Aikmaarsche Courant ParUsohe Gauserieen. Brieves nit Berlijn. N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms, COSTER ZOON, Voordam G 9. ALKMAAR. Zaterdag 21 April. Belast zich met: het vervaardigen van ALLE Drnkwerken, het plaatsen van advertentlen In alle bladen, het leveren van alle Binnen- en Buftenlandsche Boeken. het leveren van abonnemen- ten op alle Binnen en Bniten- landsche bladen. Ko. M W2* Hondard YDf an Twlntlgste Jaargang, pRINSEN IN BALLING SCHAP. (Van omen Parijschen Correspondent.) (Nadxuk verboden). Parijs, 15 April. In een zeer eenvoudig restaurant aan den boulevard de Montparnasse, het kleurige, cosinopolitische „Caie de la Rotonde", waar men steeds het vreemdste mengelmoes aan- treft van al'le rassen, alle stanaen, alle talen en alle ambachten dier wereld, heb ik dezex dagen de eer gehad ik zeg het zonder lro- nie doch tevens zonder dwaze zelfverheffing - 'het avondmaal te gebruikea in gezelschap van ten prins van konmklijken bloede. Ik heb wel geleerd mij over niets meer te verbazen, deze laatste jaren. Russische prin- jessen, graven en hertogen loopt men hier om ioo te zeggen elken dag tegen het lijf, en er zijn er die zich niet het minst op hun afkomst laten voorstaan. Prinses Bariatinsky, vrouw van den adjudant en jeugdvriend van den Czaar, belde op een goeden dag bij ons aan, Kintroduceerd door eem gemeenschappelijken vriend, om mij een aanbeve'ing te vragen voor een Franschen uitgever, die misschien iaar memoires zou willen koopen. Prinses Qrbeliani ontmoette ik in een juwelierswinkel in de rue de la Paix, waar deze nobele vrouw van een zeldzame beschaving de boeken bij- houdt, tegen een honger-ioon. De graaf Gou- dovitch trachtte mij een patience-spe1 voor de huiakamer te verkoopen De gravm Orloff, van keizerlijken bloede, breidt haar jumpers met Russische motieven voor een maisom de couture. Dat zijn.... de gearriveerden. Zij die sr zich doorheea slaan, die dank zij hun op- Yoeding, hun intelligenitie en moed, zich heb ben we ten te redden in het leven. De ande ren de ttakkers die niets weten of niets kunnen parasiteeren op hun of op ander- mans zak. Russische adel is alledaagsch geworden, en niemand kijkt meer op wanneer hij gepresen- teerd wordt aan zulk een hooggeti telde groot- heid met Slavischen naam. Maar als in een vrij rommelig caf£ een uwer kennissen een heel gewonen jongeman nfcebrengt, die zich alleen door een fijn aris- tocratisch gelaat een weinig van de anderen onderscheidt en gehoort achteloos den naam noemen van uw nieuwen kennis: Son Altesse Royale de Prince Georges de Bourbon d'Es- pagne.... dan slaat er, in uw democratisch ge- moed, toch wel even een snaar aan 't tril- len. Ik ben nooit een bolleboos in genealogie ge weest. Zooveel wist ik er echter wel van, dat het mij bekend was, dat de Bourbons d'Es- pagae, neven van de Bourbons de Parme, behooren tot den zuiversten en nobelstem ka- tholieken adel van Europa, eft dat zij zelfs buitengewoon gegronde aanspraken ma ken op den Spaanschen troon. Dank zij him irootvader, die ook de grootvader van koning Mfonsus was, mogen zij zich nu niet eens vertoonen in Spanje. De moeder van prins Oeorge is een keer aniderhalf uur in San-Se- bastiaan geweest. Toen kreeg men lucht van haar aanwezigheid en kwam de politie haar beleefd doch zeer dringend verzoeken, weer aan den anderen karnt van de grens te gaan. Prins George, voor den oorlog een rijk man, had ten gevolge van den oorlog en de (febhcle der Oostenrijksche kronen, waario, de familie haar geheele bezit belegd nad, vrijwel alles wat hij had verioren. Aan het front heeft hij de zaak der geallieerden gediend als aviateur. Zonder nafionaliteit,, daar Spanje bem het