Alkmaarsche Courant
FBUILLBTOH.
Id verkeerde schoeaen.
De groene oogen.
Dw adres voor
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
KlpptB sa Kontjnea.
is
Voordam G 9, ALKMAAR.
Woensdag 1 Augustus.
a
Ko. IT9 192»
Honderd Yijf en Twlntlgste Jaargang.
AAN DE ABONNd'S.
Zy, die gedurende hon vacantie-tijd
onze Courant wenschen te blijven ontvan-
gen, gelieven daarvan minstens 2 dagen
van te voren kennis te geven aan onze ad-
ainistratie (Tel. No. 3.)
VERPLAATSINO OPLE1DINGSSCHOLEN
U. L. O. SCHOOL VOOR
JONOENS EN MEISJES.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR maken bekendj dat na die zo-
mervacantie de MEISJESSGHOOL, (Hoofd
mej. E. SELLEMANS), ZAL GEtljISVEST
ZIJN IN DE BOVENLCTKALEN VAN HET
SCHOOLGEBOUW IN DE BRHJLESTEEG,
terwijl DE 1STE GEMEENTESCHOOL
(Hoofd de heer J. A. ZWARTEVEEN), na de
vacantie tijdelijk gevesiigd is in het school'ge-
bouw aan de GEDEMPTE NIEUWE,
SLOOT
De in dit gebouw gevestigde U. L. O.-
9CHOOL YOOR JONGENS EN MEISJES
(Hoofd de heer A. R MULDER), wordt
OVERGEPLAATST naar het tegeawoorrdige
gebouw der Meisjesschool aan die OUDE-
ORACHT.
Oud'ers van leerlingen der late Gemeente-
school (Hoofd de heer J. A. ZWARTEVEEN),
die er ae voorkeur aan geven, dat hun kinde-
ren in het schoolgebouw in de BRILLE-
STEEG blijven schoolgaan, kunnm v66r 10
Augustus a.s. ter Secretarie (afd. Onderwfjs),
OVERPLAATSING VRAGEN, hetzij naar de
7e GEMEENTESCHOOL (Hoofd Mei. E.
SELLEMANS), hetziji naar de 8e GEMEEN
TESCHOOL (Hoofd de heer J. G. VAN
BURKEN). Voor zoover de pLaaisrutmte toe-
laat zal met hun wenschen warden rekendng
gehouden.
Alkmaar, 30 JulH923.
Burgemeester en Wethoudera voornoemd,
A. F THOMSEN, loco-Burgemeester.
A. KOELMA, Secretarla
WIJZIGING HUURWETTEN.
DE HUURCOMMISSIE to ALKMAAR
brengt ten kennis van belanghebberadten dat
vcrhuurdjors van woningeo in het algemeen be#
voegd zjja met Ingang van 1 Augustus 1923,
cornder siadere toostemming veil die Huurconw
missie, den huurprijs van die wooingen te ver#
hoogen tot 50 pot boven den huurprijs geldem#
de op oi laatstelijlc \66i 1 Januari 1916 ten
unrien van de waningen die op 1 Jan.-ua.ri 1916
verhuurd waren voor een huurprijs van ten
fioogsta f 6 pet -week. Voot die wooingen die
op 1 Januari 1918 verhuurd waren voor een
|huurprija van meat tkn J 6w— pet week of
hieer dan 312 pen) jaar strekt die bevoegd*
hdd zich uit tot 3?7 pet. boven den huur
prijs geldende op of laatstelijk Vj66r 1 Januari
1918.
Voor eventueelo verdere verhoogingen blfjft
-whter de goedkeuting van de Huureonunlasic
noodig.
Het Is evenweJ verbocfen voot he* gebruik
van een krachitens die Womimgwet onbewoon.
baar verklaarde wonlng een hoogereQ huur#
prija te bedingen den die huurprijs voot die
waning geldiende op of laatstelijk v66t 1 la.
nuari 1923.
Deze bepaling geldt zoowel voor de wonln*
gen die v66r als nH 1 Augustus 1923 onbe#
woonbaar zijn of worden verklaard.
Do HuurconMniesde kan voorta wanneet doo*
bur jop verzoek van den huurdet inge-volge
da Huuropzeggingswet, een huurterm(jn wordt
verlengd een huurprijs bepalen lager dan de
rvehuurder ingevolge de artt. 1 en 2 der
Huurcommiisaiewet zonder hare tusachen-
koms t zou mogen bedingen en pan tinmen, in-
dien de staat van onderhoud dier woning
dien lageren huurprijs wettigt.
