Alkmaarsctie Couraot
abonnementeo
*n Vliegongeluk.
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
op Tjjdschriften
FE1ILLBTOS.
In verkeerde sohoenen.
Voordam G 9, ALKMAAR,
Woensdag 29 Augustus.
Rechteafeeu.
is HET adres voor
■zoowelBinnen- als Baltenlandsehe.
No. 293
1.923
Hondsrd Vijf en Twlntlgste Jaargang.
ass
Door C. O. UNGER—S—SLAPERT.
(Nadruk verboden.)
Lijn 4 sneldd naar z'n eindpunt, met nog
maar drie passagiers, een fleurig jong meis-
je, getooid met wat witte bloemen, en twee
oude dames in druk gesprek, De eene scheen
wat doof, het gesprek werd ten minste op
nog al luiden toon gevoerd. Op eens klonk
het, ook voor het in den uitersten hoek geze-
tenu meisje? hoorbaar: „0 zeg, weet je wat ik
daar net bij Anne gehoord heb? Dat die jon-
ge y. Veerssen van morgen „zoo'n ongeluk
met z'n vliegtuigDe spreekster bleef
midden in haar zin steken, verschrikt door
een kreet uit den mond van het meisje, dat op
eens doodsbleek, met open mond en starende
oogen, zich aan de bank en vastgrijpend om
niet te vallen, naar haar toekwam.
„Weet u dat zeker?" hijgde ze.
„God, juffrouw, wat hebt u? Kent u die
meneer soms?" 't Meisje knikte en beet zich
de onderlip haast aan bloed, om niet uit te
gillen: „M'n bruigom, m'n bruigom!"
Toen even daarna de tram stopte vloog ze,
de verschrikte oudjes voorbij, de tram uit, en
v66r ze't wist stond ze op de stoep van haar
moeders huis; en rukte aan de bel en daar
deed moeder zelve de voordeur open, met een
zoo ontdaan gezicht, dat het meisje daarop
de bevestiging las van wat ze daar net ge
hoord had. „Joke", stamelde moeder, en wil-
de haar hand grijpen, maar het meisje ont-
week haar. ,,'k Weet het al, moeder!" en met-
een rende ze naar boven, naar haar kamer en
draaide de deur op slot; ze moest alleen zijn,
alleen, om zich vertrouwd te maken; met het
booze nieuws, dat haar zoo rauw op't lijf
gegooid was.
Joke's moeder, wie stll de tranen over
de wangen liepen uit meelij met haar kind,
was in de huiskamer teruggekeerd en voor de
zooveelste maal, sinde ze het ontvangen had,
herlas ze het noodlottig bericht.
„Vliegtuig geyallen bestuurder v. Veers-
sen zwaar gewond; gebracht naar Zieken-
huis Alkmaar."
't Zou de laatste maal zijn, v6or z'n huwe-
lijk, dat Job v. Veerssen een luchtreis maak-
te; over vier dagen zouden Joke en hij trou-
wenen nu dit.
„Stil lieveling, niet praten, dat weet je
wel", en het bruidje lei haar hand op den
mond van den zwaargewonde, wiens ge-
zwachtelde hoofd en verbonden arm nog niet
eens alle verwoesting aanduidden, door den
noodlottigen val veroorzaakt. Indien er een
wonder gebeurde en hij beter werd, zou hij
z'n heele leven een kreupel wrak blijven; en
ook een eenzame. Want Joke's leven dan
nog aan het zijne verbinden, dat was natuur-
lijk een onmogelijkheid. Tot zoover had hij
het met zichzelf klaargespeeld in de uren
van slapeloosheid, die, nadat hij weer tot be-
wustzijn was gekomen, z'n nachten zoo moei-
lijk maakten. Soms bedacht hij: Joke was er
ook nog, die had ook een woordje mee te
spreken; 't zou heel moeilijk wezen haar dui-
delijk te maken, dat er dan van een samenle-
ven, een samenwonen in hun lief huisje, dat
daar al zoo heelemaal klaar stond om door
twee gelukkige menschen bewoond te worden,
nooit iets zou kunnen komen.
