Alkmaarsctie Couraot abonnementeo *n Vliegongeluk. N.V. Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. COSTER ZOON, op Tjjdschriften FE1ILLBTOS. In verkeerde sohoenen. Voordam G 9, ALKMAAR, Woensdag 29 Augustus. Rechteafeeu. is HET adres voor ■zoowelBinnen- als Baltenlandsehe. No. 293 1.923 Hondsrd Vijf en Twlntlgste Jaargang. ass Door C. O. UNGER—S—SLAPERT. (Nadruk verboden.) Lijn 4 sneldd naar z'n eindpunt, met nog maar drie passagiers, een fleurig jong meis- je, getooid met wat witte bloemen, en twee oude dames in druk gesprek, De eene scheen wat doof, het gesprek werd ten minste op nog al luiden toon gevoerd. Op eens klonk het, ook voor het in den uitersten hoek geze- tenu meisje? hoorbaar: „0 zeg, weet je wat ik daar net bij Anne gehoord heb? Dat die jon- ge y. Veerssen van morgen „zoo'n ongeluk met z'n vliegtuigDe spreekster bleef midden in haar zin steken, verschrikt door een kreet uit den mond van het meisje, dat op eens doodsbleek, met open mond en starende oogen, zich aan de bank en vastgrijpend om niet te vallen, naar haar toekwam. „Weet u dat zeker?" hijgde ze. „God, juffrouw, wat hebt u? Kent u die meneer soms?" 't Meisje knikte en beet zich de onderlip haast aan bloed, om niet uit te gillen: „M'n bruigom, m'n bruigom!" Toen even daarna de tram stopte vloog ze, de verschrikte oudjes voorbij, de tram uit, en v66r ze't wist stond ze op de stoep van haar moeders huis; en rukte aan de bel en daar deed moeder zelve de voordeur open, met een zoo ontdaan gezicht, dat het meisje daarop de bevestiging las van wat ze daar net ge hoord had. „Joke", stamelde moeder, en wil- de haar hand grijpen, maar het meisje ont- week haar. ,,'k Weet het al, moeder!" en met- een rende ze naar boven, naar haar kamer en draaide de deur op slot; ze moest alleen zijn, alleen, om zich vertrouwd te maken; met het booze nieuws, dat haar zoo rauw op't lijf gegooid was. Joke's moeder, wie stll de tranen over de wangen liepen uit meelij met haar kind, was in de huiskamer teruggekeerd en voor de zooveelste maal, sinde ze het ontvangen had, herlas ze het noodlottig bericht. „Vliegtuig geyallen bestuurder v. Veers- sen zwaar gewond; gebracht naar Zieken- huis Alkmaar." 't Zou de laatste maal zijn, v6or z'n huwe- lijk, dat Job v. Veerssen een luchtreis maak- te; over vier dagen zouden Joke en hij trou- wenen nu dit. „Stil lieveling, niet praten, dat weet je wel", en het bruidje lei haar hand op den mond van den zwaargewonde, wiens ge- zwachtelde hoofd en verbonden arm nog niet eens alle verwoesting aanduidden, door den noodlottigen val veroorzaakt. Indien er een wonder gebeurde en hij beter werd, zou hij z'n heele leven een kreupel wrak blijven; en ook een eenzame. Want Joke's leven dan nog aan het zijne verbinden, dat was natuur- lijk een onmogelijkheid. Tot zoover had hij het met zichzelf klaargespeeld in de uren van slapeloosheid, die, nadat hij weer tot be- wustzijn was gekomen, z'n nachten zoo moei- lijk maakten. Soms bedacht hij: Joke was er ook nog, die had ook een woordje mee te spreken; 't zou heel moeilijk wezen haar dui- delijk te maken, dat er dan van een samenle- ven, een samenwonen in hun lief huisje, dat daar al zoo heelemaal klaar stond om door twee gelukkige menschen bewoond te worden, nooit iets zou kunnen komen. „Nee, 't was maar beter, dat het wonder niet gebeurdeofschoon, misschien toch ze bielden wel innig veel van mekaar en Joke, met haar edelmoedige natuur en dapper hart, zou ook met den schipbreukeling de le- vensreis