Alkmaarsche Courant
In verkeerde schoenen
advertentles In andere
bladen
N.V, Boek- en Uandelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
F B UIL L E TON.
Voordam C 9, ALKMAAR.
Men! V1JI en Twlnttgste Jaargang,
Woensdag 27 Juni..
De eicursle van Nsdarl. Landbouwers naar
Noord-ltalifi.
Staten-Generaal.
Gemengd Nicuws
Yoor het plaatsen van
is uw adres:
149.
IMS.
<Tki
In
XI1.
'airtkJiiliere Correspondent'c.)
het Italiaansche Holland.
Een miooie prestatie.
>De beide laatste dagen der excursie waren
bestemd voor een bezoelk aan de inpolderin-
tusschen Ferrara en Gbiioggiia, in het ge-
van <fa Po-delta dais. Degnen, die onze
artiikelen gervolgd hebben, ziullen zich herin-
neren, hoe we onder leiding van de groote
ontginntngemaattachde ,,Federazione Na-
rioniale ddle Bonifiche" (Bonifiche beteekent
gTondveihetering) met een twintigtal auto's
twee dagen in deze streken hebben rondge-
toerd. Behalve met de groote hartdijkheid en
de jjastvrijiheid der. bevolkdnig hebben we eoh-
ter in niet mindiere mate met haar energie en
werklust kenuis gemaakt. Wie mSjner !and-
genooten in1 de veronderetdling leeft, dat de
Italiianen, behialve wat betreft het gebruik
van dffldre woorden en fascisten-knuppels,
niet zoo heel1 veel1 presteeren, zal tot andc-
re gedachten komen, indien hij; eena een
je zou krunnen nemen in dit zoo op ons
land gelijkend gebied. Alvorens tot het me-
dedeellen van enkeile bijzonderheden van on-
zen tocht over te gaan, zuMen we den lezers
earst eenig denkbeeld trachten te geven van
<fa gToote beteekeni® der waterstaatkundige
werken in dit gebied en van de moeilijkhe
den, wellke menhier bad en heeft te overwin-
nen.
Wif Ntederianders beroemen ons er op
en terecbt dat wiji zelf ons lage land
hebben gevormd en nog dagelijks gedwon-
gen zSJn, ons met alle maeht tegen het wa
ter door middle! van dijken te verdedigen,
terwijil we voortdurend rnoeten zorgen. dat
het terrdn niet op andere wijize verdrmkt en
voor de cultuur geschikf blijft.
iVeilen denken noi missohien, dat wij! in dit
opzicht nog steeds een tinicum in de werefld
zap, maar dat is geenszins het geval. Het
iis minder bekend, dat ook to andere landen,
en met niame ItaliS. groote zorg is en nog
wordt besteed aan net lupoid eren en in cul-
tuoiT brengen van laag gelegen terreinen
Reeds in de tweede helft van de vorige
eeuw wmfen vele lage landen, in de nabij-
heid van1 de lagtirae van Venetie en in de Po-
delta, ingeddjkt en1 van stoombemaling voor
zien en ook in deze eeuw1 heeft men de werk-
zaamheden der drooglegging (behalve van
drankorgels) en inpolderingen krachtig
voortgezet, waarbiji men van de meest mo-
deme bemalings-insiaillaties, van, diesel- en
dectro-moicren heeft gebruik gemaakt. Deze
inpoMeringen versehimen in zooverre met de
onze, dat men in Italie in hoofdizaak te doen
heef t met het droogleggen van moerassen in
de nabdiiheid der zee.
Het is bekend, dhit aan het droogleg;
van1 uitgestrekte moerassen .groote voor
lem van hygifinisdhen, economischen en so
cialen' aard verbonden zijh. Uit hygienisch
oogpunt zijn daze werken van belang, om
dat men zoodoende. heele streken, die tevo-
ren door den mensch niet konden worden be-
woond en waar hij niet zonder gevaar voor
zijn gezqndheid arfoeiden kon van de mala
ria bevrijdt. Het economisdb voorded' wordt
na de drooglegging verkregen in het vrucht-
bare land, dat zooveel graan en andere nut-
tage gewiassen oplevert. en het werk is van
sociaile beteakenis, omdst vele arbeidskrach-
ten emplooi vinden en later daiizenden ge-
zinnen, die eerst genocdzaafct waren te emi-
greeren om werk te vinden, thans op de
nieuwe terreinen geiegenheidi vinden, zich
bliivend te vestigen.
