AlKmaarsche Gourant Pextouhe Qamrlete. BezoekaaRkonftigingskaarteii Boek- en Handelsdmkkerij v.h. Herms. COSTER ZOON, ?lag en net. Voordam G 9, ALKMAAR. Honderd Vljf en Twintigste Jaargang. Zaterdig 9 Jnni. In en om do hootdstad. xxx. F e n i 11 e t o n. Eindeljjk weergevonden WQ drukken Uw Economlsche iwerftochten. Ko. 184 1928 (Nadruk verboden.) GEMEENTE-EXPLOITATffi. Het zal over een paar maanden een kwart eeuw geleden zijn, dat de gasfabrieken uit handen van een Engelsche maatschappij over- gingen in die der gemeente Amsterdam. Die lOe Augustus zal voor deze stad een gedenk- d'ag wezen, omdat toen feitelijk de eerste stap van beteekenis gezet is op den weg van ge- meentelijk bedriiven-beheer sedert zijn tal van „anaexaties gevolgd: exploitatie van tram, telefoom, electrisch licht, om van andere bedirijven van minder beteekenis voor de bur- gerij in haar lagen, die zijn gevolgd, maar niet te spreken. Moet 10 Augustus 1923 dus aangemerkt worden als een jubeldag. voor de gemeenite Amsterdam?, Ongetwijfeld zullen besliste voorstanders van gemeentelijk beheer; zul len zij, die van zoo ver mogelijk doorgevoerde socialisatie alleen het algemeen heil verwach- ten, die vraag zonder aarzeling bevestigend beantwoorden. Anderen echter, die het prach- tige van gemeentelijk beheer. niet zoo inzien en het dooden van het particuliier initiatief niet zoo bewonderen, zul^n den genoemden datum zeker anders bekijken. Op de vraag, welke beschouwing de juiste moet worden zij in den loop der iaren reeds te veel bespro- ken; bovendien is net diep ingaan op de ■■Mit de genoemd, ga ik natuurlijk niet in, daartoe is aid vraag nutteloos, omdat de groote gemeente- bedrijven er nu eenmaal zijn en vermoedehjk wel zullen blijven. Maar de herinnering aan den dag, waarop de exploitatie der bedrijven in Amsterdam be- gon, is zeker van beteekenis in deze dagen, nu de kwestie der loonsverlagingen in ver- band met de nieuwe regeling van de arbedds- tijden der gemeente-werklieden weder op den voorgrond is gekomen en vermoedelijk nog tot heel wat gepraat in den Raad aanleiding zal geven, misschien zelfs tot allerlei moeilijk- heden Immers, de voortd'urende uitbrciding der gemecntelijke bedrijven heeft Amsterdam „ge- zegend" met een leger van gemeente-werklie den Wanneer men de ambteniaren bij de be drijven, waartoe ook behooren de collecteurs der gasrekeningen e. d., en de politie-agenten enz., niet mederekent, heeft men ongeveer tienduizend gemeente-werklieden, de anderen med'cgerekend, ongeveer het dubbele djfer te boeken. Uit d'en aard der zaak heeft de gemeente in den loop der jaren met het regelcn der loo nen. werktijden, arbeidsvoorwaarden, enz. heel wat moeite gehad. Telkens en telkens weder hebben daaromtrent besprckingen en vaak zter heftige besprekingen- in den Raad plaats gehad en zelfs zijn af en toe emstige moeilijkheden gerezen, doordat groepen werklieden in staking gittgen. Bovendien is voor de stad1 ontegenzeggelijk een- groot na- dccl geweest, dat de gemeente-politiek door het zich voortdurend uitbrddend gemeente lijk arbeiderspersoneel is vertroebeld, omdat langzamerhand, bij het toenemend aan tal v£r-vooruitstrevende Raadsleden. de belangen van gemeente-ambtenaren en gemeente-werk lieden telkens weder op den voorgrond wer- den gedrongen en het vaak den schijn kreeg alsof dht gedeelte der burgerij, hetwelk buiten de categorieen staat, eerst in de tweede plaats bij' de behartigimig der algemeeee belangen in aanmerking kwam. Op dit oogenblik is weder een belangrijke kwestieomtrent de werktijden en loonen ge- a tijd gele den besloten dat de achturige werkdag zou rezen. De Raad had reeds eendgen tijd ge worden ingevoerd. Daartegen is uit de gele- deren der werklieden