dapper, aanvaarden." Bij die ge- dachte kwam een nauw merkbare glimlach om zijn lippen, maar Joke, die haar oogen niet van hem afhield, zag het. „Denk je aan wat prettigs, mannie? Geloof je, dat je gauw beter wordt? Niet praten, knik maar, dat genoeg voor me!" En hij knikte, maar niet om't geloof, dat hij gauw beter zou worden, hij wist wel anders. En eigenlijk moest z'n bruidje het toch ook weten; was het niet mis- dadig, haar maar aan den praat te houden, haar te laten gelooven, dat het misschien wel heel lang zou duren, maar dat er dan einde- lijk toch herstel mogelijk was en hij weer, al was't dan niet als vlieger, toch nog een bruikbaar mensch in de maatschappij kon worden? Dat was een andere puzzle, waar- rnede hij in de doorwaakte cachten z'n aime hoofd plaagde. Hij zou er eens met den dok- ter over praten, 't mocht wel niet, maar nu moest het. En Joke zat maar stilletjes bij z'n bed, streelde z'n vrije hand en zoende soms heel voorzichtig de wang, die niet door't verband bedekt was. Ze leefde bij't oogenblik; dwong zich met geweld, den toestand niet dfefer te denken, uit instinctmatige vrees, zoo ze't wel deed, al haar zelfbeheersching te zullen verliezen. Alleen onder voorwaarde, dat ze haar gevoelens volkomen zou onderdrukken, dat ze als een lieve vriendin en niet als een wanhopige bruid, bij z'n bed1 zou zitten, was haar toegestaan, naast de verpleegsters een beetje voor hem te zorgen, en in elk geval daar te mogen zijn. Wat op zich zelf voor beiden al een groote troost was. „Of u even bij den dokter wou komen? vroeg de portier van't ziekenhuis, toen Joke den volgenden morgen als naar gewoonte in eens door naar boven wilde gaan. Ze ver- schoot van kleur; de dokter? Wat moest die van haar? Moest haar scras wat ergs ver- teld worden? Met knikkende knieen stond ze, na geklopt te hebben, voor dokters kamer- deur te wachten. „Jaaa!" klonk het gerekt, als was de spreker met z'n gedachten elders. „Oh, is u het? Gaat u even zitten, juffrouw Balma. Nee, 't is niet erger, de nacht is heUsch nog al goed geweest, hij heeft beter geslapen," zoo stelde de dokter, die de ver- borgen angst op haar gelaat waarnam, haar gerust. ;„Maar ik moet eens even met u pra ten, voor u naar boven gaat. Kijk es, dit moet u eens lezen. Uw aanstaande man heeft me dat gisteren gedicteerd; maak u niet be- zorgd," onderbrak hij ziehzelf, toen hij ver- bazing uit haar oogen las; ,,'t heeft hem niet vermoeid, hij hoefde me maar enkele woorden ite ziegigeni, omi te m-aken, dat ilk hem begreep", en hiji ovtriiandiigde haar een toegevouwen stuk papier. Joke las: „Lieveling, 't kan miissdiiten nog een heele poos dluren, eer ik 'beter ben1; ik vtind het heerlijk, dat je dage- liij'ks bij! me tamt, maar ik zou't nog 1 ikeari vinden als dat, wat je nu goed'gunstig wordt ioegestaan, je reddens toe zou 'komen. Was het ongeluk niet gbbeurd, dan waren we al verscheideni dagen een getuikMg paar geweest; vind je eigenlijk ook niet, dat we't ellu'itani van onsi huwddjfe niet behOeven uit te stellen, tot tkl weer hersteld ben? De dokter zali je well op de hoogte brengen van wat er gebeurem moet, allsi je toestemt Mlaar ptnaat er i niet met me over; gedf me enfcal1 je trouwe j hiandl, als je (bijl me komt, dan weet ik het. JOB. i Eta Joke gal haar trouwe hand en! een paar dagen' daarna had er in de zaefcenka- mer een aandoenlijke pledhtighedd plaats, zooals er misschien zeliden of nooit een door de daatabijl betrokfcen personen wasi bijlge- woond. 