AlKmaarsche Gourant
Eindelqk weergevonden
Hondard Vljf en Twlntlgste Jaargang.
Zaterdag 28 April.
In en ons de bo olds tad.
Feuilleton.
So. 99 *9SS
XXIV.
(Nadruk verboden.)
Het „nuuwd' Stadkuis.
Men is begonnen met de uitvoering van
Ijet Raadsbeshiit om bet! Amsterdamsche
stadiiuis te verbouwea; er zullen eenige hui-
zen grenzende aan het voormailige Prinsen-
jiof dat nu al jarea dienst lieeft moeten
doen voor iets, waarvoor het nocit bestemd is
geweest, t.w. voor „gemeentehuis" in eea tijd
van zicli steeds uitbreidende gemeente-bemoei-
ing met al dea daarvoor noodigea en, niet
te vergeten, ook onnooddgen rompstomp
widen afgebroken en zooals dat bij alle ver-
bouwingen van dergelijken aard is, zullea
eeaige gemeeate-dienstten zich gedurende
eemgen tijd moeten behelpen, om oaaraa be
ter gehuisvest te zullen wordlen.
't Is geea overdadige weelde, datgene wat
de gemeente zich nu zal gaan veroorloven,
want al sedert jarea en jaren zijn veto takkien
van den gemeentedienst voor hun adiministra-
tieve doeleinden gehuisvest in reeksen onmo-
gelijke vertrekken en't werd tijd dat er verbe-
tering kwam. Het is zeker eea voldoening voor
den huidigea energieken wethouder van pu-
blieke werken, den heer Ter Haar, dat hij het
dan toch tea alotte gedaaa heeft wetea te
krijgen, dat de Raad eeaige honderdduizm-
den voor den verhouw heeft gevoteerd en men
rich aan den O. Z. Voorhurgwal voor de
eerstvolgeade toekomst beter zal kunaen in-
rich ten.
Voor de eerstvolgende toekomst, want met
hetgeen nu gebeurea gaat is de stadhuia-
kwestie te Amsterdam feitelajk van de baan.
De kzer weei hoeved1 diaar jarest en jar»?Q -
over te doen is geweest. Wat -al boeken, bro
chures, artikelen zijn er geschreven aver de
vraag of het oude Stadiums op den Dam.
(■hans dienst doende als koninklijk paleis, niet
weder als zetel van het stadabestuur in eere
zou kunnen worden hersteld; voor- en tegen-
gtanders hebben er zich over laten hooren,
doch de conclusio is dan toch geweest, dat het
gebouw van Van Campen niet voor een 20ste-
eeuwsche secretarie dienstig is en zoo stond
men dus voor de keuze: een nieuw Stadhuis
elders, of hetgeen thans als zoodanig dienst
doet verbouwen en vergrooten.
Tot dit laatste is het nu gekomen ik zou
zeggenhelaas! Nu reeds honderd' en vijftien
jaren zetelt het gemeentebestuur van Amster
dam in het vroegere Prinsenhof. Wanneer mien
de oude geschiedboeken. over deze stad na-
slaat, zal men daarin iherkwaardige p'afcen
kunnen vinden, die dat vroegere Prinsenhof
in vogelvlucht doen zien. Het zag er toen
heel wat anders uit, dan nu het geval is en
het zag er, toen het nog werkelijk Prinsenhof
was, reeds anders uit dan lang voor dien.
Want eeuwen geleden stond op de huidige
plek het oude Gecilden-Klooster, dat in 1578
door de stad in bezit genomen werd eta toen
mgerich't voor het verblijf van vorsten en
prinsen, die Amsterdam kwamen bezoeken
graaf Leicester heeft er getogeerd; Prins
Maurits heeft er intrek genomen; Maria de
Medicis heeft er eenige dagen als gast van
de stad, aan Amstel en IJ, vertoefd.
Later, toen het Heerenlogement gereed was
en de stad haar hooge bezoekers waardiger
zou kunnen herbergen, heeft het Prinsenhof
een andere bestemmiog gekregen. Het werd
in 1597 betrokken door de Admiraliteital-
lengs ging het geheel aan dit college over en
deze breidde het nog uit de gevel aan die
rechterzijde van' de plaats, in dat gedeelte
waarin nu nog de vergaderzaal van den Raad
en de kamer van B. en W. zich bevinden, ge-
tuigt daar nog van.
