Alkmaarsche Gourant
N.V, Bosk- en Handelsdrukkerij
vi Herms. COSTER ZOOM,
Dinsdag 17 Juli,
Papa's footen.
FEUILLETON.
Id verkeerde schoenen.
Voor het plaatsen van
advertenties In andere
bladen is nw adres:
Voordam G 9, ALKMAAR.
No. 1.66
1928
Honderd Y1JI en Twiitlgite Jaargang.
Toen ik onlangs mijn vriend Oscar ont-
moette, schrok ik. De man zag er zeer treurig
uit; zware zorgen hadden blijkbaar zijn ziel
gedrukt, die anders gold voor opgewekt. Ik
had hem in langen tijd niet meer ontmoet.
,;Maar kerel. waarom kijk jjj zoo bedrukt?
Wat is je overxomen?"
„Niets," antwoordde hi], „wat zou mij nu
overkomen zijn?"
„Dan begrijp ik niet, waarom jij er zoo
bearoefd uitziet. Je hebt 'n prachtig inkomen,
bent met 'n puike vrouw getrouwd en bezit
'n aardig kereltje, dat voortreffelijk gedijt.
Als ik me niet vergis, vierde hij onlangs zijn
eersten veriaardag. En jullie bent te felici-
teeren, dat t wisselvallige eerste jaar verstre-
ken is."
Oscar's bedrukt gezicht lichtte op.
„Ja, de bengel gedijt voortreffelijk, 't is 'n
plezier." Meteen was't licht van zijn gezicht
weg. Zuchtend vervolgde hij:
„Dat is't'm juist; de jongen ontwikkelt
zich best en wordt groot en krachtig. Maar
naarmate het kind groeit, naarmate ik meer
aan mezelf ga twijfelen; des te Qntevredener
word ik. Vroeger neb ik nooit bepaald over
miizelve nageaacht; ik had er wel tijd voor
gehad, maar ik ben nooit op de idee geko-
men. Ik had niets op mezelf bepaald aan te
merken. Maar nu observeer ik me elken dag;
ik analyseer me ende resultaten zijn on-
voldoende. Ik kom me heelemaal niet meer
als 'n persoon voor, waarover men bepaald
tevreden kan zijn."
Ik was over Oscar verwonderd.
„Maar hoe kun jij nu over jezelf naden-
ken? denk toch liever over wat verstandigers
na!" zei ik.
„Asjeblieft geen grappen!" zei Oscar, ik
zal je vertellen hoe dit langzamerhand geko-
men is. V66r ongeveer een jaar werd onze
jongen, Max, geboren. Toen Max een half
uur oud was, zeiden mijn drie schoonzusters
Agathe, Bertha, Cato (ik noem haar altijd
maar mijn A.B.G) en mijn schoonmoeder:
„wat 'n snoezig kind, wat 'n dot van 'n jon
gen!" Ik kon dat toen nu niet zoo vinden.
Max was rood als 'n kreeft en had veel van
'n klein aapje."
„Dat is nooit andere," onderbrak ik Os
car, „alle menschen zien er in de eerste le-
vensdagen uit als apen. Maar bij sommigen
gaat dat allengs weg."
„Luister nu," zei mijn vriend weer en her-
vatte:
„Max groeide goed, na 'n paar weken vond
Ik, voor mij, dat't een faijzonder mooi kind
was. Maar nu had't dames-kwartet zijn op-
merkingen."
„Wat die jongen groote ooren heeft!" zei
Agathe.
„En wat staan ze ver van zijn hoofd," zei
Bertha.
„Goed, dat't een jongen is. Een meisje
met dergelijke ooren zou vreeselijk zijn,"
vond Cato.
„Die leelijke ooren heeft hij van zijn va-
der," zij mijn schoonmoeder. „Schoonheids-
fouten women altijd van den vader geerfd."
„Weet je, beste vriend, ik had vroeger mijn
ooren nooit zoo precies bekeken. Ik heb ze nu
eens heel nauwkeurig bestudeerd. Nu ja, 't
Is waar, groot zijn ze wel 'n beetje en ze
staan 00k wat van 't hoofd af, maar wat doet
dat er toe; groote ooren heeten 'n teeken van
verstand. Niettemin was't mij toch pijnlijk,
bij elke gelegenheid te moeten nooren:
Jammer, dat hij die ooren van z'n vader
heeft!"
Het kereltje groeide inmiddels flink en er
kwam wat meer teekening in zijn snuitje.
