AlKmaarsche Gourant Eindelqk weergevonden Hondard Vljf en Twlntlgste Jaargang. Zaterdag 28 April. In en ons de bo olds tad. Feuilleton. So. 99 *9SS XXIV. (Nadruk verboden.) Het „nuuwd' Stadkuis. Men is begonnen met de uitvoering van Ijet Raadsbeshiit om bet! Amsterdamsche stadiiuis te verbouwea; er zullen eenige hui- zen grenzende aan het voormailige Prinsen- jiof dat nu al jarea dienst lieeft moeten doen voor iets, waarvoor het nocit bestemd is geweest, t.w. voor „gemeentehuis" in eea tijd van zicli steeds uitbreidende gemeente-bemoei- ing met al dea daarvoor noodigea en, niet te vergeten, ook onnooddgen rompstomp widen afgebroken en zooals dat bij alle ver- bouwingen van dergelijken aard is, zullea eeaige gemeeate-dienstten zich gedurende eemgen tijd moeten behelpen, om oaaraa be ter gehuisvest te zullen wordlen. 't Is geea overdadige weelde, datgene wat de gemeente zich nu zal gaan veroorloven, want al sedert jarea en jaren zijn veto takkien van den gemeentedienst voor hun adiministra- tieve doeleinden gehuisvest in reeksen onmo- gelijke vertrekken en't werd tijd dat er verbe- tering kwam. Het is zeker eea voldoening voor den huidigea energieken wethouder van pu- blieke werken, den heer Ter Haar, dat hij het dan toch tea alotte gedaaa heeft wetea te krijgen, dat de Raad eeaige honderdduizm- den voor den verhouw heeft gevoteerd en men rich aan den O. Z. Voorhurgwal voor de eerstvolgeade toekomst beter zal kunaen in- rich ten. Voor de eerstvolgende toekomst, want met hetgeen nu gebeurea gaat is de stadhuia- kwestie te Amsterdam feitelajk van de baan. De kzer weei hoeved1 diaar jarest en jar»?Q - over te doen is geweest. Wat -al boeken, bro chures, artikelen zijn er geschreven aver de vraag of het oude Stadiums op den Dam. (■hans dienst doende als koninklijk paleis, niet weder als zetel van het stadabestuur in eere zou kunnen worden hersteld; voor- en tegen- gtanders hebben er zich over laten hooren, doch de conclusio is dan toch geweest, dat het gebouw van Van Campen niet voor een 20ste- eeuwsche secretarie dienstig is en zoo stond men dus voor de keuze: een nieuw Stadhuis elders, of hetgeen thans als zoodanig dienst doet verbouwen en vergrooten. Tot dit laatste is het nu gekomen ik zou zeggenhelaas! Nu reeds honderd' en vijftien jaren zetelt het gemeentebestuur van Amster dam in het vroegere Prinsenhof. Wanneer mien de oude geschiedboeken. over deze stad na- slaat, zal men daarin iherkwaardige p'afcen kunnen vinden, die dat vroegere Prinsenhof in vogelvlucht doen zien. Het zag er toen heel wat anders uit, dan nu het geval is en het zag er, toen het nog werkelijk Prinsenhof was, reeds anders uit dan lang voor dien. Want eeuwen geleden stond op de huidige plek het oude Gecilden-Klooster, dat in 1578 door de stad in bezit genomen werd eta toen mgerich't voor het verblijf van vorsten en prinsen, die Amsterdam kwamen bezoeken graaf Leicester heeft er getogeerd; Prins Maurits heeft er intrek genomen; Maria de Medicis heeft er eenige dagen als gast van de stad, aan Amstel en IJ, vertoefd. Later, toen het Heerenlogement gereed was en de stad haar hooge bezoekers waardiger zou kunnen herbergen, heeft het Prinsenhof een andere bestemmiog gekregen. Het werd in 1597 betrokken door de Admiraliteital- lengs ging het geheel aan dit college over en deze breidde het nog uit de gevel aan die rechterzijde van' de plaats, in dat gedeelte waarin nu nog de vergaderzaal van den Raad en de kamer van B. en W. zich bevinden, ge- tuigt daar nog van. Torn hebben wij dien tijd van den grooten Napoleon gekregen, waardoor ons land fei- telijk wingewest van Frankrijk werd met Lo- dewijk Napoleon als koning. Deze besloot Amsterdam tot zijn residentie te maken en