"mm m m m HjVjiS .■qViV iW? KW3 -V-V-i iWsB| AVs1! nri Hoedt D bijtijds. INDIEN UW MAAG 0 PUN DOET, PROBEERT DIT. aw m w Indien U lijdt aan dyspepsia, slechte spijs- vertering, pijn na bet gebruik van voedsel, maagontsteking, bartbranding of aan welke andere maag-aandoening ook, welke het ge- volg is van aciditeit of van gisting van het voedsel en meer dan'negentig percent van alle maag-aandoeningen zijn het gevolg de- zer oorzaken begeeft U dan naar Uw apotbeker en schaft U een flacon zuiver Gebismureerd Magnesium aan. Wanneer U dan weder voedsel nuttigt of pijn in Uw maag opmerkt, gebruikt dan een half theele- peltje van dit middel in een beetje warm water en let dan eens op hoe snel alle pijn en ongemak verdwijnen. Scheikundigen verkla- ren dat het bijna onveranderlijke succes van dit middel te wiiteh is aan het feit dat door Gebismureerd Magnesium het overmatig zuur onmiddellijk onschadelijk wordt ge- maakt en de gisting van het voedsel onmid dellijk wordt gestuit en zoodoende een ge- zonde, natuurlijke spijsvertering wordt be- vorderd. Daar het beslist onschadelijk en goedkoop is behoort dit eenvoudig geneesmid- del in voorraad te worden gehouden door alle personen die zuinigheid wenschen te ver- eenigen met goede gezondheid. Gebismureerd Magnesium Depot, Nassaukade, 314. Am sterdam. Verkrijgbaar bij alle goede Apothe- kers en Drogisten, o.a. bij NIEROP SLOTHOUBER. uit DE PARTIJ. Wit speelde in den volgenden stand: Zwart: 28, dam op 26. Wit: 27, twee dammen. op 25 en 38 Zwart aan zet, meende zeker remise te hebben door 28—32 te spelen, maar dat bracht juist verlies door 3829 van wit. Zwart moest slaan 32 21 en wit speelde 29—12. Gaat zwart nu met zijn dam naar 48, dan slaat wit 12 26 en op 2127 speelt wit 25—3!! Men spele dit even na! PROBLEEM No. 760 van A. BUQUET (Vendome). i H De excursie van Nederl. Landbouwers naar Noord-ltalid. (Particuliere Correspondentie). IV. De rijstcultuur in de Po-vlakte. Een land van hevigen strijd. Het is voor ons, Nederlanders, toch wel iets bijzonders, zoo betrekkelijk dicht bij huis een cultuur aan te treffen, die over het alge- meen in tropische landen wordt gevonden. Het is dan ook een goed idee geweest om een bezoek aan de rijstvelden op het programma van de excursie te zetten. Hoewel voor de deelnemers niet direct van zoo heel veel be- lang, was ieder later toch zeer voldaan dat bijzondere stukje Italie te hebben gezien en wij raden landgenooten, die van plan zijn een reis naar Noord-Italie te maken, ten zeer- ste aan, van Milaan den trein naar Vercelli te nemen. De reis daarheen duurt wel onge- veer 1 lA uur, maar men heeft dan iets heel bijzonders gezien. Rijst heeft om te kunnen groeien warmte en veel vocht noodig, dat is bekend. Aan bei- de voorwaarden wordt in sommige deelen van de Po-vlakte op uitstekende wflze vol daan. Over de warmte spraken we reeds. Het gebied is echter ook zeer waterrijk. Talrijke rivieren stroomen van de Alpen en Apennij- nen en voeren het benoodigde water aan. Het land is voorts met kanalen ten behoeve der groote irrigatie-werken doorsneden, kortom we vinden hier een watergebied bij uitne- mendheid. Toch gaat men met het water zeer economisch om, in zooverre men het van hoo- ger gclegen terreinen opnieuw verzamelt om het weer ter bevloeiing van lagere stukken land te laten dienen. Vercelle is het centrum van de rijsitcultuur, Het grootste complex rijstvelden ligt in de omgeving van deze plaats. Behalve hier ko- men nog in andere deelen