natuurlijk ernstige op positie gerezen, waarvan met name de com- munisten in de stedelijke vertegenwoordiging zich de tolk maakten. „Natuurlijk" schreef i, ofschoon eigenlijk had moeten geschreven zijn „onnatuurlijk", want de oppositie tegen den achturen-dag is mij nooit duidelijk kunnen worden. Wie zich nog herinnert de dagen van weleer, toen geen arbeiders-meeting kon uiteengaan zonder dat het acht-uren-liea werd gezongen, waarvan de slotregel was: „Acht uur zij orrae arbeids- tijd", kan zidi niet begrijpen, waarom nu de oppositie oplaait, wanneer openbare lichamen dien acht-uur werktijd, welke door de wereld is goedgekeuid, werkelijk willen gehandhaafd Uit het Engelsch van Adeline Sergeant. 81) Mijnheer Holden sloeg een oogenblik zijn oogen neer. „Daarover praten we nu niet," za hij na een oogeniblik. i „Maar ilk verondenstel, dat u weet," zei zijn bezoelkier met groote kalmte, „dat er bin- nenkort zeer veel over gepraat za;l worden. U begrijpt zeker weft, dat de geschiedmis in iedlere courant van het land! dtaan zal', voor- diat de week om is; dlat ieder van uw vrien- den en bekenden zal weten, dat ge in uw eigen hdang uw nicht in een waan hebt la>- ten leven, haar gescheiden hebt van 'haar wetftigen edhtgenoot, haar aan1 de vendem- king van haar buren en de bdeedigilhg van uw eigen dochter hebt blootgesteld? Vraag fi zelf afof gij het hoofdl rechtop kiint hou- den en u in uw eigen' staid! nog een eierlijlk man leant noemen. Ik denik, dlat wa!t de rechit- bank moge zeggen, en of er een wettig her- sitel is of niet voor het lewaad, dat ge mijn vrouw hebt aangedaan, uw buren u voortaan een schurk zullen noemen." Een oogenblik schrikte John Holden. Toen flikkerde de tooito in zijn oogen. „Ge noemifc u de edh'tgenoot van Caitheri- ■ne", zei hi}, „en ala zoodanig hebt ge aan- spraak op mijn verdraagzaaniheid, malar" van zijn stool opstaande „mijn geduld is ten einde. Ik zal belleh, en mijn bec&nde zal u uitlaten." „Wacht een oogenblik- Het kan, u dus niet schetten aan de kaak gesteld te worden?" znen. Under den drang van het geweldag wereld- geueurea neett men te kwader ure net rnvoe- rea van dien acht-uren-dag opgevat m then zm, dat het een 45-urjge werkweek m piaats van een 48-unge geworden is en nu het ge- meenteoestuur aezer stad, waar de wereld al- thans eemgszms zich hersteid heeft, tot den oorspronkeiijken wensch der werklieden terug wil keeren en tevens de loonen in ver band daarmede en in verband met de tijdsomstan- djgheden wd regelcn, komt dadehjk verzet. Na langdurige besprekingen, gevoerd in de Cen- trale Commissie voor het Georganiseerd Ovcrleg, is ten slotte overeenstemming gekre- gen en zijn de weekloonen voor de verschil- lende locnklassen vastgesteld. In de hoogste loonklasse is men gekomen tot een weekloon van 40.56, dat bij de 45-urige werkweek J 40.50 bedroegin de laagste klasse is men gekomen van J 34.08 tot 34.20, terwijl in oe zg. Nul-klasse het loon van den 14-jarigen wordt teruggebracht van 5.40 tot 4.80, m de eexste, tweede en derde loonklasse dier jougeren, van 7.66 tot f 5.76. Die jeugdige werklieden zullen elk half jaar loonsverhoo- ging krijgen en op 21-jangen leeftijd het loon der volwassenen van de klasse, waartoe zij behooren. Sedert hebben de verschillende groepen van allerlei pohtieke kleur, vertegenwoordigd in de Centrale Commissie voor het Georgani seerd Overleg, vergaderd en deze ontworpen regeling onder. de oogen gezien, en het ge- Voig is geweest. dat zij met groote dtemmen- mcmlerheid zicn daartegen verzet hebben. In dte organisaties, aangeslotcn bij het Plaatselijk Arbeidssecretariaat, heeft men vrij heftig tegen het ontwerp geopponeerd en hebben de woordvoerders vexklaard, dat men zoo krachtig mogelijk dient op