verkoos zich het sitadhuis op den Dam tot paleis, de zetel der stadsrepeering zou dan overgebracht worden naar het Admiraliteit gebouw, hetwelk daartoe door het rijk aan de gemeente Amsterdam zou worden overgedra- gen. Daar is in die dagen heel wat tusschem 's konings ministers en de vroedschap van goed", zei majmlheer. Hoi dien. „Stuur haar wait (thee; alle vrouwen hebben graag thee, als zdji hoofdpijn, hebtben: en als ik jou was, Ro se, zou ik haar ndet lastiig vallen met praten. Alls ziji morgenochtend) niet beter is, aou Ik om den dofcter sturem, als ilk jou was." Rose trok haar mooie wenkbrauwen op, en knikte toen versitandig. Ziiji daeht, dat zij heel goed; wrist, wat Sydney scheelde die een van die vervelende, tragische menschen was, die de zaken nriet kalrn opnemen. Het w as zeker die geheiimzininige uefdesgesdhie- denis. „Is za| dus met u thuis gekomen, papa? Waar was zijl geweest?" wIk denk boo-dschappeni gedaan. Zij was bevangen door de warmte, en rusilte iuit an den St. Maariens speeltuin, em de jonge Ogilvie hielp haar. JLaurensi Ogilvie!" riep Rose uit en ze ihield op. Ze had eenl nieuwe gedachte. ..Ik wisit niet, dat ■zij1 Laurens Ogilvie ken- die zei ze. „Ik stuurde hem met eenl brief je voor haar deri eersten dag van haar aankomst", zei imijinheer Holdlen, .,maar ik wist niet. dait zaj de kennasttnakinig nad voortoezet. Je moest haar maar eens uitleggeni, Rose, dat Ogilvie niet in een) positie is, om aan eenl van je bei- den vriendelijkfaedjeni te bewijlzen. Hiji wachtte niet op een; antwoord en toen Rose alleem was, lachte ze even biji zichzell. „Arme papa! wat is hiji argeloos! Maar was 'het Laurens Ogilvie wel? Ik meende ze ker, dat het Philip Massingham was. Mis- ■Hhloni zal sjl het me cu wtollen. Ik sal naar haar toegaan." Zij ginig dus naar boVe% maar vond Syd ney zoo Meek en uifgeput dat hoe opper- vlakki'g ze ook was ze haar niet met vrai- gen wrlde lastig vallen. Zii deed' zelfs, wat naar vader gezegd1 had en bracht haar nicht je thee, die Sydney dankbaar aannam1. en toeni was hot, diat een paar verklarende, of- schoon miisleidende, woorden gezegd werden. -„Rose iik wildie je zeggen. De zaak, die je bedriegelijk noemde is nu geheel uit. Het is tot een dnd gekomen." „Och, Sydney, arine lieveling! Wde was het?" „Dat wil ik je liever niet zqggen. Maar het is nu uit." „Uif^ amdat jij het papa wilde vertdllen?" „0, Sydney, wat moot em goed van je! Maar hij zal zeker weer teruigkomen." nNeen, hij zal nooit terugkomem", zei Sydney, em toen barsftte rij zx56 in tranenl uit, dat Rose groote moeite had haar te kaknee- ren em efmdelijk uit de kajner ging iini groote ongerustheid. Toen zij alleem was, sdhreide Sydney zich tot kalmte. Zdji probeerde niet aan tafel te komen, imaar lag een poos te bed' na te den- ken over de voorvalien van dem dag. Tus schem negen en /tien uur zag zij, dat de maan was op gekomen em helder scheen en zij! dacht, dat zij wat voor het open oraam moest gaan zitten' om van de frissche lucht te genieten. Zdji had nog hoofdpijn, maar niet zoo erg meer en ni1 herinner'de zich, met adel zdfver- wajlfc, dat kom dies) avoodl a.lleen: asu zijn, daar nuijnheier Holden een vergadering in de stad moest bijhvonen. Het was te laait om haar gezelschap aan te biedien): ze kon sleohts bopem, dat Rose haar niet erg gemiist had. (Maar zij wist, dat Rose niet graag all een was. Ze leunde een; beetje uit het raaim em werd vaag gekalmeerd door het maanltcht lenl de stilite. Haar kamer zag uit op dem tuin, en was bovem de eetkainer. Toen zaj1 leek em met het hoofd op het raainkozijni rustte ward zij1 zich plotseling bewust van dem klank van stemmen. De eene was Rose's stem: ze kende hlet lichte ladhje, dat dilkwijls