AlKmaarsche Qourant Eindelijk weergevonden Donderdag 19 April. F e n i 11 e t o n. Ro. 98. Honderd Vijf en Twtnttgste Jaargang. EE ROTE KAMER. V de zitting van gisiier was aan1 de orde dc Zormrtijd. IDe beer Slingenberg veroordeelde de hou- ding der regeering, die zich afzijdig houdt bij eealniaatief-onitwerp van zoo verre strekking. Spr. is warm voorstander van den zomer- M. Hij soinde de hygienische voordeelen op cQ weerlegde de argumenten van den heer Braa'J, die de oppositie tegen zijn ontwerp trachtte te verkleinen. De heer D'iepemhorst wa8 tegenstander van den zomertijd, ai vond hij1 het optreden van den heer Braait bedankelijic. Bij! invoering van da zomerr.iijd wordt overheidskeun misbruikt voor een omnatuurlijken1 maaferegel. Spr. somde de bezwaren voor het plattel'and op. De heer Westerdijfc zeide dat de stedelijke bevolking verkeerd heeft en het platteland daarvoor moet boeten. De beraadslagingen over den zomertijd wer- dm geschorat tat heden 10 uur. Na de pauze maakt bdji de onderwijsbegrooting de heer SMemaker de Bruine opmerkingen iazake bezuiniging bij het hooger onderwijs. Mjevr. PothuisSmit vroeg steun voor het Bijverheidisanderwija. iDe heer Franssen waarschuwde tegen het ilechter maken van hat onderwijs in gemeen- ten, die bij de herziening van de klassiificattie in, een lagere klasse zouden komen. Tevens pleitte hij voor goed onderwijs aan achterlijke hnderea. De heer Verkouteren! kwam op tegen de spe- daliaeering van het onderwijs eni pleitte voor de atocharfing van een apart hoogleeraar- sdiap in het Romeinsche recht. De Minister voor het Onderwijls sprak het jeruchi'.i tegen, als zou aan het departement van onderwijs een eoncentratiezucht heer- sdien. Spr. was't niet eens met den heer Ste- ger. dat de wijsbegeerte nader brengt toti den godsdienst. Logica is in het religieuse leven afhankehjk van de premissen. Op het leerplan voor het voorbeneidend hoo ger onderwijs kan de wijsbegeerte ndet wor- den gebracht. Dit zou overlading met zich brengen. De opmerking van den heer Slote- nafcr de Bruine inzake beziiindging, zal spr. overbrengen aan de oommissde voor de reor- ganisaiae van1 het hooger onderwijs. Het ontwerp werd! daama zonder hoofde- lijlke stemming aangemomem. De vergadering werd verdaagd tot heden 10 uur. TWEEDE KAMER. In de zitting van gisteren kwam: aan de orde de Kieswet. Over het voorstel-Beumer tot afschaffing van den stemplicht staakten de stemmen, ge- lijk wij gister reeds berichtten. Z. h. st. werd aangenomen een amende- ment-Schouten tot schrapping van de ver- plichiing om de verzegelde pakketten met de Kmbiljetten 4 jaar te bewaren. De heer Van den Heuvel lichtte een amen- dement toe om met behoud van het stelsel der grootste overechotten op andere wijze, dan de regeering voorstelt, het belang weg te nemen om een aantal lijsten eener zelfde partij onverbonden te laten. De heer Bongaerts verdedigde een amen dment dat hetzelfde beoogt op eenigszins andere wijze. De heer Oud verdedigde een amendement om het land niet te verdeeleri in vier kiesge- bieden doch het te beschouwen als edn kiesge- bied dat om de drie jaar 25 Eerste Kamerle- den kiest, waarbij iedere provincie met af- zmderlijke lijsten zal kunnen uitkomen. Minister Ruys De Beerenbrouck betoogde, dat het amendemerit-Oud de provinciate zelf- standigheid zou aantasten door vrijwel alle macht over de verkiezing te gever aan het partijbestuurj Het amendement-Van den Heu vel zou neerkomen op te groote bevoorrech- ting der groote partijen. De minister ontraadde aanneming van de amendementen, ook