E55S5B AVA1 v5W M/W D.K.W. M0T0.RFIETS aft :P",Bp %ife BIJ HARD WEEK. Radiotslegrafle en Radioteletonie. Sportmodel f 380 Reichsfahrtmodel f 360 Eoonomische zwerftoohten. Geneesknndige brie yen. xxw. Hoe kani ietoanld zijn werk verricbten, ala '-wxtdurend zaakt worden door urirtezuur, dat ala gevolg van zwakke oiereni in het bloed aehterbleef en dan.' dlient men' op zijim hoede te zijm. Ver- waarlooztog van deze waarschuwtog lijdt vaak tot nier- en blaasontst eking, waiter- zucht, nierzand, rheumatiek, nier- of blaas- steen, en opstopping van d'e urine. Een. verstanidig mensch zal trachten dit te voorkomeni en het valt niet moeiliik. Leef eenvoudig, vennijd overworking, zorgen, Laat naar bed gaan en1 alcohol, en fioudt zoodaen- de het overtollige urinezuur, uit uw gestel. Laat Foster's Rugpijm Nieren fPillem u heir pen, als gjji een- geneesmidtiel noodig hebt. Zij, werken recbtstreeks op de niereni en hi a as, en' verdrijven de stoorniisverschijnse- Den uit deze organen. Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken 175 per doos. 0plosaing 1. 19—13 I. 31:22 2. 13 :24 2. 5 34 3. 29 40 3. 35 :28 4. 18 :27 4. 30 19 .5. 27—21 5. 17 :26 6. 36—31 6. 26 37 7. 41 14!! Welk een fijne ontledingl Goede oplossingen ontvangen van de hee- renW. Blokdijk, P. Dckker en D. Gerling te Alkmaar en J. Smit te Heerhugowaard. De volgende slagzet is van den heer G. J A. van Dam. Haj kwam voor in het Utr. Dagblad: Zwart: 3, 5, 6, 8/14, 17, 19, 20, 21. 23/26. 43,45, 47,48,49. Wit speelde: 1. 37—31 1. 26 :46 2. 4741 2. 46 :37 3. 32 41 3. 23 :32 4. 38:18 4. 13 :22 5. 33—29 5. 24 :44 6. 43—39 6. 44 33 7. 30—24 7. 19 39 8. 40—34 8 39 :30 9. 35: 2 9. 6-11 10. 2 16 10. 22—27 11. 16: 9 11. 3 14 Hoe eenvoudig is eigenlijk de volgende stand van Kleute: Zwart: 8, 12, 14, 18, 21, 22, 31 en dam op 39. Wit: 23, 24, 29, 32, 34, 38, 41, 42, 43. Zwart is met zijn zoo juist gehaalden dam op 39 gaan staan. Wit speelt nu: 1. 4137 Zwart slaat 39 :28 2. 37:17 28 23 (4 s.) 3. 17 10 en wint. voor deze week: pgOBLEEM No. 754 van G. MANTEL Jr. Ter dat het kapltaal behulpsaam a btj de produe- tie van goederen, in tegenstelltog met de bo- vrediging van onmidddlijke behoeften alleen. Maar elke hulp, hoe gering en onbeteckenend dan ook, zou reeds als productiviteit bestem - peld worden, en het is «uideli/A dat eene der- gelijke „productiviteit" onmogelijk kan die- nen. De aanhangers der productivitdtstheorieen leggen aan dit begrip dan ook eene krachtige meening ten grondslag, d. w. z. zij gebruiken dit woord m diem zto, dat er met behulp van het kapitaal meer wordt geproduceerd, dat dus het kapitaal de oorzaak is van eene bij- zondere meerproductie. Echter ook deze be- teekenis is weer te split?0!!. „Meerproductie" kan tweeerlei beteekenen: I. meer goederen prod nieren, of II. meer waarde voortbrengen De capaciteit van het kapitaal om meer goederen te proctuceeren zullen we physieke of technische productiviteit, die om meer waarde voort te brengen „waardeproductivi- teit" noemen. De physieke productiviteit komt tot uitdruk- king hetzij in eene grootere hoeveelheid van goederan, of ook well' in eene bete re qualiteit goederen. Wij zullen dit illustreeren met een klassiek geworden voorbeeld: Als wij cms een visscnersvolk voorstellen, zonder privaten eigendom en zonder kapitaal, dat moet leven van zeevisch, die bij eb met de hand wordt gevangem in de strandplassea waar hiij is ach- ter gebleven. Het kan wel zijn, dat iedere ar- beider elken 'dag drie visschen vangt, en ook opeet.' Een verstandig man echier eet 100 dagen lang slechts 2 visschen en gebruikt den' voorraad van 100 opgespaarde visch, om 50 dagen