AlKmaarsche Qourant
Eindelijk weergevonden
Donderdag 19 April.
F e n i 11 e t o n.
Ro. 98.
Honderd Vijf en Twtnttgste Jaargang.
EE ROTE KAMER.
V de zitting van gisiier was aan1 de orde dc
Zormrtijd.
IDe beer Slingenberg veroordeelde de hou-
ding der regeering, die zich afzijdig houdt bij
eealniaatief-onitwerp van zoo verre strekking.
Spr. is warm voorstander van den zomer-
M. Hij soinde de hygienische voordeelen op
cQ weerlegde de argumenten van den heer
Braa'J, die de oppositie tegen zijn ontwerp
trachtte te verkleinen.
De heer D'iepemhorst wa8 tegenstander van
den zomertijd, ai vond hij1 het optreden van
den heer Braait bedankelijic. Bij! invoering van
da zomerr.iijd wordt overheidskeun misbruikt
voor een omnatuurlijken1 maaferegel.
Spr. somde de bezwaren voor het plattel'and
op.
De heer Westerdijfc zeide dat de stedelijke
bevolking verkeerd heeft en het platteland
daarvoor moet boeten.
De beraadslagingen over den zomertijd wer-
dm geschorat tat heden 10 uur.
Na de pauze maakt bdji de
onderwijsbegrooting
de heer SMemaker de Bruine opmerkingen
iazake bezuiniging bij het hooger onderwijs.
Mjevr. PothuisSmit vroeg steun voor het
Bijverheidisanderwija.
iDe heer Franssen waarschuwde tegen het
ilechter maken van hat onderwijs in gemeen-
ten, die bij de herziening van de klassiificattie
in, een lagere klasse zouden komen. Tevens
pleitte hij voor goed onderwijs aan achterlijke
hnderea.
De heer Verkouteren! kwam op tegen de spe-
daliaeering van het onderwijs eni pleitte voor
de atocharfing van een apart hoogleeraar-
sdiap in het Romeinsche recht.
De Minister voor het Onderwijls sprak het
jeruchi'.i tegen, als zou aan het departement
van onderwijs een eoncentratiezucht heer-
sdien. Spr. was't niet eens met den heer Ste-
ger. dat de wijsbegeerte nader brengt toti den
godsdienst. Logica is in het religieuse leven
afhankehjk van de premissen.
Op het leerplan voor het voorbeneidend hoo
ger onderwijs kan de wijsbegeerte ndet wor-
den gebracht. Dit zou overlading met zich
brengen. De opmerking van den heer Slote-
nafcr de Bruine inzake beziiindging, zal spr.
overbrengen aan de oommissde voor de reor-
ganisaiae van1 het hooger onderwijs.
Het ontwerp werd! daama zonder hoofde-
lijlke stemming aangemomem.
De vergadering werd verdaagd tot heden
10 uur.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren kwam: aan de
orde de
Kieswet.
Over het voorstel-Beumer tot afschaffing
van den stemplicht staakten de stemmen, ge-
lijk wij gister reeds berichtten.
Z. h. st. werd aangenomen een amende-
ment-Schouten tot schrapping van de ver-
plichiing om de verzegelde pakketten met de
Kmbiljetten 4 jaar te bewaren.
De heer Van den Heuvel lichtte een amen-
dement toe om met behoud van het stelsel der
grootste overechotten op andere wijze, dan
de regeering voorstelt, het belang weg te
nemen om een aantal lijsten eener zelfde
partij onverbonden te laten.
De heer Bongaerts verdedigde een amen
dment dat hetzelfde beoogt op eenigszins
andere wijze.
De heer Oud verdedigde een amendement
om het land niet te verdeeleri in vier kiesge-
bieden doch het te beschouwen als edn kiesge-
bied dat om de drie jaar 25 Eerste Kamerle-
den kiest, waarbij iedere provincie met af-
zmderlijke lijsten zal kunnen uitkomen.
Minister Ruys De Beerenbrouck betoogde,
dat het amendemerit-Oud de provinciate zelf-
standigheid zou aantasten door vrijwel alle
macht over de verkiezing te gever aan het
partijbestuurj Het amendement-Van den Heu
vel zou neerkomen op te groote bevoorrech-
ting der groote partijen.
De minister ontraadde aanneming van de
amendementen, ook omdat het gevaarlijk is
wandering te brengen in het gecompliceer-
de stelsel, dat met zorg is opgebouwd.
