AlKmaarsche Gourant
Pextouhe Qamrlete.
BezoekaaRkonftigingskaarteii
Boek- en Handelsdmkkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
?lag en net.
Voordam G 9, ALKMAAR.
Honderd Vljf en Twintigste Jaargang.
Zaterdig 9 Jnni.
In en om do hootdstad.
xxx.
F e n i 11 e t o n.
Eindeljjk weergevonden
WQ drukken Uw
Economlsche iwerftochten.
Ko. 184
1928
(Nadruk verboden.)
GEMEENTE-EXPLOITATffi.
Het zal over een paar maanden een kwart
eeuw geleden zijn, dat de gasfabrieken uit
handen van een Engelsche maatschappij over-
gingen in die der gemeente Amsterdam. Die
lOe Augustus zal voor deze stad een gedenk-
d'ag wezen, omdat toen feitelijk de eerste stap
van beteekenis gezet is op den weg van ge-
meentelijk bedriiven-beheer sedert zijn tal
van „anaexaties gevolgd: exploitatie van
tram, telefoom, electrisch licht, om van andere
bedirijven van minder beteekenis voor de bur-
gerij in haar lagen, die zijn gevolgd, maar
niet te spreken.
Moet 10 Augustus 1923 dus aangemerkt
worden als een jubeldag. voor de gemeenite
Amsterdam?, Ongetwijfeld zullen besliste
voorstanders van gemeentelijk beheer; zul
len zij, die van zoo ver mogelijk doorgevoerde
socialisatie alleen het algemeen heil verwach-
ten, die vraag zonder aarzeling bevestigend
beantwoorden. Anderen echter, die het prach-
tige van gemeentelijk beheer. niet zoo inzien
en het dooden van het particuliier initiatief
niet zoo bewonderen, zul^n den genoemden
datum zeker anders bekijken. Op de vraag,
welke beschouwing de juiste moet worden
zij in den loop der iaren reeds te veel bespro-
ken; bovendien is net diep ingaan op de
■■Mit de
genoemd, ga ik natuurlijk niet in, daartoe is
aid
vraag nutteloos, omdat de groote gemeente-
bedrijven er nu eenmaal zijn en vermoedehjk
wel zullen blijven.
Maar de herinnering aan den dag, waarop
de exploitatie der bedrijven in Amsterdam be-
gon, is zeker van beteekenis in deze dagen,
nu de kwestie der loonsverlagingen in ver-
band met de nieuwe regeling van de arbedds-
tijden der gemeente-werklieden weder op den
voorgrond is gekomen en vermoedelijk nog
tot heel wat gepraat in den Raad aanleiding
zal geven, misschien zelfs tot allerlei moeilijk-
heden
Immers, de voortd'urende uitbrciding der
gemecntelijke bedrijven heeft Amsterdam „ge-
zegend" met een leger van gemeente-werklie
den Wanneer men de ambteniaren bij de be
drijven, waartoe ook behooren de collecteurs
der gasrekeningen e. d., en de politie-agenten
enz., niet mederekent, heeft men ongeveer
tienduizend gemeente-werklieden, de anderen
med'cgerekend, ongeveer het dubbele djfer te
boeken.
Uit d'en aard der zaak heeft de gemeente in
den loop der jaren met het regelcn der loo
nen. werktijden, arbeidsvoorwaarden, enz.
heel wat moeite gehad. Telkens en telkens
weder hebben daaromtrent besprckingen en
vaak zter heftige besprekingen- in den Raad
plaats gehad en zelfs zijn af en toe emstige
moeilijkheden gerezen, doordat groepen
werklieden in staking gittgen. Bovendien is
voor de stad1 ontegenzeggelijk een- groot na-
dccl geweest, dat de gemeente-politiek door
het zich voortdurend uitbrddend gemeente
lijk arbeiderspersoneel is vertroebeld, omdat
langzamerhand, bij het toenemend aan tal
v£r-vooruitstrevende Raadsleden. de belangen
van gemeente-ambtenaren en gemeente-werk
lieden telkens weder op den voorgrond wer-
den gedrongen en het vaak den schijn kreeg
alsof dht gedeelte der burgerij, hetwelk buiten
de categorieen staat, eerst in de tweede plaats
bij' de behartigimig der algemeeee belangen in
aanmerking kwam.
Op dit oogenblik is weder een belangrijke
kwestieomtrent de werktijden en loonen ge-
a tijd gele
den besloten dat de achturige werkdag zou
rezen. De Raad had reeds eendgen tijd ge
worden ingevoerd. Daartegen is uit de gele-
deren der werklieden natuurlijk ernstige op
positie gerezen, waarvan met name de com-
munisten in de stedelijke vertegenwoordiging
zich de tolk maakten.
