AlkmaarsGhe Courant .i. Boek- en Handeisdrukkerij v.h, Herns. COSTER ZOON, Eindeiyk weergevonden Voordam C 9, ALKMAAR. Woensdng 18 April. F e u i 11 e t o n. ProTinciaal Nienws De lntrede van Mr. H. D. A. van Reenen, als burgemeester van Bergen. Toor het drukken rail KWI- TAXTIES enz. beveelt zich aan de V*. 91. 192S. Hondard Vijf ra Twintlgste Jaargang. HER HALI NOSOEFENiINGE R Dc BURGEMEESTER van ALKMAAR roept de in het verlofgangersregister dtezer gemeente ingeschreven verlofgangers, hieron- der vermeld, bij dezen op om in 1923, ieder voor het achter zijn naam aangegeven tijd- vak, krachtens art. 31, eerste lid, in verband met art. 33 der Dienstplichtwet (Staatsblad 1922, no. 43), voor herhaldngsoefeningen in werkelijken dienst te komen. SIMON GERARDU'S OROOT, lichting 1918, 6e Regiment Veld-Artillerie. 28 Mel 1923, Leiden. JOHANNES KLAVER, lichting 1918, 6e Regiment Veld-Artillerie, 28 Mei 1923, Lei den. Vrijdom van opkomst. Aan deze herhar lingsocfcningen behoeven niet deel te nemen: a de dienstplichtigen, die elders wonen dan in Nederland, BelgiS, Hannover, Westfalen en de Rijnprovinrie; b. zij, die wonen in BelgiS, Hannover, West falen en de Rijnprovincie, voor zoover zij v6or den dag van opkomst bij hun com mandant een verklaring inzenden, waaruit blijkt, dat zij meer dan drie uur gaans van de Nederlandsche grens wonendeze ver klaring moet zijn afgegeven door het hoofd van het plaatselijk bestuur of van de politie of door een Neder lan cinch con sulate ambtenaar. - Wijze en uur van opkomst De opgeroepeti verlofgangers moeten zorg drag-en, dat zi; rich, ieder op deni voor hem voorgeschre- ven dag, in unifonn gekleed en voorzien van Iran zakboekje en verdere tot hum verlofa- u'trusting behoorende voorwerpen van Wee ding en uitrusting, op de plaats van bestsci- jning aanmelden: a zoo zij verblijf houden in de plaats van opkomst, uiterlijk te 8 uur voormiddags; b, zoo zij verblijf houden binnen 20 Kilome- ter van de plaats van opkomst, uiterlijk te 10 uur voormiddags; c. de overige verlofgangers: voor zooveel zij binnen het Rijk verblij' houden, zoodra mogelijk na aankomst in de plaats van opkomst, waarheen zij zich met het eerstvertrekkend openbaar middel van vervoer langs de op de vervoerbewij- zen aangegeven route moeten begeven; voor zooveel zij buiten het Rijk verblijf houden, vo6r 4 uur namiddags. Vervoer. De verlofgangers, die per spoor, tram of stoomboot moeten reizeni of op de reis een of meer veren moeten passeerenen in wier zakboekje aanwezig zijn de vereischte op wit papier gedrukte en met rooden inkt in- gevulde vervoerbewijzen en passagebiljetten, behoeven zich vodr hun vertrek naar het korps niet ter Gemeente-Secretarie aan te mel- den, doch begeven zich rechtstreeks naar het station of de aanlegplaats van vertrek en steL ien aldaar hun zakboekje ter liand aan den beambte, mat de uitgifte van pi a atsbewijzen- belast, of aan den veerman. De verlofgan gers behooren er op indachtig te zijn, dat hun het zakboekje wordt teruggegeven, alsmede de strook van het vervoerbewijs, aangezien deze strook hun gewoonliik gedurende de reis moet diencn als plaatsbewijs. Verlofgangers, die niet in het bezit zijn van een vervoertbewijs of passagebiljet, inge- richt om daarop de reis te kunnen volbrengen, dan wel van heUveer of van de veren gebruik te maken, moeten zich op den laatsten werk- dag v66r hun vertrek naar het korps, des voormiddags tusschen 10 en 12 uur, ter Ge meente-Secretarie aanmelden, ten einde al daar in het bezit te worden gesteld: van de vereischte bescheiden. Verlofgangers, die in het buitenland ver blijf houden, hebben recht op vrij vervoer, voor zoover de reis geschiedt binnen het Rijk en dient om zich rechtstreeks naar de plaats van opkomst te begeven. Bevindt zich in nun zakboekje geen vervoerbewijs, ingericht om daarop te kunnen worden vervoerd van de Nederlandsche gemeente, vanwaar zij de reis voor Rijksrekening wenschen aan te vangen, dan wordt hun, op hun verzoek, het ver eischte vervoerbewijs toegezonden door den burgemeester der gemeente, waar zij in het verlofgangersregister zijn ingeschreven. Het is noodig, zich ten minste een half uur vodr het vertrek van deni trein, de tram of de stoomboot aan het station of de aanlegplaats te bevinden. De verlofgangers, die zich vier of meer uren voor het tijdstip van aanmelding op reis moeten begeven, genieten desgcwenschf cm de dagen der reis een daggeld van A 25 Uit het Engelsth van Adeline Sergeant. 40). „Heel d'ikwjj-ls. Iedereen zei, dat hij erg ge- charmeerd was1" met een blik in een groo- ten spiegel, die haar geheele figuurtje weer- kaatste, „en hij maakte zeker erg het hof. Maar ik geloof, dat het adres voor iemand an- ders was, hij werdl nooit moe om over zijn neef, Philip Massingham, te praten." „Voor iemand andiers? Hoe bedoeil je dat?" zei Sydney, en ze werd heel stil bij de ge- dachte aan de mogelijkheid, dat Philip op hjn plannen gezinspeeld kon hebben in een brief aan zijn oom voor dat Rose uit de stad flng. Maar de volgende woordten van Rose ver- Woorden dat denkbeeld. )rZie je, hij verlangt erg, dat kapitein Mas- singhami zal trouwen en goed zal trouwen ten minste met iemand, die veel geld heeft. Papa zal me zeker een mooi kapitaal geven, als ik trouw en dat zou goed te pas komen om bet oude huis, dat vervallen is, weer op te bouwen. Lord Broxbourne had veel geld, toen hij twintig of dertig jaar geleden den ti- tfl erfde, maar hij heeft veel er van opge- utaakt, en wil daarom, dat zijn erfgenaam Kn rijk meisje trouwt begrijp je?" „Maar je zoudt toch niet graag om je ge'd ptrouwd worden. Rose?" zei Sydney, ten- vjjl bs haar nichtje onrustig aamzag. ongeacht den rang, dim Hj bekleeden. Zij, die aanspraak hebben op daggeld en dit wen schen te ontvangen, moeten het in ontvangst nemen ter Gemeente-Secretarie, den laatsten werkdag v66r het vertrek naar het korps. Verhindering. De dienstplichtigen, die we- gens ziekte, verblijf op zee of een andere re- den in de volstrekte onmogelijkheid verkeeren om op den bepaalden datum in werkelijken dienst te komen, zullen zich naar hun korps of compagnie moeten begeven zoodra de reden van verhindering heeft opgehouden te be- staan. Bestaat de reden van verhindering in de aanwezigheid van ziekte pf gebrebeu, d)an dient de verlofganger hiervan zoodra moge lijk door overlegging van een gelegaliseerde geneeskundige verklaring ter Gemeente- Secretarie te doen blijken. Bijzondere bepalingen. Hij, die zonder geldige reden niet voldoet aan deze oproc- ping, kan o. a. door een ambtneaar van de rijks- of gemeentepoiltie, dioor de marechaus- see of de militaire politie aangehouden en naar de plaats van bestemming gebracht wor den Hij, die zonder geldige reden zich te laat bij zijn korps aanmeldt, maakt zich straf- schuldig. Vrijstelling. Geheele of gedeeltelijke vrij- stelling van de herhalingsoefeningen kan worden verleend aan dienstplichtigen: a die gedurende zoodanigen tijdi vrijwillig in werkelijken dienst zijn gewcest, dat op grond van de door hen in dien tiid verkre- gen