omdat het gevaarlijk is wandering te brengen in het gecompliceer- de stelsel, dat met zorg is opgebouwd. De heeren Oud en Bongaerts trekken daar- na hun amendementen in. De stemming over het amendement werd Uit het Engeisch van Adeline Sergeant. „Onzin, ga nog niet naar bed, ga daar zitten en praat wat met me," zei Rose, gebie- dend. ,,Ik wil alles weten, wat er in den laat- sten tijd gebeurd is. Je hebt nicht Kitty dus opgezocbt?" „En vindt je haar aardig? Dat kan ik zien aan de manier, waarop je mijn vraag bean.t- voordde. En zij aanbidt je zeker? Je bent juist het soort van meisje, dat zij; aaixlig vindt ze heeft het land aan me, zie je." „Dat heeft ze bepaald niet, Rose!" „Dat heeft ze zeker! En waarom zou ze ook niet? Ik ben de dochter van haar mede- dingster, zie je. Natuuriijk hield ze vol, dat ze niet om papa gaf, maar mama zei altijd, dat ze zeker met hem zou getrouwd zijn als haar wat meer tijd was gelaten, maar papa kreeg zoo genoeg van haar gezeur, dat hij in plaats van met haar met mama trouwde." „Ik houd van haar, ik bewonder haar erg", zei Sydney langzaam. „Ja, ze is vrceselijk goed, niet waar?" zei Rose op een toon, alsof goedheid iets geheel afgeseheidens was van ieder anderen karak- tertrek van de persoon over wie ze sprak. „Eeu beetje zonderling natuuriijk, maan goe- de menschen zijn mental een beetje vreernd, vindt je ook niet? De manier, waarop zr kin- deren bij zich opneemt, is zoo grapipig! En die jonge man je hebt hem zeker wel ge- zien? Laurens Ogilvie?" »Ja, ik heb hem gezta. Hij ziei m «rz tsxdig uit" bepufa op he&n en de verg&derMg mr- daagd tot hedenmiddag 1 uur. De afdeelingen der Tweede Kamer hebbeh tot voorzitters gekozen de heeren v. d. Molen, Gerhard, Schokking, Kolkman en Nolens en tot tweede voorzitters de heeren Snoeck-Hten- kemans, Schaper, Duymaer van Twist, Ger- retson en De Monte ver Loren. Het nieuwe wetson twerp tot bestrijding van 'de zedelijke en maatschappelijke geva- ren van'de bioscoop zal heden te 11 uur in de afdeelingen der Tweede Kamer worden on- derzocht; ook het wetsontwerp tot wijziging der Hooger Onderwijswet komt dan in de af deelingen. Kunst en Wetenschappen DE VERWOESTING VAN JERUZALEM. (Die Zerstdrung Jerusalems.) Op Dinsdag en Woensdag, 24 en 25 April e.k., zal de zangvereeniging ,fToonkunst", on- der leiding van den heer J. Henri Oushoorn. op haar tweede uitvoering in dit seizoen, het Oratorium „Die Zerstorung Jerusalems" van August Klughardt ten gehoore brengen. Als solisten zullen hierbij optreden de da mes: Joh. de Zwaan, (sopraan), den Haag; Mien Siezen, (sopraan), Alkmaar; Jo Im- mink, (alt), Amsterdam, en de heeren: Jac van Kempen, (tenor), Bloemendaai, ca Willem Ravdli, fbas), den Haag. Evenals bij vele vorige uitvoeringen zal ook thans weder het „Alkmaarsche Strijkorkest" zijn medewerking verleenen, terwijl mej. A. M. Oort, alhier, zich met de klavier-begelei- ding zal belasten. Een tiental jaren geleden werd dit pracht- werk alhier voor de eerste maal uitgevoerd en viel toen zeer in den smaak van het kunstlie- vend publiek. Voor de belangstellenden in dit hoogstaande kunstwerk, moge hier, tot be- ter begrip en beoordeeling der compositie, een korte verklaring van den tekst volgen. Vooraf ga echter een klein stukje geschia- denia. m Toen, na de scheuring van het Israelitische riik in de beide koninkrijken Judea en Israel, bij1 den dood van koning Salomo, in 979 vC., de groote luister van het eenmaal zoo machti- ge riik langzamerhand verdwenen was, kwam het Joodsche vol'k achtereenvolgens onder de heerschappij van Babylon, 