aan Rose's woorden voorafgingen. De andere van wien was de andere? Was hat geen welbe- kende stem? Was het niet en haar hart klopte bij het vermobd'em was 'het ndet de stem van Philip Massingham? Ja daar kwat- men de rivee gedaanten uit het huis sMIpen en door het maanlicht, langs het tuinpad ze blevem in de schaduw staan, waiar zij blijk- baar meendiem, dat zdji miet van het huis uit' geziem kondeni worden1. Sydney vermoedde, dat Philip gekomen was, om naar haar te vragen en! ziji werd boos op zichzelf, dat zij zich niet gekked had en naar beneden was gegaan. Misschien nami hij Rose in zijto ver- trouwenl; of waarom zouden1 zij anders zoo ernstig sainem praten? Zdji wensdhte, dat zij wetem kon, wat zijl zeiden, maar waarsehiin- lijk zou1 Rose het haar later wel vertellen. In- tusschenj kon ziii hem in het maanlicht zien em dat was reeds gel'uk voor haar. „U vergeet misschien, oom", zei Sydney, „dat u zondt, em irnj af te nalen, teen ik fcao <}b gaaueaiten aad behocdens feopgera goedkeuxing, het bioscoopbedirijl weren. Er zijn volgens de opgavem van' 1 Jan. 1922 vier provincien^ waar maar gemeente is van meer dam 20-000 inwoners Friesland CLeeuwarden1),Groniogen (Grcnmgen); Drente (Emtomr; en Z eel and VViissingen), In alle overige plaatsem heeft ae gemeente- r-aad het recht om de bioscoop te weren', wat door, velea zou gevoeld worden als een aan- Mag op de individueele wijheicL Bovemdiien i® tbunen een zeer bijizouder geval, orndat in die gemeente geen enkele plaats is, die 20.000 inwoners telt. 3o. Ook de volwassenen staan onder toe- zilcht van> het rijk, wat betreft hun lust tot bioscoopbezoek, want alleem films, die door de Centrale Oommissie zijn goedgekeurd mo- geu vertoond worden. z4o. In heel veel plaatsem zal de jnogelijk- heid best aan om alle bioscoopvoorsteliingem te verbiediem voor jongelui 'beneden 18 jaar. 6o. De mogeliTlieiu bestaat, dat b.v. de Miesiefilto der Katholieken en andere propa- gaodafilma im't algemeen verhoden worden, tencriji deze gerang^hikt worden onder we- tenschappelijke of indiustrieele films en als zoodndg worden goedgekeurd door de Cen trale Commissie. Bescherming ran jonge dieren door him onders. Bij vele diersoorteo ziet men, dat de jongen het meest en het best beschennd worden door de moeders, terwijl de vadere naar hun kroost niet omzien. Zoo moet de eend niet alleen de eieren uitbroeden, maar later ook alleen de jongen bewaken, terwijl de woerd zich een teeder echtgenoot betoont, totdat het legsel voltallig is, om zich daarna met andere woerden in den plaa te vermaken. Hetzelfde ziet men bij de kemphanen, waarvan de hanen in actie zijn gedurende den legtijd, (toch voor eieren ett kroost zorgen doen ze nimmer. Gelukkig voor de kindertjes, dat de moeder teeder zorgend ia. Bij talrijke vogels en ook bij andere dieren ■riet tner r.r<swd, dat bade oudern hun fe- deren besdiertnen en veizorgen. De ir-.oed<" of ouderliefde openbaari zich echter met bij alle species op dezelfde wijze en de bescher ming heeft dan ook zeer verachillende plaatg. Bij groote en sterke dieren is het't ruwe ge- weld, waarbii de bescherming zich opr.-- baart: de olifant, de leeuw, de Buffel e. a., die voor geen tegenstander hebben te vreezen, stellen zich in openlijkem veldslag tegenover de vijanden hunnear jongen; ook de groot roof- vogela handelen op deze wijze. Doch de k!d« ne viervoeters en vogels, bij wie het recht van den sterkste niet op den voorgrond kan tre- oen, moeten op listige wijze de aandacht van hun jongen trachten af te leiden. Vele jonge vogela zijn sterke voorbeelden van mimicry, door zich bij voorkeur op te houden op plaafcsen waarvan de kleur der omgeving overeenkomt met die van hun dona- of vederkleed. En