"mm m m m
HjVjiS
.■qViV
iW?
KW3
-V-V-i
iWsB|
AVs1!
nri
Hoedt D bijtijds.
INDIEN UW MAAG 0 PUN
DOET, PROBEERT DIT.
aw m w
Indien U lijdt aan dyspepsia, slechte spijs-
vertering, pijn na bet gebruik van voedsel,
maagontsteking, bartbranding of aan welke
andere maag-aandoening ook, welke het ge-
volg is van aciditeit of van gisting van het
voedsel en meer dan'negentig percent van
alle maag-aandoeningen zijn het gevolg de-
zer oorzaken begeeft U dan naar Uw
apotbeker en schaft U een flacon zuiver
Gebismureerd Magnesium aan. Wanneer U
dan weder voedsel nuttigt of pijn in Uw
maag opmerkt, gebruikt dan een half theele-
peltje van dit middel in een beetje warm
water en let dan eens op hoe snel alle pijn en
ongemak verdwijnen. Scheikundigen verkla-
ren dat het bijna onveranderlijke succes van
dit middel te wiiteh is aan het feit dat door
Gebismureerd Magnesium het overmatig
zuur onmiddellijk onschadelijk wordt ge-
maakt en de gisting van het voedsel onmid
dellijk wordt gestuit en zoodoende een ge-
zonde, natuurlijke spijsvertering wordt be-
vorderd. Daar het beslist onschadelijk en
goedkoop is behoort dit eenvoudig geneesmid-
del in voorraad te worden gehouden door
alle personen die zuinigheid wenschen te ver-
eenigen met goede gezondheid. Gebismureerd
Magnesium Depot, Nassaukade, 314. Am
sterdam. Verkrijgbaar bij alle goede Apothe-
kers en Drogisten, o.a. bij NIEROP
SLOTHOUBER.
uit DE PARTIJ.
Wit speelde in den volgenden stand:
Zwart: 28, dam op 26.
Wit: 27, twee dammen. op 25 en 38
Zwart aan zet, meende zeker remise te
hebben door 28—32 te spelen, maar dat
bracht juist verlies door 3829 van wit.
Zwart moest slaan 32 21 en wit speelde
29—12. Gaat zwart nu met zijn dam naar 48,
dan slaat wit 12 26 en op 2127 speelt wit
25—3!!
Men spele dit even na!
PROBLEEM No. 760
van A. BUQUET (Vendome).
i H
De excursie van Nederl. Landbouwers naar
Noord-ltalid.
(Particuliere Correspondentie).
IV.
De rijstcultuur in de Po-vlakte.
Een land van hevigen strijd.
Het is voor ons, Nederlanders, toch wel
iets bijzonders, zoo betrekkelijk dicht bij huis
een cultuur aan te treffen, die over het alge-
meen in tropische landen wordt gevonden.
Het is dan ook een goed idee geweest om een
bezoek aan de rijstvelden op het programma
van de excursie te zetten. Hoewel voor de
deelnemers niet direct van zoo heel veel be-
lang, was ieder later toch zeer voldaan dat
bijzondere stukje Italie te hebben gezien en
wij raden landgenooten, die van plan zijn
een reis naar Noord-Italie te maken, ten zeer-
ste aan, van Milaan den trein naar Vercelli
te nemen. De reis daarheen duurt wel onge-
veer 1 lA uur, maar men heeft dan iets heel
bijzonders gezien.
Rijst heeft om te kunnen groeien warmte
en veel vocht noodig, dat is bekend. Aan bei-
de voorwaarden wordt in sommige deelen
van de Po-vlakte op uitstekende wflze vol
daan. Over de warmte spraken we reeds. Het
gebied is echter ook zeer waterrijk. Talrijke
rivieren stroomen van de Alpen en Apennij-
nen en voeren het benoodigde water aan. Het
land is voorts met kanalen ten behoeve der
groote irrigatie-werken doorsneden, kortom
we vinden hier een watergebied bij uitne-
mendheid. Toch gaat men met het water zeer
economisch om, in zooverre men het van hoo-
ger gclegen terreinen opnieuw verzamelt om
het weer ter bevloeiing van lagere stukken
land te laten dienen.