geoefendheid, de herhalingsoefenin- mi voor hen niet of niet voor aen vollen duur noodig worden geacht; b. die tijdens den duur der herhalingsoefe ningen onmisbaar zijn voor hun ambt, betreMcing of bedirijif; c. die kostwinner zijn yoot: 1. hun echtgenooto; 2. hun bloed- en aanverwaaten la de rech te linie; 3. hun andere blood- en aanverwantm in den tweeden graad; 4. hun pleegouders; 5. degenen, in wier onderhoud zij inge- volge rechterlijk vonnis moeten voor- zien; d. die onmisbaar zijn voor de instandhou- d'ing van de middelen van bestaan van de onder c. bedoelde personen. Zij, die meenen op een van deze grondem voor vrijstellng in aanmerking te komen, kun nen zich met een daartoe strekkend verzoek; schrift tot den Minister van Oorlog wenden. Dit vcrzoekschrift behoeft niet gezegeld te zijn en kan ongefrankeerd worden toegezon den. Het kan ook bij den burgemeester wor den ingedfend, die alsdan voor de opzending zorg draagt. Vcrgoeding. Indien ten gevolge van het verblijf in werkelijken dienst van. den opge- roepen verlofganger voldoende middelen tot levensonderhoud ontbreken of komen te ont- breken aan de personen, hiervoren onder c. bedoeld, kunnen deze personen in aanmer king komen voor een geldclij'ke vergocding, zoo den verlofganger wegens dienstbelang geen vrijstelling van de herhalingsoefeningen wordt verleend. Verdere inlichtingenhier- omtrent kunnen ter Gemeente-Secretarie wor den gevraagd. Alkmaar, 17 April 1923. De Burgemeester voornoemd, W. C. WENDELAAR. Gistermiddag 3.36 uur arriveerde Mr. H. D. A. van Reenen en diens echtgenoote, na zijn beeediging als burgemeester door den Commissaris der Koningin te Haai'km, in de gemeente. Er was in de anderhalve dag, die de bur gerij, na het bekend wordfen van de beeedi ging reste, buitengewoon hard gewerkt om het dorp een feestelijk aanzien' te geveni en den nieuwen burgemeester het bewijs te geven, hoezeer de burgerij met zijn benoeming was ingenomen. Door aller medewerking was men bierin buitengewoon goed gcslaagd. Het gelukte, van de Marine in den Helder een groof aantal vlaggen van verschillende nationaliteiten te bekomen eh ook daardoor was het mogelijk het dorp een feestelijk aan zien te geven. De verscheid'enheid van vlag gen was zoo groot, dat men ze niet alien kon onderkeninen. Biji toeval diende de vlag van de Waterstaat ons het urinuoir aan het station te -maskeeren Aan gToen is in Bergen geen gebrek, zoodat met kwistige hand overal groene slingers waren aangebracht. Verschil lende eerepoorten waren opgesteld en vooral de versiering in het rondje om het raadhuis „Ik zal waarschijnlijk wel niet alleen om mijn geld getrouwd worden, lieve", zei Rose met een ziliveren lach. „Kij!k me maar eens aan en zeg dan of je dat gelooft. Lord Brox bourne zei dikwijls, dat het - merkwaardig was, een mooi meisje met geld te vinden. En zonder gekheid, Sydney, je zult toch moeten erkennen, dat ik er nogal aantrekkelijk uit- zie." „0, ja, je bent aantrekkelijk genoeg", zei Sydney een beetje bitter; en toen met berouw over het oogenblik van afgunst van Rose's groote schoonheid, voegde zij er bij „je bent Jiet mooiste meisje dat ik ooit gezien heb." „Vindt je dat?" zei Rose, weer opgewekt. Daar ben ik blij om. Er zijn menschen, die me niet bewonderen. Maar Lord Broxbourne hoorde daar niet bij. Ik zal je alles van hem vertellen. Ik weet, aat ik als een zuster van je houden en je alles vertellen zal maar nu moet ik me kleeden, he? Ja, ik zal die wit- te japon aandoen papa ziet me graag in 't wit 't is een