dan ia een waarschuwings- roep van moeder of vader voldoende, om zich tegen den bodem te drukken, waar net meest geoefende oog ze dikwijls niet kan ontdekken. Ook het reekalf drukt zich in de ruigte na de waarschuwing der geit, die het aldus voor overval weet te behoeden. Verschillende buideldieren dragen hun jon gen met zich mee, zoodra er gevaar nadert, en door Snellen gang weten ze zich gewoon- lijk tjjdig genoeg te bergen. Verschillende dieren graven holen, waar ze hun kinderen veilig weten, en zoo de jonge vossen spelen voor het hoi, en er nadert gevaar, dan is ten roep van de moeder voldoende, can de jongen in net faol te doen cnderloopen. Ook zijn er vogels, die hun jongen op den rue en tusschen de vleugels nemen, om er dan mee onder water te duiken en zoo snel onder de oppervlakte weg te zwemmen. De kleintjes grijnen zich daarbij met de teenen vast aan de vederen van de moeder. Vooral bij futen en zeeduikera ziet men deze eigen- aardige bescherming. Van de slangen wordt gezegd, dat ze haar jongen in keel en slokdarm verbergen, cm £3 zoo tegen gevaar te beschermen. Zoo leesi men het volgende in een Amerikaansch blad: „Reeds bijna een eeuw geleden nam John Richardson waar, dat een ratelslang bij eenig gevaar, door te ratelen, haar jongen bij zich lokte, de keel opende en dat dan de jon- fen terstond daarin kropen. Dan zag kolonel W. Prins van Hartfort (Connecticut) een slang, die hij niet kende, maar voor een ad der hield, op welker lichaam de jongen speel- den. De oude opende den muil en terstond ijlde het heele gebroed naar binnen. Ook Dr. Ed. Parker zag, dat in den slokdarm eener •ratelslang haar jongen kropen. Hij doodde de moeder en bracht toen zeven jongen te voorschijn. Thomas Proctor zag, dat de jongen bij een oude bandslang in de keel kropen om lata- weer te voorschijn te komen. Verder nam Ni- in Fairford kwam." John Holden was een oogeablik uit het veld geslagen. „Nu, al deed ik daf', antwoordde hij brom- mig. „dan volgt daaruit nog niet, dat ik vind, dat hij altijd om je heem zijn moet. Hij is maar een tweede klerk. Mijn bedoeling was, dat hij je een brief je zou geven, en- voor je bagage zou zorgen; ik had even goed een kruier kunnen zendien. Ik verwachtte et je met hem gearmd over straat te zien g<mn. Sydney trok haar hand uit zijn arm. „U is onaardig en onbillijk," zei ze. „Be- grijpt u niet, dat ik me niet goed gevoelde en flauw was gevallen zander zijn hulp? Ik ben niet gewoon flauw te vallen, maar ik heb het eens of tweemaal in mijn leven gedaan en ik ken het gevoel. Ik vind, dat u mijnheer Ogil vie dankbaar moest zijn, oom, inplaats van aanmerkingen op mij te maken, dat ik zijn hulp heb aangenomen. „Je moest liever mijn aim weer nemen en niet zoo dwaas praten", zei haar oom, op diem gewichtigen, meesterachtigen toon, die veel menschen zoo onuitstaanbaar vonden. Eh, daar Sydney onwillekeurig zijn steun weer aannam, voegde mijnheer Holden er vriendelijk bij, „ik maak geen aanmerking, dat je begrijpt dat je je niet jegens hem hebt te gedragen, alsof hij je gelijke was." „Nicht Catherine behandelt hem, alsof hij een familielid was", zei Sydney. Zij had mijnheer Holden nooit zoo streng zien kijken, dan toen hij antwoordde! „Wat Catherine doet, gaat jou of mij niets sail- Zij doet allerlei vreemde dingen. HS«r is de tram." (Wordt vervelga.) AJrarterttam geeui'iespentteeit! over die over- dracht van het oude Prinsenhof en over het geen uit het stadhuis op den Dam naar het nieuw in te richten gemeentehuis zou worden overgebracht; wie er alles van lezen wi'«, vindt het uitvoerig vermeld in het in 1913 door het genootschap „Ameelodamum" uitgegeven werk van Prof. Dr. H. Brugntan®, geiiteld ,Van Raadhuis tot