paspoort weigerde en Frankrijk hem ook liever niet als eem zijner burgers erkende, heeft hij geopteerd voor Italie en officieel is de famiilie thans Italiaansch. Hij leeft me; zijn moeder en drie jongere broers bescheiden in een klein hotel te Parijs en het is zijn am- bitie... taxi-chauffeur te worden. Hij werkt bard voor zijn examen. A'ls hij slaagt, kunt ge binnenkort de onderscheiding genieten, bij een bezoek aan Parijs, uw kostbare body toe te vertrouwen en hem* na een welvoibrachte rit eenige stuivers fooi in de haind te druk- ken. Evenals ge dit nu reeds doen kunt aan dien grooten generaal, die eenmaal het lot van Rusland iim zijn handen had en die zich thans eveneens met het stuurrad van een huur-auto tevreden atelt. Die prinsen van Bourbon d'Espagne of de Parme want ook de broers van ex-keizerin Zita levenl uiterst eenvoudig te Parijs zou- den weinig moeite hebben om in Amerika of elders hun vorstelijk blazoen te vergulden met behulp van de dollars van een of anderen beef-packer of petroleum-kon ing-sch o oupapa Doch daar zijn zij te fier en te fatsoenlijk voor. En liever <fen zichzelf te verkoopen, werken zij hard en zoeken eerlijk den kost te verdienen voor zichzelf en hun familie. Zij Khamem zich niet, wanneer hun pak eens wat versleten is, en... als zij lijden moeten... lijden zij in stilte. Noblesse oblige. Maar onze tijd is rijk aan vreemde tegen- stellingen. Als ge door het frequenteeren van al deze grootheden in verval misschien eens al te veel het respect voor parel-kroontjes en azumrveldeni mochitl verioren1 hebben, dan is er om *t weer terug, te vinden nieis zoo heilzaam als eenige nummers van de Action franfdse. Ge behoeft het royalistische nrgaan van Leon Daudet geen week lang te lezen, of ge voelt u mkstens een halve eeuw jonger op heralt- disch gebied. Opdenzelfden dag, dat de dochter van den boning van ItaliS in het huwelijk trad met een eenvoudigen kapitein van het leger, die bij gebreke van andere titels althams de veraienste had van in haar smaak te vallen, heeft een prinses van koninklijken bloede haar vertoving bdoend gemaakt met een jong Fransch offider, half van adel en half „par- venu" (zijn moeder was een Schneider en zijn vader een kldne markies de Chaponiay, we- duwnaar nog wel). De prinsese Genevieve dGrl^ans, dochter van den due de Vendome, nicht van den ko ning van Belgie, is 'n braaf meisje, dat alle vorstelijke partijen heeft afgewezen, welke men haar achtereenvolgens aangeboden had, on op den uitverkorene van haar hart te vtehtan. Zij heeft dezen gevonden itni dien ex- editgenoot van haar vrtentGn Diane de Cosse- Brissac opnieuw vrijgezel geworden. En daar valt niets op aan te merken. Maar ge wrijft u de oogen uit, als ge het avootuur leest, vertelt door de Action fran- (aise. Ziehier een proefje: L'union qui a re?u jeudi dernier son pre mier sceau, a l'approbation pleine et entifere de Monseigneur le Due d'Ckltens qui, par Lettres patentes, a d^cid^ que S. A.R. la Prin- cesse Genevieve conserverait ses litres d'Al tesse Royale et de Priincesse d'OrWans avec tout les droits et privileges qui y sont attaches. (De echtverbintenis welke j.l. Donderdag haar eerste bezegeling ontvangen heeft, draagt de voile en algeheele goedkeuring weg van Mon seigneur den Hertog van Orleans, die, door middel van Patentbrieven, besloten heeft, dat H.K.H. de Prinses Genevieve haar titels van Koninklijke Hoogheid en Prinses van Orle ans behoudem zal, met alle rechten en voor- rechten daaraan verbonden.) Ik vermoed, dat de aanstaande gravin de Chaponay zich niet veel l'aait gelegen liggen aan de meening en goedkeuring van den „chef de la Maison Desnoods zou zij het ook wel zonder deze hebben ge- daan. Doch