Alkmaarsche Courant FBUILLBTOH. Id verkeerde schoeaen. De groene oogen. Dw adres voor N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. COSTER ZOON, KlpptB sa Kontjnea. is Voordam G 9, ALKMAAR. Woensdag 1 Augustus. a Ko. IT9 192» Honderd Yijf en Twlntlgste Jaargang. AAN DE ABONNd'S. Zy, die gedurende hon vacantie-tijd onze Courant wenschen te blijven ontvan- gen, gelieven daarvan minstens 2 dagen van te voren kennis te geven aan onze ad- ainistratie (Tel. No. 3.) VERPLAATSINO OPLE1DINGSSCHOLEN U. L. O. SCHOOL VOOR JONOENS EN MEISJES. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR maken bekendj dat na die zo- mervacantie de MEISJESSGHOOL, (Hoofd mej. E. SELLEMANS), ZAL GEtljISVEST ZIJN IN DE BOVENLCTKALEN VAN HET SCHOOLGEBOUW IN DE BRHJLESTEEG, terwijl DE 1STE GEMEENTESCHOOL (Hoofd de heer J. A. ZWARTEVEEN), na de vacantie tijdelijk gevesiigd is in het school'ge- bouw aan de GEDEMPTE NIEUWE, SLOOT De in dit gebouw gevestigde U. L. O.- 9CHOOL YOOR JONGENS EN MEISJES (Hoofd de heer A. R MULDER), wordt OVERGEPLAATST naar het tegeawoorrdige gebouw der Meisjesschool aan die OUDE- ORACHT. Oud'ers van leerlingen der late Gemeente- school (Hoofd de heer J. A. ZWARTEVEEN), die er ae voorkeur aan geven, dat hun kinde- ren in het schoolgebouw in de BRILLE- STEEG blijven schoolgaan, kunnm v66r 10 Augustus a.s. ter Secretarie (afd. Onderwfjs), OVERPLAATSING VRAGEN, hetzij naar de 7e GEMEENTESCHOOL (Hoofd Mei. E. SELLEMANS), hetziji naar de 8e GEMEEN TESCHOOL (Hoofd de heer J. G. VAN BURKEN). Voor zoover de pLaaisrutmte toe- laat zal met hun wenschen warden rekendng gehouden. Alkmaar, 30 JulH923. Burgemeester en Wethoudera voornoemd, A. F THOMSEN, loco-Burgemeester. A. KOELMA, Secretarla WIJZIGING HUURWETTEN. DE HUURCOMMISSIE to ALKMAAR brengt ten kennis van belanghebberadten dat vcrhuurdjors van woningeo in het algemeen be# voegd zjja met Ingang van 1 Augustus 1923, cornder siadere toostemming veil die Huurconw missie, den huurprijs van die wooingen te ver# hoogen tot 50 pot boven den huurprijs geldem# de op oi laatstelijlc \66i 1 Januari 1916 ten unrien van de waningen die op 1 Jan.-ua.ri 1916 verhuurd waren voor een huurprijs van ten fioogsta f 6 pet -week. Voot die wooingen die op 1 Januari 1918 verhuurd waren voor een |huurprija van meat tkn J 6w— pet week of hieer dan 312 pen) jaar strekt die bevoegd* hdd zich uit tot 3?7 pet. boven den huur prijs geldende op of laatstelijk Vj66r 1 Januari 1918. Voor eventueelo verdere verhoogingen blfjft -whter de goedkeuting van de Huureonunlasic noodig. Het Is evenweJ verbocfen voot he* gebruik van een krachitens die Womimgwet onbewoon. baar verklaarde wonlng een hoogereQ huur# prija te bedingen den die huurprijs voot die waning geldiende op of laatstelijk v66t 1 la. nuari 1923. Deze bepaling geldt zoowel voor de wonln* gen die v66r als nH 1 Augustus 1923 onbe# woonbaar zijn of worden verklaard. Do HuurconMniesde kan voorta wanneet doo* bur jop verzoek van den huurdet inge-volge da Huuropzeggingswet, een huurterm(jn wordt verlengd een huurprijs bepalen lager dan de rvehuurder ingevolge de artt. 1 en 2 der Huurcommiisaiewet zonder hare tusachen- koms t zou mogen bedingen en pan tinmen, in- dien de staat van onderhoud dier woning dien lageren huurprijs wettigt. Overigens blijft voor de woningen waarvoor door de Huurcommissle een huurverlenging Is toegestaan gedurende den daarbij bepaalden termijn de door de Huurcommissle laatstelijk vastgestelde huurprijs van kracht, totdat de Commissie daaromtrent een nieuwo uitsprnak heeft gedaan. Ten slo-tto vostigt de eomoiissfo de