Alleen 't neusje ontwikkelt zich niet,"
zei op zekeren dag Agathe.
„Neen, 't blijft erg klein en stomp," jam-
merde Bertha.
„'n Echt knolmodelletje," von Cato, „ge-
lukkig maar, dat't geen meisje is."
„Die neus heeft hij van zijn vader," zei
mi a schoonmoeder droog.
Dus: eerst de ooren, dan de neus. Ook met
mijn eigen neus heb ik me nooit bepaald inge-
laten, alleen wanneer ik verkouden was. Nu
ging ik op onderzoek uit. Inderdaad, heel
Fmpcneerend was die niet. Maar ik bad er
eigen'ijk nooit eemge waarde aan gehecht;
na ainderde't ire bepaald te hooren: jam
mer, dat hij die leelijke neus van zijn .vader
heeft
Maar de -neus bezorgde mij meer ellende
dan de ooren, omwat het dames-kwartet ge-
volgtrekkingen maakte, en zoo kreeg ik angst
voor de toekomst.
Naar hei EngeHsch, door Berta Ruck.
17)
Lady Meredith, Zuster Phyllis en de
dienstmeisjes ze zijn alien volmaakte en-
gelen voor mij. Zij willen alles voor mij doen.
behalve het verhaal van mijn lotgevallen
aanhooren of mij iets geven om mee te schrij-
ven. Wat kan ik doen?
Op het oogenblik niets, dunkt-mij.
Eenvoudig het „verdragen" en hier, om-
ringd door al die weelde, blijven liggen tot-
dat de snee in mijn voorhoofd gehccl genezen
is en mijn arm uit den doek mag.
Dan zal ik er iets op moeten bedenken om
te ontglippen aan de Zuster en aan mijn
vriendelijke, ongeloovige gastvrouw. Ik moet
zien een telegram naar Londen te verzenden.
Ja, ik zal telegrafeeren aan Cynthia Deane
het meisje dat zoo trotsch was op haar
verloofde die een ridderorde kreeg. Ik zal
haar moeten vragen geld genoeg bij elkaar te
krijgen om mij naar de stad te laten terug-
keeren. Ik ken haar niet heel goed. Maar't is
in ieder geval een oude schoolkameraad.
Daarenboven, ik weet niemand anders aan
wie ik het zou kunnen vragen! Zoodra ik
kan.O! de eerste minuut ben ik weer in
het Tr.huis voor de werkende vrouw en ik
vat mijn gewone dagelijksche taak weer op
zooals Zuster Phyllis het zeker zou noemen.
„Bc had gehoopt, dat er uit mijn kleihldnd
iets groots zou groeien," zuchtte mijn i ii,..n-
moeder.
„Dat is riet te verwachten," zei Agatbe
vast overtuigd.
„Met zoorn neus vast niet," decreteerde
Bertha nog vaster van overtuiging. „Als 't
nu nog 'n Grieksche of Romeinscbe neus
was
„Menschen met zulke stomp-neuzen komen
nooit fovea 't heel gewone uit," verzekerie
Cato „Zij zijn meestal traag en alaperig
En nu hoorde ik mompelen, eerst vaag,
langzamerhand duidelijker: Och, nemel, Max
zal evenmin als zijn vader van eenige betee-
kenis worden
Deze woorden vervulden me zeer. Ik blikte
in mijn vooorbij gegaan leven1 terug. En ik
moet bekennen, eerzuchtig ben ik nooit ge-
weest; groote plannen heb ik nimmer ont-
worpen; ik ben altijd nogal op mijir gemak
ge-steld geweest. Zou ik inderdaad'm traag,
slaperig mensch zijn?
Toen Max een half jaar oud was, bezoiigde
hij ons weleens veel last. Hij schreeuwde
some den heelen dag, was baloorig, sioeg
met zijn vuisten om zich, been en toonde zich
zeer outevreden.
„Hij is stellig niet in orde", meende ik.
„Maar mijn schoonmoeder spreekt bijna altijd
tegen. Zij onderzocht het kind."
>?Hij mankeert niets; de maag, is in orde «i
er is nog niets van tanden, er is niet de minste
reden, waarom hij zoo bruit."
Agathe had blijkbaar 'a slechten dag. Zij
brouide:
„Hij is zoo bokkig, omdat bij een halstonig
karakter heeft
„Predes als zijn vader", riep Bertha.