het mooiste komt nog. Na eraan herinnerd te hebben, dat papa Schneider minister en voorzitter was van het Wetgevend Lichaam onder het Keizerrijk, dat de markiezin de Chaponay, de moeder van den aanstaande, van de regeering der republiek de medaille de la Reconnaissance Francaise in vermeil ontvangen heeft voor haar toewijding, betoond jegens de zwaar ge- womden en het kruis van het Legioen van Eer voor den steun dien zij verleend heeft aan de bevolking van het verwoeste gebied (zij was een Schneider, dus het kostte haar niet veel) voegt de Action franfaise eraan toe, dat... de zuster en de zwager van den verloofdef de hertog en de hertogin de Levis Mirepoix fe raadt het in geen tienen groote vrien- en zijn van de courant, en het blad beslult, op den ernstigsteim toon ter wereld Ainsi, pour oette union, la Maison Royale de France hotore les services de tout ordre rendus h la Patrie par une lign4e de gentils- homtmes et de bons ritoyens. (Aldus eert het Konimklijke Huis van Frankrijk voor deze echtverbintenis de diensten van allerlei aard, aan het vaderland bewezem door een rij van edellieden en van goede burgers.) Zijtn ze niet kostelijk, die „camelots du Roy Indien mijn sympathie kiezen moet, dan gaat zij toch maar liever naar dien preten- tieloozen jongeman, even goed van koninklij ken bloede, die in het wreede, praalzuchtige Parijs met harden handenarbeia een eenvou- dige, vaak onbelegde boterham verdient voor zijn moeder en zijn. drie broers en die zich gelukkig zal achten wanneer hij vamdaag of morgen op een taxi zit. LEO FAUST. No. 79. Een roode Paschen. De Rijks- dag in rouw. EHende en vereen- zaming. De dichter-burgemiees- ter. Gebroken harten. De nood van de familie van Richard Wagner. t- Berlijn wordt met plakkaten be- plakt. Telkens, wanneer op een gedenkdag of een kerkelijken feestdag de gedachten terugzwe- ven naar het verleden stelt de Duitscher met bittere gevoelens in het hart vast, hoe ©ntzag- lljk veel armer zijn leven geworden is, hoe treurig het is. Toen we aan het einde van het vorige jaar Kerstfeest vierden, zuchtten we: Nog nooit hebben we een zoo droevig Kerstfeest gevierd. Toen nu het opstandings- en voorjaarsfeest naderde, zei een ieder tot zijn buurman: Nog nooit troffen de feestdagen van hoop en geloovig' vertrouwen ons zoo ellendig en wannopig aan. Een „Rood"Paaschfeest was het. In de ernstige Stille Week knetterden in Essen de machinegewerem; een dozijn flinke, onschul- dige arbeiders viel aan het bloedbad ten of fer. Berlijn is ver verwijderd van Essen, maar het kwam ons Berlijners voor, als waren we zelf door deze kogels getroffen. Aan de on- telbare lasten, die de bezetting van het Ruhr- gebied met zich bracht, aan de uitwijzingen, gevangennemingen, veroordeelingen, roove- rijen, vernederingen van allerlei soort voegde zich nu te midden van dem zoogenaamden vrede een militaire aanval op een weerlooze volksmassa, die er heelemaal niet aan dacht. de gewapende, vijandelijke macht tegenstand te bieden. De groote zittingszaal van den Rijksdag werd voor deze gelegenheid weer in een treurzaal van rouw veranderd; want op denzelfden dag en op hetzelfde uur, dat in Essen vele honderdduizenden de doode arbei ders naar hun laatste rustplaats begeleiddien, hadden zich ook de vertegenwoordigers van de Duitsche regeeiing en van het Berlijnsche openbare leven vereenigd, om de vermoorde landgenooten aan de Ruhr te herdenken. Met donker dennengroen en diep zwart was de zaal van den Rijksdag versierd, de verhoo- ging van den president met zwart, rood en goud, de kleuren van de Duitsche republiek behangen, terwijl daarboven de beeltenis van den nieuwen Rijksadelaar die geen scepter, geen kei'zerskroon