Torn hebben wij dien tijd van den grooten
Napoleon gekregen, waardoor ons land fei-
telijk wingewest van Frankrijk werd met Lo-
dewijk Napoleon als koning. Deze besloot
Amsterdam tot zijn residentie te maken en
verkoos zich het sitadhuis op den Dam tot
paleis, de zetel der stadsrepeering zou dan
overgebracht worden naar het Admiraliteit
gebouw, hetwelk daartoe door het rijk aan de
gemeente Amsterdam zou worden overgedra-
gen.
Daar is in die dagen heel wat tusschem
's konings ministers en de vroedschap van
goed", zei majmlheer. Hoi dien. „Stuur haar wait
(thee; alle vrouwen hebben graag thee, als
zdji hoofdpijn, hebtben: en als ik jou was, Ro
se, zou ik haar ndet lastiig vallen met praten.
Alls ziji morgenochtend) niet beter is, aou Ik
om den dofcter sturem, als ilk jou was."
Rose trok haar mooie wenkbrauwen op,
en knikte toen versitandig. Ziiji daeht, dat zij
heel goed; wrist, wat Sydney scheelde die
een van die vervelende, tragische menschen
was, die de zaken nriet kalrn opnemen. Het
w as zeker die geheiimzininige uefdesgesdhie-
denis.
„Is za| dus met u thuis gekomen, papa?
Waar was zijl geweest?"
wIk denk boo-dschappeni gedaan. Zij was
bevangen door de warmte, en rusilte iuit an
den St. Maariens speeltuin, em de jonge
Ogilvie hielp haar.
JLaurensi Ogilvie!" riep Rose uit en ze
ihield op. Ze had eenl nieuwe gedachte.
..Ik wisit niet, dat ■zij1 Laurens Ogilvie ken-
die zei ze.
„Ik stuurde hem met eenl brief je voor haar
deri eersten dag van haar aankomst", zei
imijinheer Holdlen, .,maar ik wist niet. dait zaj
de kennasttnakinig nad voortoezet. Je moest
haar maar eens uitleggeni, Rose, dat Ogilvie
niet in een) positie is, om aan eenl van je bei-
den vriendelijkfaedjeni te bewijlzen.
Hiji wachtte niet op een; antwoord en toen
Rose alleem was, lachte ze even biji zichzell.
„Arme papa! wat is hiji argeloos! Maar
was 'het Laurens Ogilvie wel? Ik meende ze
ker, dat het Philip Massingham was. Mis-
■Hhloni zal sjl het me cu wtollen. Ik sal
naar haar toegaan."
Zij ginig dus naar boVe% maar vond Syd
ney zoo Meek en uifgeput dat hoe opper-
vlakki'g ze ook was ze haar niet met vrai-
gen wrlde lastig vallen. Zii deed' zelfs, wat
naar vader gezegd1 had en bracht haar nicht
je thee, die Sydney dankbaar aannam1. en
toeni was hot, diat een paar verklarende, of-
schoon miisleidende, woorden gezegd werden.
-„Rose iik wildie je zeggen. De zaak, die
je bedriegelijk noemde is nu geheel uit. Het
is tot een dnd gekomen."
„Och, Sydney, arine lieveling! Wde was
het?"
„Dat wil ik je liever niet zqggen. Maar het
is nu uit."
„Uif^ amdat jij het papa wilde vertdllen?"
„0, Sydney, wat moot em goed van je!
Maar hij zal zeker weer teruigkomen."
nNeen, hij zal nooit terugkomem", zei
Sydney, em toen barsftte rij zx56 in tranenl uit,
dat Rose groote moeite had haar te kaknee-
ren em efmdelijk uit de kajner ging iini groote
ongerustheid.
Toen zij alleem was, sdhreide Sydney zich
tot kalmte. Zdji probeerde niet aan tafel te
komen, imaar lag een poos te bed' na te den-
ken over de voorvalien van dem dag. Tus
schem negen en /tien uur zag zij, dat de maan
was op gekomen em helder scheen en zij! dacht,
dat zij wat voor het open oraam moest gaan
zitten' om van de frissche lucht te genieten.
Zdji had nog hoofdpijn, maar niet zoo erg
meer en ni1 herinner'de zich, met adel zdfver-
wajlfc, dat kom dies) avoodl a.lleen: asu zijn,
daar nuijnheier Holden een vergadering in de
stad moest bijhvonen. Het was te laait om
haar gezelschap aan te biedien): ze kon sleohts
bopem, dat Rose haar niet erg gemiist had.
(Maar zij wist, dat Rose niet graag all een
was.