„Dat komt uit", bevesiigde Cato. „Oscar
is verbazend" halsstarrig en twistziek. Herin-
ner jullie je nog, toen we die groote wande-
ling maakten en hij steeds een anderen weg
nemen wilde. Eh toen we hem niet volgden,
werd hij humeurig en kribbig."
„Op die groote wandeling, mijn vriend,
zijn wiji, omdat niemand naar mij wilde luis-
■teren, verdwaald en hebben wij 'n omweg
van drie uren gemaakt Maar daaraan werd
niet meer gedacht. Nu heette't alleen maar:
„Ja, ja, die Max zal wel even humeurig en
eigenzinnig worden."
En weet je, als ik emstig mezelf observeer,
geloof ik waarachtig, dat ik humeurig ben af
en toe. En vroeger zou ik dat nimmer van
mezelf gedacht hebben
Onlangs, Max was juist 'n jaar geworden,
had mijn schoonmoeder 'n interessant arti-
kel gelezen over de hand als kemfierk van
't karakter. En toevallig hadden miijlni drie
schoonzustens dit ook gelezen. Natuuriiijk
werden nu de handen van mijn jongen on
derzocht.
,,Kijk maar eens naar zijn duim; 't tweede
lid is imtners veel1 te korit."
„En ook erg plat", merkte Agathe op,
„precies als bij zijn vader."
„Duidt op een niet te vertrouwen karakter",
legde Cato uit.
„De vingers over 't algemeen zijn veel te
plomp, niet slank genoeg", vervolgde mijn
schoonmoeder.
,,Em de nagels der vingers zijn niet ge-
weTfd, maar vlak, heelemaal1 als bij zijn va
der", merkte Agathe opnieuw op.
,,Dergelijke handen bezitten menschen,
zonder eeriiig kunstgevoel, louter materiaEs-
ten", docecrde Bertha.
„Nu, jullie herinnert je nog wet hoe Os
car's bonding was toen nij met ons naar de
muzieksthool toog", heriinnerde Cato.
Max werd ontevreden tijdens't onderzoei:
waarbij: de dames zijn handjes vasthieldeu.
Hiji trok ze boos terug en sloeg om zich
heen.
Goeie hemel, wat die jongen kwaadaardig
zijn kan!" riep mijn schoonmoeder.
„Enfin, we wetien wel1 van wie 'hij' dat
heeft", sprak het wijze A. B. C.
En omdat het kereltje was begonmen te
jammeren, mioest het Idndenneisje hem1 weg-
halen.
Oisteren had mijn schoonmoeder 'n zak
biscuits voor Max meegebracht. Hij kreeg er
6en in't rediterhandje. ^Maar voor't linker
wilde hiji er ook eentje hebben. En daar men
hem geen andere gaf, werd hij razend.
Mijn schoonmoeder was ontsteld.
_„Hemell wat is't kind begeerigl" riep ze
„HebzuchtIg!" verbeterdde Agathe.
„Heelemaal zijn pap", fcnikte Bertha, „die
wii ook alles voor zich hebben."
„Ja, nietwaar?" jubelde Cato, „dure si-
garen moet hij rooken eni zijn clubavonden
moet hij hebben".
„En hij heeft zelfs.mu een jacfatacte geno-
men", vulde mijn schoonmoeder aan. En toot
rekenden ze alle vier uit, hoeveel ik jaarlijks
voor mijn persoon alleen en voor mijn spedale
geinoegens uitgaf
Ik heb deze rekening 'gecontrolderd. Eenige
posten waren wel eemgszins te hoog aange-
rekend, maar sommige klopten. En dat he»^t
me aarzelend gemaakt. Zou ik dan toch 'n
egoist zijn? Nooit en nimmer had ik dat
vroeger van mezelf gedacht. Maar wat be-
weent men nu niet alies over mij Ik heb
grbote, afstaande ooren, 'n kartoffelrneus,
die een onbeteekenend, traag, slaperig wezen
kenmerkt. Ik ben eigenzinnig en anderen
hebben last van mijn luimen. Ik heb geen
begrip van kunftt, maar ben 'n ruw nuteri-
eei individu en van onbetrouwbaar karakter
boveodien. Eh ten slotte nog 'n grove egoist.
Klopt dat nu, of klopt dat niet? Ik1 ltjd onder
dozen twijfel. Ik leefde stil en teruggetrok-
ken en nu zijn door mijn jongen, die mij toch
zooveel vreugdeini geeft, deze zorgen over mij
gekomen.