't Wias met faleeli veel imspnnning, dat birUigom z'n naami gqpfliaatst had, maar hij stond 'er toch. En nui lag hiijl met gesloten ooigen1 neer; zfn gezicht teekende rust, al® was er een.' last van hetmi weggenomien. H&il zaohtjes zeal hijl: nVirouwtje tnijn, en joen Jo ke zich over hem heetaboog legde Mj lang- zaam den' gezonden arm om 'haar sdioudera en druJkte een langan zoen, een afscheidszoen naar hijl zelf wist, op haar mond. En voor't eerst in al die dagen1 van spanning en zorg liet hat dappere vrouiwtje zichzatve gaan; haar tranen drupten, haar schokkende schou- ders deden zijn aim 'afglijlden lan'gs haar rug. Dit bracht haar tot bezinning, en zich opheffend trachtte ze door haar tranen heen hem toe te ladhenHijl had zijn oogen nu wijd open; zijn bldk nam haar geheel in zijn be- zit, als wilde hij, voor zijn verdere levensreis, haar beeld tot in de kleinste onderdeelen in z'n geheugen prenten. Toen zei hij; iets, zoo zacht, dat Joke zich weer tot hem over moest buigen om hem te kunnen verstaan. „Dag lieve mevrouw v. Veerssen", klonk het van tussdien z'n lippen, terwijl toch nog even een glimlach' over doe woorden zich om z'n mond ptooide. Een vuurroode kleur overtoog haar ver- smald gezichtje; 't was of ze nu pas een juist inzicfat in haar nileuwe positie kreeg; zij was nu zijn vrouwi maar hij ook haar man, haar bezit, en dat bezit zou ze met al haar vermogen verdedigen, al! dreigden er ook nog zooveel gevaren. Er was in de ruime zieketakamer ook voor haar een bedl gespreid; de patient was, blijk- baar vermoeid door de ondargane emoties, m- gesluiinerdmet een liefkoozenden blik had ze hem stilzwijgend goeden nacht gewenscht, en vertrouwend op de belofte van de nacht- zuster, dat (he haar zou roepeu, als haar 64) Naar hot Engglsch, door Bcira Ruck. HOOFDSTUK XXII. De ptatonische wlttebraodsweken. De had een gevoel of ik voor de rechibank geweest was, die laatste acht uur. Wat had de weduwe nog meer gezegd van1 dien j ongen fcrijgsman, dien wij! dood waanden Ach! Waarom had zij niet iets bepaald aardigs gezegd, iets d'at hij verdiend had? Als het Philippa Tracey maar geweest was, Philippa die met hem getrouwd had moeten zijn, waar- naar hij itafonmeerdeZij; had dingen genoeg gezegd die prettig waren om over te vertellen, die hem goed zouden doen te hooren. „Zijn manschappen aanbaden hem! Een vereeniging van een volmaakt jongen duivel en een lieven, besten jongen... Hi) was iemand'; aantrekkelijk. De vrouw moet nog geboren worden aan wie George onverschillig was". En toch hij1 moest staafl bedelen om een woordje of zijn vrouw zijn eigen vrouw lets vriendelijks van hem gezegd had! Het was alles zijn eigen sch'uld, omdat hijl zioo onverstandig was geweest niet genoeg om Philippa te gevenEn toch Toch kwam onwil'lekeurig het gevoel bij mij1 op dat het beschamend voor hem was zooals de zaak nu stond! Een groote begeerte be- zieldte mij dingen te verzinnen, te beweren dat ik mij ploWing uitdrukkingen herinnerde, van hartelijkheid1, van bevig verdriet van de weduwe van George Meredith. Ik geloof dat ik mijn mond reeds open deed, om iets derge- lij'ks te zeggen.... ik weet niet meer wat miijl weerhield... Maar even plotselinig voelde ik dat ik om zoo iets niet jokken mocht. Ik kuchte. „Ze zei kapitein Meredith, dat hot hard voor u was om op zeven en twintig jaar het prettige leven vaarwel te zeggen. „Arme jonge kerelzei ze. Bijna klankloos hieihaalde hij: „Ik ben bang dat dit alles is wat ik mij op oogen blik kan herinneren." „0, dank