AIKmaarsche Courant uw bezoekaankondigingskaarten N.V. Boek- en Handeisdrukkerij v.h. Herns, COSTER ZOON, Damrnbriek. N5 wrwrmmj® b »i 555H wmmmm mm mm Eindelqk weergevonden Voordam G 9, ALKMAAR. Jf Zaterdag 26 Mei. AanwijziHgen ter beYordering geregeld Yerbeer. Verbeersteekens. Ill en om de hooidstad. F e u i 11 e t o n. WIJ DBUKKEN TLU6 EN NET. I m im m m m I m m 11 Uit enze Staatsmachine. No. 123. >92S. Honderd Yijf en Twintigste Jaargang, Tarn Overwegende de ondenscheidene verkeers- omgevallen, welke direct of indirect het ge- volg zijn van onbekendheid met of nalatig- heid in de toepassing der bepalingen, betref- fende het geregeld verkeer, ligt het in mijne bedoeling, langs dezen weg meerdere aan- dacht van het publiek op de instandhouding van een geordend stadsverkeer te vestigen en mede daardoo^ te trachteni verkeerscngeval- leni te voorkomen. 'De Commissaris van Politie, v C. C. WALRAVEN. a. Opgeheven hand: stilstaan. b. Op- en neerwaartsche beweging van de hand: langzamer rijden c. Aanwijzing met arm of hand in bepaalde rich ting: op- of doorrijden in de aangegeven richting. A. Voor VOETOANGER'S. 1. Houdt de rechterzijde van den weg. 2. Loopt zooveel mogelijlk op de daartoe be- stemde trottoims of voetpaden. 3. Loopt niet onnoodig op den rijiweg. 4. Staat niet onnoodig stil op drukke ver- keerswegeni noch op amalle voetpaden, noch op hoeken van straten. 6. Weest oplettend bij' het oversteken van deni rijiweg; door eerst naar links te kijkem, of eenig voertuig nadert en vervolgens, door -te kijken naar rechts gedurende het overstekea 6. Steekt zooveel mogelijlk loodrecbt den rij- weg over en blijf t niet midden op den rij- weg staan. 7. Indien giji, op den rijiweg, loopende, door den bestuurder van eenig voertuig wordt gewaarscbuwd door geluidsignaal, roe- pen. of op eenigerlei andere wijze, verlaat dan oruniddelhjk den rijweg of. indien zulks niet mogelijk is, wijkt zoodanig uit, dat de bestuurder voldoende ruimte heeft voor passeeren. 8. Let op de teekens, welke de bestuurders van voertuigen gewoonlijik gevem, biji ver- andering van richting. 9. Loopt niet onnoodig om te kijken, gij brengt daardoor uzelf in gevaar en kunt de orde in het verkeer onwillekeurig ver- storen. Vooral is het van zeer veel belang, dat ouders en onderwijzers de, a an hunne zor- gen- toevertrouwde, kinderen voortdurend op bovenstaande verkeersregelen wijzen. Een aanhoudende medewericing van deze zijde is van- bijzondere waarde. XXVIIL (Nadruk verboden.) BALDADIGHEID VAN OUD EN JONG. Dit is voor de meeste gemeenten in ons va- derland „de week'5 of, wilt ge, „de dag" de hemieuwing van de gemeenteraden ook voor de hoofdstad des rijks, waar vijf-en-veer- tig uitverkorenen, evenredig vertegenwoor- digd, gekozen moeten worden door manne- lijke en vrouwelijke kiezers, die, behouddhs wettige redenefl voor niet-opkomen, alien verplicht zijn hun stem te komen uitbren- #gen, doch het daarom nog lang niet alien zul len doen en er maar een berisping of een strengere straf van den kantonrechter op wa- gen zullen en thuis blijven van de stenxbus. De voorbereidingen tot die verkiezingen, waarmede ik bedoel de opwekking der partij- leiders tot het kiezersvolk om hun plicht te doen en toch vooral hun stemmen uit te bren- gen op mijnheer A. of mevrouw B. of mejuf- frouw C.} als zijnde de besten aan wie de behartiging der belangen der Amstelstad met vol vertrouwen zal kunnen worden opgedra- gen, heeft al tot heel wat geschrijf in de bla- den aanleiding gegeven. Wat niet onbegrijpe- lij-k is, wanneer men ziet hoe in een tijd, waarin met zooveel praat over bevorderen van stadsschoon, reclame op allerlei manie- ren wordt dienstbaar gemaakt om de schoon- heid der stad, in letterlijken en figuurlijken zin tc verloochenen. Eenigen tijd geleden leidde mijn weg door het oude stadje Naarden. Gaande door een der hoofdstraten van dit omwalde plekske grond, zag ik op eenmaal uit eea der zij- Uit het Engelsch van Adeline Sergeant. 