„Natuurlijk" schreef i, ofschoon eigenlijk
had moeten geschreven zijn „onnatuurlijk",
want de oppositie tegen den achturen-dag is
mij nooit duidelijk kunnen worden. Wie zich
nog herinnert de dagen van weleer, toen geen
arbeiders-meeting kon uiteengaan zonder dat
het acht-uren-liea werd gezongen, waarvan de
slotregel was: „Acht uur zij orrae arbeids-
tijd", kan zidi niet begrijpen, waarom nu de
oppositie oplaait, wanneer openbare lichamen
dien acht-uur werktijd, welke door de wereld
is goedgekeuid, werkelijk willen gehandhaafd
Uit het Engelsch van Adeline Sergeant.
81)
Mijnheer Holden sloeg een oogenblik zijn
oogen neer.
„Daarover praten we nu niet," za hij na
een oogeniblik.
i „Maar ilk verondenstel, dat u weet," zei
zijn bezoelkier met groote kalmte, „dat er bin-
nenkort zeer veel over gepraat za;l worden.
U begrijpt zeker weft, dat de geschiedmis in
iedlere courant van het land! dtaan zal', voor-
diat de week om is; dlat ieder van uw vrien-
den en bekenden zal weten, dat ge in uw
eigen hdang uw nicht in een waan hebt la>-
ten leven, haar gescheiden hebt van 'haar
wetftigen edhtgenoot, haar aan1 de vendem-
king van haar buren en de bdeedigilhg van
uw eigen dochter hebt blootgesteld? Vraag
fi zelf afof gij het hoofdl rechtop kiint hou-
den en u in uw eigen' staid! nog een eierlijlk
man leant noemen. Ik denik, dlat wa!t de rechit-
bank moge zeggen, en of er een wettig her-
sitel is of niet voor het lewaad, dat ge mijn
vrouw hebt aangedaan, uw buren u voortaan
een schurk zullen noemen."
Een oogenblik schrikte John Holden. Toen
flikkerde de tooito in zijn oogen.
„Ge noemifc u de edh'tgenoot van Caitheri-
■ne", zei hi}, „en ala zoodanig hebt ge aan-
spraak op mijn verdraagzaaniheid, malar"
van zijn stool opstaande „mijn geduld is
ten einde. Ik zal belleh, en mijn bec&nde zal
u uitlaten."
„Wacht een oogenblik- Het kan, u dus niet
schetten aan de kaak gesteld te worden?"
znen.
Under den drang van het geweldag wereld-
geueurea neett men te kwader ure net rnvoe-
rea van dien acht-uren-dag opgevat m then
zm, dat het een 45-urjge werkweek m piaats
van een 48-unge geworden is en nu het ge-
meenteoestuur aezer stad, waar de wereld al-
thans eemgszms zich hersteid heeft, tot den
oorspronkeiijken wensch der werklieden terug
wil keeren en tevens de loonen in ver band
daarmede en in verband met de tijdsomstan-
djgheden wd regelcn, komt dadehjk verzet. Na
langdurige besprekingen, gevoerd in de Cen-
trale Commissie voor het Georganiseerd
Ovcrleg, is ten slotte overeenstemming gekre-
gen en zijn de weekloonen voor de verschil-
lende locnklassen vastgesteld. In de hoogste
loonklasse is men gekomen tot een weekloon
van 40.56, dat bij de 45-urige werkweek
J 40.50 bedroegin de laagste klasse is men
gekomen van J 34.08 tot 34.20, terwijl in
oe zg. Nul-klasse het loon van den 14-jarigen
wordt teruggebracht van 5.40 tot 4.80, m
de eexste, tweede en derde loonklasse dier
jougeren, van 7.66 tot f 5.76. Die jeugdige
werklieden zullen elk half jaar loonsverhoo-
ging krijgen en op 21-jangen leeftijd het
loon der volwassenen van de klasse, waartoe
zij behooren.
Sedert hebben de verschillende groepen
van allerlei pohtieke kleur, vertegenwoordigd
in de Centrale Commissie voor het Georgani
seerd Overleg, vergaderd en deze ontworpen
regeling onder. de oogen gezien, en het ge-
Voig is geweest. dat zij met groote dtemmen-
mcmlerheid zicn daartegen verzet hebben.
