Alkmaarsche Gourant N.V, Bosk- en Handelsdrukkerij vi Herms. COSTER ZOOM, Dinsdag 17 Juli, Papa's footen. FEUILLETON. Id verkeerde schoenen. Voor het plaatsen van advertenties In andere bladen is nw adres: Voordam G 9, ALKMAAR. No. 1.66 1928 Honderd Y1JI en Twiitlgite Jaargang. Toen ik onlangs mijn vriend Oscar ont- moette, schrok ik. De man zag er zeer treurig uit; zware zorgen hadden blijkbaar zijn ziel gedrukt, die anders gold voor opgewekt. Ik had hem in langen tijd niet meer ontmoet. ,;Maar kerel. waarom kijk jjj zoo bedrukt? Wat is je overxomen?" „Niets," antwoordde hi], „wat zou mij nu overkomen zijn?" „Dan begrijp ik niet, waarom jij er zoo bearoefd uitziet. Je hebt 'n prachtig inkomen, bent met 'n puike vrouw getrouwd en bezit 'n aardig kereltje, dat voortreffelijk gedijt. Als ik me niet vergis, vierde hij onlangs zijn eersten veriaardag. En jullie bent te felici- teeren, dat t wisselvallige eerste jaar verstre- ken is." Oscar's bedrukt gezicht lichtte op. „Ja, de bengel gedijt voortreffelijk, 't is 'n plezier." Meteen was't licht van zijn gezicht weg. Zuchtend vervolgde hij: „Dat is't'm juist; de jongen ontwikkelt zich best en wordt groot en krachtig. Maar naarmate het kind groeit, naarmate ik meer aan mezelf ga twijfelen; des te Qntevredener word ik. Vroeger neb ik nooit bepaald over miizelve nageaacht; ik had er wel tijd voor gehad, maar ik ben nooit op de idee geko- men. Ik had niets op mezelf bepaald aan te merken. Maar nu observeer ik me elken dag; ik analyseer me ende resultaten zijn on- voldoende. Ik kom me heelemaal niet meer als 'n persoon voor, waarover men bepaald tevreden kan zijn." Ik was over Oscar verwonderd. „Maar hoe kun jij nu over jezelf naden- ken? denk toch liever over wat verstandigers na!" zei ik. „Asjeblieft geen grappen!" zei Oscar, ik zal je vertellen hoe dit langzamerhand geko- men is. V66r ongeveer een jaar werd onze jongen, Max, geboren. Toen Max een half uur oud was, zeiden mijn drie schoonzusters Agathe, Bertha, Cato (ik noem haar altijd maar mijn A.B.G) en mijn schoonmoeder: „wat 'n snoezig kind, wat 'n dot van 'n jon gen!" Ik kon dat toen nu niet zoo vinden. Max was rood als 'n kreeft en had veel van 'n klein aapje." „Dat is nooit andere," onderbrak ik Os car, „alle menschen zien er in de eerste le- vensdagen uit als apen. Maar bij sommigen gaat dat allengs weg." „Luister nu," zei mijn vriend weer en her- vatte: „Max groeide goed, na 'n paar weken vond Ik, voor mij, dat't een faijzonder mooi kind was. Maar nu had't dames-kwartet zijn op- merkingen." „Wat die jongen groote ooren heeft!" zei Agathe. „En wat staan ze ver van zijn hoofd," zei Bertha. „Goed, dat't een jongen is. Een meisje met dergelijke ooren zou vreeselijk zijn," vond Cato. „Die leelijke ooren heeft hij van zijn va- der," zij mijn schoonmoeder. „Schoonheids- fouten women altijd van den vader geerfd." „Weet je, beste vriend, ik had vroeger mijn ooren nooit zoo precies bekeken. Ik heb ze nu eens heel nauwkeurig bestudeerd. Nu ja, 't Is waar, groot zijn ze wel 'n beetje en ze staan 00k wat van 't hoofd af, maar wat doet dat er toe; groote ooren heeten 'n teeken van verstand. Niettemin was't mij toch pijnlijk, bij elke gelegenheid te moeten nooren: Jammer, dat hij die ooren van z'n vader heeft!" Het kereltje groeide inmiddels flink en er kwam wat meer teekening in zijn snuitje. Alleen 't neusje ontwikkelt zich niet," zei op zekeren dag Agathe. „Neen, 't blijft erg klein en stomp," jam- merde