en geen zwaard meer draagt zweefde. Er waren, afgezien van het fcperkte aantal vrouwelijke Rijksdagaf- gevaardigden, ie de reusachtige ruimte slechts mannen verzameld, maar in aller oogen schermerden tranen van ontroering, toen aan het slot van de plechtigheid de rijkspresident Ebert eni rijkskanselier Cuno van het podium der regeeringsbanken daal- den, om de vertegenwoordigers van de Krupp- fabrieken, die uit Essen naar Berlijn gekomien waren, en de deputatie van de Duitsche ar beiders de hand te drukken. „Hoe lang nog", riep rijkskanselier Cuno in zijn treurrede'uit, „zullen de volkeien der wereld wachten, totdat aan dit waanzinnige en gruwelijke machtsmisbruik een einde ge maakt womt?" Wij Duitschers weten echter maar al te goed, dat het voor de naburige volkeren geenszins gemakkelijk is", in het verschrikke- lijke conflict, dat nu reeas een kwart jaar duurt. in te grijpen. We weten immers ook. hoe licht de ziel van den mensch afstompt jegens beridrten, die altijd weer van d« ellen- de m het lijden in een ander land melding maten. Duitschland la WaarMljW^V op hert oogenblik voor de wereld een gebied, van- waar men gewend is slechts kwade en treu- rige tijdingen te ontvangen. En zoo treft ons in ons ongeluk ook nog het neerdrukkende ge- voel van vereenzaming. Een Duitscher te zijn eens was het een trots, op het oogen blik is het bijna een vloek geworden. Nu, we willen ook dezen v'oek trotsch dragen... In oude romans leest men zoo nu en dan, dat iemand, wien slechts teleurstellingen ten deel zijn gevallen, aan een gebroken hart sterft. De doktoren hebben dikwijls glim- lachend bestreden, dat iets dergelijks als doodsoorzaak mag worden beschouwd en ze voor een dichterlijke uitvinding verklaard. Het kan waar zijn. Een ziekte, waarbij het hart letterlijk in stukkeu breekt, zal in wer- kelijkheid wel niet bestaan. Maar als een man door de diepe smart over het ongeluk, waarin zijn vaderland gestort is, innerlijk z6d geschokt is, dat hij zijn psychische en phy- sieke weerstand verliest om een: ziekte te over- winnen, in dat geval mag men toch misschien deze medisch wellicht onjuiste uitdrukking bezigen. Ontelbaren zijn de laatste jaren op deze wijze aan „gebroken harten" gestorven. Tot hen behoort eem man dien de Berlijnsche be volking innig liefhad: de vroegere Berlijn sche burgemeester Dr. Georg Reicke. Hij nam in onze stad een eenige plaats in, want hij was gelijkertijd een hoog ambteoaar pn- vermoeibare arbeidskracht en een ditJer. Dat is hem door de strenge heeren oud- pruisische bureaucraten dikwijls kwalijk ge- no eg genomen en in den grond nooit verge- van. Vooral daar hij als dichter een. vrije, on- afhankelijke wereldbeschouwing verkondig- de, die men in het keizerlijke Duitschland m officieele kringen haatte en vreesde. Als jonge „Regierungsrat" had hij reeds een tooneel- stuk met den veelbeteekenenden titel „Frei- licht" in het „Berliner Theater" laten op- voeren. De pruiken 9Chudden in ontzetting heen em weer. Maar de zonnige, beminnelijke peraoonliikheid van Georg Reicke overwon alle tegenstand. Hij werd burgemeester van de hoofd- en residentiestad en genoot een po- pulariteit, die van jaar tot jaar groeide. Steeds weer verschenen ndeuwe tooneelstuk- ken van hem, steeds kwamen nieuwe romans van hem uit, maar tegelijkertijd was hij de stipste, betrouwbaarste leider van de ambts- zaken en de beste redenaar, als er in het pu- bliek het woord voor de burgers gevoerd moest worden. Reicke is het slachtoffer geworden vaim het lof, dat zoovele bekende mannen in Duitsch land getroffen heeft. Toen ik gedurende den oorlog met verlof naar Berlijn kwam en ik hem zag, schrok ik telkens weer van de sporen: van langzaam