van de Po-vlakte deze velden voor, in totaal tot een oppervlak- te van 116.000 H.A., dat is een gebied groo- ter dan 6 maal de Haarlemmermeer. Het cij- fer is van 1921v66r den oorlog was de op- pervlakte zelfs ruim 146.000 H.A. Aan deze belangrijke cultuur zijn veel werkzaamheden verbonden, te meer daar zij met andere z.g. tusschencultures is verbon den. In de eerste plaats heeft men vooraf het terrein geheel te egaliseeren, om te voorko- men dat op de eene plaats meer water staat dan op de andere. Door een stelsel van slui- zen, duikers en dijkjes heeft men het verder in de hand den waterstand te regelen. In dat opzicht verschilt de cultuur hier met die, wel ke in de delta van de Po wordt beoefend, waar men gebruik maakt van de aldaar zich bevindende talrijke moerassen. In de omstre- ken van Vercelli heeft men, zooals gezegd, den stand van het water geheel in de hand, kan men het terrein naar verkiezing droog laten loopen, wat men in sommige gevallen, bijv. bij het bewerken van den grond, ook doet. In de opvoering van het water heeft men voorts een welkom middel tegen b'estrij- ding van onkruiden. Er groeien onder deze bijzondere omstomdigheden natuurlijk on kruiden, die bij andere cultures onbekend zijn, maar sommige dezer ongewenschte planten schijnen zeer gevoelig ten opzichte van het water, zoodat een te hooge stand hen spoe- dig in den groei belemmert of zelfs doodt. Een groote rols bij) de irrigatie in deze stre- ken speelt het Cavour-kanaal, dat het oudste en meest volmaakte van de groote bevloei- ingskanalen is. Het is een buitengewoon mooi product van waterbouwkunde, vooral voor den tijd, waarin het is aangelegd, dat i3 I860, en een voorwerp van situdie van alle tedhnid, die zich met de bevloeiingm bezig houden. Het kanaal wordt gevoed met water uit de Po (men vergeve ons de uitdruMdng) en met water meer direct afkomstig van de Alpen, gletscherwater. Daar het eerste veel warmer en slibhoudender is, is men in staat de temperatuur zoowel als de samenstelling en hoeveelheid van het bevloeiingswater te regelen, factoren van gewicht bij de rijst cultuur. In den regel verbouwt men 4 jaren achter- een rijst op hetzelfde perceel. Dan laat men een jaar een ander graan (mals) of suiker- bieten volgen, waama men het 2 of 3 jaar als hooiland (lucerne, klaver, gras) benut. Men houdt in deze streken dan ook zeer veel vee. Dikwijls wordt als tusschencultuur kool- zaad genomen, ook wel rogge of roode kla ver. Men zaait het koolzaad in October di rect na den rijstoogst. Een derde gedeelte van het veld wordt in den regel vrij gehou den voor de rijst; zoodra in het voor jaar het koolzaad het veld heeft ontruimd, wordt de rijst over het geheele perceel uitgeplant. Een en ander maakt deze cultuur tot den meest intensieven wisselbouw der wereld. Het zaaien geschiedt breedwerpig (met de hand) of met speciaal voor dit doel gecon- strueerde machines. Deze zijn niet voorzien van wielen, maar zij worden over den bodem gesleept als een slede. Het gebruik van een zaaimachine met wielen is niet mogelijk, daar deze te veel in de modder zouden weg- zakken of zich daarin zouden vastzuigen. Toen wij er met de excursie waren, was de zaai van de rijst juist in vollen gang. Het is dan een schilderachti& gezicht de donkerge- tinte mannen en vrouwen op een rij bloots- voets door het water te zien waden, het hoofd met een reusachtigen Panama-hoed in den vorm van een omgekeerde platte mand, be- dekt en met de hand regelmatig het zaad