aardig oudje, he Zoo ramtnelde zij door, soms ergerde zij- 't betame- lijkheidsgevoel van haar nichtje, soms amu- seerde zij haar, maar altijd bekoorde zij haar, zooals Rose doen kon, als zij wilde. En ze zag er zoo lief uit, toen zij geheel in Jt wit gekleed was met een paarlsnoer om haar blanken hals, en een totaal overbodige waaier van witte veeren in haar hand, dat Sydney haar hart geheel aan haar'verloor. „Je bent mooi! Mag ik je schilderen?" viel ze uit, tot Rose's groot genoegien. ,,Kan je schilderen? Kan je portretten schilderen? O, wat heerlijkl Ja zeker, ja kunt en de dolftenwcmfag deed het HJawier goed. De eerepoort in de Stationsstraat had wel een biizonder toepasscijk opschrift. Daarop stemd n.L vermeld; „Toea wij van uw vader schcidden, Deed uw kornst ons verolijden". Ondanks de koude hadden duizenden zich opgesteld om getuige te zijin van de inkoanste van den nieuwen burgemeester en diens echt genoote. Ook uit Alkmaar en andere pLaat- sen waren velen naar Bergen getoogen. Onmiddellijk na dc aankomst van de tram, trad Jhr. Barnaart, dte jongsite wethouder, en de heer Taapke, den gemeente-secrctaris, den heer en mevrouw Van Reenen tegemoet. Het dochtertje van den heer Taapke, een al- leraardigst meisje, bood mevrouw Van Ree nen een bloemstuk aan onder het opzeggen van het volgenldie versije: Tegelijk met de eerste bloemien Zijit guj als vrouwie van Bergen gekomenj Ik laat dus mijn liefsite wenschen nooieen Door de bolemen, die ik heb medegenomen. Jhr. Barnaart richtte tot Mr. Van Reenen de volgende toespraak: Burgemeester en Mevrouw Van Reenen. Het is mij een groot voorrecht als wethou der dczer gemeente U bij de intrede van ons dorp uit naam van alle inwonera een hartelijk welkom toe te roepen. Het is nog1 slechts heel kort geleden uwe benoeming bekend werd, zoodat er met veel tijd was voor de voorbereiding vaa i v ontvangst door die ingfezetenen. Dat niettegenstaanoe deze zcer korten tijd alien1 de handen direct ineen sloegen, om U toch nog een feeatelijke ontvangst te bereiden, moge U tot bewijs strekken dat men werkelijk ten zeer6te was ingenomen met Uw benoe ming. Dat het spontaan gevormde comite zoo goed) geslaagd is, heeft zij ook danken aan ae medewerking van allie scholen an vereeni- gingen cn particulieren. Burgemeester, ik zal het hierbij laten Straks zal de oudste wethouder U ten Raad- huize verwelkomen uit naam van het Ge- meentebestuur. Ik rocp U hier als tolk der ingezetenen van Bergon een hartelijk welkom toe. Leve dc Burgemeester! Hierna werd door een dubbele rij van In lentetooi gekleede, blocmenstrooiende meisjes naar de uitgang van het stations-emplace ment gewandela, waar onder leiding van den heer Brands, Bergen's Kinderkoor, begeleid door-het Harmoniecorps, ledder de heer Beek- inan, den burgemeester en zijne echtgenoote toezongen. Inmiddels beijverden een groot aantal pers- en andere fotografen zich zooveel mogelijk kiekjes binnen te krijgen. Buiten de uitgang van het stationsem- placement hadden zich de kinderen'uit Ber gen aan Zee opgesteld. Een van hen, het 6-ja- rig zoontjc van den heer Zeijler, trad naar vo- ren om zijn toespraak tot den burgemieester te houden. Aanvankelijk dachtcn wij, dat het ventje, omringd als het was door een massa groote menschen, van de>kook was geraakt cn zijn speechje was vergeten, doch al spoedig blieek, cat hij, alvorens het woord te nemen, rustig het „lang zal hij lieven", dat de muziek in middels had ingezet, afwachtte. Toen dit ge- eind'igd was, zeide het ventje zonder de min