AIKmaarsche Courant
uw bezoekaankondigingskaarten
N.V. Boek- en Handeisdrukkerij
v.h. Herns, COSTER ZOON,
Damrnbriek.
N5
wrwrmmj®
b »i
555H
wmmmm
mm mm
Eindelqk weergevonden
Voordam G 9, ALKMAAR.
Jf
Zaterdag 26 Mei.
AanwijziHgen ter beYordering
geregeld Yerbeer.
Verbeersteekens.
Ill en om de hooidstad.
F e u i 11 e t o n.
WIJ DBUKKEN
TLU6 EN NET.
I m
im m m m
I m m 11
Uit enze Staatsmachine.
No. 123.
>92S.
Honderd Yijf en Twintigste Jaargang,
Tarn
Overwegende de ondenscheidene verkeers-
omgevallen, welke direct of indirect het ge-
volg zijn van onbekendheid met of nalatig-
heid in de toepassing der bepalingen, betref-
fende het geregeld verkeer, ligt het in mijne
bedoeling, langs dezen weg meerdere aan-
dacht van het publiek op de instandhouding
van een geordend stadsverkeer te vestigen en
mede daardoo^ te trachteni verkeerscngeval-
leni te voorkomen.
'De Commissaris van Politie, v
C. C. WALRAVEN.
a. Opgeheven hand: stilstaan.
b. Op- en neerwaartsche
beweging van de hand: langzamer rijden
c. Aanwijzing met arm
of hand in bepaalde
rich ting: op- of doorrijden
in de aangegeven
richting.
A. Voor VOETOANGER'S.
1. Houdt de rechterzijde van den weg.
2. Loopt zooveel mogelijlk op de daartoe be-
stemde trottoims of voetpaden.
3. Loopt niet onnoodig op den rijiweg.
4. Staat niet onnoodig stil op drukke ver-
keerswegeni noch op amalle voetpaden,
noch op hoeken van straten.
6. Weest oplettend bij' het oversteken van
deni rijiweg; door eerst naar links te kijkem,
of eenig voertuig nadert en vervolgens,
door -te kijken naar rechts gedurende het
overstekea
6. Steekt zooveel mogelijlk loodrecbt den rij-
weg over en blijf t niet midden op den rij-
weg staan.
7. Indien giji, op den rijiweg, loopende, door
den bestuurder van eenig voertuig wordt
gewaarscbuwd door geluidsignaal, roe-
pen. of op eenigerlei andere wijze, verlaat
dan oruniddelhjk den rijweg of. indien
zulks niet mogelijk is, wijkt zoodanig uit,
dat de bestuurder voldoende ruimte heeft
voor passeeren.
8. Let op de teekens, welke de bestuurders
van voertuigen gewoonlijik gevem, biji ver-
andering van richting.
9. Loopt niet onnoodig om te kijken, gij
brengt daardoor uzelf in gevaar en kunt
de orde in het verkeer onwillekeurig ver-
storen.
Vooral is het van zeer veel belang, dat
ouders en onderwijzers de, a an hunne zor-
gen- toevertrouwde, kinderen voortdurend op
bovenstaande verkeersregelen wijzen. Een
aanhoudende medewericing van deze zijde is
van- bijzondere waarde.
XXVIIL
(Nadruk verboden.)
BALDADIGHEID VAN OUD EN JONG.
Dit is voor de meeste gemeenten in ons va-
derland „de week'5 of, wilt ge, „de dag"
de hemieuwing van de gemeenteraden ook
voor de hoofdstad des rijks, waar vijf-en-veer-
tig uitverkorenen, evenredig vertegenwoor-
digd, gekozen moeten worden door manne-
lijke en vrouwelijke kiezers, die, behouddhs
wettige redenefl voor niet-opkomen, alien
verplicht zijn hun stem te komen uitbren-
#gen, doch het daarom nog lang niet alien zul
len doen en er maar een berisping of een
strengere straf van den kantonrechter op wa-
gen zullen en thuis blijven van de stenxbus.