Ze leunde een; beetje uit het raaim em werd
vaag gekalmeerd door het maanltcht lenl de
stilite. Haar kamer zag uit op dem tuin, en
was bovem de eetkainer. Toen zaj1 leek em met
het hoofd op het raainkozijni rustte ward zij1
zich plotseling bewust van dem klank van
stemmen. De eene was Rose's stem: ze kende
hlet lichte ladhje, dat dilkwijls aan Rose's
woorden voorafgingen. De andere van
wien was de andere? Was hat geen welbe-
kende stem? Was het niet en haar hart
klopte bij het vermobd'em was 'het ndet de
stem van Philip Massingham? Ja daar kwat-
men de rivee gedaanten uit het huis sMIpen
en door het maanlicht, langs het tuinpad ze
blevem in de schaduw staan, waiar zij blijk-
baar meendiem, dat zdji miet van het huis uit'
geziem kondeni worden1. Sydney vermoedde,
dat Philip gekomen was, om naar haar te
vragen en! ziji werd boos op zichzelf, dat zij
zich niet gekked had en naar beneden was
gegaan. Misschien nami hij Rose in zijto ver-
trouwenl; of waarom zouden1 zij anders zoo
ernstig sainem praten? Zdji wensdhte, dat zij
wetem kon, wat zijl zeiden, maar waarsehiin-
lijk zou1 Rose het haar later wel vertellen. In-
tusschenj kon ziii hem in het maanlicht zien
em dat was reeds gel'uk voor haar.
„U vergeet misschien, oom", zei Sydney,
„dat u zondt, em irnj af te nalen, teen ik
fcao <}b gaaueaiten aad behocdens feopgera
goedkeuxing, het bioscoopbedirijl weren. Er
zijn volgens de opgavem van' 1 Jan. 1922
vier provincien^ waar maar gemeente is
van meer dam 20-000 inwoners Friesland
CLeeuwarden1),Groniogen (Grcnmgen);
Drente (Emtomr; en Z eel and VViissingen),
In alle overige plaatsem heeft ae gemeente-
r-aad het recht om de bioscoop te weren', wat
door, velea zou gevoeld worden als een aan-
Mag op de individueele wijheicL Bovemdiien
i® tbunen een zeer bijizouder geval, orndat
in die gemeente geen enkele plaats is, die
20.000 inwoners telt.
3o. Ook de volwassenen staan onder toe-
zilcht van> het rijk, wat betreft hun lust tot
bioscoopbezoek, want alleem films, die door
de Centrale Oommissie zijn goedgekeurd mo-
geu vertoond worden.
z4o. In heel veel plaatsem zal de jnogelijk-
heid best aan om alle bioscoopvoorsteliingem
te verbiediem voor jongelui 'beneden 18 jaar.
6o. De mogeliTlieiu bestaat, dat b.v. de
Miesiefilto der Katholieken en andere propa-
gaodafilma im't algemeen verhoden worden,
tencriji deze gerang^hikt worden onder we-
tenschappelijke of indiustrieele films en als
zoodndg worden goedgekeurd door de Cen
trale Commissie.
Bescherming ran jonge dieren
door him onders.
Bij vele diersoorteo ziet men, dat de jongen
het meest en het best beschennd worden door
de moeders, terwijl de vadere naar hun kroost
niet omzien. Zoo moet de eend niet alleen de
eieren uitbroeden, maar later ook alleen de
jongen bewaken, terwijl de woerd zich een
teeder echtgenoot betoont, totdat het legsel
voltallig is, om zich daarna met andere
woerden in den plaa te vermaken.
Hetzelfde ziet men bij de kemphanen,
waarvan de hanen in actie zijn gedurende
den legtijd, (toch voor eieren ett kroost zorgen
doen ze nimmer. Gelukkig voor de kindertjes,
dat de moeder teeder zorgend ia.
Bij talrijke vogels en ook bij andere dieren
■riet tner r.r<swd, dat bade oudern hun fe-
deren besdiertnen en veizorgen. De ir-.oed<"
of ouderliefde openbaari zich echter met bij
alle species op dezelfde wijze en de bescher
ming heeft dan ook zeer verachillende plaatg.
Bij groote en sterke dieren is het't ruwe ge-
weld, waarbii de bescherming zich opr.--
baart: de olifant, de leeuw, de Buffel e. a., die
voor geen tegenstander hebben te vreezen,
stellen zich in openlijkem veldslag tegenover de
vijanden hunnear jongen; ook de groot roof-
vogela handelen op deze wijze. Doch de k!d«
ne viervoeters en vogels, bij wie het recht van
den sterkste niet op den voorgrond kan tre-
oen, moeten op listige wijze de aandacht van
hun jongen trachten af te leiden.