ste hapering het volgende: Burgemeester en Mevrouw Van Reenen. De kinderen van Bergen aan 'Zee vonden het niet aardig, toen zij hoorden dat U van- daag niet naar Bergen aan Zee zou komen; de heeren van het Comite zeiden, dat daar geen tijd voor was. Toen dachten wij: nu, dat is niet erg, dan gaan wij naar Bergen-Binnen, want wij wil- len tbch den nieuwen Burgemeester goeden- dag zeggen. En dan komt U later toch zeker wel eens bij ons? De kinderen van Bergen aan Zte feRcitceren U wel en Neeltje Ravenhorst, die het eerst van ons allemaal in Bergen aan Zee geboren is, zou graag deze bloemen aan Mevrouw geven. Allemaal hard roepen: ,,Leve de Burge meester" De kinderen voldeden alien aan' zijn u-it- noodiging. Hierna nam de jonge burgemeester en zijne echtgenoote in een keurige landaucr, getrok- ken door vier prachtige paarden, door Gebrs Hoed uit Alkmaar voor dit doel belangeloos aan het comite van ontvangst beschikbaar ge steld, met de heeren Barnaart en Taapke plaats, om de rofidgang door een groot deel van het dorp aan te vangen. De stoet werd voorafgegaan door een veer- tigtal ruiters met den heer Ckr. Blankendaal als voorrijder. De heer Blankendaal was v66r 38 jaar, toen de oude burgemeester ingchaald werd, ook voorrijder en verrichtte zijn taak ook morgen beginnen. Ik ben nog nooit geschil- derd wat een snoes ben je F" Ze was gedurende het eten in een zeer goed humeur en onderhield haar vader en nichtje met bijzonderheden omtrent de pretjes, waar- aan ze deelgenomen en de aanzienlijke men schen die ze ontmoet had. Mijnheer Holden luisterde er met zoo'n groote liefde naar, dat Sydney er door getroffen werd. Ze had hem nog nooit zoo teeder en gevoelig gezien. Ze begreep, dat, wat Rose ook wenschte, ze het zeker krijgen zou, als haar vader bij machte was het haar te verschaffen; haar wensch was wet, zelfs voor den strengen John Hol den, burgemeester van Fairford. Maar toen zij na het eten in den salon kwa- men, zakte Rose's humeur merkbaar, en zij gaapte twee of driemaal zonder het in 't minst te verbergen. „Ik ben bang, dat je vermoeid bent, liefje? zei haar vader, die de meisjes gevolgd was een oogenblik nadat zij de ekkamer verlaben ladden. „yet is alleen omdat Moss Dyke altijd zoo vervelend is, zei Rose openhartig. „Waarom heeft U niet iemand ten eten gevraagd, papa? U weet, dat ik graag geamuseerd word, als ik thuis fcom. Maar het zijn zeker altija de- zelfde vervelende menschen-Heeft U geen nieuwe kennissen gemaakt sedert ik weg ge- gaan ben?" „Kapitein Massingham", zei rtiij-nheer Hol den, en hij trachtte een sdiaduw van teleur- stelling van zijn voorhoofd te bann-en: „Je kent hem nog niet. Hii ii in dan lajfutw tijd dikwijla thans op uifnanmfle wijze. De landauer, waarin de hew as mevrouw Van Reenen waren gezeten, werd gevolgd dioor eene waarin een viextal meisjes waren gezeten, die de geschonken bloemen onder fiunne hoede hadden genomen Hierna volgde de besturen en verschillen de leden van een groot aantal vereenigingen. Het Harmoniioorps luisterde die optocht op uitstefkienidie wijize op. De rit ging door de Stationsstraat, het Van Rcenenpark, de Komlaan, die Hoflaan, Oudie Prinsweg, Ka- rel de Grootelaan en de Dorp&Straat. Langs den weg hadden d-uizenden zich opgestelcL het Van Reenenpark, de Komlaan, de Hoflaan, Oudle Prinsweg, Karel de Grootelaan en de Dorpsstraat. Langs den weg hadden duizen den, waaronder velen uit Alkmaar en elders, zich opgesteld. In de raadszaal was de Raad voltallig bij- een. In tegenwoordigheid van de fainilie