69) „Lk vind", zei mevrouw Massingham veranit- waardigd, „dat iemand met dat meisje spre- ken moeslt, en- haar moest zeggen, hoe onbe- hooriijk zij- zich gedragen haft. Het zou me faeusch niet kunnen schelen zelf met haar te spreken ze heeft geen moeder!" Maar Rose hadi haar redenen, om' elk be- roep op Sydney af te radien. „lk geloof niet, dat zij te taken is", zei ze verzachtend, „heusch, dat geloof ik niet; of ten minste, niet erg. Ze haft zooval tegen gehad die arme Sydney! Ik durf te zeg gen, dat zij nooit eenig kwaad bedoeld heeft; ze sthrtte haar hart uit bij; Catherine Hol- dern, en deze sprak met papa." Philip keek zijn mooter beteekehisvol aan, en mevrouw Massingham- gaf een vurigen fcus aan het „lieve, zadtte meisje", dat zoo aiardig over haar oudferloos nichtje sprak. „We hebben te rnaken met Catheme Hol- den, zei het lieve, zachte meisje, tamelijk kwaadaardig, Weer raadpleegden moeder en zoon elfcan- der met hun oogen. Lieve Rose, als je denkt, dait ik van' eeniig nut kan zijn," zei mevrouw Massingham, wat zenuwachtig, „zal ik hed- graag „Wil u, o, will u, lieve mevrouw Massing ham? O, als u met miji naar Catherine Hk>l- dien wilde gaan, en haar ronlduit vragen, wat straatjes verschijnen een man. Daar was niets bijzonders aan hem te zien dan dat hij in de linkerhand hield een koperen bekken en in de andere een korten stok met dikken kuop, waarmede hij drie luide tikkea gal op gezegd bord en toen der burgerij ging aan- kondigen „dat verloren was" der stedc omroepcr, ik wist niet dat hij nog bestond; dat ook hier nog overgebleven was de ge- woonte om op deze wijze aankondiging van iets te doen. 't Wekte onwillekeurig bij; den groote-stads-bewoner een glimlach op, deze oudcrwetsche manier van afkondiging, aan kondiging, ralame-makerij en tdcli, ik dacht dezer dagen, door Amsterdam gaande, telkens aan dien Naardenschen omroeper, als i-k hier zag die reclame-makeriji voor gemcenteraads- candidaten. Hoe groot zou het succes van an partij- omroeper niet kunnen wezen in zoo'n verkie- zingstijd. Stel u voor midden op den Dam de omroeper van, laat ons zeggen, de communis- ten^Burgers en burgeressen, stemt Woens- dag Wijnkoop, nummer een van de communis- tische lijst; den edelen beschermer van elken arbddcr en elke arbeidster, als't maar geen kapitali$tische arbeider is, want zoo'n arbei- dcr is maar een „uitzuiger", en dan verder in de Kalverstraat een anderen omraper: ,^Ar- beiders en arbeidsters, stemt Wibaut, den ar- stc op de lijst van de S D. A. P.; den wethou- der, waaraan ge de vermindcring van de in- komstenbelasting te danken hebt", en dan wer verder, op het Muntplein, omroeper drie, den lof zingende van wethouder Jan ter Haar, den ecrste van de Christelijk-Historische lijst, en zoo maar telkens war een andere omroe per, voor al die 38 nummer-eens van 38 lijs- ten 't zijn er immers 38, of ben ik den tel kwijt? Zou zulk an reclame voor al die can- didatcn-nummer 6en, niet h661 wat aardig le- ven, wat afwisseling brengen in die doodelij- ke, saaie verkiezings-campagne van onzen tijd en daarbij het voordal hebben dat degenen, die zich ergeren aan de, de schoonheid-der- stad-geweld-aandoende reclame van deze da gen, niet daartegen zouden behoeven te pro- testeeren in de krant? Zouden de candidaten daardoor niet val meer over de tong gaan, terwijl men ze thans, zooals ik het iemand hoorde zeggen: „aan z'n laars lapt". Dit laatste feitelij-k in de letterlijke beteeke- nis