De heeren Oud en Bongaerts trekken daar-
na hun amendementen in.
De stemming over het amendement werd
Uit het Engeisch van Adeline Sergeant.
„Onzin, ga nog niet naar bed, ga daar
zitten en praat wat met me," zei Rose, gebie-
dend. ,,Ik wil alles weten, wat er in den laat-
sten tijd gebeurd is.
Je hebt nicht Kitty dus opgezocbt?"
„En vindt je haar aardig? Dat kan ik zien
aan de manier, waarop je mijn vraag bean.t-
voordde. En zij aanbidt je zeker? Je bent
juist het soort van meisje, dat zij; aaixlig
vindt ze heeft het land aan me, zie je."
„Dat heeft ze bepaald niet, Rose!"
„Dat heeft ze zeker! En waarom zou ze
ook niet? Ik ben de dochter van haar mede-
dingster, zie je. Natuuriijk hield ze vol, dat
ze niet om papa gaf, maar mama zei altijd,
dat ze zeker met hem zou getrouwd zijn als
haar wat meer tijd was gelaten, maar papa
kreeg zoo genoeg van haar gezeur, dat hij
in plaats van met haar met mama trouwde."
„Ik houd van haar, ik bewonder haar erg",
zei Sydney langzaam.
„Ja, ze is vrceselijk goed, niet waar?" zei
Rose op een toon, alsof goedheid iets geheel
afgeseheidens was van ieder anderen karak-
tertrek van de persoon over wie ze sprak.
„Eeu beetje zonderling natuuriijk, maan goe-
de menschen zijn mental een beetje vreernd,
vindt je ook niet? De manier, waarop zr kin-
deren bij zich opneemt, is zoo grapipig! En
die jonge man je hebt hem zeker wel ge-
zien? Laurens Ogilvie?"
»Ja, ik heb hem gezta. Hij ziei m «rz
tsxdig uit"
bepufa op he&n en de verg&derMg mr-
daagd tot hedenmiddag 1 uur.
De afdeelingen der Tweede Kamer hebbeh
tot voorzitters gekozen de heeren v. d. Molen,
Gerhard, Schokking, Kolkman en Nolens en
tot tweede voorzitters de heeren Snoeck-Hten-
kemans, Schaper, Duymaer van Twist, Ger-
retson en De Monte ver Loren.
Het nieuwe wetson twerp tot bestrijding
van 'de zedelijke en maatschappelijke geva-
ren van'de bioscoop zal heden te 11 uur in de
afdeelingen der Tweede Kamer worden on-
derzocht; ook het wetsontwerp tot wijziging
der Hooger Onderwijswet komt dan in de af
deelingen.
Kunst en Wetenschappen
DE VERWOESTING VAN JERUZALEM.
(Die Zerstdrung Jerusalems.)
Op Dinsdag en Woensdag, 24 en 25 April
e.k., zal de zangvereeniging ,fToonkunst", on-
der leiding van den heer J. Henri Oushoorn.
op haar tweede uitvoering in dit seizoen, het
Oratorium „Die Zerstorung Jerusalems" van
August Klughardt ten gehoore brengen.
Als solisten zullen hierbij optreden de da
mes: Joh. de Zwaan, (sopraan), den Haag;
Mien Siezen, (sopraan), Alkmaar; Jo Im-
mink, (alt), Amsterdam, en de heeren: Jac
van Kempen, (tenor), Bloemendaai, ca Willem
Ravdli, fbas), den Haag.
Evenals bij vele vorige uitvoeringen zal ook
thans weder het „Alkmaarsche Strijkorkest"
zijn medewerking verleenen, terwijl mej. A.
M. Oort, alhier, zich met de klavier-begelei-
ding zal belasten.
Een tiental jaren geleden werd dit pracht-
werk alhier voor de eerste maal uitgevoerd en
viel toen zeer in den smaak van het kunstlie-
vend publiek. Voor de belangstellenden in
dit hoogstaande kunstwerk, moge hier, tot be-
ter begrip en beoordeeling der compositie,
een korte verklaring van den tekst volgen.
Vooraf ga echter een klein stukje geschia-
denia.
m
Toen, na de scheuring van het Israelitische
riik in de beide koninkrijken Judea en Israel,
bij1 den dood van koning Salomo, in 979 vC.,
de groote luister van het eenmaal zoo machti-
ge riik langzamerhand verdwenen was, kwam
het Joodsche vol'k achtereenvolgens onder de
heerschappij van Babylon, 586 v. C., van Per-
zie, 540 v. C., van Macedonie, 333 v. G en
van Syrie, 198 v. C.