Den landbouwers uit het gebied van Fer
rara en Venetie fcomt de eer toe, de eerste en
oudste ontginners van Italic te zijn geweest;
ziji waren de pdoniers voor de ontginners en
gaven het voorbeeld aan het partieulier ini-
fiatief, door met groote geldetijke opofferin-
gen en Bonder steun van de Regeering, zeer
uitgestrekte oppervlakten, die aan de pro-
dluctie onttrokken waren, omdat ziji met wa
ter waren- bedekt, tot ware oasen temidden
van de moerassen Wisten te herseheppen.
De eerste wet op de groodverbetering in
1882 maakte gezameniliike verbetering mo~
rijk met staatshulip. Maar hiervan kwam
den aanvang niet veel, hetzij omdat het
eoonomiiseh vooidoel1 nog niet genoeg tot t
meerendeel van de eigenaars der moeras
sen was djoargedrongen, hetzij omdat de
aamkoop van 'net noodijge fcoren uit het bui-
tenland door den Staat werd1 verkozen boven
de werken, die de verrmeerdering van de na-
ffionale iproduetie zouden kunnen aanmoedi-
gen. Een andere reden is te zoeken in de
groote financieele moeilijkheden, die steeds
met de uitvoering van dergelijke kostbare
werken gepaard gaan
iNiettee?enstaanaie de vele bezwaren, heelt
i)
Naar het Emgelach, door Berta Ruck.
HOOFDSTUK I.
De noodlottige antmcftfing.
Instappen daar ginds, instappen!"
De conducteur had het fluitje al aan de
lippen, met de groene vlag werd reeds ge-
zvvaaid.
„Achteruit! achteruit! achteruit! pas op
den trein, haast u wat, juffrouw", zei de va-
derlijke witkiel, die mijn sjofel valiesje
droeg. .Haast u watl Geern plaats in die
derde? Dan kunt u later wel wan wagon
verwisselen. Stap maar in!"
Terwijl de trein al in bewegeing was, liep
de conducteur mee en hield het portier van
een eerste klasse wagon open.
Ik tuimelde er haastig in. Mijn valies werd
mii aditema geworpen.
iDe trein bewoog zich langzaam voort, het
onmetelijke groote, somberc hoi', van het
Eustonstation uit.
„Vaarwel! Schrijven hoor! 'Denk er aan
liiavml1", riep een stem uit de menigte. Var
men- tan rtotte aangspaW en werden eenige
belangrijke grondverbeteringea onder han-
den genomen. Het welslagen dezer werken,
de vooruitgang der tedhniek, de nieuwe men-
talitait der landbouwer# en andere f actoren
van technischen en economischen aard,
spoorden aan tot nieuwe ondernemingen.
De behaaldie voordeelea vuurden ook de
polderbesturen of waterechappen (consorzi)
aan tot het fcrachtiger aanvatten Van de
aaak. Zdj' zagen daarbftj! in dat eamenwer-
king op dit gebied tot de meest gunstige
resultaten moest leideni en in 1912 vereenig-
den ziji zich te Padua tot een federatie Ten-
gevolge van deze samenwerking konden zij
\"oordeelen van wetteldjken en economischen
aardl beha-len en zich financieele middelen
verschaffen, die voor den enkeling veel
moeiliiker waren1 te verkriigen.
In net MjdSvedoop tusschen 1912 en 1915
gelukte het aan1 9 groote consortiums de mi-
nistrieele ooncessie te verkrijgen voor grondi-
veiheteringBwerken tot een gezamenlijke op-
van 100.000 H.A., met een voor.
loopige onkostennbegrooting van over de 50
mililioen lire.