van het woord en dht heeft juist de erger- nis allermeest opgewekt van degenen, die voor de schoonheid van Amsterdam opkomen en van alien, die de stad schdon willen zien. Want Amsterdam is thans onooglijk gemaakt door de smerige verkiezings-propaganda, welke daarin bestaat, d'at men het plaveisel der straten, natuurlijk gedurende den nacht, vol kladt met an vettige witte kalk. Met koeien van letters worden op die wijze candi- daten-nummer-een met hun lijstennummer het kiezersvolk aanbevolen en al die gore verkie- zingsbrij wordt door de voetgangers-schoen- zolen overal han verspreid. 't Moet erkend, dat niet alle reclame-makers voor de diverse partijen zich aan deze smerige wijze van advertaren h-unner gecstverwanten schuldig maken; voor zoover Lk heb kunnen opmerken spannen die voor de beide arbei- ders-partijen daarin de kroon, al kan ik mij ook niet goed voorstellen, dat een man als wethouder Wibaut het aangenaam kan vin- den op d i e wijze te worden aanbevolen. De communisten beperken zich zelfs niet tot het straat-plaveisel, maar maken1 ook schuttin- gen en muurvlakten dienstbaar aan hun nieuw-modische advertentie-woede. Wannar men b.v. de Eilanden Kattenburg, Witten- burg bezoekt, ziet men daar op tal van schuttingen Wijnkoop en Ceton verharlijkt met de verdere opwekking te stemmen voor Mos-kou en de sovjetraden, waarbij het em blem van de gekruiste hamer en sikkel vooral niet vergeten is. Hoe tegen het toepassen van die vuile re el ame-middelen, die zelfs nog vele dagen na afloop der verkiezingen niet verminderd kun nen zijn, op te treden is niet zoo gemakkelijk te zeggen; de politie kan val doen, doch zij kan toch onmogelijk overal die kladders op heetcrdaad betrappenzij kan met den besten wil niet voorkomen dat de openbare weg, openbare aanplakborden, schuttingen, muren van particuliere woningen door wandadcrs, die voor het schoon hunner stad geen gcval en voor eens anders eigendom niet den miu- sten eerbied hebben, misbruikt worden. Er moet nu anmaal, helaas! aan ons volk, aan een groot dal er van althans, nog hal wat beschaafd worden. Wanneer men dagelijk ziet hoe af en toe de straten worden ontsierd door allerlei soor-t reclame-papieren en ralame- kaartcn, welke den menschen in de hand worden geduwd en door hen aangenomeq, om an oogenblik later weer weggeworpen te worden, vraagt men zich af of zoodanige re el ame-makerij niet zou kunnen worden ver boden waarom de, politie het onooglijk m-a- haar bedoeling is? Zou dat niet goed zijn? Ik wat zeker, dat wij haar bang zouden en dan zou zij papa overhalen." „lk wilde zelf naar juffrouw Holdcn gaan en haar vragen, wat zij- gezegd heeft", zei Philip, „maar Rose vindt het beter varn niet." „Ik zal doen, wat Rose het beste vindt", zei zijn moeder vriendelijik. Rose voelde een tri-l-'ing van- zegepraal. On- dan!ks alien tegenstand, die in 't begimi zoo overstelpend had geschenen, begon zij haar zin te krijgen. Zij was er volikomen zeker van-, dat, als zij iedereen en allies naar haar hand kon zetten, het .tot nut van het algemeen zou zijn. Ze bezat een rustig vertrouwen op haar eigen macht. „Laten we dan morgan naar Catherine Hol- deni gaan", zed ze. „Laten we met haar spre ken, en haar woorden doen intrekben." „Maar wiii weten niet, wait haar woordlen geweest zijn zei mevrouw Massingham, met een giimp van gezond veratand, tmvijl Phi llip wat .omustig en zenuwachtig Ibegon te kij ken. Er waren een -paar fcleine voorvallen in- zijn leven in' Fairford. die hij niet wenschte, dat Rose ter oore zouden komeni, en nog min der haar vader. „Me diinklt, dat dalb er niet veel op aan- komfzei Rose, met een eigenaardigen glim- ladh, „als we maken, dat zij haar woorden gehal