aandacht van b elanghebb endem op hot feit dat ingevolge de gewi)zigda Huuropzeggiirgsrwet ten aanzien van woningen getegen buiten Alkmaar, to eene gemecnto waarvoor geen HuurcommissiO is tow gesteld, de Kantonrechter in do plants rtreedt van de H u u roammissie, zoodart verzoefcen om vennetiginig -van huurop zeggLngen en verlen. gm.g van huur of om een nieuwe hunt tot stand tie brengen in dat geval nh 1 Augustus 1923 Naar het Eingelsch, door Berta Ruck. 80) Ik verwacht, dat dit van het begini af aan zoo gewaest is en wel altijdi zoo zal blijven bij diit paar menschen, dat zoo slecht bij: el- kaar past. Antipatliiek zooals twee gelijjk- soortige polen verwacht ik, dat zij nooit zullen ophouden „zullen oude vrienaen" te blijven. Ik geloof dat vdle vara ,^ulke oude vriendschapsbanden" diezelMe basis hebben. TWe oude antogonisten ontm'oeten elkiander; taj kibbelen zooals zij in hun jeugd dedem en tawijl zij Idbtbelen of elkaar uitsclhelden, gaan de jaren voodriji. Zij letten niet op die rimpela in het gezadht en de verantwoohde- liikheid daaraan verbondenzij vergeten de disillusiehun volwassen kinderen (luisteren) en houden op voor hen te bestaan. Zelfs als zij elkaar tegenspirkeen komt voor heni een tweede jonge meijestijld terug en die heerlijkste dagen, dagen van weleer, die voarfeij zijn. Jaik denk dat dit het gehedim moet wezen. Philippa Tracey had maar 66a enkel oogen-. blik om haiastig tot mdj te zeggen: „Ik zal u weerzien. Wij modern eens sanien priaten. La- ten wij: afspheken ergens te gaan theedmin- ken. Laten wij elkaar een briefje schriiven" toen baar moeders stem gehoord wend en zooals gewoonlijk boven pits uitblonk. „Ja, ik zal bij jullie beiden komen, Meg. Dat zal een piret wezen", zei ze op een half ktaderiijken toon. „Hoe zorgzaam van je van tot den Kantonrechter behooren te word en ge- richit Tegen de bcafisstog van den Kantonrech. ter is geen rechtsmiddel itoegekten, beihoudens voorzicning in cassatia in het belang der wet. InUchtingen omtrent do huurprljzea der wo. tolngen op 1 Januari 1916 of op 1 Januari 1918 I worden desgevraagd en voor zooveel mogelf jk I gaarne door den Secretarla der Huurcotcamissie iter gemeentersecretario verstreki Alkzoaair, 27 Juli 1923. De Huurcommissdo voomoemid O. J. VERKERK, Voorzittes. P. H. VAN DDK, Secretaria. (Nadruk verboden), „Het heat vlucht en is gewomdlhat vluchtgewoudl geen twyfel mogeiyk. Men ziet het bloedspoor tangs de atruiken tor het bosch." Onze jonge meester beginit zooals andleren einidigenged-urende de veertig jaren, dat ik jager ben, heb ik geen better schot gezton... maar bij den heiligen Saturio, paitroon van Sa» ria, vetraper hem dien wetg in de lichiting van 'die groene eiken, vemchik die hicxnden, blaas uit allie machit op die booms. Ziet ge niet dat hfj zich begeeft in de richtinig der fountain van Alamos? Als hi] daafaan voarbfj gaat, kunnen we hem sis verloren bescbauwenl De ravfjaen van Moncayo herhaalden, in echo's, het _geroep der jachthooms, het geblaf der losgelaten honiden; de kreten der pages weerkkmiken met hernieuwde kracht en de versdhirikte groep maun, de paarden en homo den, alles begaf zich naar de plaats, die Inigo, chef der j agers der markiezen van Almenar, 'aaniwoea als de moest gaschikta om het dier In jn loop te atuiten. Maar alles was tevergeefs. Toen die meest /handigo der windhonden bij het eikenbosch aankrwam, schoot't hert ala 'n pi.il uit n boog jcloor en verloor zich tusschen het gefcoomta, Waarlangs een weg voerde naar de tomitedn. „Haltlalien, haltl" schxeeuwde Iinigo, „het is Gods wil, dat "t antkomt." Dfe