Bertha. „'n Echt knolmodelletje," von Cato, „ge- lukkig maar, dat't geen meisje is." „Die neus heeft hij van zijn vader," zei mi a schoonmoeder droog. Dus: eerst de ooren, dan de neus. Ook met mijn eigen neus heb ik me nooit bepaald inge- laten, alleen wanneer ik verkouden was. Nu ging ik op onderzoek uit. Inderdaad, heel Fmpcneerend was die niet. Maar ik bad er eigen'ijk nooit eemge waarde aan gehecht; na ainderde't ire bepaald te hooren: jam mer, dat hij die leelijke neus van zijn .vader heeft Maar de -neus bezorgde mij meer ellende dan de ooren, omwat het dames-kwartet ge- volgtrekkingen maakte, en zoo kreeg ik angst voor de toekomst. Naar hei EngeHsch, door Berta Ruck. 17) Lady Meredith, Zuster Phyllis en de dienstmeisjes ze zijn alien volmaakte en- gelen voor mij. Zij willen alles voor mij doen. behalve het verhaal van mijn lotgevallen aanhooren of mij iets geven om mee te schrij- ven. Wat kan ik doen? Op het oogenblik niets, dunkt-mij. Eenvoudig het „verdragen" en hier, om- ringd door al die weelde, blijven liggen tot- dat de snee in mijn voorhoofd gehccl genezen is en mijn arm uit den doek mag. Dan zal ik er iets op moeten bedenken om te ontglippen aan de Zuster en aan mijn vriendelijke, ongeloovige gastvrouw. Ik moet zien een telegram naar Londen te verzenden. Ja, ik zal telegrafeeren aan Cynthia Deane het meisje dat zoo trotsch was op haar verloofde die een ridderorde kreeg. Ik zal haar moeten vragen geld genoeg bij elkaar te krijgen om mij naar de stad te laten terug- keeren. Ik ken haar niet heel goed. Maar't is in ieder geval een oude schoolkameraad. Daarenboven, ik weet niemand anders aan wie ik het zou kunnen vragen! Zoodra ik kan.O! de eerste minuut ben ik weer in het Tr.huis voor de werkende vrouw en ik vat mijn gewone dagelijksche taak weer op zooals Zuster Phyllis het zeker zou noemen. „Bc had gehoopt, dat er uit mijn kleihldnd iets groots zou groeien," zuchtte mijn i ii,..n- moeder. „Dat is riet te verwachten," zei Agatbe vast overtuigd. „Met zoorn neus vast niet," decreteerde Bertha nog vaster van overtuiging. „Als 't nu nog 'n Grieksche of Romeinscbe neus was „Menschen met zulke stomp-neuzen komen nooit fovea 't heel gewone uit," verzekerie Cato „Zij zijn meestal traag en alaperig En nu hoorde ik mompelen, eerst vaag, langzamerhand duidelijker: Och, nemel, Max zal evenmin als zijn vader van eenige betee- kenis worden Deze woorden vervulden me zeer. Ik blikte in mijn vooorbij gegaan leven1 terug. En ik moet bekennen, eerzuchtig ben ik nooit ge- weest; groote plannen heb ik nimmer ont- worpen; ik ben altijd nogal op mijir gemak ge-steld geweest. Zou ik inderdaad'm traag, slaperig mensch zijn? Toen Max een half jaar oud was, bezoiigde hij ons weleens veel last. Hij schreeuwde some den heelen dag, was baloorig, sioeg met zijn vuisten om zich, been en toonde zich zeer outevreden. „Hij is stellig niet in orde", meende ik. „Maar mijn schoonmoeder spreekt bijna altijd tegen. Zij onderzocht het kind." >?Hij mankeert niets; de maag, is in orde «i er is nog niets van tanden, er is niet de minste reden, waarom hij zoo bruit." Agathe had blijkbaar 'a slechten dag. Zij brouide: „Hij is zoo bokkig, omdat bij een halstonig karakter heeft „Predes als zijn vader", riep Bertha. „Dat komt uit", bevesiigde Cato. „Oscar is verbazend" halsstarrig en twistziek. Herin- ner jullie je nog, toen we die groote wande- ling maakten en hij steeds een anderen weg nemen wilde. Eh toen we hem niet volgden, werd hij