!De wereldoodog maakte dte uitvoering
der ontginningswerken tot een onmogelijk-
heid. De federatie bleef evenwel de onver-
moeide beschermster van de bdangen der
consortiums. Ziji stond in nauwe verbinding
met de Regeering en wees voortdurend op
het aandeel, dat de grondverbeterings'wer-
ken in het economisch herstel der natie zou
den hebben.
Toen de wapenstilstandl gesloten was en
de consortiums eed begin wilden maken met
het werk, deden zich groote moeilijkheden
voor. De prijzen van het materiaal en het
arbeadslloon waren sterk gestegen en d'aar-
door werd het moeilijk het noodige kapitaal
te vimdenv om in de gesdbatte onkosten te
voorzien
Bovendien waren tengeyolge van de oor
logs-operatien en de werfdng van het artil-
lerie-vuur, in bet gebied van de PLave, ver-.
sohillende werken. en' installaties' verwoest,
terwijl door het stilstaan der waterbouwwer-
ken' uitgestrekte terreinen opoieuw waren
overstroomd. Dit vraagstuk eischte dirin-
gend1 een oplossing, temeer daar men alge-
meen begreep, dat alle krachten moesten
worden ingespannen, om het geslonken na
tions al vermogen wederom te hmtellen.
De in Noord-Italie gevestigde consor
tiums richtten nu in 19'19, ter behartiging
hunner gemeensdhappelijke bdangen en ter
bevordering van de lnpoUdering en verbete
ring der nog braakliggiende lage gronden in
geheel Italie, de niationale fediaratie voor de
grondverbeteingsweilken op (de meerge-
noernde „Federazione Nlazionale dell Bonifi-
dhe) met zetd te Padua. In samenwerking
met fcrachti'ge financieele lichamen, in de
eenste plaais het ^Institute Federale di cre
dit© per il Rfaorgimento delle Venezie" stel-
de zaj1 een uitgebreid programma samen in
verbamd! met die financieele voorziening en
andere factoren van sodaal-economischen
aard1, waardoor een spoedige uitvoering der
werken werd mogeflijik gemaakt, terwijl de
federatie voorte injl de voorberedding der
tachnische ontweipen raad gaf. De federatie
is er tevens in geslaagd, zidi van den steun
van het „Ateneo" te Padua te verzekeren,
dat een school voor waterbouwkunde had
gesticht. Zoodoende werd een gunstige sa
menwerking tusschen theorie en praktijk
verkregen.
Op grond van dit programa namen tal-
rijke consortiums bet werk der inpoldering
ter hand en brachten met bewonderenswaar-
dige activiteit in (korten tijd veel tot stand,
zoodat in 'het geringe tijdsverloop, dat ons
van den oorliog scheidt, terreinen aan het
water onttrokken zijn, die in uitgestrektheid
de gronden overtrbffen, welke voor het
Eoxropeesdie conflict drooggelegd zijn en
siflds er sprake is van werkdijke inpolde
ring.
De consortiums kunnen op grond van een
tvettelijike regding bijdragen ontvangen uit
de staatskas en uit de provinciate fondsen,
elk tot een bedrag van 30 pet. der kosten.
Ook heeft men bepalingen getroffen, waar
door gewezen mdlitairen, die aan den oorlog
hebben dedgemomen, peroeelen van den
Staat in gebruik kunnen ontvangen. (Opera
Nlazionale dei Cambattenti.)
Behalve in het 'gebied tusschen' Ferrara
en1 Venetie, zijin in de laatste jaren ook plan-
nen opgekomen voor drooglegging van moe-
rassige gronden in Zuid- en Midden-Italte
(o.a. die Poninjusche moerassen ten1 zuiden
van Rome), miaanh' ier. werkt "het partieulier
initiatief in den regel minder en wordt het
nemen1 van maatregefen ter verbetering meer
aan den Staat overgelaten.
IDe verwoeste streken bijl de Piave waren
reeds in October 1920 hersteld ten koste
van 7i millioen lire. Daarmede waren tevens
26.000 HJA, aan den landbouw teruggego-
ven.