zijn geheele werlckracht te gebruiken om een boot en vischnet te maken. Daarmee vangt hij nu 30 in plaats van drie visschen per dag. De physieke productiviteit van het kapitaal uit zich. hier in het feit, dat de visscher met zijn „kapitaal" nu 30 visschen per dag vangt in plaats van drie. Wat de meerwaarde aangaat, deze kan uil het gegeven voorbeeld evengoerl werden afge- leid. Als de visscher honderd dagen lang van z'n boot gebruik kan maken, heeft hij 3000 visschen gevangen. Gaat de boot dan onder, dan is de meerwaarde van 2700 vis schen, die hij met z'n „kapitaal" meer gevan- hecft dan zonder, toch meer waard dan en net tezamen, die eene arbeidswaarde v van slechts 100 visschen Voorstellen, m. a. w. het kapitaal is in staat eene grootere waarde te rcproduceeren, dan het zelf heeft. Zwart: 7, 12, 15, 16, 18, 20, 23, 24, 25, 28, 29, 30. Wit: 21,27,32,35,37,39,40,41,44,47, 48, 49. Oplossingen v66r of op 9 Mei, Bureau van dit Blad. DE PRODUCTIVITEITS-THEORIEeN. L Spoedig na Adam Smith, mijnen lezers nu waarschijmlijk wel genoegzaam bekend als „de vadcr der staatnuishoudlfunde", begon- nem de eoonomeni de rente te verkiaren uit de productiviteit van het kapitaal. De gedachte, dat het kapitaal zijne rente zelf voorbrengt, schijnt helder en vast om- lijnd te zijn; wij zullen thans nog in het mid den laten, of deze gedachte al dan niet juist is. Maar het is een merkwaardig vcrschija- sel, dat alie produdiviiMtstheoretici abeoluut geen begrip schijnen te hebben van den grondslag, waarop hun theorie is opge- bouwd. Twee begrippen mloeten eerst worden dui- delijk gemaakt, n.l.: le. Wat is de beteekenis, of liever nog, wat zijn de beteekenissen van het begrip: produc tiviteit van het kapitaal? 2e. Wat is de aard van de theoretische taak, die in de onderhavige theorieen, de pro ductiviteit van het kapitaal' heeft te vervul- len? In de eerste plaats dus: wat beteekent pro ductiviteit van het kapitaal? Over 't alge- tneen. en dit is dan wel de zwakste beteekenis dezer uiitdrukkinig, zou men kinnnea1 zeggen, Ziekenverpleging I. Zttdkenverpleging en1 arts. iHfefi is nog niet zoo heel1 lang geleden', dat de ziekenverpleging voor het eerst een vak wend gienoemd. V6or dien' gold' zij meer als een! wertk van bajnnhartijgheid, van roepimg en van vocatie. Wanneer men zajta best maar deed oxn de of de zieke te helpen, hetgeen voor een groot deel hierini bestond en) ook moeilijlk in iets amdiens bestiaam kon, dan hen zoovoel mo- gelijk ter wille te zijn, zijn oogenbliikkelijke wenschen em begeerten te helpen bevredigen, dan was aan.' den eisch voldaan. 'En dikwijls werd die hulp des te meer gewaardeerd naar- mate zij; gepaard1 ging met grootar opofferin- gen' van ae zdjlde der helpen^. Het hoorde bij een) goede veipJeging om zich af te sloven. Men moest naditrust lie ikort ikomen en als het mogeliijik was Week worden- en vermageren. Bij de Jogische gevolgtoddking, dat iemand, die zich zoo afbeudde, misschien spoedig zelf pa- tienlt zou worden, en aMhans zou moeten op- houden oni aan- den zieike hulp te bieden, werd maar niet stilgestaan. ,Mem hielp eenvoudig zooveel en zoolang men ikon). Over dat „kumnen)" werd echter niet veel nagedacibt. Wel wist men dat de vrouwehand zachter was en) daaromi in het lalgemeen aan de vrouiw de voorkeur werd1 gegeven. En dik wijls vond men' in de famile een bepaalde per- sSoni, een tante of niciht, die altijd Iclaar stood als er ziekem wareni, die zoodoende dikwijls verpleqgde en- zekere oefening venkreeg, waar- door zij- terecht bovenl vele anderen werd ver kozen. iMiaar van sysiematische oefening, van doelbewuste opleiding was geen sprake. Iln