Van Reenen en tal van belangstellenden, w. o. een 10-tal leden van die Alkmaarsche Balie, colle- ga's van Mr. van Reenen, had de installatie plaats van den nieuwen burgemester. burg, sprak, n-adat de Seeretaris mededeeling h-ad geaiaan van het eenige ingekomien etuk betreffende de benoeming van Mr. H. D. A. van Reenen^ tot burgemeester, de volgendie rede uit. Goachte Mr., va^ Reenen. T'hans is dan voor u en voor onze gemeen te het gewichtig oogenblik aangekomen van uw installatie als burgemeester der gemeente Bergen. Giji hebt reeds in handeni van deni commis saris der Koningin te Haarlem- gister uw zuiveringseer eni ambts-eed afgelegd. A-an mi is nu de taak het voorzittersch-ap van den Raad in uiwe hand-en te stellen en u de ambtsketen van uwi waardigheid om te ban- gen. Alvorens daartoe over te gaah, wil ik u geluk wsnsdMO met het feit dat net H. M. de Koningin overeenkomstig de wenschen van de burgerij) heeft mogen, behagem u tot burgemeester onzcr gemeente te benoemen. Ik zeide reeds Dondlerd-ag j.l. in mijn af- scheidsiwoord -tot u biooggeaohten vader, over- tu-igd- te zijn, d-at ui zich als iemand- zal do-en kennen- die steeds- bereid zal worden) gevon- den zooveel mogelijk iniwoners te h-elpen, of zij rijk of arm, hoog of laag gepl-aatst zijn en deze overtuiging wensch ik ook tegen- over u- uit te spreken. Een- schoone maar zware taak zal straks op uw sdhouders rusten-. In de eerste plaats- zult gij1 zijin de voorzit- ter van d-ezeni raad. Volgens de wet sitaat wel aan het hoofd der gemeente „de Raad", miaar als voorzitter van deni -Raad zajt gij straks de eerste persoon in de gemeente. Gij -hebt straks de bevoegdheid zelfstandigc voorsttllen aan den; raad te do-en, terwijil uw taak als -hoofd van het college van- B. en- W. al een zeer belangrijke is aangezien giji aan den -arbeid van dat college leiding zult heb ben te geven-. Als hoofd- van de politie wacht u thans mede een- belangrijke taak. In den loop der tiyden- zijn de gemeente- bemoeiingeni veel verder doorgedrongen dan aaiwankelijik door den gemeenfewetgever werd bevroed eni daardoor is de functie van burgemeester een veel gewich-tiger geworden. Veel zal in de toekomst voor de gemeente afhangen van uw indtiatief, doorzettingsver- mogen en organisatietal-cnt. Van harte hoop ik, dat het u, evenals uw vader, gelukken z-al de goede verstandhouding tusschen de leden, bij all-e versch-il, te bew-aren en gaarne sluit i-k inij aan bij de Zondag door uiw vader uit- gesproken wensch, dat in' den eersten plaats zij' die de gemeente hebben te 'besturen zullen trachten dk-anders eerlijke bedoel-ingen -te respecteeren. Ik ben overtuigd dat de dag van Zondag, eeni dag waarop op zulk een grootsche wijze tot uiting fcwam de waardee- ring die de gansche burgerij) voor het wok van uw vader gevofllt, diepeni indruk op u gemaakt moet hebben. Moge deze dag en ook de dag van beden, waarop gij dioor de sponibane medewerking van de burgerij, op zoo'n sympatieke wijize kon word-en ontvangen-, u in uw voornemien, om voor de gemeentenaren te zijin wat uw vader geweest is, versterken. Vooral in een gemeente als Bergen-, ziet m-era in d-en burgemeester, al spreekt de wet van dieze kwaliteit niet, zoo giaarne tevens den burgervader, de mam wiens raad men in allerlei particu-liere aangelegenheden inwint, op wiens stilzwijlgendheid men rekent en wien- men ten) voile vcrtrou-wd ip de eerlijkheid van al zijn raadgevingen-; die geern onder- sdhieid tusschen zijn inwonera zal in-aken hetzij- zij, -al dan niet zijn