Tijdens den oorlog, onder den drang van
de scbaarste der kolen, die de honderden ge-
malen moesten' voorzien, vaitte de feleratie
een nieuw plan op, n.l. net voor eigen reke-
nimg laten bouwen van groote electrische
centeales, met het doel1 om de grondverbe-
geet vooral niet ons te laten weten wat er
gebeurt met je, hoor
Dit was niet voor miji bestemd. Ik had nie-
mand die mij wegbracht, niem'and die mij
„lieverd" noemde. Ik had zelfs niemand, die
er iets om gaf wat er met mij gebeurde
met mij, het hijgende meisje, met een veel
dragen zwart serge pakje aan, het meisje
met een benauwd gezichtje uit het raa
van den eerste klasse wagon zat te kijken.
Het laatste witte flitsen van wuivende zak-
doeken was voorbij.
Wij waren vertrokken.
Voor mij geen goed begin.
Ik was gloeiend warm, opgewonden, ik
voelde mij ellendig. Alles, van het ongduk
met mijn wekker van morgen af aan, het te
laat komen van mijn taxi, alles scheen mij
samem te spannen; ik scheen niet rustig te
mogen vertrekken. Mijn bad in het Tehuis
voor Werkende Jongemeisjes te aultea was
niet meer dan een plasje. Mijn ontbijt, dat
mij boven gebracht werd, was allendig en de
kolfie veel te warm om te driinken en een ei
waar een luchtje aan was. In mijn haast'had
ik mijn boedtepen achtergelaten, ik wist niet
waar ik hem neergelegd had en juist die
hoedepen, die ik voor geen echatten wou mis-
sen een millitaire kncop, miin eenig sou
venir van Reggi Penmore. En dan had ik te
faring raoar onafhankef^k van de buWeo*
landsche 'kolenleveranties te maken. Onge-
veer telnzelfdertijd, rijpte het plan de water-
kracht der rivieren te benutten en men
schijnt thans reeds z66 ver, dat de verschil-
lende belanghehbenden' bun krachten' zullen
vereeniigen. Men heeft berekend, dat de wa
tered -me nu ongebruikt in het district Ve
netie van de bergen sterteni een electrische
drijfkrachit leveren van meer dan een mil
lioen P R.Men wil door gdeidelijlke uitvoe.
ring van dit programi deze streek tot een
van de meest industrieele maken, niet alleen
van Italifi, miaar van geheel Europa! Zulk
een sdhoon patriottisclb denkbeeld spreekt
eerst redit tot den waren Itali a an en men
kan zich de cmtboezeming indenken, welke
wiji in een publicatie aan de Kamer van
Kioophandel en Nijverheid te Padua von-
den: „Het betreft honderdduizenden H.A
waarvan het toekomstig Italig een productie
verwacht, die hiaar voor een groot jjedeellte
bevrijd'en zal van de broodslavernij (wij
cuxsiveeren) tegenover den vreemd'ding."
EERSTE KAMER.
Jhr. J. W. H. Bosch van Oud-Amelisweerd
heeft, zoo meldt de Res.bode, aan de R.-K.
Statenclub van Utrecht meegedeeld, een
nieuwe benoeming tot lid der Eerste Kamer
niet te kunnen aannemen, wegens de drukke
werkzaamheden, verbonden aan het presi-
dentsdiap der arrondissemeats-rechtbank te
Utrecht.
TWEEDE KAMER.
In de v- rgadering van gister werd voort-
gegaan met de behandeling van de wetsont-
werpen tot wijziging der militaire pensioen-
wetten.
Aan de orde was de stemming over de
moties.
De heer v. d. B i 11 (R.-K.) verklaarde
zich teg en de motie-Ter Hall om vertr aging
te voorkomen.
De heer Schokking (C.-H.) verklaar
de zich ook tegen deze motie, omdat het ant-
woord der regeering bevredigend is.
De motie-T e r Hall werd verworpen
met 52 tegen 29 stemmen, rechts tegen links,
behalve Braat.
De motie-Dresselhuys werd verwor
pen met 51 tegen 31 stemmen, rechts tegen
links, behalve Braat.