Onder aanvoering van hun priester Matta-
thias en diens vijf heldhaftige zonen, de Ma-
cabeers genaamd, kwamen de Joden in 167 v.
C. in opstand tegen de Syri6rs, met het ge-
volg, dat zij weder geheel onafhankelijk wer-
den en daama weder hun eigen koningen ver-
kozen uit het geslacht der Macabeers.
Deze toestand duurde tot 60 i. v. C.. toen
de Romeinen, na de bestorming van Jeruza-
lem, Judea schatplichtig maakten. De laat-
ste Macabeer werd op last van den Romein-
schen stadhouder Herodes vermoord, en deze
maakte zich toen, met behulp der Romeinen,
van den troon meester.
Na diens dood, 6 i. n. C., werd het Jood
sche land tot een Romeinsche provincie ge-
maakt, en door Romeinsche landvoogdea be-
stuurd onder welke o. a. P o n t i u s P i 1 a-
tus algcmeen bekend' is geworden. Na
eenige oproerige bewegingen brak er eindelijk
weder een geweldige opstand in geheel Pales-
tina uit, 6570 j. n. C., die eindigde met de
algelieele verwoesting van het Joodsche rijk.
De Romeinen werden in dezen strijd eerst
aangevoerd door Vesparianus en later
door Titus, die met ae inneming en de to-
tale verwoesting van Jeruzalem ecu einde aan
den opstand maakte.
Hiermede was het Joodsche rijk voor im-
mer vemietigd en sedert deze gcbeurtenis
werden de Israelieten over den gehcelen aard-
bodem verspreid en tot op den huidigen dag
toe verwachten zij nog steeds hun heieeni-
ging tot een groot en machtig „Sion".
net is deze laatste worsteling der Joden te
gen de Romeinen, gevoljgd door hun algehee-
len ondergang, die aan den dichter L. Ger-
lach de stof verschafte voor den tekst van de
schoone en grootsche compositie van August
Klughardt: „Die Zerstdrung Jerusalemsr.
De componist heeft dit oratorium in twee
deelcn verdeeld, waarvan het eerste vijf en
het tweede tien nummers bevat. Het 1 e
d e e 1, zoo zou men in het kort kunnen zeg-
gen, behandelt alle gebeurtenissen, die de be
storming van Jeruzalem onmiddellijk vooraf-
gaan. terwijl ons in het 2 e d e e 1 de verwoes
ting der heilige stad, dus de s t r ij d z e 1 f
„0 ja erg," zei Rose op veelbeteekenenden
toon. „En hij lijkt heel veel op iemand an-
ders je wilt toch niet beweren, dat je de
gelijkenis niet hebt opgemerkt? Och, maar
ik moet..je geen dingen in je lief onschuldig
hoofdje praten, maar de menschen hebben ge-
zegd maar ik wil niet verder gaan."
„Neen, doe dat niet," zei Sydney kortaf. „Ik
kan geen beschuldigingen hooren."
„Beschuldigingenherhaalde Rose, zich
wat optrekkend, ,,ik weet heusch niet, wat je
bedOeft. Je bent niet erg beleefd, vind ik, Syd
ney. Me dunkt, dat ik, die Catherine Holden
mijn leven lang gekend heb, en niet heele-
maal blind en doof ben, toch wel mijn mea
ning mag uitspreken!"
„Neem me niet kwalijk," antwoordde Syd
ney, „ik dacht, dat je me de meening van an
deren wilde vertellen. Jk zal natuuriijk altijd
graag willen weten, dat jij denkt."
Rose ibedacht blijkbaar, dat het niet veilig
was, om verder te gaan.
„Ik denk in't geheel niets", zei ze, „be-
halve dat Laurens Ogilvie een tamelijk knap
jongtaensch is en dat vader heel goed voor
hem is geweest hem bij zich op het kan-
toor heeft genomen en zoo al meer; ik ver-
moed ter wille van nicht Kitty. Nu we toch
over knappe jongelui spreken, vertel me nu
eens alles omtrent kapitein Massingham
ik stel heel veel belang in hem1, vooral na de
dwaasheid, die lord Broxbourne sprak, weet
je."