Vele jonge vogela zijn sterke voorbeelden
van mimicry, door zich bij voorkeur op te
houden op plaafcsen waarvan de kleur der
omgeving overeenkomt met die van hun dona-
of vederkleed. En dan ia een waarschuwings-
roep van moeder of vader voldoende, om zich
tegen den bodem te drukken, waar net meest
geoefende oog ze dikwijls niet kan ontdekken.
Ook het reekalf drukt zich in de ruigte na
de waarschuwing der geit, die het aldus voor
overval weet te behoeden.
Verschillende buideldieren dragen hun jon
gen met zich mee, zoodra er gevaar nadert,
en door Snellen gang weten ze zich gewoon-
lijk tjjdig genoeg te bergen. Verschillende
dieren graven holen, waar ze hun kinderen
veilig weten, en zoo de jonge vossen spelen
voor het hoi, en er nadert gevaar, dan is ten
roep van de moeder voldoende, can de jongen
in net faol te doen cnderloopen.
Ook zijn er vogels, die hun jongen op den
rue en tusschen de vleugels nemen, om er
dan mee onder water te duiken en zoo snel
onder de oppervlakte weg te zwemmen. De
kleintjes grijnen zich daarbij met de teenen
vast aan de vederen van de moeder. Vooral
bij futen en zeeduikera ziet men deze eigen-
aardige bescherming.
Van de slangen wordt gezegd, dat ze haar
jongen in keel en slokdarm verbergen, cm £3
zoo tegen gevaar te beschermen. Zoo leesi
men het volgende in een Amerikaansch blad:
„Reeds bijna een eeuw geleden nam John
Richardson waar, dat een ratelslang bij
eenig gevaar, door te ratelen, haar jongen bij
zich lokte, de keel opende en dat dan de jon-
fen terstond daarin kropen. Dan zag kolonel
W. Prins van Hartfort (Connecticut) een
slang, die hij niet kende, maar voor een ad
der hield, op welker lichaam de jongen speel-
den. De oude opende den muil en terstond
ijlde het heele gebroed naar binnen. Ook Dr.
Ed. Parker zag, dat in den slokdarm eener
•ratelslang haar jongen kropen. Hij doodde
de moeder en bracht toen zeven jongen te
voorschijn.
Thomas Proctor zag, dat de jongen bij een
oude bandslang in de keel kropen om lata-
weer te voorschijn te komen. Verder nam Ni-
in Fairford kwam."
John Holden was een oogeablik uit het
veld geslagen.
„Nu, al deed ik daf', antwoordde hij brom-
mig. „dan volgt daaruit nog niet, dat ik
vind, dat hij altijd om je heem zijn moet. Hij
is maar een tweede klerk. Mijn bedoeling
was, dat hij je een brief je zou geven, en- voor
je bagage zou zorgen; ik had even goed een
kruier kunnen zendien. Ik verwachtte et je
met hem gearmd over straat te zien g<mn.
Sydney trok haar hand uit zijn arm.
„U is onaardig en onbillijk," zei ze. „Be-
grijpt u niet, dat ik me niet goed gevoelde en
flauw was gevallen zander zijn hulp? Ik ben
niet gewoon flauw te vallen, maar ik heb het
eens of tweemaal in mijn leven gedaan en ik
ken het gevoel. Ik vind, dat u mijnheer Ogil
vie dankbaar moest zijn, oom, inplaats van
aanmerkingen op mij te maken, dat ik zijn
hulp heb aangenomen.
„Je moest liever mijn aim weer nemen en
niet zoo dwaas praten", zei haar oom, op
diem gewichtigen, meesterachtigen toon, die
veel menschen zoo onuitstaanbaar vonden.
Eh, daar Sydney onwillekeurig zijn steun
weer aannam, voegde mijnheer Holden er
vriendelijk bij, „ik maak geen aanmerking,
dat je begrijpt dat je je niet jegens hem hebt
te gedragen, alsof hij je gelijke was."
„Nicht Catherine behandelt hem, alsof hij
een familielid was", zei Sydney.
Zij had mijnheer Holden nooit zoo streng
zien kijken, dan toen hij antwoordde!
„Wat Catherine doet, gaat jou of mij
niets sail- Zij doet allerlei vreemde dingen.
HS«r is de tram." (Wordt vervelga.)
AJrarterttam geeui'iespentteeit! over die over-
dracht van het oude Prinsenhof en over het
geen uit het stadhuis op den Dam naar het
nieuw in te richten gemeentehuis zou worden
overgebracht; wie er alles van lezen wi'«, vindt
het uitvoerig vermeld in het in 1913 door het
genootschap „Ameelodamum" uitgegeven
werk van Prof. Dr. H. Brugntan®, geiiteld
,Van Raadhuis tot Paleis."