586 v. C., van Per- zie, 540 v. C., van Macedonie, 333 v. G en van Syrie, 198 v. C. Onder aanvoering van hun priester Matta- thias en diens vijf heldhaftige zonen, de Ma- cabeers genaamd, kwamen de Joden in 167 v. C. in opstand tegen de Syri6rs, met het ge- volg, dat zij weder geheel onafhankelijk wer- den en daama weder hun eigen koningen ver- kozen uit het geslacht der Macabeers. Deze toestand duurde tot 60 i. v. C.. toen de Romeinen, na de bestorming van Jeruza- lem, Judea schatplichtig maakten. De laat- ste Macabeer werd op last van den Romein- schen stadhouder Herodes vermoord, en deze maakte zich toen, met behulp der Romeinen, van den troon meester. Na diens dood, 6 i. n. C., werd het Jood sche land tot een Romeinsche provincie ge- maakt, en door Romeinsche landvoogdea be- stuurd onder welke o. a. P o n t i u s P i 1 a- tus algcmeen bekend' is geworden. Na eenige oproerige bewegingen brak er eindelijk weder een geweldige opstand in geheel Pales- tina uit, 6570 j. n. C., die eindigde met de algelieele verwoesting van het Joodsche rijk. De Romeinen werden in dezen strijd eerst aangevoerd door Vesparianus en later door Titus, die met ae inneming en de to- tale verwoesting van Jeruzalem ecu einde aan den opstand maakte. Hiermede was het Joodsche rijk voor im- mer vemietigd en sedert deze gcbeurtenis werden de Israelieten over den gehcelen aard- bodem verspreid en tot op den huidigen dag toe verwachten zij nog steeds hun heieeni- ging tot een groot en machtig „Sion". net is deze laatste worsteling der Joden te gen de Romeinen, gevoljgd door hun algehee- len ondergang, die aan den dichter L. Ger- lach de stof verschafte voor den tekst van de schoone en grootsche compositie van August Klughardt: „Die Zerstdrung Jerusalemsr. De componist heeft dit oratorium in twee deelcn verdeeld, waarvan het eerste vijf en het tweede tien nummers bevat. Het 1 e d e e 1, zoo zou men in het kort kunnen zeg- gen, behandelt alle gebeurtenissen, die de be storming van Jeruzalem onmiddellijk vooraf- gaan. terwijl ons in het 2 e d e e 1 de verwoes ting der heilige stad, dus de s t r ij d z e 1 f „0 ja erg," zei Rose op veelbeteekenenden toon. „En hij lijkt heel veel op iemand an- ders je wilt toch niet beweren, dat je de gelijkenis niet hebt opgemerkt? Och, maar ik moet..je geen dingen in je lief onschuldig hoofdje praten, maar de menschen hebben ge- zegd maar ik wil niet verder gaan." „Neen, doe dat niet," zei Sydney kortaf. „Ik kan geen beschuldigingen hooren." „Beschuldigingenherhaalde Rose, zich wat optrekkend, ,,ik weet heusch niet, wat je bedOeft. Je bent niet erg beleefd, vind ik, Syd ney. Me dunkt, dat ik, die Catherine Holden mijn leven lang gekend heb, en niet heele- maal blind en doof ben, toch wel mijn mea ning mag uitspreken!" „Neem me niet kwalijk," antwoordde Syd ney, „ik dacht, dat je me de meening van an deren wilde vertellen. Jk zal natuuriijk altijd graag willen weten, dat jij denkt." Rose ibedacht blijkbaar, dat het niet veilig was, om verder te gaan. „Ik denk in't geheel niets", zei ze, „be- halve dat Laurens Ogilvie een tamelijk knap jongtaensch is en dat vader heel goed voor hem is geweest hem bij zich op het kan- toor heeft genomen en zoo al meer; ik ver- moed ter wille van nicht Kitty. Nu we toch over knappe jongelui spreken, vertel me nu eens alles omtrent kapitein Massingham ik stel heel veel belang in hem1, vooral na de dwaasheid, die lord Broxbourne sprak, weet je." „Ik dacht, dat hij in ernsf met je siprak over het huwelijk van zijn neef", zei Sydney, haar gelaat een weinig