„Ik dacht, dat hij in ernsf met je siprak over
het huwelijk van zijn neef", zei Sydney, haar
gelaat een weinig afkeenend.
„Och in emstf" met een gebaar van haar
mooie handen „wie spreekt nu ooit ernstig
over iets? Ek was toevallig de eerste, mat wis
hjj praten kon, dat was alles."
„Maar js sprak alsof
met at ifljn gevoTgsa geaeliMert! wwdt
Als hoofdper6oncn treden in het werk op:
deHoogepriester en Ahatverus,
voor Bas-soli, T i t u s en een Romeinsche h e-
a u i, voor lenor-soh, een B o d e, voor So-
praan-soio, dne Aartseagelen, voor
ftopraan- en Alt-soli.
Het werk vangt aan met de verkondiging
aan Israel van het wooid, van den wi 1
van God, door de drie Aartsengelen in de eer
ste regela van mummer 1de Profetem voor;
spellen inmiddels, dat de dag das Heeren, de
aag des Qordeels, weldra zal aanbreken, en
dat een machtig yolk uit verre landen zal ko-
men, om Judea te verwoesten en dat hierbij
niets en niemand gespaard zullen worden.
De Aartsengelen komea (in No. 2) het volk
aanmanen, om alsnog tot den dienst van Je-
ihova iterug te keerem, doch't groote gevaar, 'n
inval van vreemde overweldigers, wordt hier
mede niet bezworen. Een Romeinsche he-
raut komt (in No. 3) den' inwoners van Jeru
zalem den wil van Keizer Nero (5469 n. C.)
aanzeggen, waarop dezen, zoowel vrouwen
als mannen, beginnen te wedklagen over het
lot, dat de heilige stad en haar bewonera be-
schoren is en Jehova smeeken om hulp en bij-
stand.
De Hoogepriester komt in opstand tegen
het naderenae noodlot en zal zich tegen den
wil van Nero verzetten, terwijl het volk hier
mede instemt en Jehova aanroept, om de
Heidensche indringers te verdelgen, e'l-?j3jder
aanoporende, om zich met qlle kracht tc0cn
hen tc verdedigen, hierbij zich beroepeude
op het heilig verbond, dat God met hen ge-
sloten heeft.
Dc Aartsengelen kondigen (in No. 4) het
volk echter aan, dat al hun smeeken en hun
berocp op Jehova vergeefsch zal zijn, aange-
zien zij: hun God verloochend hebben en van
hun aloude eeredienst afgedwaald zijn. Daar-
na komt even wel een Boae (No. 5) den Joden
de blijdo mare verkondigen, dat zij; bun rouw-
kleederen met een festgewaad, tor eere van
Jehova, verwisselcn kunnen; Keizer Nero
todi heeft zich zelf het leven benomen en
overr.1 in het Romeinsche rijk heerscht een
wilde opstand. die ook naar Judea overgesla-
gen is; dit vindt bij het gansche volk begrijpe-
lijkerwijze algeheel instemming. Om uiting te
geven aan hun groote vreugde, wordt door
den Hoogepriester en het volk een ldflied aan-
geheven ter eere van Israels God, dat ge-
volgd wordt door een gebed, bij het brengen
van een dankoffer in den tempcl door den
Hoogepriester.
En toch zal ook dit gebed, volgens het ant-
woord der Aartsengelen, niet vermoord wot-
den; „het bl'oed van den gekruisigden Mes-
sias zal over u en uwe kinderen komen".
Het 2 e d e e 1 vangt aan met een inleiding
voor orkest, waarin de angstige, drukkende
stemming weergegeven wordt, die den ko-
menden strijd vooraf gaat en waarin men; aan
het slot de krijgsmuziek der Romeinen hoort.
f Een Engel beklaagt hierop. in een treur-
zang, de heilige stad, wegens net tot, dat haar
wacht en waarschuwt haar voor alle rampen
en verschrikkingen, die over de stad zullen ko
men. Het zullen dagen van groote droefheid
zijn, zooals er van het* begin der wercld niet
.geweest zijn en niet meer komen zullen, voor-
dat de wereld zal vergaan. Door een. bode
worden nu de inwoneds der stad opgeroepen,
om zich tot een zwaren strijd voor te berei-
denhet Romeinsche leger, onder aanvoering
van den grooten Titus, is in aantocht en na-
dert met snelle marschen de heilige stad, alles
voor zich uit vemielende en verwoestende
(No. 7.)