te tredea te gen de van alle kan ten zich tooneode reactie, weike den 45-urigen arbeidsdag wil afschaf- feu; men moet a lies in het werk stellar om dien te behouden en waar zij niet moer be st a at „te bevechten". Men ziet, dit doelt al zoo'n beetje op een dreigement in de richting van de heeren ten Stadhuize. Wanneer nu straks blijken zal, dat de over eenstemming in de Commissie voor Centraal Overleg niet is verkregen, moet krachtens het reglement dier commissie de beslissing aan den Raad worden' voorgelegd. Die Raad, zoo- als hij nu nog is in zijn oude samenstelling, zal, naar men veilig kan aannemen, de voor- gestelde 48-urige week en de nieuwe loonsbe- palingen aanvaarden. Edoch, in September >e.k. treedt een andere Raad op en die zal dan, naar vrij zeker te verwachten is, de geheele kwestie weder onder de oogen zicn, en moeht ook hij zich aan de nieuwe regeling houden; dan zou het wel eens mogelijk kunnen zijn, dat men in de gemeente-bedrijven voor groote onaangenaamheden zal komen te staan. Bezuinigen, intensiever werk leveren, is in de tijden, welke wij doormaken, noodig, doch de gemeente-werklieden van dezen tijd en ze ker de groote meerderheid in de hoofdstad, trekben zich van die eischen al heel weinig aan; bezuigen, meer werk leveren prach- tig, maar zij wenschen daaronder niet begre- pen te worden en de communistische woord voerders in den Raad zullen hen in die mee- ning zeker gaame stijven z66 zijn de tij den nu eenmaal geworden. De consequenties van een steeds in otnvang toegenomen gemeentelijk beheer zal men met al zijn onaangenaamheden dienen te aanvaar den, maar met al die feiten voor oogen is het zeker de vraag of men zich op 10 Augustus ,a.s. wel zoo bijster mag verheugen bij de herinnering aan- het v66r 25 jaren ingezette gemeentelijk beheer op groote schaal, en in- dien het zou blijken, dat men straks tegen- over een' verzet van de gemeente-werkliedm zal komen te staan in den1 vorm van een sta king, zal dit alles zeker niet doen verlangeu naar het inyoeren van maatregelen, die het leger van gemeente-werklieden en van ge meente-ambtenaren nog meer zal doen toene- mcn. En toch zijn nog gen'oeg zaken aanhangig, waaiomtrent door den nieuwen Raad1 beslist zal moeten worden; de nieuwe markthallen- plannen; het denkbeeld van een gemeentelijk melkbedrijf b.v zullen, gesteld zij warden inderdaad w'erkelijkheid in den vorm, waarin zij door B. en W. zijn voorgesteld, weder een groote uitbmding van gemeente-perso- neel vorderen en het socialiseeren" zit nu eenpmaal in de lucht. fn elk geval, eerst dient nu eens te worden afgewacht hoe de hangende werktijd- en loon- Icwestie zich ontwikkden zal, dat is al be- langwekkend genoeg ook voor klcinere ge- lofdstad. SINA SANA. meente dan de hoofdstad. Mijnheer Holden had zijn hand op den ededtrisdien! knop, om zijn hediende te hoe- pen, maiar hi} drukte er nog niet op. Hi} zou lord! Broxtoourne nog die baas zijn geweest, als hi} hem zander antwoord had laten gaan, malar, zooails hij zeide, zijn geduld was uit- geput, en hi} gaf een onverstandig antwoord. i „U vergeet, dalt u mi} niet aan, de Ikaak kunt stel'len. Wat kunt u tegen mi} zeg gen.? Enkel, dat u mi} een brief schreef dien ik naoit ontving." Lord Broxbourae glimlachte zegevierend. „Heb ik den brief genoemd?" zd hij. „U ver- oordeel't u zdf, door er van te spreken. Ja, ik schreef u een brief, waarin ik die feiten ver- meldidiei, en- u hidd dien- brief achter. Mis schien heeft u hem' bewaard; misschien heeft u hem nu hier". „Ik hd> zulk een' brief niet." „Maar u hebt hem gehad. Dat is de kwes tie. Mijnheer Holden, onze schermutseling heeft lang genoeg gedluurd!. Dc zal duideli|k zijn. Ik hd> geen verlangen deze zaak publiek te maken:; helt