overeenstemimiinig hiermee is de positie, welke ongeveer een eeuw geleden' die huisarts beddeedde. Dat was toen bij- voorkeur de def- tige i,,mediciniae doctor", die niet veel andera deed dan de -tong bekijlken en den1 pals voelen en voor het overige met zijn, -voor een- goed deel speculatieve, wetenschap volstond Om zel'f bepaalde verrichtingen aan den' patient te doen, dat was beneden zijtm waardigheid. Voor het zetten van Lavemeniien, van koppen, van bloedlzuigers enz., waren andere personen aangewezen1. |En de dhirurgijn, die de heelkun- dige bewerkingen toepaste, werd door den ..doctor" als foenieden nem staande besdhouwd. Hoorstens verwaardigde deze aesculaap zich tot het doen van een- adenlating. |Met dien tijd vergeleken, is er on een1 groote verandering te be^euxen. IDfe ouden' hielden het lang met de zoogenaamde humoraal-pa- rhologie, waaibdjl alle afwijlkingem werden- toe- reven aan een1 gewijziigde geaardheid en jing der in het lichaam aanwezige voch- ten. iDoor de oplrassende, afvoerende, opwek- kende, bedarende en andere middelen trachtte men het gescbokte evenWidh-t te herstellen. Lanigzamerhand heeft de meer physische opvatting de overhand gekregen en is men de ziekteleer even1 goed als de levensleer gaan beschouwen als een samenstel1 van natuurkun- d'ige en sdheikundiige processen, die onafhan- kelijlk van mysrtieke 'kradhten zich afepelen Eeni stoeng wetenschappelijlfee behandelim van zaken werd hierdoor bevorderd, al blij er dan ook voor speculate nog ruimte genoeg iHet was reeds een' heele stop vooruit, da men de ziekteversdhijlmseleni niet langer als zelfstandige dingen ging beschouwen, maar -in hu natuuirlHjk verband als eeni uiting van den strij'd, dien het oiganisme voerde tegen de krachten, die van buiten of van b'innen zijn bestaa bedraiigden-. Werd vroeger koorts voor den eigenilijke vijand gehouden; al ontbrak er ook wel eens iets aan -het begrip, zood-at men wel beproefde hem aan' te Hasten, doch in den grond der zaaik niet goedl wist waar het aan- grijpingspunt te viniaen!, thans zieni wiji in koorts een- complex van verscMinselen, die bij verschillende toestanden worden' waargend- men. En in plants van te trachten, die ver- schijnselen; direct te onderdrukken, wordt te1 kens naar de oorzaak gezocht, ten- einde deze, zoo spoedig mogelijk, te bestrijden. Wij kun- ifft DBS Wj aaa iSjtter sen malaria dte ratuur, heti meest opvallend verachijusel der koorts, iangs verschiilende wegen ietia te taien dalen. Een; koud bad, sommige tempeTatuur- verllagende middelen, zooals andfebrine, zul- en Mertoe in staat blijken. iMaar daarmee is de ziekte niet vertireven. De parasdet, die de ziiekte veroorzaakt het malaria-plasmodium, moeti gedood women. Htet specifieke middel, de kinine, doet dit, wanneer het op den' fuisten tijd en in gepaste dosis gegeven woidlt. Hier- aan wordt niets veranderd door het feii dat sinds jaar en dag kinine werd toegediena, zon der at men wist hoe het werfcte. Men meende, dat het kooriswerend, dat is dus teniperatuur- verlagend werkte. iDoor dat gemis aan -juist inzicht zijn dan ook ontstellend groote hoe- veelheden> kinine nu-tteloos verbruikt. lichaam voert dus siirijd tegen de adeMke invloeden, waardoor het gotroffen wordt. In likh-te.gevallen gaat dat haast on- gemeilkt, omdat de aanval zoo weinig betoe- cent, de vijand zoo gejimge kxacht ontwik- I relt, dat het gevaar als ware het spelenderwijs overwonnen wordt. In ernstige gevallen zien wij verschillemde verachijnselen, met elkaar den getroffene ziak ma-ken. En ten slotte is het mogelMjjk, dat de krachten van het organisme niet bestond blijken tegen den aanval, zoodat het