politieke inzichten deelen-. Een dergelijke opvatting van -bet ambt licht in de traditie waarvan Zond-agmididag de voorzitter van fact huldigingscomite spra-k, n ,,0, natuurlijk, ik zei, dat U hem moest uitnoodigen", zei Rose en haar gezicht klaar- de op. „U heeft me niet in Uw bneven go- zegd, dat hij meer dan eens hier geweest is. U weet, dat ik zijn oom Lord Broxbourne een erg aardigen man on-tmoet heb, ter- wiji ik uit was. Hoe dikwijls ik hij hier ge weest?" „Dat weet ik heusch niet, Sydney, jij moet het weten, jij hebt hem' meer gezien dan ik." De bl-ik, dien Rose op Sydney's blozend ge- laat wierp, was zeer scherp. „Hoe dikwijls, Sydney?" vroeg zij. „Ik weet het niet precies," antwoordde Syd ney. „Z66 dikwijls!" riep Rose uit. „Sydney heeft hem geteekend," zei John Holdien, zonder argwaan en rustig. „Hij ziet er knap uit, en ze heeft bet heel goed ge- daan. «Z°o," zei Rose, en ze leunde achterover in haar stoel en keek Sydney onderzoekend aan. Ze keek, alsof een nieuw denkbeeld bij haar opgekomen was. En dat was ook zoo. Voor het eerst bedacbt zij, dat kapitein Massing ham haar nichtje mischien zou bewonderen-. In het licht van dit nieuwe denkbeeld be- schouwde zij Sydney met aandacht. Zelfs Rose kon het erkennen, als een ander meisje aanspraak kon maken op mooi, en zij beoor- deelde Sydney niet onbillijk. „Ja, ze is be- paald mooi", zei ze bij zich zelif. „Maar ze weet nog niet, hoe zij er het best gebruik van maken moet. Ze ziet er naar mijn smaak te gekerd uit. maan anmmrige beiinndfi- r«n dusn tijd. One prtlzen zQa nlot hooger dan die van andere drakkerUen. een- traditie zoo geheel passend aan den -per soon van uw vader. Gij, zijit nog jong en zult dus niet dadelijk als burgemeester tevens burgervader kunnen wezen. Ik ben echter ovcrtuigdi, dat het ook uw streven zal zijn dit te worden. -Ook gij zult wel moeten ondervinden, dat de bedoelingen van een burgemeester niet altijd genoegzaam gewaardeerd worden. M-eni kan het nu eemnaal niet steeds iedereen naar den zin maken. Ook een burgemeester moet dan ook ten- slotte de voldoening vinden in het bewustzijn het goede te hebbenl ge- daan. Moge giji daar naar steeds streven-. Namens de raad en de gemeente felid-teer ik u dan ook van ganscher harte met u>w be noeming. Tea zeerste hoop ik, dat mevrouw uw echtgenoote, die ik mede mijn geluk wen schen aanbied, er als burgemecstcrsvrouwe naar zal streven naar haar Krachten het wel- zijn van de bevolking te bevorderen. Vol vertrouwen in de toekomst van Bergen draag ik thJns het voorzitterschiap van den Raad -aan u over. 'Sta mij toe u met de ambtsketen te om-hangen. Mope Gods aerren op uw toekomstig wsrk rusten. De rede werd staande uitgesproken an door alle laden staande aangehoord. Mr. Van Reenen antwoordde ongeveer als volgt: Mijnheer Oldenburg! Hartelijk dank ik U voor ae woorden, die U tot mij heeft gespro-ken en voor de wijze, waarop U mij als Burgemeester heeft gein- stalleerd1. Diep geroerd ben ik door dd hartelijke ontvangst die mijne echtgenoote en bij onze aankomst in de gemeente is bereid. Ik had niet gedacht, dat in zoo'n korte spanne tijds zooveel tot stand kon worden gebracht. Voor het eervol escorte, de fraaie versiering, de schitterende bloemenhulde en de feestelijke stemming dank ik alien die daaraan hebben medegewerkt. Dank breng ik ook aan het muziekcorps en de zangvereenigingen, als mede aan de andere vereenigingen die hier medewerking verleenden. Dit alles zal nimimer uit mijne herinnering geraken en heeft verre overtroff-en -hetgeen1 ik -bestaanbaar achtte. Mijne Heeren-, Nu ik voor het eerst mijn nieuwe taak op- neem, kan ik niet nalaten mijn eerbiedigen dank uit te spreken, dat het Hare Majesteit de Koningin heeft mogen behagen mij het burge- meesterschap toe te vertrouwen over deze ge meente, die niet alleen wat haar zielcntal be- treft reeds belangrijk is, doch waarin ook een gees-t heerscht zoo schoon en eendrachtig a's ik niet had kunnen droomien. Zeer goed besef ik dat het mocil-ijk zal zijn, deze plaats op even waardige wijze te bezet- ten als mijn vader zulks deed godurende de 38 jaren van zijn Burgemeesterschap. Edoch-, go- steund door het in mij gesteld vertrouwen en niet het minst door de vele bewijzen van in- stemming uit de gemeente zel-ve ontvangen-, en de spontane huldiging, mij als Burge meester gebracht, hoop ik, dat mij de kracht cn wijsheid gegeven moge worden dm mij mei Gols hulp zoo goed mogelijk te kwijten van mijne taak tegen over Rijk en Gemeente. Het zal uwen Raad ongetwijfeld vreemd zijn, na zoovele jaren met mijnen vader tc hebben samengewerkt, thans een- nieuwen voorzitter te hebben gekregen. Ik vertrouw echter voor u geen vreemdc te zijn, want, ge boren in deze gemeente, bracht ik ook vele ja ren daarin door en steeds weer trok mijn hart naar de groene weiden, de blonde duinen en de zee. En thans is in vervulling gegaan mijn lang geknesterden wensch, om in Bergen mijn 1c- venstaak te mogen vinden. Ofschoom deze niet steedis gemakkelijk zal zijn, vertrouw ik, dat het eendrachtig streven van heel het Bes-tuur dezer gemeente, om hare waarachtige bclan- gen te dienen, een hechte grondslag zal vor- men voor hetgeen nog in de toekomst zal moeten worden opgebouwd. En als ik zie wat hier in slechts 24 uur met vereende krachten is tot stand gebracht, dan gevoel ik wel tot wellce goede dingen deze gemeente in staat is. En om bij het beeld van de opbouwing te Dwaas kind), wat ziet zij er schuldibewust uit! Er is blijkbaar iets tusschen hen ge weest, en't is haar eerste lief desgeschiedenis. Voor we van avond naar bed gaan, zal ik het wel uit haar krijgen." Zij v-eranderde handig het onderwerp van gesprek en wist de conversatie inog een half uur aan den gang te houden, daarna ver- klaarde zij, dat zij te slaperig was om langer op te blijven. Zij trok Sydney met zich mede en liet haar vader alleen, maar hij vond het prettig ze samen te zien weggaan hij vond het prettig ,dat zijn dochter en die van Dora zulke goede vriendinnen schenen. Sydney herinnerde hem telkens aan Dora, en hij dacht dat zij misschien een goeden in- vloed- op Rose zou hehben, voor wier kl-eine outen hij niet zoo blind was als Sydney dacht en hij begon zich af te vragen, of het niet goed zou zijn haar op Moss Dyke te hou den, als ^ezelschap en aangenomen zuster voor zijn dochter, inpiaats van haar n"'- ze tegenvoeters te zenden, zooals het plan was geweest. Tot nu toe was er geen brief van Will en Alick in' antwoord op dien, waarin hun de dood van hun vader en Syd ney's gebrek aan een thuis werd meegedeeld, en mijnheer Holden was geneigd te gelooven, dat zij niet zoo naar haar komst verlangden, als zij verondersteld had. Sydney had Rose aan haar woord wil-len louden, zoodat deze gauw kon gaan slapen, maar zij merk-te spoedig, dat Rose's slaperig- heid voorbij was, zoodra zij uit het gezel- schap van haar vader was, en dat zij zeer >ereid was in haar peignoir op te blijven zit» tea am sal haan nichtje te babbelaa. (Wordt vsivdlgkJV

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5