zou, zoo als u zegt, onaange- naam zoowel voor u ais voor mi} zijn. Maar er is ten persoon,, die ik wit overtuigen, dat het niet allies mijn schuld! is geweest. Als u halar wilt hekennen, dat u mijn brief achfer- hiel'd op welken' grond dan ook zal Jk niets meer zeggen. U heeft uw werk goedl |ge- daan, zij is bang voor me, soms denk ik, dat zij mi} haat, maar het is ten deele omdat zij naet gelOoft, wat ik haar zeg en ik kan mi}- zelf niet rechtvaardigen in haar oogen." „En u verwacht van mij, dat ik uw ge- drag zail1 rechtvaardigen Vindt u dat waar- schijnlijk?" - „Ik gel'oof, dat hei mogelijk is", zd lord' Broxbourne, langzaam, dSb zelfs na diie en twinti'g jaren van bedfog, u zoudt wenschen DIE VERTRlQUWDE DEMON. (Van onzen Parijschen Correspondent.) (Nadruk verboden.) Parijs, 27 Md. Er is ylang te discuteertn en breed te pteke- ren over de vraag wat ge kiezen moet, wan neer uw land in oorlog is; zoo veel mogelijk vijianden dooden, doorvechten tot een van bei- den het loodje erbi} legt, ofwel trachten zich (en elkander) te verstaan, uit de dolheid te komen en hoe eer hoe Lever, en een voor alien redeldjken vredie te sluiten. Een nuchter, wd- denlkead mensch zal, zonder aarzelen, zijn keus bepalen op het laatste. En tochhet is niet zoo eenvoudig als het wel lijkt. Tijidens den oorlog werden in beide kampen den menschen, die probeeren hun landgenoo- •ten te genezeni van de verblindiing en razemij, gedoodverfd als „defaitiste", en meer dan een heeft het waagstiuk met zijn leven moeten be- talen: „Jusqu'au bout!" schreeuwde men, juist aan de zijdle van dengeen die onder lag en het ergste teoi. En wanneer ge zulk een jusqu'au- boutist op dien schouder tikte en hem smeekte „Denk nu eens vijf minuten kalm na!" dan wterp ihi} zich op u met nog grooter woede dan hi} uegenover den vijamd betoonde. Het is 'n bekende raad: Dringt u nooit tus- schen twee vechtendenl Beiden keeren zich tegen u. Het grootste ongelijk van alien heeft dengeen die zich „au dessus die la melee" tracht te plaatsen. Hi} heeft heel de wereld te gen' zichwij allien zien neer op den zwakke- liu'g, die in een conflict geen parti} te kiezen weet. Hiji is een ledepop, een zonder-overtui- giing, gaame voegen wij eraan toezonder karakter. De ooriog plaatsi ons voor vreemde, ont- hutsende proglemen. Daar is de kwestie van de spiaaage. Den spdon, die biji u die gelederen binnensluipt, zich voordoet als een vriend en intusschen u verraadt op die laaghaxtigste wij- ze en oorzaak is dat velen uwer worden ver- moord, ge schiet hem meer zonder een greintje van mededoogen, zoodra hiji omtmaskerd wordt. En niet alleen, dat gij' hem neexschtet uit zelifverdledigmg: ge veracht hern, hi} is iemand die aanvalt in den rug en tegen u vecht achter een vriendelijk masker, u warm de hand dtukkemd, deloyaal. Hi} is een vuil individu. Maaruw eigen epionnen, die predea 'hetzelfde ongure werk aan den over- kamt gaan doeni, zij zijn beiden! Zij wagen elk uur, hun leven voor het Vaderland, en zij be- wijzen de grootste diensten, veler uwer laad- genooten en misschien wel uzelf reddend van den doodVindt ge het niet subliem: iemand die alleen, onverzeld, zander rugge- steun, zonder stimulans of narkotikum, zich in het vijiandleldjke kamp begeeft Jludith bij Holophiemles! Is het niet de grootste moed die met zich denfceni kan zoo vroeg een overigens verstandig man mi} dezer dagen. Ik moest erkennen, dat ik het sublieme niet ervan inzag. Doch zeer velen denken er landers over dan ik. De vreemde inkonsekwenties, welke de oor log met zich sleept, vinden voor het grootste deefr haar oarsprong in dit felt: dat net ieta gruwelijiks is een ander mensch te dooden, en dat wi} toch allemaal mm of meer den demon in ons omdragien die