Paleis." Het is hoogst inter essante geschiedkundige) doch tegelijk droeve lectuur; dtoevig te lezen hoe het trotsche stadhuis, door de burgerij van de 17e eeuw voor haar vroedschap ge- sticht, zoo maar zonder eenig protest werd gegeven als woonplaats voor den vreemden overheerschernog droeviger te moeten con- stateeren de kruiperigheid van Amsterdam's magistraten voor dien vreemden koning. Of doet het het Hollandsch hart geen pijn, wan neer men in Prof. Brugman's bcek leest dat verhaal der deliberatien van de daarin de aanspraak door den burgemeester op dien datum in de vergadering, in het gebouw van het voonnalig Prinsenhof, gehoudeu naar aanleiding van de vestiging der residentie binnen Amsterdam en de benoeming eener commissie uit de vroedschap tot begroeting van den koning met die uit de stadsregeering? Luistert slechts: „Daar naar alle waarschijnlijkheid", dus vangt de burgemeester aan, „binnen korten tijd die heugelijke en langgewenschte dag, waarop deze stad met de zoozeer vercereude Als men U iets andera geven wil, zegt dan: neen, ik neem om mijn Kleeren, Blouses, Gor- dijnen enz. te verven, alleen het van ouds be- proefde merk „Vossokop Inster". Uit het Engelsch van Adeline Sergeant. 49) Hij; hielp haar op haar plaats, en ging zelf een, eindje van haar af zitten, zoodat het ge- spxek niet weer opgevat kon worden. Sydney was blij, stiil te kunnen zijta. Zdji had vreeae- lij'ke hoofpijn, en voelde zich bevesrig en dui- zelig. Ze ad) meer emoties doorgemaakt dan zij zell wel wist, en zttj! was er geheel door geschokt. Ofschioon haar oom niets meer zei- de, was hiji bezorgd) over haar onlWel ziiin, dait hij, op rdoenang slchoof van onbegrijpelij- ke Jmreni" van vrouwen, die somsmorgens heel- VTOolijk en) opgewekt war en en's avonds schijnbaar half (food. Gmi aan een zedelSjke oorzaak voor haar slelcht uitzlen te denk en, dat kwam niet bi| hem op. Waar kon Sydney over tobben? zou hij gezegd hebben. Ze was natirurlijlo teleurgesteld door het besfluit van haar broexs; maar dat was niet genoeg om haar zoo bleek, zoo imager, zoo totaal uitge- purt te maken. Toen zijl iMoss Dyke bereikten, raadde hij haar aian, naar haar kamer te gaan en te gaan liggen, en hiji zelf ging Rose opzoeken, die hij alleen in den salon vond. „Wat is er met Sydney 'gebeurd?" begion ze dadelijk. ^Ze is op de zonderlingste ma- oitr verdwenen JZij da naar haven jjaaaan", bJ is cite als vurig verlangde tegenwoordigheid var Zijne Majestdt onzen Konmg zal begun- stigd worden en waarop Hoogstdezelve var Majestcit uitgekozer nemen, staat a van zene Pa- aan te stigd het door Zijne leis bezit zal nemen, breken, heb ik het niet alleen ggpast, neenil maar zelfs noodzakelijk geoomceld U.L., iMijne Heeren (na egter daartoe alvorens door Zijn E. den minister van Binmenland- sche Zaken behoorlijk te zijn geautori- seerd) bijeen te roepen ten einde aan de zelfde voor te dragen, of deze vergadering niet met mij zoude kunnen instemmeu om alvorens door eene ten dien einde uit hun nridxtea to beooemea plechtlge bemi.ding naar de tegeawoordige restoentie van Zijne Alajesteit den Koning bij eene gepaste en ter materie dienende aanspraak aan 'Hoogstdeazelve op de krachtigste wijze de gevoelens van dankbaarheid, eerbied, liefde en verknogtheid, waarmede wij en alle wel- denkende ingezetenen dezer stad met ons voor zijne geheiligde persoon bezielt zijn, over te brengen." En zoo gaat het nog verder z66 eprak toen earn burgemeester der eens trotsche vrije Amstelstad, die door een vreemden vorst van haar kostelijk kleinood, zetel van de vroed schap, was beroofd en zich moest opbergen in een oud gebouw op een onaanzienlijlce gracht! Naar een gebouw7 waar men' thans nog, en onvoldoende