Overigens blijft voor de woningen waarvoor
door de Huurcommissle een huurverlenging
Is toegestaan gedurende den daarbij bepaalden
termijn de door de Huurcommissle laatstelijk
vastgestelde huurprijs van kracht, totdat de
Commissie daaromtrent een nieuwo uitsprnak
heeft gedaan.
Ten slo-tto vostigt de eomoiissfo de aandacht
van b elanghebb endem op hot feit dat ingevolge
de gewi)zigda Huuropzeggiirgsrwet ten aanzien
van woningen getegen buiten Alkmaar, to eene
gemecnto waarvoor geen HuurcommissiO is tow
gesteld, de Kantonrechter in do plants rtreedt
van de H u u roammissie, zoodart verzoefcen om
vennetiginig -van huurop zeggLngen en verlen.
gm.g van huur of om een nieuwe hunt tot stand
tie brengen in dat geval nh 1 Augustus 1923
Naar het Eingelsch, door Berta Ruck.
80)
Ik verwacht, dat dit van het begini af aan
zoo gewaest is en wel altijdi zoo zal blijven
bij diit paar menschen, dat zoo slecht bij: el-
kaar past. Antipatliiek zooals twee gelijjk-
soortige polen verwacht ik, dat zij nooit
zullen ophouden „zullen oude vrienaen" te
blijven. Ik geloof dat vdle vara ,^ulke oude
vriendschapsbanden" diezelMe basis hebben.
TWe oude antogonisten ontm'oeten elkiander;
taj kibbelen zooals zij in hun jeugd dedem en
tawijl zij Idbtbelen of elkaar uitsclhelden,
gaan de jaren voodriji. Zij letten niet op die
rimpela in het gezadht en de verantwoohde-
liikheid daaraan verbondenzij vergeten de
disillusiehun volwassen kinderen (luisteren)
en houden op voor hen te bestaan. Zelfs als
zij elkaar tegenspirkeen komt voor heni een
tweede jonge meijestijld terug en die heerlijkste
dagen, dagen van weleer, die voarfeij zijn.
Jaik denk dat dit het gehedim moet wezen.
Philippa Tracey had maar 66a enkel oogen-.
blik om haiastig tot mdj te zeggen: „Ik zal u
weerzien. Wij modern eens sanien priaten. La-
ten wij: afspheken ergens te gaan theedmin-
ken. Laten wij elkaar een briefje schriiven"
toen baar moeders stem gehoord wend en
zooals gewoonlijk boven pits uitblonk.
„Ja, ik zal bij jullie beiden komen, Meg.
Dat zal een piret wezen", zei ze op een half
ktaderiijken toon. „Hoe zorgzaam van je van
tot den Kantonrechter behooren te word en ge-
richit Tegen de bcafisstog van den Kantonrech.
ter is geen rechtsmiddel itoegekten, beihoudens
voorzicning in cassatia in het belang der wet.
InUchtingen omtrent do huurprljzea der wo.
tolngen op 1 Januari 1916 of op 1 Januari 1918
I worden desgevraagd en voor zooveel mogelf jk
I gaarne door den Secretarla der Huurcotcamissie
iter gemeentersecretario verstreki
Alkzoaair, 27 Juli 1923.
De Huurcommissdo voomoemid
O. J. VERKERK, Voorzittes.
P. H. VAN DDK, Secretaria.
(Nadruk verboden),
„Het heat vlucht en is gewomdlhat
vluchtgewoudl geen twyfel mogeiyk. Men
ziet het bloedspoor tangs de atruiken tor het
bosch."
Onze jonge meester beginit zooals andleren
einidigenged-urende de veertig jaren, dat
ik jager ben, heb ik geen better schot gezton...
maar bij den heiligen Saturio, paitroon van Sa»
ria, vetraper hem dien wetg in de lichiting van
'die groene eiken, vemchik die hicxnden, blaas
uit allie machit op die booms. Ziet ge niet dat
hfj zich begeeft in de richtinig der fountain van
Alamos? Als hi] daafaan voarbfj gaat, kunnen
we hem sis verloren bescbauwenl
De ravfjaen van Moncayo herhaalden, in
echo's, het _geroep der jachthooms, het geblaf
der losgelaten honiden; de kreten der pages
weerkkmiken met hernieuwde kracht en de
versdhirikte groep maun, de paarden en homo
den, alles begaf zich naar de plaats, die Inigo,
chef der j agers der markiezen van Almenar,
'aaniwoea als de moest gaschikta om het dier In
jn loop te atuiten.
