E55S5B
AVA1
v5W
M/W
D.K.W. M0T0.RFIETS
aft :P",Bp %ife
BIJ HARD WEEK.
Radiotslegrafle en Radioteletonie.
Sportmodel f 380
Reichsfahrtmodel f 360
Eoonomische zwerftoohten.
Geneesknndige brie yen.
xxw.
Hoe kani ietoanld zijn werk verricbten, ala
'-wxtdurend
zaakt worden door urirtezuur, dat ala gevolg
van zwakke oiereni in het bloed aehterbleef
en dan.' dlient men' op zijim hoede te zijm. Ver-
waarlooztog van deze waarschuwtog lijdt
vaak tot nier- en blaasontst eking, waiter-
zucht, nierzand, rheumatiek, nier- of blaas-
steen, en opstopping van d'e urine.
Een. verstanidig mensch zal trachten dit
te voorkomeni en het valt niet moeiliik. Leef
eenvoudig, vennijd overworking, zorgen, Laat
naar bed gaan en1 alcohol, en fioudt zoodaen-
de het overtollige urinezuur, uit uw gestel.
Laat Foster's Rugpijm Nieren fPillem u heir
pen, als gjji een- geneesmidtiel noodig hebt.
Zij, werken recbtstreeks op de niereni en
hi a as, en' verdrijven de stoorniisverschijnse-
Den uit deze organen.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken
175 per doos.
0plosaing
1.
19—13
I.
31:22
2.
13 :24
2.
5 34
3.
29 40
3.
35 :28
4.
18 :27
4.
30 19
.5.
27—21
5.
17 :26
6.
36—31
6.
26 37
7.
41 14!!
Welk een fijne ontledingl
Goede oplossingen ontvangen van de hee-
renW. Blokdijk, P. Dckker en D. Gerling te
Alkmaar en J. Smit te Heerhugowaard.
De volgende slagzet is van den heer G. J
A. van Dam. Haj kwam voor in het Utr.
Dagblad:
Zwart: 3, 5, 6, 8/14, 17, 19, 20, 21. 23/26.
43,45, 47,48,49.
Wit speelde:
1. 37—31
1.
26 :46
2. 4741
2.
46 :37
3. 32 41
3.
23 :32
4. 38:18
4.
13 :22
5. 33—29
5.
24 :44
6. 43—39
6.
44 33
7. 30—24
7.
19 39
8. 40—34
8
39 :30
9. 35: 2
9.
6-11
10. 2 16
10.
22—27
11. 16: 9
11.
3 14
Hoe eenvoudig is
eigenlijk de
volgende
stand van Kleute:
Zwart: 8, 12, 14, 18, 21, 22, 31 en dam
op 39.
Wit: 23, 24, 29, 32, 34, 38, 41, 42, 43.
Zwart is met zijn zoo juist gehaalden dam
op 39 gaan staan. Wit speelt nu:
1. 4137 Zwart slaat 39 :28
2. 37:17 28 23 (4 s.)
3. 17 10 en wint.
voor deze week:
pgOBLEEM No. 754
van G. MANTEL Jr.
Ter
dat het kapltaal behulpsaam a btj de produe-
tie van goederen, in tegenstelltog met de bo-
vrediging van onmidddlijke behoeften alleen.
Maar elke hulp, hoe gering en onbeteckenend
dan ook, zou reeds als productiviteit bestem -
peld worden, en het is «uideli/A dat eene der-
gelijke „productiviteit" onmogelijk kan die-
nen.
De aanhangers der productivitdtstheorieen
leggen aan dit begrip dan ook eene krachtige
meening ten grondslag, d. w. z. zij gebruiken
dit woord m diem zto, dat er met behulp van
het kapitaal meer wordt geproduceerd, dat
dus het kapitaal de oorzaak is van eene bij-
zondere meerproductie. Echter ook deze be-
teekenis is weer te split?0!!. „Meerproductie"
kan tweeerlei beteekenen:
I. meer goederen prod nieren, of
II. meer waarde voortbrengen
De capaciteit van het kapitaal om meer
goederen te proctuceeren zullen we physieke
of technische productiviteit, die om meer
waarde voort te brengen „waardeproductivi-
teit" noemen.
