Aikmaarsche Courant
ParUsohe Gauserieen.
Brieves nit Berlijn.
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms, COSTER ZOON,
Voordam G 9. ALKMAAR.
Zaterdag 21 April.
Belast zich met:
het vervaardigen van ALLE
Drnkwerken,
het plaatsen van advertentlen
In alle bladen,
het leveren van alle Binnen-
en Buftenlandsche Boeken.
het leveren van abonnemen-
ten op alle Binnen en Bniten-
landsche bladen.
Ko. M W2*
Hondard YDf an Twlntlgste Jaargang,
pRINSEN IN BALLING SCHAP.
(Van omen Parijschen Correspondent.)
(Nadxuk verboden).
Parijs, 15 April.
In een zeer eenvoudig restaurant aan den
boulevard de Montparnasse, het kleurige,
cosinopolitische „Caie de la Rotonde", waar
men steeds het vreemdste mengelmoes aan-
treft van al'le rassen, alle stanaen, alle talen
en alle ambachten dier wereld, heb ik dezex
dagen de eer gehad ik zeg het zonder lro-
nie doch tevens zonder dwaze zelfverheffing
- 'het avondmaal te gebruikea in gezelschap
van ten prins van konmklijken bloede.
Ik heb wel geleerd mij over niets meer te
verbazen, deze laatste jaren. Russische prin-
jessen, graven en hertogen loopt men hier om
ioo te zeggen elken dag tegen het lijf, en er
zijn er die zich niet het minst op hun afkomst
laten voorstaan. Prinses Bariatinsky, vrouw
van den adjudant en jeugdvriend van den
Czaar, belde op een goeden dag bij ons aan,
Kintroduceerd door eem gemeenschappelijken
vriend, om mij een aanbeve'ing te vragen
voor een Franschen uitgever, die misschien
iaar memoires zou willen koopen. Prinses
Qrbeliani ontmoette ik in een juwelierswinkel
in de rue de la Paix, waar deze nobele vrouw
van een zeldzame beschaving de boeken bij-
houdt, tegen een honger-ioon. De graaf Gou-
dovitch trachtte mij een patience-spe1 voor de
huiakamer te verkoopen De gravm Orloff,
van keizerlijken bloede, breidt haar jumpers
met Russische motieven voor een maisom de
couture. Dat zijn.... de gearriveerden. Zij die
sr zich doorheea slaan, die dank zij hun op-
Yoeding, hun intelligenitie en moed, zich heb
ben we ten te redden in het leven. De ande
ren de ttakkers die niets weten of niets
kunnen parasiteeren op hun of op ander-
mans zak.
Russische adel is alledaagsch geworden, en
niemand kijkt meer op wanneer hij gepresen-
teerd wordt aan zulk een hooggeti telde groot-
heid met Slavischen naam.
Maar als in een vrij rommelig caf£ een
uwer kennissen een heel gewonen jongeman
nfcebrengt, die zich alleen door een fijn aris-
tocratisch gelaat een weinig van de anderen
onderscheidt en gehoort achteloos den naam
noemen van uw nieuwen kennis: Son Altesse
Royale de Prince Georges de Bourbon d'Es-
pagne.... dan slaat er, in uw democratisch ge-
moed, toch wel even een snaar aan 't tril-
len.
Ik ben nooit een bolleboos in genealogie ge
weest. Zooveel wist ik er echter wel van, dat
het mij bekend was, dat de Bourbons d'Es-
pagae, neven van de Bourbons de Parme,
behooren tot den zuiversten en nobelstem ka-
tholieken adel van Europa, eft dat zij zelfs
buitengewoon gegronde aanspraken ma ken
op den Spaanschen troon. Dank zij him
irootvader, die ook de grootvader van koning
Mfonsus was, mogen zij zich nu niet eens
vertoonen in Spanje. De moeder van prins
Oeorge is een keer aniderhalf uur in San-Se-
bastiaan geweest. Toen kreeg men lucht van
haar aanwezigheid en kwam de politie haar
beleefd doch zeer dringend verzoeken, weer
aan den anderen karnt van de grens te gaan.