gehuisvest is... Het is onnoodig om hier de geschiedenis van alle pogingen in de laatste vijf en twintig jaren gedaan om het paleis op den Dam we der tot de bestemmiing, waann het in den bloeitijd van Amsterdam werd, terug te bren gen, weder op te rakelen zij is trouwens voldoende bekend. Maar te betreuren is het zeker, dat Amsterdam de gelegenheid heeft laten voorbijgaan om, bijaldaeu het Paleis op den Dam al niet meer geschikt was om tot zetel der vroedschap te dienen, een nieuw en eeni der hoofdstad van Nederland waardig nieuw stadhuis te bouwen-. Het lijdt geen twijfel of het hindiert duizenden rech tgeaarden Amsterdammers toch altijd, dat thans de tweede stad des rijks, dat Rotterdam thans wijzen mag op een stadhuis, dat de trots der koopstad aan de Maas en een, der monumen- ten van Nederland geworden is; dat men in den Haag ernstig doende is om een nieuw stadhuis in aanzijn te roepen. Hier heeft men die gelegenheid laten voor bijgaan, misschien voor altijd, althans voor jaren en jaren. Immers, toen eenmaal de nieuwe Beurs verrezen was; toen ook het CommaneLantshuis was afgebroken, heeft men de gelegenheid om op het vrij gekomen ter- rein een- der hoofdsiad waardig nieuw stadhuis te bouwen, niet aangegrepen. De financien waren er niet naar, de durf scheen er uit. Eerst heeft men toegelaten, dat de „Bijeni- korf" verrees; toen heeft men het nu nog braak liggende terrein, hetwelk overigens misschien reeds te klein zou zijn geweest voor een modern Amsterdamsch stadhuis, jaren en jaren, tot op den huidigen dag, braak en ren- teloos laten liggen en, een ander terrein in het hart der stad was voor zulk een doel niet meer te vinden. Daarna hebben wij de oorlogsjaren gekre gen met de gevolgen van dien steeds groo- ter schuldenlasten, steeds dirukkender worden- de belastingen en tijden van groote d-epressie en malaise wie zou nu nog Ide miluoemen durven vragen om Amsterdam een nieuw stadhuis te geven Rotterdam zooal niet over- treffende, dan toch in elk geval terzijde ,^tre- vemV? Oem sprraJos vwn, m crrtCrr dte stanaigheden mag men het Dagelijksch Be- stuurleitelijk nog dankbaar wezer dat het zoo heeft weten te sturen, dat het oude Prin senhof nog verbouwd en uitgebreic. zal wor den om1 aan de eischen dea tijd* zc-ovcel tcio- gelijk te beantwoorden en men althans op den duur betere gelegenheid zal krijgen dan thans bestaat om ofricieel hooge gasten of corporatien te ontvangen. Deze ver- er: nieuw-bouw zullen nu geschie- dieo, zoo het heet, als een tijdelijksii maatre- echoolbioscoopvoorstellingen1 ten dit door dem Minister, van Onderwijs i gel. tot eens de tijd zal gekomen zijn dat men onaer betere omstandigheden een nieuw trotsch stadhuis zal kunnen bouwen en het geen nu opgericht zal worden wel weder voor andere doeleinden nuttig zal blijken. Dat is een schoone gedachte, maar eene waarvan de verwezenlijking in de eerete tien- tallen van jaren wel niet zal zijn te voor- zien; daar zullen nog heel wat inillioenen schulden moeten worden gedelgd; daar zal nog heel wat water door IJ en Amstel spoe- lenHaati zal nog veel, z&r veel in de wereld veranderen moeten, v66r Amsterdam, weder den bloeitijd zal beleven uit de dagen van de vroedschap en Van Campen en een „nieuw wereldwonder" in Amsterdam verrijzen zal. Dan, die gelooven aan de toekomst van Ne- derland's hoofdstad, haasten niet en wij we verheugen er ons dan maar voor het oogeablik in, dat aan dan O.Z. Voorburgwal alttians nu verbetering van beteekenis in wor ding is. SINI SANA. Uit enze 8taatsma?chine. DE BIOSOOOPWET. Het zal wei, algemeen bekend zijn, dat dit voor jaar in de Tweede Kamer is behandeld een wetsontwerp, dat tot titel droeg ,yBestrijr diing van de zedelijke en maatschappelijke gevaren van de bioscoop". Dat wetsontwerp is op 1 Maart j.l. door de Tweede Kaoner verwonpen voor een groot gedeelte tengevolge van <ie verdeeldheid of j vasthoudentiuekl, of hoe men het moet uoe- 1 men, van.._ de ^oorataruiers' van, oiitoxeeie beatrijdimg van het bioscoopgevaar. 