De physieke productiviteit komt tot uitdruk-
king hetzij in eene grootere hoeveelheid van
goederan, of ook well' in eene bete re qualiteit
goederen. Wij zullen dit illustreeren met een
klassiek geworden voorbeeld: Als wij cms
een visscnersvolk voorstellen, zonder privaten
eigendom en zonder kapitaal, dat moet leven
van zeevisch, die bij eb met de hand wordt
gevangem in de strandplassea waar hiij is ach-
ter gebleven. Het kan wel zijn, dat iedere ar-
beider elken 'dag drie visschen vangt, en ook
opeet.' Een verstandig man echier eet 100
dagen lang slechts 2 visschen en gebruikt den'
voorraad van 100 opgespaarde visch, om 50
dagen zijn geheele werlckracht te gebruiken
om een boot en vischnet te maken. Daarmee
vangt hij nu 30 in plaats van drie visschen
per dag.
De physieke productiviteit van het kapitaal
uit zich. hier in het feit, dat de visscher met
zijn „kapitaal" nu 30 visschen per dag vangt
in plaats van drie.
Wat de meerwaarde aangaat, deze kan uil
het gegeven voorbeeld evengoerl werden afge-
leid. Als de visscher honderd dagen lang
van z'n boot gebruik kan maken, heeft hij
3000 visschen gevangen. Gaat de boot dan
onder, dan is de meerwaarde van 2700 vis
schen, die hij met z'n „kapitaal" meer gevan-
hecft dan zonder, toch meer waard dan
en net tezamen, die eene arbeidswaarde
v van slechts 100 visschen Voorstellen, m. a. w.
het kapitaal is in staat eene grootere waarde
te rcproduceeren, dan het zelf heeft.
Zwart: 7, 12, 15, 16, 18, 20, 23, 24, 25,
28, 29, 30.
Wit: 21,27,32,35,37,39,40,41,44,47,
48, 49.
Oplossingen v66r of op 9 Mei, Bureau van
dit Blad.
DE PRODUCTIVITEITS-THEORIEeN.
L
Spoedig na Adam Smith, mijnen lezers nu
waarschijmlijk wel genoegzaam bekend als
„de vadcr der staatnuishoudlfunde", begon-
nem de eoonomeni de rente te verkiaren uit de
productiviteit van het kapitaal.
De gedachte, dat het kapitaal zijne rente
zelf voorbrengt, schijnt helder en vast om-
lijnd te zijn; wij zullen thans nog in het mid
den laten, of deze gedachte al dan niet juist
is. Maar het is een merkwaardig vcrschija-
sel, dat alie produdiviiMtstheoretici abeoluut
geen begrip schijnen te hebben van den
grondslag, waarop hun theorie is opge-
bouwd.
Twee begrippen mloeten eerst worden dui-
delijk gemaakt, n.l.:
le. Wat is de beteekenis, of liever nog, wat
zijn de beteekenissen van het begrip: produc
tiviteit van het kapitaal?
2e. Wat is de aard van de theoretische
taak, die in de onderhavige theorieen, de pro
ductiviteit van het kapitaal' heeft te vervul-
len?
In de eerste plaats dus: wat beteekent pro
ductiviteit van het kapitaal? Over 't alge-
tneen. en dit is dan wel de zwakste beteekenis
dezer uiitdrukkinig, zou men kinnnea1 zeggen,
Ziekenverpleging I.