Prins George, voor den oorlog een rijk
man, had ten gevolge van den oorlog en de
(febhcle der Oostenrijksche kronen, waario, de
familie haar geheele bezit belegd nad, vrijwel
alles wat hij had verioren. Aan het front
heeft hij de zaak der geallieerden gediend als
aviateur. Zonder nafionaliteit,, daar Spanje
bem het paspoort weigerde en Frankrijk hem
ook liever niet als eem zijner burgers erkende,
heeft hij geopteerd voor Italie en officieel is
de famiilie thans Italiaansch. Hij leeft me;
zijn moeder en drie jongere broers bescheiden
in een klein hotel te Parijs en het is zijn am-
bitie... taxi-chauffeur te worden. Hij werkt
bard voor zijn examen. A'ls hij slaagt, kunt
ge binnenkort de onderscheiding genieten, bij
een bezoek aan Parijs, uw kostbare body toe
te vertrouwen en hem* na een welvoibrachte
rit eenige stuivers fooi in de haind te druk-
ken. Evenals ge dit nu reeds doen kunt aan
dien grooten generaal, die eenmaal het lot van
Rusland iim zijn handen had en die zich thans
eveneens met het stuurrad van een huur-auto
tevreden atelt.
Die prinsen van Bourbon d'Espagne of de
Parme want ook de broers van ex-keizerin
Zita levenl uiterst eenvoudig te Parijs zou-
den weinig moeite hebben om in Amerika of
elders hun vorstelijk blazoen te vergulden met
behulp van de dollars van een of anderen
beef-packer of petroleum-kon ing-sch o oupapa
Doch daar zijn zij te fier en te fatsoenlijk
voor. En liever <fen zichzelf te verkoopen,
werken zij hard en zoeken eerlijk den kost te
verdienen voor zichzelf en hun familie. Zij
Khamem zich niet, wanneer hun pak eens
wat versleten is, en... als zij lijden moeten...
lijden zij in stilte. Noblesse oblige.
Maar onze tijd is rijk aan vreemde tegen-
stellingen. Als ge door het frequenteeren van
al deze grootheden in verval misschien eens
al te veel het respect voor parel-kroontjes en
azumrveldeni mochitl verioren1 hebben, dan is er
om *t weer terug, te vinden nieis zoo heilzaam
als eenige nummers van de Action franfdse.
Ge behoeft het royalistische nrgaan van Leon
Daudet geen week lang te lezen, of ge voelt
u mkstens een halve eeuw jonger op heralt-
disch gebied.
Opdenzelfden dag, dat de dochter van den
boning van ItaliS in het huwelijk trad met
een eenvoudigen kapitein van het leger, die
bij gebreke van andere titels althams de
veraienste had van in haar smaak te vallen,
heeft een prinses van koninklijken bloede haar
vertoving bdoend gemaakt met een jong
Fransch offider, half van adel en half „par-
venu" (zijn moeder was een Schneider en zijn
vader een kldne markies de Chaponiay, we-
duwnaar nog wel).
De prinsese Genevieve dGrl^ans, dochter
van den due de Vendome, nicht van den ko
ning van Belgie, is 'n braaf meisje, dat alle
vorstelijke partijen heeft afgewezen, welke
men haar achtereenvolgens aangeboden had,
on op den uitverkorene van haar hart te
vtehtan. Zij heeft dezen gevonden itni dien ex-
editgenoot van haar vrtentGn Diane de Cosse-
Brissac opnieuw vrijgezel geworden. En daar
valt niets op aan te merken.
Maar ge wrijft u de oogen uit, als ge het
avootuur leest, vertelt door de Action fran-
(aise. Ziehier een proefje:
L'union qui a re?u jeudi dernier son pre
mier sceau, a l'approbation pleine et entifere
de Monseigneur le Due d'Ckltens qui, par
Lettres patentes, a d^cid^ que S. A.R. la Prin-
cesse Genevieve conserverait ses litres d'Al
tesse Royale et de Priincesse d'OrWans avec
tout les droits et privileges qui y sont attaches.
(De echtverbintenis welke j.l. Donderdag haar
eerste bezegeling ontvangen heeft, draagt de
voile en algeheele goedkeuring weg van Mon
seigneur den Hertog van Orleans, die, door
middel van Patentbrieven, besloten heeft, dat
H.K.H. de Prinses Genevieve haar titels van
Koninklijke Hoogheid en Prinses van Orle
ans behoudem zal, met alle rechten en voor-
rechten daaraan verbonden.)
Ik vermoed, dat de aanstaande gravin de
Chaponay zich niet veel l'aait gelegen liggen
aan de meening en goedkeuring van den
„chef de la Maison
Desnoods
zou zij het ook wel zonder deze hebben ge-
daan. Doch het mooiste komt nog.