verval, waaraan de knappe man met de hooge gestalte ten gron- de ging. Hij leed onder de zware zorgen der stad en hij leed niet minder onder de slechte voediing in den tijd van de hongerblokkade. Ontelbare anderen beleefden netzelfde hier echter aanschouwde men bij een voor- aanstaande persoonlijkheid de gevolgen van de algemeen heerschendem toestanden. Reicke wilde en ook dat deden velen met hem van den nood een deugd makenhij werd ve getans, om zoo door een principe over het nijpende gebrek aan vleescnvoeding heen te komen. Maar zijn lichaam verdroeg de ye- getarische theorie niet, hij viel verschrikkeliik af en de dood is thans het einde geweest. Ik vertel dit alles slechts, omdat het geval zoo veelzeggend is. Daarvan weet de buitenwe- reld niets. De vreemdeling, die in Berlijn komt en in de restaurants en nachtlokalen de „Schieber" niet brassen, vermoedt niet, hoe juist de rijen van de beste Dukschens, die meestal niet rijk met aardsche goederen ge- zegend zijn, en wien ook de egoi9te geweten- loosheid omtbreekt, door het gebrek van den oorlogstijd en de zorg van de jaren sedert Versailles geteisterd zijn. Men ging daar aan wel niet onmiddellijk ten gronde. Maar de doodelijke kiem sloop in de ziel en in het lichaam en woekerde daar verder, totdat het vernietigingswerk beeindigd was. iln't oog springende gevallen toonien het best, hoe het met Duitschland gesteld is. Ook aan onze larmoede wordt in net buitenlami dikwijls getwijfield daaromi is het leerrijk te hooren1 in welke benarde omstandigheden zich de familie van eem der grootste Duit schers van de vorige eeuw bevindt: de fami lie van Richard Wagner. Ook in Duitschland zelf is mem door de feiten, die zoo juist be kend geworden zijn, verrast. Mem gefloofde steeds, diat Mevrouw Cosima Wagner en haar zoon, Siegfried Wagner, rijkte mensohen warem. De tantiemel's van de opvoeringen van de opera's van Wagner moest en, dachf mens, tiemtallen jaren lang, reusachtige som- men bedragen hebben. Nu hoort men dat Mevrouw Cosima, de dochter van rranz Liszt en sedert een mensdienleeftijd de trou- we bewaaksler van de legaten van Richard W/agner, in die moedlijikste omstandigheden is geraakt. Want volgens de wet, ontvangit de familie, nu het meer dan 30 jaren geleden is dat Wagner stierf, heden totaal geen tan- tifemes meer. De rente van 'het vermogen ech ter, dat d'e verwanten van den meesiter bezit- ten, is nog niet voldoendie om de kostem der verwarmingi van de villa „Wahnfried", die Richard Wagner zich in Bayreulh heeft laten bouwen;, te dekiken. Bovendieni komt nu aan het licht, dat de inkomsten van de familie Wagner in werkelijkheid nooit zoo groot ge weest zijn. als aangenomen werd. Wagner bffiohikte in zijtn leven eigenlijk noodt over geld. Zoo heeft hij meerdere malen opera's aan groote schouwburgeni tegen: een bepaai de somi verkochf zoodat hier de tantiemes volkomen vervielen. Aan de Bayreuther Festspiele heeft de familie in geen geval iets verdiend, want volgens de stremge en trot- sche auteurswetten, die Richard Wagner aan zijh grootsche scbepping in deze kleine Beiersche stand ten prondslag legde, komt het batig saldo van ae opvoeringen in de Festspiel-jaren ten goede aan het fonds van de Festspiele. Verder ontvingeni, hetgeen in- derdaadi jaarlijks geschiedde, onbemiddelde musici beurzen om de reis naar de Festspiele te Bayreirth te kunnen ondernemen. Kortom, de stroom van geld vloeide nooit bijzonder rijikelijfc in de kas der familie. En nu moet de vijif- en taehtigjarige mevrouw Cosima uit haar bezit herinnenngssitukkeni en waarde- volle voorwerpen. van allerlei aard verkoo pen1, om zich ooven water te kunnen houdem. Dat is em feit, dat de teactand van de