humeurig en kribbig." „Op die groote wandeling, mijn vriend, zijn wiji, omdat niemand naar mij wilde luis- ■teren, verdwaald en hebben wij 'n omweg van drie uren gemaakt Maar daaraan werd niet meer gedacht. Nu heette't alleen maar: „Ja, ja, die Max zal wel even humeurig en eigenzinnig worden." En weet je, als ik emstig mezelf observeer, geloof ik waarachtig, dat ik humeurig ben af en toe. En vroeger zou ik dat nimmer van mezelf gedacht hebben Onlangs, Max was juist 'n jaar geworden, had mijn schoonmoeder 'n interessant arti- kel gelezen over de hand als kemfierk van 't karakter. En toevallig hadden miijlni drie schoonzustens dit ook gelezen. Natuuriiijk werden nu de handen van mijn jongen on derzocht. ,,Kijk maar eens naar zijn duim; 't tweede lid is imtners veel1 te korit." „En ook erg plat", merkte Agathe op, „precies als bij zijn vader." „Duidt op een niet te vertrouwen karakter", legde Cato uit. „De vingers over 't algemeen zijn veel te plomp, niet slank genoeg", vervolgde mijn schoonmoeder. ,,Em de nagels der vingers zijn niet ge- weTfd, maar vlak, heelemaal1 als bij zijn va der", merkte Agathe opnieuw op. ,,Dergelijke handen bezitten menschen, zonder eeriiig kunstgevoel, louter materiaEs- ten", docecrde Bertha. „Nu, jullie herinnert je nog wet hoe Os car's bonding was toen nij met ons naar de muzieksthool toog", heriinnerde Cato. Max werd ontevreden tijdens't onderzoei: waarbij: de dames zijn handjes vasthieldeu. Hiji trok ze boos terug en sloeg om zich heen. Goeie hemel, wat die jongen kwaadaardig zijn kan!" riep mijn schoonmoeder. „Enfin, we wetien wel1 van wie 'hij' dat heeft", sprak het wijze A. B. C. En omdat het kereltje was begonmen te jammeren, mioest het Idndenneisje hem1 weg- halen. Oisteren had mijn schoonmoeder 'n zak biscuits voor Max meegebracht. Hij kreeg er 6en in't rediterhandje. ^Maar voor't linker wilde hiji er ook eentje hebben. En daar men hem geen andere gaf, werd hij razend. Mijn schoonmoeder was ontsteld. _„Hemell wat is't kind begeerigl" riep ze „HebzuchtIg!" verbeterdde Agathe. „Heelemaal zijn pap", fcnikte Bertha, „die wii ook alles voor zich hebben." „Ja, nietwaar?" jubelde Cato, „dure si- garen moet hij rooken eni zijn clubavonden moet hij hebben". „En hij heeft zelfs.mu een jacfatacte geno- men", vulde mijn schoonmoeder aan. En toot rekenden ze alle vier uit, hoeveel ik jaarlijks voor mijn persoon alleen en voor mijn spedale geinoegens uitgaf Ik heb deze rekening 'gecontrolderd. Eenige posten waren wel eemgszins te hoog aange- rekend, maar sommige klopten. En dat he»^t me aarzelend gemaakt. Zou ik dan toch 'n egoist zijn? Nooit en nimmer had ik dat vroeger van mezelf gedacht. Maar wat be- weent men nu niet alies over mij Ik heb grbote, afstaande ooren, 'n kartoffelrneus, die een onbeteekenend, traag, slaperig wezen kenmerkt. Ik ben eigenzinnig en anderen hebben last van mijn luimen. Ik heb geen begrip van kunftt, maar ben 'n ruw nuteri- eei individu en van onbetrouwbaar karakter boveodien. Eh ten slotte nog 'n grove egoist. Klopt dat nu, of klopt dat niet? Ik1 ltjd onder dozen twijfel. Ik leefde stil en teruggetrok- ken en nu zijn door mijn jongen, die mij toch zooveel vreugdeini geeft, deze zorgen over mij gekomen. Oscar zweeg: met 'n zware zucht eindigde hij zijn verhaal. Ik trachtte hem te troosten. „Dat is immers aEemaal maHighedd. Wan neer jouw Max eerst wat grooter geworden is, zullen alle deze vrouwen zich minder met hem bezighcuden. Wacht maar eena, totdat