afkeenend. „Och in emstf" met een gebaar van haar mooie handen „wie spreekt nu ooit ernstig over iets? Ek was toevallig de eerste, mat wis hjj praten kon, dat was alles." „Maar js sprak alsof met at ifljn gevoTgsa geaeliMert! wwdt Als hoofdper6oncn treden in het werk op: deHoogepriester en Ahatverus, voor Bas-soli, T i t u s en een Romeinsche h e- a u i, voor lenor-soh, een B o d e, voor So- praan-soio, dne Aartseagelen, voor ftopraan- en Alt-soli. Het werk vangt aan met de verkondiging aan Israel van het wooid, van den wi 1 van God, door de drie Aartsengelen in de eer ste regela van mummer 1de Profetem voor; spellen inmiddels, dat de dag das Heeren, de aag des Qordeels, weldra zal aanbreken, en dat een machtig yolk uit verre landen zal ko- men, om Judea te verwoesten en dat hierbij niets en niemand gespaard zullen worden. De Aartsengelen komea (in No. 2) het volk aanmanen, om alsnog tot den dienst van Je- ihova iterug te keerem, doch't groote gevaar, 'n inval van vreemde overweldigers, wordt hier mede niet bezworen. Een Romeinsche he- raut komt (in No. 3) den' inwoners van Jeru zalem den wil van Keizer Nero (5469 n. C.) aanzeggen, waarop dezen, zoowel vrouwen als mannen, beginnen te wedklagen over het lot, dat de heilige stad en haar bewonera be- schoren is en Jehova smeeken om hulp en bij- stand. De Hoogepriester komt in opstand tegen het naderenae noodlot en zal zich tegen den wil van Nero verzetten, terwijl het volk hier mede instemt en Jehova aanroept, om de Heidensche indringers te verdelgen, e'l-?j3jder aanoporende, om zich met qlle kracht tc0cn hen tc verdedigen, hierbij zich beroepeude op het heilig verbond, dat God met hen ge- sloten heeft. Dc Aartsengelen kondigen (in No. 4) het volk echter aan, dat al hun smeeken en hun berocp op Jehova vergeefsch zal zijn, aange- zien zij: hun God verloochend hebben en van hun aloude eeredienst afgedwaald zijn. Daar- na komt even wel een Boae (No. 5) den Joden de blijdo mare verkondigen, dat zij; bun rouw- kleederen met een festgewaad, tor eere van Jehova, verwisselcn kunnen; Keizer Nero todi heeft zich zelf het leven benomen en overr.1 in het Romeinsche rijk heerscht een wilde opstand. die ook naar Judea overgesla- gen is; dit vindt bij het gansche volk begrijpe- lijkerwijze algeheel instemming. Om uiting te geven aan hun groote vreugde, wordt door den Hoogepriester en het volk een ldflied aan- geheven ter eere van Israels God, dat ge- volgd wordt door een gebed, bij het brengen van een dankoffer in den tempcl door den Hoogepriester. En toch zal ook dit gebed, volgens het ant- woord der Aartsengelen, niet vermoord wot- den; „het bl'oed van den gekruisigden Mes- sias zal over u en uwe kinderen komen". Het 2 e d e e 1 vangt aan met een inleiding voor orkest, waarin de angstige, drukkende stemming weergegeven wordt, die den ko- menden strijd vooraf gaat en waarin men; aan het slot de krijgsmuziek der Romeinen hoort. f Een Engel beklaagt hierop. in een treur- zang, de heilige stad, wegens net tot, dat haar wacht en waarschuwt haar voor alle rampen en verschrikkingen, die over de stad zullen ko men. Het zullen dagen van groote droefheid zijn, zooals er van het* begin der wercld niet .geweest zijn en niet meer komen zullen, voor- dat de wereld zal vergaan. Door een. bode worden nu de inwoneds der stad opgeroepen, om zich tot een zwaren strijd voor te berei- denhet Romeinsche leger, onder aanvoering van den grooten Titus, is in aantocht en na- dert met snelle marschen de heilige stad, alles voor zich uit vemielende en verwoestende (No. 7.) Bij de nadering