u..." zei hij en nu sprak hij weer met die afwezige, diepe stem. En ik had een afschuwel'ijk gevoel dat hij nu begreep, dat waamaar hij al dien tijd1 gevraagd had. rDe „duidelij'ke indruk" dat zijn vrouw er met meer om gegeven had dat hij gedood was dan een van de rinkelende hangertjes van haar armband „_Arme jonge kerel!" Weer een van die droevige gevallen - „hoe jammer" dat was alles. Maar ze had niet meer verdriet gehad van zijn dood' dan' van dien van een ander, dien ze niet kende. Eta dat begreep hij. In de pijnlijkste sitilte die volgde klonk de stem van een ]ong in livrei gekleed knechtje dat vroeg naar kapitein 'Meredith. 'Ha een telegram! Het telegram misschien eindelijk? Ant- woord van zijta zaakwaametaiers? Ja. Want nadat hij het gelezen had, reifcte hij het mij over. En toen ik het las, had ik haast gewild, dat dit vurig verlangde bericht niet gekomleni was. In plaate van de moeilijkheden op te les sen, maakfe het de zaken nog ingewikkelder. Het was onderteekend door een vreemden naam. Ik denfc de naaita van- kapitein Mere dith's zaak-waamemers. En het behelsde deze woorden! „Miss 'Vayne is niet naar Almerfka veT- troldcen." Ik keek miss Vera Vayne's echtgenoot met verbazing aan. ,,'Nifit vertrokken?" herhaaide ik. „Waarom man wakker werd, was ook rif gaan rusten Maar haar gedachten kenden geen alaap; droomde ze, of waakte ze? Ze zag een mooien, schitterenden vogel door het ludrtruim zwieren; Job en zij zaten op zijn rug; ho>g ging hij, heel hoog, zoo hoog, dat hij! zijn langen snavel tegen de bergen stootte, en hij om moest Vallen, gauwi, gauw naar beneden en zij vielen mee en hielden mekaar stijf vast; toen een bons, maar ze deden zich geen pijn; wel vreem'd dat Job in eens in bed lag, met z'n hoofd en linker arm ingepakt, terwijl z'n rechterhand haar rechter vasthield, en aller- lei menschen om haar heen stonden, en £en van die lui een toespraak scheen te houden... „Mevtroiuiw mevrouw, wordt u eens wak ker." Er werd aan; haar laitm geschiud, de kliank „mevnolUiwi', dironig flauiw tot haar be- wustziin door. „Mevrouw? Wie was er me vrouw? Joke wtas er, die werd later mevrouw, als haar lieve Job weer beter was„Me- vrmiw. wordt todhi wakker, mijinheer is zoo naar!" 'Met een' sprong was ze 't bed uit, veegde zich met de hand over 1 vooihoofd, als om een boozen droom te verjagen en in't volgende oogenblik lag ze voor de stervens- sponde op haar knieen, terwijl de verpleeg- ster den dokter wias gaan halen. Onafgebro- ken staarde Joke in't gelaat van den sterven- de, wiens afhangende hand ze niet eens diorst te grijipeni, uit vrees hem te hinder en. Op een maal opendien zich zijn oogen, maar ze zagem nild) meer wat aardsdhi was, ze riclhf- ten ztdhl naar hedl (hloog, boven in net lucht- ruitai, en ook de lippen openden zich en met 'n zacht gefluisterd: „Arme Icarus", zocht ook de laatste adamaudhlt zich een uitweg. „Dokter, wist mijn man, dat het eind zoo gauw zou komen?" vroeg mevrouw v. Veers- .sen, toen' ze, na de begrafenis, mfet den1 medi- cus verschillen'die aangelegen heden befreffen- de de ziekte en den dood van haar man had besproken. ,)Hijl wist het, mevrouwtje, en daarom Wil de hijl u fen "zijn na am, fen zijk forbum nal'aten, voor Ihet ite laat zou zijta. Eh dan heb ik u nog een brief te geven; ik beloofde dat aan uiw man!" En wedenom las Joke; maar nu was (het een digenhandiig sdirijtven van dfen stiervende, krort. en moeilijk llleesbaar want blijkbaar met de grootste inspanning geschreven Maar Jo ke begreep het gemakkelijik, ,wanit liefde had de trage pen bestuurd1. ^Vrouwtje, draag mijta naam ter herinne- ring aan mijl en onze liefde, maar komt er eeni dag, dat een ander je zijn naam wit ge ven en zegt je hart je, dat je dien naam zoo graag wilt dragen in de toekomst, als den mdjtaen in het verlleden, zoo aanvaard hem en wees geiliulkfoig.