'Eeni deet der 'Kamer vonid, dat men met uitoefenen van dwang, waar het de indivi dueele wijfceid betreft, wat voorachtig moest zijn. Dat waren de principieele tegenstem- mers, die meenden! dat het wetsontwerp veel te ver, ging. Dan was er een groote groep, groot ge noeg ami het wetsontwerp er met vlag en wirapel door te halen, maar waarvan een ge deelte wensdien had, die verder reikten dan het wetsontwerp. De antirievolutionnaaren waren uit hun numeur omdat de coalitiege- nooten niet wil dien, meewerken om aan de ge- meenten het recht te geven om uit te maken' of er wel bioscopeni in de gemeente mogen zijn; de ChristeBjk-'Historischen wilden de mogelijkheid van' gemeentedijke keuring naast de rijkskeiuring m de Wet opgenomen zien; en een amendement-Rutgers oci den gemeen- teraden vrijlheid te geven bet bioscoopbezoek te verbieden aan kind'ereni beneden een door de wet ixpaalden leeftijd, vond ook al geen genade bijl de groepgenooten. En toen die amendementei! verwoapen waren stemden de boos geworden coal-itiegenooten tegen de wet en zij' viel. L Het gevolg van deze beslissing was, dat de regeering de keus h^d tusschen iwee kwa- den: niets doen en) dus alles bijt het oudie la ten; of eenl tweede ed'itie van het wetsont werp ind'iemen, waarin zoovetel mogeldjlk vol- daan werd aan de wemschen, die door de verwenpiug'dler bovenbedoelde ainendemen- ten onvervuld waren gdbleveri. Het eerste kon natuurlijk niet; als die re geering! biji monde van den Voorzitter van denl Mmisterraad een wetsontwerp indient tot bestrijidinig van de zedelijibe en maat- schappelijike gevaren van de bioscoop, d'an moet men aanneinen, dat zij' die gevaren ziet en die er dus naar haar meening zrijn, en dan- kan zij den toestand niet omverandierd laten; dat zou van lhaar standpunt plicht- verzaking zijin. iMaar net andere te doen, heeft ook be- zwarenl; de regeering heeft de door A.-R. en C.-H. voorgestelde bepal-ingen niet met lief de aanvaard, en de partijgenooten) van dien Minister van Binnenl. Zaken) -hebben er te en' gestamd, zelfs tegen, gespnoken. En toen mee ook punta 5 **nfltfppeo^ die afi far hut sen. ste ontwerp voorkwamen. Het is verboden in het openbaar bioscoop- ondernemingen te veetiger zonder scbrifte- lijke vergunning van 3. eni W., behalve voor m* ditr*te van m aangewe- zeni onderwijsinrichtingen1; eni vocr optnbare voorstellingeni van ondierwerpeni van weten- sdhap, nijverheid, landbouw en haadieli; maar die moeten toch ook eerst door, een centrale RijikskeuringLcommissie zijn goedgekeurd. Of dat met de schoolfilms ook gebeurea moet, wordt niet vermeld. En toch, die wetenschap- en indiustrieele vertooningen zullen :elijk voor ouderen bestemd zijn dan, de leerlingen der onderwiisinrichtingen iDe besch'ikking op net verzodc om een bioscoopvergunning kan twee maaiiden op zich laten wachten. De vergunning wordt geweigerd, wanneer te vreezen is, dat de aanvrager, niet zal volr doen aian de eisohen dler wet; als de plaats, waar de voorstellinigeni gegeven zullen wor den niet voktoet aan door. B. en W. te stellen redielijike eischenl van veiligheid), gezondheid en zedelijlkheid; of als nog geen 6 jaar ver- loopen zijn sediert een vroegere vergunning van den aanvrager is ihgetrokken. In gemeenieri van ma/ider dan 20000 zia- ten kan de gemeenteraad, behoudena giofed hearing der Kroon, bepaLen, del er heeler maal geen vergurtningen zullen warden ver* leend. De rechtverkrijgenden van den vergnm- ninghouder kunnen b.v. bij overlijden van dezen nog 3 maanden de zaken voorfzetten of zoolaag tot een beslissing is genomen op eenl aanvraag hunnerzijds. 