uit- spreidende, alien overgoten door de felle stra- ten van de brandende zon. Overal om je heen de wijde met water bedekte velden, voortdu- rend doorsneden met lage dijkjes. Een eind verder is iemand bezig het zaad in te rollen. Kalm, haast plechtig schrijdt een os voor het werktuig voort, groote geulen in het water achter zich latend. De horens van het rond- plassende dier zijn wel haast een Meter lang. Tegen den tijd van den oogst (October) mflet het graan een schitterenaen aanblik op- leveren, daar de riistpluimten in rij>pen toe stand prachtig goudgeel zijn gekleurd. In die periode worden van heinde en ver ar- beidskrachten aangevoerd en hpn scherpe sikkel maakt aan al het mode spoedig een einde. De rijstcultuur Is in ItaliS zeer intensief. In opbrengsten per H.A. wordt het alleen door Spanje overtroffen, in welk land de ver- bouw van dit gewas echter veel minder te be- teekenen heeft. Overigens staat het in dit op zicht van alle landen ter wereld bovenaan en is het van de Europeesche staten verreweg de voomaamste producent. Per H.A. wordt gemiddeld 4000 K.G. geoogst, maar dat neemt niet weg, dat meermalen 6 tot 7, een enkelen keer zelfs 8 duizend K.G. van 1 H.A. worden verkregen, een opbrengst zoo als geen ander land in de wereld kan leveren. De totale productie in Italie bedroeg de laat- ste jaren gemiddeld 470 millioen K.G., ge- durende den oorlog zelfs 535 millioen K.G. Van 19191921 werd gemiddeld per jaar 2,5 millioen K.G. ingevoerd en werden 17 millioen K.G. geexporteerd, zoodat men zeg- gen kan, dat Italie geheel in zijn eigen be- hoeften kan voorzien. Merkwaardig is nog, dat de inheemsche rassen sterk te lijden hadden van ziekten. Men heeft daarom varieteiten uit Azie, voor al uit Japan, geimporteerd en daarbij Is ge- bleken, dat deze, in de Po-vlakte gecultiveerd, het nog beter deden dan in hun moederland. De rijstcultuur staat in Italie op hoog peil en op wetenschappelijk gebied neemt het in dit opzicht een eerste plaats in. In Vercelli heeft men een proefstatton voor rijst- en be- vloeiingscultuur.' Deze instelling houdt zich bezig met de onderzoekingen en de studie van de vraagitukken betreffende de rijstcul tuur en de industriegn die er mede in verband staan, evenala met de andere bevloriingscul- turen. De instelling heeft door het besluit van het vierde internationaal rijstcongres ook een internationale beteekenis, n.l. als centrum van verzameling en uitwisseling van studiemateriaal over deze cultuur. Het behoeft derhalve niet te verwonderen, dat vele Nederlandsche technici, bestemd voor de Ne- derlandsche kolonien, dit proefstation en het rijstgebied hebben bezocht. De bevloeiings- systemen en -cultuur, waarmede het instituut zich bezig houdt, zijn van bijzonder be'ang voor Nederland en zijn kolonien. De rijstvelden worden ten slotte nog voor een geheel ander doel gebruikt, n.l. voor de teelt van visch, hoofdzakelijk van karper. De ze bewijst den mensch evenwel nog andere diensten dan zich zelven ter consumptie be- schikbaar te stellen. Het land is tengevolge van de vele stil- staande waterplassen een paradijs voor de muggen en de malaria behoort daardoor in deze streken tot een veel voorkomend ver- schijnsel, hoewel door doeltreffende hygieni- sche maatregelen, veel op dit gebied is verbe- terd. Men kan zich nu ook bovendien troos- ten met de gedachte, te weten dat de karpers geen muggelarf in levenden toestand voor zich kunnen zien en millioenen van de onheil- stichters in hun maag laten verdwijnen. Dat