een andere reveling hebben ssrgeaomeo, ver-
moeddijk op voorbeeld. van andere gemeflten.
De peusioenwet maakt oen uitzondering al-
l&n voor Minister# en Consulaire Amtotena-
ren De Ministers krijgen pensioen. ingevai
van af trading; de Consulaire Ambtenaren
eerst na 35 jar en dienst.
Voor Ministers bediaagt het pensdoen voor
ieder dienstjaar ll±a van den pensioengrond-
siag, met een maximum van J 6000.
Bestaat er nu gelijkheid tusschen de positie
van Minister en van Wethouder? In heit al-
gemeen en voor steden als Alkmaar onzes
inziens niet.
Degeen die het Ministerambt aanvaaxdt,
heeft niet alleen oneindig zwaarder en belang-
rijker taak en hooger positie; maar hedt
daareuboven zich uitsluitend aan die
Staatstaak te wijden. Hij moet daarvoor in
den regel al zijn andere betrekkingen opoffe-
ren. Hij moet zijne woonplaats in den Haag
vestigen. De positie van Minister is een zeer
exceptioneele. Het schijnt dus minder juist
de exceptioneele bepaiingen, voor den Minis
ter gemaakt, toe te passen op den Wethouder.
Even onjuist schijnt het zocder meer de be
paiingen van het bedrag van het pensioen
(sub IV) en van de toekennmig dadelijk na al-
treding (sub V) over te nemen.
In dit opzicht moet gezocht worden, naar
het oordeel van de meerderhedd dler Commis-
sie, naar een regeling, die meer speciaal billijk
gcacht moet worden voor de Wethouderspenr
sionneering. De moerderheid der Commissie
zou dan de volgende regeling kunnen aanbe-
vclen:
lo. Toekenning van pensioen' op den
grondslag van 1/,o deed der wedde per jaar,
met een maximum van 11/j0 van het tracte-
ment, te bereiken derhalve in 12 jaar, met
behoud overigeiis van de bepaiingen van art.
2 van de voordracht.
2o. Ingang van het pensioen eerst op 65-
jarigen leeftijd, niet dus met den diag, waarop
zijn jaarwedde eindigt (art. 9).
3o. Behoud van het weduwe- en weezen-
pensioen overeenkomstig art. 8.
Sub VI
Wat kan de Wethoudierspensionneering de
Gemcente kosten?
Burgemeester en Wethouders wenschen te-
rugwerkende kracht tot 1 Januan 1915
Waarom hebben zdj niet laten uitrekenen
welke kosten dat dadelijk met zich zoui bren-
gen. Waarom geen becijfering gegeven hoe
veel aan pensioen dadelijk reedls zou moeten
worden betaald, als de tegenwoordige Wet
houders met September mochten aftreden en
niet als zoodanig mochten worden nerbe-
noemd?
Welkc zijn de middelen tot dekkinig Bur-
gemeester en Wethouders gaan anders ult van
het goede systeem, dat gcen uitgaven gevo-
teerd mogen worden, wamneer de middelen
tot dekking niet worden aangewezen.
Hoe zullen deze middelen tot dekking te
vinden zijn? Zal men een afzonderlijk pen
sioen vormen? En zoo ja, volgeus welke be-
ginselen? Het Wethouderspensioen zou duur
kunnen worden en goed beleid brengt mee,
dat tijdig voor de komende lasten wordt ge-
rcsc rveerd.
Wenschclijk wordt het door de Gommissie
geacht dat omtrent een en ander door Burge
meester en Wethouders aan den Raad de nco-
dige inlichtingen worden verstrekt.
Alkmaar, 16 Maart 1923.
De Commissie:
(get) W. C BOSMAN
G. T. M. VAN' DEN BOSCH.
J. RINGERS.
De burgemeester zegt in bijlage 113 het
volgende:
Uwe Vergadering stelde den lsten Juni
1922 het voorstel van Burgemeester en Wet
houders betreffende de pensionneering van
Wethouders en van hunne weduwen en wee-
zen, opgenomen in bijlage nr. 48 tot het ver-
slag van's Raads handelingen over 1922, om
praeadvies in handen van een Commissie, be-
staande uit de heeren mr. W. C. Bosman, G.