Het is hoogst inter essante geschiedkundige)
doch tegelijk droeve lectuur; dtoevig te lezen
hoe het trotsche stadhuis, door de burgerij
van de 17e eeuw voor haar vroedschap ge-
sticht, zoo maar zonder eenig protest werd
gegeven als woonplaats voor den vreemden
overheerschernog droeviger te moeten con-
stateeren de kruiperigheid van Amsterdam's
magistraten voor dien vreemden koning. Of
doet het het Hollandsch hart geen pijn, wan
neer men in Prof. Brugman's bcek leest dat
verhaal der deliberatien van de daarin de
aanspraak door den burgemeester op dien
datum in de vergadering, in het gebouw van
het voonnalig Prinsenhof, gehoudeu naar
aanleiding van de vestiging der residentie
binnen Amsterdam en de benoeming eener
commissie uit de vroedschap tot begroeting
van den koning met die uit de stadsregeering?
Luistert slechts:
„Daar naar alle waarschijnlijkheid", dus
vangt de burgemeester aan, „binnen korten
tijd die heugelijke en langgewenschte dag,
waarop deze stad met de zoozeer vercereude
Als men U iets andera geven wil, zegt dan:
neen, ik neem om mijn Kleeren, Blouses, Gor-
dijnen enz. te verven, alleen het van ouds be-
proefde merk „Vossokop Inster".
Uit het Engelsch van Adeline Sergeant.
49)
Hij; hielp haar op haar plaats, en ging zelf
een, eindje van haar af zitten, zoodat het ge-
spxek niet weer opgevat kon worden. Sydney
was blij, stiil te kunnen zijta. Zdji had vreeae-
lij'ke hoofpijn, en voelde zich bevesrig en dui-
zelig. Ze ad) meer emoties doorgemaakt dan
zij zell wel wist, en zttj! was er geheel door
geschokt. Ofschioon haar oom niets meer zei-
de, was hiji bezorgd) over haar onlWel ziiin,
dait hij, op rdoenang slchoof van onbegrijpelij-
ke Jmreni" van vrouwen, die somsmorgens
heel- VTOolijk en) opgewekt war en en's avonds
schijnbaar half (food. Gmi aan een zedelSjke
oorzaak voor haar slelcht uitzlen te denk en,
dat kwam niet bi| hem op. Waar kon Sydney
over tobben? zou hij gezegd hebben. Ze was
natirurlijlo teleurgesteld door het besfluit van
haar broexs; maar dat was niet genoeg om
haar zoo bleek, zoo imager, zoo totaal uitge-
purt te maken.
Toen zijl iMoss Dyke bereikten, raadde hij
haar aian, naar haar kamer te gaan en te
gaan liggen, en hiji zelf ging Rose opzoeken,
die hij alleen in den salon vond.
„Wat is er met Sydney 'gebeurd?" begion
ze dadelijk. ^Ze is op de zonderlingste ma-
oitr verdwenen
JZij da naar haven jjaaaan", bJ is cite
als vurig verlangde tegenwoordigheid var
Zijne Majestdt onzen Konmg zal begun-
stigd worden en waarop Hoogstdezelve var
Majestcit uitgekozer
nemen, staat a
van
zene Pa-
aan te
stigd
het door Zijne
leis bezit zal nemen,
breken, heb ik het niet alleen ggpast, neenil
maar zelfs noodzakelijk geoomceld U.L.,
iMijne Heeren (na egter daartoe alvorens
door Zijn E. den minister van Binmenland-
sche Zaken behoorlijk te zijn geautori-
seerd) bijeen te roepen ten einde aan de
zelfde voor te dragen, of deze vergadering
niet met mij zoude kunnen instemmeu om
alvorens door eene ten dien einde uit hun
nridxtea to beooemea plechtlge bemi.ding
naar de tegeawoordige restoentie van Zijne
Alajesteit den Koning bij eene gepaste en
ter materie dienende aanspraak aan
'Hoogstdeazelve op de krachtigste wijze de
gevoelens van dankbaarheid, eerbied, liefde
en verknogtheid, waarmede wij en alle wel-
denkende ingezetenen dezer stad met ons
voor zijne geheiligde persoon bezielt zijn,
over te brengen."
En zoo gaat het nog verder z66 eprak
toen earn burgemeester der eens trotsche vrije
Amstelstad, die door een vreemden vorst van
haar kostelijk kleinood, zetel van de vroed
schap, was beroofd en zich moest opbergen in
een oud gebouw op een onaanzienlijlce gracht!