De Minister van Oorlog kwam nog
eens terug op het geval van den kolonel te
Amersfoort. die telegrafisch op non-activiteit
was gestela. Spr. deelde mede dat reeds was
medegedeeld op welken dag de non-actiefstel-
ling zou aanvangen. Op 31 Mei heeft de be-
doelde kolonel daarvan reeds bericht ontvan
gen. Het telegram was alleen een bevestiging
van die mededeeling,
Bij 3 verdedigde de heer K. terLaan
(S.-D.) een amenedement waarvan het de
bedoeling is duidelijkcr te doen uitkomen dat
de tijd waarin wachtgeld is genoten, meetelt
voor pensioen-berekemng. Z. i. is dit in het
regeeringsartikel niet duidelijk aangewezen.
De Minister erkende dat de interpre-
tatie van dit artikel anders kan zijn dan de
bedoeling is geweest. Echter moet de ervaring
hier den weg wijzen. De Minister kan dan in-
diening van een novelle overwegen. Het
amendement is niet alleen een redactie-wijzi-
ging maar slaat een anderen weg in.
Het amendement-K. ter Laan werd verwor
pen met 52 tegen 29 stemmen.
Bij 6 verdedigde de heer T i 1 a n u 8
(C.-H.) een amendement dat bedoelt te zor
gen dat ten aanzien van de militairen reke-
ning wordt gehouden met de vroeger direct
of indirect betaalde pensioensbedragen.
De M i n i s t e r zei dat de Burg. Pen-
sioenwet wel rekening houdt met afloopende
stortingen. Dat is heel iets anders en daarom
past dit niet in de militaire pensioepwet. De
Min. nam over het amendement van de Com-
missie van Rapporteurs, dat de pensioenbij-
drage ten hoogste 3 pet. 's jaars van den
pensioengrondslag kan bedragen.
Het amendement werd verworpen met 49
tegen 33 stemmen.
Bij 7 verdedigde de heer K. t e r Laan
(S. D.) de handhaving van de bepaling dat
de Indische jaren voor pensioenberekening
dubbel worden gerekend. Hij betreurde het
dat deze bepaling werd losgelaten.
De heer D r e s s e 1 h u y s (V. B.) meende
dat 'dit keerkringpensioen niet in deze wet
thuis behoorde. Spr.'s hoofdbezwaar is dat
de bezuiniging wordt gezocht op de lagere
pensioenen. De beteekenis is dat bezuinigd
wordt op hen die door ziekte of anderszins
vroegtijdig worden gepensionneerd. Er ligt
een onrecht in deze nieuwe bepaling, omdat
verkregen recht wordt miskend.
De heer Duymaer van Twist A.-
R.) steunde het betoog van de beide vorige
sprekers.
Pensioenen voor de Zeemacht.
Daarna was aan de orde het gelijksoortlge
ontwerp voor de zeemacht.
De heer K. ter Laan (S. D.) wenschte
de Indische jaren geheel en al buiten dit ont
werp te laten.
veel rnoeten betalen aan den koetsier, omdat
ik geen klein geld genoeg bij1 mij had
Daar zat ik nu in een eerste klasse wagon
met Jn kaartje 3e klasse heelemaal naar
Wales! De tijd toen ik eerste klasse reisde
als iets heel gewoons, lag al zoo ver achter
mij. dat die kleinigheid zelfs mij bezwaarde.
Ach kom! zoodra de trein stil hield zou
ik in een 3e overstappen. Dat deed er nu
eigenlijk niets toe.
,,Adialle dingen doen er niets toe!" dacht
ik in een aanval van fataliteitsgeloof.
„Het leven", hoorde ik eens iemand zeg-
gen, ,^>estaat uit onverwachta gebeurtemia-
sen."
Ja zeker, de dingen, die ik in mijn leven
ondervonden had, waren zeker heel1 onver-
wacht geweest. En de onbeduidende kleine
dingen ook! Het zou miji niet kunnen sche-
len als er tdn heel groot onverwacht ding
gebeurd was. Maar eerst niet gaan studee-
ren, maar op mijn oude school rnoeten blij-
ven als kweekeling, dan van school af gaan
en den heelen dag doorbrcngen op een kan-
toor en thuisihooren dn een Tehuis voor Wer
kende Jongemeisjes in Londen, daarna
schrijven op een advertentie waarin een kin
der iuf fro uw gevraagd werd door den een of
anderen vreemdcling in een onuitspreekbaar
gedeelte van Wales.