Duit- adhe buuitenaani toabnt, xoeale gem under bet MtAetenen sou. iMen wil, zooals 'hot op het oogeflblik heet, met buitengewone maatregelen ingrijpen. In verscheidenen steden willen de schouwbur geni, ofschoon ze niet meer er toe verplicht zijln, nu toch een gering percentage van de inkomsten 'bij. de opvoeringen1 van Wagner's opera's aan de oude vrouw in „Wahnfried" overdragen. Maar is het niet afschuwelijk, dat de totale ornmekeer in de economische verhoudingen in Duitschland er toe leiden kon, de verwantieni van een genie als Richard Wagner, tot araoede te doeni vexval'Len? Wie weten wil, hoe zeer we verannd zijn, die behoeft slechts het stadsbeeld van Berlijn in oogenschpuw te nemen. Het bestuur van de Duitsche hoofdstad maakt schuldi op schulden. Het inoet nieuwe bronnen van in komsten zien te vinden, en zoo is het er toe gekomen, alle inogelijke openbare plaatsen, op straten en pleinen, als reclame-doeleinden te verpachten! Want de reclame bloeit. Ze mioeten bloeien daar alle takken van industrie zich de grootste moeite moeten: geven, hun waren te verkoopen. En 200 heeft dan de stad Berlijn een complex van verdragen met onderneinera gesloten, die overal plakkaten en nog eens plakkaten aanbremgen. Op de Eleinen worden kleine perceelen grond ver- uurd'; aardige kiosken, van onder tot boven met plakkaten' bcplatot, verrijizen daarop. Ook nieuwe kleine ..wisselkamtoren'" schieten. uit den grond pa Voorschijin, opdat iedere voor- bijganger in staat gesteld worde een beurv speculatie te wagen f Op de boeken zijn reclainezuilen gebouwd, in groote aantallen. De oudere zullen zijn vergroot. Groote borden staan op de trottoirs en belemmieren het vcrkeer. Dat is nog niet voldoende. Ook de dragers der straatver- lichting, de ijzieren stangen1, die de borden met de straatnamen dragen, zelfs de masten van de leidimg der electnsche trambaan wor den met groote en kleine, bonte en schreeuwenae plakkaten en aankondigingen behangen, Als dat zoo door gaat, xal Ber lijn er binnenkort uitzien alsof't onafgebro- ken oarnaval viert. Op verscheidene plaatsen ill de stad stonden electfische klokken een noodxakelijkheid in een groote stad, want de duizenden op straat moeten in: de mogelijk- heid gesteld worden te weten hoe la at't is. Maar het onderhoud van deze klokiken werd te duur. Mten keek er met meer naar om. Met verwondering ontdekt heden de bezoeker van Berlijn, dat ze alien, en altijdi op 12 uur staan, dat wil zeggeni, hun wijzcrs bewegen zich niet meer van dieze plaats. Maar deze klokken waren ook electrisch verlicht. En daar het te duur was, ook deze electrische leiding weg te nemen, heeft men ze gelaten waar ze was. Zoo zijn de klokken's avondis en1 's nachts du® feestelijk verlicfht en functio- neerem niet. Dat is zeker eenigszins komisch. Maar bet is ook tragischi; een spookachtig teeken, dat ons voortdurend aan onze armoe- de herinnert. Dr. MAX OSBORN. door Jet van Strien1. In de achfste maand zijns hondenlevens aangeland, werd Robbie overheersaht door duisiere vernielinigsneigiingen. V66r dien had hiijl zekere igemati'gde vreugden igekend bij het, met behagelijk gegrom, aan. flaiden. scheuren, van al hdgcen een lap gedeek en was slechts zdjim bloed moordenaarsheet geworden bij het ontwaren) van een kat. Daarvoor had hij, van- af zijn priille jeugd, een- sprong, dwar3 door een1 glasruit, prikkeldraad of ituin-afsperrmg- van-'kippenjgiaas overgehad en zelfs de weten- schap dat tot de gevolgen behoorden katten- nagelkrabbells en mogelijke straf van. de nim- rner vollledig begrijpende bazen, weerhield hem niet Maar, als gezegd, ia de achtste maand van zijn bestaan, overheerschte hem de donikere lust tot vennieleni