Th. M. van den Bosch en J. Ringers, leden
van den Raad.
Het rapport, dat deze Commissie den 16en
Maart 1923 uitbracht, werd in handen van
Burgemeester en Wethouders gesteld, met
uitnoodiging, de door de Commissie gestelde
vragen te beantwoorden en overigens de be-
handeling van deze aangelegenheid verder
voor te bereiden.
Met het oog op den inhoud van het rap
port, dat Burgemeester en Wethouders zou
nopen, over eenige min of meer principieele
punten met de Commissie in discussie te tre-
den, heeft het Colege er de voorkeur aan ge-
geven, ook de schriftelijke behandeling van
dit onderwerp geheel. aan m over te laten
Ik twijfel niet of Uwe Vergadering zal dit
standpunt billijken en er derhalve genoegen
mee willen nemen, dat hierna eenige beschou-
wingen volgen, waartoe de vragen der Com
missie mij aanleiding hebben gegeven.
De Commissie heeft zich achtereenvolgens
de volgende vragen gesteld:
I. Behoort tot pensionneering der wethou
ders te worden overgegaan?
Hoe gewichtig deze vraag en de daaraan
in het rapport gewijde opmerkingen ook zijn,
ik geloof niet, dat Uwe Vergadering het mij
ten kwade zal duiden wanneer ik mij van het
uitspreken van een oordeel daaromtrent thans
ontihoud, aangezien door Uwe principieele
beslissing is komen vast te staan dat Uwe
Vergadering de mogelijkheid van pensionnee
ring naar een algemeene regeling in het leVen
wil roepen.
Slechts zou ik mij willen veroorloven er
op te wijzen, dat in verschillende gemeenten
een pensioenregeling voor wethouders bestaat
en dat derhalve overwegingen gelijk aan die,
welke tot Uw besluit hebben geleid, blijkbaar,
en reeds geruimen tijd, bij vele Gemeentera-
den instemming hebben gevonden.
II. Hoe groot behoort de terugwerkende
kracht te zijn?
Hier moet blijkens art. 14 der ontwerp-ver-
ordening tweeeerlei worden onderscheiden,
n.l. lo.van wanneer af behoort de tijd van
waarneming van het ambt mee te tellen voor
de vaststelling van het recht op en het be
drag van het pensioen; 2o. van wanneer af
zal het aldus berekende pensioen worden uit-
betaald?
Deze. twee tijdstippen kunnen natuurli]k
zeer wel verschillend zijn. Het voorstel van
Burgemeester en Wethouders noemde als
eerste tijdstip 1 Januari 1915, als tweede 1
April 1922. Dit laatste tijdstip was gekozen
d« veraotdflijke datum, waarop de v«r-
ordening vastgesteld zou zijn. Nu dit zooveel
later is. hebben Burgemeester en Wethouders
dit gewijzigd in 1 September 1923. Eersthe-
doel tijdstip wenscht de Commissie te zien ge
steld op 1 Januari 1921. Hierin hebben Bur
gemeester en Wethouders aanleiding gevon
den U in overweging te geven dit tijdstip te
stellcn omstreeks op dat van het begin der
tegenwoordige zittingsperiode van den Raad,
n.l. op het kwartaalsbegin 1 October 1919.
In dezen zin is derhalve het voorstel gewij
zigd. x
III. Behoort weduwen- en weezenpensioen
te worden toegekend?
Met de meerderheid der Commissie meen
ik, dat indien men tot pensionneering van
wethouders overgaat, de daarvoor aan te
voeren gronden ook moeten leiden tot het toe-
kennen van een pensioensaanspraak aan hun
ne weduwen en weezen.
IV. Moet naast ouderdoms- en invalidi-
teitspensioen ook een pensioensaanspraak
worden gegeven wegens laugdurigen dienst
a.onafhankelijk van den ouderdom?
Art. 2 der ontworpen verordening kent:
a. ouderdomspensioen;
b. pensioen wegens langdurige ambtsver-
vulling onafhankelijk van den ouderdom;
c. invaliditeitspensioen.