onder zekere omstandig- heden ertoe aanzet het te doen Een zeer merkwaardig, zeer lezenswaandig boek is deze week verschenen van de hand van Jean de Piemefeu, denzelfde die reeds een an der 'hoogst belangwekkend werk gevuld had met 2iijn herinneringaii uit het groote hoofd- kwartier. „Plutarque a menti" heeft hi} dit tweede bdek betiteld, eni is het dbkumentair historischi misschien van minder waarde dan het eerste, het overtreft hiet uit een oogpunt van filosofie eni algemeen menschelijke lee ring. Het opschrift is buitengemeen gdukkig ge- loozen. Flutacbus, de levensbeschrijver en ver- heerldjiker van veldheeren en aanvoerders, de enithousiaste bezinger van alles wat een groo- ten, glorieuzeni naam had in Griekenliand en in het Rbmeinsche Meizemjk, die niets dan lof had1 voor zijn offirieele helden, en hum roam bazuinden over de hoofiden van een volk van anonieme slaven en legdonnairen, knapen en moeders,Plutaichus heeft gelogen. Het waren' slechts gewone menschen; al die il'lus- tere half-goden, die hij vereeuwigde en ver- heerlijlkte. mensohen met al hun fouten en ge- brekee, dwalingeni en tekortkomdngen, ijoel- heidjes en hartstochten. Het eenige wat groot aan hen was dtw.z. groot van afmetingen w as hun moordltust en hun eerzudht. Er warden wat een heiiige-huisjes omver gehaald, er valen wat een afgoden van 1 voetstuk, in dit boek van De Pierrefeu. En tot onszelf gekomeni uit het oorlogs<leliriuin, voelen wijl dat de schrijver het bij! het rechte einid! heeft en dat hi} de waarheid! spireefct. Uit de feiten en beschouwingen' trekken wij zelf de comclusie: er is geen krijigsktunst meer, geen ate een eeriijk man te handdlen." Er heersdtte srtilte. Broxbourne was een gdboreln ddploftnaait. Hi} zag, dat hi} een snaar had aangeroend, die, in die barst van John Holden trilide. Hi} was een weinig ver- baasd over zijn sucoes en' bedierf zijn kans niet door verdlere woorden. Hij stond! er bij en liet de goede en kwalde macbten het sa- men ultmaken. Maar het was vergeefsdh, want de kwade machfen zegeviehden en voor John1 Holden.' was de tijd van (berouw nog niet gekomen. „U is dus gele zei mijnheer Holden eindelijk, met een scher- is dus gekomen om mij 0m1 te koopen?" neer"; zei lordi Brox- pe, dome stem. )rAls ik u wil herstellen in Catherine's oogen, wilt u mij sparen; is dat uw voorstel?" „Daar 'komt het op 1 bourne openhartig. „En 'het te een moot aan- bod." Be wil niets van uw aanhodl hebben. Her- stel u zelf zoo goed mogelijk in de oogen van uw vrouw. Ik veriamg geen deel te hebben aan uw verzoendng. U zult haar alleen in de ell- lende storten, waaruit ik mijn best gedaan heb haar de laaltsite fwimftig jaar te redden. U kan doen wat u wilt; ik heb niets van u te vreezen." „Heel goed", zei lord! Broxbourae, op staande en naar de deur gaande. „Ik heb het aanbod gedaan' en gezegd, wat ik er van denk. U weigert, mij in Catherine's oogen te herstellen. Maar ik denk, dat mijn advoca- ten haar afsdhriften van brieven aan u kun nen' ftoonen, waarin van haar als lady Brox bourae gesproken wordt; brieven ook, waarin u dten onderstand wefgerae, dien ik aanbood, enz. aanbiedingen, waarvan ze, denk ik, nooit iets gehoord heeft. Be velnnoed, dat u zidh binnenkort in een' neteflige positie zult wetensdhappeljjk schaakspel op het oorlogs- terrdn; de moderne oorlog) te ontgroedd aan de mannen die men gelooft en die gelooven hem te voerea; het te geen' manoeuvre en geen reeks van manoeuvres meer, dbch een botsing der volkeren, lijf tegen, lijf, een, bru- taal handgemeen, een' blcedbad langa een breede streep, buiten' regete en cocventiea; de oorlog te niet meer militair, maar nationaal, niet meer strategtedx, doch economisch; eni hij wordt niet ten einde gebracht