De voorbereidingen tot die verkiezingen,
waarmede ik bedoel de opwekking der partij-
leiders tot het kiezersvolk om hun plicht te
doen en toch vooral hun stemmen uit te bren-
gen op mijnheer A. of mevrouw B. of mejuf-
frouw C.} als zijnde de besten aan wie de
behartiging der belangen der Amstelstad met
vol vertrouwen zal kunnen worden opgedra-
gen, heeft al tot heel wat geschrijf in de bla-
den aanleiding gegeven. Wat niet onbegrijpe-
lij-k is, wanneer men ziet hoe in een tijd,
waarin met zooveel praat over bevorderen
van stadsschoon, reclame op allerlei manie-
ren wordt dienstbaar gemaakt om de schoon-
heid der stad, in letterlijken en figuurlijken
zin tc verloochenen.
Eenigen tijd geleden leidde mijn weg door
het oude stadje Naarden. Gaande door een
der hoofdstraten van dit omwalde plekske
grond, zag ik op eenmaal uit eea der zij-
Uit het Engelsch van Adeline Sergeant.
69)
„Lk vind", zei mevrouw Massingham veranit-
waardigd, „dat iemand met dat meisje spre-
ken moeslt, en- haar moest zeggen, hoe onbe-
hooriijk zij- zich gedragen haft. Het zou me
faeusch niet kunnen schelen zelf met haar te
spreken ze heeft geen moeder!"
Maar Rose hadi haar redenen, om' elk be-
roep op Sydney af te radien.
„lk geloof niet, dat zij te taken is", zei ze
verzachtend, „heusch, dat geloof ik niet; of
ten minste, niet erg. Ze haft zooval tegen
gehad die arme Sydney! Ik durf te zeg
gen, dat zij nooit eenig kwaad bedoeld heeft;
ze sthrtte haar hart uit bij; Catherine Hol-
dern, en deze sprak met papa."
Philip keek zijn mooter beteekehisvol aan,
en mevrouw Massingham- gaf een vurigen
fcus aan het „lieve, zadtte meisje", dat zoo
aiardig over haar oudferloos nichtje sprak.
„We hebben te rnaken met Catheme Hol-
den, zei het lieve, zachte meisje, tamelijk
kwaadaardig,
Weer raadpleegden moeder en zoon elfcan-
der met hun oogen.
Lieve Rose, als je denkt, dait ik van' eeniig
nut kan zijn," zei mevrouw Massingham, wat
zenuwachtig, „zal ik hed- graag
„Wil u, o, will u, lieve mevrouw Massing
ham? O, als u met miji naar Catherine Hk>l-
dien wilde gaan, en haar ronlduit vragen, wat
straatjes verschijnen een man. Daar was
niets bijzonders aan hem te zien dan dat hij
in de linkerhand hield een koperen bekken en
in de andere een korten stok met dikken
kuop, waarmede hij drie luide tikkea gal op
gezegd bord en toen der burgerij ging aan-
kondigen „dat verloren was" der stedc
omroepcr, ik wist niet dat hij nog bestond;
dat ook hier nog overgebleven was de ge-
woonte om op deze wijze aankondiging van
iets te doen. 't Wekte onwillekeurig bij; den
groote-stads-bewoner een glimlach op, deze
oudcrwetsche manier van afkondiging, aan
kondiging, ralame-makerij en tdcli, ik dacht
dezer dagen, door Amsterdam gaande, telkens
aan dien Naardenschen omroeper, als i-k hier
zag die reclame-makeriji voor gemcenteraads-
candidaten.