Maar alles was tevergeefs. Toen die meest
/handigo der windhonden bij het eikenbosch
aankrwam, schoot't hert ala 'n pi.il uit n boog
jcloor en verloor zich tusschen het gefcoomta,
Waarlangs een weg voerde naar de tomitedn.
„Haltlalien, haltl" schxeeuwde Iinigo,
„het is Gods wil, dat "t antkomt."
Dfe stoet hicld tor, de booms zwegen stU en
de honden, op de stem der Jagers, veriaetan
onder gebmxm hun spoor.
Op dit oogenblik voegdo de held van't feest,
'Fernando de Ajrgensola, oudste zoom van Alt
menar, zich bij de groep de<r jagers.
I „Wat doet gU nu?" riop hy uit, 't woord tot
zijn opperjager richtead, terwljl toom in zijn
oogen flikkerde. „Wat doet ge nu, stommerik?
i Zie je niet dat 't hert gewoind is? dat 't het
eerste is, dat valt doOT mijn band en gU ver»
last au 't spoor en laat't sterven dSopweg In
*t bosch? Denk jU diat ik Jacht maak op her#
ten, opdat de wolVen t zullen opeten?"
„Heer", mompelde Inigo zacbt, Jm* ill oat
mogelijk am verder te gaan."
..Onmogelljk, waarom?"
..Omdat dat voetpad voert naar de touteia
van Alamoede fotntean van Alamos, wier
watereo door den geest van "t kwaad worden
bewoond; degeen, die waagt zo in baar rust te
storen, betaalt zwaar zijn ovetrmoed. Het <Ser
'beett reeds baar grenzen ovorscbreden, maar
glj zoudt ze niet kuanen overscbrljdcn zander
omgehik over uzelve te brengen. Wij, jagers,
/wij zijn de komtagen van Moncaye, maar ko»
ningen, die een scbatting bertalen. Elk stuk
wild, dat scbuilpkats zoekt bij die gehcanw
zinnige fontein, is verloren wild"
Verloren wildl Ik sou Eerver het edellijke
bezit mljner oudetrs wilen verliezen, Haver
mljn ziel aan Satan, afvorens dat hert toe te
staan mij te ontsnappen, het eerste, diat door
mljn hand violZie je't nog?Zie je't
jiog wel?Af en toe ban men nog van
hier ontdekkenzijn beenen willen niet
meet, het jaagt minder; laat mij, laat ml]
laat mljn teugel los of ik sla je omvert Wie
woet of ik bet nog niet *"^""■1, voordiat het bij
de fontein is? En als bij er komt, dan near
den duivel er moo I Vooruit Eclair I vooruit
paardl Abl als je bet nog imbaalt, laat Ik met
mljn edelsteencn jouw hoofdstuk -veasieienl
Vooruit 1"
Faard en man Joegen voorwaarta ala 'n ar<
Inigo volgde beiden met zijn oogen, totdat
ze in 't geboomte waren verdwenen; hierop
keek by om slch been, alien blerven even anbe»
wegelljk en ontzet staan als hijzelf.
Toen barette do jager luida uit:
„Heeren, gy bebt't gezien, boe Ik me bifna
bdb laten dooden onder de hoeven van zijn
paard om hem tegen te houden. Ik beb myn
pHcbt gedaan. De dapperheld staat onmacbtig
tegenover den duivel. De jager komt tot hier
met zijn boog; "t is aan den pries-tor om te be#
proerven aan gene ztjdo voorby te komen met
zjjn wljkwaai"
„Uw gericht is zeer bleek, ge rijt steeds
somber en zwijgzaam, wat Is u overieomen?
Secfert diien fataleo dag, dat ge by do fontein
van Alamos waart op jacht naar 't best, sou
mien zeggen dat 'n kwade heka tots van uw
miridiag eea Franschen chauffeur vaini een
vriend te gaan bezoeloen, die daar gewond in
het hospitaal ligtf (Ik veronderstel, dat dit
een excuus was van ae anne lady Meredith
„Het is hetzelfde hospitaal waar ik driemaal
in de week's middags naar toe ga voor de
uitdeeling van het Roode Kruis. Ik kan je dus
alles laten zien, Ga maar mee!"
Zoo bleef mijn pleegmoeder steeds ver-
volgd door haar tnecaoogenlooze vriendin.
A1 weder bleef zij ons de baas en vergezelde
ons, ditmaal zonder Philippa, die wij achter-
lieten, daar zij wel een millioen bneven te
schrijven had, zei ze, om te bedanken voor
huwelijkscadeaux.