intnekt." Weer werdmevrouw Massingham onrusr tig; maar de lieve, zachte manieren van het meisje met haar zelf dreven al haar angst op de vlucht en zij bepaalde er zich bij, bij1 haar terugkomslt in haar hotel, een langen brief He gaan schrijven aan Lord Broxbounne, waar- ken der straten niet tegen mag gaan. Het zit nog zoovelen Nederlanders, die het onderscheid tusschen vrijheid en baldadigheid blijkbaar maar niet kunnen beseffen, in het blocd geen eerbied te hebben voor gemeen goed. Is het vaak niet ergerlijk te zien hoe onvcrlaten de wanden van derde-klasse spoor- wegrij-tuigen bekrabbelen met allerlei, in den regel vuile, taal, of den bodem dier rijtuigen beschouwen als de vuilnisbak voor apenoot- jes- en sinaasappelschillen e. d-, of a<±teloos de banancnschillen wegwerpen over de 6traat of an spoorweg-perron, er geen ogenblik over denkende dat straks een medemensch over zoo'n ding zal kunnen vallen en erger nog? En waar dit voorbald nog zoo vaak door volwassenen wordt gegeven, behoeft het toch eigeniijk gan verwondering te wekken, dat de jeugd baldadigheid hoogtij doet vieren in de steaelijke parken en plantsanen. Ook dAt is den laatsten tijd weder danig aan de orde. Eemge maanden geieden, toen de „bezumi- giiigsoacii weng tierde", ook ten stadhuize, naft men te kwader ure op de begrooting an bedrag van een goede ton bezumigd op de parken en plantsoeuen, door de bewaidng daarvan af te schafftn en die over te lateu aan het publiek. De wethouder der Openbare Werken heeft verleden week, toen een der raadsiedeo, mevr. Koek-Muider, er bij B en W. over mterpetleerde of men die misiukte proetnemmg met aischaffing der park-bewa- king nog langer zou voortzetten, o. a. gezegd, dat deze niet gunstig is geweest en B. en w, over den uitslag er van danig teleurgesteld zijn. Dat is te begrijpen. De jeugd, aan zich zel- ven overgelaten, heeft van de verkregen vrij heid gebruik gemaakt om zooval mogelijk aan haar baldadigheid uiting te gevca en m parken zooveel verhavcnd, hat de zumigheid ten stadhuize de wijsheid bedrogen neeft, want de aangerichte schade heeft tie bespaar- de som misschien reeds overschreden en wat erger is, zij is volgens deskundigen vermoe- deiijk vooreerst niet te herstellen. Het pleit voor den wethouder, dat hij zulk een goed ida gehad heeft van zijn medeburgers, maar toch, als hij er eens op gelet had hoe weinig vele volwassenen eerbied toonen voor het gemeene goed en nog niet het flauwste begrip hebben van stadsschoon, zou hij wel tot de slotsom hebben moeten komen, dat zoodanig begrip en zoodanige eerbied zeker niet te verwachten zijn van kinderen, die van ouderen het goede voorbald niet krijgen. Een andere wethouder, de heer Wibaut, die de Raadszitting, waarin de interpellatie ge- houden werd, presidarde, dalde nog mede, dat wegens vandalisme in de parken door de politie 135 processen-verbaal werden opge- maakt en de meeste vonnissen, die wegens de overtredingen geveld werden, bestonden uit geldboeten, wisselende tusschen twa en tien gulden. Dat lijk-t prachtig, doch' de vxaag is hoeval straatschende en plantsoen-vemielen- dc jeugdige rekels er rich- veel van aantrek- ken of hun ouders ecnige guldens boeten moe ten betalen. Wanneer dergelijke deugnieten door den poiltie-commissaris eens een paar dagen in an donker hok op water en brood zouden worden gezet of an fenn pak slaag kregen op zeker lichaamsdal, zou dat ver- madelijk mar indruk maken. Maar wa dengene waarschijnlijk, die en dergelijk voor- stel zou durven doen in een gemeenteraad van den tijd, waarin wij leven, hij zou te hooren krijgenenfin, ik behoef edgenlijk niet te zeggen wat hij wel te hooren zou krij gen in den Raad, in een dal der pers, in meetings. In