hij op school is, dan zul je eerst vreugde van hem hebben." Oscor keek me vcTSchrikt aan. Afwerend hief hij zijn hand omhoog en fluisiterde: JHteh je wel1 eens ooiit mlfn sdhoolrappor- iten igeziem? ..w - ProTinclaal nieuwa Alles is beter dan de ongewone taak zich patient te voelen in deze omstandigheden. HOOFDSTUK X. Een poging lot het verkrijgen der vrijheid. Hoera! Ik ben veel beter! Ze hebben het verband van mijn hoofd al- genomen. Ik zal er alleen een smal wit littee- kentje op mijn voorhoofd van overhouden, en zel'fs dat zal mettertijd wel verdwijnen. Mijn arm is niet langer in een doek. En de oude, grijze huisdokter, die er vandaag geweest is, zegt dat dte jonge mevrouw morgen of over- morgen mag opstaan. Zoodra Zuster Phyllis haar twee uur „vrij" heeft van middag, zal ik opstaan en mij aankleeden. Ik zal genoodzaakt zijn een telegram formulier te stelen en een van de dienstmeisjes om te koopen van de weinige shillings, die ik nog over heb, om een tele gram weg te brengen! Wat zal ik tot Cynthia zeggen? O iets der- gelijks als het volgende: „In groote moeilijkheid. Wees zoo goed 25 te zenden aan Whitelands adres „Lady Meredith The Bryn, Llandedwydd." Of zou ik zetten „aan Mevrouw George Meredith". Neen, natuurlijk niet. Ze zal al verbaasd genoeg zijn. Ze zou er eenvoudig doodelijk nieuwsgierig naar zijn. En Lady Meredith weet dat Whitelands de naam is dien ik mi] zelf geef in mijn dwaling! Om twee uur van middag sloop Zuster UlfT SOTElRlMElRlHDRiNL De Kermis. Zondagimidd)a|g is ook hier de Kermis weer begomoen. 's MoigenB was het pnachttig weer en die tempenaitnmir was ode tamJdlijk hoog,. De meeste ikvwomerlsi van ons dorp kunrnen' zrdhi edhiter hum kenmiis niet im- dlenikem zoodler regen of onweersbui en wer- toelijfk begonneu tegen een Uiur of ee zidh drei1 genldle wolken stamen te pkken, die zich wel- dkta in een flinke regenbiuai omzetten, welke een; paar uur latanhMdl 1' N&t)uuriijk! was het am de stoat veel leven- dligier dam gewoonlijfc, maar toch zoo druk als vorige pamen was hiet bdj) lange na niet. Misschien was het weer hiervan oorzaak, maar ook het feit, dat de werikeloosheid in onze omgeving nog niet gehedi is geweken, zafll hieraan sdiiuilldrihebben. Wiij maakten alls gewooniijJd eens een rondtwandelling en itroffen eanige oude beken- dlen aan. Wijl faiehhen daar ten eenste dien faeer Valllenttgoedi van Edam, die (hier nu al meer dan 25 jaren achtereten met zijn lucht- schommeli de kermis kotmlt bezoeken. Ook do beer Lamari is ween present met zijn dlec- trisdhe zweefmalen, terwijl de faeer J. M. Bakfloer met zfijn noutgaitikraam ook zijln oude ptoats we heeft itojgenomtm. Op het school- plliem bevindlt idhi de xilraaimoiten en- tegenover net RaadhuiS hlehheni we dte wPal!ace Bios- coop", dlkr. Ml iBrouwers, die verleden jaar fatten voor 't eenst zijtn standpllaafe koos en zeker aangefflokit door het groote bezoek van bet votrige jiaar faiier wedtenom is terugge- fceerd. Vertiter ontdektem wijl naituurldjk een paar Wenp- en sdhiettenten, die noodijge sui- kertgoedikraimen en palSngstaltletjes, terwijl ook de faieen Boots weer rntdt zdjtr hakkoefc- stallllettje aamwezig was. Hetjgeen iwe in een paar jaar bier dit op de kermis geztien had- dlent was de z.gn. ^Tuirksche sdhommel" die zijini standpffiaats bdj! Ihiet cafte van dteni faeer Koster bad gckozem. 