Wij reden nu in een open rfjtuigje door de
smallere geplaveide straten naar die Ko-
ningin van hoofdstraten, de Avenue des
Champs Elys^es. In mhn oogen leek het of
ons geheele Trafalgar Square niet breeder
was dan deze Avenue, van de hemelhooge
huizen en hotels aan den eenen kant naar die
van de overzijde; ik was nog niet gewend
aan die ontzettende ruimte, nog opvallender
door de rij kastanjeboomen langs de trottoirs.
Hier zagi mm nuassa's menschm; dames,
die boodschappen dtedmi, blessfs met ver
band en knxMcen, mood geSdleade Fransche
'kinderein met Eingelsdhe nurses en tocb
schern er meer dan genoeg plaats. Ruimte,
minute! Luchi, vrijheid en licht:! Ik geloof,
dait dit de <Engen zijta, die vrooEjtoheid en
welzijn sdhijUen te vertoenen aan- die VfF.e
Lumtere, zoowel in oarlogstijld als in vrede.
Ilk keek naar de wintods, die wij; passeer-
den. Oofc diaar was ruimite en 1-icihit. Guer-
Iain's parfumerie&nmagiazajti met die uitstal-
Jjeveo uttoutgt, «ikm dag tots meer. Gy rijdt
niet meer uiit, -^oorsfgegsazi door toveadige
jacbtbondera, en fanf&ra#geacibal wekt geen
echo's, meer la die bergen.
A1166n, vervuld van gedschten, die u ptjni»
gen, neemtt ge dken morgen de boog, soekt gy
de dicbte pkstsea in't bosch en blijft gy daar
tot de zou omdergaat Warneer de nacbt la g e#
vsBen, keeait ge terug men 't k« steel, bleek,
vermoeid en ik zoek tevergeefs in uw weitasch
naar de buit Waarmee houdt ge u tocb bezig
in die lange uren, ver van ben, die u zoo fief#
bebben?"
Terwljl Inigo sprak, saeed Fernando, ver#
dtept in zijn gedachten, madhiinsal met zijn
groot jachtmes in zijn zetel van ebbenbout.
Na 'a lange atilte, sheen onderbroken door
het kraaaen van 'it staal over het gepolitoerdu
bout, rtop de Jongeman, sis had hij geen der
geaproken woorden verstaan, plotselmg uit:
Inigo, gy die oud zijt, gy die ahe bolen van
dien Moncayo kierrt, die de wilde beeeten bebt
nagejaagd, begt ge toevallig ooit een levende
vtouw ontmoet te midden dozer rotsen?"
,,'a Vtouwl" riep de jager verraat uit, ter#
wi]il by hem vast asnkieek.
„Ja", vervolgdie de jongemsc^ Is tots
zeer vreemda overkomen, tots zeer vreemds....
Ik dacbt 't geheim ecu wig te kunnen bewa#
ton, maar 't is ma niet mogelijk; het ant#
springt aan mljn bait, miju gekat vorraadt 't,
ik zal't u openJbaresn. Gy zuft me belpen om
't geheim te veirjagen, waarmee zich 'm wezen
yomwikkellt, dat voov ml] altoto odhljat te be#
staan, daar ndemand baaz kent, baar ooit zag
en een enkele aanwijsdng me ovaor base TO
mag te geven."
De jager, zander zijn fippen te ontspannen,
trok zijn schimmel naderby en zette rich naast
zijn heer neeur, zander da verscbrikte oogen
i ook maar 66a oogenblik van hem af te went
den.
Deze, na 'n korta wyio aagedacht te hebben,
vervolgde:
„Sedert dien dag dart he, andanks uwe ooodl#
Jottige voorspellngen, nadat ik 't water bad
'lovergezwommen, by dto faatedn kwam en op
\t hert beslag Iegde, dart uwa bygaloovigheid
had laten antenappen, onttsond er in mljn zial
fn groot begeeien naar de eenzaamabedd.
Gy kent die pick niet. Stel u voor, dezo ion#
tein dtop in 'n rote vcrborgen, waaruit ze
\onitspringt en In fijna druppela ahrprooit over
groea gebladccrte, weelderig bloeiende pbnten,
die sen den zoom van haar bedding groeton.
De druppelen ochiteren alt gouden vooken,
ferillen ala ktonlcen op 'n Instrument; zij ver#
penigen zich over 'n groen tapijt van gras,
/Zoemen als de bijen, die zullen neeretrijken op
de bloemen. Zy ijlen over 'n bedding van
zand, vormen 'n beek, worartelen met hinder#
nissen, die zich op baar weg voordoen, vaficn
terug over zichzelve, dansen, ontkomen, ijlen
verder, nu lacbend, dan zuchtend, totdat zy
zich verliezen in 'n meer. Haas val wordt bmt
geledd door niert te omscbrljven kfanken.