Na eraan herinnerd te hebben, dat papa
Schneider minister en voorzitter was van het
Wetgevend Lichaam onder het Keizerrijk,
dat de markiezin de Chaponay, de moeder
van den aanstaande, van de regeering der
republiek de medaille de la Reconnaissance
Francaise in vermeil ontvangen heeft voor
haar toewijding, betoond jegens de zwaar ge-
womden en het kruis van het Legioen van Eer
voor den steun dien zij verleend heeft aan de
bevolking van het verwoeste gebied (zij was
een Schneider, dus het kostte haar niet veel)
voegt de Action franfaise eraan toe, dat... de
zuster en de zwager van den verloofdef de
hertog en de hertogin de Levis Mirepoix
fe raadt het in geen tienen groote vrien-
en zijn van de courant, en het blad beslult,
op den ernstigsteim toon ter wereld
Ainsi, pour oette union, la Maison Royale
de France hotore les services de tout ordre
rendus h la Patrie par une lign4e de gentils-
homtmes et de bons ritoyens. (Aldus eert het
Konimklijke Huis van Frankrijk voor deze
echtverbintenis de diensten van allerlei aard,
aan het vaderland bewezem door een rij van
edellieden en van goede burgers.)
Zijtn ze niet kostelijk, die „camelots du
Roy
Indien mijn sympathie kiezen moet, dan
gaat zij toch maar liever naar dien preten-
tieloozen jongeman, even goed van koninklij
ken bloede, die in het wreede, praalzuchtige
Parijs met harden handenarbeia een eenvou-
dige, vaak onbelegde boterham verdient voor
zijn moeder en zijn. drie broers en die zich
gelukkig zal achten wanneer hij vamdaag of
morgen op een taxi zit.
LEO FAUST.
No. 79.
Een roode Paschen. De Rijks-
dag in rouw. EHende en vereen-
zaming. De dichter-burgemiees-
ter. Gebroken harten. De nood
van de familie van Richard Wagner.
t- Berlijn wordt met plakkaten be-
plakt.
Telkens, wanneer op een gedenkdag of een
kerkelijken feestdag de gedachten terugzwe-
ven naar het verleden stelt de Duitscher met
bittere gevoelens in het hart vast, hoe ©ntzag-
lljk veel armer zijn leven geworden is, hoe
treurig het is. Toen we aan het einde van
het vorige jaar Kerstfeest vierden, zuchtten
we: Nog nooit hebben we een zoo droevig
Kerstfeest gevierd. Toen nu het opstandings-
en voorjaarsfeest naderde, zei een ieder tot
zijn buurman:
Nog nooit troffen de feestdagen van hoop
en geloovig' vertrouwen ons zoo ellendig en
wannopig aan.
Een „Rood"Paaschfeest was het. In de
ernstige Stille Week knetterden in Essen de
machinegewerem; een dozijn flinke, onschul-
dige arbeiders viel aan het bloedbad ten of
fer.
Berlijn is ver verwijderd van Essen, maar
het kwam ons Berlijners voor, als waren we
zelf door deze kogels getroffen. Aan de on-
telbare lasten, die de bezetting van het Ruhr-
gebied met zich bracht, aan de uitwijzingen,
gevangennemingen, veroordeelingen, roove-
rijen, vernederingen van allerlei soort voegde
zich nu te midden van dem zoogenaamden
vrede een militaire aanval op een weerlooze
volksmassa, die er heelemaal niet aan dacht.
de gewapende, vijandelijke macht tegenstand
te bieden. De groote zittingszaal van den
Rijksdag werd voor deze gelegenheid weer in
een treurzaal van rouw veranderd; want op
denzelfden dag en op hetzelfde uur, dat in
Essen vele honderdduizenden de doode arbei
ders naar hun laatste rustplaats begeleiddien,
hadden zich ook de vertegenwoordigers van
de Duitsche regeeiing en van het Berlijnsche
openbare leven vereenigd, om de vermoorde
landgenooten aan de Ruhr te herdenken.