1 Wijl gtelbowen nitet dat de Versdhilltende ver- makelijlkihedtem, tentem, fcramen en stalletjes bet Mjlzonidter dlruk hiebben gehad. Iir die Gaf fe's waar niettegtensitaandte die warmite nog dirluk gedansit werd|, wairenl de meeste bezoe- kers. Miaar todhi odd in dte JPiafllaice Biosicoop" waar wijl een bezoek bradhten waren' vele kermisbezoekers Mjieen. Ate openingspro- gramtma Ihadl dlit theater die fifanen „Circus- mensdhen", groot circtusdlraima in 6 afdeelim- gien en „Het toimdierhart iweenf uitgekozien, voorafgegaan dloor hatuutropnarnem en een kluohtt met die befkendten Chtrfy Ch'apl'in in die (hoofdrol. „Circusanenscben was bet eerste boofdnummer, dat blijkens de gedame opmer- kimgen bij' dien een wtell, bdj dten adder niet in den smaafc viell. „Hdt Jdhderlhiart weent", ■waariln de jeugdigie Bllmartist Jackie Coogan de boofdlml1 vervullt diroegi alllte goedkeuring weg en iledlareen, lleefde mee met htet tief en leed! van den fcleinen vertoilker. Heden zal hiet boofdnummer ,-Fatum" met Louis Bouw- iKtedh meesiter, Nederllaiu. ler in de hoofdrol', tooeeelSje- id wcwdem; dime iS in Ntedterland opgenomen en sped ztehl af te Voltendam, Weesp en Amsterdam. Naar mien ons verztekend'e te dte voorSteJiling van Miaandlag een bezoek overwaard'. Eeni weinig vantilatie in dte tent, die ove- rilgens well nan) de ensdhieni voldoet, zou iwer- keldjk niet overbodig zijln. T>e eerste dag van de kermis is zonder 00- regdllmatiglhieden veriloopea UIT GRAFT. Erastig ongeluk. Zondagmiddag fietste bet 13-jarige zoon- tje van den heer B., wonende alhier, met eeni- Phyllis binnen met haar donker blauwen mantel aan en haar fluweelen hoedje op uit de aangrenzende kleedkamer waar zij slaapt. „Kan ik nog iets voor u doen, juffrouw White" O!" „Zij zweeg plotseling." Want oogenschijnlijk deed juffrouw White- lands juist een heerlijk middagslaapje: Ik bewoog mij niet en haalde heel regelraatig adem. Ik deed mijn uiterste best mijn triom- fantelijk lachen te bedwingen toen ik tusschen mijn vingers door Zuster Phyllis het witte koord van de electrische schel binnen mijn bereik zal neerleggen en op haar teenen de kamer uitgaan. Ik wachtte een minuut of vijf. „Juist lang genoeg", dacht ik, „om haar tijd te geven aan lady Meredith te vertellen dat het arme lieve mevrouwtje een verkwik- kend slaapje deed en het dus beter was haar door niemand te laten storen!" Toen stapte ik het bed uit. De eerste minuut had ik een gevoel of mijn voeten niet sterk ge noeg waren om rnrn gewicht te dragen, en of ae vloer waarop ik stond gemaakt was van boomwol! To endeed ik mijn uiterste best, hield mij vast aan de stoelen en liep naar het raap. Ik verstopte mij achter de gebloemde sitsen goridijtnen waarachter de Duitsche ge- vaffigene zich verlborgen (hlad en keek net raam uit. Het was een liefelijke'streek nu ik alles bij daglicht zag; een mengeling van wildernis en aangrijpende schoonheid. Daar ginds tegen een achtergrond van grijze lucht, een rij ge kamerader op de Beematerriagdijk n&bq net stoomgemael in de richting de Rijp. Achter hen aan kwam de stoomtram naar Amsterdam. Doordat de .jongen met zijn fiets in het mulle zand (hetwelk door gras bedekt was) terecht kwam, kwam hij tegen de loco- motief van voormelde tran» te vallen. De ma chinist die het ongeval bemerkte remde uit alle macht, doch toen de tram tot stilstand was gebracht, bleek het knaapje dat nog eenige meters medegesleurd was reeds aan de bekomen verwondingen te zijn overleden., UIT OUDKARSPEL. D. T. S. 1 speelde Zondag een wedstrijd tegen D.O.S.K.O. 1 van Oudesluis en wist in een slecht