Vercelle is het centrum van de rijsitcultuur,
Het grootste complex rijstvelden ligt in de
omgeving van deze plaats. Behalve hier ko-
men nog in andere deelen van de Po-vlakte
deze velden voor, in totaal tot een oppervlak-
te van 116.000 H.A., dat is een gebied groo-
ter dan 6 maal de Haarlemmermeer. Het cij-
fer is van 1921v66r den oorlog was de op-
pervlakte zelfs ruim 146.000 H.A.
Aan deze belangrijke cultuur zijn veel
werkzaamheden verbonden, te meer daar zij
met andere z.g. tusschencultures is verbon
den.
In de eerste plaats heeft men vooraf het
terrein geheel te egaliseeren, om te voorko-
men dat op de eene plaats meer water staat
dan op de andere. Door een stelsel van slui-
zen, duikers en dijkjes heeft men het verder
in de hand den waterstand te regelen. In dat
opzicht verschilt de cultuur hier met die, wel
ke in de delta van de Po wordt beoefend,
waar men gebruik maakt van de aldaar zich
bevindende talrijke moerassen. In de omstre-
ken van Vercelli heeft men, zooals gezegd,
den stand van het water geheel in de hand,
kan men het terrein naar verkiezing droog
laten loopen, wat men in sommige gevallen,
bijv. bij het bewerken van den grond, ook
doet. In de opvoering van het water heeft
men voorts een welkom middel tegen b'estrij-
ding van onkruiden. Er groeien onder deze
bijzondere omstomdigheden natuurlijk on
kruiden, die bij andere cultures onbekend zijn,
maar sommige dezer ongewenschte planten
schijnen zeer gevoelig ten opzichte van het
water, zoodat een te hooge stand hen spoe-
dig in den groei belemmert of zelfs doodt.
Een groote rols bij) de irrigatie in deze stre-
ken speelt het Cavour-kanaal, dat het oudste
en meest volmaakte van de groote bevloei-
ingskanalen is. Het is een buitengewoon mooi
product van waterbouwkunde, vooral voor
den tijd, waarin het is aangelegd, dat i3
I860, en een voorwerp van situdie van alle
tedhnid, die zich met de bevloeiingm bezig
houden. Het kanaal wordt gevoed met water
uit de Po (men vergeve ons de uitdruMdng)
en met water meer direct afkomstig van de
Alpen, gletscherwater. Daar het eerste veel
warmer en slibhoudender is, is men in staat
de temperatuur zoowel als de samenstelling
en hoeveelheid van het bevloeiingswater te
regelen, factoren van gewicht bij de rijst
cultuur.
In den regel verbouwt men 4 jaren achter-
een rijst op hetzelfde perceel. Dan laat men
een jaar een ander graan (mals) of suiker-
bieten volgen, waama men het 2 of 3 jaar
als hooiland (lucerne, klaver, gras) benut.
Men houdt in deze streken dan ook zeer veel
vee.
Dikwijls wordt als tusschencultuur kool-
zaad genomen, ook wel rogge of roode kla
ver. Men zaait het koolzaad in October di
rect na den rijstoogst. Een derde gedeelte
van het veld wordt in den regel vrij gehou
den voor de rijst; zoodra in het voor jaar het
koolzaad het veld heeft ontruimd, wordt de
rijst over het geheele perceel uitgeplant. Een
en ander maakt deze cultuur tot den meest
intensieven wisselbouw der wereld.
Het zaaien geschiedt breedwerpig (met de
hand) of met speciaal voor dit doel gecon-
strueerde machines. Deze zijn niet voorzien
van wielen, maar zij worden over den bodem
gesleept als een slede. Het gebruik van een
zaaimachine met wielen is niet mogelijk,
daar deze te veel in de modder zouden weg-
zakken of zich daarin zouden vastzuigen.
Toen wij er met de excursie waren, was de
zaai van de rijst juist in vollen gang. Het is
dan een schilderachti& gezicht de donkerge-
tinte mannen en vrouwen op een rij bloots-
voets door het water te zien waden, het hoofd
met een reusachtigen Panama-hoed in den
vorm van een omgekeerde platte mand, be-
dekt en met de hand regelmatig het zaad uit-
spreidende, alien overgoten door de felle stra-
ten van de brandende zon. Overal om je heen
de wijde met water bedekte velden, voortdu-
rend doorsneden met lage dijkjes. Een eind
verder is iemand bezig het zaad in te rollen.