Met donker dennengroen en diep zwart was
de zaal van den Rijksdag versierd, de verhoo-
ging van den president met zwart, rood en
goud, de kleuren van de Duitsche republiek
behangen, terwijl daarboven de beeltenis van
den nieuwen Rijksadelaar die geen scepter,
geen kei'zerskroon en geen zwaard meer
draagt zweefde. Er waren, afgezien van
het fcperkte aantal vrouwelijke Rijksdagaf-
gevaardigden, ie de reusachtige ruimte
slechts mannen verzameld, maar in aller
oogen schermerden tranen van ontroering,
toen aan het slot van de plechtigheid de
rijkspresident Ebert eni rijkskanselier Cuno
van het podium der regeeringsbanken daal-
den, om de vertegenwoordigers van de Krupp-
fabrieken, die uit Essen naar Berlijn gekomien
waren, en de deputatie van de Duitsche ar
beiders de hand te drukken.
„Hoe lang nog", riep rijkskanselier Cuno
in zijn treurrede'uit, „zullen de volkeien der
wereld wachten, totdat aan dit waanzinnige
en gruwelijke machtsmisbruik een einde ge
maakt womt?"
Wij Duitschers weten echter maar al te
goed, dat het voor de naburige volkeren
geenszins gemakkelijk is", in het verschrikke-
lijke conflict, dat nu reeas een kwart jaar
duurt. in te grijpen. We weten immers ook.
hoe licht de ziel van den mensch afstompt
jegens beridrten, die altijd weer van d« ellen-
de m het lijden in een ander land melding
maten. Duitschland la WaarMljW^V op hert
oogenblik voor de wereld een gebied, van-
waar men gewend is slechts kwade en treu-
rige tijdingen te ontvangen. En zoo treft ons
in ons ongeluk ook nog het neerdrukkende ge-
voel van vereenzaming. Een Duitscher te
zijn eens was het een trots, op het oogen
blik is het bijna een vloek geworden. Nu, we
willen ook dezen v'oek trotsch dragen...
In oude romans leest men zoo nu en dan,
dat iemand, wien slechts teleurstellingen ten
deel zijn gevallen, aan een gebroken hart
sterft. De doktoren hebben dikwijls glim-
lachend bestreden, dat iets dergelijks als
doodsoorzaak mag worden beschouwd en ze
voor een dichterlijke uitvinding verklaard.
Het kan waar zijn. Een ziekte, waarbij het
hart letterlijk in stukkeu breekt, zal in wer-
kelijkheid wel niet bestaan. Maar als een
man door de diepe smart over het ongeluk,
waarin zijn vaderland gestort is, innerlijk z6d
geschokt is, dat hij zijn psychische en phy-
sieke weerstand verliest om een: ziekte te over-
winnen, in dat geval mag men toch misschien
deze medisch wellicht onjuiste uitdrukking
bezigen.
Ontelbaren zijn de laatste jaren op deze
wijze aan „gebroken harten" gestorven. Tot
hen behoort eem man dien de Berlijnsche be
volking innig liefhad: de vroegere Berlijn
sche burgemeester Dr. Georg Reicke. Hij nam
in onze stad een eenige plaats in, want hij
was gelijkertijd een hoog ambteoaar pn-
vermoeibare arbeidskracht en een ditJer.
Dat is hem door de strenge heeren oud-
pruisische bureaucraten dikwijls kwalijk ge-
no eg genomen en in den grond nooit verge-
van. Vooral daar hij als dichter een. vrije, on-
afhankelijke wereldbeschouwing verkondig-
de, die men in het keizerlijke Duitschland m
officieele kringen haatte en vreesde. Als jonge
„Regierungsrat" had hij reeds een tooneel-
stuk met den veelbeteekenenden titel „Frei-
licht" in het „Berliner Theater" laten op-
voeren. De pruiken 9Chudden in ontzetting
heen em weer. Maar de zonnige, beminnelijke
peraoonliikheid van Georg Reicke overwon
alle tegenstand. Hij werd burgemeester van
de hoofd- en residentiestad en genoot een po-
pulariteit, die van jaar tot jaar groeide.
Steeds weer verschenen ndeuwe tooneelstuk-
ken van hem, steeds kwamen nieuwe romans
van hem uit, maar tegelijkertijd was hij de
stipste, betrouwbaarste leider van de ambts-
zaken en de beste redenaar, als er in het pu-
bliek het woord voor de burgers gevoerd
moest worden.
Reicke is het slachtoffer geworden vaim het
lof, dat zoovele bekende mannen in Duitsch
land getroffen heeft. Toen ik gedurende den
oorlog met verlof naar Berlijn kwam en
ik hem zag, schrok ik telkens weer van de
sporen: van langzaam verval, waaraan de
knappe man met de hooge gestalte ten gron-
de ging. Hij leed onder de zware zorgen der
stad en hij leed niet minder onder de slechte
voediing in den tijd van de hongerblokkade.