gespeelden wedstrijd op het kantje af met 1—0 te winnen. Voor de betrekking van gemeente-ont- vanger voor deze gemeeute hebben zich 12 sollicitanten aangemeld, waarbij 3 leden van den raad. UIT HEERHUGOWAARD. Dezer dagen kwam de jongehear J., een logeetje van de wed. Rood, in het hooiland zoodanig te vallen, dat hij zijn been brak. Geneeskundige hulp werd onmiddellijk ver- leend UIT BROEK OP LANGENIDIJK. DE TRANSPORT ARB EIDERS-STAKING Nadat de staking nu al twee ^eken gef diiurdi heeft, is er nog van opfaeffing geen sprake. Voorbeel^ig is de houding der sto kers, ongeacfat bij welken Bond ze zijn aan- gesloten. Veel politie is er dagelijks op de been, doch deze behoeft absoluut nergais op te tredem. Verscheidene conferenties zijn gehouden, zoowel iedere categoric apart, als gezamen- lijk. Ook is mislukt eene vergadering gehou den te Amsterdam, met de aardappelenwer- ker3 aldaar. Het loonvraagstuk is geregeld, en tot genoegen der beidte partijen. Waar het nu nog omgaat, is naar vder meening eene zaak, die feitelijk buiten de arbeiders om gaat. Zij zijn gemegen iedere schuit te bela- den, onverschiliig van welken schdpper, doch in Amsterdam wei'gert men de lossmg, zoo htet geen sehepeni van dte vereeniging „Beurt- bevrachting zijn. Voor dit, zijn de arbeddera alhier niet aansprakeiijk, beweeri: men. Veel hieeft 'het all) (gekost, zoowel aan loondterving, winstderving, alsook te lage marktprijzen. Voorat het laatste zail al eenl enorm bedrag veriegenwoordigen, gezien de marktberichten van andere plaatsen, tegenover die van hier, .en dat voor de prima soorten van1 den Lam- gedijk. Het is daarom te hopeni, dat eene spoedfi- ge oplossing plaats vindt, opdat ten dte rinanf- cieele ten dte moneele schado^niet grooter wordt. Well gaat de vertzendnlg zijln' gewonen gang, maar hoofdzaak is toch, dat net ge- schiedt zooals het voorheen geschiedde. Men, sdhrijft ons van anidiere zijde: Kon dte xnarkt ter dezer plaatse voorheen roemen op de hooge prijzen, welke gemaakt werden voor prodlucten. gedurendte dte sta- fcinig schijnt zulks nitet net geval te zijn. Wanneer men de laatste dagen een cou- rant ter hand neemt en leestl de marktberich ten, b.v. van „de 'Streek", dan zdet men1, dat er da.geini zijn, dat de export-aardappelen genoteerd stoan voor f 4 60 per 100 Kg., ter wijl in Broek op 1 angedijk f 3,80 genoteerd kon worden, terwijl voor blbemkool1 daar van' 3,15—f 5.50 en hier 2,20 tot 2.90 per 100 stuks gemaakt kon worden. Ging voorheen steeds een) flinke faoevetel- heid dezer producten naar de Amsteidamsche markten vooral dte goede kwaliteit aardlappe- len, wdarvoor men' dan steeds een behoorlijfce prijs noteerde nu ziet men deze voor ex- portprijs van de hand gaan, hetwelk een en- orme schade berokkent voor dengenien, weli- ke ze ter marict brengt. Of het nu enkel een gevolg der staking is, weet men niet, maar typeerend1 is het onge wone prij'sverechil wel; en wanneer dit de oorzaak is, dan is het tern zeerste te wen- schen dat dte betrokken partijen spoedig tot elfcander komen, opdat alles zijn gewonen gang weer gaat. 1 Onze Corr. mteldt: Nog steeds staking. Dit is een' verzuchting, die zeer zeker door menigeen geslaakt wordt, vooral omdat fmandeel de druk dlaarvan dbor velen gevoeld wordt. Het hangt, zooals we reeds meedeeliden, op de niet aangesloten schippers, die Amsterdam niet wenscht te les sen. Dit punt is alleen de oorzaak, dat de staking in alle details wordt doorgezet. Schade voor dte tuindera, schade voor dte arbeiders, schade voor dte Jdeine koopliedten, schade voor dte neringdoemdten, kortewn er wordt een toestond uit gteboren, die liever vandaag dan morgen opgelost moet wordten. 