote massa te overtuigen, zooals
vele modeme democratische Katholieken
meenen, doch ook door geweldmiddelenHet
zwaard en de tuchtroede zullen ten laatste
den doorslag moeten geven.
Het is immers absurd te veronderstellen,
dat onze door en door zieke maatschappij
weer gezond gemaakt zou kunnen worden,
door alle menschen te overtuigen van het nut
van saneeringsmaatregelen. Voordat op de
ze democratische wijze de laatste man over-
tuigd zou zijn, ware de heele maatschappij
reeds ten gronde gegaan.
Natuurlijk mag deze kordate gezondmaking
niet buiten leiding van de rede plaats hebben.
Het geweld mag niet redeloos zijn, anders
bereiken we averechtsche resultaten, als in
Rusland. Doch naar onze smaak behoeft al
leen de kleine levenskrachtige kern overtuigd
te worden. De groote menigte heeft slecht3
te volgen en te gehoorzamen. En de kleinere
groep van democratische nijdigaards en
dwarskijkers moeten dan maar naar Itali-
aanschen trant met een eind fa out bewerict
worden.
Dit alles moge oppervlakkig wat bar-
baarocb en oorlogszuchtig klinken, doch kst
is lull SSIsis jjuisto siaadpuai la alls graato