Bij de nadering van den vijand verlaten dc
Christenen, onder het zingen van een dank-
en jubellied, de bedreigde stad, nadat een En-
gel hun aangezegd heeft, dat zij volgens den
wil van God behouden zullen blijvea en
daarom moeten vluchten (N'os. 8 en 9.)
Ook Ahasverus, „de wandelende
Jood", wordt aangezegd, dat hij behouden
zal blijven, dochalleen, om nog zwaar-
der gestraft te kunnen worden. (Volgens de
legende zou deze Jood', aan Jezus, toen Deze
zich op den zwaren „Kruisweg" bevond, het
verzoek, om eenige rust bij hem te mogen gc
nieten, geweigerd hebben. „Dem Heiland
'hast du einst versagt Die kurze Ruih'; auch
dlir bl'eibt sie versagt. Bis dasz er toommt
Overal waar hij zich bevindt of heengaat,
wordt hij door een koor van Daemon en
(helsche geesten) achtervolgd, die hem op on-
dragelijke wijze kwellen en pijnigen, zoodat
hij smeeikt om hiervan door den. dood ver lost
te mogen. worden; doch te vergeefs; hij zal ner
gens rust vinden en moeten rondzwerven, zoo-
Ian g de Messias niet op aarde teruggekeerd
Alsof ik zelf met dien mooien neef zou
trouwen? Lieve kind, ik maakte maar gek-
heid. Ik zou om de wereld niet om mijn gch
getrouwd willen worden. Ik ben van plan
te wachten, totdat ik een man ontmoet, die
mij alleen om mij zelf iiefheeft", zei Rose met
een buitengewoon deftige bouding.
Sydney wist niet, of zij haar moest geloo-
ven of niet, maar iemand zoo oprecht als Syd
ney gelooft gauwer dan zij twijfelt. Haar ge-
zicht klaarde heelemaal op.
„Ik kan je niet zeggen, hoe blij ik ben, je
dat te hooren zeggen. Ik was half bang, dat
je niet in ware liefde geloofde dat je het
maar een droom vondr."
„Zeker niet, ik ben een van de meeste ro-
mantische menschen, die leven," zei Rose met
overtuiging. „Ik ben dol op iets romantisch.
Ik geloof, dat jij zelf een roman hebt, slim
klein ding, en dat je er daarom zoo plechtig
over bentnu ia het niet zoo?"
Zij boog zich voorover en streelde een van
Sydney's handen onder het spreken. Sydney
werd geroerd door de schijnbare sympathie,
ofschoon er iets indringerigs in Rose's gedrag
was, dat zij: niet aangenaam vond. Zij wist
niet, wat te zeggenzij kon haar geheim nodi
ontkennen, noch bekennen, en. haar gelaat
bloosde van een gevoel, dat het midden hield
tusschen schaamte en verdriet.
„Ik zie, dat er iets is", zei Rose. .,Dat zegt
e gezicht me. Toe, vertrouw me, dan ben je
iief. Ik geef je plechtig mijn woord, dat ik
het nooit iemand vertdlen zal. Je kunt me
voIkomen vertrouwen heusch.
Ik-heb niets te vertellen niets, dat ik
vertellen kan", zei Sydney, met neergeslagen
oogen.
Niets, dat je vertellen Icuni I Dan is er
dus iets. Dat wist ik. „Ja kuat me aist bo-
drisgsc, Sydney, ik hoa vmi it alisi m te
nl rfjb. Oi eompenist Steeft €«n gm/BteS
nis, de gemocdsbcwegingen van Ahasverus
en de Daemonen, op bijzondere en karakteis-
tieke wijze geschetst in de Ns. 10 en 11, ge-
schreven voor has en dameskoor, enkel alten,
met geheimzinnige muziek begeleid.
Inmiddels heeft het Romdnsche leger zich
tot de bestorming der stad gereed gemaakt
en komt Titus haar ppdschen, terwijl hij
nog met den Hoogepriester in onder ban de
ling wil treden over de overgave der stad, om
haar inwoners en heiligdommen te kunnen
sparen. De Hoogepriester wil hiervan, even-
min als het volk, iets weten van deze Hei-
denen willen zij geen enkele bescherming of
genade ontvangen; Israels God zal immers,
zoowel de stad als den heiligen tempel tegen
het ruwe geweld der verdrukkers bescher-
men, en heeft, om Zijn dgen stad te redden,
toch niet de hulp van deze Heidenen noodig.