is een bijverdienste van deze visch, die niet genoeg kan worden gewaardeerd. Behalve deze insecten, worden de visschen nog met allerlei rijstafval, afkomstig van de aorsch- machines en pellerijen, bijgevoederd. Dat is dus wel een weinig kostbare teelt en wanneer je dan na enkele jaren karpers van verschel- dene ponden gewicht mee naar huis kunt ne men, dan denk je allicht: „die zijn meegeno- men". Intusschen vragen de beesten in som- miigie tijden van het jaar hun veraorging en moet men ze, voor het droogloopen van het land, in bepaalde kanalen en plassen verza- melen. Als het om vechten tegen de malariamug gaat, doet ook de kikvorsch graag mee. Het gekwaak van deze springers is enorm in het land van Vercelli en bewijst voldoende in welk een grooten getale zij ten strijde zijn opgetrokken. Maar de mensch laat zelfs de ze nuttige dieren niet met rust. Een niet na- der.aan te duiden lichaamsdeel van deze „kwakers" is bij de Italianen bijzonder in trek, en daar voor zoover wij weten de kik- vorschen in Italie niet door een wet zijn be- schermd, worden naturlijk duizenden wegge- vangen, tot groote vreugde der muskieten K. Voor degene. die er belang in stelt, laten we hieronder de volgende vergelijking tus- schen de indeeling van het bouwland in Italie en in Nederland volgen. Men krijgt dan eenig denkbeeld van de productie van het land. 1921. Opp. in 1000 H.A. Opp. in 1000 H.A. Tarwe Rogge Gerst Haver Mais Rijst Aardappelen Suikerbieten Wijngaarden Olijven Tabak 4800 70 116 199 219 25 485 153 1500 116 300 174 50 70 4236 2295 24 0,3 Ingezonden stukken (Batten verantwoordeUfkheid van de Redat- tie. De opname in deze rubrieh bewifst geera- zins, dat de Redactie er mede instemt). DE STRIJD DER GEMEENTEN „But what good came of it at last?" „Why, that I cannot Ml, saidi he, ,,But't was a famous victory." Southey. Nu er, naar aanleiding van 'n nieuwe crisis in den nu bijna drie jaar woedenden schoolr strijd tusschen Alkmaar en de buitengemeen- ten, gelegeniheiid geweest is voor beide partijien nun standpunt uitvoerig uiteen te zetten, zou het overbodig kunnen geacht worden nog iets aan het geschrevene toe te voegem Ik zou mij hiervan dan ook onthouden, indien ik niet van oordeel was dat er gevaar bestaat drt men uit het oog verliest dat er nog ande- ren ten nauwste bij dezen strijd betrokken zijn, n.l de school en de oudefs der buiten- ieerlingen. Het zou niet de eerste maal zijn, dat in een langdurigen strijd de aandacht der strijdenden zich ten slotte meer zou rich- ten op het neerslaan van den tegenstander dan op de overweging of dit einde werkelijk een voordeel zou beteekenen. Laat ons eens i r en wat het resultaat zou zijn als een der [X'rtijen de overwinning zou behalen, vermoe- Kou, tocht, griep, koorts enz. veroorzaken tal van nieraandoeningen. De nieren moeten dan den bijstand missen van de andere bloed- reinigende organen: de huidporign, longen en ingewanden. Bij de dubbele inspanning en vaak verwaarloosd, is het geen wonder, dat de nieren het afleggen. Dan is het tijd om een niergeneesmiddel te gebruiken om de nieren op te wekken en te versterken. Spoedig gebruik van Foster's Rugpij* Nieren Pillen kan emstige gevolgen als rheumatiek, ischias, spit, blaasontsteking, nierzand, nierwaterzucht, niersteen voor komen. Doe wat gij kunt om uw levenskracht op peil te houden, oefen uw ledematen en spie- ren, en zorg voor een goeden bloedsomloop. Leef op verstandige wijze. Foster's Pillen geven betrouwbare hulp. Zij