diezelfde Raadszitting zeidc de wethou der ook, dat de vergunningen tot het houden van matmgs op de grasvelden in de parken zouden moeten worden beperkt, onidat die grastapijten daaronder te veel te lijden heb ben. Men zou zoo zeggen: volkomen juist opgemerkt, omdat de Amsferdamsche bodem nu anmaal van zulk en waken aard is, dat de grasvelden niet bestand- zijn tegen mee- tings-houden Maar wannar men dan hoort dat mijnhar Lisser, de communist, „zich moet verzetten tegen de poging om gelegen- heid tot vergaderen in de parken te beperken" natuurlijk, wat kan er nu belangrijker zijn dan an openbare vergadering in de open lucht! „en het niet erg vindt dat zoo'n pietsie van een grassprietje wordt plat getrapt", en 's heeren Lisser's geestverwanten, zulks straks lezende, natuurlijk tajuichen, want het heili- ge openbare vergaderingsraht is door hun afgevaardigde zoo mooi verdedigd! dan is het toch wel om er hopeloos onder te wor den. Als vader in de park-matings het gras mag vcrtrappen, zal zoonlief er immers niets in zien om wat verder te gaan en takken van struiken en boomen te rukken. Hoe het ook zij, de interpellatie heetf tot slot gehad, dat de wethouder mededalde, dat in zij niet alleen haar onderhoud met Rose beschreef, maar ook melding maakte van het 'bezoek, dat zij van plaim was den volgendien ochtend aan juffrouw Catherine Holden te brengen. Zij zou verbaasd' geweest zijn, de uitwer- king te zien, die de vermelding van dien naam bij Lord Broxboume te wag brachifc. Hoe verhard hij ook was, deed deze naam hem rillen en van kleur veranderen. Toen stiet hij' een korten, harden lach uit, en mom- pelde iets bij zich zelf. „Arme Kitty Holden!" zei hij. Het gebruik van dien ouden miaaim op de oude manier wekte een reeks van nieuwe aani- doeningen en overpeizingen iini zijn hart op. Een langen tijd bleef hij in diep nadenken verzonken. En toen hij! eindelijk in beweging kwam, was het om een spoorboekje te 'krij gen en zijn tonecht te bellen, aan wien hij eeni-ge bevelen gaf omtrent het pakken van am valies en andere toebereidselen voor een reis. „fe het een lange reis, mylord?" vraagde de man> aarzelend. I Niet hal lang, neen, volstrekt niet lang. Naar Fairford. Ik denk, Dalton, dat ik van- middag vertrek." „Hal goed, mylord", zd DalHon. HOOFDSTUK XXXI. - In Catherine's turn. Catherine's tuin had een' Ideine opperdafcte, maar hij was zoo kimstig aangelegd, zoo overschaduwd door boomen en stnriken, dat hij een vrij groote ruimte scheen. Zij kweekte niet val bloemen, behalve achter glas, want een der groote parken een poos zal worden gesloten om te worden opgeknapt 6f er ook vemield is, dat zulks nooaig is en de drie frootste parken voortaan weder den bewa- ingsdienst niet van het publiek, doch van de park-politie gelukkigl terug zullen krijgen. Ons publiek, met name het Amster- damsche, is, treurig genoeg, n,og niet in staat om aan zich zelf t;e worden overgelaten tot be- schermen van het stadsschoon. De wethouder heeft nog een beroep gedaan op de bevolking om de overheid in de be- scherming van het natuurschoon ter zijde te staan; op de hulp der pers; op het onderwij- zend personal. Of het val baten zal? We moeten er het beste van hopen, maar wij heb ben al zooveel jaren gehoopt op beterschap van de Amsterdamsche jeugd, maar ze is nog lang niet volkomen ide beterschap en sedert de ouderen nu bij verkiezingen zoo „schitte- rend" voorgaan in straat-balaadigheid in den vorm van witkalk, en marmalen prachtige beschavings-toonaltjes" zich afspelen bij een of anderen voetbal-wedstrijd, kan de jeugd he laas! niet zeggen mooie voorbalden te krij gen. SINI SANA. Aan de Dammers. Met dank voor de ontvangen oplossingien van Probleem No. 756 (auteur P. Kleute). Stand: Zwart2, 21, 22, 24, 36, 42, 43. Wit: 6, 12, 32, 33, 41, 45, 5a Oplossing 1. 