ganschelijk. En de verlei- ding was groot. Waarom plaatsten1 de men- schem kussens op bank en stoel, vlak onder zijlni bereik? Waarom hingen ze handdoeken en dweiilen e.a. jufat zoo, dat hij ze voor het ■grijpen. had? Waarom sleepten de gordijnran- den tot laag biji den grond. Toen Robbie, 6en divankussen geheel, een tweede bail, een mouw van een peignoir, dc bamdien van een,' sohort der dienstbode, een lee- reni riem van de buren gestolen! eenige kopjesdoeken en een paar wildlederen heeren- handsdhoenen,' met drukknoopen en. al, ver- slonden had, meende het .gezini, dat voor zijn onderhoud zorg droeg, dat hij! eenige aflei- d'ing behoefde. Om hem deze te verschaffen werden1 wandelingen georganaseerd. En toen toevallig bleek, dat debaas in die onaangena- me periode zijWB 1 evens was gekozen, waar- op zelfs de mins'j ijdele man er toe moest over- gaan zijn haar te laten1 knippen, werd Robbie zijn geleidfer naar den1 kapper. Htet wias een- deftig kapper. Parterre waren. zijn salons voor heeren, op de bel&age liet de vrouwelijke clientele haar schoooste sieraad wasschen, punten, verven, friseeroi', ondulee- ren' volgens Marcels onsterfelijke methode en zoo meer. Eire reikte de na+uur niet om haar een weelderige gelaatsomlijsting ie schenken, dan sprong in deze mysterieuze, teerbeige ge- lakte salons, de ikunst biji Daar ijdelheid geenszins aan een leeftijds- grens gebonden. is, en: de eigenaar der zaak bovendien onder de niet meer zeer jeugdige dames een uiigebreied clientele had, was hij er toe gekomen om vooral grijsr:intige pruiken en pruikonderdeelen tot specialite ie la mai son te maken. Bij! hem kreeg men het beroem- de ziilverwitte dameshaar zoo goed' als het banale peper-en-zout crepeetje. Robbie was met deze details zoo min op de boogie als zijln baas. Hij1 snuffelde een vreemde, zoetiige liucht met zeker behagen in, toen de baas de salons parterre betrad en een1 jeugdigi en zeer sierlijfc gekapt jonikmian hem onder handen nam. Robbie zat er Mj en keek toe. Aardige hond, m'nheer," prees de sier- lijk-gekapte. De baas zweeg wijsgeerig. H5| bad een crilling lang® Robbie's rug zien' loopen Daarop ging een zijideur open. Robbie ver- hief zich 'geluidloos en glipte door deze zii- deur. Ze kwam uit in de gang, waar zich de trap naar de bel-£tage bevond. De baas wist dat niet, Rlobbie evenmin. De eerste schikte zich gelaten, ofschoon met vrees in't hart, in de veidwijning, de laatste snuiffelde naar het avontuur. HBji verdween' schielijk in de rich- ting van de trap. Da iierliik-gekapte had dm bans ateeUiff ftl daoi de hellt van eija ovenollige haarvacht bevrijd, toen' de zdjdeur opnieuw, maar nu met een zwaren en triomiantelijken bans, geopend werd. Toen viel een ijizige en' angstaanjagende stilte. In de deur-opening stond, den kop fier otm- hoog gehevert, Robbie, zijn geel-bruine oogen uitdagend itintelend. Uit zijf rnuiil bungelden links en reohts slienien kostelijk ziiverwit da- mesbaar. Hlet zat om zijn neus gewonden en vermoedelijk oo|k om zijn gebit, w:ant bij slii- te een paar maal grommend. Toen kwam hij, joyeus, met zdjoi built op den baas af. Maar nu lag ook ae stilte der ontzetting verscheuxd. „M'heer" huilde de sierlijk-gekapte, schel, „dat haar kost 40 per gram. Het is van gravin..." De naam van ae gravin doet er niet toe. De baas berekende in bliksemsne1- heid de zwaarte van 't geen Robbie in zijn bek droeg en werd bleek. De sierlijk-gekapte echter besloot, in wanhoop, tot direct® actie Hij sloot de oogen, hield zich stijf en liet zich toen onverwacht als een blok boven op Robbie vallen. Bobbie toonde zich onthutst en ook de baas schrok. Maar de sierlijk-ge kapte bleef jammerend op hem liggen, stijf als e'en