Zttdkenverpleging en1 arts.
iHfefi is nog niet zoo heel1 lang geleden', dat
de ziekenverpleging voor het eerst een vak
wend gienoemd. V6or dien' gold' zij meer als
een! wertk van bajnnhartijgheid, van roepimg en
van vocatie. Wanneer men zajta best maar deed
oxn de of de zieke te helpen, hetgeen voor een
groot deel hierini bestond en) ook moeilijlk in
iets amdiens bestiaam kon, dan hen zoovoel mo-
gelijk ter wille te zijn, zijn oogenbliikkelijke
wenschen em begeerten te helpen bevredigen,
dan was aan.' den eisch voldaan. 'En dikwijls
werd die hulp des te meer gewaardeerd naar-
mate zij; gepaard1 ging met grootar opofferin-
gen' van ae zdjlde der helpen^. Het hoorde bij
een) goede veipJeging om zich af te sloven.
Men moest naditrust lie ikort ikomen en als het
mogeliijik was Week worden- en vermageren. Bij
de Jogische gevolgtoddking, dat iemand, die
zich zoo afbeudde, misschien spoedig zelf pa-
tienlt zou worden, en aMhans zou moeten op-
houden oni aan- den zieike hulp te bieden, werd
maar niet stilgestaan. ,Mem hielp eenvoudig
zooveel en zoolang men ikon).
Over dat „kumnen)" werd echter niet veel
nagedacibt. Wel wist men dat de vrouwehand
zachter was en) daaromi in het lalgemeen aan
de vrouiw de voorkeur werd1 gegeven. En dik
wijls vond men' in de famile een bepaalde per-
sSoni, een tante of niciht, die altijd Iclaar stood
als er ziekem wareni, die zoodoende dikwijls
verpleqgde en- zekere oefening venkreeg, waar-
door zij- terecht bovenl vele anderen werd ver
kozen. iMiaar van sysiematische oefening, van
doelbewuste opleiding was geen sprake.
Iln overeenstemimiinig hiermee is de positie,
welke ongeveer een eeuw geleden' die huisarts
beddeedde. Dat was toen bij- voorkeur de def-
tige i,,mediciniae doctor", die niet veel andera
deed dan de -tong bekijlken en den1 pals voelen
en voor het overige met zijn, -voor een- goed
deel speculatieve, wetenschap volstond Om
zel'f bepaalde verrichtingen aan den' patient te
doen, dat was beneden zijtm waardigheid. Voor
het zetten van Lavemeniien, van koppen, van
bloedlzuigers enz., waren andere personen
aangewezen1. |En de dhirurgijn, die de heelkun-
dige bewerkingen toepaste, werd door den
..doctor" als foenieden nem staande besdhouwd.
Hoorstens verwaardigde deze aesculaap zich
tot het doen van een- adenlating.
|Met dien tijd vergeleken, is er on een1 groote
verandering te be^euxen. IDfe ouden' hielden
het lang met de zoogenaamde humoraal-pa-
rhologie, waaibdjl alle afwijlkingem werden- toe-
reven aan een1 gewijziigde geaardheid en
jing der in het lichaam aanwezige voch-
ten. iDoor de oplrassende, afvoerende, opwek-
kende, bedarende en andere middelen trachtte
men het gescbokte evenWidh-t te herstellen.