Weekkchten, woorden, namsn, liederen, Ik
weert niet wat Ik al niert vernomen heb temid#
den van dit geruisch, toen ik ,aleen en vol
spanning artil hieLd op die rote, aan walker
voet de wateren der geheimztanige fontein
dartelen, voardart zy in de nvorm van 'n diep
meer zich verstUlen, waarvan 't ooberweigeHjk
oppervlak nauwelljks in beroering wordt ga#
bracbt daar het avondwiodja
Daar is allea grootsch. Daar haamchrt met
haar duizend onlbekenda geluiden de ccn#
zaambeid, den geest met 'n omiitsprekeUjke
melancholia bedwehnend.
Van de hoogten -der raTverachtiga blaren
der popuHeren, uit die bolen der rotsen, uit do
gohnen van 't meer, schijnen da onzichtbare
geesten der natuur tot ana te sprcken en "n
b roe der te herioennen in den onsterfelykcn
geest van den mensch.
Als ge my ziet, by H krieken van den dag,
mijn handboog nemen en me begeven in de
richttng van 't gwebergte, denk ik nimmer aan
jacht op wild; necn, ik zet me nedcr by de
fan tein en zoek in baar water,... Wat? ik
kan 't niet zeggen, 'n waanl Dien dag, wear-op
ik aan baar voorby ben gekomen, gezeten op
.Eclair", beb ik gemeend, in basir diepte tots
vreemds te zien scbittereniota zeer
vreemdsde oogen eener vrouw.
Misschien was 't 'n zoomestraal, dia over
baar achuim vbichtlg been dartekle. Misschien
een -dier bloemen, die drijven temidden van
't wier, geboren in haar schoot, waarvan da
kelken op smaragden gelijken ik weet 't
niet; ik meende 'n bifik te oratwaren, die zich
bechtte aan den mijnie, een bilk <fie in mljn ziel
'a begeeren wekte, zot, onuitvoerbaar, 'n be#
geeren om 'n vrouw te mogen cmtmoeten met
dergedlflce oogen.
Ik zoek zo sedert. op die plek. dagsn an da#
gen
Op *s avond, misschien was Qe de speefbal
van 'a droom.maar noen, het was da waar#
head; want ik heb met haar gosproken, ver
schilenda malen, zooals ik nu met u spree k,
op dit oogenblik... op 'n avond beb ik baar,
kast waar miaar weinSgi laiideitaeflc uitgie»t>al)d
was, een ledi^e ruinute vensiiieiidi door een paar
simalte tafeltjea waarop misschien drie zeer
kostbare vazeu odeur en een kolossale poe-
derkwast. Het IRtoJls Boycepaleis van Bipiegel-
glias en oubeschaamd gereserveercfe adver-
tentie. Een bloemeawinlkel1 met een beelderig
bouquet mouve en gele orchideefin neerge-
worpen op een fluwaelm icussen.
„wlat mialken die Fransche winMiera een
studie van de mecsdieilijlke niatuiurl Wat raj
beoogen is te miaJcen, dait lailleai wat zij, vertcoo-
(pen er uit ziet also# er maar 66a aoo'n ding
op de weireld is!" verklaarde mevrouw Tra
cey, majm. oogen volgiende, die op die rij win#
kels gievestigdl waireini.
„Enj het motto voor onze EngeHsdhe ramen
scn-n,t te wezen „Massa's meer te krijjgeiL
waar dit vandaani konut! Oeen wonder, dat
die mMtoniaikis hier naar toe stroamen om hun
inkoopen te doeni! Dat behelst een Heal voor
het jeune file a mariar. Als ge in den smaak
wilt vallen, loop dan nooit met massa's an-
diere jonge meisijes. Een heeH geaonde rede-
neering, niet waar mevrouw Merdeifh?"
Ik den, dat ik heel beleefd geglimlacht heb,
maar ik had mijn gedachten eigenlijk niet bij
hetgeen ze zei. Ik dacht over haar dochter:
die geheimzinnige en ontstellende Philippa.
„Heeft Qeoree met over mij gesproken?"
Wat zou de beteekenia. zijn van die vraag,
dat zou ik zoo graag weten.