Hiermee kan de Commissie zich blijkbaar
niet geheel vereenigen. Het is mij echter niet
geheel duidelijk, wat de Commissie erin
wenscht veranderd te zien. Zij stelt als eisch:
ingang van het pensioen eerst op 65-jarigen
leeftijd. Doch sub a werd reeds aan dezen
eisch voldaan. De Commissie brengt den
door haar gestelden eisch in onmiddellijk
verband met den eersten zin van, art. 9 en is
wellicbt daardoor op een dwaalspoor ge-
bracht. Dit laatste artucel bepaalt niets an
ders, dan den juisten dag van ingang van
het pensioen, te weten indien overigen# vol
gens art. 2 aanspraak op pensioen bestaat
Over die aanspraak zelve bepaalt het niets
daarover wordt in art. 2 beslist. Ik«geef ech
ter toe, dat de eerste zin van art. 9 nog dui-
delijker kan,worden geformuleerd; ook Bur
gemeester en Wethouders zijn bij nadere over
weging van oordeel, dat deze als volgt be
hoort te worden gelezen: „Het pensioen van
den wethouder gaat in met den dag volgende
op dien, waarop zijn jaarwedde eindigt, be-
halve in het geval, bedoeld in art. 2, sub a,
wanneer althans bij het einde der ambtsver-
vulling de wethouder den 65-jarigen leeftijd-
nog niet heeft bereikt; alsdan gaat het pen
sioen in. biji het bereiken van dien' leeftijd."
Mocht de Commissie evenwel bedoelen te
zeggen, dat het sub b gestelde naar haar
oordeel geheel behoort te vervallen, dan meen
ik, het volgende te mogen opmerken: De Pen-
sioenwet 1922 kent de sub b genoemde aan
spraak slechts voor Minsters bij hun aftre
den als zoodanig en voor ambtenaren, wier
betaetoking wdfofi opgeheven. De beslissing
of een wethouder zijn ambt behoudt is mede
afhankelijk van politieke invloeden. In dit op
zicht is zijn positie geheel met die van een
Minister te vergelijken. Zij heeft wellicht ook
eenige overeenkomst met de positie van een
ambtenaar, wiens bijzondere taak niet meer
met de gewijzigde inzichten in overeenstem-
ming is en die derhalve wordt ontslagen. En
de pensioenregeling voor de Ministers, fen alle
mij bekende pensioenregelingen voor wethou
ders in andere gemeenten bevatten dan ook
de sub b bedoelae aanspraak.
De Commissie verdedigt haar meening met
de opmerking, dat een Minister een volledige
dagtaak heeft en' een wethouder niet. Dit is
natuurlijk juist, doch zou ten hoogste een re-
den kunnen zajn, om de sialarieering van de
wethouders, gelijk deze op het oogenblik ge-
regeld is, en hunne pensionneering geheel af
te wijzen, niet om, indien men in beginsel tot
die pensionneering besluit, het goed recht
van bestaan der aanspraak sub b te ontken-
nen. Voor het ibewijs van diiit goed recht van
bestaan gaat de vergelijking van een Minis
ter met een wethouder volkotmien op: beider
ambtsduur ondergaat nog een anderen in-
vloed, dan die van geschiktheid, validiteit en
ouderdom. Indien men dit erkeni, zal de aan
spraak sub b niet gemist kunnen worden.
Analogie in dit opzicht bestaat er ook met de
leden der Tweede Kamer, die sedert de
Grondwetsherziening van 1917 bij hun af
treden) pensioen ontvangen.
lets anders is natuurlijk of men een ambts
duur van 4 jaar wellicht te kort acht voor het
doen ontstaan der aanspraak op dien grond.
Ik geloof intusschen, dat die terrnijn niet te
kort genomen is. Bijna overal elders is dit
tijdperk evenlang of zelfs korter. Een ge-
meente, waar dit tijdvak langer is, is mij niet
bekend. Ik meen derhalve U in overweging te
moeten geven, het voorstel van Burgemeester
en Wethouders op dit punt ongewijzigd te
aanvaarden.
V. Hoe groot behoort het pensioen te zijn?
Het voorstel van Burgemeester en Wet
houders luidt: 1/i4i der jaarwedde per maand
Handen ztfn bestemd
om mede te werken en
vuil te worden..