Lanigzamerhand heeft de meer physische
opvatting de overhand gekregen en is men de
ziekteleer even1 goed als de levensleer gaan
beschouwen als een samenstel1 van natuurkun-
d'ige en sdheikundiige processen, die onafhan-
kelijlk van mysrtieke 'kradhten zich afepelen
Eeni stoeng wetenschappelijlfee behandelim
van zaken werd hierdoor bevorderd, al blij
er dan ook voor speculate nog ruimte genoeg
iHet was reeds een' heele stop vooruit, da
men de ziekteversdhijlmseleni niet langer als
zelfstandige dingen ging beschouwen, maar
-in hu natuuirlHjk verband als eeni uiting van
den strij'd, dien het oiganisme voerde tegen de
krachten, die van buiten of van b'innen zijn
bestaa bedraiigden-. Werd vroeger koorts voor
den eigenilijke vijand gehouden; al ontbrak er
ook wel eens iets aan -het begrip, zood-at men
wel beproefde hem aan' te Hasten, doch in den
grond der zaaik niet goedl wist waar het aan-
grijpingspunt te viniaen!, thans zieni wiji in
koorts een- complex van verscMinselen, die bij
verschillende toestanden worden' waargend-
men. En in plants van te trachten, die ver-
schijnselen; direct te onderdrukken, wordt te1
kens naar de oorzaak gezocht, ten- einde deze,
zoo spoedig mogelijk, te bestrijden. Wij kun-
ifft
DBS Wj aaa iSjtter sen malaria dte
ratuur, heti meest opvallend verachijusel der
koorts, iangs verschiilende wegen ietia te taien
dalen. Een; koud bad, sommige tempeTatuur-
verllagende middelen, zooals andfebrine, zul-
en Mertoe in staat blijken. iMaar daarmee is
de ziekte niet vertireven. De parasdet, die de
ziiekte veroorzaakt het malaria-plasmodium,
moeti gedood women. Htet specifieke middel,
de kinine, doet dit, wanneer het op den' fuisten
tijd en in gepaste dosis gegeven woidlt. Hier-
aan wordt niets veranderd door het feii dat
sinds jaar en dag kinine werd toegediena, zon
der at men wist hoe het werfcte. Men meende,
dat het kooriswerend, dat is dus teniperatuur-
verlagend werkte. iDoor dat gemis aan -juist
inzicht zijn dan ook ontstellend groote hoe-
veelheden> kinine nu-tteloos verbruikt.
lichaam voert dus siirijd tegen de
adeMke invloeden, waardoor het gotroffen
wordt. In likh-te.gevallen gaat dat haast on-
gemeilkt, omdat de aanval zoo weinig betoe-
cent, de vijand zoo gejimge kxacht ontwik-
I relt, dat het gevaar als ware het spelenderwijs
overwonnen wordt. In ernstige gevallen zien
wij verschillemde verachijnselen, met elkaar
den getroffene ziak ma-ken. En ten slotte is het
mogelMjjk, dat de krachten van het organisme
niet bestond blijken tegen den aanval, zoodat
het einde de dood is.
Wanneer de strijd zoo hevig wordt, wanneer
de ziekte een dreigend karakter krijigt, dan
moeten alle beschikbare verweenmddelen war
den gemobiliseerd. En eindelijk! heeft men be-
grepen, dat niet alleen de drankjes en pi-llen;
de voorgeschreven zoogenaamde versterkende
middden- van den dok-ter, maar dat evenzeer
aMe andere maacregelen- ter verzorging van
den zieke tot die strijldkrachten' behooren. De
zieke moet on alle opzichten- in de meest gun-
stige conditie gebraaht worden. Zijn verrich-
tingea moeten nauwkeurig ?vorden gedoseerd,
alle sdhadelijke in- hinderiijke invloeden moe-
eu worden atgeweerd, het komt er niet alleen
op aan wat, maar even goed hoe hij eet en
drinkt. Hij moet dus bewaakt en %rerzorgd
warden, bij waken en slapen, hij eten en drrn-
keni, hiji rust en1 beweging, bij reiniging en alle
natuurlijlke verrichtingen, bdjl de toepassing
van alle geneeskundige voorschriften. Het is
evenzeer van beteekenis hoe zijn bed wordt op-
gemaakt, hoe het bed wordt geplaatst, als op
welke wijlze het door den apotheket klaar ge-
maakte recept wordt ingenomen.