einde de dood is. Wanneer de strijd zoo hevig wordt, wanneer de ziekte een dreigend karakter krijigt, dan moeten alle beschikbare verweenmddelen war den gemobiliseerd. En eindelijk! heeft men be- grepen, dat niet alleen de drankjes en pi-llen; de voorgeschreven zoogenaamde versterkende middden- van den dok-ter, maar dat evenzeer aMe andere maacregelen- ter verzorging van den zieke tot die strijldkrachten' behooren. De zieke moet on alle opzichten- in de meest gun- stige conditie gebraaht worden. Zijn verrich- tingea moeten nauwkeurig ?vorden gedoseerd, alle sdhadelijke in- hinderiijke invloeden moe- eu worden atgeweerd, het komt er niet alleen op aan wat, maar even goed hoe hij eet en drinkt. Hij moet dus bewaakt en %rerzorgd warden, bij waken en slapen, hij eten en drrn- keni, hiji rust en1 beweging, bij reiniging en alle natuurlijlke verrichtingen, bdjl de toepassing van alle geneeskundige voorschriften. Het is evenzeer van beteekenis hoe zijn bed wordt op- gemaakt, hoe het bed wordt geplaatst, als op welke wijlze het door den apotheket klaar ge- maakte recept wordt ingenomen. Toen -al deze dingen attend begonnen fe worde, wat in ons land1 tusschen 1880 en 1890 het geval was, moest er wel een groote ommekeer vdlgen in de wijze, waarop de zie- ken werden verzaxgd. De geschoolde zieken- verpttegling ootstond. Bijl saholing behoort ont- wikkehng en beschaving en ali aanstonds kwam het verpleged1 peraoneel op vrij wat pijl te staan. Enkele geneeskundigen zagen die ware beteekenis van deze evolutie, die soms meer op een revolutie geleek, in; de verpleegster 1) kreeg- een esigen positie. Maar merkwaardigerwijze namen de meeste arisen nliet petsoonlijk deel' aan de uitvoering van dit deel der strijdkrachten; en zooals de oude .doctor" he)t zetien van een lavement aan an deren overliet, zoo bleven de arisen persoon- lijk op een afetand van' het nieuwe vak, dat door Paul Mendelsohn- in- die jaren met den naam hypurgie, afkomstig van een Grieksdi woordl, dat hulpverleenen beteekent, werd be- titeld- en als pen onderdeel van het medisch •kunnen' gepropageerd. Met echt Duitsdhe stel- sdmailigheid behanddde hij de geheele ver- pleegkiunst als eeni onderdeel van de therapie, van- de geneeskundige behandeting te ontleed- de den gunstigen inivloed1 dioor het bevorderen van het welbehagen der patienten, door de verschillende handgrepen der ziekeniverple- op de functies van het organisme en op .erstel -uitgeoefend. Hoe weinig deze opvatting toenmaals in zelfs gezaghebbende geneeskundige fcrin' was doorgedrongen, kan hieruit Mijlken, dat, toen voor een der eerste natuur- en geneeskun- dige congressen' door een aris een voordracht over Jiypurgie" werd opgegeven, deze door he# bestuur niet werd' toegelaten, omdat dit geen onderwerp voor een gcnieeskundig con- gnes was. Dat was omstreefks 1890. Ltoezeer ook te dezeni opzichte de opvattingen' gewij- zigd zijn, inioge bl-ijkien uit het verhandelde op de vergadering van den Nlederlandschen Bond voor Ziekenverpleging op 31 Mei 19221 gehou- den. Daar kwaimi in behandeling het volgende vooistel van hett) hoofdbestuur: „De algemeene vergadering besluit, dat de Bond zidi zal wended tot de Regeering met het verzoefc, het d^arheen te leiden, dat de aanstiaande arisen, tijdens hunne co-assistents- schappen; ook verplicht worden' een- zeker aan- tal, met name te noemen handgrepen op het gebied der ziekenverpleging te verrichten iBiij de discusSie bleek welhaasti ieder't over het prinoipe eens to zijn. Alleen meenden som- miogen, dat het niet op den weg van dezen Bond lag om over dit geneeskundig werk een oorded' uit te spreken. Door dir. Wicherink