van den vijand verlaten dc Christenen, onder het zingen van een dank- en jubellied, de bedreigde stad, nadat een En- gel hun aangezegd heeft, dat zij volgens den wil van God behouden zullen blijvea en daarom moeten vluchten (N'os. 8 en 9.) Ook Ahasverus, „de wandelende Jood", wordt aangezegd, dat hij behouden zal blijven, dochalleen, om nog zwaar- der gestraft te kunnen worden. (Volgens de legende zou deze Jood', aan Jezus, toen Deze zich op den zwaren „Kruisweg" bevond, het verzoek, om eenige rust bij hem te mogen gc nieten, geweigerd hebben. „Dem Heiland 'hast du einst versagt Die kurze Ruih'; auch dlir bl'eibt sie versagt. Bis dasz er toommt Overal waar hij zich bevindt of heengaat, wordt hij door een koor van Daemon en (helsche geesten) achtervolgd, die hem op on- dragelijke wijze kwellen en pijnigen, zoodat hij smeeikt om hiervan door den. dood ver lost te mogen. worden; doch te vergeefs; hij zal ner gens rust vinden en moeten rondzwerven, zoo- Ian g de Messias niet op aarde teruggekeerd Alsof ik zelf met dien mooien neef zou trouwen? Lieve kind, ik maakte maar gek- heid. Ik zou om de wereld niet om mijn gch getrouwd willen worden. Ik ben van plan te wachten, totdat ik een man ontmoet, die mij alleen om mij zelf iiefheeft", zei Rose met een buitengewoon deftige bouding. Sydney wist niet, of zij haar moest geloo- ven of niet, maar iemand zoo oprecht als Syd ney gelooft gauwer dan zij twijfelt. Haar ge- zicht klaarde heelemaal op. „Ik kan je niet zeggen, hoe blij ik ben, je dat te hooren zeggen. Ik was half bang, dat je niet in ware liefde geloofde dat je het maar een droom vondr." „Zeker niet, ik ben een van de meeste ro- mantische menschen, die leven," zei Rose met overtuiging. „Ik ben dol op iets romantisch. Ik geloof, dat jij zelf een roman hebt, slim klein ding, en dat je er daarom zoo plechtig over bentnu ia het niet zoo?" Zij boog zich voorover en streelde een van Sydney's handen onder het spreken. Sydney werd geroerd door de schijnbare sympathie, ofschoon er iets indringerigs in Rose's gedrag was, dat zij: niet aangenaam vond. Zij wist niet, wat te zeggenzij kon haar geheim nodi ontkennen, noch bekennen, en. haar gelaat bloosde van een gevoel, dat het midden hield tusschen schaamte en verdriet. „Ik zie, dat er iets is", zei Rose. .,Dat zegt e gezicht me. Toe, vertrouw me, dan ben je iief. Ik geef je plechtig mijn woord, dat ik het nooit iemand vertdlen zal. Je kunt me voIkomen vertrouwen heusch. Ik-heb niets te vertellen niets, dat ik vertellen kan", zei Sydney, met neergeslagen oogen. Niets, dat je vertellen Icuni I Dan is er dus iets. Dat wist ik. „Ja kuat me aist bo- drisgsc, Sydney, ik hoa vmi it alisi m te nl rfjb. Oi eompenist Steeft €«n gm/BteS nis, de gemocdsbcwegingen van Ahasverus en de Daemonen, op bijzondere en karakteis- tieke wijze geschetst in de Ns. 10 en 11, ge- schreven voor has en dameskoor, enkel alten, met geheimzinnige muziek begeleid. Inmiddels heeft het Romdnsche leger zich tot de bestorming der stad gereed gemaakt en komt Titus haar ppdschen, terwijl hij nog met den Hoogepriester in onder ban de ling wil treden over de overgave der stad, om haar inwoners en heiligdommen te kunnen sparen. De Hoogepriester wil hiervan, even- min als het volk, iets weten van deze Hei- denen willen zij geen enkele bescherming of genade ontvangen; Israels God zal immers, zoowel de stad als den heiligen tempel tegen het ruwe geweld der verdrukkers bescher- men, en heeft, om Zijn dgen stad te redden, toch niet de hulp van deze Heidenen noodig. De Romeinen beantwoorden deze