50-44! 1. 36:47 2. 32—27 2. 22 31 of 21 32 3. 12—7 3. 2:11 4. 6 39 4. 47 29 5. 4440 en zwart is verloren. Goede oplossingen ontvingen wij van de heeren: W Blokdijk, P. Dekker, D. Gcrling te Alkmaar; A. Schrooder Sz. te Wageningen. UIT DE PARTIJ. De har B. alhier beeindigde deze week een partij op de volgende interessante wijze: VSB, - Zwart: 5, 11, 12, 17, 19, 22, 23, 24. Wit: 28,31/35,38,48. Wit speelde: 1. 4842? waarop zwart liet volgen: 1. 2221 2. 31 22 (gedw.j 2. 24—29 3. 33:13 3. 12—18!! 4. 28 19 4. 17 48 5 13 22 5. 48 43 (4 sch.) In't volgende standje bewijst Blijdenstein weer eens, hoe in an anvoudige positie een leuke winst kan zitten zm vm sa m Zwart: 3,8,10,16,37,40. Wit: 21,23,28,29, 38, 49. 1. 29—24 1. 16 27 2. 49—44 2. 40 49 3. 24—19 3. 49 32 de ataosfeer in Fairford was niet gunstig voor haar plaaten, en stevige eenjarige plan- ten, frisch gras en enkele boomen vond zij prettiger diarn becteien met geometrisch gezette geraniums en calceolaria's. Het grasveld was een prachage spalplaats voor de kindteren en het was an preteig plekje voor an rustig ge- sprek als het dagwerk gedaan was. Sydney vond het heerlijk onder de schaduw en haalde haar nicht altijd over om op de mstieke bank onder de lindeni te gaan ziiften in plants van in de ontbijtkamer. zoo dik- wijls Catherine een- uurtje over had. Op dien Juliavond was de lucht bijna zon- der wolkje, maar de hide van den dag was vooibij en earn zacht briesje was in het Wes- ten opgekomen. Catherine was erg vermoeid. Zij was den gehalen dag bezig geweest; er waren verscheidfene ernstige ziektgevallen in de sloppen en stegen waar zij werkte en zij had zich erg vermoeid met die He verplegien. Zij zat nu in een lagen rieten stoel, dien Syd ney voor haar had buiiten gebracht; haar bleek gelaat was naar het Westen gekeerd, haar handen lagen lusteloos in haar schoot. Het was zelden, dat men haar zoo ledig, zoo lijdelijk zag an' toen Sydney haar aankeek voeldte zij zich vaag ongeruslt en bijna ha1f bang de stilte te verbreken, waarin ziil voelde, dat het gehale wezen van- haar nicht gewik- keld was. „NHdit Catherine, u is toch wel goed?" vroeg zij einddijk. Ca'theriine bewoog zich even en glimladite. „Ja, kindilief, ik ben hal wel. Ik ben aC- leen maar moe. Je moet me maar niet kwalijk nemen, dat ik zoo sltil ben." 4. 19-13 4. 8:19 5. 23 5 5. 32 23 6. 5 46 Ter oplossing voor deze week: PROBLEEM No. 757 van P. KLEUTE Jr., den Haag. Zwart: 6, 8, 9, 12, 13, 16, 31, 32, 37 en dam op 4. Wit: 15, 17, 19, 20, 22, 23, 24, 29, 33, 34, 46, 47, 48 Voor dit probleem met zijn moeilijke ontle- ding vragen wij de bijzondere aandacht der oplossers. Oplossingen v66r of op 30 Mei, bureau van dit Blad. NOG EENIS: DE WIJZIGING VAN BEQROOTINGEN. 'De vorige week hadden wij! het over de wijzigingen, die werden voorgesteld ini de begrootingen van Binnenlandsche Zakeni en Arbeid in verband met de opheffing van het Department van Landbouw, Nijverheid en Handel en de overbrenging van enkele on- derdalen van dat Departemient naar de beide bovengenoemde ministeries. Onder dagteekening van 9 Mei is het Vobrtoopig Verslag over deze beide wijzi- gingsvoorstellen verschenen. Het ligt voor de hand, dat daarin ook puntenl worden aan- geroerd, die buiten de bedalde wetsontwer- pen liggen. Immers de oorspronketijke ge-- greeting voor 'L., N. en H. is, zooals wij! vrager reeds opmerkten, opgmaakt onder den> laatsten minister van L., N. en H.; het V. V. daarover is op 16 Nov. 1922 uitge- bracht, maar een Memorie van Antwoord is niet verschenen wegens de verandering in de indieeling der Departementen. 