stoet hicld tor, de booms zwegen stU en de honden, op de stem der Jagers, veriaetan onder gebmxm hun spoor. Op dit oogenblik voegdo de held van't feest, 'Fernando de Ajrgensola, oudste zoom van Alt menar, zich bij de groep de<r jagers. I „Wat doet gU nu?" riop hy uit, 't woord tot zijn opperjager richtead, terwljl toom in zijn oogen flikkerde. „Wat doet ge nu, stommerik? i Zie je niet dat 't hert gewoind is? dat 't het eerste is, dat valt doOT mijn band en gU ver» last au 't spoor en laat't sterven dSopweg In *t bosch? Denk jU diat ik Jacht maak op her# ten, opdat de wolVen t zullen opeten?" „Heer", mompelde Inigo zacbt, Jm* ill oat mogelijk am verder te gaan." ..Onmogelljk, waarom?" ..Omdat dat voetpad voert naar de touteia van Alamoede fotntean van Alamos, wier watereo door den geest van "t kwaad worden bewoond; degeen, die waagt zo in baar rust te storen, betaalt zwaar zijn ovetrmoed. Het <Ser 'beett reeds baar grenzen ovorscbreden, maar glj zoudt ze niet kuanen overscbrljdcn zander omgehik over uzelve te brengen. Wij, jagers, /wij zijn de komtagen van Moncaye, maar ko» ningen, die een scbatting bertalen. Elk stuk wild, dat scbuilpkats zoekt bij die gehcanw zinnige fontein, is verloren wild" Verloren wildl Ik sou Eerver het edellijke bezit mljner oudetrs wilen verliezen, Haver mljn ziel aan Satan, afvorens dat hert toe te staan mij te ontsnappen, het eerste, diat door mljn hand violZie je't nog?Zie je't jiog wel?Af en toe ban men nog van hier ontdekkenzijn beenen willen niet meet, het jaagt minder; laat mij, laat ml] laat mljn teugel los of ik sla je omvert Wie woet of ik bet nog niet *"^""■1, voordiat het bij de fontein is? En als bij er komt, dan near den duivel er moo I Vooruit Eclair I vooruit paardl Abl als je bet nog imbaalt, laat Ik met mljn edelsteencn jouw hoofdstuk -veasieienl Vooruit 1" Faard en man Joegen voorwaarta ala 'n ar< Inigo volgde beiden met zijn oogen, totdat ze in 't geboomte waren verdwenen; hierop keek by om slch been, alien blerven even anbe» wegelljk en ontzet staan als hijzelf. Toen barette do jager luida uit: „Heeren, gy bebt't gezien, boe Ik me bifna bdb laten dooden onder de hoeven van zijn paard om hem tegen te houden. Ik beb myn pHcbt gedaan. De dapperheld staat onmacbtig tegenover den duivel. De jager komt tot hier met zijn boog; "t is aan den pries-tor om te be# proerven aan gene ztjdo voorby te komen met zjjn wljkwaai" „Uw gericht is zeer bleek, ge rijt steeds somber en zwijgzaam, wat Is u overieomen? Secfert diien fataleo dag, dat ge by do fontein van Alamos waart op jacht naar 't best, sou mien zeggen dat 'n kwade heka tots van uw miridiag eea Franschen chauffeur vaini een vriend te gaan bezoeloen, die daar gewond in het hospitaal ligtf (Ik veronderstel, dat dit een excuus was van ae anne lady Meredith „Het is hetzelfde hospitaal waar ik driemaal in de week's middags naar toe ga voor de uitdeeling van het Roode Kruis. Ik kan je dus alles laten zien, Ga maar mee!" Zoo bleef mijn pleegmoeder steeds ver- volgd door haar tnecaoogenlooze vriendin. A1 weder bleef zij ons de baas en vergezelde ons, ditmaal zonder Philippa, die wij achter- lieten, daar zij wel een millioen bneven te schrijven had, zei ze, om te bedanken voor huwelijkscadeaux. Wij reden nu in een open rfjtuigje door de smallere geplaveide straten naar die Ko- ningin van hoofdstraten, de Avenue des Champs Elys^es. In mhn oogen leek het of ons geheele Trafalgar Square niet breeder was dan deze Avenue, van de hemelhooge huizen en hotels aan den eenen kant naar die van de overzijde; ik was nog niet gewend aan die