'Dit schijnt echter gemakkelijker gezegd, dan gedaan. Er wordt genoeg over gecomfe- scherpe rotsen, donkerblauw. En daarnaast scheen een rand woudboomen iedere nuance te vertoonen van bruin en purper in blader- looze diepten. Dichter bij mijn venster zag ik dten' voor- grond van den .rijweg tusschen de kale beu- kestommen. De groenachtig bruine zee van mos daaronder werd afgewisseld d'oor een witte, diansendte zee van sneeuwdroppds En d'aar O! Daar litep de Zuster. Ik zag haar net stijf persoontje na, in haar marine blauw pakje, boe ze zich wegspotdde, de laan door, naar de breode poort tusschen de steenen pilaren. Al spoedig merkte ik een' andere, kleinene gedaante op, die haar in dte laan, teg-unoet kwam. Een telegrammen jongen? Hoe komt het toch dat negen van de tien menschen nioOit een telegrammtenjongen in de richting van hun huis lornnen zien gaan zon der stil te staan eni te vragen;: Is het voor mij? Het moet een diep ingewortelde befaoef- te zijn in de menschelijke natuur denk ik; dte behoefte om te hopen dat er eenmaal ietsrem- verwachts, iets buitengewoons cebeuren zal. (Ik kan niet klagen dat aan deze behoefte niet rijlkeltijlki voldoiening, gegeven is in mijh spedaal geval). Dat rnoge dam zoo wezen, ik zag zuster Phyllis den jongen een oogenblik staandte houden. Zij vroeg hem natuuriijk of het te legram voor haar was. Hij schudde het hoofd en kwam op htet huis af. Ik betrapte mij zelf op dte gedachteVerondenstel vertmdersteT reerd, daar mankeert het niet aan. Van fade zijden is men geneigd voeling te houden, om een oplossing te vinden. Tot heden was het vrij rustig geb'leven, doch nu komt daarin blijkbaar wel eenige verandering. Enkele meesterknechten van de kooplieden zijn begonnen met werken en worden daarom als onderkruipers beschouwd. met gevolg, dat ze gepost worden en het Maandagavond voor de wooing van hen een opioop was van belang. 's Morgens vanuit Nborscharwonde ondter vrij sterke politiegeleide naar zijn werk te Broek gebracht, werd hij 's avonds op de- zelfde wijze weer thuis gebracht. Voor een aantol arbeiders was dit laatste het sein om rumoerig te worden, waama een opioop van publiek op de Spooratraat het gevolg was. Politiemacht was spoedig ter plaatse, om de stokerp te verdrijvea. Voor zoover we kunnen beoordteelen, treed de politie zeer kalm op. We ontmoetten juist een aantol stokers die kwamen van dte plaats door ons beschrevten, een viertal politieagen- ten vormden de achterhoede, doch van beide zijden ging alles even kalm. We vernemen tevens, dat te Broek een con- ferentie plaats heeft vani diverse besturen van hier en Amsterdam met enkele hoofdbestu- ren om te bespreken alsnog tot een oplossing te komen. Over het resultaat is ons nog niets bekend. Het ultimatum vaini Koophandel van de vorige week is tot heden niet uitgevoerd, zoodat de zaak nog geen werkwilligen per advertentie zijn opgeroepen, wat de beaoe- ling was. Het is wel jammer dat dte kwestie op dit punt moet blijven haijgen, want over dte nieu- we financieele regeling die wednig of niet van die vorige verschilt, is een volkomen bevredi- gendte overeenstemmiing berei'kt. Eenige toeschietelijldiead van beide zijden zal wel noodig zijn, om tot beeindiging van het conflict te komen. Enfiini, misschien is dit op het