plank, en huilde: „Haal dat haar uit z"n 'bek, m'nheer, of ik word ontslagen. U krijgt de schade en ik m'n ontslag. Haal dat haar uit zijn bek, dan kan alles nog goed ko men." Toen kinielde, dwazelijk met balf-geknipt haar, de baas naast Robbie, die gromde en niet tot overgave bereid1 bleek. H'et kostte groote mspanning, maar de baas, 40 per gram" indachtig, won het. Daarna stond de sierlijk-gekapte op en: verdween ijlings met het geredde. Stralenid en glimlachend kwam ■hij enkele seconden later terug en flu-iterde den baas in dat de pa troon niets merkenizou. Robbie lag nu aan den. ketting, die om dfs bazen vuist wias gekneld eni steunde mismoedig den kop op de voorpooten. De baas werd verder „afgeknipt". De sierlijk-gekapte gaf hem, met boven- aardsche minzaamheid, een: friction, begroet- te gliml'achend een: nieuwen 'riant. Daarop snoof Robbie, fel-minachtend, wendde den kop en vrat al 'het afgeknipte haar van den baas op. 4 „Nu behoevem we niet te vegen glim- lachte de sierlijk-gekapte en: hield buigend de deur open voor den baas, die zichzelf be- zwoer nier nimmer te zullen1 weerkeeren. Stadsnieuws BOND VAN OP COoPERATIEVEN GRONDSLAG WERKENDE ZUIVEL- FABRIEKEN IN NOORDHOLLAND. Na de pauze gaf de beer J. Dokter te Alk- maar een inleiding over het belang en de wen- scljelijkheid van de inrichting van een orga- nisatie voor landbouwboekhouding. Spr. gaf verechillende vooTbeelden, waaruit bleek welke groote voordoelen er in het land- bouwbedrijf door boekhouding behaald kun nen worden. Het behoorlijk rangschikken van kwitantien, het bewaren van afschriftcn van belastingaan- giften en het aanteekenen van betaaide belas- tingbedragen is al zeer noodig. Een eenheid in deze kan door een centraal bureau verkregen worden Het vormen van statistieken kan van groot belang zijn voor de toekomst. Hoofdzaak is te voorkomen, dat men on- billijke aanslagen krijgt. In Friesland heeft men dit idee uitgewerkt en een centraal bureau opgericht. Spr. deelde mede hoe het bureau werkt. Elke 14 dagen moeten de leden een staatje van hun ontvang- st.en en uitgaven indienen. Het bureau maakt uit deze gegevens de bclastingbiljetten in orde en gaat desnoods ook voor het lid in berocp. Aan het eind van het jaar krijgt ieder lid een boekje thuis, waarin alles is aangeteekend. Bij entree betaalt ieder lid 10 en verder een 20 a 30 per jaar. Spr. was overtuigd, dat binnen niet te lan- gen tijd uit de leden oen voldoende drang op het bestuur zal worden uitgeoefend, om te ko men tot een bureau van Centrale Boekhou ding. (Applaus.) De heer Eriks vroeg of het den heer Dok ter bekend was, dat van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw een dcrgelijk bureau al eenige jaren met succes werkt, door cursussen voor uniforme boekhouding. E)e deelncmers blijven met de H. M. v. L. in con tact en zoo noodig reclameert de H. M. v L Den heer Dokter was dit niet bekend. De voorzitter deelde nog mede, dat Let sa- laris van den boekhouder van de H. M. v. L reeds gedekt wordt door de verschilende bij.- dragen. Spr. zou er echter niets op tegen heb ben wanneer ook andere vereenigingen zich met dit werk gaan bemoeien. Een boekhou ding is echter nog niet goed door een goede bij'houding. H'et is dikwijls gebleken, dat de best biigehouden boeken de onbetrouwbaar- ste bleken. Een kas boek met alle uitgaven en ontvangsten is voldoende, mits men van den fiscus vordert dat hij een uitgave aantoont die niet is gedaan. Weigert de fiscus dit, dan staat men bij den Raad van Berocp sterk. De heer Busch oordeelde, dat veel afhangt van Tfeit met welken inspectcur men te doen heeft. Boeren die niet bruta&l gmaeg ais-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 9