Oscar zweeg: met 'n zware zucht eindigde
hij zijn verhaal. Ik trachtte hem te troosten.
„Dat is immers aEemaal maHighedd. Wan
neer jouw Max eerst wat grooter geworden
is, zullen alle deze vrouwen zich minder met
hem bezighcuden. Wacht maar eena, totdat
hij op school is, dan zul je eerst vreugde van
hem hebben."
Oscor keek me vcTSchrikt aan. Afwerend
hief hij zijn hand omhoog en fluisiterde:
JHteh je wel1 eens ooiit mlfn sdhoolrappor-
iten igeziem? ..w -
ProTinclaal nieuwa
Alles is beter dan de ongewone taak zich
patient te voelen in deze omstandigheden.
HOOFDSTUK X.
Een poging lot het verkrijgen der vrijheid.
Hoera!
Ik ben veel beter!
Ze hebben het verband van mijn hoofd al-
genomen. Ik zal er alleen een smal wit littee-
kentje op mijn voorhoofd van overhouden, en
zel'fs dat zal mettertijd wel verdwijnen. Mijn
arm is niet langer in een doek. En de oude,
grijze huisdokter, die er vandaag geweest is,
zegt dat dte jonge mevrouw morgen of over-
morgen mag opstaan.
Zoodra Zuster Phyllis haar twee uur
„vrij" heeft van middag, zal ik opstaan en
mij aankleeden. Ik zal genoodzaakt zijn een
telegram formulier te stelen en een van de
dienstmeisjes om te koopen van de weinige
shillings, die ik nog over heb, om een tele
gram weg te brengen!
Wat zal ik tot Cynthia zeggen? O iets der-
gelijks als het volgende:
„In groote moeilijkheid. Wees zoo goed
25 te zenden aan Whitelands adres „Lady
Meredith The Bryn, Llandedwydd."
Of zou ik zetten „aan Mevrouw George
Meredith".
Neen, natuurlijk niet. Ze zal al verbaasd
genoeg zijn. Ze zou er eenvoudig doodelijk
nieuwsgierig naar zijn. En Lady Meredith
weet dat Whitelands de naam is dien ik mi]
zelf geef in mijn dwaling!
Om twee uur van middag sloop Zuster
UlfT SOTElRlMElRlHDRiNL
De Kermis. Zondagimidd)a|g is ook hier de
Kermis weer begomoen. 's MoigenB was het
pnachttig weer en die tempenaitnmir was ode
tamJdlijk hoog,. De meeste ikvwomerlsi van ons
dorp kunrnen' zrdhi edhiter hum kenmiis niet im-
dlenikem zoodler regen of onweersbui en wer-
toelijfk begonneu tegen een Uiur of ee zidh drei1
genldle wolken stamen te pkken, die zich wel-
dkta in een flinke regenbiuai omzetten, welke
een; paar uur latanhMdl 1'
N&t)uuriijk! was het am de stoat veel leven-
dligier dam gewoonlijfc, maar toch zoo druk
als vorige pamen was hiet bdj) lange na niet.
Misschien was het weer hiervan oorzaak,
maar ook het feit, dat de werikeloosheid in
onze omgeving nog niet gehedi is geweken,
zafll hieraan sdiiuilldrihebben.
Wiij maakten alls gewooniijJd eens een
rondtwandelling en itroffen eanige oude beken-
dlen aan. Wijl faiehhen daar ten eenste dien
faeer Valllenttgoedi van Edam, die (hier nu al
meer dan 25 jaren achtereten met zijn lucht-
schommeli de kermis kotmlt bezoeken. Ook do
beer Lamari is ween present met zijn dlec-
trisdhe zweefmalen, terwijl de faeer J. M.
Bakfloer met zfijn noutgaitikraam ook zijln oude
ptoats we heeft itojgenomtm. Op het school-
plliem bevindlt idhi de xilraaimoiten en- tegenover
net RaadhuiS hlehheni we dte wPal!ace Bios-
coop", dlkr. Ml iBrouwers, die verleden jaar
fatten voor 't eenst zijtn standpllaafe koos en
zeker aangefflokit door het groote bezoek van
bet votrige jiaar faiier wedtenom is terugge-
fceerd. Vertiter ontdektem wijl naituurldjk een
paar Wenp- en sdhiettenten, die noodijge sui-
kertgoedikraimen en palSngstaltletjes, terwijl
ook de faieen Boots weer rntdt zdjtr hakkoefc-
stallllettje aamwezig was. Hetjgeen iwe in een
paar jaar bier dit op de kermis geztien had-
dlent was de z.gn. ^Tuirksche sdhommel" die
zijini standpffiaats bdj! Ihiet cafte van dteni faeer
Koster bad gckozem. 1
Wijl gtelbowen nitet dat de Versdhilltende ver-
makelijlkihedtem, tentem, fcramen en stalletjes
bet Mjlzonidter dlruk hiebben gehad. Iir die Gaf
fe's waar niettegtensitaandte die warmite nog
dirluk gedansit werd|, wairenl de meeste bezoe-
kers.