Kalm, haast plechtig schrijdt een os voor het
werktuig voort, groote geulen in het water
achter zich latend. De horens van het rond-
plassende dier zijn wel haast een Meter lang.
Tegen den tijd van den oogst (October)
mflet het graan een schitterenaen aanblik op-
leveren, daar de riistpluimten in rij>pen toe
stand prachtig goudgeel zijn gekleurd. In
die periode worden van heinde en ver ar-
beidskrachten aangevoerd en hpn scherpe
sikkel maakt aan al het mode spoedig een
einde.
De rijstcultuur Is in ItaliS zeer intensief.
In opbrengsten per H.A. wordt het alleen
door Spanje overtroffen, in welk land de ver-
bouw van dit gewas echter veel minder te be-
teekenen heeft. Overigens staat het in dit op
zicht van alle landen ter wereld bovenaan
en is het van de Europeesche staten verreweg
de voomaamste producent. Per H.A. wordt
gemiddeld 4000 K.G. geoogst, maar dat
neemt niet weg, dat meermalen 6 tot 7, een
enkelen keer zelfs 8 duizend K.G. van 1
H.A. worden verkregen, een opbrengst zoo
als geen ander land in de wereld kan leveren.
De totale productie in Italie bedroeg de laat-
ste jaren gemiddeld 470 millioen K.G., ge-
durende den oorlog zelfs 535 millioen K.G.
Van 19191921 werd gemiddeld per jaar
2,5 millioen K.G. ingevoerd en werden 17
millioen K.G. geexporteerd, zoodat men zeg-
gen kan, dat Italie geheel in zijn eigen be-
hoeften kan voorzien.
Merkwaardig is nog, dat de inheemsche
rassen sterk te lijden hadden van ziekten.
Men heeft daarom varieteiten uit Azie, voor
al uit Japan, geimporteerd en daarbij Is ge-
bleken, dat deze, in de Po-vlakte gecultiveerd,
het nog beter deden dan in hun moederland.
De rijstcultuur staat in Italie op hoog peil
en op wetenschappelijk gebied neemt het in
dit opzicht een eerste plaats in. In Vercelli
heeft men een proefstatton voor rijst- en be-
vloeiingscultuur.' Deze instelling houdt zich
bezig met de onderzoekingen en de studie
van de vraagitukken betreffende de rijstcul
tuur en de industriegn die er mede in verband
staan, evenala met de andere bevloriingscul-
turen. De instelling heeft door het besluit
van het vierde internationaal rijstcongres
ook een internationale beteekenis, n.l. als
centrum van verzameling en uitwisseling
van studiemateriaal over deze cultuur. Het
behoeft derhalve niet te verwonderen, dat vele
Nederlandsche technici, bestemd voor de Ne-
derlandsche kolonien, dit proefstation en het
rijstgebied hebben bezocht. De bevloeiings-
systemen en -cultuur, waarmede het instituut
zich bezig houdt, zijn van bijzonder be'ang
voor Nederland en zijn kolonien.
De rijstvelden worden ten slotte nog voor
een geheel ander doel gebruikt, n.l. voor de
teelt van visch, hoofdzakelijk van karper. De
ze bewijst den mensch evenwel nog andere
diensten dan zich zelven ter consumptie be-
schikbaar te stellen.
Het land is tengevolge van de vele stil-
staande waterplassen een paradijs voor de
muggen en de malaria behoort daardoor in
deze streken tot een veel voorkomend ver-
schijnsel, hoewel door doeltreffende hygieni-
sche maatregelen, veel op dit gebied is verbe-
terd. Men kan zich nu ook bovendien troos-
ten met de gedachte, te weten dat de karpers
geen muggelarf in levenden toestand voor
zich kunnen zien en millioenen van de onheil-
stichters in hun maag laten verdwijnen. Dat
is een bijverdienste van deze visch, die niet
genoeg kan worden gewaardeerd. Behalve
deze insecten, worden de visschen nog met
allerlei rijstafval, afkomstig van de aorsch-
machines en pellerijen, bijgevoederd. Dat is
dus wel een weinig kostbare teelt en wanneer
je dan na enkele jaren karpers van verschel-
dene ponden gewicht mee naar huis kunt ne
men, dan denk je allicht: „die zijn meegeno-
men". Intusschen vragen de beesten in som-
miigie tijden van het jaar hun veraorging en
moet men ze, voor het droogloopen van het
land, in bepaalde kanalen en plassen verza-
melen.