„Nee, 't was maar beter, dat het wonder
niet gebeurdeofschoon, misschien toch
ze bielden wel innig veel van mekaar en
Joke, met haar edelmoedige natuur en dapper
hart, zou ook met den schipbreukeling de le-
vensreis dapper, aanvaarden." Bij die ge-
dachte kwam een nauw merkbare glimlach
om zijn lippen, maar Joke, die haar oogen
niet van hem afhield, zag het. „Denk je aan
wat prettigs, mannie? Geloof je, dat je gauw
beter wordt? Niet praten, knik maar, dat
genoeg voor me!" En hij knikte, maar niet
om't geloof, dat hij gauw beter zou worden,
hij wist wel anders. En eigenlijk moest z'n
bruidje het toch ook weten; was het niet mis-
dadig, haar maar aan den praat te houden,
haar te laten gelooven, dat het misschien wel
heel lang zou duren, maar dat er dan einde-
lijk toch herstel mogelijk was en hij weer, al
was't dan niet als vlieger, toch nog een
bruikbaar mensch in de maatschappij kon
worden? Dat was een andere puzzle, waar-
rnede hij in de doorwaakte cachten z'n aime
hoofd plaagde. Hij zou er eens met den dok-
ter over praten, 't mocht wel niet, maar nu
moest het.
En Joke zat maar stilletjes bij z'n bed,
streelde z'n vrije hand en zoende soms heel
voorzichtig de wang, die niet door't verband
bedekt was. Ze leefde bij't oogenblik; dwong
zich met geweld, den toestand niet dfefer te
denken, uit instinctmatige vrees, zoo ze't
wel deed, al haar zelfbeheersching te zullen
verliezen. Alleen onder voorwaarde, dat ze
haar gevoelens volkomen zou onderdrukken,
dat ze als een lieve vriendin en niet als een
wanhopige bruid, bij z'n bed1 zou zitten, was
haar toegestaan, naast de verpleegsters een
beetje voor hem te zorgen, en in elk geval
daar te mogen zijn. Wat op zich zelf voor
beiden al een groote troost was.
„Of u even bij den dokter wou komen?
vroeg de portier van't ziekenhuis, toen Joke
den volgenden morgen als naar gewoonte in
eens door naar boven wilde gaan. Ze ver-
schoot van kleur; de dokter? Wat moest die
van haar? Moest haar scras wat ergs ver-
teld worden? Met knikkende knieen stond ze,
na geklopt te hebben, voor dokters kamer-
deur te wachten. „Jaaa!" klonk het gerekt,
als was de spreker met z'n gedachten elders.
„Oh, is u het? Gaat u even zitten, juffrouw
Balma. Nee, 't is niet erger, de nacht is
heUsch nog al goed geweest, hij heeft beter
geslapen," zoo stelde de dokter, die de ver-
borgen angst op haar gelaat waarnam, haar
gerust. ;„Maar ik moet eens even met u pra
ten, voor u naar boven gaat. Kijk es, dit
moet u eens lezen. Uw aanstaande man heeft
me dat gisteren gedicteerd; maak u niet be-
zorgd," onderbrak hij ziehzelf, toen hij ver-
bazing uit haar oogen las; ,,'t heeft hem niet
vermoeid, hij hoefde me maar enkele woorden
ite ziegigeni, omi te m-aken, dat ilk hem begreep",
en hiji ovtriiandiigde haar een toegevouwen
stuk papier. Joke las: „Lieveling, 't kan
miissdiiten nog een heele poos dluren, eer ik
'beter ben1; ik vtind het heerlijk, dat je dage-
liij'ks bij! me tamt, maar ik zou't nog 1
ikeari vinden als dat, wat je nu goed'gunstig
wordt ioegestaan, je reddens toe zou 'komen.
Was het ongeluk niet gbbeurd, dan waren
we al verscheideni dagen een getuikMg paar
geweest; vind je eigenlijk ook niet, dat we't
ellu'itani van onsi huwddjfe niet behOeven uit te
stellen, tot tkl weer hersteld ben? De dokter
zali je well op de hoogte brengen van wat er
gebeurem moet, allsi je toestemt Mlaar ptnaat er
i niet met me over; gedf me enfcal1 je trouwe
j hiandl, als je (bijl me komt, dan weet ik het.