ontzettende ruimte, nog opvallender door de rij kastanjeboomen langs de trottoirs. Hier zagi mm nuassa's menschm; dames, die boodschappen dtedmi, blessfs met ver band en knxMcen, mood geSdleade Fransche 'kinderein met Eingelsdhe nurses en tocb schern er meer dan genoeg plaats. Ruimte, minute! Luchi, vrijheid en licht:! Ik geloof, dait dit de <Engen zijta, die vrooEjtoheid en welzijn sdhijUen te vertoenen aan- die VfF.e Lumtere, zoowel in oarlogstijld als in vrede. Ilk keek naar de wintods, die wij; passeer- den. Oofc diaar was ruimite en 1-icihit. Guer- Iain's parfumerie&nmagiazajti met die uitstal- Jjeveo uttoutgt, «ikm dag tots meer. Gy rijdt niet meer uiit, -^oorsfgegsazi door toveadige jacbtbondera, en fanf&ra#geacibal wekt geen echo's, meer la die bergen. A1166n, vervuld van gedschten, die u ptjni» gen, neemtt ge dken morgen de boog, soekt gy de dicbte pkstsea in't bosch en blijft gy daar tot de zou omdergaat Warneer de nacbt la g e# vsBen, keeait ge terug men 't k« steel, bleek, vermoeid en ik zoek tevergeefs in uw weitasch naar de buit Waarmee houdt ge u tocb bezig in die lange uren, ver van ben, die u zoo fief# bebben?" Terwljl Inigo sprak, saeed Fernando, ver# dtept in zijn gedachten, madhiinsal met zijn groot jachtmes in zijn zetel van ebbenbout. Na 'a lange atilte, sheen onderbroken door het kraaaen van 'it staal over het gepolitoerdu bout, rtop de Jongeman, sis had hij geen der geaproken woorden verstaan, plotselmg uit: Inigo, gy die oud zijt, gy die ahe bolen van dien Moncayo kierrt, die de wilde beeeten bebt nagejaagd, begt ge toevallig ooit een levende vtouw ontmoet te midden dozer rotsen?" ,,'a Vtouwl" riep de jager verraat uit, ter# wi]il by hem vast asnkieek. „Ja", vervolgdie de jongemsc^ Is tots zeer vreemda overkomen, tots zeer vreemds.... Ik dacbt 't geheim ecu wig te kunnen bewa# ton, maar 't is ma niet mogelijk; het ant# springt aan mljn bait, miju gekat vorraadt 't, ik zal't u openJbaresn. Gy zuft me belpen om 't geheim te veirjagen, waarmee zich 'm wezen yomwikkellt, dat voov ml] altoto odhljat te be# staan, daar ndemand baaz kent, baar ooit zag en een enkele aanwijsdng me ovaor base TO mag te geven." De jager, zander zijn fippen te ontspannen, trok zijn schimmel naderby en zette rich naast zijn heer neeur, zander da verscbrikte oogen i ook maar 66a oogenblik van hem af te went den. Deze, na 'n korta wyio aagedacht te hebben, vervolgde: „Sedert dien dag dart he, andanks uwe ooodl# Jottige voorspellngen, nadat ik 't water bad 'lovergezwommen, by dto faatedn kwam en op \t hert beslag Iegde, dart uwa bygaloovigheid had laten antenappen, onttsond er in mljn zial fn groot begeeien naar de eenzaamabedd. Gy kent die pick niet. Stel u voor, dezo ion# tein dtop in 'n rote vcrborgen, waaruit ze \onitspringt en In fijna druppela ahrprooit over groea gebladccrte, weelderig bloeiende pbnten, die sen den zoom van haar bedding groeton. De druppelen ochiteren alt gouden vooken, ferillen ala ktonlcen op 'n Instrument; zij ver# penigen zich over 'n groen tapijt van gras, /Zoemen als de bijen, die zullen neeretrijken op de bloemen. Zy ijlen over 'n bedding van zand, vormen 'n beek, worartelen met hinder# nissen, die zich op baar weg voordoen, vaficn terug over zichzelve, dansen, ontkomen, ijlen verder, nu lacbend, dan zuchtend, totdat zy zich verliezen in 'n meer. Haas val wordt bmt geledd door niert te omscbrljven kfanken. Weekkchten, woorden, namsn, liederen, Ik weert niet wat Ik al niert vernomen heb temid# den van dit geruisch, toen ik ,aleen en vol spanning artil hieLd op die rote, aan walker voet