Wasch z& met LIFEBU07
Zeep ab het werk ge.
reed ben xij zullen
blank en zacht blijven
De qczondheidsqeur
von LIFEBUOY
to heerJijk..
or itvix* ztep
De regeling, gelijk zij thans, met inachtne-
ming der door Burgemeester en Wethouders
aangebrachte wijzigingen, luidt, zal de ge-
meente op het tijdstip harer vermoedelijke in-
werkingtreding nog niets kosten. In verband
hiermede kan thans art. 15 der ontwerp-ver
ordening komen te vervallen; art. 16 wordt
art. 15; deze wijziging brengen Burgemees
ter en Wethouders derhalve eveneens in hun
voorstel aan.
Op de vraag, hoeveel de regeling in de
toekomst van de gemeentekas zal vergen.
moet het- antwoord achterwege blijven. Voor
een antwoord, dat aanspraak zou maken op
eenige nauwkeurigheid, zouden statistieken
beschikbaar moeten zijn, betreffende den ge-
middelden ambt duur van een Alkmaarschen
wethouder, den gemiddelden leeftijd, waarop
te Alkmaar een wethouder het ambt verlaat,
en den gemiddelden leeftijd, dien een Alk-
maarsche wethouder of oud-wethouder pleegt
te bereiken, om nu van andere factoren als
b.v. de samenstelling van het gezin, nog te
zwijgen. Deze statistieken staan niet ter be-
schikking; de Commissie heeft ze blijkbaar
ook niet. Voorzoover zij zouden kunnen wor
den samengesteld, zouden zij ook weinig
waarde heben, daar het statistisch materiaal
daarvoor te weinig omvangrijk is: het be-
treft een te gering aantal personen.
Derhalve kan ook moeilijk een fonds ge-
vormd worden, daar een basis voor de bereke-
ning der jaarlijksche bijdrage aan dit fonds
niet te vinden is. Ik meen evenwel, dat dien-
aangaande geen ongerustheid behoeft te be
staan. De jaarlijksche uitgaven terzake van
deze pensionneering kunnen bezwaarlijk van
dien aaird1 wondlen, dlat zij niet zeer well ieder
jaar ten laste van de begrooting voor dat
jaar zouden kunnen worden gebracht. Men
kan trouwens de zaak ieder jaar weer op-
nieuw bij het vaststellen der begrooting on-
der de oogen zien. Dat in eenige andere ge
meenten tot fondsvorming zou zijn overge
gaan is mij dan ook niet bekend
Ten slotte dienen tengevolge van het sedert
dien inwerkingtreden van de nieuwe Pensi-
oenwet de beide laatste alinea's van de over
weging van het ontwerp-raadsbesluit vervan-
gen te worden door de woorden: „Gelet op
art. 163 der Pensioenwet 1922, S. 240."
Ik meen, dat thans de mondelinge behan
deling van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders kan worden voortfezet.
met een maximum van derhalve 1/n_ per
jaar en het maximum van of bereikt In
8 jaar.
De Commi -ie stelt v66r: Vuo per maand
met een maximum van */s; derhalve Vjo per
jaar en het maximum van *U of 13/»o bereikt
in 12 jaar.
Volgens het voorstel van Burgemeester en
Wethouders zou het pensioen bij een jaar
wedde van 2000 na 4 jaar 666.66 bedra-
gen en een maximum kunnen bereiken in 8
jaar van f 1333.33.
Volgens het voorstel der Commissie zou
het pensioen na 4 jaar f 400 bedragen en een
maximum kunnen bereiken in 12 jaar van
1200.
In andere gemeenten vindt men op dit punt
de meest uiteenloopende 'regelingen; zoo
wordt aan pensioen toegekend voor elke
maand' van den zittingstenmjn ©.a. 1/,«1 diet
jaarwedde (Utrecht), Vi»» (Helper), '/an
('s-Hertogenbosch) en V>88 (Velsen). Volgens
deze regelingen zou een maximum van s/»
bereikt worden respectieyelijk i«a 8, 10'/3, 12
en 16 jaar. Het maximum is gewoonlijk
een lager maximum trof ik nergens aan; wel
een hooger: in Velsen kan n.l. (blijkbaar als
compensatie voor' het ongewoon lage pensi-
oenbedrag per maand aldaar) het pensioen
tot het voile bedrag der jaarwedde stijgen.