De Romeinen beantwoorden deze ontboeze-
ming op honende wijze met de woorden:
„Laat dan zieni, of Hij1 u beschermt; („Laszt
sehn, ob er sie schiitzt") en gaan over tot de
bestorming van de tetad en den tempel. Deze
bestorming laat de componist vertofken door
het orkest
Wanncer dan stad en tempel verwoest zijn,
hoort men de lucht weergalmen van, het wee-
klagcn, door Hoogepriester en Voile, over de
geleden nederlaag van het Joodsche volk, en
den algeheelen ondergang van stad en tem
pel Terwijl heft echter het Romeixische leger
zijn triomfliederen aan, ter eere van hun groo
ten aanvoerder en overwinnaar Titus. Deze
laat echter de eer der overwinning aan God1;
„nimmer zou toch de stad met haar sterke
muren gevallen zijn, wanneer God haar niet
in zijn (Titus') handen overgegeven had."
Een koor van Engelen heft een treurzang
aan over den ondergang der heilige stad,
waarmede eenige gevangen vrouwen instem-
men, terwijl het overwinningslied der Ro
meinsche soldaten hdertusschen doorklinkt.
AL« sitot van dit tweede deel laat de dichter
een stem hooren, die het geheel vertlagen en
uiteengejaagde Joodsche volk aanzegt, dat die
Ood, die hen thans verlaten en over den ge-
heelen aardbodem verspreid heeft, hen cok
weer zal hereenigen, terwijl het koor de liefde
en barmhartigheid van God verkondigt, die
hun leed en dfoefheid zoo veel mogelijk ver-
zachten zal.
-
Voor meer uitvoerige verklaring van dit
prachtige oratorium zie men het tekstboekje,
dat weder te verkrijgen is bij. de N V. Herms
Coster Zoon. Wegens de uitgebreidheid
van den tekst en de verklaring vcrdient het
aanbeveling, zich tijdig van een v bockje te
voorzien.
A. O.
Binnenland.
WIJZIGING DER HOOGER ONDER
WIJSWET.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging
van de Hooger Onderwijswet. Bliiikens de me-
morie van toelichting wordt in dit ontwerp
voorgesteld het collegeld aan de Rijksuniversi-
teiten van 200 op 300 en het examengeld
van 50 op 60 te brengen, omdat de kosten
van het universitair en technisch hooger on
derwijs belagrijk zijn gestegen en het drin-
gend noodzakeiijk iys te geraken tot vermeer-
dering van de inkomsten van het rijk ook op
dit terrein.
Tevens wordt voorgesteld voor dc inschrij-
ving bij den rector-magnificus, welke inschrij-
ving tot nu toe kostelods geschiedde, voor-
taan een bedrag van 10 tev ragen. Eindelijk
beoogt het ontwerp de gelden, vcrschuldigd
voor een enkele les (Rijksuniversiteiten) of
eenige lessen (Technische Hoogeschool) naar
verhouding te verhoogen. Bovendicn wordt
een afzonderlijke regeling voorgesteld, krach-
tens welke van degenen, die ted voorbereiding
van niet-universitaire examens (bijv. examens,
akten M. 0 lessen van hooglecraren of lec-
toren volgen,, een som van J 200 gcvorderd
zal worden.
Naar raming zal de verhooging van colle
ge- en uexamengelden een bedrag van ruim
400,000 meer in de schatkist doen vtoeien,
terwijl de invoering van inschrijvingsgelden
naar raming een bedrag van 60,000 zal op-
brengen.
Bnitenland
EEN ZEEGEVECHT?
iDe Ameribaansohe kusrfiwadit heeft twee
mijllen van Long Island een verlaten Britsche
schoener aan'getroffen, de ..Patrick M. Be
rn an". De zeilen warea uifgezet, het anker
sleepte over den grond maar niemand ant-
oplettend om bedrogen te worden. Dat zegt
iedereen. Lord Broxbourne merkte het nog
onlangs op. „Juffrouw Holden," zei hij, „u
is zoo slim men behoeft niet ie probeeren
u om den tuin te leiden." En dat zeg ik je
het helpt niet, iets voor mij verhorgen te hou-
d'enik merk het dadelijk.