In dte organisaties, aangeslotcn bij het
Plaatselijk Arbeidssecretariaat, heeft men vrij
heftig tegen het ontwerp geopponeerd en
hebben de woordvoerders vexklaard, dat men
zoo krachtig mogelijk dient op te tredea te
gen de van alle kan ten zich tooneode reactie,
weike den 45-urigen arbeidsdag wil afschaf-
feu; men moet a lies in het werk stellar om
dien te behouden en waar zij niet moer be
st a at „te bevechten".
Men ziet, dit doelt al zoo'n beetje op een
dreigement in de richting van de heeren ten
Stadhuize.
Wanneer nu straks blijken zal, dat de over
eenstemming in de Commissie voor Centraal
Overleg niet is verkregen, moet krachtens het
reglement dier commissie de beslissing aan
den Raad worden' voorgelegd. Die Raad, zoo-
als hij nu nog is in zijn oude samenstelling,
zal, naar men veilig kan aannemen, de voor-
gestelde 48-urige week en de nieuwe loonsbe-
palingen aanvaarden. Edoch, in September
>e.k. treedt een andere Raad op en die zal dan,
naar vrij zeker te verwachten is, de geheele
kwestie weder onder de oogen zicn, en moeht
ook hij zich aan de nieuwe regeling houden;
dan zou het wel eens mogelijk kunnen zijn,
dat men in de gemeente-bedrijven voor groote
onaangenaamheden zal komen te staan.
Bezuinigen, intensiever werk leveren, is in
de tijden, welke wij doormaken, noodig, doch
de gemeente-werklieden van dezen tijd en ze
ker de groote meerderheid in de hoofdstad,
trekben zich van die eischen al heel weinig
aan; bezuigen, meer werk leveren prach-
tig, maar zij wenschen daaronder niet begre-
pen te worden en de communistische woord
voerders in den Raad zullen hen in die mee-
ning zeker gaame stijven z66 zijn de tij
den nu eenmaal geworden.
De consequenties van een steeds in otnvang
toegenomen gemeentelijk beheer zal men met
al zijn onaangenaamheden dienen te aanvaar
den, maar met al die feiten voor oogen is het
zeker de vraag of men zich op 10 Augustus
,a.s. wel zoo bijster mag verheugen bij de
herinnering aan- het v66r 25 jaren ingezette
gemeentelijk beheer op groote schaal, en in-
dien het zou blijken, dat men straks tegen-
over een' verzet van de gemeente-werkliedm
zal komen te staan in den1 vorm van een sta
king, zal dit alles zeker niet doen verlangeu
naar het inyoeren van maatregelen, die het
leger van gemeente-werklieden en van ge
meente-ambtenaren nog meer zal doen toene-
mcn.
En toch zijn nog gen'oeg zaken aanhangig,
waaiomtrent door den nieuwen Raad1 beslist
zal moeten worden; de nieuwe markthallen-
plannen; het denkbeeld van een gemeentelijk
melkbedrijf b.v zullen, gesteld zij warden
inderdaad w'erkelijkheid in den vorm, waarin
zij door B. en W. zijn voorgesteld, weder
een groote uitbmding van gemeente-perso-
neel vorderen en het socialiseeren" zit nu
eenpmaal in de lucht.
fn elk geval, eerst dient nu eens te worden
afgewacht hoe de hangende werktijd- en loon-
Icwestie zich ontwikkden zal, dat is al be-
langwekkend genoeg ook voor klcinere ge-
lofdstad.
SINA SANA.
meente dan de hoofdstad.
Mijnheer Holden had zijn hand op den
ededtrisdien! knop, om zijn hediende te hoe-
pen, maiar hi} drukte er nog niet op. Hi} zou
lord! Broxtoourne nog die baas zijn geweest,
als hi} hem zander antwoord had laten gaan,
malar, zooails hij zeide, zijn geduld was uit-
geput, en hi} gaf een onverstandig antwoord.
i „U vergeet, dalt u mi} niet aan, de Ikaak
kunt stel'len. Wat kunt u tegen mi} zeg
gen.? Enkel, dat u mi} een brief schreef
dien ik naoit ontving."
Lord Broxbourae glimlachte zegevierend.
„Heb ik den brief genoemd?" zd hij. „U ver-
oordeel't u zdf, door er van te spreken. Ja, ik
schreef u een brief, waarin ik die feiten ver-
meldidiei, en- u hidd dien- brief achter. Mis
schien heeft u hem' bewaard; misschien heeft
u hem nu hier".
„Ik hd> zulk een' brief niet."