de wateren der geheimztanige fontein dartelen, voardart zy in de nvorm van 'n diep meer zich verstUlen, waarvan 't ooberweigeHjk oppervlak nauwelljks in beroering wordt ga# bracbt daar het avondwiodja Daar is allea grootsch. Daar haamchrt met haar duizend onlbekenda geluiden de ccn# zaambeid, den geest met 'n omiitsprekeUjke melancholia bedwehnend. Van de hoogten -der raTverachtiga blaren der popuHeren, uit die bolen der rotsen, uit do gohnen van 't meer, schijnen da onzichtbare geesten der natuur tot ana te sprcken en "n b roe der te herioennen in den onsterfelykcn geest van den mensch. Als ge my ziet, by H krieken van den dag, mijn handboog nemen en me begeven in de richttng van 't gwebergte, denk ik nimmer aan jacht op wild; necn, ik zet me nedcr by de fan tein en zoek in baar water,... Wat? ik kan 't niet zeggen, 'n waanl Dien dag, wear-op ik aan baar voorby ben gekomen, gezeten op .Eclair", beb ik gemeend, in basir diepte tots vreemds te zien scbittereniota zeer vreemdsde oogen eener vrouw. Misschien was 't 'n zoomestraal, dia over baar achuim vbichtlg been dartekle. Misschien een -dier bloemen, die drijven temidden van 't wier, geboren in haar schoot, waarvan da kelken op smaragden gelijken ik weet 't niet; ik meende 'n bifik te oratwaren, die zich bechtte aan den mijnie, een bilk <fie in mljn ziel 'a begeeren wekte, zot, onuitvoerbaar, 'n be# geeren om 'n vrouw te mogen cmtmoeten met dergedlflce oogen. Ik zoek zo sedert. op die plek. dagsn an da# gen Op *s avond, misschien was Qe de speefbal van 'a droom.maar noen, het was da waar# head; want ik heb met haar gosproken, ver schilenda malen, zooals ik nu met u spree k, op dit oogenblik... op 'n avond beb ik baar, kast waar miaar weinSgi laiideitaeflc uitgie»t>al)d was, een ledi^e ruinute vensiiieiidi door een paar simalte tafeltjea waarop misschien drie zeer kostbare vazeu odeur en een kolossale poe- derkwast. Het IRtoJls Boycepaleis van Bipiegel- glias en oubeschaamd gereserveercfe adver- tentie. Een bloemeawinlkel1 met een beelderig bouquet mouve en gele orchideefin neerge- worpen op een fluwaelm icussen. „wlat mialken die Fransche winMiera een studie van de mecsdieilijlke niatuiurl Wat raj beoogen is te miaJcen, dait lailleai wat zij, vertcoo- (pen er uit ziet also# er maar 66a aoo'n ding op de weireld is!" verklaarde mevrouw Tra cey, majm. oogen volgiende, die op die rij win# kels gievestigdl waireini. „Enj het motto voor onze EngeHsdhe ramen scn-n,t te wezen „Massa's meer te krijjgeiL waar dit vandaani konut! Oeen wonder, dat die mMtoniaikis hier naar toe stroamen om hun inkoopen te doeni! Dat behelst een Heal voor het jeune file a mariar. Als ge in den smaak wilt vallen, loop dan nooit met massa's an- diere jonge meisijes. Een heeH geaonde rede- neering, niet waar mevrouw Merdeifh?" Ik den, dat ik heel beleefd geglimlacht heb, maar ik had mijn gedachten eigenlijk niet bij hetgeen ze zei. Ik dacht over haar dochter: die geheimzinnige en ontstellende Philippa. „Heeft Qeoree met over mij gesproken?" Wat zou de beteekenia. zijn van die vraag, dat zou ik zoo graag weten. Wat Mad George over Miss Tracey tot zijn vrouw moeten zeggen? Waarom deed miss Tracey die vraag aan het meisje, dat zij voor zijn vrouw aanzag? Zou zij het mij willen vertellen toen zij eea afspraak wou maken gecctea op mijn pfeate ec gaktoad to a rtuntek, dd« afhing tot op hert water, gczten, 'a vrouw van zoo groote schoouhedd oatmoot, dart zy alle bescbryving te boven gaat; baar baren scbencn van goud, haar wimpers tinteWe als zannestratem; onder baar oogharen bewogen zich onruartLg