De Minister verdedigde de opvatting
dat deze kwestie wel in het ontwerp thuis
behoorde.
7 werd goedgekeurd met 44 tegen 27
(S
9 verdedigde de heer K. t e r Laan
een amendement om te voorkomen
dat de militair, die tot en met zijn 55e jaar
remie moet betalen in ongunstigen
conditie komt dan hij die wegens „langduri-
gen dienst" is gepensioneerd.
Na afijwijzing door den Minister werd
dit amendement verworpen met 54 tegen 24
stemmen.
Bij 9 verdedigde de heer K. terLaan
(S. D.) een amendement om hen die reeds
gepensionneerd zijn, niet te treffen door de
wijzigingen in art. 33b gemaakt. Daardoor
worden verkregen rechten aangetast.
De M i n i 8 t e r zei dat deze zelfde wijzi
ging in de wachtgeldregeling is aangebracht
en dat het dus billijk is deze bepaling op te
nemen.
De heer K. t e r L a a n (S. D.) trok het
amendement in.
Het wetsontwerp werd goedgekeurd met
52 tegen 24 stemmen.
Nadat de Minister van Marine eenige
nadere mededeelingen had gedaan, werd het
ontwerp z. h. s. goedgekeurd.
Pensioenen v. reservepersoneel.
Aan de orde was vervolgens het wetsont
werp Pensioenwet voor de reserve-adiudan-
ten-onderofficier van de landmacht. die op
grond van de door hen bekleede betrekking
geacht worden voortdurend in werkelijken
dienst te zijn of te zijn geweest, alsmede voor
hunne weduwen en weezen.
De heer K. ter Laan (S. D.) betoogde
dat verschillende personen door dit ontwerp
achteruitgaan, hetgeen de Minister ont-
kende.
De heer T11 a n u s (C.-H.) verdedigde
opneming van de landweerdistrictscomman-
danter onder deze wet, omdat mag worden
aangenomen dat zij in werkeliiken dienst zijn
geweest.
De Minister wees dit amendement af,
omdat z. i. deze personen niet op gelijken
voet zijn te behanaelen als de overige in dit
ontwerp opgenomen.
Het amendement komt heden in stemming.
Bij art. 15 lichtte de heer Ter H a 11 een
amendement toe om de vergoeding te verhoo-
gen.
Indien de diensttijd volgens dit artikel met
4 per mille zou worden vergoed, is een aan-
merkeliike verlaging van pensioen van per
soneel beneden den rang van officier het ge-
volg.
Door een verhooging tot 8 per mille wordt
gerechtvaardigd door den hoogeren le-
vensstandaard een redelijke verhooging
van het pensioen verkregen.
De M i n i s te r vond geen aanleiding
om dit bedrag te verhoogen.
De heer 1 e r Hall trok het in, maar
de heer K. ter L a a n (S. D.) nam het
over.
Over dit amendemeni wordt heden ge-
stemd.
De heer K. ter L a a n (S. D.) ver
dedigde een amendement om na art. 23 in te
lasschen een ieuw artikel 23a, luidende:
„De militair, die bij het reserve-personeel
is in dienst getreden, terwijl hij in het genot
was van pensioen ter zake van vorigen mi
litairen dienst bij de zeemacht, de landmacht
hier te lande of het reserve-personeel der
zee- of landmacht en na zijn herplaatsing
gedurende ten minste ten jaar onafgebroken
oncjer de wapenen is geweest, wordt, na be-
komen ontslag, indien dit voor hem voordee-.
lig is, opnieuw gepensionneerd, met inachtne-
ming van hiervoor nader te stellen regelen".
De Minister kon dit amendement
niet aanvaarden.
Over dit amendement wordt heden ge-
stemd.
Bij art. 41verdedigde de heer Ter
Hall een amendement om in art. 41 den
datum van 1 Januari 1908 te veranderen in
1 Augustus 1914.
Hierdoor zal worden tegemoet gekomen
aan de gerechtvaardigde verwachtingen van
het reservepersoneel, dat de jaren voor be-
wezen diensten onder moeilijke omstandighe-
den op billijke wijze worden vergoed.