3ijl aanvragen tot vergunning moet de aanvrager door B. en W. worden gehoord en bijl weigering is er, beroep op '(Ted. Staten mogelijk- Voor de vergunning wordt biji de uitrei- Ving van het bewijs eenl zekere som betaald en verder een jaarliiksche soon, wdke laatste voor Hn. derde aan,' net rijk en voor, twee der- den aan de gemeente kornt De eb:h<fi voor Ytikgfoeid, gfzo.rd;«e.ld ens i zedelijlcheid, die bijl het vei leenen der ver- ningi gesteld worden, kumiien door B. en, later gewijzigd worden. lln, bepaalde gevallen kan de vergunning eschorst of ingetrokken worden;- er staiat eroep open bij' Gedeputeerde Staten. In elke getneente iwordt een register aan- gehouden betreffende de vergunn ing- a anvr a- gen en' wat toet het bioscocp-wezen1 m die ge meente samenhangi Er zal zijin een Rijks<entrale<»mimiBsie voor, de keuring van films. -Gieen films mo gen in het openbaar vertoond worden, als zdj niet door die centrale commissie daartoe zajn toegelaten. ©ovendien mogen al een, somtml- ge,"door de commissie aan te wijezen films, vertoond wordlen aan per somen, beneden 18 jaar. Aan den ingang van- de bioscoop moet aangeduidl zijn, voor weljke leeftijden de ver- voorstanders der amendemienteni hum zin niet kregeni, toen hebben alle C.-H .-en tegen de wet gestemd) en vele A.-R.-en bleven Mj1 de stemming weg, zoodat het ontwerp ver- worpen werd. De Regeering heeft nu zich uit de ontsta- ne moeilijkheid trachten te redden door een nieuw ontwerp in te dienen met tegemoetko- mende bepalingen. IVoordat wiji een paar opmerkingen naar aanleiding van dit nieuwe ontwerp uitspre- fcen, willenl wij de voornaamste bepalingen er van nagaan. N atuurlijik zullen wij daar- rair lati 5< waar regelmatig openba- opvoorsteiiingen worden gegeven, benoemen B. en W. een pilaatselijke commis sie van toezichit .op de bioscopen. Bovend-ien kan die gemeenteraad aan B. en W. opdra- gen am een commissie tot keuring van films in te stellen, die de door, de centrale commis sie voor het algemeen goedgekeurde films nader keurt om te beslissen of ze voor plaat- sellife gebruik geschikt zijn. De gelmeenteraad kan voorts onder goed- -keuring van de Kroon bepaten, dat personen benedeni de IS jaar niet warden toegelaten tot andere vooratelliagen dan die, waarvoor (zie bovenl) 'geen vergunning in deni gewo- nen zin noooig is. Vereenigingen of instdlingem, die zich ten doe stellen het voorkomem of bestrijd'en van de zedelijike en maatschappelijke gevaren, welke aan bioscoop-voorstelLingen verbonden zijn, kunnen door den Minister als zoodanig wordlen erkend. De oodernemer kan zidh on der bij'zonder toezicht van zulk een lichaam stellen, en mag dan alleen films vertoonen; die door dat lichaam zijta goedgekeurd. Op overtreding van art. 1 geven van voorstellingen zonder vergunning staat ten hoogste twee maanden 'hechtenis of geld- boete van' ten hoogste 2000. Dat zijn ook de maximumstraffen voor overtreding van de bepalingen van de Alg. Maatregelen van Bestuur tot uitvoering der wet. Wiji zullen niet in een- beoordieeling treden van een regeling van het bioscoopbedrijf. Maar wij; mogen wel een paar consequemties aanduiden van- deze regeling. lo. Strikt genomen zijn er drie keuringen mogelijk: lo. die verplichte rijlkskeuring; 2o. de facultatieve gemeemt'elijke inakeuring van toegelaten films; 3o. de mogeljke nakeuring door een erkende vereeniging van films, die de beide eerste proevem hebben doorstaan. 2o. In gemeenten beneden 20.000 inwoners T54WIMHUP|

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 7