„Maar u hebt hem gehad. Dat is de kwes
tie. Mijnheer Holden, onze schermutseling
heeft lang genoeg gedluurd!. Dc zal duideli|k
zijn. Ik hd> geen verlangen deze zaak publiek
te maken:; helt zou, zoo als u zegt, onaange-
naam zoowel voor u ais voor mi} zijn. Maar
er is ten persoon,, die ik wit overtuigen, dat
het niet allies mijn schuld! is geweest. Als u
halar wilt hekennen, dat u mijn brief achfer-
hiel'd op welken' grond dan ook zal Jk
niets meer zeggen. U heeft uw werk goedl |ge-
daan, zij is bang voor me, soms denk ik, dat
zij mi} haat, maar het is ten deele omdat zij
naet gelOoft, wat ik haar zeg en ik kan mi}-
zelf niet rechtvaardigen in haar oogen."
„En u verwacht van mij, dat ik uw ge-
drag zail1 rechtvaardigen Vindt u dat waar-
schijnlijk?"
- „Ik gel'oof, dat hei mogelijk is", zd lord'
Broxbourne, langzaam, dSb zelfs na diie en
twinti'g jaren van bedfog, u zoudt wenschen
DIE VERTRlQUWDE DEMON.
(Van onzen Parijschen Correspondent.)
(Nadruk verboden.)
Parijs, 27 Md.
Er is ylang te discuteertn en breed te pteke-
ren over de vraag wat ge kiezen moet, wan
neer uw land in oorlog is; zoo veel mogelijk
vijianden dooden, doorvechten tot een van bei-
den het loodje erbi} legt, ofwel trachten zich
(en elkander) te verstaan, uit de dolheid te
komen en hoe eer hoe Lever, en een voor alien
redeldjken vredie te sluiten. Een nuchter, wd-
denlkead mensch zal, zonder aarzelen, zijn
keus bepalen op het laatste. En tochhet
is niet zoo eenvoudig als het wel lijkt.
Tijidens den oorlog werden in beide kampen
den menschen, die probeeren hun landgenoo-
•ten te genezeni van de verblindiing en razemij,
gedoodverfd als „defaitiste", en meer dan een
heeft het waagstiuk met zijn leven moeten be-
talen: „Jusqu'au bout!" schreeuwde men, juist
aan de zijdle van dengeen die onder lag en het
ergste teoi. En wanneer ge zulk een jusqu'au-
boutist op dien schouder tikte en hem smeekte
„Denk nu eens vijf minuten kalm na!" dan
wterp ihi} zich op u met nog grooter woede
dan hi} uegenover den vijamd betoonde.
Het is 'n bekende raad: Dringt u nooit tus-
schen twee vechtendenl Beiden keeren zich
tegen u. Het grootste ongelijk van alien heeft
dengeen die zich „au dessus die la melee"
tracht te plaatsen. Hi} heeft heel de wereld te
gen' zichwij allien zien neer op den zwakke-
liu'g, die in een conflict geen parti} te kiezen
weet. Hiji is een ledepop, een zonder-overtui-
giing, gaame voegen wij eraan toezonder
karakter.
De ooriog plaatsi ons voor vreemde, ont-
hutsende proglemen. Daar is de kwestie van
de spiaaage. Den spdon, die biji u die gelederen
binnensluipt, zich voordoet als een vriend en
intusschen u verraadt op die laaghaxtigste wij-
ze en oorzaak is dat velen uwer worden ver-
moord, ge schiet hem meer zonder een greintje
van mededoogen, zoodra hiji omtmaskerd
wordt. En niet alleen, dat gij' hem neexschtet
uit zelifverdledigmg: ge veracht hern, hi} is
iemand die aanvalt in den rug en tegen u
vecht achter een vriendelijk masker, u warm
de hand dtukkemd, deloyaal. Hi} is een vuil
individu. Maaruw eigen epionnen, die
predea 'hetzelfde ongure werk aan den over-
kamt gaan doeni, zij zijn beiden! Zij wagen elk
uur, hun leven voor het Vaderland, en zij be-
wijzen de grootste diensten, veler uwer laad-
genooten en misschien wel uzelf reddend
van den doodVindt ge het niet subliem:
iemand die alleen, onverzeld, zander rugge-
steun, zonder stimulans of narkotikum, zich
in het vijiandleldjke kamp begeeft Jludith bij
Holophiemles! Is het niet de grootste moed die
met zich denfceni kan zoo vroeg een overigens
verstandig man mi} dezer dagen. Ik moest
erkennen, dat ik het sublieme niet ervan inzag.
Doch zeer velen denken er landers over dan ik.