„Dan", ze;i Sydney, met onverwachte te-
genwooradgheid van geest, „moet ik me aan
je genade overleveren. Ja, er is iets, dat ik je
niet kan vertellen ik wilde, diat ik het kon;
en binnenkort zal ik't je zeker kunnen ver
tellen maar 'k heb beloofd het niet te doen
dus, je begrijipt, lieve Rose, dat ik het wezen-
lijk niet kan!
„Och, wat beteekent een belofte?" smaalde
Rose. „Vooral een belofte aan. een man ge-
daanGeloof je, dat zij de belof ten houden,
die zij ons doen? Volstrekt niet! En zij ver
wachten ook niet, dat wij de beloften houden,
die wij hun doen. Ik weet zeker, dat je je
niet aan een belofte behoeft te storen.
„Maar ik stoor er mij wel aan!" zei Syd
ney, plotseling vol vuur. „Ik zou hem nooit
weer in zijn gezicht kunnen zien, als ik mijn
woord gebroken had."
„Waarom, hij zou het nooit weten".
„Ja, dat zou hij wel, want ik zou het hem
natuuriijk vertellen."
„Wat een gansje ben je, Sydney! Ldeve
kind, je bent veel te goed voor deze slechte
wereldOmi je zoo aan een man over te geven.
Weet je niet, dat hij je dat nooit zou doen
vergeten? Je zoudt het altijd te hooren krij-
gen, zoolang je hem nog kende."
„En dat zou ik verdienen, als ik mijn woord
gebroken had," zei/ Sydney, vastberaden.
Toen Rose merkte, dat deze redeneering
niets hielp, probeerde zij wat anders.
„Nu Sydney, ik vind dat je het mij vtrtellea
■Mi. Wait was i, ut kte vmt je calf te
wowtSSe, tees 8d seWp wertf gepraai?. Met
giinig eens Idjikea en merkle, dat er niemand
aan board1 was. Wel waren- er toekenen, dat er
op het dek een hevige slag was geleverd.
Overal lagen leege patroonhulzen, bloediga
korvijn.ageTs, terwijl het houtwerk overal ko-
gelgateo vertoonde.
Ini de kajuitm, waar de schipper en de uit
8 koppen besiiiaacde bemanning hadden ge-
hiuiBd, lagen kleeren, voedsel en gebroken
meuibels. In een hoek, itemidden van leege pa*
itrooohulzen, stond een machinegeweer. E6n
der reddiegsbooten antbrak.
De menschenwan bet kustvaartuig kwamen
tot de concliusde, dat de opvarenden van de
„Bemam" een- woesti gevecht hadden' geleverd
tegen zeeroovers, of dat er muiterij was uitge-
broken en de offideren waren vermoord.
Drank werd aan boord niet gevonden, maar
wel vele leege pakkisten, zooals voor flesschen
whisky woiden gebruikit. Al de scheepvaart-
kundige instrumemten en. de log waren weg
Alleen een briefje werd gevandeo, dat 4000
bezendimgem drank waren verkocht.
De vorige week had men onder dezelfde
omstandigheden, ook al een dergelijk inder-
haast verlaten sdiip ronddrijvend aangetrof*
fen.
EEN INTERNATIONALE LEENING
AAN HONGARIJE?
In politieke kringen te Boedapest verluidt
dai de Hongaarsche regeering van Frank-
rijk de toezegging heeft verkregen, dat Hon-
garije een intcmationale leening ten bedrage
van 20 fflillioen pond sterling zal krijgen.
Gisteren heeft de minister van Financial
Kallay daarover een bespreking gehad met
den Franschen gezant te Boedapest.
DE STRIJD TEGEN DEN GODSDIENlST
IN RUSLAND.
Naar uit Warschau aan de Engelsche bla»
den wordt gemeld, ia het proces tegen den
patriarch Tichon opnieuw uitgesteld. Men
acht het zoo goed als zekre dat hij veroor-
deeld en terschtgesteld zal worden.
Krylenko, de openbare aanklager van het
bolsjewistische tnbunaal, voor hetwelk de
patriarch zal terechtstaan, heeft een waar-
schuwing gepubliceerd, vo'gens welke bui-
tenlandsche interventie, zelfs in den vorm
van een verzoek om gratie, geen gunstig ont-
haal bij de Sovjet-regeering zal vinden. Deze
regeering, aldus Krylenko, is vast besloten,
een streng voorbeeld te stellen.
EEN BELANGRIJKE OPGRAVING T£
CETTINiJE.