door een om- trekking der vleugels of een dloorfareken van het oenrtrumi, doch door de bereikte uitputting van den overwonnene en de bdjnia bereikte van den overwinnaar. Dat de geallieexdien deoverwinning be- haald hebben, het te niet te dlanken aan hun aanvoerders. Zij hebben fouten begaan, wel ke ten- slotte niet veel meer uitwerkimg ble- ken te hebben dan hun schrandere zetten. Zij, ontkomen niet aan de kritiek. Zij1 zijn men schen als de anderen, beheersoht door de ge- beurten'issen meer dan deze beheerschend'. Ziedaar de oondusie, waartoe ge komt bij het lezen van De Pierrefeu's boek. Maar het te zeggen te heiligschennte. De schrijver zelf weet dat. Hi} vertel t wat zijn eigen demon (zajn .demon fataiilief", zijn vertrouiwde de- mon, zoo als hi} hem noemt) hem inblies: „Gek, gek, gek; je bent gek! Je roeping ont- dekiken, wanneer je veertig jaar bent, dat kan in zeker opzicht nog zijn goodie zijde hebben1. Miaar dat die roeping erin bestaat de waar heid' te zeggen, dat te iets zoo verschrikkelijks, dat ik verbijaterd ervan' sta" Em ander boek, dat dezer dagen versche nen is; geeft "to niet minder leerzaam beeld niet van den oorlog, maar van' de verbijsteren- de inkonsekwenties en de schier onoplosbare gewetensvragen, welke die oorlog met zich bnengt. Dit boek te een roman. „La Houille rouge" heet het, en de schrijver te Michel Corday. „La houille rouge", de roode steenkool, dat te het bloed, het menschem-bloedl, lauw gut- send uit door andere menschen moedwiliig gereten wonden. Ate de steenkool' higld het de groot-industrie aan den gang, was het noodzakelijk voedsel voor de hoogovens en staalfabrieken, voor die welvaart van het land Dit boek geeft de gesdhiedente van een moe- der gedurende den oorlog. Mien noemt haar La Huromme, omdat ziji niet de algemeen gangbare opvatting begrijpt, die wil dat haar kind haar wordt ontnomen om een' soldaat er van te maken. Haar hart bloedt reeds, wijl haar man, die aan het hoofd van een staal- fabriek staat; den ooritog slechts ziet als een middel om zich te verrijken. ,En daar zij aan niemrnd in haar umgving hrar overlrapi gt- moed kan uitstarten, sdirijft 0} in een' dag- boek de ontzettende dingen neer, welke men ziet achter de schennen der zakennwereld en der moderne politiek. Haar zoom gaat dapper naar het front, omdat de traditie dit nu eenmaal wil. Men heeft het hem gezegd. Men heeft het hem ge zegd, en zoo vaak het herhaald, dat hij ge- eindigd is met het te gelooven. Mien heeft aan deze vrouw het eeniige omtroofd, waarop zij1 prite steldiehet hart van haar kind. •De Huronne schrijift haar haat neer tegen de roovens. Wie andters wil den oorlog dan die gehate echtgenoot, wiens hoogovens slechts dan werkelijk winst kunen afwerpen, wanneer zij beschdkkeni over de overvloed'ige productie van het nabije Saar-bekken Wie andere wil den oorlog dan die Pruisische groot-indus- trieel, wiens fabrieken slechts dan waarlijk kunnen rendeeren, wanneer zij! uit het nabu- rige Briey kunnen halen wat hun ontbreekt aan djzererts? Ondertusschen haalt men uit den grond van Frarikrijk zonder ophouden, de houille rouge", welke die oorlogSKmachine draaien' dbet: hk bloed van haar kind. Met behulp van' al de fraaie, doch holle en leiugenachtiige leuzen, welke wij kennen, etecht haar man oat hun zoon zal worden ver- scheurd, gedood. En inderdaad wordt deze gewond, niet ernstig, den eersten keer. Zij, de moeder, zegent de verwomding. Zij neemt haar jongm mee naar buiten. Verzorgt hem, vertroetelt hem, geneest hem. Eindelijk heeft zij hem terug, en nu zal zdj! hem niet meer loo- la ten. Het wreedste is, dat de ionigeman zelf weer naar het front teruig wil. Hij' heeft de dron- kenschap der oorlogs-glorie gekend!. En hoe- \vel