De vreemde inkonsekwenties, welke de oor
log met zich sleept, vinden voor het grootste
deefr haar oarsprong in dit felt: dat net ieta
gruwelijiks is een ander mensch te dooden, en
dat wi} toch allemaal mm of meer den demon
in ons omdragien die onder zekere omstandig-
heden ertoe aanzet het te doen
Een zeer merkwaardig, zeer lezenswaandig
boek is deze week verschenen van de hand van
Jean de Piemefeu, denzelfde die reeds een an
der 'hoogst belangwekkend werk gevuld had
met 2iijn herinneringaii uit het groote hoofd-
kwartier. „Plutarque a menti" heeft hi} dit
tweede bdek betiteld, eni is het dbkumentair
historischi misschien van minder waarde dan
het eerste, het overtreft hiet uit een oogpunt
van filosofie eni algemeen menschelijke lee
ring.
Het opschrift is buitengemeen gdukkig ge-
loozen. Flutacbus, de levensbeschrijver en ver-
heerldjiker van veldheeren en aanvoerders, de
enithousiaste bezinger van alles wat een groo-
ten, glorieuzeni naam had in Griekenliand en
in het Rbmeinsche Meizemjk, die niets dan
lof had1 voor zijn offirieele helden, en hum
roam bazuinden over de hoofiden van een volk
van anonieme slaven en legdonnairen, knapen
en moeders,Plutaichus heeft gelogen. Het
waren' slechts gewone menschen; al die il'lus-
tere half-goden, die hij vereeuwigde en ver-
heerlijlkte. mensohen met al hun fouten en ge-
brekee, dwalingeni en tekortkomdngen, ijoel-
heidjes en hartstochten. Het eenige wat groot
aan hen was dtw.z. groot van afmetingen
w as hun moordltust en hun eerzudht.
Er warden wat een heiiige-huisjes omver
gehaald, er valen wat een afgoden van 1
voetstuk, in dit boek van De Pierrefeu. En
tot onszelf gekomeni uit het oorlogs<leliriuin,
voelen wijl dat de schrijver het bij! het rechte
einid! heeft en dat hi} de waarheid! spireefct. Uit
de feiten en beschouwingen' trekken wij zelf de
comclusie: er is geen krijigsktunst meer, geen
ate een eeriijk man te handdlen."
Er heersdtte srtilte. Broxbourne was een
gdboreln ddploftnaait. Hi} zag, dat hi} een
snaar had aangeroend, die, in die barst van
John Holden trilide. Hi} was een weinig ver-
baasd over zijn sucoes en' bedierf zijn kans
niet door verdlere woorden. Hij stond! er bij
en liet de goede en kwalde macbten het sa-
men ultmaken. Maar het was vergeefsdh,
want de kwade machfen zegeviehden en voor
John1 Holden.' was de tijd van (berouw nog
niet gekomen.
„U is dus gele
zei mijnheer Holden eindelijk, met een scher-
is dus gekomen om mij 0m1 te koopen?"
neer"; zei lordi Brox-
pe, dome stem. )rAls ik u wil herstellen in
Catherine's oogen, wilt u mij sparen; is dat
uw voorstel?"
„Daar 'komt het op 1
bourne openhartig. „En 'het te een moot aan-
bod."
Be wil niets van uw aanhodl hebben. Her-
stel u zelf zoo goed mogelijk in de oogen van
uw vrouw. Ik veriamg geen deel te hebben aan
uw verzoendng. U zult haar alleen in de ell-
lende storten, waaruit ik mijn best gedaan
heb haar de laaltsite fwimftig jaar te redden.
U kan doen wat u wilt; ik heb niets van u
te vreezen."
„Heel goed", zei lord! Broxbourae, op
staande en naar de deur gaande. „Ik heb het
aanbod gedaan' en gezegd, wat ik er van
denk. U weigert, mij in Catherine's oogen te
herstellen. Maar ik denk, dat mijn advoca-
ten haar afsdhriften van brieven aan u kun
nen' ftoonen, waarin van haar als lady Brox
bourae gesproken wordt; brieven ook, waarin
u dten onderstand wefgerae, dien ik aanbood,
enz. aanbiedingen, waarvan ze, denk ik,
nooit iets gehoord heeft. Be velnnoed, dat u
zidh binnenkort in een' neteflige positie zult
wetensdhappeljjk schaakspel op het oorlogs-
terrdn; de moderne oorlog) te ontgroedd aan
de mannen die men gelooft en die gelooven
hem te voerea; het te geen' manoeuvre en
geen reeks van manoeuvres meer, dbch een
botsing der volkeren, lijf tegen, lijf, een, bru-
taal handgemeen, een' blcedbad langa een
breede streep, buiten' regete en cocventiea; de
oorlog te niet meer militair, maar nationaal,
niet meer strategtedx, doch economisch; eni hij
wordt niet ten einde gebracht door een om-
trekking der vleugels of een dloorfareken van
het oenrtrumi, doch door de bereikte uitputting
van den overwonnene en de bdjnia bereikte van
den overwinnaar.