die oogen, die ik bad aanachouwd ja, de oogen van die vrouw waren index# diaad die oogen, die in mljn geest gegrift waxen, oogen van 'n anbcschryfelijke kleur, oogen_.." Groene oogenl" rtop Inigo uiit met 'm uit# druklring van diep onitzet, terwljl by plotso ling van zijn tabouret opstond. Fernando, op zijn beuxt, keek hem aan, ver# rast door van bem te hooren, wat hy vaa plan was te zeggen en vroeg met 'n mengaling van angst en vreugde in de stem: „Kent gy baar?" „0, noen," hemam de jager. „God beware my baar te kenmen. Maar mljn oudetrs, terwljl ze my verboden oodrt naar dat oord te gaan, badlden my bondemd malen gozegd, dat die ..veryloekte geest", demon of vrouw, die in de wateren wooo/t, oogen van die kleur zou be# zitten. Ik bezweer u, omdat ik u zoo tiefheb, nooit meer tot die fan-team terug te keeren. Een oJ anderen dag zal baar wraak u bereiken en gy zult met den dood boeton de "-i«M baar wateren te hebben bezoedeid" „Omdat ik baar lilesfbelb provelde de jongeman, treurig glimlachend. „Ja," vervolgde de grysaard, Jby uw voarra# deren, by uwe vademen, by de tranen van haar, die de hermel ala vrouw voor a bestemt# bezweer ik u „Weet ge, wat ik *1 meeste op dew wereld liefbeb? Weet ge waarom ik af stand zou doen van die liefde van mljm voder, van de kussen van baar, die my bet toven achonk en van tcedewheden van alle vrouwen dozer aarde? Voor 66a blik, 66n enkelen blik dier oogen Hoe zal ik kumnen opgeven die te zoeken?" Fernando sprak die woorden met zoo diepe uiitdruklriag uiit, dart de traan aan Inigo'a wira# pars zacbt afgleed langs zijn wang en hy in diepe smart uitkreert: ^dat de wil dies Hernials geschiede!" ML „Wie zijt go? Wat is uw vaderknd? Waar woant gy? Alle dagen zoek ik u op en Ik de noch bet roe, dat u nasi deze oorden voert, noch de bedlemden, die uw draagstoel dragen. Verscheux eindeiyk den geheimzimmigen ahator, waarim gy u hult ala in 'a donkeren nacb-t Ik beb u lief en of go von edelea bloeda afjt of niet#adeliyk, ik zal die uwe sDo, van a voor /altyd De zon zonk weg acbter de kam der bergen; schaduwea daalden in lange lijnen langs zijn flanken; de avond wind klaagde in de poputie# ren by de fontein en da novel .zachtjea opatij# gen die uit het meer, omwikkalde do rotsen (random zijn boorden. Op 66n dozer xotsexs, welke er ulrtzag als zou zy zich nieerstorten in de dSepte der wato# ten, zag men dien erfgemam van AFmonax, siddereod neergeknield aan de voeten zijn ax geheimzinnige geliefde, tevergeefs zich inspan# neud baar 't geheim van baar bestaan te out# lokken. Zy was choon, adboon en bleek ala 'n beeld van albasl Eta lok barer baren vial langs haar schou# ders en gleed weg tusschen do plooien van -baax sluierr, als 'n zomnostraal, die de wolken Scheldt en haar oogen, van blonde tampers omkransd, fankelden als amaragden, in gouden montuur gevat. Toen Fermando met spreken had opgehouden, bewoog zy die Hp pen als om enkele woorden te zeggen, maar bet was alecbta 'n zucbt, 'a toere en klagende zucbt als die van 'n llchte golf, in den wind bewogen, die sterft in 1 go# bladerto. „Gy antwoordt my niet!" vervolgde Ferman# dio, zich in zijn verwacbtimgen telcurgesteld voelend. Wilt ge dat ik zal gelooven, hetgeen m van u zegt? Spteek tot my. Ik wil weten of gij my liefhebt, ik wil weten of ik u kan beminmen, of ge 'n vrouw *yt „Of 'n demon? En als ik dat was?" De jongeman aarzelde een oogenblik. Het koude zweet brak bem uit; zijn oogen werden 1 heel groot, toen by ze bechtte in grootste spanning aan die der vrouw en geboeid door hun phosphoriseerenldien glans, xiep hy, bljna zinncloos von