Als het om vechten tegen de malariamug
gaat, doet ook de kikvorsch graag mee. Het
gekwaak van deze springers is enorm in het
land van Vercelli en bewijst voldoende in
welk een grooten getale zij ten strijde zijn
opgetrokken. Maar de mensch laat zelfs de
ze nuttige dieren niet met rust. Een niet na-
der.aan te duiden lichaamsdeel van deze
„kwakers" is bij de Italianen bijzonder in
trek, en daar voor zoover wij weten de kik-
vorschen in Italie niet door een wet zijn be-
schermd, worden naturlijk duizenden wegge-
vangen, tot groote vreugde der muskieten
K.
Voor degene. die er belang in stelt, laten
we hieronder de volgende vergelijking tus-
schen de indeeling van het bouwland in
Italie en in Nederland volgen. Men krijgt
dan eenig denkbeeld van de productie van het
land.
1921.
Opp. in 1000 H.A. Opp. in 1000 H.A.
Tarwe
Rogge
Gerst
Haver
Mais
Rijst
Aardappelen
Suikerbieten
Wijngaarden
Olijven
Tabak
4800
70
116
199
219
25
485
153
1500
116
300
174
50
70
4236
2295
24
0,3
Ingezonden stukken
(Batten verantwoordeUfkheid van de Redat-
tie. De opname in deze rubrieh bewifst geera-
zins, dat de Redactie er mede instemt).
DE STRIJD DER GEMEENTEN
„But what good came of it at last?"
„Why, that I cannot Ml, saidi he,
,,But't was a famous victory."
Southey.
Nu er, naar aanleiding van 'n nieuwe crisis
in den nu bijna drie jaar woedenden schoolr
strijd tusschen Alkmaar en de buitengemeen-
ten, gelegeniheiid geweest is voor beide partijien
nun standpunt uitvoerig uiteen te zetten, zou
het overbodig kunnen geacht worden nog
iets aan het geschrevene toe te voegem Ik
zou mij hiervan dan ook onthouden, indien ik
niet van oordeel was dat er gevaar bestaat
drt men uit het oog verliest dat er nog ande-
ren ten nauwste bij dezen strijd betrokken
zijn, n.l de school en de oudefs der buiten-
ieerlingen. Het zou niet de eerste maal zijn,
dat in een langdurigen strijd de aandacht
der strijdenden zich ten slotte meer zou rich-
ten op het neerslaan van den tegenstander
dan op de overweging of dit einde werkelijk
een voordeel zou beteekenen. Laat ons eens
i r en wat het resultaat zou zijn als een der
[X'rtijen de overwinning zou behalen, vermoe-
Kou, tocht, griep, koorts enz. veroorzaken
tal van nieraandoeningen. De nieren moeten
dan den bijstand missen van de andere bloed-
reinigende organen: de huidporign, longen
en ingewanden. Bij de dubbele inspanning
en vaak verwaarloosd, is het geen wonder,
dat de nieren het afleggen. Dan is het tijd
om een niergeneesmiddel te gebruiken om de
nieren op te wekken en te versterken.
Spoedig gebruik van Foster's Rugpij*
Nieren Pillen kan emstige gevolgen als
rheumatiek, ischias, spit, blaasontsteking,
nierzand, nierwaterzucht, niersteen voor
komen.
Doe wat gij kunt om uw levenskracht op
peil te houden, oefen uw ledematen en spie-
ren, en zorg voor een goeden bloedsomloop.
Leef op verstandige wijze.
Foster's Pillen geven betrouwbare hulp.
Zij werken alleen op de nieren en blaas
maar dit doen zij goed en terdege.