Dat de geallieexdien deoverwinning be-
haald hebben, het te niet te dlanken aan hun
aanvoerders. Zij hebben fouten begaan, wel
ke ten- slotte niet veel meer uitwerkimg ble-
ken te hebben dan hun schrandere zetten. Zij,
ontkomen niet aan de kritiek. Zij1 zijn men
schen als de anderen, beheersoht door de ge-
beurten'issen meer dan deze beheerschend'.
Ziedaar de oondusie, waartoe ge komt bij
het lezen van De Pierrefeu's boek. Maar
het te zeggen te heiligschennte. De schrijver
zelf weet dat. Hi} vertel t wat zijn eigen demon
(zajn .demon fataiilief", zijn vertrouiwde de-
mon, zoo als hi} hem noemt) hem inblies:
„Gek, gek, gek; je bent gek! Je roeping ont-
dekiken, wanneer je veertig jaar bent, dat kan
in zeker opzicht nog zijn goodie zijde hebben1.
Miaar dat die roeping erin bestaat de waar
heid' te zeggen, dat te iets zoo verschrikkelijks,
dat ik verbijaterd ervan' sta"
Em ander boek, dat dezer dagen versche
nen is; geeft "to niet minder leerzaam beeld
niet van den oorlog, maar van' de verbijsteren-
de inkonsekwenties en de schier onoplosbare
gewetensvragen, welke die oorlog met zich
bnengt. Dit boek te een roman. „La Houille
rouge" heet het, en de schrijver te Michel
Corday.
„La houille rouge", de roode steenkool, dat
te het bloed, het menschem-bloedl, lauw gut-
send uit door andere menschen moedwiliig
gereten wonden. Ate de steenkool' higld het
de groot-industrie aan den gang, was het
noodzakelijk voedsel voor de hoogovens en
staalfabrieken, voor die welvaart van het
land
Dit boek geeft de gesdhiedente van een moe-
der gedurende den oorlog. Mien noemt haar
La Huromme, omdat ziji niet de algemeen
gangbare opvatting begrijpt, die wil dat haar
kind haar wordt ontnomen om een' soldaat er
van te maken. Haar hart bloedt reeds, wijl
haar man, die aan het hoofd van een staal-
fabriek staat; den ooritog slechts ziet als een
middel om zich te verrijken. ,En daar zij aan
niemrnd in haar umgving hrar overlrapi gt-
moed kan uitstarten, sdirijft 0} in een' dag-
boek de ontzettende dingen neer, welke men
ziet achter de schennen der zakennwereld en
der moderne politiek.
Haar zoom gaat dapper naar het front,
omdat de traditie dit nu eenmaal wil. Men
heeft het hem gezegd. Men heeft het hem ge
zegd, en zoo vaak het herhaald, dat hij ge-
eindigd is met het te gelooven. Mien heeft aan
deze vrouw het eeniige omtroofd, waarop zij1
prite steldiehet hart van haar kind.
•De Huronne schrijift haar haat neer tegen
de roovens. Wie andters wil den oorlog dan die
gehate echtgenoot, wiens hoogovens slechts
dan werkelijk winst kunen afwerpen, wanneer
zij beschdkkeni over de overvloed'ige productie
van het nabije Saar-bekken Wie andere wil
den oorlog dan die Pruisische groot-indus-
trieel, wiens fabrieken slechts dan waarlijk
kunnen rendeeren, wanneer zij! uit het nabu-
rige Briey kunnen halen wat hun ontbreekt
aan djzererts? Ondertusschen haalt men uit
den grond van Frarikrijk zonder ophouden,
de houille rouge", welke die oorlogSKmachine
draaien' dbet: hk bloed van haar kind.
Met behulp van' al de fraaie, doch holle en
leiugenachtiige leuzen, welke wij kennen, etecht
haar man oat hun zoon zal worden ver-
scheurd, gedood. En inderdaad wordt deze
gewond, niet ernstig, den eersten keer. Zij,
de moeder, zegent de verwomding. Zij neemt
haar jongm mee naar buiten. Verzorgt hem,
vertroetelt hem, geneest hem. Eindelijk heeft
zij hem terug, en nu zal zdj! hem niet meer loo-
la ten.