hartatocht uit: „AJs gy 't waartik minde u nogik zou p minnen even sterk als ik 'rt in di-t oogen# blik doe. Mljn lot is u lief te hebben, zelfs aan gene zijde des levens, inxfien daarginds tots j zou bestaan!" Een stem, die denken deed aan 'n teera me# - lodie, Het zich toen vememen: Fernando, ik heb u nog meer lief dan gy my bemint; ik, die tot 'n simpel sterveling neerdlaal. Ik ben niet 'a vrouw, aan die der aarde geHjk; ik ben 'n vrouw uwer waardig, zoo boog vexheven boven andeie manxten. Ik /leef op dien bodlem dezer wateren, en eh zy, onistoffelyk en transparant, versta ik my met haar geluiden, golf ik medo met baar golven. om elkaar weer te ontmoeten? Ik vroeg deze dingen steeds af, terwiil wij de prachtige aveniue afreden, waar auto s van allerlei vorm en grootte voorbij flitsten, snel als gonzende vogels, schitterend groen en grijs en geel en blauw als vogeltjes. Bij die auto's vergeleken was onze ouderwetsche cab precies een vuile schildpad, voortkruipen- de over den weg. Eindelijk waren wij er dan toch. Wij stonden stil voor den hoogen witten gevel van een der vele hotels, die als hospi taal zijn ingericht, met de Roode Kruisvlag waperende aan den ingang. Weinig vermoedde ik wat mij daar binnen wachtte. Alsof zij er een voorgevoel van had keek mijn pleegmoeder mij een weinig onrus- tig aan. Wij klommen de breede trap op, waar eens rijke reizigers met hun gevolg, millionairs misschien, elkaar verdrongefi; nu waren het alleen docters, verpleegsters, ge- wonden van de geallleerde legers en hun oe- zoekers. „Ik hoop, dat dit niet te zwaar voor Rose zal zijn", zei Lady Meredith aarzelend. „Ach lieve, goedhartige ziel! Wat zou te zwaar zijn voor een meisje van haar leef- tijd!" wierp mevrouw Tracey haar met ver- achting tegen toen wij de op een museum ge- lijkende vestibule binnen gingen. Twee jaren had het daar weerklonken van het geklater van allerlei talen. Nu was het er doodstileen enkele Fransche oppasser met witte snor hield er de wacht. „Herinner je je ons nog Meg voordat wij getrouwd waren of gefeigageerd?" ging me vrouw Tracey voort. „Hoe wij den heelen dag Ik straf niert den gene, die 'rt waagt de fanteta, waar ik leef, te beaoedelen, mtogendeel; mijn liefde beloant hem, hem, die on-toegankeiyk was voor 'rt bijgeloof van't alledaagsche en in staat miju liefde te begrijpen." Terwijl zy aldus sprak, oadlerdb die joogtt# man, verloren in de aanbidding van haar fan tastische echooxuheld en als door 'n onbeken.de machit fl.£uiget rokken, meer en meer die uitente 1 pumt van die torts. De vrouw met de groeine oogen vetrvolgdo: „Aanschouw den doorzichrtigen bodem van i dirt meer, aanscbcmw zijn plan-ton, waarvan de groene en zware bkderen to de diepte zich be# wegen.... Zy zullen ons 'n bed van emaragd )>n koraal maken, en ik, ik, ik zal u 'n geluk -.geven, 'n geluk zander naaxn, geluk diat ge u to uwe overspanntog9#uren droomdert en dat nie# mind u kan biedenKom, de koelrten van "t meer dwalen langs onze boofden als Iiefdle# standaards. De gob-en roepen ons met baar geheimzinnige stemmen, de wind heft to de popuHeren zijn hartstochrteiyke bymnen aan k amkom 1" De nacbrt began zijn schaduwem uiit te zertten, de rnaan weerspiegdde zich to de oppervlak te van 't meer, de novel steeg, op *t machrteiyk koeltje en de groene oogen sdhitterden to de duisternia als dwaalHchrtjes, die boven ver# vloekte wateren randeknsen. „Komkom-die woorden Idooken to de ooren vain Fernando Immex opodeuw, bem d-uizesHgrnakend. „KomI" en de gobeimzixmige vrouw riep hem naar dien kant Van dien afgtood, waar zjj bleef toeven en