Verkrijgbaar id apotheken en drogistzaken
h f 1.75 per doos.
delij'k de gemeente Alkmaar. Wat de aanlei
ding betreift, kan ik korii zijn. Alkmaar
wenschte een deel van de onderwijskosten
door de buiteagemeenten te zien gedragen, in
verhouding van het uit elk dier gemeenten de
school bezoekemde aantal leerlingeni terwijl de
buitengemeeniten weigerden aan dezen' ciscb
te voldoen. Dit beginsel van Alkmaar is in-
middels tot uiting gekomen in die Nijver-
heidsonderwijswet, en in de wetten op het
Middelbaar en het Gymnasiaal onderwijs,
zoodat wat deze takken van onderwijs betrrft,
de buitengemeeniten overal de verplichting
hebbm zich er aan te onderwerpen. Het is
iets ongerijtruds dat voor het Handelsonder-
wiis niet hetzeltfde ZO'U moetien gelden.
Wat de krijgskansen betreft, merk ik het
volgende op: Eenigen tijd geleden werden de
leerlingen uit twee buitengemeenten van de
school verwijderd, omdat de betrokken ge-
meentebesturen weigerden de door Alkmaar
gevraagde verklaring te teekenen. Inxniddels
heeft een dezer gemeenten, Zu idscharwoude,
bericht, aan den eisch te voldoen (over de bij-
zonderheden spreek ik zoo dadelijk), en de
tweede gemeente (met 6en leerldnlg) zal wd
moeten volgen. Bovendien lees ik in de bla-
den, dat het Comite van Burgemeesters der
buitemgemeenten bereid is te capituleeren als
Alkmaar een wijziging aanbrengt in artikel 2
van de betreffende Verordening. Het verzet
schijlnt Idkis bijna gebroken, en de overwinning
is aanstaande. Maar dan zal blijken dat de
Handelsschool en de bewoners der buitenge
meenten de verliezende partij; zyn, terwijl de
Alkmaarache overwinning een schijh-over-
winning is. Ik zal dit aantoonen.
Het is voor hem die het verloop van de
icwestie met eenige aandacht gevolgd heeft,
geen geheim hoe zonderling het eigtmiijk met
deze betaling door de buitengemeenten ge-
steid is Het gebeurde in Zuidscjiarwoude illu-
stroert dit duidelijk. Het bestuur dezer ge
meente bad bericht dat het bereid was het
door Alkmaar gevorderde te betalen voor twee
van de drie leerlingen. Waarom niet voor den
derden? Alleen omdat de vader van dezen
leerling niet, zooals de twee ander en, zelf
reeds het bedrag aan het bestuur zijner ge
meente betaald had; zoodra dan ook deze va
der noodgedwongen hetzelfde deed, was het
gemeentebestuur van 'Zudscharwoude wel zoo
goed Alkmaar te berichten dat men' voiedige
betaling garandeerde
Zooals het in Zuidscharwoude gaat, gaat
het bijna overal. In versdiillende gemeenten
heeft men de moeite genomen bij verordening
te bepalen dat het verschuldigde geheel of ge-
deeltelijk op de ouders verhaald zal warden
(en het is merkwaardig hoe spoedig iemandl
al in de tennen valt om voor net geheele be
drag aansprakelijk te worden gesteld), soma
ook krijgt men een belastingbiljet thuis ge-
stuurd, in weer andere gemeenten voldoet men
aan den eisch van Alkmaar als de betrokken
ouders een schriftelijke verklaring teekenen
dat ze de gevraagde «om zullen betalen, en
ook zijn er gemoedelijke genmeentebesturen die
met mondelinge belofte tevreden zijn. De feite-
lijke toestand is dus z66 dat, behoudens een
heel enkele uitzondering, niet de gemeenten,
maar de betrokken ouders betalen. Dit betee-
kent, dat iemand, die zijn kind de Handels-
scholen stuurt, behalve t gewone schoolgeld,
de leermiddelen en de reiskosten, in den regel
nog een bedrag van tusschen de 100 en
J 200 (oorspronkelijk vroeg Alkmaar 150
voor de Handelsdagschool en 250 voor de
Hoogere Handelsschool) extra te betalen
heeft. Hoeveel ouders zijn bereid en in staat
zich deze hooge kosten te getroostoi? Het
feit dat in 1920 nog 31 leerlingen uit buiten
gemeenten tot de Handelsdagschool werden
toegelaten, terwijl dit aantal in1 1921 tot 13,
en in 1922 tot 4 venninderde, spreekt duide
lijk genoeg. Ea even duidelijk is het dat bin-
nenkort, wanneer de nu nog schoolgaande
leerlingen de school doorloopen hebben, er
geen buitenleerlingen meer de Handelsschool
zullen bezoeken, en dus het overwin-
nende Alkmaar ook geen cent meer uit de bui
tengemeenten zal ontvangen. En zoo zal dus
het oordeel ov^r den afloop van dezen strijd
der gemeenten kunnen luiden als de aanha-
ling uit het bekende gedichtje van Southey,
die ik als motto hierboven plaatste.