Toen -al deze dingen attend begonnen fe
worde, wat in ons land1 tusschen 1880 en
1890 het geval was, moest er wel een groote
ommekeer vdlgen in de wijze, waarop de zie-
ken werden verzaxgd. De geschoolde zieken-
verpttegling ootstond. Bijl saholing behoort ont-
wikkehng en beschaving en ali aanstonds
kwam het verpleged1 peraoneel op vrij wat
pijl te staan. Enkele geneeskundigen
zagen die ware beteekenis van deze evolutie,
die soms meer op een revolutie geleek, in; de
verpleegster 1) kreeg- een esigen positie. Maar
merkwaardigerwijze namen de meeste arisen
nliet petsoonlijk deel' aan de uitvoering van
dit deel der strijdkrachten; en zooals de oude
.doctor" he)t zetien van een lavement aan an
deren overliet, zoo bleven de arisen persoon-
lijk op een afetand van' het nieuwe vak, dat
door Paul Mendelsohn- in- die jaren met den
naam hypurgie, afkomstig van een Grieksdi
woordl, dat hulpverleenen beteekent, werd be-
titeld- en als pen onderdeel van het medisch
•kunnen' gepropageerd. Met echt Duitsdhe stel-
sdmailigheid behanddde hij de geheele ver-
pleegkiunst als eeni onderdeel van de therapie,
van- de geneeskundige behandeting te ontleed-
de den gunstigen inivloed1 dioor het bevorderen
van het welbehagen der patienten, door de
verschillende handgrepen der ziekeniverple-
op de functies van het organisme en op
.erstel -uitgeoefend.
Hoe weinig deze opvatting toenmaals in
zelfs gezaghebbende geneeskundige fcrin'
was doorgedrongen, kan hieruit Mijlken, dat,
toen voor een der eerste natuur- en geneeskun-
dige congressen' door een aris een voordracht
over Jiypurgie" werd opgegeven, deze door
he# bestuur niet werd' toegelaten, omdat dit
geen onderwerp voor een gcnieeskundig con-
gnes was. Dat was omstreefks 1890. Ltoezeer
ook te dezeni opzichte de opvattingen' gewij-
zigd zijn, inioge bl-ijkien uit het verhandelde op
de vergadering van den Nlederlandschen Bond
voor Ziekenverpleging op 31 Mei 19221 gehou-
den. Daar kwaimi in behandeling het volgende
vooistel van hett) hoofdbestuur:
„De algemeene vergadering besluit, dat de
Bond zidi zal wended tot de Regeering met
het verzoefc, het d^arheen te leiden, dat de
aanstiaande arisen, tijdens hunne co-assistents-
schappen; ook verplicht worden' een- zeker aan-
tal, met name te noemen handgrepen op het
gebied der ziekenverpleging te verrichten
iBiij de discusSie bleek welhaasti ieder't over
het prinoipe eens to zijn. Alleen meenden som-
miogen, dat het niet op den weg van dezen
Bond lag om over dit geneeskundig werk een
oorded' uit te spreken. Door dir. Wicherink
werd er toen op gewezen, dat de Bon dniet is
een1 organisaitie van- verplegendent, maar een
Bond voor ziekenverpleging en dus wel dege-
lijk met dit onderwerp te maken1 heeft. Het is
zeker goedl, zei hij, de aandacht er op te ves-
tigan, dat er aan de opleidiing van den aris
nog -veel ontbreekt, vooral omdat de medici
zelf er dan- attent op zullen- worden. Hij herin-
nert er aan, -hoe zuster van iHu-lst de geweldi-
ge achterl'ijikheid der arisen in het licut heeft
Id en uit ervaring weer hij, hoe droevi'g
dikwijls is gesteld met de verpleging van
zieken als gevolg van- de onikunde der dokters.
-De Voorzitter. dir. Van Spanje, zei, dat de
dokters er inderdaad weinng van weten: hij
heeft liiever een goede verpleegster dan- een
kundigen dokilef. Dr. Le Rutte voegde er nog
aan toe, d-at de practische kennis der zieken
verpleging voor de artseni van het grootste
beflang is, omdat zij immers op de dorpen vaak
allies zelf moeten doen-. Wanneer de zusters
meti ervaring zouden- durven- spreken, dan zou
spreker zich moeten schamen' over hetgeen er
djan aan het -licht zou kome. Ten slotte werd
het voorstel aangenomen:
„Om) zich te wenden tot de geneeskundige
faculiteitem der universiteiten en- tot de d-irec-
ties der groote ziekemlhuizen imet het verzoek
het daarheen te leiden; dat de aanstaande
arisen' to die gdegenheid1 worden gesteld; zich
practisch te oefenen to de hamdgrepen op hei
gebied1 der zidcenVerpleging^
Heel! fraai komen de arisen- er dus niet af.