Hoe groot zou het succes van an partij-
omroeper niet kunnen wezen in zoo'n verkie-
zingstijd. Stel u voor midden op den Dam de
omroeper van, laat ons zeggen, de communis-
ten^Burgers en burgeressen, stemt Woens-
dag Wijnkoop, nummer een van de communis-
tische lijst; den edelen beschermer van elken
arbddcr en elke arbeidster, als't maar geen
kapitali$tische arbeider is, want zoo'n arbei-
dcr is maar een „uitzuiger", en dan verder in
de Kalverstraat een anderen omraper: ,^Ar-
beiders en arbeidsters, stemt Wibaut, den ar-
stc op de lijst van de S D. A. P.; den wethou-
der, waaraan ge de vermindcring van de in-
komstenbelasting te danken hebt", en dan
wer verder, op het Muntplein, omroeper drie,
den lof zingende van wethouder Jan ter Haar,
den ecrste van de Christelijk-Historische lijst,
en zoo maar telkens war een andere omroe
per, voor al die 38 nummer-eens van 38 lijs-
ten 't zijn er immers 38, of ben ik den tel
kwijt? Zou zulk an reclame voor al die can-
didatcn-nummer 6en, niet h661 wat aardig le-
ven, wat afwisseling brengen in die doodelij-
ke, saaie verkiezings-campagne van onzen tijd
en daarbij het voordal hebben dat degenen,
die zich ergeren aan de, de schoonheid-der-
stad-geweld-aandoende reclame van deze da
gen, niet daartegen zouden behoeven te pro-
testeeren in de krant? Zouden de candidaten
daardoor niet val meer over de tong gaan,
terwijl men ze thans, zooals ik het iemand
hoorde zeggen: „aan z'n laars lapt".
Dit laatste feitelij-k in de letterlijke beteeke-
nis van het woord en dht heeft juist de erger-
nis allermeest opgewekt van degenen, die
voor de schoonheid van Amsterdam opkomen
en van alien, die de stad schdon willen zien.
Want Amsterdam is thans onooglijk gemaakt
door de smerige verkiezings-propaganda,
welke daarin bestaat, d'at men het plaveisel
der straten, natuurlijk gedurende den nacht,
vol kladt met an vettige witte kalk. Met
koeien van letters worden op die wijze candi-
daten-nummer-een met hun lijstennummer het
kiezersvolk aanbevolen en al die gore verkie-
zingsbrij wordt door de voetgangers-schoen-
zolen overal han verspreid.
't Moet erkend, dat niet alle reclame-makers
voor de diverse partijen zich aan deze smerige
wijze van advertaren h-unner gecstverwanten
schuldig maken; voor zoover Lk heb kunnen
opmerken spannen die voor de beide arbei-
ders-partijen daarin de kroon, al kan ik mij
ook niet goed voorstellen, dat een man als
wethouder Wibaut het aangenaam kan vin-
den op d i e wijze te worden aanbevolen. De
communisten beperken zich zelfs niet tot het
straat-plaveisel, maar maken1 ook schuttin-
gen en muurvlakten dienstbaar aan hun
nieuw-modische advertentie-woede. Wannar
men b.v. de Eilanden Kattenburg, Witten-
burg bezoekt, ziet men daar op tal van
schuttingen Wijnkoop en Ceton verharlijkt
met de verdere opwekking te stemmen voor
Mos-kou en de sovjetraden, waarbij het em
blem van de gekruiste hamer en sikkel vooral
niet vergeten is.
Hoe tegen het toepassen van die vuile re
el ame-middelen, die zelfs nog vele dagen na
afloop der verkiezingen niet verminderd kun
nen zijn, op te treden is niet zoo gemakkelijk
te zeggen; de politie kan val doen, doch zij
kan toch onmogelijk overal die kladders op
heetcrdaad betrappenzij kan met den besten
wil niet voorkomen dat de openbare weg,
openbare aanplakborden, schuttingen, muren
van particuliere woningen door wandadcrs,
die voor het schoon hunner stad geen gcval
en voor eens anders eigendom niet den miu-
sten eerbied hebben, misbruikt worden. Er
moet nu anmaal, helaas! aan ons volk, aan
een groot dal er van althans, nog hal wat
beschaafd worden. Wanneer men dagelijk ziet
hoe af en toe de straten worden ontsierd door
allerlei soor-t reclame-papieren en ralame-
kaartcn, welke den menschen in de hand
worden geduwd en door hen aangenomeq,
om an oogenblik later weer weggeworpen te
worden, vraagt men zich af of zoodanige re
el ame-makerij niet zou kunnen worden ver
boden waarom de, politie het onooglijk m-a-
haar bedoeling is? Zou dat niet goed zijn? Ik
wat zeker, dat wij haar bang zouden
en dan zou zij papa overhalen."