*' JOB. VOOR DEN POLITIERECHTER. Zitting van Dinsdag 28 Augustus. WEDERSPANNIGHEID EN MISHAN- DELING' VAN AMBTENAREN. Heden werd voortgezet de zaak contra de Egmonder visschers Leendert en Pieter G. Een nader onderzoek is verricht betreffende't alibi van Leendert G. Dit onderzoek is geheel in het nadeel van beklaagde uitgevallen. Bekl. is in dien nacht niet geweest in het logement van C. Admiraal De getuig® Adrienne K. heeft te goeder of te kwader trouw valschelijk beweerd, dat zij den naam' van beklaagde in het machtregister heeft zien staan. Wanneer de pol'itierechter zulks had' geweten v66r deze getuige haar verklaring aflegde, zouden er termen zijn geweest voor een vervolging ter zake meineed. Bekl Leendert G. bleef bij. zijn bewering, dat hij op den dag dat het straf- bare felt werd gepleegd, in Rotterdam vej> toefde. De Offider persisteerdfe bij zijn requisitoir. De tweede beklaagde bleef ook bij1 zijn ver klaring. De politierechter zeide, beiden beklaagden te zullen veroordeelen en bovendien zal ge- lasten de beklaagde L. G. onmiddellijk zal worden gevangen genomen. De le beklaagde werd daarop veroordedd tot 6 maanden ge- vangenisstraf met last tot onmiddellijke ge- vangenneming, de tweede beklaagde tot 3 maanden gevangenisstraf. De moeder van beide beklaagden, ter zitting tegenwoordig, barstte in zenuwachtig gehun en gekerm uit en jammerde: „0, mijn kind" en werd' daarop weggeleid. RIJWIELVERDUISTERING. De beklaagde SimOn Z., niet verschenen, ge- domicilieerd1 te Egrnond aan Zee, heeft zich' schuldig gemaakt aan rijwielverduistering ten is ze dan niet naar Ainerika gegaan Hij haaide de schouders op: een' grappig gebaar en ik begon een gevoel te krijgen of ik weer niet wist wat hij er van dacht. „Hoe kan ik het weten, juffrouw White- lands?" zei: hij met een' soort zachtaardig geduld, dat ver verheven is boven eenige uitdrukldng van kwaad humeur. „Het was alles uw iaee dat zdj! naar Amerika was ge gaan." „Wel, dat zei ze', herhaaide ik. „Ze zei dat ze daaiheen op weg whs en... Daanenbo- ven!.... Be herinner mij daar juist „Wat herinnert ge u?" „Ik herinnerde mij' juist dat ze mij een prentbriefkaart zond zie ik. „Met de afbeei- ding van de boot een van de White Star Line". „Ha!" zei hij en zijta stem klonk helder- der. ,;Zou u mij die kaiart niet even' willen la- ten zieni?" „Dat kan ik niet", ze! ik. En ik had wel willen kermen. Waarom niet?" vroeg hij vetbaasdl. „Otaidat ik hem verscheurd heb. Dat wil zeggen. Zoodra ik hem kreeg op de Bryn heb ik hem in het vuur geworpen. Ik had er da- delijk daarna spijt van. Maar op het oogen blik dat ik hem kreeg was ik zoo boos, en daarom deed ik het, kapitein Meredith!" Hij beet op zijn lip en keek recht voor zich uit naar een van die groote geencadreerde Riviera fotografieen. Ik zag veramdering op zijta gezicht komen. De ernst en vriendelijk- heid verdwenen, iets van de uitdrukking Van gisterenavond in de slaapkamer kwam' weer voor dten dag. Dadelijk zei ik: „U begint weer mij niet te gelooven. Heel goed. Ik kan er niets aan doen. Ik doe alles wat ik kan om u te hel- pen. Ik maak het mil zelf verbazend lastig door mee te gaan met uW plan