Evenwol mag nief gegeneralaseerd worden en
juist door de noodzaak, bijv. in de buiten-
prafctijk, gedwongen, zal op da practisdie
andigheS- en kennis van vele arisen- op di
niet veel aan te merken- zajto. Maar deze
hdMMs* hat ttea dbatsS^, dS®w5jte dom eS«
Irijken van de wijkzuster, geleerdl en ieder zal
moeten1 toegeven, dat dit 'geen aanbevelens-
wa-ardige methode is. De arts to de praktijfc
jehoort deze ziekaivorp-leging. zoowe! thcore-
tisch als practisch' volledig te nsbeerschen. Al
ware het slechts om niet dfe mtodere te zijn
van zajki patient. Want dit is een vak, waarvan
de leek zeker met alles, maar dian toch zeer
veel zal- kunnen leeren, begrijpen en toepassed.
Daarom hoop ik dan ook later nog eens op
dit onderwerp terug te komen.
H. A. 9,
I)- Eigenlijk moest van verplegen.de ge-
rofcen worden. Oemakslhalve wordt steeds
i vrouiweldjke term gebruikt, evenals de man-
neliijke voor patienten; hoewOl- er evengoed
verpleger en vrouweli^re patienten zijn.
Li.
De heer H. Jansen. directeur der Radio-
telegraaischool te Alikmaax en Helder,
schrijit ons:
In mijjn. vorig axtikel wees ik op het belang
van de oxilleerende ootladiing van een con-
densator, waaroin eerst eene uitlegging van
diets bouiw, dioel en) working van tot toestel
wensdht ia
Een condensator is in't ailgemeen opge-
bouwd uit twee metaleni platen, hetzij zink
of koper, welke op onderutogen afstandi van
eenige mallimeters tegenover elkaax geplaaltst
ajjin.
IWordlt tot toesitel) to een electrischen! keten
geplaatst, waarto ©ent sitroambron aanwezig
is, dan wordt aan een der platen'm hoeveel
heid electrische energie toegevoegd ander een
bepaalden electrischen
•De i
aan
mate van electrische energie, welke de
condensator dan kan opnemen is afhankelijk
van de grootte van de platen, den a fstand tus
schen- de platen en vender van die stof welke
zich tusschen die beidie platen bevtodt Men
zegt in't algemeen, dat van daze drie facto-
ren de capaciteit of het bevatttogsvermogen
van den condensator afhangt. v
IVoor ons is het echter hier voorioopig vol-
doende te weten dat de condensator to staat
is een hoeveelheid electriciteit op te nemen en
aiiaHan to de ruimlte tusscheni de platen een
electrische spanning in't leven roept.
Diit vtodlt zijn oorzaak to't feit, dat de
eene plaat een teveel van E (electriciteit)
heeft bekomen, de andere plaat eeni tekort
E., tot allies tenigevolge van de indu-
nde werkto-g der beidie platen op elkaar.
Is tot tot stand gekomen, dan zegt men,
dat de condensator geladlen is. Deze kan
zich dan ontLaden, wanneer men den toege-
voegden druk een oogenlblik wegneemt.
In de radiostations, welke z.g. gedettnpte
golfreeksen uitzenden, heeft deze lading en
ontlading van den condensator plaats, ech
ter langs dxadien met een geringenl materiee-
len weerstand of in de technielf genoemd
dien ohmsdben weerstwd.
Het zooeveni besproken spannto-gveld -tus
scheni de condensatorplaten, kortweg ge
noemd het dectrostatisch krachtlijnenvdd,
wordt zoodra de electrische diruk tegen' de
condensator is weggemomen, opigezet in eeni
dectromagnetisch krach'tldjnieniveld) rond de
vonkenbrug, hetwelk omfcstaat, doordat het
•teveel aan E. op b.v. de ltoksche plaat over-
gaat naar het tekort aan E. op die rechtsche
plaat.