werken alleen op de nieren en blaas maar dit doen zij goed en terdege. Verkrijgbaar id apotheken en drogistzaken h f 1.75 per doos. delij'k de gemeente Alkmaar. Wat de aanlei ding betreift, kan ik korii zijn. Alkmaar wenschte een deel van de onderwijskosten door de buiteagemeenten te zien gedragen, in verhouding van het uit elk dier gemeenten de school bezoekemde aantal leerlingeni terwijl de buitengemeeniten weigerden aan dezen' ciscb te voldoen. Dit beginsel van Alkmaar is in- middels tot uiting gekomen in die Nijver- heidsonderwijswet, en in de wetten op het Middelbaar en het Gymnasiaal onderwijs, zoodat wat deze takken van onderwijs betrrft, de buitengemeeniten overal de verplichting hebbm zich er aan te onderwerpen. Het is iets ongerijtruds dat voor het Handelsonder- wiis niet hetzeltfde ZO'U moetien gelden. Wat de krijgskansen betreft, merk ik het volgende op: Eenigen tijd geleden werden de leerlingen uit twee buitengemeenten van de school verwijderd, omdat de betrokken ge- meentebesturen weigerden de door Alkmaar gevraagde verklaring te teekenen. Inxniddels heeft een dezer gemeenten, Zu idscharwoude, bericht, aan den eisch te voldoen (over de bij- zonderheden spreek ik zoo dadelijk), en de tweede gemeente (met 6en leerldnlg) zal wd moeten volgen. Bovendien lees ik in de bla- den, dat het Comite van Burgemeesters der buitemgemeenten bereid is te capituleeren als Alkmaar een wijziging aanbrengt in artikel 2 van de betreffende Verordening. Het verzet schijlnt Idkis bijna gebroken, en de overwinning is aanstaande. Maar dan zal blijken dat de Handelsschool en de bewoners der buitenge meenten de verliezende partij; zyn, terwijl de Alkmaarache overwinning een schijh-over- winning is. Ik zal dit aantoonen. Het is voor hem die het verloop van de icwestie met eenige aandacht gevolgd heeft, geen geheim hoe zonderling het eigtmiijk met deze betaling door de buitengemeenten ge- steid is Het gebeurde in Zuidscjiarwoude illu- stroert dit duidelijk. Het bestuur dezer ge meente bad bericht dat het bereid was het door Alkmaar gevorderde te betalen voor twee van de drie leerlingen. Waarom niet voor den derden? Alleen omdat de vader van dezen leerling niet, zooals de twee ander en, zelf reeds het bedrag aan het bestuur zijner ge meente betaald had; zoodra dan ook deze va der noodgedwongen hetzelfde deed, was het gemeentebestuur van 'Zudscharwoude wel zoo goed Alkmaar te berichten dat men' voiedige betaling garandeerde Zooals het in Zuidscharwoude gaat, gaat het bijna overal. In versdiillende gemeenten heeft men de moeite genomen bij verordening te bepalen dat het verschuldigde geheel of ge- deeltelijk op de ouders verhaald zal warden (en het is merkwaardig hoe spoedig iemandl al in de tennen valt om voor net geheele be drag aansprakelijk te worden gesteld), soma ook krijgt men een belastingbiljet thuis ge- stuurd, in weer andere gemeenten voldoet men aan den eisch van Alkmaar als de betrokken ouders een schriftelijke verklaring teekenen dat ze de gevraagde «om zullen betalen, en ook zijn er gemoedelijke genmeentebesturen die met mondelinge belofte tevreden zijn. De feite- lijke toestand is dus z66 dat, behoudens een heel enkele uitzondering, niet de gemeenten, maar de betrokken ouders betalen. Dit betee- kent, dat iemand, die zijn kind de Handels- scholen stuurt, behalve t gewone schoolgeld, de leermiddelen en de reiskosten, in den regel nog een bedrag van tusschen de 100 en J 200 (oorspronkelijk vroeg Alkmaar 150 voor