Naar een gebouw7 waar men' thans nog, en
onvoldoende gehuisvest is...
Het is onnoodig om hier de geschiedenis
van alle pogingen in de laatste vijf en twintig
jaren gedaan om het paleis op den Dam we
der tot de bestemmiing, waann het in den
bloeitijd van Amsterdam werd, terug te bren
gen, weder op te rakelen zij is trouwens
voldoende bekend. Maar te betreuren is het
zeker, dat Amsterdam de gelegenheid heeft
laten voorbijgaan om, bijaldaeu het Paleis op
den Dam al niet meer geschikt was om tot
zetel der vroedschap te dienen, een nieuw en
eeni der hoofdstad van Nederland waardig
nieuw stadhuis te bouwen-. Het lijdt geen
twijfel of het hindiert duizenden rech tgeaarden
Amsterdammers toch altijd, dat thans de
tweede stad des rijks, dat Rotterdam thans
wijzen mag op een stadhuis, dat de trots der
koopstad aan de Maas en een, der monumen-
ten van Nederland geworden is; dat men in
den Haag ernstig doende is om een nieuw
stadhuis in aanzijn te roepen.
Hier heeft men die gelegenheid laten voor
bijgaan, misschien voor altijd, althans voor
jaren en jaren. Immers, toen eenmaal de
nieuwe Beurs verrezen was; toen ook het
CommaneLantshuis was afgebroken, heeft men
de gelegenheid om op het vrij gekomen ter-
rein een- der hoofdsiad waardig nieuw stadhuis
te bouwen, niet aangegrepen. De financien
waren er niet naar, de durf scheen er uit.
Eerst heeft men toegelaten, dat de „Bijeni-
korf" verrees; toen heeft men het nu nog
braak liggende terrein, hetwelk overigens
misschien reeds te klein zou zijn geweest voor
een modern Amsterdamsch stadhuis, jaren en
jaren, tot op den huidigen dag, braak en ren-
teloos laten liggen en, een ander terrein
in het hart der stad was voor zulk een doel
niet meer te vinden.
Daarna hebben wij de oorlogsjaren gekre
gen met de gevolgen van dien steeds groo-
ter schuldenlasten, steeds dirukkender worden-
de belastingen en tijden van groote d-epressie
en malaise wie zou nu nog Ide miluoemen
durven vragen om Amsterdam een nieuw
stadhuis te geven Rotterdam zooal niet over-
treffende, dan toch in elk geval terzijde ,^tre-
vemV? Oem sprraJos vwn, m crrtCrr dte
stanaigheden mag men het Dagelijksch Be-
stuurleitelijk nog dankbaar wezer dat het
zoo heeft weten te sturen, dat het oude Prin
senhof nog verbouwd en uitgebreic. zal wor
den om1 aan de eischen dea tijd* zc-ovcel tcio-
gelijk te beantwoorden en men althans op
den duur betere gelegenheid zal krijgen dan
thans bestaat om ofricieel hooge gasten of
corporatien te ontvangen.
Deze ver- er: nieuw-bouw zullen nu geschie-
dieo, zoo het heet, als een tijdelijksii maatre-
echoolbioscoopvoorstellingen1 ten dit
door dem Minister, van Onderwijs i
gel. tot eens de tijd zal gekomen zijn dat men
onaer betere omstandigheden een nieuw
trotsch stadhuis zal kunnen bouwen en het
geen nu opgericht zal worden wel weder voor
andere doeleinden nuttig zal blijken.
Dat is een schoone gedachte, maar eene
waarvan de verwezenlijking in de eerete tien-
tallen van jaren wel niet zal zijn te voor-
zien; daar zullen nog heel wat inillioenen
schulden moeten worden gedelgd; daar zal
nog heel wat water door IJ en Amstel spoe-
lenHaati zal nog veel, z&r veel in de wereld
veranderen moeten, v66r Amsterdam, weder
den bloeitijd zal beleven uit de dagen van de
vroedschap en Van Campen en een „nieuw
wereldwonder" in Amsterdam verrijzen zal.
Dan, die gelooven aan de toekomst van Ne-
derland's hoofdstad, haasten niet en wij
we verheugen er ons dan maar voor het
oogeablik in, dat aan dan O.Z. Voorburgwal
alttians nu verbetering van beteekenis in wor
ding is.
SINI SANA.
Uit enze 8taatsma?chine.
DE BIOSOOOPWET.