„lk wilde zelf naar juffrouw Holdcn gaan
en haar vragen, wat zij- gezegd heeft", zei
Philip, „maar Rose vindt het beter varn niet."
„Ik zal doen, wat Rose het beste vindt",
zei zijn moeder vriendelijik.
Rose voelde een tri-l-'ing van- zegepraal. On-
dan!ks alien tegenstand, die in 't begimi zoo
overstelpend had geschenen, begon zij haar
zin te krijgen. Zij was er volikomen zeker van-,
dat, als zij iedereen en allies naar haar hand
kon zetten, het .tot nut van het algemeen zou
zijn. Ze bezat een rustig vertrouwen op haar
eigen macht.
„Laten we dan morgan naar Catherine Hol-
deni gaan", zed ze. „Laten we met haar spre
ken, en haar woorden doen intrekben."
„Maar wiii weten niet, wait haar woordlen
geweest zijn zei mevrouw Massingham, met
een giimp van gezond veratand, tmvijl Phi
llip wat .omustig en zenuwachtig Ibegon te kij
ken. Er waren een -paar fcleine voorvallen in-
zijn leven in' Fairford. die hij niet wenschte,
dat Rose ter oore zouden komeni, en nog min
der haar vader.
„Me diinklt, dat dalb er niet veel op aan-
komfzei Rose, met een eigenaardigen glim-
ladh, „als we maken, dat zij haar woorden
gehal intnekt."
Weer werdmevrouw Massingham onrusr
tig; maar de lieve, zachte manieren van het
meisje met haar zelf dreven al haar angst op
de vlucht en zij bepaalde er zich bij, bij1 haar
terugkomslt in haar hotel, een langen brief He
gaan schrijven aan Lord Broxbounne, waar-
ken der straten niet tegen mag gaan.
Het zit nog zoovelen Nederlanders, die het
onderscheid tusschen vrijheid en baldadigheid
blijkbaar maar niet kunnen beseffen, in het
blocd geen eerbied te hebben voor gemeen
goed. Is het vaak niet ergerlijk te zien hoe
onvcrlaten de wanden van derde-klasse spoor-
wegrij-tuigen bekrabbelen met allerlei, in den
regel vuile, taal, of den bodem dier rijtuigen
beschouwen als de vuilnisbak voor apenoot-
jes- en sinaasappelschillen e. d-, of a<±teloos
de banancnschillen wegwerpen over de 6traat
of an spoorweg-perron, er geen ogenblik
over denkende dat straks een medemensch
over zoo'n ding zal kunnen vallen en erger
nog?
En waar dit voorbald nog zoo vaak door
volwassenen wordt gegeven, behoeft het toch
eigeniijk gan verwondering te wekken, dat
de jeugd baldadigheid hoogtij doet vieren in
de steaelijke parken en plantsanen. Ook dAt
is den laatsten tijd weder danig aan de orde.
Eemge maanden geieden, toen de „bezumi-
giiigsoacii weng tierde", ook ten stadhuize,
naft men te kwader ure op de begrooting an
bedrag van een goede ton bezumigd op de
parken en plantsoeuen, door de bewaidng
daarvan af te schafftn en die over te lateu
aan het publiek. De wethouder der Openbare
Werken heeft verleden week, toen een der
raadsiedeo, mevr. Koek-Muider, er bij B en
W. over mterpetleerde of men die misiukte
proetnemmg met aischaffing der park-bewa-
king nog langer zou voortzetten, o. a. gezegd,
dat deze niet gunstig is geweest en B. en w,
over den uitslag er van danig teleurgesteld
zijn.