De Ei n i s t e r aanvaardde dit niet,
omdat hij geen terugwerkende kracht aan de
wet kan geven
Ove
stemd.
geven.
dit amendement wordt heden ge-
De vergadering werd verdaagd tot heden
elf uur.
DE KGN1NRL1J KE FAMILIE NIAAR
EiNG ELAND.
Rydal Hall, bij Ambleside!, waar de Ko-
ninklijke familie verscheidene weken door zal
brengen, is het verMijf van majoor Le Fle
ming, den „high sheriff" van Westmorland
sedert 1878. Hij is vroeger majoor geweest
van de Westmorlandsche en Cumberlandsche
Yeomanry Cavalerie.
De Prins heeft vandaag zijn vertrek
Het was alles een heel ander leven dan ik
mij had voorgesteld toen ik jong was
achttiaa en een half jaar, meen ik.
Nu ben ik drie^en-twintig. En't is best mo-
gelijk, dat ik nog veertig jaren' voor mij heb,
nog somberder en neerslachitiger dan deze
zes jaar geweest zijn! Ik heb mij natuurlijk
niet alfjdi too somber gevodd. Soma dacht
ik dat iemand zelfs op zijn drie-en-twintig-
ste jaar nog wel eens iets opwekkends onderv
vinden kan.
O, mijn grillig gesternte! Heb ik geen ge
lijk, gehad? Opwekkend? Dat zal waar zijn
maar laat ik begimnen met deze trein-
reis, want dat is de aanvang van alles ge
weest.
Toen de trein de Noorder voorsteden van
Londen voorbij was, begon ik wat kalmer en
bedaarder te worden. In ieder geval, hier zat
ik. Het was mij dan toch gelukt den trein te
halen. Mijn bagage was gemakkelijk te tel-
lenniets anders dan het valies, dat de
kruier miji achterrfa geworpen had. En tot-
dat ik overstapte kon ik tenmiinste genieten
van het gemak en de afzondering van een
leegen eerste klasse wagon.
Leeg? Neen. Toen ilk opkeelc naar het net,
zag ik, dat er al bagage in lag; een valies
van varkentleer, heel nieuw en heel netjes
met gouden initialen „V. V." Er lag aok nog
te VGravenhage vertoefd voor afdoening
van nog eenige Roode Kruis-zaken.
Op deh vastgestelden tijd zijn gistermidL
dag de Koningin en Prinses Juliana met
den trein van Het Loo aan het Maasstation
te Rotterdam aangekomen. Met de Koningin
en de Prinses waren in het Koninklijke rij-
tuig.gezeten freule Sloet, freule Van Swinde-
ren en mej. Berger, een Fransch meisje, dat
aan de Prinses ondorricht geeft in de uit-
spraak van de Fransche taal.
Bij aankomst van den trein werd de Ko
ningin begroet door den Prins, die eem half
uur te voren met zijn adjudant den heer La-
man Trip per auto uit Den Haag aan het
irion was gekomen. Prins Hendrik
i n d:
een beige
Eorten bont-
stoomschip Is kapi-
iffideren on-
MaasStat
was in civiel. De Kom
reiscostuum, een bruinen hoed en
mantel.
Buiten het statbn had zich een talrijk pu-
bliek opgestekL dat de Koninklijke fannlie
met luiae hoera s begroette.
In open auto's werd langs diem Maaskamt
naar de Boompjes gereden (de hoofdeom-
missaris reed voorop), waar de Batavier V
tot vertrek geneed lag.
Commandant van net
tein W. J. Wilikens, die dezelfde o:
der zijn bevel heeft, met wie hij verleden jaar
met de Koningin de reis naar Noorwegen
heeft gemaakt.
De heer dr. A. G. KrSller en N. van de
Roemer, directeur van de firma Wm. H. Mul-
ler Co., wachten aan den valreep van het
schip de Koninklijke familie op. Ziji geleid-
deh de Koningin, den Prims en de Prinses
naar de op het hoofddek voor hen en hun ge-
volg gereserveerde salons en hutten.