Het zal wei, algemeen bekend zijn, dat dit
voor jaar in de Tweede Kamer is behandeld
een wetsontwerp, dat tot titel droeg ,yBestrijr
diing van de zedelijke en maatschappelijke
gevaren van de bioscoop".
Dat wetsontwerp is op 1 Maart j.l. door
de Tweede Kaoner verwonpen voor een groot
gedeelte tengevolge van <ie verdeeldheid of
j vasthoudentiuekl, of hoe men het moet uoe-
1 men, van.._ de ^oorataruiers' van, oiitoxeeie
beatrijdimg van het bioscoopgevaar.
'Eeni deet der 'Kamer vonid, dat men met
uitoefenen van dwang, waar het de indivi
dueele wijfceid betreft, wat voorachtig moest
zijn. Dat waren de principieele tegenstem-
mers, die meenden! dat het wetsontwerp veel
te ver, ging.
Dan was er een groote groep, groot ge
noeg ami het wetsontwerp er met vlag en
wirapel door te halen, maar waarvan een ge
deelte wensdien had, die verder reikten dan
het wetsontwerp. De antirievolutionnaaren
waren uit hun numeur omdat de coalitiege-
nooten niet wil dien, meewerken om aan de ge-
meenten het recht te geven om uit te maken'
of er wel bioscopeni in de gemeente mogen
zijn; de ChristeBjk-'Historischen wilden de
mogelijkheid van' gemeentedijke keuring naast
de rijkskeiuring m de Wet opgenomen zien;
en een amendement-Rutgers oci den gemeen-
teraden vrijlheid te geven bet bioscoopbezoek
te verbieden aan kind'ereni beneden een door
de wet ixpaalden leeftijd, vond ook al geen
genade bijl de groepgenooten. En toen die
amendementei! verwoapen waren stemden de
boos geworden coal-itiegenooten tegen de wet
en zij' viel. L
Het gevolg van deze beslissing was, dat
de regeering de keus h^d tusschen iwee kwa-
den: niets doen en) dus alles bijt het oudie la
ten; of eenl tweede ed'itie van het wetsont
werp ind'iemen, waarin zoovetel mogeldjlk vol-
daan werd aan de wemschen, die door de
verwenpiug'dler bovenbedoelde ainendemen-
ten onvervuld waren gdbleveri.
Het eerste kon natuurlijk niet; als die re
geering! biji monde van den Voorzitter van
denl Mmisterraad een wetsontwerp indient
tot bestrijidinig van de zedelijibe en maat-
schappelijike gevaren van de bioscoop, d'an
moet men aanneinen, dat zij' die gevaren
ziet en die er dus naar haar meening zrijn, en
dan- kan zij den toestand niet omverandierd
laten; dat zou van lhaar standpunt plicht-
verzaking zijin.
iMaar net andere te doen, heeft ook be-
zwarenl; de regeering heeft de door A.-R. en
C.-H. voorgestelde bepal-ingen niet met lief
de aanvaard, en de partijgenooten) van dien
Minister van Binnenl. Zaken) -hebben er te
en' gestamd, zelfs tegen, gespnoken. En toen
mee ook punta 5 **nfltfppeo^ die afi far hut sen.
ste ontwerp voorkwamen.
Het is verboden in het openbaar bioscoop-
ondernemingen te veetiger zonder scbrifte-
lijke vergunning van 3. eni W., behalve voor
m* ditr*te van
m aangewe-
zeni onderwijsinrichtingen1; eni vocr optnbare
voorstellingeni van ondierwerpeni van weten-
sdhap, nijverheid, landbouw en haadieli; maar
die moeten toch ook eerst door, een centrale
RijikskeuringLcommissie zijn goedgekeurd. Of
dat met de schoolfilms ook gebeurea moet,
wordt niet vermeld. En toch, die wetenschap-
en indiustrieele vertooningen zullen
:elijk voor ouderen bestemd zijn dan, de
leerlingen der onderwiisinrichtingen
iDe besch'ikking op net verzodc om een
bioscoopvergunning kan twee maaiiden op
zich laten wachten.
De vergunning wordt geweigerd, wanneer
te vreezen is, dat de aanvrager, niet zal volr
doen aian de eisohen dler wet; als de plaats,
waar de voorstellinigeni gegeven zullen wor
den niet voktoet aan door. B. en W. te stellen
redielijike eischenl van veiligheid), gezondheid
en zedelijlkheid; of als nog geen 6 jaar ver-
loopen zijn sediert een vroegere vergunning
van den aanvrager is ihgetrokken.
In gemeenieri van ma/ider dan 20000 zia-
ten kan de gemeenteraad, behoudena giofed
hearing der Kroon, bepaLen, del er heeler
maal geen vergurtningen zullen warden ver*
leend.