Het wreedste is, dat de ionigeman zelf weer
naar het front teruig wil. Hij' heeft de dron-
kenschap der oorlogs-glorie gekend!. En hoe-
\vel teleurgesteld door hetgeen hij: ziet van
het egoisme van hern die achter blijven, wil hij
opoiieuw verfcrekken. Wat doet het ertoe, dat
er menschen zajn, wier verlangen naar de
overwinning samengaat met de lust om! er
gdd uit te slaan. Hiet Vaderland is door den
vijand onder den voft geloopen. Mannen van
hart zijn bezig het te bevrijden. Hij wil een
van hen zijn. En volgens het woord van Ana-
tole France, vervart hij bewonderenswaar-
dige held, sublieme dupe het Vaderland en
bevinden, mijnhuer Holden. Maar dat te uw
zaak."
„Zeker," zei mijnheer Holden stijf.
„En nog iets anders," lord Broxbourae
bleef een' oogenblik aan da deur staan, en
wierp een dreigenden blik op zijn teganstan-
dier, ,Jk waarschuw u voor nog een andere
vraag, die gedaan zal worden. Er werd' op
Truan-Var een kind geboren; wait gdbeurde
daar mede? Er schijnt een' zeer onvoldoend
bewijs te zijn van de oorzaak van zijln dood'
ate het stiariIk verfrouw, dlat u een an'ir
woord op diie vraag zult hebben, mijnheer
Holden, ate u ondexvraagd wordt omitrent de
verdwijning van dat kind."
Hij ging heen, siloot de deur acMer zich' en
John Holden was alleen.
Nu kon het masker vallen; nu modi tan de
strakke trekken zilch ontspannen em de angst-
droppelen op het koude vooihoofd komen!
Nu mocht de stake man zwak zijn, en van
geiwetenswroegiing 'hardop kreunen. Hoe wei
nig lord 'Broxbourae hett verwacht had; zijln
nijllen hadden doel getroffen. Hi} had John
Jfoldlen bang gemaakt. De (beidTaigingen, die
lord Broxbourae een beetje vaag en,.hoi had
den toegeschenen, waren voor John Holldlen
,een.' vrkselijke werkelijkheid. De fahrikant
van' Fairford vond de geheele geschiedenis
veel schandelijker dan de edcfllman. John
kon niett luchthartig ld'egen, al toonde hit zich
moedig tegenover de wereld. En om ate een
leugenaar en verrader zoo noemde hij
zich zdf te staan tegenover zijn eigen
bloedverwante, het 'bekend te laten worden,
fiat hi} haar met opzet omwetiend van haar
positie had gelaten, deels uit stijfhoofdigen
trots en deells uit wrok, dat griefde John Hol-
cten Milter. En dan kwam er nog de nieuwe
verdenking bij, de beschuldiging omtrent het
de Groot-industrie.
De Huronm? moet berustem in het hemieuw-
de heemgaan van dit kind, dat nog onschul-
diglijk in Plutarchua gdooft.Daarginds
stroomt de roode steenkool uit de persen.
Haar kind woidt gedood; en ziji ontneemt
zichzeif het levpn. Zij kan' niet voortleven, in
zich omdragend het geheim van den moorde-
naar
Een andere soldaat uit het boek van Michel
Cordey, een vrijwiriiger, vertrokken met de be
kende idealen;,H!et redht, de vrijheid, de be-
schaving, het einde der oorlogen", komt naar
huis'met verlof, na twee jaren front. Hij heeft
nog imimer dezelfde edehnoedigheid1; hij heeft
ndet meer hetzelfde geloof. En M} zegt:
..Oorlogen zullen er alitijd zijnDe men
schen houdem ervan elkander te bevechten.
Zoo gauw mem hiun een wapen in de handen
geeft, hranlden zij van verlangen zich ervan
te bedienen, zich te verdedigen en te dooden.
Zegj, dat die barbaar herleeft, dat het beest is
losgelaten, dat het afsahuwelijk is. Het te zoo,
en niet anders. De lust tot vechten, tot gevaar
loopen en tot achtervolgen, zit ons als tend al
in- het bloed. Het instinct verandert niet al
veranderen de voorwendsete om eraan toe te
geven. Dus hebben we de uiteriijke redenen
niet te onderzoeken'De oorlog te er: we
moeten erin mee".
Dat is de demon, die zoo spreekt- De demon
dien wij allemaal in ons hebben, en wiens
drogredenen wij1 oodergaan, ieder op zijn tijd.
De demon met wien wij vertrouwd zijn
L'EO FAUST.
J. B. SAY.
II.
Wdji zullen thans overgaan tot eeme be
schouwing d'en bezwaren van Say's rente-
theorie.