Miaar todhi odd in dte JPiafllaice Biosicoop"
waar wijl een bezoek bradhten waren' vele
kermisbezoekers Mjieen. Ate openingspro-
gramtma Ihadl dlit theater die fifanen „Circus-
mensdhen", groot circtusdlraima in 6 afdeelim-
gien en „Het toimdierhart iweenf uitgekozien,
voorafgegaan dloor hatuutropnarnem en een
kluohtt met die befkendten Chtrfy Ch'apl'in in
die (hoofdrol. „Circusanenscben was bet eerste
boofdnummer, dat blijkens de gedame opmer-
kimgen bij' dien een wtell, bdj dten adder niet in
den smaafc viell. „Hdt Jdhderlhiart weent",
■waariln de jeugdigie Bllmartist Jackie Coogan
de boofdlml1 vervullt diroegi alllte goedkeuring
weg en iledlareen, lleefde mee met htet tief en
leed! van den fcleinen vertoilker. Heden zal
hiet boofdnummer ,-Fatum" met Louis Bouw-
iKtedh
meesiter, Nederllaiu.
ler in de hoofdrol',
tooeeelSje-
id wcwdem; dime
iS in Ntedterland opgenomen en sped
ztehl af te Voltendam, Weesp en Amsterdam.
Naar mien ons verztekend'e te dte voorSteJiling
van Miaandlag een bezoek overwaard'.
Eeni weinig vantilatie in dte tent, die ove-
rilgens well nan) de ensdhieni voldoet, zou iwer-
keldjk niet overbodig zijln.
T>e eerste dag van de kermis is zonder 00-
regdllmatiglhieden veriloopea
UIT GRAFT.
Erastig ongeluk.
Zondagmiddag fietste bet 13-jarige zoon-
tje van den heer B., wonende alhier, met eeni-
Phyllis binnen met haar donker blauwen
mantel aan en haar fluweelen hoedje op uit
de aangrenzende kleedkamer waar zij slaapt.
„Kan ik nog iets voor u doen, juffrouw
White" O!"
„Zij zweeg plotseling."
Want oogenschijnlijk deed juffrouw White-
lands juist een heerlijk middagslaapje: Ik
bewoog mij niet en haalde heel regelraatig
adem. Ik deed mijn uiterste best mijn triom-
fantelijk lachen te bedwingen toen ik tusschen
mijn vingers door Zuster Phyllis het witte
koord van de electrische schel binnen mijn
bereik zal neerleggen en op haar teenen de
kamer uitgaan.
Ik wachtte een minuut of vijf.
„Juist lang genoeg", dacht ik, „om haar
tijd te geven aan lady Meredith te vertellen
dat het arme lieve mevrouwtje een verkwik-
kend slaapje deed en het dus beter was haar
door niemand te laten storen!"
Toen stapte ik het bed uit. De eerste minuut
had ik een gevoel of mijn voeten niet sterk ge
noeg waren om rnrn gewicht te dragen, en
of ae vloer waarop ik stond gemaakt was van
boomwol! To endeed ik mijn uiterste best,
hield mij vast aan de stoelen en liep naar het
raap. Ik verstopte mij achter de gebloemde
sitsen goridijtnen waarachter de Duitsche ge-
vaffigene zich verlborgen (hlad en keek net
raam uit.
Het was een liefelijke'streek nu ik alles bij
daglicht zag; een mengeling van wildernis en
aangrijpende schoonheid. Daar ginds tegen
een achtergrond van grijze lucht, een rij
ge kamerader op de Beematerriagdijk n&bq
net stoomgemael in de richting de Rijp.