Ontelbare anderen beleefden netzelfde
hier echter aanschouwde men bij een voor-
aanstaande persoonlijkheid de gevolgen van
de algemeen heerschendem toestanden. Reicke
wilde en ook dat deden velen met hem
van den nood een deugd makenhij werd ve
getans, om zoo door een principe over het
nijpende gebrek aan vleescnvoeding heen te
komen. Maar zijn lichaam verdroeg de ye-
getarische theorie niet, hij viel verschrikkeliik
af en de dood is thans het einde geweest. Ik
vertel dit alles slechts, omdat het geval zoo
veelzeggend is. Daarvan weet de buitenwe-
reld niets. De vreemdeling, die in Berlijn
komt en in de restaurants en nachtlokalen de
„Schieber" niet brassen, vermoedt niet, hoe
juist de rijen van de beste Dukschens, die
meestal niet rijk met aardsche goederen ge-
zegend zijn, en wien ook de egoi9te geweten-
loosheid omtbreekt, door het gebrek van den
oorlogstijd en de zorg van de jaren sedert
Versailles geteisterd zijn. Men ging daar
aan wel niet onmiddellijk ten gronde. Maar
de doodelijke kiem sloop in de ziel en in het
lichaam en woekerde daar verder, totdat het
vernietigingswerk beeindigd was.
iln't oog springende gevallen toonien het
best, hoe het met Duitschland gesteld is. Ook
aan onze larmoede wordt in net buitenlami
dikwijls getwijfield daaromi is het leerrijk
te hooren1 in welke benarde omstandigheden
zich de familie van eem der grootste Duit
schers van de vorige eeuw bevindt: de fami
lie van Richard Wagner. Ook in Duitschland
zelf is mem door de feiten, die zoo juist be
kend geworden zijn, verrast. Mem gefloofde
steeds, diat Mevrouw Cosima Wagner en
haar zoon, Siegfried Wagner, rijkte mensohen
warem. De tantiemel's van de opvoeringen
van de opera's van Wagner moest en, dachf
mens, tiemtallen jaren lang, reusachtige som-
men bedragen hebben. Nu hoort men dat
Mevrouw Cosima, de dochter van rranz
Liszt en sedert een mensdienleeftijd de trou-
we bewaaksler van de legaten van Richard
W/agner, in die moedlijikste omstandigheden is
geraakt. Want volgens de wet, ontvangit de
familie, nu het meer dan 30 jaren geleden is
dat Wagner stierf, heden totaal geen tan-
tifemes meer. De rente van 'het vermogen ech
ter, dat d'e verwanten van den meesiter bezit-
ten, is nog niet voldoendie om de kostem der
verwarmingi van de villa „Wahnfried", die
Richard Wagner zich in Bayreulh heeft laten
bouwen;, te dekiken. Bovendieni komt nu aan
het licht, dat de inkomsten van de familie
Wagner in werkelijkheid nooit zoo groot ge
weest zijn. als aangenomen werd. Wagner
bffiohikte in zijtn leven eigenlijk noodt over
geld. Zoo heeft hij meerdere malen opera's
aan groote schouwburgeni tegen: een bepaai
de somi verkochf zoodat hier de tantiemes
volkomen vervielen. Aan de Bayreuther
Festspiele heeft de familie in geen geval iets
verdiend, want volgens de stremge en trot-
sche auteurswetten, die Richard Wagner
aan zijh grootsche scbepping in deze kleine
Beiersche stand ten prondslag legde, komt
het batig saldo van ae opvoeringen in de
Festspiel-jaren ten goede aan het fonds van
de Festspiele. Verder ontvingeni, hetgeen in-
derdaadi jaarlijks geschiedde, onbemiddelde
musici beurzen om de reis naar de Festspiele
te Bayreirth te kunnen ondernemen. Kortom,
de stroom van geld vloeide nooit bijzonder
rijikelijfc in de kas der familie. En nu moet de
vijif- en taehtigjarige mevrouw Cosima uit
haar bezit herinnenngssitukkeni en waarde-
volle voorwerpen. van allerlei aard verkoo
pen1, om zich ooven water te kunnen houdem.