De condensator is alsdam bezig zich te
ontladeni over de vonkenbr-ug. Nu zou- de
condensator er genoegen meenemen? zOOveel
E. over de vonkenbrug te doen vloeien, dat
het tekort op de rechtsche plaat was aange-
vuld, dan zou de electrische. energie to dien
krtog tot rust komen. Dit is echter niet het
geval.
Tengevolge de zellftoductie verschij-nselen
to den krtog, gaat een teveel aan E. over
naar die rechtsche plaat, em dit teveel-schom-
melt weer van1 rechtsche plaat naar ltoksche
en herhaalt dezelfde beweging als tevoren.
Vennijdende hier to 't nauwkeurige der
werktog over te gaan, mioge het vol'doende
zdjin1 op te merken dat de electrische energie
to den: krtog snel heen en weer sltogert en;
wel eenige honderdduizenden keeren) per se-
conde (cfe seconde hier als eenheidl van tijd
genooiem) dit al-lea op voorwaarde, dat die
ohirusche weensitand kleini is.
Defce snelle heen- en) waergamigen van de
electrische energie, warden overgedragen
aan- d'en luchtdlraadlkring.
In dezen krtog hu sltogert de overgedragen
energie met hetzel/fde aantal xnaleni heeni en
weer. Wanneer deze sltolgertogen plaats heb
ben, ontstaan ook evenveel stooten) aan den
aether, aldus eenige honderdduizenden stoo
ten, waardoor de aether, de zeer ij'le, elastt-
sche stof, welke gedacht wordt, to alle licha-
men aan-wezig te zdjm, to- een golvendie, beter
nog, to eeni trillendle beweging -komt.
'Dit aantal trilltogen per seconde van den
aether zou to ons geval kunnen zijn b.v.
500.000. Een zulk groot aantal trilltogen is
voor ons nog niet zichtbaar. Wordt dit aan
tal- trillingen grooter dan komen we van de
raddotelegrafische golVen naar de infraroo-
die, warm-te veroorzafcenide stralen, tarwijl,
als dit aantal trilltogen -per sec. nog grooter
iwordt men komt bijl de roode stralen, welke
natuurlijk wel zichtbaar zijin.
Ten overvloede zij; nog gezegd, dat de
violette stralienj een nog grooter aantal tril
ltogen hebben.
Genoeg nu over deze aethertrillto'geni en
hun aantal per seconde.
Uit dit alles blijkt, dat licht, wammte en
radiotelegrafische golven, niets dan trillen
de aether is. Al deze aemer-trillingen) (gol-
veni) hebben dezel-fde voortplanttogssnelheid
n.l. 300.000.000 meter per sec., alleen hun
golflengten verschillen. Het begrip golflengte
is de afstand tusschen twee toppen van de
golf.
In de radio-telegrafie bezfgt men golfleng
te tusschen 100 en 213000 Meter.
Ook Marconi gebruikte een toesitel, dat
aethergolven opwefcte, liggende tusschen de
ze kringen.
Ofschoom dit arti-kel wellicht voor sommi-
gen der lezers ietwa-t te Zwaar technisch is,
inocht ik, gezieni het groote belang voor den
tech-nicus en den- erinstigen amateur, niet na-
laten dit te behandellen.
We zullen nu weer tenig keeren na-ar de
algem-eenheden in de radio en wel naar he:
toes-tel dat Marconi gebruikte in 1896
op het eiland Wigth, daarna1 behandelen we
de verbetertog van de zendtorich+tog, d'oor
toepassing van de IBraunsdbe
2.5 P.K. tweatakt.
Vela eerste prljzen. Vraagt prospectus,
Hamdalaran gebruik#l(jk rabat.
D.K.W. HUIS, AMSTERDAM,
HEERENGEACHT 407.
tenetode te komen bijl die amtvangtoestellen ien
do behandeling erVan.
Hierover in een volgond artikel.
RAADSELHOEKJE.
OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT T
VORIG E NUMMER.
Voor grooteren.
1. Brussel, Senna
2. Alva, lava.
3. Olifant, foliant.
Kruid, magelkruidaagel.
Voor kleirteren.