Dat is te begrijpen. De jeugd, aan zich zel-
ven overgelaten, heeft van de verkregen vrij
heid gebruik gemaakt om zooval mogelijk
aan haar baldadigheid uiting te gevca en m
parken zooveel verhavcnd, hat de zumigheid
ten stadhuize de wijsheid bedrogen neeft,
want de aangerichte schade heeft tie bespaar-
de som misschien reeds overschreden en wat
erger is, zij is volgens deskundigen vermoe-
deiijk vooreerst niet te herstellen. Het pleit
voor den wethouder, dat hij zulk een goed ida
gehad heeft van zijn medeburgers, maar toch,
als hij er eens op gelet had hoe weinig vele
volwassenen eerbied toonen voor het gemeene
goed en nog niet het flauwste begrip hebben
van stadsschoon, zou hij wel tot de slotsom
hebben moeten komen, dat zoodanig begrip
en zoodanige eerbied zeker niet te verwachten
zijn van kinderen, die van ouderen het goede
voorbald niet krijgen.
Een andere wethouder, de heer Wibaut, die
de Raadszitting, waarin de interpellatie ge-
houden werd, presidarde, dalde nog mede,
dat wegens vandalisme in de parken door de
politie 135 processen-verbaal werden opge-
maakt en de meeste vonnissen, die wegens de
overtredingen geveld werden, bestonden uit
geldboeten, wisselende tusschen twa en tien
gulden. Dat lijk-t prachtig, doch' de vxaag is
hoeval straatschende en plantsoen-vemielen-
dc jeugdige rekels er rich- veel van aantrek-
ken of hun ouders ecnige guldens boeten moe
ten betalen. Wanneer dergelijke deugnieten
door den poiltie-commissaris eens een paar
dagen in an donker hok op water en brood
zouden worden gezet of an fenn pak slaag
kregen op zeker lichaamsdal, zou dat ver-
madelijk mar indruk maken. Maar wa
dengene waarschijnlijk, die en dergelijk voor-
stel zou durven doen in een gemeenteraad
van den tijd, waarin wij leven, hij zou te
hooren krijgenenfin, ik behoef edgenlijk
niet te zeggen wat hij wel te hooren zou krij
gen in den Raad, in een dal der pers, in
meetings.
In diezelfde Raadszitting zeidc de wethou
der ook, dat de vergunningen tot het houden
van matmgs op de grasvelden in de parken
zouden moeten worden beperkt, onidat die
grastapijten daaronder te veel te lijden heb
ben. Men zou zoo zeggen: volkomen juist
opgemerkt, omdat de Amsferdamsche bodem
nu anmaal van zulk en waken aard is, dat
de grasvelden niet bestand- zijn tegen mee-
tings-houden Maar wannar men dan hoort
dat mijnhar Lisser, de communist, „zich
moet verzetten tegen de poging om gelegen-
heid tot vergaderen in de parken te beperken"
natuurlijk, wat kan er nu belangrijker zijn
dan an openbare vergadering in de open
lucht! „en het niet erg vindt dat zoo'n pietsie
van een grassprietje wordt plat getrapt", en
's heeren Lisser's geestverwanten, zulks straks
lezende, natuurlijk tajuichen, want het heili-
ge openbare vergaderingsraht is door hun
afgevaardigde zoo mooi verdedigd! dan is
het toch wel om er hopeloos onder te wor
den. Als vader in de park-matings het gras
mag vcrtrappen, zal zoonlief er immers niets
in zien om wat verder te gaan en takken van
struiken en boomen te rukken.
Hoe het ook zij, de interpellatie heetf tot
slot gehad, dat de wethouder mededalde, dat
in zij niet alleen haar onderhoud met Rose
beschreef, maar ook melding maakte van het
'bezoek, dat zij van plaim was den volgendien
ochtend aan juffrouw Catherine Holden te
brengen.
Zij zou verbaasd' geweest zijn, de uitwer-
king te zien, die de vermelding van dien
naam bij Lord Broxboume te wag brachifc.