Dat is em feit, dat de teactand van de Duit-
adhe buuitenaani toabnt, xoeale gem under
bet MtAetenen sou.
iMen wil, zooals 'hot op het oogeflblik heet,
met buitengewone maatregelen ingrijpen. In
verscheidenen steden willen de schouwbur
geni, ofschoon ze niet meer er toe verplicht
zijln, nu toch een gering percentage van de
inkomsten 'bij. de opvoeringen1 van Wagner's
opera's aan de oude vrouw in „Wahnfried"
overdragen. Maar is het niet afschuwelijk,
dat de totale ornmekeer in de economische
verhoudingen in Duitschland er toe leiden
kon, de verwantieni van een genie als Richard
Wagner, tot araoede te doeni vexval'Len?
Wie weten wil, hoe zeer we verannd zijn,
die behoeft slechts het stadsbeeld van Berlijn
in oogenschpuw te nemen. Het bestuur van
de Duitsche hoofdstad maakt schuldi op
schulden. Het inoet nieuwe bronnen van in
komsten zien te vinden, en zoo is het er toe
gekomen, alle inogelijke openbare plaatsen,
op straten en pleinen, als reclame-doeleinden
te verpachten! Want de reclame bloeit. Ze
mioeten bloeien daar alle takken van industrie
zich de grootste moeite moeten: geven, hun
waren te verkoopen. En 200 heeft dan de
stad Berlijn een complex van verdragen met
onderneinera gesloten, die overal plakkaten
en nog eens plakkaten aanbremgen. Op de
Eleinen worden kleine perceelen grond ver-
uurd'; aardige kiosken, van onder tot boven
met plakkaten' bcplatot, verrijizen daarop. Ook
nieuwe kleine ..wisselkamtoren'" schieten. uit
den grond pa Voorschijin, opdat iedere voor-
bijganger in staat gesteld worde een beurv
speculatie te wagen f
Op de boeken zijn reclainezuilen gebouwd,
in groote aantallen. De oudere zullen zijn
vergroot. Groote borden staan op de trottoirs
en belemmieren het vcrkeer. Dat is nog niet
voldoende. Ook de dragers der straatver-
lichting, de ijzieren stangen1, die de borden
met de straatnamen dragen, zelfs de masten
van de leidimg der electnsche trambaan wor
den met groote en kleine, bonte en
schreeuwenae plakkaten en aankondigingen
behangen, Als dat zoo door gaat, xal Ber
lijn er binnenkort uitzien alsof't onafgebro-
ken oarnaval viert. Op verscheidene plaatsen
ill de stad stonden electfische klokken een
noodxakelijkheid in een groote stad, want de
duizenden op straat moeten in: de mogelijk-
heid gesteld worden te weten hoe la at't is.
Maar het onderhoud van deze klokiken werd
te duur. Mten keek er met meer naar om.
Met verwondering ontdekt heden de bezoeker
van Berlijn, dat ze alien, en altijdi op 12 uur
staan, dat wil zeggeni, hun wijzcrs bewegen
zich niet meer van dieze plaats. Maar deze
klokken waren ook electrisch verlicht. En
daar het te duur was, ook deze electrische
leiding weg te nemen, heeft men ze gelaten
waar ze was. Zoo zijn de klokken's avondis
en1 's nachts du® feestelijk verlicfht en functio-
neerem niet. Dat is zeker eenigszins komisch.
Maar bet is ook tragischi; een spookachtig
teeken, dat ons voortdurend aan onze armoe-
de herinnert.
Dr. MAX OSBORN.
door Jet van Strien1.
In de achfste maand zijns hondenlevens
aangeland, werd Robbie overheersaht door
duisiere vernielinigsneigiingen. V66r dien had
hiijl zekere igemati'gde vreugden igekend bij het,
met behagelijk gegrom, aan. flaiden. scheuren,
van al hdgcen een lap gedeek en was slechts
zdjim bloed moordenaarsheet geworden bij het
ontwaren) van een kat. Daarvoor had hij, van-
af zijn priille jeugd, een- sprong, dwar3 door
een1 glasruit, prikkeldraad of ituin-afsperrmg-
van-'kippenjgiaas overgehad en zelfs de weten-
schap dat tot de gevolgen behoorden katten-
nagelkrabbells en mogelijke straf van. de nim-
rner vollledig begrijpende bazen, weerhield
hem niet
Maar, als gezegd, ia de achtste maand van
zijn bestaan, overheerschte hem de donikere
lust tot vennieleni ganschelijk. En de verlei-
ding was groot. Waarom plaatsten1 de men-
schem kussens op bank en stoel, vlak onder
zijlni bereik? Waarom hingen ze handdoeken
en dweiilen e.a. jufat zoo, dat hij ze voor het
■grijpen. had? Waarom sleepten de gordijnran-
den tot laag biji den grond.