ontboeze- ming op honende wijze met de woorden: „Laat dan zieni, of Hij1 u beschermt; („Laszt sehn, ob er sie schiitzt") en gaan over tot de bestorming van de tetad en den tempel. Deze bestorming laat de componist vertofken door het orkest Wanncer dan stad en tempel verwoest zijn, hoort men de lucht weergalmen van, het wee- klagcn, door Hoogepriester en Voile, over de geleden nederlaag van het Joodsche volk, en den algeheelen ondergang van stad en tem pel Terwijl heft echter het Romeixische leger zijn triomfliederen aan, ter eere van hun groo ten aanvoerder en overwinnaar Titus. Deze laat echter de eer der overwinning aan God1; „nimmer zou toch de stad met haar sterke muren gevallen zijn, wanneer God haar niet in zijn (Titus') handen overgegeven had." Een koor van Engelen heft een treurzang aan over den ondergang der heilige stad, waarmede eenige gevangen vrouwen instem- men, terwijl het overwinningslied der Ro meinsche soldaten hdertusschen doorklinkt. AL« sitot van dit tweede deel laat de dichter een stem hooren, die het geheel vertlagen en uiteengejaagde Joodsche volk aanzegt, dat die Ood, die hen thans verlaten en over den ge- heelen aardbodem verspreid heeft, hen cok weer zal hereenigen, terwijl het koor de liefde en barmhartigheid van God verkondigt, die hun leed en dfoefheid zoo veel mogelijk ver- zachten zal. - Voor meer uitvoerige verklaring van dit prachtige oratorium zie men het tekstboekje, dat weder te verkrijgen is bij. de N V. Herms Coster Zoon. Wegens de uitgebreidheid van den tekst en de verklaring vcrdient het aanbeveling, zich tijdig van een v bockje te voorzien. A. O. Binnenland. WIJZIGING DER HOOGER ONDER WIJSWET. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de Hooger Onderwijswet. Bliiikens de me- morie van toelichting wordt in dit ontwerp voorgesteld het collegeld aan de Rijksuniversi- teiten van 200 op 300 en het examengeld van 50 op 60 te brengen, omdat de kosten van het universitair en technisch hooger on derwijs belagrijk zijn gestegen en het drin- gend noodzakeiijk iys te geraken tot vermeer- dering van de inkomsten van het rijk ook op dit terrein. Tevens wordt voorgesteld voor dc inschrij- ving bij den rector-magnificus, welke inschrij- ving tot nu toe kostelods geschiedde, voor- taan een bedrag van 10 tev ragen. Eindelijk beoogt het ontwerp de gelden, vcrschuldigd voor een enkele les (Rijksuniversiteiten) of eenige lessen (Technische Hoogeschool) naar verhouding te verhoogen. Bovendicn wordt een afzonderlijke regeling voorgesteld, krach- tens welke van degenen, die ted voorbereiding van niet-universitaire examens (bijv. examens, akten M. 0 lessen van hooglecraren of lec- toren volgen,, een som van J 200 gcvorderd zal worden. Naar raming zal de verhooging van colle ge- en uexamengelden een bedrag van ruim 400,000 meer in de schatkist doen vtoeien, terwijl de invoering van inschrijvingsgelden naar raming een bedrag van 60,000 zal op- brengen. Bnitenland EEN ZEEGEVECHT? iDe Ameribaansohe kusrfiwadit heeft twee mijllen van Long Island een verlaten Britsche schoener aan'getroffen, de ..Patrick M. Be rn an". De zeilen warea uifgezet, het anker sleepte over den grond maar niemand ant- oplettend om bedrogen te worden. Dat zegt iedereen. Lord Broxbourne merkte het nog onlangs op. „Juffrouw Holden," zei hij, „u is zoo slim men behoeft niet ie probeeren u om den tuin te leiden." En dat zeg ik je het helpt niet, iets voor mij verhorgen te hou- d'enik merk het dadelijk. „Dan", ze;i Sydney, met onverwachte te- genwooradgheid van geest, „moet ik me aan je genade