werd er toen op gewezen, dat de Bon dniet is een1 organisaitie van- verplegendent, maar een Bond voor ziekenverpleging en dus wel dege- lijk met dit onderwerp te maken1 heeft. Het is zeker goedl, zei hij, de aandacht er op te ves- tigan, dat er aan de opleidiing van den aris nog -veel ontbreekt, vooral omdat de medici zelf er dan- attent op zullen- worden. Hij herin- nert er aan, -hoe zuster van iHu-lst de geweldi- ge achterl'ijikheid der arisen in het licut heeft Id en uit ervaring weer hij, hoe droevi'g dikwijls is gesteld met de verpleging van zieken als gevolg van- de onikunde der dokters. -De Voorzitter. dir. Van Spanje, zei, dat de dokters er inderdaad weinng van weten: hij heeft liiever een goede verpleegster dan- een kundigen dokilef. Dr. Le Rutte voegde er nog aan toe, d-at de practische kennis der zieken verpleging voor de artseni van het grootste beflang is, omdat zij immers op de dorpen vaak allies zelf moeten doen-. Wanneer de zusters meti ervaring zouden- durven- spreken, dan zou spreker zich moeten schamen' over hetgeen er djan aan het -licht zou kome. Ten slotte werd het voorstel aangenomen: „Om) zich te wenden tot de geneeskundige faculiteitem der universiteiten en- tot de d-irec- ties der groote ziekemlhuizen imet het verzoek het daarheen te leiden; dat de aanstaande arisen' to die gdegenheid1 worden gesteld; zich practisch te oefenen to de hamdgrepen op hei gebied1 der zidcenVerpleging^ Heel! fraai komen de arisen- er dus niet af. Evenwol mag nief gegeneralaseerd worden en juist door de noodzaak, bijv. in de buiten- prafctijk, gedwongen, zal op da practisdie andigheS- en kennis van vele arisen- op di niet veel aan te merken- zajto. Maar deze hdMMs* hat ttea dbatsS^, dS®w5jte dom eS« Irijken van de wijkzuster, geleerdl en ieder zal moeten1 toegeven, dat dit 'geen aanbevelens- wa-ardige methode is. De arts to de praktijfc jehoort deze ziekaivorp-leging. zoowe! thcore- tisch als practisch' volledig te nsbeerschen. Al ware het slechts om niet dfe mtodere te zijn van zajki patient. Want dit is een vak, waarvan de leek zeker met alles, maar dian toch zeer veel zal- kunnen leeren, begrijpen en toepassed. Daarom hoop ik dan ook later nog eens op dit onderwerp terug te komen. H. A. 9, I)- Eigenlijk moest van verplegen.de ge- rofcen worden. Oemakslhalve wordt steeds i vrouiweldjke term gebruikt, evenals de man- neliijke voor patienten; hoewOl- er evengoed verpleger en vrouweli^re patienten zijn. Li. De heer H. Jansen. directeur der Radio- telegraaischool te Alikmaax en Helder, schrijit ons: In mijjn. vorig axtikel wees ik op het belang van de oxilleerende ootladiing van een con- densator, waaroin eerst eene uitlegging van diets bouiw, dioel en) working van tot toestel wensdht ia Een condensator is in't ailgemeen opge- bouwd uit twee metaleni platen, hetzij zink of koper, welke op onderutogen afstandi van eenige mallimeters tegenover elkaax geplaaltst ajjin. IWordlt tot toesitel) to een electrischen! keten geplaatst, waarto ©ent sitroambron aanwezig is, dan wordt aan een der platen'm hoeveel heid electrische energie toegevoegd ander een bepaalden electrischen •De i aan mate van electrische energie, welke de condensator dan kan opnemen is afhankelijk van de grootte van de platen, den a fstand tus schen- de platen en vender van die stof welke zich tusschen die beidie platen bevtodt Men zegt in't algemeen, dat van daze drie facto- ren de capaciteit of het bevatttogsvermogen van den condensator afhangt. v IVoor ons is het echter hier voorioopig vol- doende te weten dat de condensator to staat is een hoeveelheid electriciteit op te nemen en aiiaHan to de