Ik kan mij niet voorstellen dat er velen ge-
noegen zullen nemen met een toestand, zooals
deze boven geschetst is, noch in Alkmaar,
noch in de buitengemeenten, en er dient ge-
streefd te worden naar een betere oplossing.
De eenvoudigste en meest voor de hand lig-
gende zou zijn dat voor het Handelsonderwijs
dezelfde wettelijke regeling tot standi zou ko
men, die geldt voor zoovele andere takken
van onderwijs, n.l. dat aan de buitcngeftioen-
ten de verplichting werd opgelegd een zeker
percentage fan de kosten te vergoeden aan
het (gemeente)bestuur dat de school in stand
houdt. terwijl tegelijkertijd verboden wordlt
de gevorderde bijdragen op de betrokken ou
ders te verhalen. Dit kan alleen door de wet
gschieden, en, hoewel het bekend is dat de
Mnister van Onderwijs dat standpunt volko-
men deelt, is de omstandigheid dat het. Han
delsonderwijs nog niet wettelijk geregeld is,
de oorzaak dat de gewenschte regeling zich
nog wel eenigen tijd zal laten1 wachten, al zal
er, naar mij uit de beste bron bekend is, ge-
tracht worden de zaak van Regeeringswege
op andere wijze tot een goede oplossing te
brengen. Het staat in elk geval vast, dat en
Zwart: 3, 7, 9, 13, 16, 18, 19, 21, 23, 24,
25.
Wit: 27, 28, 32, 35/40, 42, 4&
1. 3934. Zwart wilde nu wel gaame
2430 spelen, maar stelde dit liever
uit na eerst
1. 3~ 8 te hebben ge-
(speeld.
Nu vervolgde wit:
2. 27—22 2. 18 27
3. 38—33 3. 27 47 (de beste)
4. 37—31 4. 23 32
5 31—26 5 47 29
6. 34: 1!
Het volgende edndspel blijft toch altijd Inte-
ressant, al is het eenvoudig als men't een-
maal weet:
Zwart: 6. 8, 10, 11, 13, 14, 15, 18, 19, 20,
dam op 50.
Wit: 17, 22, 25, 27,,28, 29, 31, 33, 35,
36, 38, 39, 44
Oplossingen v66r of op 20 Juni, Bureau
van dit Blad.
NIEUWE SPEELWIJZE.
Hoe wint wit in dezen stand1?
Zwartc dam op 46. Witte dammen op 25
en 45?
Van een Gier en twee Milanen.
In vorige artikeltjes zijn al de bij ons voor»
komende dagroofvogels b&handcld, behalve het
drietal, dat nu nog bekeken zal worden.
Wie voor roofvogelstudie het pad opgaat,
zal zoo maar niet op den eersten den besten
dag een Gier ontmoeten, daar zich alleen van
den valen gier of gyps fulvus fulvus (GmeL)
nog maar tweemaal een exemiplaar in ons land
heeft vertoond, eenmaal in het begin van de
vorige eeuw en eenmaal in 1904 en wel op den
lOen Juli. Van eerstbedoeld exemplaar wordt
het skelet_bewaard in het Museum van Nat
Historie te Utrecht, terwijl het jongste voor»
werp in opgezetten toestand is geplaatst in het
Instituut St Louis te Oudenibosch. Deze vogel
werd dan ook geschoten by Dinteloord in
Noord Brabant.