de Handelsdagschool en 250 voor de Hoogere Handelsschool) extra te betalen heeft. Hoeveel ouders zijn bereid en in staat zich deze hooge kosten te getroostoi? Het feit dat in 1920 nog 31 leerlingen uit buiten gemeenten tot de Handelsdagschool werden toegelaten, terwijl dit aantal in1 1921 tot 13, en in 1922 tot 4 venninderde, spreekt duide lijk genoeg. Ea even duidelijk is het dat bin- nenkort, wanneer de nu nog schoolgaande leerlingen de school doorloopen hebben, er geen buitenleerlingen meer de Handelsschool zullen bezoeken, en dus het overwin- nende Alkmaar ook geen cent meer uit de bui tengemeenten zal ontvangen. En zoo zal dus het oordeel ov^r den afloop van dezen strijd der gemeenten kunnen luiden als de aanha- ling uit het bekende gedichtje van Southey, die ik als motto hierboven plaatste. Ik kan mij niet voorstellen dat er velen ge- noegen zullen nemen met een toestand, zooals deze boven geschetst is, noch in Alkmaar, noch in de buitengemeenten, en er dient ge- streefd te worden naar een betere oplossing. De eenvoudigste en meest voor de hand lig- gende zou zijn dat voor het Handelsonderwijs dezelfde wettelijke regeling tot standi zou ko men, die geldt voor zoovele andere takken van onderwijs, n.l. dat aan de buitcngeftioen- ten de verplichting werd opgelegd een zeker percentage fan de kosten te vergoeden aan het (gemeente)bestuur dat de school in stand houdt. terwijl tegelijkertijd verboden wordlt de gevorderde bijdragen op de betrokken ou ders te verhalen. Dit kan alleen door de wet gschieden, en, hoewel het bekend is dat de Mnister van Onderwijs dat standpunt volko- men deelt, is de omstandigheid dat het. Han delsonderwijs nog niet wettelijk geregeld is, de oorzaak dat de gewenschte regeling zich nog wel eenigen tijd zal laten1 wachten, al zal er, naar mij uit de beste bron bekend is, ge- tracht worden de zaak van Regeeringswege op andere wijze tot een goede oplossing te brengen. Het staat in elk geval vast, dat en Zwart: 3, 7, 9, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 24, 25. Wit: 27, 28, 32, 35/40, 42, 4& 1. 3934. Zwart wilde nu wel gaame 2430 spelen, maar stelde dit liever uit na eerst 1. 3~ 8 te hebben ge- (speeld. Nu vervolgde wit: 2. 27—22 2. 18 27 3. 38—33 3. 27 47 (de beste) 4. 37—31 4. 23 32 5 31—26 5 47 29 6. 34: 1! Het volgende edndspel blijft toch altijd Inte- ressant, al is het eenvoudig als men't een- maal weet: Zwart: 6. 8, 10, 11, 13, 14, 15, 18, 19, 20, dam op 50. Wit: 17, 22, 25, 27,,28, 29, 31, 33, 35, 36, 38, 39, 44 Oplossingen v66r of op 20 Juni, Bureau van dit Blad. NIEUWE SPEELWIJZE. Hoe wint wit in dezen stand1? Zwartc dam op 46. Witte dammen op 25 en 45? Van een Gier en twee Milanen. In vorige artikeltjes zijn al de bij ons voor» komende dagroofvogels b&handcld, behalve het drietal, dat nu nog bekeken zal worden. Wie voor roofvogelstudie het pad opgaat, zal zoo maar niet op den eersten den besten dag een Gier ontmoeten, daar zich alleen van den valen gier of gyps fulvus fulvus (GmeL) nog maar tweemaal een exemiplaar in ons land heeft vertoond, eenmaal in het begin van de vorige eeuw en eenmaal in 1904 en wel op den lOen Juli. Van eerstbedoeld exemplaar wordt het skelet_bewaard in het Museum van Nat Historie te Utrecht, terwijl het jongste voor» werp in opgezetten toestand is geplaatst in het Instituut St Louis te Oudenibosch. Deze vogel werd dan ook geschoten by Dinteloord in Noord Brabant. In het algemeen kan van die gieren gezegd worden dat het groote en zeer