Achter hen aan kwam de stoomtram naar
Amsterdam. Doordat de .jongen met zijn fiets
in het mulle zand (hetwelk door gras bedekt
was) terecht kwam, kwam hij tegen de loco-
motief van voormelde tran» te vallen. De ma
chinist die het ongeval bemerkte remde uit
alle macht, doch toen de tram tot stilstand
was gebracht, bleek het knaapje dat nog
eenige meters medegesleurd was reeds aan de
bekomen verwondingen te zijn overleden.,
UIT OUDKARSPEL.
D. T. S. 1 speelde Zondag een wedstrijd
tegen D.O.S.K.O. 1 van Oudesluis en wist in
een slecht gespeelden wedstrijd op het kantje
af met 1—0 te winnen.
Voor de betrekking van gemeente-ont-
vanger voor deze gemeeute hebben zich 12
sollicitanten aangemeld, waarbij 3 leden van
den raad.
UIT HEERHUGOWAARD.
Dezer dagen kwam de jongehear J., een
logeetje van de wed. Rood, in het hooiland
zoodanig te vallen, dat hij zijn been brak.
Geneeskundige hulp werd onmiddellijk ver-
leend
UIT BROEK OP LANGENIDIJK.
DE TRANSPORT ARB EIDERS-STAKING
Nadat de staking nu al twee ^eken gef
diiurdi heeft, is er nog van opfaeffing geen
sprake. Voorbeel^ig is de houding der sto
kers, ongeacfat bij welken Bond ze zijn aan-
gesloten. Veel politie is er dagelijks op de
been, doch deze behoeft absoluut nergais op
te tredem.
Verscheidene conferenties zijn gehouden,
zoowel iedere categoric apart, als gezamen-
lijk. Ook is mislukt eene vergadering gehou
den te Amsterdam, met de aardappelenwer-
ker3 aldaar.
Het loonvraagstuk is geregeld, en tot
genoegen der beidte partijen. Waar het nu
nog omgaat, is naar vder meening eene
zaak, die feitelijk buiten de arbeiders om
gaat. Zij zijn gemegen iedere schuit te bela-
den, onverschiliig van welken schdpper, doch
in Amsterdam wei'gert men de lossmg, zoo
htet geen sehepeni van dte vereeniging „Beurt-
bevrachting zijn. Voor dit, zijn de arbeddera
alhier niet aansprakeiijk, beweeri: men. Veel
hieeft 'het all) (gekost, zoowel aan loondterving,
winstderving, alsook te lage marktprijzen.
Voorat het laatste zail al eenl enorm bedrag
veriegenwoordigen, gezien de marktberichten
van andere plaatsen, tegenover die van hier,
.en dat voor de prima soorten van1 den Lam-
gedijk.
Het is daarom te hopeni, dat eene spoedfi-
ge oplossing plaats vindt, opdat ten dte rinanf-
cieele ten dte moneele schado^niet grooter
wordt.
Well gaat de vertzendnlg zijln' gewonen
gang, maar hoofdzaak is toch, dat net ge-
schiedt zooals het voorheen geschiedde.
Men, sdhrijft ons van anidiere zijde:
Kon dte xnarkt ter dezer plaatse voorheen
roemen op de hooge prijzen, welke gemaakt
werden voor prodlucten. gedurendte dte sta-
fcinig schijnt zulks nitet net geval te zijn.
Wanneer men de laatste dagen een cou-
rant ter hand neemt en leestl de marktberich
ten, b.v. van „de 'Streek", dan zdet men1, dat
er da.geini zijn, dat de export-aardappelen
genoteerd stoan voor f 4 60 per 100 Kg., ter
wijl in Broek op 1 angedijk f 3,80 genoteerd
kon worden, terwijl voor blbemkool1 daar van'
3,15—f 5.50 en hier 2,20 tot 2.90 per
100 stuks gemaakt kon worden.
Ging voorheen steeds een) flinke faoevetel-
heid dezer producten naar de Amsteidamsche
markten vooral dte goede kwaliteit aardlappe-
len, wdarvoor men' dan steeds een behoorlijfce
prijs noteerde nu ziet men deze voor ex-
portprijs van de hand gaan, hetwelk een en-
orme schade berokkent voor dengenien, weli-
ke ze ter marict brengt.