overleveren. Ja, er is iets, dat ik je niet kan vertellen ik wilde, diat ik het kon; en binnenkort zal ik't je zeker kunnen ver tellen maar 'k heb beloofd het niet te doen dus, je begrijipt, lieve Rose, dat ik het wezen- lijk niet kan! „Och, wat beteekent een belofte?" smaalde Rose. „Vooral een belofte aan. een man ge- daanGeloof je, dat zij de belof ten houden, die zij ons doen? Volstrekt niet! En zij ver wachten ook niet, dat wij de beloften houden, die wij hun doen. Ik weet zeker, dat je je niet aan een belofte behoeft te storen. „Maar ik stoor er mij wel aan!" zei Syd ney, plotseling vol vuur. „Ik zou hem nooit weer in zijn gezicht kunnen zien, als ik mijn woord gebroken had." „Waarom, hij zou het nooit weten". „Ja, dat zou hij wel, want ik zou het hem natuuriijk vertellen." „Wat een gansje ben je, Sydney! Ldeve kind, je bent veel te goed voor deze slechte wereldOmi je zoo aan een man over te geven. Weet je niet, dat hij je dat nooit zou doen vergeten? Je zoudt het altijd te hooren krij- gen, zoolang je hem nog kende." „En dat zou ik verdienen, als ik mijn woord gebroken had," zei/ Sydney, vastberaden. Toen Rose merkte, dat deze redeneering niets hielp, probeerde zij wat anders. „Nu Sydney, ik vind dat je het mij vtrtellea ■Mi. Wait was i, ut kte vmt je calf te wowtSSe, tees 8d seWp wertf gepraai?. Met giinig eens Idjikea en merkle, dat er niemand aan board1 was. Wel waren- er toekenen, dat er op het dek een hevige slag was geleverd. Overal lagen leege patroonhulzen, bloediga korvijn.ageTs, terwijl het houtwerk overal ko- gelgateo vertoonde. Ini de kajuitm, waar de schipper en de uit 8 koppen besiiiaacde bemanning hadden ge- hiuiBd, lagen kleeren, voedsel en gebroken meuibels. In een hoek, itemidden van leege pa* itrooohulzen, stond een machinegeweer. E6n der reddiegsbooten antbrak. De menschenwan bet kustvaartuig kwamen tot de concliusde, dat de opvarenden van de „Bemam" een- woesti gevecht hadden' geleverd tegen zeeroovers, of dat er muiterij was uitge- broken en de offideren waren vermoord. Drank werd aan boord niet gevonden, maar wel vele leege pakkisten, zooals voor flesschen whisky woiden gebruikit. Al de scheepvaart- kundige instrumemten en. de log waren weg Alleen een briefje werd gevandeo, dat 4000 bezendimgem drank waren verkocht. De vorige week had men onder dezelfde omstandigheden, ook al een dergelijk inder- haast verlaten sdiip ronddrijvend aangetrof* fen. EEN INTERNATIONALE LEENING AAN HONGARIJE? In politieke kringen te Boedapest verluidt dai de Hongaarsche regeering van Frank- rijk de toezegging heeft verkregen, dat Hon- garije een intcmationale leening ten bedrage van 20 fflillioen pond sterling zal krijgen. Gisteren heeft de minister van Financial Kallay daarover een bespreking gehad met den Franschen gezant te Boedapest. DE STRIJD TEGEN DEN GODSDIENlST IN RUSLAND. Naar uit Warschau aan de Engelsche bla» den wordt gemeld, ia het proces tegen den patriarch Tichon opnieuw uitgesteld. Men acht het zoo goed als zekre dat hij veroor- deeld en terschtgesteld zal worden. Krylenko, de openbare aanklager van het bolsjewistische tnbunaal, voor hetwelk de patriarch zal terechtstaan, heeft een waar- schuwing gepubliceerd, vo'gens welke bui- tenlandsche interventie, zelfs in den vorm van een verzoek om gratie, geen gunstig ont- haal bij de Sovjet-regeering zal vinden. Deze regeering, aldus Krylenko, is vast besloten, een streng voorbeeld te stellen. EEN BELANGRIJKE OPGRAVING T£ CETTINiJE. Volgens een bericht uit Cettinje, werderi al- daar onlangs tal van groote kisten met voor- werpen