sterke vogels zijn. Zy onderscheiden zich van andere roof* vogels door een kleinen kop; door een kalen hals, die dikwijls met wratten bedekt is, terwyl het onderste gedeelte omgeven is door een kraag van verlengde, gewo'onilijk afstaande ve» deren; door een snavel die lang, aan de punt haakvormig, aan den wortel redht is, en minder sterkte heeft dan die van andere roofvogels, terwijl de zoogenaamde tand ontbreekt; door zeer groote en breeds vleuigels en stompe, slechts zwak gebogen klauwen. Hieruit blijkt dat de gieren van minder ge» duchte wapenen voorzien zijn dan arenden en haviken, wat ook al weer aanpast by het voed» elverbruik, want over het algemeen voeden deze vogels zich met aas, en worden daarom in verschillendie streken der aarde als nuttige vogels beschouwd. Zoo is het b.v. in Egypte en op Cuba verbo« den deze vogels te dooden. Te Cairo wordt het dooden van den zwarten aasgier zwaar ge» straft en wie zich op Jamaica schuldig maakt aan het dooden van een zwarten hoendergier, moet een boete ten bedrage van 5 pond ster< ling betalen. Gezicht en reuk van de gieren moeten verba* zend ontwikkeld zijn. Op plaatsen waar slag geleverd is, en waar zich anders nimmer gieren vertoonen, daar komen ze weldra opdagen, wij] de ontbindende geuren hun, als het ware, als draadlooze telegrammen zijn geworden. Kenners beweren, dat een gier, wanneer hy in de lucht zweeft, tot op een hoogte van 7000 M. nog het aas op den grond zal kunnen onder* scheiden. Het accommodatievermogen is by dezen vogel ook zeer sterk ontwikkdld. Naar den vorm van den snavel en de neus< gaten heeft men de gieren in verschihende ge* plachten onderscheiden, en zoo zyn de eigen* lijke gieren (vultur of Gyps) onderscheiden door een sterken snavel van gemiddelde lengte, door een sterk gewelfden bovensnavel, door een ondoorboord neustusschenschot en door scheeve, aan den rand der washuid ervenwijdige neusgaten. Tot dit geslacht behoort ook de vale gier, die ook naar de vederen van den I kop witkoppige gier heet Kwam deze eoort rroeger broedende too* In ZutcMDuttschland, en zullan toen ook wel meermalen exemplaren in onze grweeten voorgekomen zyn, thane leeft zy Jungs de Middeilandsche Zee, vooral in Griekenland en in het Noorden van Alrika en in een groot gedeelte van Azie. De lengte van zoo'n gier is ongeveer 12 dAL, terwyl de vlucht ruim 3 M. meet Voorheen kwam ook in Duitschland voor (to grijzC gier of vulter dnereus, en was er zelfs geen zcldzaamheid Verder zyn over de aarde verbreid de aasgier, de hoendergier, de ko* ningsgier, de condor met een vlucht van meer dan 4 M. en witte vieugela, de baardgier en de laimmergier, waarvan de laatste ook op de AJb* pen wordt aangetroffen. Uit het medegedeelde blijkt dat de Neder* landsche jagers den strijd tegen den valen^ier niet hebben aan te binden, en ze zouden dit ook niet behoeven te doen, wanneer eens meermalen een exemplaar naar hier verdiwaal* die, als het zich maar tot het verorberen van aas bleef bepalen. En nu volgen nog da beida milanen, die wel* licht beter bekend zyn als wouwan. Mr. R. Baron Snouckaert van Schauburg waarschuwt evenwel tegen den naam van wouw, wanneer men een milaan be do el t, omdat ook andere roofvogels wel wouw genoemd worden. En dan wordt de gewone milaan of milvus milvus (L.) ook koningswouw en zwaluwstaart go* noemd, Ook de Franschen spreken van Milan royal, terwyl de Engelschen meer naar de kleur hebben gekeken en de vogel Red Kite heeten. Ook die Duitscher spreekt van