Hoe verhard hij ook was, deed deze naam
hem rillen en van kleur veranderen. Toen
stiet hij' een korten, harden lach uit, en mom-
pelde iets bij zich zelf.
„Arme Kitty Holden!" zei hij.
Het gebruik van dien ouden miaaim op de
oude manier wekte een reeks van nieuwe aani-
doeningen en overpeizingen iini zijn hart op.
Een langen tijd bleef hij in diep nadenken
verzonken. En toen hij! eindelijk in beweging
kwam, was het om een spoorboekje te 'krij
gen en zijn tonecht te bellen, aan wien hij
eeni-ge bevelen gaf omtrent het pakken van
am valies en andere toebereidselen voor een
reis.
„fe het een lange reis, mylord?" vraagde
de man> aarzelend. I
Niet hal lang, neen, volstrekt niet lang.
Naar Fairford. Ik denk, Dalton, dat ik van-
middag vertrek."
„Hal goed, mylord", zd DalHon.
HOOFDSTUK XXXI. -
In Catherine's turn.
Catherine's tuin had een' Ideine opperdafcte,
maar hij was zoo kimstig aangelegd, zoo
overschaduwd door boomen en stnriken, dat
hij een vrij groote ruimte scheen. Zij kweekte
niet val bloemen, behalve achter glas, want
een der groote parken een poos zal worden
gesloten om te worden opgeknapt 6f er ook
vemield is, dat zulks nooaig is en de drie
frootste parken voortaan weder den bewa-
ingsdienst niet van het publiek, doch
van de park-politie gelukkigl terug zullen
krijgen. Ons publiek, met name het Amster-
damsche, is, treurig genoeg, n,og niet in staat
om aan zich zelf t;e worden overgelaten tot be-
schermen van het stadsschoon.
De wethouder heeft nog een beroep gedaan
op de bevolking om de overheid in de be-
scherming van het natuurschoon ter zijde te
staan; op de hulp der pers; op het onderwij-
zend personal. Of het val baten zal? We
moeten er het beste van hopen, maar wij heb
ben al zooveel jaren gehoopt op beterschap
van de Amsterdamsche jeugd, maar ze is nog
lang niet volkomen ide beterschap en sedert
de ouderen nu bij verkiezingen zoo „schitte-
rend" voorgaan in straat-balaadigheid in den
vorm van witkalk, en marmalen prachtige
beschavings-toonaltjes" zich afspelen bij een
of anderen voetbal-wedstrijd, kan de jeugd he
laas! niet zeggen mooie voorbalden te krij
gen.
SINI SANA.
Aan de Dammers.
Met dank voor de ontvangen oplossingien
van Probleem No. 756 (auteur P. Kleute).
Stand:
Zwart2, 21, 22, 24, 36, 42, 43.
Wit: 6, 12, 32, 33, 41, 45, 5a
Oplossing
1. 50-44! 1. 36:47
2. 32—27 2. 22 31 of 21 32
3. 12—7 3. 2:11
4. 6 39 4. 47 29
5. 4440 en zwart is verloren.
Goede oplossingen ontvingen wij van de
heeren: W Blokdijk, P. Dekker, D. Gcrling te
Alkmaar; A. Schrooder Sz. te Wageningen.
UIT DE PARTIJ.
De har B. alhier beeindigde deze week een
partij op de volgende interessante wijze:
VSB, -
Zwart: 5, 11, 12, 17, 19, 22, 23, 24.
Wit: 28,31/35,38,48.
Wit speelde:
1. 4842? waarop zwart liet volgen:
1. 2221
2. 31 22 (gedw.j 2. 24—29
3. 33:13 3. 12—18!!
4. 28 19 4. 17 48
5 13 22 5. 48 43 (4 sch.)
In't volgende standje bewijst Blijdenstein
weer eens, hoe in an anvoudige positie een
leuke winst kan zitten
zm vm sa m
Zwart: 3,8,10,16,37,40.
Wit: 21,23,28,29, 38, 49.