ruimlte tusscheni de platen een electrische spanning in't leven roept. Diit vtodlt zijn oorzaak to't feit, dat de eene plaat een teveel van E (electriciteit) heeft bekomen, de andere plaat eeni tekort E., tot allies tenigevolge van de indu- nde werkto-g der beidie platen op elkaar. Is tot tot stand gekomen, dan zegt men, dat de condensator geladlen is. Deze kan zich dan ontLaden, wanneer men den toege- voegden druk een oogenlblik wegneemt. In de radiostations, welke z.g. gedettnpte golfreeksen uitzenden, heeft deze lading en ontlading van den condensator plaats, ech ter langs dxadien met een geringenl materiee- len weerstand of in de technielf genoemd dien ohmsdben weerstwd. Het zooeveni besproken spannto-gveld -tus scheni de condensatorplaten, kortweg ge noemd het dectrostatisch krachtlijnenvdd, wordt zoodra de electrische diruk tegen' de condensator is weggemomen, opigezet in eeni dectromagnetisch krach'tldjnieniveld) rond de vonkenbrug, hetwelk omfcstaat, doordat het •teveel aan E. op b.v. de ltoksche plaat over- gaat naar het tekort aan E. op die rechtsche plaat. De condensator is alsdam bezig zich te ontladeni over de vonkenbr-ug. Nu zou- de condensator er genoegen meenemen? zOOveel E. over de vonkenbrug te doen vloeien, dat het tekort op de rechtsche plaat was aange- vuld, dan zou de electrische. energie to dien krtog tot rust komen. Dit is echter niet het geval. Tengevolge de zellftoductie verschij-nselen to den krtog, gaat een teveel aan E. over naar die rechtsche plaat, em dit teveel-schom- melt weer van1 rechtsche plaat naar ltoksche en herhaalt dezelfde beweging als tevoren. Vennijdende hier to 't nauwkeurige der werktog over te gaan, mioge het vol'doende zdjin1 op te merken dat de electrische energie to den: krtog snel heen en weer sltogert en; wel eenige honderdduizenden keeren) per se- conde (cfe seconde hier als eenheidl van tijd genooiem) dit al-lea op voorwaarde, dat die ohirusche weensitand kleini is. Defce snelle heen- en) waergamigen van de electrische energie, warden overgedragen aan- d'en luchtdlraadlkring. In dezen krtog hu sltogert de overgedragen energie met hetzel/fde aantal xnaleni heeni en weer. Wanneer deze sltolgertogen plaats heb ben, ontstaan ook evenveel stooten) aan den aether, aldus eenige honderdduizenden stoo ten, waardoor de aether, de zeer ij'le, elastt- sche stof, welke gedacht wordt, to alle licha- men aan-wezig te zdjm, to- een golvendie, beter nog, to eeni trillendle beweging -komt. 'Dit aantal trilltogen per seconde van den aether zou to ons geval kunnen zijn b.v. 500.000. Een zulk groot aantal trilltogen is voor ons nog niet zichtbaar. Wordt dit aan tal- trillingen grooter dan komen we van de raddotelegrafische golVen naar de infraroo- die, warm-te veroorzafcenide stralen, tarwijl, als dit aantal trilltogen -per sec. nog grooter iwordt men komt bijl de roode stralen, welke natuurlijk wel zichtbaar zijin. Ten overvloede zij; nog gezegd, dat de violette stralienj een nog grooter aantal tril ltogen hebben. Genoeg nu over deze aethertrillto'geni en hun aantal per seconde. Uit dit alles blijkt, dat licht, wammte en radiotelegrafische golven, niets dan trillen de aether is. Al deze aemer-trillingen) (gol- veni) hebben dezel-fde voortplanttogssnelheid n.l. 300.000.000 meter per sec., alleen hun golflengten verschillen. Het begrip golflengte is de afstand tusschen twee toppen van de golf. In de radio-telegrafie bezfgt men golfleng te tusschen 100 en 213000 Meter. Ook Marconi gebruikte een toesitel, dat aethergolven opwefcte, liggende tusschen de ze kringen. Ofschoom dit arti-kel wellicht voor sommi- gen der lezers ietwa-t te