rotes mil«n, doch tevens van gabelWedhe. De milaan heeft een lengte van 6 <LM. en ondersoheidt zich van de na te noemen soort' door een gevorkten staart, door een bek, die by de jongere dieren zwart, by de oudere voor* weipen geelachtig is, en door het vedcikleed, dat bruinrood is met rose tin ten en witachtig op kop en hals, terwyl alle vederen donkere lengtevlekken hebben en de slagpennen zwart zyn. Deze milaan komt in alle herfst* en winter* m aan den in de meeste provincies van ons land voor, doch nergens in groot aantal. En dat is maar gelukldg ook, want deze vogel mag, by gebrek aan beter, eens insecten en kruipende jdieren verorberen, het liefst toch voedt hy zich met allerhande zoogdieren en vogels, waarom hy dan ook de vriend der jagers niet kan zyn. Vooral jonge hazen schijnen boven* aan op zyn menu te staan. En daarom la het maar gelukkig dat deze soort by ons geen broedplaats zoekt, want dan zouden de jacht* velden het in den zomer duchtig moeten ont* gedden. Men vermoedt dat hier eenmaal een paar ge» broed heeft, althans men heeft in Juni van 1877 een voorwerp met een broedvlek waarge* nomen. En ook meermalen komt een enkel exemplaar in broed* en zomergetyde by ons voor. Baron Snouckaert van Schauburg dCeh om* trent het voorkomen in ons land het volgende mede: ..Broedit in het algemeen In het gematigde en Zuidelyke Europa, Noordi«Afrika, Palestina. Werd in al onze provincien in zeer kleinen ge» tale waargenomen en er is reden om te veron* derstehen, dat de soort ons land hoe langer hoe minder bezoekt. Dat deze bezoeken steeds in de herfst* en wintermaandien zouden vallen, geilyk Albarda schreef, is onjuist, want onder de elf stuks der colL Crommelin zyn een voor* werp van April, twee Med vogels, een van Juni en een van Augustus. Alb a Ma zeif geeft als uitzondering de vondst op van een wijfje met een broedvlek en afgesleten staart te Noord* wykerhout (Zuid*Holland) in Juni 1877. Ik kan er nog bijvoegen, dat 25 Juli 1904 een exem*_ plaar werd gevangen te Venray (Limburg), 't welk in Artis kwam. In de collectie Wolley Newton (2k>oL Mus. UniV. Cambridge) is een ei dezer soort aanwezig, dat om streets 1852 in Noord*Brabant werd verzameld." De tweede milvussoort, die by ons voor* komt, is de zwartbruine milaan, of milvus mi* grans (Badd) aldus genoemd naar het donkere vederkleed Dit hebben ook de Franschen, de Engelschen en de Duitschers opgemeikt, die spreken van milan noir, black kite en Schwar* zer milan. Deze soort is een weinig kleiner dan de voorgaande en meet 5% cLM. De staart is aan* merkelijk minder gevofkt dan by den Milaan en hy heeft 12 ondiuideiyke lichte dwarsban* den. Kenmerken de oude dieren zich door het donkere vederkleed de jongere voorwerpen zijn meer grijsbruin. De beide milanen 'komen zoowel in vorm als in levenswijze veel met elkander overeen, doch de zwartbruine soort laat zich slechts zelden by ons zien. Slechts van vyf vangsten wordt gewag gemaakt en wel uit de maanden ApriL Mei, Juni en September. De eerste vangst is van 1856, de laatste van 1903. Deze soort broedt in Midden* en Zuid»Europa, in Afrika en oostelijk tot in Centraal Azie. En hiermede is het een en ander medege* deeld omtrent het voorkomen in ons land van dagroofvogels. In een volgend artikel hopen we nog iets te geven omtrent de hier voorkomen* de nachtroofvogels, om daama te wijzen op de sohade, die de kraaivogels aan het jachtveld berokkenen. J. DAALDER Dz.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 6