Toen Robbie, 6en divankussen geheel, een
tweede bail, een mouw van een peignoir, dc
bamdien van een,' sohort der dienstbode, een lee-
reni riem van de buren gestolen! eenige
kopjesdoeken en een paar wildlederen heeren-
handsdhoenen,' met drukknoopen en. al, ver-
slonden had, meende het .gezini, dat voor zijn
onderhoud zorg droeg, dat hij! eenige aflei-
d'ing behoefde. Om hem deze te verschaffen
werden1 wandelingen georganaseerd. En toen
toevallig bleek, dat debaas in die onaangena-
me periode zijWB 1 evens was gekozen, waar-
op zelfs de mins'j ijdele man er toe moest over-
gaan zijn haar te laten1 knippen, werd Robbie
zijn geleidfer naar den1 kapper.
Htet wias een- deftig kapper. Parterre waren.
zijn salons voor heeren, op de bel&age liet de
vrouwelijke clientele haar schoooste sieraad
wasschen, punten, verven, friseeroi', ondulee-
ren' volgens Marcels onsterfelijke methode en
zoo meer. Eire reikte de na+uur niet om haar
een weelderige gelaatsomlijsting ie schenken,
dan sprong in deze mysterieuze, teerbeige ge-
lakte salons, de ikunst biji
Daar ijdelheid geenszins aan een leeftijds-
grens gebonden. is, en: de eigenaar der zaak
bovendien onder de niet meer zeer jeugdige
dames een uiigebreied clientele had, was hij
er toe gekomen om vooral grijsr:intige pruiken
en pruikonderdeelen tot specialite ie la mai
son te maken. Bij! hem kreeg men het beroem-
de ziilverwitte dameshaar zoo goed' als het
banale peper-en-zout crepeetje.
Robbie was met deze details zoo min op
de boogie als zijln baas. Hij1 snuffelde een
vreemde, zoetiige liucht met zeker behagen in,
toen de baas de salons parterre betrad en
een1 jeugdigi en zeer sierlijfc gekapt jonikmian
hem onder handen nam.
Robbie zat er Mj en keek toe.
Aardige hond, m'nheer," prees de sier-
lijk-gekapte.
De baas zweeg wijsgeerig. H5| bad een
crilling lang® Robbie's rug zien' loopen
Daarop ging een zijideur open. Robbie ver-
hief zich 'geluidloos en glipte door deze zii-
deur. Ze kwam uit in de gang, waar zich de
trap naar de bel-£tage bevond. De baas wist
dat niet, Rlobbie evenmin. De eerste schikte
zich gelaten, ofschoon met vrees in't hart, in
de veidwijning, de laatste snuiffelde naar het
avontuur. HBji verdween' schielijk in de rich-
ting van de trap.
Da iierliik-gekapte had dm bans ateeUiff ftl
daoi de hellt van eija ovenollige
haarvacht bevrijd, toen' de zdjdeur opnieuw,
maar nu met een zwaren en triomiantelijken
bans, geopend werd.
Toen viel een ijizige en' angstaanjagende
stilte.
In de deur-opening stond, den kop fier otm-
hoog gehevert, Robbie, zijn geel-bruine oogen
uitdagend itintelend. Uit zijf rnuiil bungelden
links en reohts slienien kostelijk ziiverwit da-
mesbaar. Hlet zat om zijn neus gewonden en
vermoedelijk oo|k om zijn gebit, w:ant bij slii-
te een paar maal grommend. Toen kwam hij,
joyeus, met zdjoi built op den baas af.
Maar nu lag ook ae stilte der ontzetting
verscheuxd.
„M'heer" huilde de sierlijk-gekapte, schel,
„dat haar kost 40 per gram. Het is van
gravin..." De naam van ae gravin doet er
niet toe. De baas berekende in bliksemsne1-
heid de zwaarte van 't geen Robbie in zijn
bek droeg en werd bleek. De sierlijk-gekapte
echter besloot, in wanhoop, tot direct® actie
Hij sloot de oogen, hield zich stijf en liet
zich toen onverwacht als een blok boven op
Robbie vallen. Bobbie toonde zich onthutst
en ook de baas schrok. Maar de sierlijk-ge
kapte bleef jammerend op hem liggen, stijf
als e'en plank, en huilde: „Haal dat haar
uit z"n 'bek, m'nheer, of ik word ontslagen. U
krijgt de schade en ik m'n ontslag. Haal dat
haar uit zijn bek, dan kan alles nog goed ko
men."