Zwaar technisch is, inocht ik, gezieni het groote belang voor den tech-nicus en den- erinstigen amateur, niet na- laten dit te behandellen. We zullen nu weer tenig keeren na-ar de algem-eenheden in de radio en wel naar he: toes-tel dat Marconi gebruikte in 1896 op het eiland Wigth, daarna1 behandelen we de verbetertog van de zendtorich+tog, d'oor toepassing van de IBraunsdbe 2.5 P.K. tweatakt. Vela eerste prljzen. Vraagt prospectus, Hamdalaran gebruik#l(jk rabat. D.K.W. HUIS, AMSTERDAM, HEERENGEACHT 407. tenetode te komen bijl die amtvangtoestellen ien do behandeling erVan. Hierover in een volgond artikel. RAADSELHOEKJE. OPLOSSINGEN DER RAADSELS UIT T VORIG E NUMMER. Voor grooteren. 1. Brussel, Senna 2. Alva, lava. 3. Olifant, foliant. Kruid, magelkruidaagel. Voor kleirteren. 1. School, schoL Wordt deze k&mer e&m dag gebruikt? (mereL) Verleden week had Annie in het park iets verloren. (parkiet.) Heeft deze gasp echie eteenen (spechi.) Is de toteekinii/st er al geweest? (lister.) Jan, 3. 4. om Op te lossen. Voor grooteren. Op de kruisjesflijmea komt de naam van een zangvogel. xxxxxxxxx X X - - x X X N X X 1. rij t gevraagde woord. 2. rij een kontokrijk to Europa. 3. rij een ander woord voor puntdicht 4. rij een lekkernij. 5. rij een rivier to het Oosten van Europa. 6. rij het tegenovergestelde van begin. 7. rij een ander woord voor klip. 8. rij een persoonlijk voornaamwooid. 9. rij een medekltoker. Mijn geheel wordt met 9 letters gesch re ven en noemt een dorp to Noord-Hol- laind. 4, 8, 6, 2 is een vlijitig, klein tosect. 2, 3, 9, 2 is een deel van een schip. 2, 3,4, 6 is een oude stad in Italie. 1, 7, 8, 6 is een lichaamsdeel. 5, 9, 7, 8, 6 is een verfstof. 1, 2,3, 5 is nood-t recht. Mijn eerste deel bescherm.de to den ouden tijd den krijgsmain; mijn tweede is een nuttig dier en mijn geheel as eveneeni een dier. Vul de open vakies z66 to, dat je van links naar rechts te lezen krijgt: 1 1. het tegenovergestelde van warm. 2. een gele aardsoort. 3. een meisjesnaam. 4. een ander woord voor opgegeven werk. Voor kleineren. 1. Begraven riviereh'fn Nederland. Heusch, Iersche kant is mij te duur. Ik wensch elders te gaan won-en. Welk een somber kdderverblijf om in te women, is dat I Beb je die zeven boeken allemaal reeds gelezen? 2. Met b ben ik een boomsoort, met k een gebouw, met m een teeken, met w ar- beid en met st nooit zwak. 3. Ik ben een vogel. Verander mijn eerste letter, da® word ik niet gaar. Verander de eerste letter tfami het woord, dat je nu gekregen hebt to twee andere en je krijigt een kleur. Welke? 4. Mijn gehegl wordt met 9 letters geschre- ven en noemt een zeer bekend Neder- landsch eiland. 4, 5, 6. 7 is ee® rond- voorwerp, 't <hent dikwijls als sieraad. Een 1, 3, 7 verbindt itwee plaafcseo. 6, 8, 7, 3, 9 is een getal. Een 1, 2, 8, 7 is een slaapplaats voor kletoe ktoderen. Marktberichten A L KIM A AR'SCHE' EXPOR T-VEIL INO. ALK'MAAR, 4 Mei. 'In de heden gehou- den veiling werd betaald1 voor: Asperges Dikwit 0.7Gf 0.97 per bos, Dikblauw 0.43—/ 0.74 per bos, Btt-oemkool I 20- 32 per 100 stuks, Kropsla 518 per 100 situks, -Komkoinmers 201—/ 26 per 100 stuks. Pre! 5.106.70 per 100 bos, Pie- terselie 1.10--/ 2.20 per 100 bos, Poste- leia 0.59^0.81 per ben, Rabarber 4.60 tot 9.20 per 100 bos, Raapstelen 0.50— 1.50 per 100 bos, Radijs 1.70—-/ 2.60 100 bos, Seldqrie 2.20—/ 3.40 per 100 Spinazie 5.70—/ 12.50 per 100 K.O. Uiem 1.802.-50 per 100 K.G., Worte- len 10.20—1/ 16.50 per 100 bos, Witlaf I 0.20—/ 0.26 per K.G., II 0.14—/ 0.17 per K.G. Aanvoer 5000 K.G. Spinazie, 2000 K.G. witlof. K»» A - 'C'J-■ nig X i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 6