hem baar Hppen tcheen te red# ken voor 'n kus'n leusI Fernando (toed 66a schrede naar baar toe i nog eenHy voelcto Deere en soepeto armen zich om zijn bals vereenigen en 'n gewaarwor# ding van kou op zyn gloehsnde Hppen, 'n kut van sneeuwby .wankelde verloor voert en vie! to hert water neer met 'a doffen smak. De wateren spatten op to licbte vonken en slorten zich over zijn ficbaamen baar rib I veren kringen vertajdden rich, verrwijddeo rich, tot zy verarttorven aan de oervers van de fontein DHOOG TEGENOVER NAT. Wij zijn nog maar siteeds in het strijdpeik, want de vraagsfukken met betreidcing tot die pluimveeteelt, era hare belamgen, zijn nog langs niet opgelost 1 Wiji.. liooren so-ms van menschen zeggen, dat deze of gene klaargeleerd is, maar de geleerden z»lf vin- den steeds nog uit, dat er nog veel te leenen overblijft. Wij blijven dus maar steeds in de school al zijn wij ook al 80 jaar geworden. Wij mogen het bijltje er nog niet bij neerleg# gen, -maar moeten door onze opgedane ken-- nia van zaken, beginners inleiden in het A. B. C. van de sport. Hedlen willen- wij dan weer lets mededeelien over den uitslag van een belangrijk onder- zoek, over de vraag: Wat is het beste sy- steem van voeren: Droog of Nat? Deze vraag heeft van tijd tot tijd al heel wat pennen m beweging gebracht in de pluimveepers. Het is dan- ook eene belangrijke vraag voor den pluimveehouder (van beroep) waar hij zoekt om zijn pluinuveesifcapel meer produc- tief te maken, met minder arbeid. De voorstanders van Droogvoeder contra Natvoeder sitrijden om het hardst dat hun systeem het besite is. Het Gouvernements proetetartion Grootfdn- teiin. (Middelburg Kaap-Provinde) is daar- om overgegaan om eene proefneming te doen, welke op 8 Augustus 1921 -begonnen is. Hiervoor werden gen omen wit leghorns, ver- deeld in twee toomen, elk van 14 hennen. Deze dieren waren hiervoor niet speciaal uitge- zocht, maar nadat aradere toomen uitgezochit en gepR'aatst waren, bl-even deze 28 hennen nog over. Elke toom van 14 kreeg eene loopruimte van 50 X 40 voet, terwijl net kok (of moet ik hier schrijven eene geriefelij-ke waning?) die op de otter jacht geweest waren en dan vijf- tien mijlen ver op onze fiets naar huis moes- ten in den regen? Met de voeten op het handvatsel de laatste drie mijlen d§A heuvel af om bij tijds thuis te zijn om ons te kleeden voor een danspartij? En dan hielden we het uit tot den morgen zonder er iets van te we ten? De jeugd moet alles maar aan kunnen", zei ze. „En- een meisje moet te veel vitaliteit hebben als zij kan verduren wat ze later moet ten uitvoer brengen." „Ja", mompelde Oeorge's moeder een wei nig zenuwachtig toen wij naar de lift liepen, „maar weet je, Rose Is ziek geweest „Ze zal nu spoedig wel beter zijn", zei me vrouw Tracey, met nadruk op het woord „nu" Wat kon ze daarmee bedoeld hebben, vroeg ik mij af. Mijn verbazing over iets van dien aard was uitgewischt zoodra wij uit de lift stapteri op den corridor van de eerste verdieplng. want toen wij <fien corridor afliepen en fn het voile licht van het groote venster Irwamen, zag ik een gelaat z66 bekend, dat ik meende mif vergist te moeten hebben. Inderdaad, ik Het den onmiskenbaar En- gelschen jongen man in khaki, met zijn af- wezigen bl'k en zijn lorgnet, die niet op ons lette, voorbfjgaan voordat ik het woord „Reggie" kon uiten. „Die leek net op Reggie Penmore!" Snel wend 'e onze gastvrouw zich om. „Zoo? Kent u hem? Een vriend van u?" „Ja, o ja", zei Ik vol vuur. „Hij was het dus? (Wordt vervolgd) Schoolboeken

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5