Ik meen dat er geen aanleiding bestaat tot
wijziging van het oorspronkelijk voorstel van
Burgemeester en Wethouders ten deze.
VI. Hoeveel zal die pensionneering op het
oogenblik kosten? Hoeveel in de toekomst?
Moet er niet een reservefonds gevormd wor
den?
EEN TIKJE CREME
een borstel op en neer
Usofgetoovert.want een glans
siert Uwe schoenen. weer.
BENOEMING LEERAAR GYMNASIUM.
Ter herbenoemiug voor den; cursua 1923/'24
worden voorgedragem:
I. als leeraren in de klassieke talen aan het
Gymnasium:
a. de heer P. Brommer;
b. de heer H. A. Teuwisse.
II als leeraar in de Natuuriyke Historie aan
diezelfde onderwijsnnrichting,
de heer J. W. Wichers.
INBRENG VAN GRONDEN IN HET
GRO NDBEDRIJF.
In bijlage 116 stellea B. en W. voor te beslub
ten:
a. te rekenen met ingang van 1 Januari 1923
in te brengen in fact grondbedrijl d'e per«
ceelen, kadastraal bekend in Sectie A 3940
(ged.); B 3356, 1201, 3106, 3889, 3481; F
1076, 304, 1075, 1742, 2336, 507 (ged.), 1860,
2141, 2313 en 1527, alle vermeld op de bij
dit besluit behoorende lyst, ter gezamenlij«
ke grootte van 252.91 H.A.;
b. de sehuld, op cEe gronden rustende, vast'ta
etellen op het in genoemde lijst aangege*
ven totaalbedrag van 41159.95.
HULDIGING VAN D». \TNKI.
Galijk bekend, heedt zich eenige weken gele«
den hier ter atede een comitfe gevormd, dat
zich ten doel stelde om den heer da. H. E.
Vinke bij diens vertrek uit onze stad een huh
deblijk aan te bied'en. De oproep om daartoe
vmee te werken heeft bij een groot aantal stad*
genooten weerklank gevonden, zoo dat met
recht kan worden gezegd, dat de heele gemeen*
te aan de hulddging meewerkte.
Het oomiti bovengenoemd had teg en Zftter*
dagmiddag 3 uur alle belangstellenden uitge*
noodigd samen te komen in de Groote kerk,
waar de huldiging zou plaats hebben.
Een z66 groot getai had aan die uitnoodiging
gevolg gegeven o.a. de heer mr. Wendelaar,
burgemeester, en echtgenoote en een tweetai
collega's van ds. Vinke dat men zich ver»
eenigde op het koor en niet in de oonsistorie,
omdat deze de groote schare niet kon omvat*
ten.
Ten drie ure nam do voorzitter yan het co»
rnitd, mr. A .M. Ledeboer, hot woord, om den
vertrekkenden predikant met warmte te dan*
ken voor al zijn. werk, door predikatie, catechi*
-satie, huisbezoek, troostwoorden bij ziekte en
overlijden, verricht in het belang van het gees*
telijk leven der gemeen te. Spr. noemde het een
groote eer om thans dien dank te mogen uit*
spreken tegenover hem, dien alien kennen als
zich nooit op den voorgrond te plaatsen,
Alvorens zijn toespraak te vervolgen, ver*
.zocht spreker den aanwezigen te zingen Gez.
'194 1 en 5, waarop hij voortging met te zeg*
gen: Is het wonder, waar zooveel stof tot dank*
baarheid bestaat, dat wij daarvan wenschen te
■getuigen? Wij hebben stemmen vernomen, die
hunne verbazing uitspraken over het aanne*
men van het beroep naar Zimdert, maar, vroeg
-spr., blijkt daaruit niet juist de groote liefde
tot U? Het is niet aan ons om een oordeel te
geven over uwe beslissing in dezen, het is een
van Gods wegen en Hij z«l er wel Zijn redeu
voor hebben om u weer terug te doen kerrsn
naar uw geliefd N.»Breb«nt, waar ge jaren
iang, met name te Prinsenhage, hebt gewerkt.
Dan herinnerd'e mr. Ledeboer er aan dat ds.