oogenblikdat we dit schrijven reeds voor elkaar. UIT HIEIUOD. De Noordf-Hoifflandisicfae Propaganda-com- misSies van dten* Aigemeenen Nedierlandl- schen Geheelllonbbudlerslbondi en die Neder- liandSche vereenaginjg tot afschaffin'g van Al- oohoiische dkiankeni bMd Zondag Saiar Pro- vjncdailte Meeting op hetl andgoed' van wij- len Mr. P. van Foreesit alhier. Htet aantali deelnemendle vereenigiingen be- diroteg 1410 (votrig jaar l'lO) die met een d!rie- tal booten1 naar Alkmaar getogen waren. Met ontplooidie baniereni en transparanten ging men onder die vnoolijfoe muziektonen niaar het meetingsterrein, waar dnmiddelS reeds hondlerdten betoogensi per fiera, tram en auto waren aangekomen. Wait niemand had venwadht, gebeurde. Een Hdhite onweersbui kwam opzetten waar- van faet gevollg was dait een overigens wellko- me regentoui bijna 1 uur aanfaield, waar- door dte meeting in bet water dredgde te vaL- lten. 'Nitettemin opende de voorzitter de mee ting, doch die beliangstellMng was onder de regen tamelijlk getaandl Spr. verwelbomdte de aanlwezigeni en siprakl zdjh vreugde uit over dte gfoede btelangstellling en1 bOopte, dat alS strafes de buii was oVergednteven, men zou kunnen bejginnen. Voorts detelide spr. mede, dlat een sprefcer, die beer P. Voogd te Laren was verhinderdi, dtedhi dlat dte Secret arts van htet comiite dadtelijk bereid was bevonden zdjh plaats in te nemen, waarvtoor spr. hem zijn dank bebuigde. 'Daar dte regen1 aanfaieH gilngen verschilB- lendle deellnemens, allsmede de fanfareeorp- sen been, elke gelegenheid werd beaut om zoo gauw mogieljfc te vertreklkien. Toen ongeveer hallf 4 de regen ophield, be- gon dte eerste spr. H. Plloeg Jr. te Utrecht' zijn redte. S'pr.. wenschte zdmi tot eenige al- gelmeenhedlen bepalenhiji wefete in een schit- terend ibetoog op te komen op ons terrein en te toonen drankbestrijdtens van de daad, al willdtes pr. niet iedereen tradhten te bekeeren tot geheelll onthouiders. Die daad, waarop spr. ui'tvoerig ingingi en zijn betoog met ver- sdhillllandle voorbeelden toelichtte, mloet ge- ridht zijn tegen het alcoboilisme, we moeten eens even dat het telegram misschien voor mij was? Maar dat was onwijs. Er waren maar twee menschen op de faeelte wereld die wisten dat ik, Rose Whitelands, ten onrechte veronderdteld de jonge mevrouw Meredith te zijn, hier was. Reggie Penmore zou mij niets te telegrafeeren hebben. Eh mejuffrouw Vera Vayne was op weg naar Amerika. In ieder geval, zuster Phyllis was veilig en wel uit de buurt. En nu mij gauw aankleeden! Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan. Want na Een minuten de kamer te hebben doorgezocht, de kleerkast en de latafel kwam ik tot de droevige conclusie dat mijn kleeren op de een of-andere manier verdwenen waren. De kale zwart serge rok en mantel die ik op reis had aan gehad waren weg. Evenzoo mijn ondergoed. En dit bracht mij weer iets vervelends te binnen. Als mijn eigen kleeren maar gemerkt waren met mijn eigen voorletters, Maar ik had te veel haast gehad voordat ik mijn pen sion verliet om mijn uitzetje nieuwe kleeren te merken voordat ik mijn nieuwe betrekking aanvaardde. En nu waren ze in de wasch ge gaan zonder de W. die mij had kunnen rechtvaardigen. Alles wat ik kon vinden waren dte dunne avondkleereni vani juffrouw Vera Vayne en de stapdl licht mauve en rose gtebiloetmae fTod- dtertge klteeren. Ers dbeem igeea peignoir bij te zijn. (Wordt vervolgri.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5