alles voor't oogenblik niet aan uw moeder to vertellen-". nadoeie van den fietoeniiand^aar J. Karels. Beklaagde had d<e fiets in tauurkoop en' heeft het riiwiel van de hand gedaan, terwijjl hij nog 66.75 moest voldoen. De getuige Ka- rels diende een civiele actie In tot boveoge- mdd bodrag. Bekl heeft het njwiel verkocht aan R. Gul. De zaak werd tot nader onderzoek ge- schorst tot Maandag 10 September. POGING TOT OPZETTELIJKE EN WEDERRECHTELIJKE VERNIELING VAN EEN KUILNET. Dit fdt is gepleegd op 30 Md op de Zui derzee, aan den zuidkant van het Enkhuizer zand Bedoeld kuilnet bdioorde toe aan den Volendammer visscher H, Steur. Mr. Kuster trad in deze zaak als verdedlger op en had een getuige h decharge doen dag- vaarden De beklaagde ontkende hetgeen hem in de dagvaarding is ten laste gdegd. In de instructie heeft bekl. toegegeven dat hij het voomemen heeft gehad het kuilnet der Volen- dammers stuk te varen, zulks uit wraak, om dat de Volendammers eveneens aan zijn net- ten schade hadden toegebracht. Beklaagde zeide, dat het bangmakmj was. Het anker kon niet zakken, omdat er em de fect was aan het ankerspil. Daar het anker niet kon zakken, kon hij hat ook niet in da kuil van Steur neeriaten. De getuige H Steur verldaarde, dat bekl. alles loog. Hij is met een bijl gekomen en een ander kwam met een' haak, om op die manier de netten'kwestie te beslechten Do tweede getuige, H. Veerman, heeft ge- zien, dat bekl. met voile zeilen over het kuil net van Steur heenging. De getuige h decharge was van' meening, dat de Volendammers met opzet het net van beklaagde, destijds de schipper van getuige, beschad'igd hebben. Na Langd'urig verhoor van getuigen ver- kreeg de Officier het woord en requireerde 150 boete subs. 150' dagen hecht De verdediger, Mr. Kusters, memoreerde, dat de zaak hier is het voortdiurend verschil tusschen' Urker en Volendammer visschers. Yoortdurend worden de netten van de Urkers door de Volendammers beschadigd. Pleiter kwam bij het lezen van de dagvaarding tot een geheel andere couclusie dan de Officier Pleiter werkte zulks nader uit en kwam einde lijk tot het verzoek om de uitspraak een week aan te houden, opdat eens een onderzoek kan worden ingesteld naar de manier waarop de Volendammers zidi op zee ten opzichte van de Urkers gedragen, alsook d'at het niet mo gelijk was om het anker van beklaagde te la- ten zakken De politierechfer hield op verzoek van dten verdediger de uitspraak aan en zal a.s. Maan dag nog hooren de inspecteur der visscherij. VERDUISTERING. De 22-farige Adr. Simon K., vrachtrijdler op Bergen, heeft ten nadeele van den wijnhande- laar Pels te Alkmaar twee bedragen, groot 5,70 en 20,40, die hij op kwitantie moest innen, zich wederrechtelifk toegeeigend, De schade is niet vergoed. Beklaagde bekendle Het O. M. vorderde 4 maanden voorwaar- dtelijke gevangenisstraf met 3 jaar proeftijd. Het vonnis luidde: 2 maanden voorwaarde- lijbe gevangenisstraf met 3 jaar proeftijd1 en betal'ing der toegebrachte schade. MISHANDELING VAN EEN KIND De 2-jarige scheepsbouwer Nic. W. te Alk maar heeft op 13 Juli de 8-jariga Jan- Lute met een1 stuk hout gegoOid. Dit raakte het ventje in het gelaat en verwondde hem bloe- dend. De jongen was ondeugend en hinderde beklaagde in. zijn werk Eisch: 20 boete subs. 20 dagen hecht. Vonnis: 10 boete subs. 10 dagen hecht. DIEFSTAL VAN G'EROOKTE VISCH. De betonwerker Goosel B. te nkhuizen heeft in den nacht van 16 op 17 Juni ten na deele van den vischventer R. God'ijn weggeno- men