Vinke elk huldeblijk had afgewezen, maar toen
bleek, dat men daar niet van wou afzien, had
gevraagd de opbrengst van de inschrijving te
bestemmen tot restauratie van de Groote kerk.
Hiermede waren echter eenige tonmen ge*
moeid en bovendien zou die restauratie te
lang duren. Ten slotte had ds. Vinke dan ver*
zocht een verfraailng in de Kapelkerk aan te
brengen door een raam nabij den preekstoel.
Nadat spreker nog had gememorecrd dat de
jgrootvader van ds. Vinke reeds predikant in
Alkmaar was geweest, werd het doek van de
geschenken weggenomen en toonde mr. Lede*
boer een teekening van het raam, dat vervaar*
digd zal worden door den heer W. Bogtman te
Haarlem, die reeds eerder twee ramen in de
Kapelkerk plaatste. Et zal in beeld worden ge*
bracht de gelijkenis van den Barmhartigen
Samaritaan, terwijl de tegenoverliggende ruim*
te is gereserveerd voor een andere gelijkenis,
door ds. Vinke op te geven. Aan den onder*
kant zullen nog worden geplaatst de jaartallen
19001923 eri het wapen der familie Vinke
met daaronder: ,,Ds. H. E. Vinke. De daakba*
re gemeente".
Een naamlijst, geteekend door den kunste*
naar C. D. van Reijendam, zoon van dan
kerkvoogd, bevattende de namen van alien
(meer dan 200) die hebben bijgedragen tot
het huldeblijk, ging daarbij en zal ds. Vinke
worden overhandigd als er een lijst is omgezet
Als persoonlijk geschenk bood mr. Ledeboer
aan een reproductie in lijst van een ten zijnen
huize hangende, door ds. Vinke vaak met be*
wondering beziohtigde schilderij van Bosboom,
voorstellende een interieur van do Groote
kerk.
Het was spT. een groot genoegen door een
en ander te lcurnen getuigen van de hoogach*
•ting, ds. Vinke toegedragen.
Hierna zongen de aanwezigen op verzoek
van mr. Ledeboer den vertrekkenden predi*
kant en de zijnen staande toe Ps. 121 4, „De
Heer zal U steeds gade slaan".
Hierna nam ds. Vinke het woord. Het eerst
richtte hij zich tot mr. Ledeboer, die het hulde*
blijk namens de gemeente en enkelen van bui*
ten had aangeboden. Nooit had spr. gedacht
aan een huldiging; de manier waarop zij plaats
had, had spr. goed gedaan. Dan getuigde spr.,
dat Alkmaar hem in den loop van zijn bijna
23*jarigen arbeid alhier lief is geworden.
De teekening van het raanq vond hij sohoon
!en doeltreffend. Uitnemend is het dat daarin
is weergegeven een gelijkenis, een van Jezus
heerlijke leerstukken.
Spr. stelde het op hoogen prijs dat de bur*
gemeester aanwezig was met zijne echtgenoote.
Dit bewijst, dat hij meeleeft met ons dezen on*
vergetelijken dag. Steeds heeft de heer Wen*
delaar zioh tegemoetkomend betoond en dit is
altijd zeer door ons gewaardeerd.
Dankibaar was ds. Vinke voor wat sprcekt
uit het hart der gemeente. Al verlaat ik deze
stad, aldus spr,, om te gaan naar een kleine
dorpsgemeente, Alkmaar zal ik nooit vergeten
daarvoor heb ik hier te veel lief en leed door*
leefd.
De teekening van het raam droeg spr. over
aan den president*kerkvoogd, den heer P. J.
C. van Toomenburgh, met verzoek om voor de
plaatsing van het raam te willen zorgen, dat
den band tusschen het geslacht Vinke en de
herv. gemeente van Alkmaar versterkt. Met
trots sprak ds. Vinke van dezen band, omdat
zijn grootvader hipr reeds al's predikant werk*
zaam is geweest.
Spr. bracht de geliefde gemeente dank voor
haar blijk van groote sympathie en de commis*
sie voor haar arbeid en toewijding.
Na nog een woord van dank te hebben geuit
voor de reproductie van de mooie schilderij bij
wier beschouwing spr. steeds ook dacht ian do
echtgenoote van dien schilder, de beroemde
mevr. Bosboom—Toussaint, eindigde ds. Vinke
met de woorden: Ik bid dat God U geve wat
noodig is voor tijd en eeuwigheid.