1. 29—24 1. 16 27
2. 49—44 2. 40 49
3. 24—19 3. 49 32
de ataosfeer in Fairford was niet gunstig
voor haar plaaten, en stevige eenjarige plan-
ten, frisch gras en enkele boomen vond zij
prettiger diarn becteien met geometrisch gezette
geraniums en calceolaria's. Het grasveld was
een prachage spalplaats voor de kindteren en
het was an preteig plekje voor an rustig ge-
sprek als het dagwerk gedaan was.
Sydney vond het heerlijk onder de schaduw
en haalde haar nicht altijd over om op de
mstieke bank onder de lindeni te gaan ziiften
in plants van in de ontbijtkamer. zoo dik-
wijls Catherine een- uurtje over had.
Op dien Juliavond was de lucht bijna zon-
der wolkje, maar de hide van den dag was
vooibij en earn zacht briesje was in het Wes-
ten opgekomen. Catherine was erg vermoeid.
Zij was den gehalen dag bezig geweest; er
waren verscheidfene ernstige ziektgevallen in
de sloppen en stegen waar zij werkte en zij
had zich erg vermoeid met die He verplegien.
Zij zat nu in een lagen rieten stoel, dien Syd
ney voor haar had buiiten gebracht; haar
bleek gelaat was naar het Westen gekeerd,
haar handen lagen lusteloos in haar schoot.
Het was zelden, dat men haar zoo ledig, zoo
lijdelijk zag an' toen Sydney haar aankeek
voeldte zij zich vaag ongeruslt en bijna ha1f
bang de stilte te verbreken, waarin ziil voelde,
dat het gehale wezen van- haar nicht gewik-
keld was.
„NHdit Catherine, u is toch wel goed?"
vroeg zij einddijk.
Ca'theriine bewoog zich even en glimladite.
„Ja, kindilief, ik ben hal wel. Ik ben aC-
leen maar moe. Je moet me maar niet kwalijk
nemen, dat ik zoo sltil ben."
4. 19-13 4. 8:19
5. 23 5 5. 32 23
6. 5 46
Ter oplossing voor deze week:
PROBLEEM No. 757
van P. KLEUTE Jr., den Haag.
Zwart: 6, 8, 9, 12, 13, 16, 31, 32, 37 en
dam op 4.
Wit: 15, 17, 19, 20, 22, 23, 24, 29, 33, 34,
46, 47, 48
Voor dit probleem met zijn moeilijke ontle-
ding vragen wij de bijzondere aandacht der
oplossers.
Oplossingen v66r of op 30 Mei, bureau van
dit Blad.
NOG EENIS: DE WIJZIGING VAN
BEQROOTINGEN.
'De vorige week hadden wij! het over de
wijzigingen, die werden voorgesteld ini de
begrootingen van Binnenlandsche Zakeni en
Arbeid in verband met de opheffing van het
Department van Landbouw, Nijverheid en
Handel en de overbrenging van enkele on-
derdalen van dat Departemient naar de
beide bovengenoemde ministeries.
Onder dagteekening van 9 Mei is het
Vobrtoopig Verslag over deze beide wijzi-
gingsvoorstellen verschenen. Het ligt voor
de hand, dat daarin ook puntenl worden aan-
geroerd, die buiten de bedalde wetsontwer-
pen liggen. Immers de oorspronketijke ge--
greeting voor 'L., N. en H. is, zooals wij!
vrager reeds opmerkten, opgmaakt onder
den> laatsten minister van L., N. en H.; het
V. V. daarover is op 16 Nov. 1922 uitge-
bracht, maar een Memorie van Antwoord is
niet verschenen wegens de verandering in de
indieeling der Departementen. 't 'Sprakt dus
vanzelf, dat de leden der Tweede Kamer nui
tot den bewindsman, onder wien Landbouw
voortaan ressorteent, nog well eenige vragien
riohtten. I
Wij zullen uit de beide V. V. enikele punten
aanstippen.