Volgens een bericht uit Cettinje, werderi al-
daar onlangs tal van groote kisten met voor-
werpen van waarde, welke het voormalige
Montenegrijnsche hof toebehoorden, opge-
graven. Bij deze gelegenheid werden tevens
eenige koners met documenten gevonden,
welke het politieke geheime archief van den
overleden koning Nikita voorstellen. De kis
ten werden in 1915 bij de vlucht van het
Montenegrijnsche hof begraven.
DE IMMIGRATIE IN AMERIKA.
Naar verluidh deelt president Harding de
meening, door Gary, den president der „Uni-
ted States Steel Corporation" geuit, dat er
ernstig gebrak aan arbeidsknacnten driegrt in
Amerika Is gevolg van de tegenwoo^dige
beperkende wet op de immigratie. Davis, de
minister voor arbeid, heeft aan president
Harding eeni rapport overgelegdj waarin hij'
aantoont, dat er reeds eem tekort aan arbeids-
krachten bestaat. Davis werkt mi eeni nieuwe
immigra tie-wet uit om aan den toestand te-
gemoet te komen.
EE N „R EPUB L I KEINISCH E1 NOOD-
WEER" IN SAKSEN.
In de provincie Safcsen heeft zich dezer
dagen cen1 Jrrft>ublikeinsche noodweer" ge-
vormd. Naar ae ,,Magdob. Ztg." mededeelt
heeft deze „noodweer" zich Dinsdag voor
het eerst in bet openbaar vertoond. In 15 af
deelingen van elk 100 man marcheerde zij
naar net „Oberprasidium" en zona een
deputatie n'aar den socialistischen! opperpre-
sident Hersing. De leider der deputatie hield
een toespraak, waarin hij zeide, dat de repu-
blikeinsche noodwerk geen: op zichzelf staan-
de organisatie, oiaar een organisatie van de
sociaal'-democratische partij1 was, die zich
noch politieke. nooh militaire bevoegdhedlen
aanmatigde, aoch elk oogenblik bereid was
aan de roepstem der regeefinig om de repu-
bliek te verdedigen gehoor te geven. In zijln
antwoord juichte Hersing de oprichting van
de noodweer toe als een moedige daad.
Naar het beet zou oak de Pruisische mi
nister van binnenlandsche zaken, Severing,
uit onsympathiek tegenover deze organisatie
staan. De rechtsche pens, met de Allg.
houden, terwijl ik weg was, want ik weet na
tuuriijk dat men zulk soort dingen niet aan
de ouderen kan vertellen die maken er
zoo'n gekke drukte over! maar ik vind,
dat ik het recht heb om te weten."
„Het recht! Welk recht? Niemand heeft
het recht mijn zaken te weten1" zei Sydney
drif tig.
„Je woont in het huis van mijn vader", zei
Rose met een zaehte koele stem, „en je hangt
van zijn hulp af, om naar je broera in Aus
tralia te gaan; en iedereen zal zeggen, dat
hij heel goed voor je was en dat je hem als
een vader behoorde te behandelen, en in
plaats daarvan, bedrieg je hem en en
maakt misbruik van zijn goedheid en
Zij stotterde en. hield op; zij werd bang
door iets dat zij in Sydney's gelaat zag. Het
meisje was bleek geworden, en keek. Rose
aan met saamgeknepen lippen, en wijd open-
gesperdie oogen.
„Ben ik zoo slecht?" zei ze, op vreemden,
zachten toon.
Er heerschte een oogenblik stilte, Rose
speelde met de kwastjes van haar mooie,
blauwe peignoir, ze wilde liever niet den blik
in de oogen van haar nichtje zien. Sydney's
stem werd helderder en trotscher terwijl zij
verder sprak.
„Ik heb hem nooit bedrogen met opzet.
Ik dacht er niet aan, dat hij, omdat hij de
dochter van zijn zuster voor een paar weken
huisvesting gaf, zich het recht aanmatigde^
om te eisdien, dat zij voor al haar daden'
aan hem verantwoording schuldig was. Maar
ik begrij.p, wat je bedoelt en ik kan je ver-
zekeren, dat de geheimhouding niet langer
zal duren. dan volstrekt noodzakeiijk is. Ik
zal den persoon in kwestie zeggen, dat wij
openlijk moeten spreken of vaortaan nieti
wtar •lkiaAw zij*."
PSVsnft laeclgdy
1923.
i
I