Voor het kerkbestuur sprak hierop de heer
van Toomenburgh, die namens dat college het
geschenk dank'baar aanvaardde.
Aangenaam vond spr. het, dat ds. Yinke het
hem geboden huldelblijk had omgezet in een
herinnering aan wat hij hier ter etede heeft
verricht.
Kerkvoogden stellen grooten prijs op het
^im, omdat het iets is voor de heele gemeen*
te, zonder onderscheid van stand of rang of
leeftijd.
Wij stellen ons voor, zei spr., dat het raam,
straks geplaatst in overleg met u, spoedig om
een tweede vraagt. De kerkvoogdij heeft geen
geld voor die verfraailng. maar het zal *oor de
gemeenteleden een mooie zaak zijn on daar*
aan mee te werken. Iedereen kan dtarvoor
iets geven, zonder juist de stad mitterwoon te
verlatem.
Dan schetste spr. de aangenams verhouding
tusschen het kerkbestuur en den predikant en
bracht dezen daarvoor dank. Hij hoopte dat ds.
Vinke in Zundert een aangenamen werkkring
toocht vinden en er zich met de zijnen geluk*
kig zou gevoelen, opdat zijn lerensavond ge*
lukkig zij. Spr. verwachtte, dat ds. Vinke nog
wei eens in Alkmaar zal terugkomen en hoop*
te, dat hij dan zijne schreden zfu richten naar
de Kapelkerk.
De heer van Toomenburgh besloot zijn toe*
spraak met de beste wenschen uit te spreken
voor de fam. Vinke op haren verderen levens*
weg.
Het kerkelijk zangkoof, dat reeds eenige ja*
ren onder leiding van den heer J. F. de Haas
werkt in de richting van verbctering van het
kerkgezang, zong hierop den ..Apostolischen
zegen": „De Heem zegene en hoede U", enz.
De plechtighei'd was hiermede afgeloopen,
waarna alle aanwezigen gebruik maakten van
de gelegenheid om de verschillende geschen*
ken van nabij te zien. Daarbij wetd rficnig har*
telijk woord tot de vertrekkenden gericht en
werden warms handdrukken ten afscheid ge*
wi'seld.
Dat het de familie Vinke wel gal
Wij vememen nog, dat de jomgens uit het
weeshuis aan ds. Vinke een door hen zelf ver*
vaardigden kapstok aanboden, terwijl do wees*
meisjes daarvoor een eveneens eigengemaakt
kleed gaven.
De bewoners van het hofje in de Doelen*
straat (hoek Koningsweg) schonken een kope*
ren kaarsenkroon.
AFSICHEID Ds. VINKE.
Oiisifieravondi predate Ds. Vinike in de
Gtroote Kerlk. zijn afscheid. Vele belangstel-
lendm waren 'kenkwaarta gekomen, om den
sympathieken predikant voor het laatst nog
eens te hooren.
Ds. Vinke heriimerde in zijn preefc aan het
vele wat hij' met zijn gemeente had doorleefd
en ondervonden, veel vreugde maar ook
leed- Tot tekst hadl spr. dezen keer gekozen
Tim. 6 vers 20: „Bewaar het pand1 u toebe-
trouwd". Nad'at' van gezang 55 de eerste 2
verzen gezongen waren, weidde spr. nader
over zijn onderwerp niL en na harteliike
woord'en, d!ie getuigiden hoe moei'lijk hem1 het
sdieiidfen viel, tot de gemeente te hebben
spraken, wend! op zijn verzoek gezrangen
zaing 316, verzen 1, 2 en 3.
Hierna siprafc Ds. Vinke zijn ambtshroe-
ders toe, in het bijzonder Ds. Verwaal, met
wien hij het langst had samengewerkt. Ook
Ds. die Pree bedankte spr. voor de aange-
name samenwertdmg eveneens 'Ds. Baar, met
wien hij. ondanks andere persoonlijke inzich
ten een pretrigen omgang had onaethouden.