Toen kinielde, dwazelijk met balf-geknipt
haar, de baas naast Robbie, die gromde en
niet tot overgave bereid1 bleek. H'et kostte
groote mspanning, maar de baas, 40 per
gram" indachtig, won het. Daarna stond de
sierlijk-gekapte op en: verdween ijlings met
het geredde. Stralenid en glimlachend kwam
■hij enkele seconden later terug en flu-iterde
den baas in dat de pa troon niets merkenizou.
Robbie lag nu aan den. ketting, die om
dfs bazen vuist wias gekneld eni steunde
mismoedig den kop op de voorpooten.
De baas werd verder „afgeknipt".
De sierlijk-gekapte gaf hem, met boven-
aardsche minzaamheid, een: friction, begroet-
te gliml'achend een: nieuwen 'riant. Daarop
snoof Robbie, fel-minachtend, wendde den
kop en vrat al 'het afgeknipte haar van den
baas op. 4
„Nu behoevem we niet te vegen glim-
lachte de sierlijk-gekapte en: hield buigend de
deur open voor den baas, die zichzelf be-
zwoer nier nimmer te zullen1 weerkeeren.
Stadsnieuws
BOND VAN OP COoPERATIEVEN
GRONDSLAG WERKENDE ZUIVEL-
FABRIEKEN IN NOORDHOLLAND.
Na de pauze gaf de beer J. Dokter te Alk-
maar een inleiding over het belang en de wen-
scljelijkheid van de inrichting van een orga-
nisatie voor landbouwboekhouding.
Spr. gaf verechillende vooTbeelden, waaruit
bleek welke groote voordoelen er in het land-
bouwbedrijf door boekhouding behaald kun
nen worden.
Het behoorlijk rangschikken van kwitantien,
het bewaren van afschriftcn van belastingaan-
giften en het aanteekenen van betaaide belas-
tingbedragen is al zeer noodig.
Een eenheid in deze kan door een centraal
bureau verkregen worden
Het vormen van statistieken kan van groot
belang zijn voor de toekomst.
Hoofdzaak is te voorkomen, dat men on-
billijke aanslagen krijgt.
In Friesland heeft men dit idee uitgewerkt
en een centraal bureau opgericht. Spr. deelde
mede hoe het bureau werkt. Elke 14 dagen
moeten de leden een staatje van hun ontvang-
st.en en uitgaven indienen. Het bureau maakt
uit deze gegevens de bclastingbiljetten in orde
en gaat desnoods ook voor het lid in berocp.
Aan het eind van het jaar krijgt ieder lid
een boekje thuis, waarin alles is aangeteekend.
Bij entree betaalt ieder lid 10 en verder een
20 a 30 per jaar.
Spr. was overtuigd, dat binnen niet te lan-
gen tijd uit de leden oen voldoende drang op
het bestuur zal worden uitgeoefend, om te ko
men tot een bureau van Centrale Boekhou
ding. (Applaus.)
De heer Eriks vroeg of het den heer Dok
ter bekend was, dat van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw een dcrgelijk
bureau al eenige jaren met succes werkt, door
cursussen voor uniforme boekhouding. E)e
deelncmers blijven met de H. M. v. L. in con
tact en zoo noodig reclameert de H. M. v L
Den heer Dokter was dit niet bekend.
De voorzitter deelde nog mede, dat Let sa-
laris van den boekhouder van de H. M. v. L
reeds gedekt wordt door de verschilende bij.-
dragen. Spr. zou er echter niets op tegen heb
ben wanneer ook andere vereenigingen zich
met dit werk gaan bemoeien. Een boekhou
ding is echter nog niet goed door een goede
bij'houding. H'et is dikwijls gebleken, dat de
best biigehouden boeken de onbetrouwbaar-
ste bleken. Een kas boek met alle uitgaven en
ontvangsten is voldoende, mits men van den
fiscus vordert dat hij een uitgave aantoont
die niet is gedaan. Weigert de fiscus dit, dan
staat men bij den Raad van Berocp sterk.
De heer Busch oordeelde, dat veel afhangt
van Tfeit met welken inspectcur men te doen
heeft. Boeren die niet bruta&l gmaeg ais-