Wat Mad George over Miss Tracey tot zijn
vrouw moeten zeggen? Waarom deed miss
Tracey die vraag aan het meisje, dat zij voor
zijn vrouw aanzag? Zou zij het mij willen
vertellen toen zij eea afspraak wou maken
gecctea op mijn pfeate ec gaktoad to a rtuntek,
dd« afhing tot op hert water, gczten, 'a vrouw
van zoo groote schoouhedd oatmoot, dart zy
alle bescbryving te boven gaat; baar baren
scbencn van goud, haar wimpers tinteWe als
zannestratem; onder baar oogharen bewogen
zich onruartLg die oogen, die ik bad aanachouwd
ja, de oogen van die vrouw waren index#
diaad die oogen, die in mljn geest gegrift waxen,
oogen van 'n anbcschryfelijke kleur, oogen_.."
Groene oogenl" rtop Inigo uiit met 'm uit#
druklring van diep onitzet, terwljl by plotso
ling van zijn tabouret opstond.
Fernando, op zijn beuxt, keek hem aan, ver#
rast door van bem te hooren, wat hy vaa plan
was te zeggen en vroeg met 'n mengaling van
angst en vreugde in de stem:
„Kent gy baar?"
„0, noen," hemam de jager. „God beware
my baar te kenmen. Maar mljn oudetrs, terwljl
ze my verboden oodrt naar dat oord te gaan,
badlden my bondemd malen gozegd, dat die
..veryloekte geest", demon of vrouw, die in de
wateren wooo/t, oogen van die kleur zou be#
zitten. Ik bezweer u, omdat ik u zoo tiefheb,
nooit meer tot die fan-team terug te keeren.
Een oJ anderen dag zal baar wraak u bereiken
en gy zult met den dood boeton de "-i«M
baar wateren te hebben bezoedeid"
„Omdat ik baar lilesfbelb provelde de
jongeman, treurig glimlachend.
„Ja," vervolgde de grysaard, Jby uw voarra#
deren, by uwe vademen, by de tranen van
haar, die de hermel ala vrouw voor a bestemt#
bezweer ik u
„Weet ge, wat ik *1 meeste op dew wereld
liefbeb? Weet ge waarom ik af stand zou doen
van die liefde van mljm voder, van de kussen
van baar, die my bet toven achonk en van
tcedewheden van alle vrouwen dozer aarde?
Voor 66a blik, 66n enkelen blik dier oogen
Hoe zal ik kumnen opgeven die te zoeken?"
Fernando sprak die woorden met zoo diepe
uiitdruklriag uiit, dart de traan aan Inigo'a wira#
pars zacbt afgleed langs zijn wang en hy in
diepe smart uitkreert: ^dat de wil dies Hernials
geschiede!"
ML
„Wie zijt go? Wat is uw vaderknd? Waar
woant gy? Alle dagen zoek ik u op en Ik de
noch bet roe, dat u nasi deze oorden voert,
noch de bedlemden, die uw draagstoel dragen.
Verscheux eindeiyk den geheimzimmigen ahator,
waarim gy u hult ala in 'a donkeren nacb-t Ik
beb u lief en of go von edelea bloeda afjt of
niet#adeliyk, ik zal die uwe sDo, van a voor
/altyd
De zon zonk weg acbter de kam der bergen;
schaduwea daalden in lange lijnen langs zijn
flanken; de avond wind klaagde in de poputie#
ren by de fontein en da novel .zachtjea opatij#
gen die uit het meer, omwikkalde do rotsen
(random zijn boorden.
Op 66n dozer xotsexs, welke er ulrtzag als
zou zy zich nieerstorten in de dSepte der wato#
ten, zag men dien erfgemam van AFmonax,
siddereod neergeknield aan de voeten zijn ax
geheimzinnige geliefde, tevergeefs zich inspan#
neud baar 't geheim van baar bestaan te out#
lokken.
Zy was choon, adboon en bleek ala 'n beeld
van albasl
Eta lok barer baren vial langs haar schou#
ders en gleed weg tusschen do plooien van
-baax sluierr, als 'n zomnostraal, die de wolken
Scheldt en haar oogen, van blonde tampers
omkransd, fankelden als amaragden, in gouden
montuur gevat.
Toen Fermando met spreken had opgehouden,
bewoog zy die Hp pen als om enkele woorden
te zeggen, maar bet was alecbta 'n zucbt, 'a
toere en klagende zucbt als die van 'n llchte
golf, in den wind bewogen, die sterft in 1 go#
bladerto.
„Gy antwoordt my niet!" vervolgde Ferman#
dio, zich in zijn verwacbtimgen telcurgesteld
voelend. Wilt ge dat ik zal gelooven, hetgeen
m van u zegt? Spteek tot my. Ik wil weten
of gij my liefhebt, ik wil weten of ik u kan
beminmen, of ge 'n vrouw *yt
„Of 'n demon? En als ik dat was?"