Wanneer de productiviteitsdi'ensten van het
kapitaal uit een in het product aanwezige
waarde-massa moeten worden gehonoreerd,
dan dringt zich als vanzelf de vraag op, te
die waarde-massa, waaruit betaald wordt, er
wel iedere keer? Scherper gezegd; waarom
hebben! die goederen, bij' iwier ontstaan kapi
taal' heeft mediegewerkt, geregeld eene zoo
hooge waarde, dat daaruit nadat de vroeger
genoemde coopereerende diensten (grond en
arbedd) naar d!e geldlende maxktprijzenl zijn
beloond, voor de belooning van de kapitaal-
diensten er nog. iets ovablijft, en wel vol-
doenlde overblijft om die diensten te betal'en
in evenredigtheid van de grootte eni den duur
van het kapitaalsgebruik. Waarom; zal b.v.
een goed, waarvan- de productie 1000.
vordert en dat na eeni jaar wordt verkocbL
niet IOOO.maar b.v. 1060.,w-aard
zijn? En waarom eenl goed, met denzelfden
voortbrengingsprijs, dat pas na 2 jaar wordt
verkocht, dan 1100.—
Het te gemakkelijk te 'begrijpen, dat dit de
meerwaardetheorie te pasteaar gemaakt voor
het schema van Say. Die jneerwaarde te die
kern van het geheele rente-probledm.
!Nu weet Say echter met die rmeerwaarde
eigenlijik geeni raad; in het eene hoofdstuk
verklaart hij1 dat de waarde er te omdat het
kapitaal haar heeft voorfgebracht, eni de
iproductieve kapitaalsdiensiten worden geho-
noreerd, omdat dte daartoe noodige meer-
waarde is ontstaan. Hier is dus de honoree-
ring van denv productieven kapitaalsdiienst
het gevol'g van de aanwezigheid der meer-
waarde.
Later draait Say deze causaal verhouding
juist om, doardieni hij de honoreering der
kapiitaalsdiensten aangeeft als oorzaak, als
bestaansvoorwaaide van de meerwaarde, om
dat de eigenaars van de „services produc-
tifs", nu eenmaal eene honoreering eischen,
en die waarde te hoog genoeg om eene kapi-
taalswinst over te laten, omdat zonder kapi
taal niets te te beginnen, eni de medewerking
van dien factor niet gratis geschiedt.
De- eeretgenoemde verklaring legt het
ziwaartepunt dus in die productie: het kapi
taal heeft meerwaarde voortgebracbt, daar-
kind. Het zou mogelijk zijn, dat een beschul
diging van bedlrog alleen gehandhaafdi kon
worden door die verschijning van de levendle
persoon Laurens OgflVie, en door een volle-
dSge opsomming van de middelen, waardoor
hij uit den weg gehouden was. En dit zou
inderdaad openlijke schande beteekenen.
„Liiever dan dafzed John Holden tot zich
zelf met de overdrijving van een heimdlij'ken
angst Jk zou liever Sterven dan dat."
Na een' poosje sfond) 'hiji op, sloot de deur
en ging naar zijn 'lessenaar, om cr eeni iuge-
legd kistje uit te krijgen, dait hi} openanaakie
en voor zidh op de tafel1 zette. Het bevatte een
paar pisftolen' mooae glimmende dingen',
waaftnee een kind zou kunnen spelen, zonder
te vennoeden, dat zij' doodelijk konden zijn.
Hi} keek er eemigen tijd naar, nam ze op en
onderzocht ze zorgvuldig, alls om zidh te ver-
gewissen, dat zijtt>t gebruik gereed waren.
Het duurde lanig, voordat hi} ze weglegde,
maar eindelijk legde hi} ze met 'n zucht, die
veel op gekreun geleek, weer in zijn lessenaar
en trachtte zijn gewone bezigheddi te hervat-
tien.
Miaar het kostte hem- tte veel inspanning.
Uren adhtereen zat hi} op zijn' bureaustoel
met papieren voor zidh en een. pen in die
hand. Maar hij sdhreef nodh las. Zijln ge-
dadhten waren geheel in beslag genomen
door de mogelijkheden, die voor hem la
gen, het mtelukken van, zijn planben, de ver-
vreemdlng van hen, die hem net liefste waren
in de wereld. Alles, wat in het leven- goed en
aangenaam was, sdhaen voor hem voorbij te
zijn. Maar hij voeltie nog toorn, haat en bit-
tere teleuretelling.
Hi} zag dien daig niemand. Klerken en op-
zichtera en boodschaploopers kwametti' en
gingen tevergeefs.
(Wordt vervolgd.)
r1