In het algemeen kan van die gieren gezegd
worden dat het groote en zeer sterke vogels
zijn. Zy onderscheiden zich van andere roof*
vogels door een kleinen kop; door een kalen
hals, die dikwijls met wratten bedekt is, terwyl
het onderste gedeelte omgeven is door een
kraag van verlengde, gewo'onilijk afstaande ve»
deren; door een snavel die lang, aan de punt
haakvormig, aan den wortel redht is, en minder
sterkte heeft dan die van andere roofvogels,
terwijl de zoogenaamde tand ontbreekt; door
zeer groote en breeds vleuigels en stompe,
slechts zwak gebogen klauwen.
Hieruit blijkt dat de gieren van minder ge»
duchte wapenen voorzien zijn dan arenden en
haviken, wat ook al weer aanpast by het voed»
elverbruik, want over het algemeen voeden
deze vogels zich met aas, en worden daarom
in verschillendie streken der aarde als nuttige
vogels beschouwd.
Zoo is het b.v. in Egypte en op Cuba verbo«
den deze vogels te dooden. Te Cairo wordt
het dooden van den zwarten aasgier zwaar ge»
straft en wie zich op Jamaica schuldig maakt
aan het dooden van een zwarten hoendergier,
moet een boete ten bedrage van 5 pond ster<
ling betalen.
Gezicht en reuk van de gieren moeten verba*
zend ontwikkeld zijn. Op plaatsen waar slag
geleverd is, en waar zich anders nimmer gieren
vertoonen, daar komen ze weldra opdagen,
wij] de ontbindende geuren hun, als het ware,
als draadlooze telegrammen zijn geworden.
Kenners beweren, dat een gier, wanneer hy in
de lucht zweeft, tot op een hoogte van 7000 M.
nog het aas op den grond zal kunnen onder*
scheiden. Het accommodatievermogen is by
dezen vogel ook zeer sterk ontwikkdld.
Naar den vorm van den snavel en de neus<
gaten heeft men de gieren in verschihende ge*
plachten onderscheiden, en zoo zyn de eigen*
lijke gieren (vultur of Gyps) onderscheiden
door een sterken snavel van gemiddelde lengte,
door een sterk gewelfden bovensnavel, door
een ondoorboord neustusschenschot en door
scheeve, aan den rand der washuid ervenwijdige
neusgaten. Tot dit geslacht behoort ook de
vale gier, die ook naar de vederen van den
I kop witkoppige gier heet Kwam deze eoort
rroeger broedende too* In ZutcMDuttschland,
en zullan toen ook wel meermalen exemplaren
in onze grweeten voorgekomen zyn, thane
leeft zy Jungs de Middeilandsche Zee, vooral in
Griekenland en in het Noorden van Alrika en
in een groot gedeelte van Azie.
De lengte van zoo'n gier is ongeveer 12 dAL,
terwyl de vlucht ruim 3 M. meet
Voorheen kwam ook in Duitschland voor (to
grijzC gier of vulter dnereus, en was er zelfs
geen zcldzaamheid Verder zyn over de aarde
verbreid de aasgier, de hoendergier, de ko*
ningsgier, de condor met een vlucht van meer
dan 4 M. en witte vieugela, de baardgier en de
laimmergier, waarvan de laatste ook op de AJb*
pen wordt aangetroffen.
Uit het medegedeelde blijkt dat de Neder*
landsche jagers den strijd tegen den valen^ier
niet hebben aan te binden, en ze zouden dit
ook niet behoeven te doen, wanneer eens
meermalen een exemplaar naar hier verdiwaal*
die, als het zich maar tot het verorberen van
aas bleef bepalen.
En nu volgen nog da beida milanen, die wel*
licht beter bekend zyn als wouwan. Mr. R.
Baron Snouckaert van Schauburg waarschuwt
evenwel tegen den naam van wouw, wanneer
men een milaan be do el t, omdat ook andere
roofvogels wel wouw genoemd worden. En
dan wordt de gewone milaan of milvus milvus
(L.) ook koningswouw en zwaluwstaart go*
noemd, Ook de Franschen spreken van Milan
royal, terwyl de Engelschen meer naar de kleur
hebben gekeken en de vogel Red Kite heeten.