teleurgesteld door hetgeen hij: ziet van het egoisme van hern die achter blijven, wil hij opoiieuw verfcrekken. Wat doet het ertoe, dat er menschen zajn, wier verlangen naar de overwinning samengaat met de lust om! er gdd uit te slaan. Hiet Vaderland is door den vijand onder den voft geloopen. Mannen van hart zijn bezig het te bevrijden. Hij wil een van hen zijn. En volgens het woord van Ana- tole France, vervart hij bewonderenswaar- dige held, sublieme dupe het Vaderland en bevinden, mijnhuer Holden. Maar dat te uw zaak." „Zeker," zei mijnheer Holden stijf. „En nog iets anders," lord Broxbourae bleef een' oogenblik aan da deur staan, en wierp een dreigenden blik op zijn teganstan- dier, ,Jk waarschuw u voor nog een andere vraag, die gedaan zal worden. Er werd' op Truan-Var een kind geboren; wait gdbeurde daar mede? Er schijnt een' zeer onvoldoend bewijs te zijn van de oorzaak van zijln dood' ate het stiariIk verfrouw, dlat u een an'ir woord op diie vraag zult hebben, mijnheer Holden, ate u ondexvraagd wordt omitrent de verdwijning van dat kind." Hij ging heen, siloot de deur acMer zich' en John Holden was alleen. Nu kon het masker vallen; nu modi tan de strakke trekken zilch ontspannen em de angst- droppelen op het koude vooihoofd komen! Nu mocht de stake man zwak zijn, en van geiwetenswroegiing 'hardop kreunen. Hoe wei nig lord 'Broxbourae hett verwacht had; zijln nijllen hadden doel getroffen. Hi} had John Jfoldlen bang gemaakt. De (beidTaigingen, die lord Broxbourae een beetje vaag en,.hoi had den toegeschenen, waren voor John Holldlen ,een.' vrkselijke werkelijkheid. De fahrikant van' Fairford vond de geheele geschiedenis veel schandelijker dan de edcfllman. John kon niett luchthartig ld'egen, al toonde hit zich moedig tegenover de wereld. En om ate een leugenaar en verrader zoo noemde hij zich zdf te staan tegenover zijn eigen bloedverwante, het 'bekend te laten worden, fiat hi} haar met opzet omwetiend van haar positie had gelaten, deels uit stijfhoofdigen trots en deells uit wrok, dat griefde John Hol- cten Milter. En dan kwam er nog de nieuwe verdenking bij, de beschuldiging omtrent het de Groot-industrie. De Huronm? moet berustem in het hemieuw- de heemgaan van dit kind, dat nog onschul- diglijk in Plutarchua gdooft.Daarginds stroomt de roode steenkool uit de persen. Haar kind woidt gedood; en ziji ontneemt zichzeif het levpn. Zij kan' niet voortleven, in zich omdragend het geheim van den moorde- naar Een andere soldaat uit het boek van Michel Cordey, een vrijwiriiger, vertrokken met de be kende idealen;,H!et redht, de vrijheid, de be- schaving, het einde der oorlogen", komt naar huis'met verlof, na twee jaren front. Hij heeft nog imimer dezelfde edehnoedigheid1; hij heeft ndet meer hetzelfde geloof. En M} zegt: ..Oorlogen zullen er alitijd zijnDe men schen houdem ervan elkander te bevechten. Zoo gauw mem hiun een wapen in de handen geeft, hranlden zij van verlangen zich ervan te bedienen, zich te verdedigen en te dooden. Zegj, dat die barbaar herleeft, dat het beest is losgelaten, dat het afsahuwelijk is. Het te zoo, en niet anders. De lust tot vechten, tot gevaar loopen en tot achtervolgen, zit ons als tend al in- het bloed. Het instinct verandert niet al veranderen de voorwendsete om eraan toe te geven. Dus hebben we de uiteriijke redenen niet te onderzoeken'De oorlog te er: we moeten erin mee". Dat is de demon, die zoo spreekt- De demon dien wij allemaal in ons hebben, en wiens drogredenen wij1 oodergaan, ieder op zijn tijd. De demon met wien wij vertrouwd zijn L'EO FAUST. J. B. SAY. II. Wdji zullen thans overgaan tot eeme be schouwing d'en bezwaren van Say's rente- theorie. Wanneer de productiviteitsdi'ensten van het kapitaal uit een in het