De jongeman aarzelde een oogenblik. Het
koude zweet brak bem uit; zijn oogen werden
1 heel groot, toen by ze bechtte in grootste
spanning aan die der vrouw en geboeid door
hun phosphoriseerenldien glans, xiep hy, bljna
zinncloos von hartatocht uit:
„AJs gy 't waartik minde u nogik
zou p minnen even sterk als ik 'rt in di-t oogen#
blik doe. Mljn lot is u lief te hebben, zelfs aan
gene zijde des levens, inxfien daarginds tots
j zou bestaan!"
Een stem, die denken deed aan 'n teera me#
- lodie, Het zich toen vememen:
Fernando, ik heb u nog meer lief dan gy
my bemint; ik, die tot 'n simpel sterveling
neerdlaal. Ik ben niet 'a vrouw, aan die der
aarde geHjk; ik ben 'n vrouw uwer waardig,
zoo boog vexheven boven andeie manxten. Ik
/leef op dien bodlem dezer wateren, en eh zy,
onistoffelyk en transparant, versta ik my met
haar geluiden, golf ik medo met baar golven.
om elkaar weer te ontmoeten?
Ik vroeg deze dingen steeds af, terwiil
wij de prachtige aveniue afreden, waar auto s
van allerlei vorm en grootte voorbij flitsten,
snel als gonzende vogels, schitterend groen
en grijs en geel en blauw als vogeltjes. Bij
die auto's vergeleken was onze ouderwetsche
cab precies een vuile schildpad, voortkruipen-
de over den weg.
Eindelijk waren wij er dan toch.
Wij stonden stil voor den hoogen witten
gevel van een der vele hotels, die als hospi
taal zijn ingericht, met de Roode Kruisvlag
waperende aan den ingang.
Weinig vermoedde ik wat mij daar binnen
wachtte. Alsof zij er een voorgevoel van had
keek mijn pleegmoeder mij een weinig onrus-
tig aan. Wij klommen de breede trap op,
waar eens rijke reizigers met hun gevolg,
millionairs misschien, elkaar verdrongefi; nu
waren het alleen docters, verpleegsters, ge-
wonden van de geallleerde legers en hun oe-
zoekers.
„Ik hoop, dat dit niet te zwaar voor Rose
zal zijn", zei Lady Meredith aarzelend.
„Ach lieve, goedhartige ziel! Wat zou te
zwaar zijn voor een meisje van haar leef-
tijd!" wierp mevrouw Tracey haar met ver-
achting tegen toen wij de op een museum ge-
lijkende vestibule binnen gingen. Twee jaren
had het daar weerklonken van het geklater
van allerlei talen. Nu was het er doodstileen
enkele Fransche oppasser met witte snor
hield er de wacht.
„Herinner je je ons nog Meg voordat wij
getrouwd waren of gefeigageerd?" ging me
vrouw Tracey voort. „Hoe wij den heelen dag
Ik straf niert den gene, die 'rt waagt de fanteta,
waar ik leef, te beaoedelen, mtogendeel; mijn
liefde beloant hem, hem, die on-toegankeiyk
was voor 'rt bijgeloof van't alledaagsche en in
staat miju liefde te begrijpen."
Terwijl zy aldus sprak, oadlerdb die joogtt#
man, verloren in de aanbidding van haar fan
tastische echooxuheld en als door 'n onbeken.de
machit fl.£uiget rokken, meer en meer die uitente
1 pumt van die torts.
De vrouw met de groeine oogen vetrvolgdo:
„Aanschouw den doorzichrtigen bodem van
i dirt meer, aanscbcmw zijn plan-ton, waarvan de
groene en zware bkderen to de diepte zich be#
wegen.... Zy zullen ons 'n bed van emaragd
)>n koraal maken, en ik, ik, ik zal u 'n geluk
-.geven, 'n geluk zander naaxn, geluk diat ge u to
uwe overspanntog9#uren droomdert en dat nie#
mind u kan biedenKom, de koelrten van "t
meer dwalen langs onze boofden als Iiefdle#
standaards. De gob-en roepen ons met baar
geheimzinnige stemmen, de wind heft to de
popuHeren zijn hartstochrteiyke bymnen aan
k amkom 1"
De nacbrt began zijn schaduwem uiit te zertten,
de rnaan weerspiegdde zich to de oppervlak te
van 't meer, de novel steeg, op *t machrteiyk
koeltje en de groene oogen sdhitterden to de
duisternia als dwaalHchrtjes, die boven ver#
vloekte wateren randeknsen.
„Komkom-die woorden Idooken
to de ooren vain Fernando Immex opodeuw,
bem d-uizesHgrnakend.