1. School, schoL
Wordt deze k&mer e&m dag gebruikt?
(mereL)
Verleden week had Annie in het park
iets verloren. (parkiet.)
Heeft deze gasp echie eteenen (spechi.)
Is de toteekinii/st er al geweest?
(lister.)
Jan,
3.
4.
om Op te lossen.
Voor grooteren.
Op de kruisjesflijmea komt de naam van
een zangvogel.
xxxxxxxxx
X
X - -
x
X
X N
X
X
1. rij t gevraagde woord.
2. rij een kontokrijk to Europa.
3. rij een ander woord voor puntdicht
4. rij een lekkernij.
5. rij een rivier to het Oosten van Europa.
6. rij het tegenovergestelde van begin.
7. rij een ander woord voor klip.
8. rij een persoonlijk voornaamwooid.
9. rij een medekltoker.
Mijn geheel wordt met 9 letters gesch re
ven en noemt een dorp to Noord-Hol-
laind.
4, 8, 6, 2 is een vlijitig, klein tosect.
2, 3, 9, 2 is een deel van een schip.
2, 3,4, 6 is een oude stad in Italie.
1, 7, 8, 6 is een lichaamsdeel.
5, 9, 7, 8, 6 is een verfstof.
1, 2,3, 5 is nood-t recht.
Mijn eerste deel bescherm.de to den ouden
tijd den krijgsmain; mijn tweede is een
nuttig dier en mijn geheel as eveneeni
een dier.
Vul de open vakies z66 to, dat je van
links naar rechts te lezen krijgt:
1 1. het tegenovergestelde van warm.
2. een gele aardsoort.
3. een meisjesnaam.
4. een ander woord voor opgegeven
werk.
Voor kleineren.
1. Begraven riviereh'fn Nederland.
Heusch, Iersche kant is mij te duur.
Ik wensch elders te gaan won-en.
Welk een somber kdderverblijf om in te
women, is dat I
Beb je die zeven boeken allemaal reeds
gelezen?
2. Met b ben ik een boomsoort, met k een
gebouw, met m een teeken, met w ar-
beid en met st nooit zwak.
3. Ik ben een vogel. Verander mijn eerste
letter, da® word ik niet gaar. Verander
de eerste letter tfami het woord, dat je
nu gekregen hebt to twee andere en je
krijigt een kleur. Welke?
4. Mijn gehegl wordt met 9 letters geschre-
ven en noemt een zeer bekend Neder-
landsch eiland.
4, 5, 6. 7 is ee® rond- voorwerp, 't <hent
dikwijls als sieraad.
Een 1, 3, 7 verbindt itwee plaafcseo.
6, 8, 7, 3, 9 is een getal.
Een 1, 2, 8, 7 is een slaapplaats voor
kletoe ktoderen.
Marktberichten
A L KIM A AR'SCHE' EXPOR T-VEIL INO.
ALK'MAAR, 4 Mei. 'In de heden gehou-
den veiling werd betaald1 voor: Asperges
Dikwit 0.7Gf 0.97 per bos, Dikblauw
0.43—/ 0.74 per bos, Btt-oemkool I 20-
32 per 100 stuks, Kropsla 518 per
100 situks, -Komkoinmers 201—/ 26 per 100
stuks. Pre! 5.106.70 per 100 bos, Pie-
terselie 1.10--/ 2.20 per 100 bos, Poste-
leia 0.59^0.81 per ben, Rabarber 4.60
tot 9.20 per 100 bos, Raapstelen 0.50—
1.50 per 100 bos, Radijs 1.70—-/ 2.60
100 bos, Seldqrie 2.20—/ 3.40 per 100
Spinazie 5.70—/ 12.50 per 100 K.O.
Uiem 1.802.-50 per 100 K.G., Worte-
len 10.20—1/ 16.50 per 100 bos, Witlaf I
0.20—/ 0.26 per K.G., II 0.14—/ 0.17
per K.G. Aanvoer 5000 K.G. Spinazie, 2000
K.G. witlof.
K»»
A - 'C'J-■
nig
X i