Ouderlingen dankte spr. voor dfe belangstel-
linig hem altijid) betoond, diaikenen' voor wat
ziji voor de Armenzorg hadden gedaan, me-
de kerkvoogden en notabelen, d'ie in deze
tijidien, nu de kerk gerestaureerd1 moest wor
den' zuilik een mioeilijlke taak hadden te ver-
vu'llen. Oiok heeren organisten, voorlezers en
kostens bracht spr. zijn opreohten dank,
medle ziijn ringbroedlem, wier tegenwoordig-
heid spr. zeer op prijs stelde. Ook de broo
ders van de 'Inwendige Zending werden
niet vergeten en aan het einde van zijn taak
gekomen, zegende spr. voor het laatst zijin
gemeente, Kon'ingin. regeering en het hoofd
der gemeente, en lief van Oezang 22 het..
ls+c cn 3de vers zingen
Hierop nam' Ds. Verwaal het woord, na
mens alien dahkendfe voor de laatste bemoe-
digende, waarschuwendfe en vertroostende
woorden, die ds. Vinke hen voor b-un verde-
re leven had medle gegeven. Tot slot werd
Ds. Vinike Oezang 96 toegezongen, waarna
deze wedierkeerig dank zegoe voor' die harte-
lijlke woorden tot hem gesproken en een vaar
wel aan ieder toeriep.
GESLAAGD.
Onze stadgenoot de heer P. A. van Ros-
sem, leeraar aan de Rijks Hoogere Burger-
school en Handelsschool alhier, heeft met
gunstig gevolg t'e Amsterdam het candidaats-
examen afgelegd in de Romaansche taal en
letterkunde (Fransch.)
POLITIENIEUWS.
Zaterdag werd van het heerenkleedingma-
gazijn op den hoek van de Gedempte Nieuwe-
sloot en de Hoogstraat door een paard ge-
spannen voor een kar, de ruit van de voor-
deur vernield. De bestuurder heeft de schade
vergoed.
Zaterdagmiddag te omstreeks 2 uur, werd
de wielrijder H. O. van Heiloo in de Lange-
straat aangereden door een tweewielig motor-
rijtuig, bestuurd. door Ds. de L. van Oudkar-
spel, waardoor het achterwiel van de .fiets
werd vernield. De zaak wordt in der lninne
geschikt.
Zaterdagavond te omstreeks 8 uur had bij
de Vlotbrug een botsing plaats tusschen een
automobiel en een rijwiel, waardoor dit laat
ste ernstig werd beschadigd.
Zaterdagavond te omstreeks 914 uur ont-
stond in perceel 2de Kanaalstraat nr. 9 een
begin van brand, dooraat de vlam sloeg in
een nan met vet, welke op een kookstel stond.
De brand werd met eenige emmers water
gebluscht. De schade i^ gering.
RECTIFICATIE DAMRIUBRIEK.
De stand van't eindspel, dat volgens de
nieuwe speelwijlze moet worden opgelost is
als volgt: Zwart: schijf 41, dam- -46 Wit:
sch'ijven 23 en' 49, dlammen op 20 en' 28.
PRIJZEN IBEHAALD.
De R. K. Muziekvereeniging St. Caecilia
deelt ons mede, dat zijl op het Groot N'ati-
onaal ConcouTS te Koog-Zaanddjk in den
Manschwedstrijd een 2dm prijs heeft be-
haald met 7714 punten.
En in de 3de afd. 'H anmonie een 3den prijs
mjpt 200% punten.
TRAM UiIT DE- RAILS.
Zaterdagmorgen circa 11 uur geraakte
aan de neilooerpooirt een. wagen van de
paardentram uit de rails. Met vfereende
Icrachten werd de wagen, waarin zich geen
passagiers bevooden, w*xier in die rails' ge
bracht.
DOOR1 EEN DIUIZELINO OVERVAL-
LEN.
De 17-jariige mej. H., wonende in het
Rochdalekwartier, fietste Zaterdagavond on-
geveer 7 uur door de Nieuwpoortslaan
Plotseling werd zij door een duizeling over-
vallen en stortte van het rijwiel, waardoor
zij een 'hoofd'wond bekwam.
Iemand was zoo hulpvaardig haar naar
huis' te brengen.
Sub vn-
VlAOROlMGU*.
fobrihantcn v»n Sunlight »n lux