Ook die Duitscher spreekt van rotes mil«n,
doch tevens van gabelWedhe.
De milaan heeft een lengte van 6 <LM. en
ondersoheidt zich van de na te noemen soort'
door een gevorkten staart, door een bek, die
by de jongere dieren zwart, by de oudere voor*
weipen geelachtig is, en door het vedcikleed,
dat bruinrood is met rose tin ten en witachtig
op kop en hals, terwyl alle vederen donkere
lengtevlekken hebben en de slagpennen zwart
zyn.
Deze milaan komt in alle herfst* en winter*
m aan den in de meeste provincies van ons land
voor, doch nergens in groot aantal. En dat is
maar gelukldg ook, want deze vogel mag, by
gebrek aan beter, eens insecten en kruipende
jdieren verorberen, het liefst toch voedt hy
zich met allerhande zoogdieren en vogels,
waarom hy dan ook de vriend der jagers niet
kan zyn. Vooral jonge hazen schijnen boven*
aan op zyn menu te staan. En daarom la het
maar gelukkig dat deze soort by ons geen
broedplaats zoekt, want dan zouden de jacht*
velden het in den zomer duchtig moeten ont*
gedden.
Men vermoedt dat hier eenmaal een paar ge»
broed heeft, althans men heeft in Juni van
1877 een voorwerp met een broedvlek waarge*
nomen. En ook meermalen komt een enkel
exemplaar in broed* en zomergetyde by ons
voor.
Baron Snouckaert van Schauburg dCeh om*
trent het voorkomen in ons land het volgende
mede:
..Broedit in het algemeen In het gematigde
en Zuidelyke Europa, Noordi«Afrika, Palestina.
Werd in al onze provincien in zeer kleinen ge»
tale waargenomen en er is reden om te veron*
derstehen, dat de soort ons land hoe langer
hoe minder bezoekt. Dat deze bezoeken steeds
in de herfst* en wintermaandien zouden vallen,
geilyk Albarda schreef, is onjuist, want onder
de elf stuks der colL Crommelin zyn een voor*
werp van April, twee Med vogels, een van Juni
en een van Augustus. Alb a Ma zeif geeft als
uitzondering de vondst op van een wijfje met
een broedvlek en afgesleten staart te Noord*
wykerhout (Zuid*Holland) in Juni 1877. Ik kan
er nog bijvoegen, dat 25 Juli 1904 een exem*_
plaar werd gevangen te Venray (Limburg),
't welk in Artis kwam. In de collectie Wolley
Newton (2k>oL Mus. UniV. Cambridge) is een
ei dezer soort aanwezig, dat om streets 1852 in
Noord*Brabant werd verzameld."
De tweede milvussoort, die by ons voor*
komt, is de zwartbruine milaan, of milvus mi*
grans (Badd) aldus genoemd naar het donkere
vederkleed Dit hebben ook de Franschen, de
Engelschen en de Duitschers opgemeikt, die
spreken van milan noir, black kite en Schwar*
zer milan.
Deze soort is een weinig kleiner dan de
voorgaande en meet 5% cLM. De staart is aan*
merkelijk minder gevofkt dan by den Milaan
en hy heeft 12 ondiuideiyke lichte dwarsban*
den. Kenmerken de oude dieren zich door het
donkere vederkleed de jongere voorwerpen
zijn meer grijsbruin.
De beide milanen 'komen zoowel in vorm als
in levenswijze veel met elkander overeen,
doch de zwartbruine soort laat zich slechts
zelden by ons zien. Slechts van vyf vangsten
wordt gewag gemaakt en wel uit de maanden
ApriL Mei, Juni en September. De eerste
vangst is van 1856, de laatste van 1903. Deze
soort broedt in Midden* en Zuid»Europa, in
Afrika en oostelijk tot in Centraal Azie.
En hiermede is het een en ander medege*
deeld omtrent het voorkomen in ons land van
dagroofvogels. In een volgend artikel hopen we
nog iets te geven omtrent de hier voorkomen*
de nachtroofvogels, om daama te wijzen op de
sohade, die de kraaivogels aan het jachtveld
berokkenen.
J. DAALDER Dz.