Precies om 7 uur werden aan boord de
trossen losgegooid en zette de Batavier V,
geassisteerd door sleepbooten, zich in bewe-
ging, ter aanvaarding van de reis naar Em-
geland, waar de Koninklijke familie, zooals
reeds gemeld is, enkde weken zal vertoeven
op Rydal Hall, bij Ambleside.
Statig zwenkte het stoomschip de rivier op
en spoalig kreeg het zijn vaart, stroom-af-
waarts.
In de Boompjes was een' talrijloe menigte
bij een.
Bij het vertrek stond de Koningin met Prin
ses Juliana op het opperdek; met gewuif be-
antwoordde H.M. het gejuich van de menig
te op den wal, die langs de kade met de Ba
tavier V mieeliep.
Een vrij groot aarital passagiers eerste en
tweede klasse vertrok eveneens met de Ba
tavier V naar Engdand.
Naar de N. R. Ct. verneemt zou't in de be
doeling liggen, dat de Koninklijke familie de
terugreis uit Engeland met een van de stoom-
schepen van de Maatschappij Zeeland maakt.
CONGRES VOOR PHYTOPATHOLO
GY EN TOEGEPASTE INSECTEN-
KUNDE TE WAGENINGEN.
Dinsdagmorgen werd de conferentie
voorigezet.
De heer N. van Poeteren, inspecteur,
Ibooofd van (fan pi an tmzidktenlkundi gett
dienst, sprak over: Inrichting en werking^
van den plantezidcteniundi gen dienst in
Nederland.
Dr. Reh sprak over: IDe ovedbrenging
van insecten.
Vervolgens werden door het personeel
van den Plantenziektemkundigen Dienst ver-
scbillende diemonstraties uitgevoerd.
Des middags sprak een Engelschman uit
naam van Sir. J. Russel, die zelf verhinderd
was, over: onismetting' van den grond.
Daarna sprak dr. J. Bernatsky, Honga-
rijfe, over: fouten en misbniilten bij de be-
oordeeling van bestrijdingsmiddelen.
Prof. dir. O. Appel, Duitschland, sprak
over: Het onderwijs in de toepassing der
plantenziektenleer.
IDaar prof. A. de Jactzewski, Rusland, niet
had kunnen komen, vervielen da door hem
te 'houdien voordrachten en was het congre%
voor wat Wageningen betreft geendigd.
De film „Nederland", van de vereemging
Nlederland in den Vreemdie, Zondiagavond
vertoond, werd door de comgressdsten uit
den vreemde zeer aardig gevonden.
Op de voordirachten volgdlen vele discus-
sies. Zoo naar aanfleidinig van de voordrach-
ten van dr. Howard en van dr. Reh.
Niadat enkele aanwezigen hun meening
hadden te 'kennen gegeven, sloot de voorzit-
ter de discusSies am' die te Baam, wanneer
een paraplu in met een grooten, heel natuur-
lijken kop van een papegaai, smaragdgroen
met roode oogen van juweefan.
De reizigster, eigen area van die zaakjes,
was zonder twijfel rijk. Voor haar sprak het
zeker van zelf eerste klasse te reizien.
Ik zat mij allerlei voorstellingea te ma
ken van mijn medereizigsber op grond van
die bagage alleen. Was zij een vrouw van
de wereld? Was ze mooi of elegant en net
jes gekleed door een kamenier, die misschiem;
ook in den trein zat, maar dan in de derde?
Was ze jong?
En toen kwam er een schaduw voor het
licht uit de zijgang. Er verscheen een ge-
daainte voor hte portier. Kom binnen, me-
dereizigster
Ik waagde een blik naar haar op te slaan,
toen zij in het hoekje tegenover mij ging zit-
ten. Zij was, wat ik dadelijk niet zonder ge-
noegea voor mij zelf uitmaakte, „een Vizi-
oen, een Verschijning!"
Maar laat ik beginnen met between mij het
eerst in het oog viel de laarzen van het
Vizioen. Zij waren buitengewoon hooge,
glimimende, verlakte laarzen, op zij geregen
met witte veters en witte vetergaafjes, met
twee groote, coquette, vuurroode kwaaten
aan de pun&
Wiardt vervolgd