een kistje, inhoudende gerookte poonen, ter waarde van 12. Het was kermis en. bekl was boveni zijta bier. De getuige R. Godijn stelde ziich voor de geleden schade civiele par ti]. Eisch 15 boete subs. 15 dagen hecht. en vergoeding der schade V66r de politierechter uitspraak deed, wilde hij eerst de volgende zaak behandelen. DIEFSTAL OF HELINO VAN GEROOKTE POONTJES. De poontjes, door bekl. van R. G'odijn ge- stolen, zijn door hem uitgedeeld aan D D., A. L., Jb K. en A. E. en thans stonden deze personen terecht terzake heling. Bekl. A. E. was niet verschenen. Beklaagden beweerden dat zij niet wisten dat G. B. deze poonen door diefstal had verkregen Ook in deze zaak En terwijl wij opstonden ging ik voort op on- heilspellienden toon: „en het zal nog veel er ger worden. Ieder uur dat wijl samen. zijta, voorwendende dat alles volkomen in orde is, maakt de zaak nog veel meer gecompliceeTd tegen dat wij ericennen dat de zaak totaal niet in orde was". ,,Denkt u dat?" zei hi} langzaam, terwijl wij de ronde deuren doorgingen. „ln ieder geval zal ik mijn best doen zoo weinig mo gelijk met u samen te zijn, niet meer dan ab- soluut noodig is". ,,Hoe minder hoe liever", antwoordde ik streng. Ik voelde dat ik mi} wat op een cistand moest houden. 1 Ik trok mijn schoudiers redd toen' wij- die straat op'gingen en ging het smalste gedeelte wanneer wij een hoek moesten omslaan. En ik zei geen enkel woord. Daar mijn metgezel eveneens tot stilzwij- gen verViel, begon ik hoe langer hoe meer waardigheid te toonen. Wanneer men daar eens mee begint dan weet men nooit wanneer men er mee moet ophouden en het begint las- tig te worden. Al spoedig bedadht fk droevig: „0 hemel! zou geen van ons beiden een woord zeggen totdat wij in het Ritzhotel terug zijn". En toen bleetf Kapitein Meredith staan voor een bloemenwinkel. Het was een kleine winfcel maar handig- mgerich't, groote takken eucalyptus met grijs groene Haden en bossen geel er tusschen, kolossale bossen oranje goudsbloemen naast het roode anjelieren Fransche bloemenver- koopers hebben oo:k voor de schoonheid van deze twee kleuren bij elkaar. Het oog van den Engeischman zou dat niet aandurven. „Ik wou wel wat bloemen koopen", zei ka pitein Meredith. Iedereen weet dat er niets ter wereld is dat een vrouw liever heeft dan bloemen te ont- vroeg Godijn 12 schadevergoeding, het aan den politierechter over latend wie voor deze schadevergoeding aansprakelijk gesteld moest worden. Eisch tegen ieder der beklaagden. 15 boete of 15 dagen hecht. Vonnis in de zaak contra G. B., ter zake diefstal: 15 boete subs. 15 dagen hecht en 12 schadevergoeding aan Godijn, In de zaak D. D., A. L., Jb. K. en A. E., ter zake schuldheling: ieder /15 boete sabs 15 dagen hecht WEDERSPANNIGHEID. De beklaagde Joh. Tniet verschenen, heeft zich op 2 Juli in staat van dronkenschap met geweld verzet tegen den hoofdinspecteur van pohtie te Alkmaar J. H. G. v. d Berg, Eisch en vonnis: 25 boete subs. 25 diagen hecht DIEFSTAL. Else R., geboren te Dona, in Saksec, heeft bij de famihe London te Alkmaar, alw-aar zij destijds als dienstbode werkzaam was, zich verschillende voorwerpen toegeeigend, o. m. 6 glazen, 1 kleedje en 3 gLazen schoteltjes. Het meisje verdiende 6.50 per week. Bekl is thans werkster. De Officier heeft beklaagde aanvankelijk over de grenzen willen laten zetten, dioch dit plan is niet uitgevoerd. Het O M. vorderde nu 20 boete subs, 20 dagen hecht. Beklaagde werd overeenkomstlg dit requi sitoir veroordeeld. MISHANDELING. De