„KomI" en de gobeimzixmige vrouw riep
hem naar dien kant Van dien afgtood, waar zjj
bleef toeven en hem baar Hppen tcheen te red#
ken voor 'n kus'n leusI
Fernando (toed 66a schrede naar baar toe
i nog eenHy voelcto Deere en soepeto armen
zich om zijn bals vereenigen en 'n gewaarwor#
ding van kou op zyn gloehsnde Hppen, 'n kut
van sneeuwby .wankelde verloor voert
en vie! to hert water neer met 'a doffen smak.
De wateren spatten op to licbte vonken en
slorten zich over zijn ficbaamen baar rib
I veren kringen vertajdden rich, verrwijddeo
rich, tot zy verarttorven aan de oervers van de
fontein
DHOOG TEGENOVER NAT.
Wij zijn nog maar siteeds in het strijdpeik,
want de vraagsfukken met betreidcing tot die
pluimveeteelt, era hare belamgen, zijn nog
langs niet opgelost 1 Wiji.. liooren so-ms van
menschen zeggen, dat deze of gene
klaargeleerd is, maar de geleerden z»lf vin-
den steeds nog uit, dat er nog veel te leenen
overblijft. Wij blijven dus maar steeds in de
school al zijn wij ook al 80 jaar geworden.
Wij mogen het bijltje er nog niet bij neerleg#
gen, -maar moeten door onze opgedane ken--
nia van zaken, beginners inleiden in het A.
B. C. van de sport.
Hedlen willen- wij dan weer lets mededeelien
over den uitslag van een belangrijk onder-
zoek, over de vraag: Wat is het beste sy-
steem van voeren: Droog of Nat?
Deze vraag heeft van tijd tot tijd al heel
wat pennen m beweging gebracht in de
pluimveepers.
Het is dan- ook eene belangrijke vraag voor
den pluimveehouder (van beroep) waar hij
zoekt om zijn pluinuveesifcapel meer produc-
tief te maken, met minder arbeid.
De voorstanders van Droogvoeder contra
Natvoeder sitrijden om het hardst dat hun
systeem het besite is.
Het Gouvernements proetetartion Grootfdn-
teiin. (Middelburg Kaap-Provinde) is daar-
om overgegaan om eene proefneming te doen,
welke op 8 Augustus 1921 -begonnen is.
Hiervoor werden gen omen wit leghorns, ver-
deeld in twee toomen, elk van 14 hennen. Deze
dieren waren hiervoor niet speciaal uitge-
zocht, maar nadat aradere toomen uitgezochit
en gepR'aatst waren, bl-even deze 28 hennen
nog over.
Elke toom van 14 kreeg eene loopruimte
van 50 X 40 voet, terwijl net kok (of moet ik
hier schrijven eene geriefelij-ke waning?) die
op de otter jacht geweest waren en dan vijf-
tien mijlen ver op onze fiets naar huis moes-
ten in den regen? Met de voeten op het
handvatsel de laatste drie mijlen d§A heuvel
af om bij tijds thuis te zijn om ons te kleeden
voor een danspartij? En dan hielden we het
uit tot den morgen zonder er iets van te we
ten? De jeugd moet alles maar aan kunnen",
zei ze. „En- een meisje moet te veel vitaliteit
hebben als zij kan verduren wat ze later
moet ten uitvoer brengen."
„Ja", mompelde Oeorge's moeder een wei
nig zenuwachtig toen wij naar de lift liepen,
„maar weet je, Rose Is ziek geweest
„Ze zal nu spoedig wel beter zijn", zei me
vrouw Tracey, met nadruk op het woord „nu"
Wat kon ze daarmee bedoeld hebben, vroeg
ik mij af.
Mijn verbazing over iets van dien aard
was uitgewischt zoodra wij uit de lift stapteri
op den corridor van de eerste verdieplng.
want toen wij <fien corridor afliepen en fn
het voile licht van het groote venster Irwamen,
zag ik een gelaat z66 bekend, dat ik meende
mif vergist te moeten hebben.
Inderdaad, ik Het den onmiskenbaar En-
gelschen jongen man in khaki, met zijn af-
wezigen bl'k en zijn lorgnet, die niet op ons
lette, voorbfjgaan voordat ik het woord
„Reggie" kon uiten. „Die leek net op Reggie
Penmore!"
Snel wend 'e onze gastvrouw zich om.
„Zoo? Kent u hem? Een vriend van u?"
„Ja, o ja", zei Ik vol vuur. „Hij was het
dus?
(Wordt vervolgd)
Schoolboeken