Of het nu enkel een gevolg der staking is,
weet men niet, maar typeerend1 is het onge
wone prij'sverechil wel; en wanneer dit de
oorzaak is, dan is het tern zeerste te wen-
schen dat dte betrokken partijen spoedig tot
elfcander komen, opdat alles zijn gewonen
gang weer gaat. 1
Onze Corr. mteldt:
Nog steeds staking. Dit is een' verzuchting,
die zeer zeker door menigeen geslaakt wordt,
vooral omdat fmandeel de druk dlaarvan
dbor velen gevoeld wordt. Het hangt, zooals
we reeds meedeeliden, op de niet aangesloten
schippers, die Amsterdam niet wenscht te les
sen. Dit punt is alleen de oorzaak, dat de
staking in alle details wordt doorgezet.
Schade voor dte tuindera, schade voor dte
arbeiders, schade voor dte Jdeine koopliedten,
schade voor dte neringdoemdten, kortewn er
wordt een toestond uit gteboren, die liever
vandaag dan morgen opgelost moet wordten.
'Dit schijnt echter gemakkelijker gezegd,
dan gedaan. Er wordt genoeg over gecomfe-
scherpe rotsen, donkerblauw. En daarnaast
scheen een rand woudboomen iedere nuance
te vertoonen van bruin en purper in blader-
looze diepten.
Dichter bij mijn venster zag ik dten' voor-
grond van den .rijweg tusschen de kale beu-
kestommen. De groenachtig bruine zee van
mos daaronder werd afgewisseld d'oor een
witte, diansendte zee van sneeuwdroppds
En d'aar O! Daar litep de Zuster.
Ik zag haar net stijf persoontje na, in haar
marine blauw pakje, boe ze zich wegspotdde,
de laan door, naar de breode poort tusschen
de steenen pilaren.
Al spoedig merkte ik een' andere, kleinene
gedaante op, die haar in dte laan, teg-unoet
kwam.
Een telegrammen jongen?
Hoe komt het toch dat negen van de tien
menschen nioOit een telegrammtenjongen in de
richting van hun huis lornnen zien gaan zon
der stil te staan eni te vragen;: Is het voor
mij? Het moet een diep ingewortelde befaoef-
te zijn in de menschelijke natuur denk ik; dte
behoefte om te hopen dat er eenmaal ietsrem-
verwachts, iets buitengewoons cebeuren zal.
(Ik kan niet klagen dat aan deze behoefte
niet rijlkeltijlki voldoiening, gegeven is in mijh
spedaal geval).
Dat rnoge dam zoo wezen, ik zag zuster
Phyllis den jongen een oogenblik staandte
houden. Zij vroeg hem natuuriijk of het te
legram voor haar was. Hij schudde het hoofd
en kwam op htet huis af. Ik betrapte mij zelf
op dte gedachteVerondenstel vertmdersteT
reerd, daar mankeert het niet aan. Van fade
zijden is men geneigd voeling te houden, om
een oplossing te vinden.
Tot heden was het vrij rustig geb'leven,
doch nu komt daarin blijkbaar wel eenige
verandering. Enkele meesterknechten van de
kooplieden zijn begonnen met werken en
worden daarom als onderkruipers beschouwd.
met gevolg, dat ze gepost worden en het
Maandagavond voor de wooing van hen een
opioop was van belang.
's Morgens vanuit Nborscharwonde ondter
vrij sterke politiegeleide naar zijn werk te
Broek gebracht, werd hij 's avonds op de-
zelfde wijze weer thuis gebracht. Voor een
aantol arbeiders was dit laatste het sein om
rumoerig te worden, waama een opioop van
publiek op de Spooratraat het gevolg was.
Politiemacht was spoedig ter plaatse, om de
stokerp te verdrijvea.
Voor zoover we kunnen beoordteelen, treed
de politie zeer kalm op. We ontmoetten juist
een aantol stokers die kwamen van dte plaats
door ons beschrevten, een viertal politieagen-
ten vormden de achterhoede, doch van beide
zijden ging alles even kalm.
We vernemen tevens, dat te Broek een con-
ferentie plaats heeft vani diverse besturen van
hier en Amsterdam met enkele hoofdbestu-
ren om te bespreken alsnog tot een oplossing
te komen. Over het resultaat is ons nog niets
bekend. Het ultimatum vaini Koophandel van
de vorige week is tot heden niet uitgevoerd,
zoodat de zaak nog geen werkwilligen per
advertentie zijn opgeroepen, wat de beaoe-
ling was.
Het is wel jammer dat dte kwestie op dit
punt moet blijven haijgen, want over dte nieu-
we financieele regeling die wednig of niet van
die vorige verschilt, is een volkomen bevredi-
gendte overeenstemmiing berei'kt.