product aanwezige waarde-massa moeten worden gehonoreerd, dan dringt zich als vanzelf de vraag op, te die waarde-massa, waaruit betaald wordt, er wel iedere keer? Scherper gezegd; waarom hebben! die goederen, bij' iwier ontstaan kapi taal' heeft mediegewerkt, geregeld eene zoo hooge waarde, dat daaruit nadat de vroeger genoemde coopereerende diensten (grond en arbedd) naar d!e geldlende maxktprijzenl zijn beloond, voor de belooning van de kapitaal- diensten er nog. iets ovablijft, en wel vol- doenlde overblijft om die diensten te betal'en in evenredigtheid van de grootte eni den duur van het kapitaalsgebruik. Waarom; zal b.v. een goed, waarvan- de productie 1000. vordert en dat na eeni jaar wordt verkocbL niet IOOO.maar b.v. 1060.,w-aard zijn? En waarom eenl goed, met denzelfden voortbrengingsprijs, dat pas na 2 jaar wordt verkocht, dan 1100.— Het te gemakkelijk te 'begrijpen, dat dit de meerwaardetheorie te pasteaar gemaakt voor het schema van Say. Die jneerwaarde te die kern van het geheele rente-probledm. !Nu weet Say echter met die rmeerwaarde eigenlijik geeni raad; in het eene hoofdstuk verklaart hij1 dat de waarde er te omdat het kapitaal haar heeft voorfgebracht, eni de iproductieve kapitaalsdiensiten worden geho- noreerd, omdat dte daartoe noodige meer- waarde is ontstaan. Hier is dus de honoree- ring van denv productieven kapitaalsdiienst het gevol'g van de aanwezigheid der meer- waarde. Later draait Say deze causaal verhouding juist om, doardieni hij de honoreering der kapiitaalsdiensten aangeeft als oorzaak, als bestaansvoorwaaide van de meerwaarde, om dat de eigenaars van de „services produc- tifs", nu eenmaal eene honoreering eischen, en die waarde te hoog genoeg om eene kapi- taalswinst over te laten, omdat zonder kapi taal niets te te beginnen, eni de medewerking van dien factor niet gratis geschiedt. De- eeretgenoemde verklaring legt het ziwaartepunt dus in die productie: het kapi taal heeft meerwaarde voortgebracbt, daar- kind. Het zou mogelijk zijn, dat een beschul diging van bedlrog alleen gehandhaafdi kon worden door die verschijning van de levendle persoon Laurens OgflVie, en door een volle- dSge opsomming van de middelen, waardoor hij uit den weg gehouden was. En dit zou inderdaad openlijke schande beteekenen. „Liiever dan dafzed John Holden tot zich zelf met de overdrijving van een heimdlij'ken angst Jk zou liever Sterven dan dat." Na een' poosje sfond) 'hiji op, sloot de deur en ging naar zijn 'lessenaar, om cr eeni iuge- legd kistje uit te krijgen, dait hi} openanaakie en voor zidh op de tafel1 zette. Het bevatte een paar pisftolen' mooae glimmende dingen', waaftnee een kind zou kunnen spelen, zonder te vennoeden, dat zij' doodelijk konden zijn. Hi} keek er eemigen tijd naar, nam ze op en onderzocht ze zorgvuldig, alls om zidh te ver- gewissen, dat zijtt>t gebruik gereed waren. Het duurde lanig, voordat hi} ze weglegde, maar eindelijk legde hi} ze met 'n zucht, die veel op gekreun geleek, weer in zijn lessenaar en trachtte zijn gewone bezigheddi te hervat- tien. Miaar het kostte hem- tte veel inspanning. Uren adhtereen zat hi} op zijn' bureaustoel met papieren voor zidh en een. pen in die hand. Maar hij sdhreef nodh las. Zijln ge- dadhten waren geheel in beslag genomen door de mogelijkheden, die voor hem la gen, het mtelukken van, zijn planben, de ver- vreemdlng van hen, die hem net liefste waren in de wereld. Alles, wat in het leven- goed en aangenaam was, sdhaen voor hem voorbij te zijn. Maar hij voeltie nog toorn, haat en bit- tere teleuretelling. Hi} zag dien daig niemand. Klerken en op- zichtera en boodschaploopers kwametti' en gingen tevergeefs. (Wordt vervolgd.) r1

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5