't 'Sprakt dus vanzelf, dat de leden der Tweede Kamer nui tot den bewindsman, onder wien Landbouw voortaan ressorteent, nog well eenige vragien riohtten. I Wij zullen uit de beide V. V. enikele punten aanstippen. Een vriji algemeene opmerking was deze, dat deze wijzigingsontwerpen zeer laat wen- den ingediend. In Sept. 1922 stond het al vast, dat het Department van Landbouw zou verdwijnen; later zijn de besluiten geno- men, die met die opheffing verband hieldem en eerst 17 April wordt een voonstel gedaan om aan twee der boedelberedderaars de be- voegdheid te geven om over de h. i. noodige gelden; te bescbikken. 't Wordt ongetwijfeld Juni eer de zaak haar beslag heeft. De klacbt over die te late indiening is waarlijk niet ongegrond. Ook worden in' de Mm. van Toel. bij! de wetsontwerpen1 niet alle vragen beantwoord, die in het oorspronkelijke V. V. zijh gedaan.' Dat antwoord zal dus biji de mondelinge be- handeling gevraagd worden. Ten opzichte van het wijzigingavoorstel voor Binnienilkndsche Zaken werd opge merkt, dat niet duidelijk bleek hoe groot de bezuiniging is die door de opheffing van „Landlx)uw" was verkregen en het was toch bezuiniging, die als motief diende voor de opheffing. 1 Ook bij het afdieelingsonderzoek werd de opmerking gemaakt, die Wij de vorige week bedaktelijlk maakten. De gelden voor de aan- stelling van een; Raad-Adviseur (wiaarvoor Dr. Lovink bestmd was) zijn ingetrokken, nu deze heer tot burgemeester is benoemd; men vroeg, of de functie van Raad-Adviseur dan zoo weinig in 's Lands belang was, dat de fundionaris niet noodig is en men wensch te te weteny welk verband er bestaat tusschen de schrapping van den- hetreffenden post en de aanvaarding van het burgmeesterschap van Dr. Lovink. Men vroeg of de Minister al een beslis- sing heeft genomen in zake regeling van de bevoegdheid van gemeentebesturen tot belas- tingheffing van vliegende wintels. De minis ter van Financien beloofde 23 Novmber 1922 de wenschen daaromtrent aan zijn collega voor Binnenl. Za'ken over te brengen' en -men had er niets over vernomen. Nu het department van Landbouw is opgeheven achtte men den minister van iBin- nesl. Zaken niet deskundig genoeg om alle „0, het is niet omdat ik wil, dat u met me Eaten zult, zei Sydney emstig. „Ik was ai"- ■n bang, dat u teval gedaan had." Catherine's oogen rustten needer op haar. „Het doet me goed' to denken, dat je er om gaft of ik teval doe of niet," zed ze, met een zachten glimlach. Sydney vond het moeilijk te anltwoorden. Er lag iets in Catherine's gelaat, dat haar trofHet had haar zoo doorschijnend bleek en etherisch geleben, a1sof het licht vdh den geest merkbaar door het vleesch scheen. Tot anltwoord boog zij zich voorover en bracht een van de dunne, witte handen aan' haai lippen. ?,I'k gaf er mar om dan om iets anders", zei ze. ma an oogenblik, en ofschoon de woorden wat raadseladitig waren, begreep Catherine ze. In de zachte stilte van den zomeravond klonk er een scherp gelxud het scheen Syd1- ney ten minste scherp, omdat haar zenuwen op stilHe gestemd1 waren. Voetstappen, het ge- ritsel' van vrouwenklaren en schelle lach, een luide stm er was inbreuk gemaakt op de afzondering van Catherinci's tuin en Sydney sprong op om de indringers. terug te wijzen. Maar Catherine sprong ook op. „Laat maar", zei ze. „Het is je nichtje ge loof ik: zij weet den weg. Zij heeft een gasfc magebradit dat verwachtte ik half." Haar gezich t was zeer emstig geworden het sch'een Sydney bijna sHreng. Zij had1 Ca therine Holden nog nooit zoo zien kijken. De bezoekers kwamem naderbij, maar Sydney kak nog stodis naar het frensend voorhoofd van haar nidit (Wordt vervolgd'- vzim MBa(' 3

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5