De rechtverkrijgenden van den vergnm-
ninghouder kunnen b.v. bij overlijden van
dezen nog 3 maanden de zaken voorfzetten
of zoolaag tot een beslissing is genomen op
eenl aanvraag hunnerzijds.
3ijl aanvragen tot vergunning moet de
aanvrager door B. en W. worden gehoord en
bijl weigering is er, beroep op '(Ted. Staten
mogelijk-
Voor de vergunning wordt biji de uitrei-
Ving van het bewijs eenl zekere som betaald
en verder een jaarliiksche soon, wdke laatste
voor Hn. derde aan,' net rijk en voor, twee der-
den aan de gemeente kornt
De eb:h<fi voor Ytikgfoeid, gfzo.rd;«e.ld ens
i zedelijlcheid, die bijl het vei leenen der ver-
ningi gesteld worden, kumiien door B. en,
later gewijzigd worden.
lln, bepaalde gevallen kan de vergunning
eschorst of ingetrokken worden;- er staiat
eroep open bij' Gedeputeerde Staten.
In elke getneente iwordt een register aan-
gehouden betreffende de vergunn ing- a anvr a-
gen en' wat toet het bioscocp-wezen1 m die ge
meente samenhangi
Er zal zijin een Rijks<entrale<»mimiBsie
voor, de keuring van films. -Gieen films mo
gen in het openbaar vertoond worden, als zdj
niet door die centrale commissie daartoe zajn
toegelaten. ©ovendien mogen al een, somtml-
ge,"door de commissie aan te wijezen films,
vertoond wordlen aan per somen, beneden 18
jaar.
Aan den ingang van- de bioscoop moet
aangeduidl zijn, voor weljke leeftijden de ver-
voorstanders der amendemienteni hum zin
niet kregeni, toen hebben alle C.-H .-en tegen
de wet gestemd) en vele A.-R.-en bleven Mj1
de stemming weg, zoodat het ontwerp ver-
worpen werd.
De Regeering heeft nu zich uit de ontsta-
ne moeilijkheid trachten te redden door een
nieuw ontwerp in te dienen met tegemoetko-
mende bepalingen.
IVoordat wiji een paar opmerkingen naar
aanleiding van dit nieuwe ontwerp uitspre-
fcen, willenl wij de voornaamste bepalingen
er van nagaan. N atuurlijik zullen wij daar-
rair
lati
5<
waar regelmatig openba-
opvoorsteiiingen worden gegeven,
benoemen B. en W. een pilaatselijke commis
sie van toezichit .op de bioscopen. Bovend-ien
kan die gemeenteraad aan B. en W. opdra-
gen am een commissie tot keuring van films
in te stellen, die de door, de centrale commis
sie voor het algemeen goedgekeurde films
nader keurt om te beslissen of ze voor plaat-
sellife gebruik geschikt zijn.
De gelmeenteraad kan voorts onder goed-
-keuring van de Kroon bepaten, dat personen
benedeni de IS jaar niet warden toegelaten
tot andere vooratelliagen dan die, waarvoor
(zie bovenl) 'geen vergunning in deni gewo-
nen zin noooig is.
Vereenigingen of instdlingem, die zich ten
doe stellen het voorkomem of bestrijd'en van
de zedelijike en maatschappelijke gevaren,
welke aan bioscoop-voorstelLingen verbonden
zijn, kunnen door den Minister als zoodanig
wordlen erkend. De oodernemer kan zidh on
der bij'zonder toezicht van zulk een lichaam
stellen, en mag dan alleen films vertoonen;
die door dat lichaam zijta goedgekeurd.
Op overtreding van art. 1 geven van
voorstellingen zonder vergunning staat
ten hoogste twee maanden 'hechtenis of geld-
boete van' ten hoogste 2000. Dat zijn ook
de maximumstraffen voor overtreding van de
bepalingen van de Alg. Maatregelen van
Bestuur tot uitvoering der wet.
Wiji zullen niet in een- beoordieeling treden
van een regeling van het bioscoopbedrijf.
Maar wij; mogen wel een paar consequemties
aanduiden van- deze regeling.
lo. Strikt genomen zijn er drie keuringen
mogelijk: lo. die verplichte rijlkskeuring; 2o.
de facultatieve gemeemt'elijke inakeuring van
toegelaten films; 3o. de mogeljke nakeuring
door een erkende vereeniging van films, die
de beide eerste proevem hebben doorstaan.
2o. In gemeenten beneden 20.000 inwoners
T54WIMHUP|