Een vriji algemeene opmerking was deze,
dat deze wijzigingsontwerpen zeer laat wen-
den ingediend. In Sept. 1922 stond het al
vast, dat het Department van Landbouw
zou verdwijnen; later zijn de besluiten geno-
men, die met die opheffing verband hieldem
en eerst 17 April wordt een voonstel gedaan
om aan twee der boedelberedderaars de be-
voegdheid te geven om over de h. i. noodige
gelden; te bescbikken. 't Wordt ongetwijfeld
Juni eer de zaak haar beslag heeft. De
klacbt over die te late indiening is waarlijk
niet ongegrond.
Ook worden in' de Mm. van Toel. bij! de
wetsontwerpen1 niet alle vragen beantwoord,
die in het oorspronkelijke V. V. zijh gedaan.'
Dat antwoord zal dus biji de mondelinge be-
handeling gevraagd worden.
Ten opzichte van het wijzigingavoorstel
voor Binnienilkndsche Zaken werd opge
merkt, dat niet duidelijk bleek hoe groot de
bezuiniging is die door de opheffing van
„Landlx)uw" was verkregen en het was toch
bezuiniging, die als motief diende voor de
opheffing. 1
Ook bij het afdieelingsonderzoek werd de
opmerking gemaakt, die Wij de vorige week
bedaktelijlk maakten. De gelden voor de aan-
stelling van een; Raad-Adviseur (wiaarvoor
Dr. Lovink bestmd was) zijn ingetrokken,
nu deze heer tot burgemeester is benoemd;
men vroeg, of de functie van Raad-Adviseur
dan zoo weinig in 's Lands belang was, dat
de fundionaris niet noodig is en men wensch
te te weteny welk verband er bestaat tusschen
de schrapping van den- hetreffenden post en
de aanvaarding van het burgmeesterschap
van Dr. Lovink.
Men vroeg of de Minister al een beslis-
sing heeft genomen in zake regeling van de
bevoegdheid van gemeentebesturen tot belas-
tingheffing van vliegende wintels. De minis
ter van Financien beloofde 23 Novmber
1922 de wenschen daaromtrent aan zijn
collega voor Binnenl. Za'ken over te brengen'
en -men had er niets over vernomen.
Nu het department van Landbouw is
opgeheven achtte men den minister van iBin-
nesl. Zaken niet deskundig genoeg om alle
„0, het is niet omdat ik wil, dat u met me
Eaten zult, zei Sydney emstig. „Ik was ai"-
■n bang, dat u teval gedaan had."
Catherine's oogen rustten needer op haar.
„Het doet me goed' to denken, dat je er
om gaft of ik teval doe of niet," zed ze, met
een zachten glimlach.
Sydney vond het moeilijk te anltwoorden.
Er lag iets in Catherine's gelaat, dat haar
trofHet had haar zoo doorschijnend bleek en
etherisch geleben, a1sof het licht vdh den
geest merkbaar door het vleesch scheen. Tot
anltwoord boog zij zich voorover en bracht een
van de dunne, witte handen aan' haai lippen.
?,I'k gaf er mar om dan om iets anders",
zei ze. ma an oogenblik, en ofschoon de
woorden wat raadseladitig waren, begreep
Catherine ze.
In de zachte stilte van den zomeravond
klonk er een scherp gelxud het scheen Syd1-
ney ten minste scherp, omdat haar zenuwen
op stilHe gestemd1 waren. Voetstappen, het ge-
ritsel' van vrouwenklaren en schelle lach, een
luide stm er was inbreuk gemaakt op de
afzondering van Catherinci's tuin en Sydney
sprong op om de indringers. terug te wijzen.
Maar Catherine sprong ook op.
„Laat maar", zei ze. „Het is je nichtje ge
loof ik: zij weet den weg. Zij heeft een gasfc
magebradit dat verwachtte ik half."
Haar gezich t was zeer emstig geworden
het sch'een Sydney bijna sHreng. Zij had1 Ca
therine Holden nog nooit zoo zien kijken. De
bezoekers kwamem naderbij, maar Sydney
kak nog stodis naar het frensend voorhoofd
van haar nidit
(Wordt vervolgd'-
vzim MBa(' 3