niet verschenen beklaagde Bastiaan Pieter ten H. te Alkmaar, heeft op 14 Juli kwestie gekregen met den' melkventer v. d. P. over de plaatsing van een melkwagen en heeft daarb'ij v. d. P. een opstopper toege- diend, waarop deze aangifte heeft gedaan. E>e suikerbikker Pieter Stoop uit Noord- Scharwoude heeft de mishandeling waarge- nomen. Bekl. heeft v. d. P. een flinken slag toegebracht. Eisch f 40 boete, subs. 40 dagen. Vonnis 30 boete, subs. 30 dagen. VERNIELING. Arie S., niet verschenen, heeft in den nacht van 24 op 25 Juli te Heen-Hugowaard opzet- telijk een glasruit vernield in het Gaffe ,,'De Zwaan" van den heer A. Rtas. Bekl. is vol- gens verklaring van den Gem. Veldwachter Haster voor de politie en de kasteleins een vervelend jongmensch. 'De schade is niet ver goed. Eisch 30 boete, subs. 30 dagen. Von nis conform het requistoir. MISHANDELING. Mannes O. en diens zoon Hendrik O. te Noordscharwoude, hebben gezamenlijk zeke- ren J. Kloosterboer, van wien len bekl. be- weerde-arbeidsgeld te hebben te vorderen, mishandeld. Bekl. Mannes bekende K. te hebben ge stagen. Zijn zoon Hendrik heeft niet gesla- gen, deze heeft de pols van K vastgehouden, toen K. zijn mes wilde openmaken. Klooster boer zei, dat de jonge O hem- nu in de getui- genkamer weer heeft bedreigd. De gemeente-veldwachter Leuring' heeft de mishandeling waargenomen. De oude O. had 't meest werkzame aandeel in de mishande- ling Het O. M. vorderde tegen beklaagden, die reecfe meermalen zijn veroordeeld: tegqn M. O. 1 maand gev. en tegen H. A. O. 1 week gev. Veel te hoog zeide Mannes, ik wil in hoo- ger beroep. Hendrik zd onschuldig en dus niet strafbaar te zijn. De politierechter veroordeelde le bekl. tot 30 of 30 dagen en 2e bekl. tot 15, suba 15 dagen. DIEFSTAL- De arbeider Adr. Kill te Obdam stond te recht ter zake, dat hi} op 27 Mei te Zuider- vangen van een man. Het is jammer dat de mannen niet begrijpen hoeveel edit genot ge- koch't kan worden voor vier situivers en vast- gestoken in ons ceintuur met een bosje viool- tjes. Het is een zinnebeeld van de hulde van zijn geheele sexe, gebracht aan de onze. Maar op dit bijzonder oogenblik en voor dezen bijzonderen bloemenwinkel, trok ik mij stijf terug. „0 neen, dank u", zei ik koel. Kapitein Meredith glimlacbtie droogjes. „Mag ik niet wat bloemen koopen voor mijta moeder?" vroeg hij. Mooi getroefd, nietwaar? Tk beet op mijn lip. Wat kon ik andeis doen dan met hem mee- gaan in den bloemenwinkel. Hier vonden wij de gewone net gekapte Fransche vrouw, die nu aan het hoofd staat van iedere zaak, met den gewonen angstigen blik in de oogen, een blik die beteebent dat de man aan het front is. Toen zij: in' den winkel kwam om ons te bedienen, was zij juist bezig geweest het roode geruite bovenrokje vast te knoopen van het Fransche jongetje met zijn dbnkere oogen. Kapitein Meredith schimt bijzonder veel van kueine jongens te houden. Hij lachte heel vriendelijk tegen het ventje en zeide: ,,'Dalt is een knap kereltje, dat u daar heeft ma- dame P' Ach mijnheer'Het spijt mij a1tij'd zoo dat het geen meisje is!" klaagde de bloemenver- koopster (heel onoprecht denk ik). ,,Deze gosse van mij, het is een ellende voor mij! Hij hij houdt van niets dan metselen.Geef hem kalk waamnee hij zich tot zijn ooren aan toe kan insmeren en dan is hij gelukkig. Tandis qu 'une petite fille, een meisje, dat met haar pop zou zitten spelen, rustig en om aardig aan te kleeden (Wordt veawolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5