Eenige toeschietelijldiead van beide zijden
zal wel noodig zijn, om tot beeindiging van
het conflict te komen. Enfiini, misschien is dit
op het oogenblikdat we dit schrijven reeds
voor elkaar.
UIT HIEIUOD.
De Noordf-Hoifflandisicfae Propaganda-com-
misSies van dten* Aigemeenen Nedierlandl-
schen Geheelllonbbudlerslbondi en die Neder-
liandSche vereenaginjg tot afschaffin'g van Al-
oohoiische dkiankeni bMd Zondag Saiar Pro-
vjncdailte Meeting op hetl andgoed' van wij-
len Mr. P. van Foreesit alhier.
Htet aantali deelnemendle vereenigiingen be-
diroteg 1410 (votrig jaar l'lO) die met een d!rie-
tal booten1 naar Alkmaar getogen waren.
Met ontplooidie baniereni en transparanten
ging men onder die vnoolijfoe muziektonen
niaar het meetingsterrein, waar dnmiddelS
reeds hondlerdten betoogensi per fiera, tram en
auto waren aangekomen.
Wait niemand had venwadht, gebeurde.
Een Hdhite onweersbui kwam opzetten waar-
van faet gevollg was dait een overigens wellko-
me regentoui bijna 1 uur aanfaield, waar-
door dte meeting in bet water dredgde te vaL-
lten.
'Nitettemin opende de voorzitter de mee
ting, doch die beliangstellMng was onder de
regen tamelijlk getaandl Spr. verwelbomdte
de aanlwezigeni en siprakl zdjh vreugde uit
over dte gfoede btelangstellling en1 bOopte, dat
alS strafes de buii was oVergednteven, men zou
kunnen bejginnen. Voorts detelide spr. mede,
dlat een sprefcer, die beer P. Voogd te Laren
was verhinderdi, dtedhi dlat dte Secret arts van
htet comiite dadtelijk bereid was bevonden zdjh
plaats in te nemen, waarvtoor spr. hem zijn
dank bebuigde.
'Daar dte regen1 aanfaieH gilngen verschilB-
lendle deellnemens, allsmede de fanfareeorp-
sen been, elke gelegenheid werd beaut om
zoo gauw mogieljfc te vertreklkien.
Toen ongeveer hallf 4 de regen ophield, be-
gon dte eerste spr. H. Plloeg Jr. te Utrecht'
zijn redte. S'pr.. wenschte zdmi tot eenige al-
gelmeenhedlen bepalenhiji wefete in een schit-
terend ibetoog op te komen op ons terrein en
te toonen drankbestrijdtens van de daad, al
willdtes pr. niet iedereen tradhten te bekeeren
tot geheelll onthouiders. Die daad, waarop
spr. ui'tvoerig ingingi en zijn betoog met ver-
sdhillllandle voorbeelden toelichtte, mloet ge-
ridht zijn tegen het alcoboilisme, we moeten
eens even dat het telegram misschien voor mij
was?
Maar dat was onwijs.
Er waren maar twee menschen op de faeelte
wereld die wisten dat ik, Rose Whitelands,
ten onrechte veronderdteld de jonge mevrouw
Meredith te zijn, hier was. Reggie Penmore
zou mij niets te telegrafeeren hebben. Eh
mejuffrouw Vera Vayne was op weg naar
Amerika.
In ieder geval, zuster Phyllis was veilig en
wel uit de buurt.
En nu mij gauw aankleeden!
Dat was gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Want na Een minuten de kamer te hebben
doorgezocht, de kleerkast en de latafel kwam
ik tot de droevige conclusie dat mijn kleeren
op de een of-andere manier verdwenen waren.
De kale zwart serge rok en mantel die ik
op reis had aan gehad waren weg. Evenzoo
mijn ondergoed.
En dit bracht mij weer iets vervelends te
binnen. Als mijn eigen kleeren maar gemerkt
waren met mijn eigen voorletters, Maar ik
had te veel haast gehad voordat ik mijn pen
sion verliet om mijn uitzetje nieuwe kleeren
te merken voordat ik mijn nieuwe betrekking
aanvaardde. En nu waren ze in de wasch ge
gaan zonder de W. die mij had kunnen
rechtvaardigen.
Alles wat ik kon vinden waren dte dunne
avondkleereni vani juffrouw Vera Vayne en
de stapdl licht mauve en rose gtebiloetmae fTod-
dtertge klteeren. Ers dbeem igeea peignoir bij
te zijn.
(Wordt vervolgri.)