van waarde, welke het voormalige Montenegrijnsche hof toebehoorden, opge- graven. Bij deze gelegenheid werden tevens eenige koners met documenten gevonden, welke het politieke geheime archief van den overleden koning Nikita voorstellen. De kis ten werden in 1915 bij de vlucht van het Montenegrijnsche hof begraven. DE IMMIGRATIE IN AMERIKA. Naar verluidh deelt president Harding de meening, door Gary, den president der „Uni- ted States Steel Corporation" geuit, dat er ernstig gebrak aan arbeidsknacnten driegrt in Amerika Is gevolg van de tegenwoo^dige beperkende wet op de immigratie. Davis, de minister voor arbeid, heeft aan president Harding eeni rapport overgelegdj waarin hij' aantoont, dat er reeds eem tekort aan arbeids- krachten bestaat. Davis werkt mi eeni nieuwe immigra tie-wet uit om aan den toestand te- gemoet te komen. EE N „R EPUB L I KEINISCH E1 NOOD- WEER" IN SAKSEN. In de provincie Safcsen heeft zich dezer dagen cen1 Jrrft>ublikeinsche noodweer" ge- vormd. Naar ae ,,Magdob. Ztg." mededeelt heeft deze „noodweer" zich Dinsdag voor het eerst in bet openbaar vertoond. In 15 af deelingen van elk 100 man marcheerde zij naar net „Oberprasidium" en zona een deputatie n'aar den socialistischen! opperpre- sident Hersing. De leider der deputatie hield een toespraak, waarin hij zeide, dat de repu- blikeinsche noodwerk geen: op zichzelf staan- de organisatie, oiaar een organisatie van de sociaal'-democratische partij1 was, die zich noch politieke. nooh militaire bevoegdhedlen aanmatigde, aoch elk oogenblik bereid was aan de roepstem der regeefinig om de repu- bliek te verdedigen gehoor te geven. In zijln antwoord juichte Hersing de oprichting van de noodweer toe als een moedige daad. Naar het beet zou oak de Pruisische mi nister van binnenlandsche zaken, Severing, uit onsympathiek tegenover deze organisatie staan. De rechtsche pens, met de Allg. houden, terwijl ik weg was, want ik weet na tuuriijk dat men zulk soort dingen niet aan de ouderen kan vertellen die maken er zoo'n gekke drukte over! maar ik vind, dat ik het recht heb om te weten." „Het recht! Welk recht? Niemand heeft het recht mijn zaken te weten1" zei Sydney drif tig. „Je woont in het huis van mijn vader", zei Rose met een zaehte koele stem, „en je hangt van zijn hulp af, om naar je broera in Aus tralia te gaan; en iedereen zal zeggen, dat hij heel goed voor je was en dat je hem als een vader behoorde te behandelen, en in plaats daarvan, bedrieg je hem en en maakt misbruik van zijn goedheid en Zij stotterde en. hield op; zij werd bang door iets dat zij in Sydney's gelaat zag. Het meisje was bleek geworden, en keek. Rose aan met saamgeknepen lippen, en wijd open- gesperdie oogen. „Ben ik zoo slecht?" zei ze, op vreemden, zachten toon. Er heerschte een oogenblik stilte, Rose speelde met de kwastjes van haar mooie, blauwe peignoir, ze wilde liever niet den blik in de oogen van haar nichtje zien. Sydney's stem werd helderder en trotscher terwijl zij verder sprak. „Ik heb hem nooit bedrogen met opzet. Ik dacht er niet aan, dat hij, omdat hij de dochter van zijn zuster voor een paar weken huisvesting gaf, zich het recht aanmatigde^ om te eisdien, dat zij voor al haar daden' aan hem verantwoording schuldig was. Maar ik begrij.p, wat je bedoelt en ik kan je ver- zekeren, dat de geheimhouding niet langer zal duren. dan volstrekt noodzakeiijk is. Ik zal den persoon in kwestie zeggen, dat wij openlijk moeten spreken of vaortaan nieti wtar •lkiaAw zij*." PSVsnft laeclgdy 1923. i I

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5