JOB.
i Eta Joke gal haar trouwe hand en! een
paar dagen' daarna had er in de zaefcenka-
mer een aandoenlijke pledhtighedd plaats,
zooals er misschien zeliden of nooit een door
de daatabijl betrokfcen personen wasi bijlge-
woond. 't Wias met faleeli veel imspnnning, dat
birUigom z'n naami gqpfliaatst had, maar hij
stond 'er toch. En nui lag hiijl met gesloten
ooigen1 neer; zfn gezicht teekende rust, al® was
er een.' last van hetmi weggenomien. H&il
zaohtjes zeal hijl: nVirouwtje tnijn, en joen Jo
ke zich over hem heetaboog legde Mj lang-
zaam den' gezonden arm om 'haar sdioudera
en druJkte een langan zoen, een afscheidszoen
naar hijl zelf wist, op haar mond. En voor't
eerst in al die dagen1 van spanning en zorg
liet hat dappere vrouiwtje zichzatve gaan;
haar tranen drupten, haar schokkende schou-
ders deden zijn aim 'afglijlden lan'gs haar
rug. Dit bracht haar tot bezinning, en zich
opheffend trachtte ze door haar tranen heen
hem toe te ladhenHijl had zijn oogen nu wijd
open; zijn bldk nam haar geheel in zijn be-
zit, als wilde hij, voor zijn verdere levensreis,
haar beeld tot in de kleinste onderdeelen in
z'n geheugen prenten. Toen zei hij; iets, zoo
zacht, dat Joke zich weer tot hem over moest
buigen om hem te kunnen verstaan. „Dag
lieve mevrouw v. Veerssen", klonk het van
tussdien z'n lippen, terwijl toch nog even een
glimlach' over doe woorden zich om z'n mond
ptooide.
Een vuurroode kleur overtoog haar ver-
smald gezichtje; 't was of ze nu pas een
juist inzicfat in haar nileuwe positie kreeg;
zij was nu zijn vrouwi maar hij ook haar
man, haar bezit, en dat bezit zou ze met al
haar vermogen verdedigen, al! dreigden er
ook nog zooveel gevaren.
Er was in de ruime zieketakamer ook voor
haar een bedl gespreid; de patient was, blijk-
baar vermoeid door de ondargane emoties, m-
gesluiinerdmet een liefkoozenden blik had
ze hem stilzwijgend goeden nacht gewenscht,
en vertrouwend op de belofte van de nacht-
zuster, dat (he haar zou roepeu, als haar
64)
Naar hot Engglsch, door Bcira Ruck.
HOOFDSTUK XXII.
De ptatonische wlttebraodsweken.
De had een gevoel of ik voor de rechibank
geweest was, die laatste acht uur. Wat had
de weduwe nog meer gezegd van1 dien j ongen
fcrijgsman, dien wij! dood waanden Ach!
Waarom had zij niet iets bepaald aardigs
gezegd, iets d'at hij verdiend had? Als het
Philippa Tracey maar geweest was, Philippa
die met hem getrouwd had moeten zijn, waar-
naar hij itafonmeerdeZij; had dingen genoeg
gezegd die prettig waren om over te vertellen,
die hem goed zouden doen te hooren.
„Zijn manschappen aanbaden hem! Een
vereeniging van een volmaakt jongen duivel
en een lieven, besten jongen... Hi) was iemand';
aantrekkelijk. De vrouw moet nog geboren
worden aan wie George onverschillig was".
En toch hij1 moest staafl bedelen om een
woordje of zijn vrouw zijn eigen vrouw
lets vriendelijks van hem gezegd had! Het
was alles zijn eigen sch'uld, omdat hijl zioo
onverstandig was geweest niet genoeg om
Philippa te gevenEn toch
Toch kwam onwil'lekeurig het gevoel bij mij1
op dat het beschamend voor hem was zooals
de zaak nu stond! Een groote begeerte be-
zieldte mij dingen te verzinnen, te beweren dat
ik mij ploWing uitdrukkingen herinnerde,
van hartelijkheid1, van bevig verdriet van de
weduwe van George Meredith. Ik geloof dat
ik mijn mond reeds open deed, om iets derge-
lij'ks te zeggen.... ik weet niet meer wat miijl
weerhield... Maar even plotselinig voelde ik
dat ik om zoo iets niet jokken mocht. Ik
kuchte.
„Ze zei kapitein Meredith, dat hot hard
voor u was om op zeven en twintig jaar het
prettige leven vaarwel te zeggen. „Arme
jonge kerelzei ze.
Bijna klankloos hieihaalde hij: „Ik ben
bang dat dit alles is wat ik mij op oogen
blik kan herinneren."
„0, dank u..." zei hij en nu sprak hij weer
met die afwezige, diepe stem.
En ik had een afschuwel'ijk gevoel dat hij
nu begreep, dat waamaar hij al dien tijd1
gevraagd had. rDe „duidelij'ke indruk" dat
zijn vrouw er met meer om gegeven had dat
hij gedood was dan een van de rinkelende
hangertjes van haar armband „_Arme jonge
kerel!" Weer een van die droevige gevallen
- „hoe jammer" dat was alles. Maar ze had
niet meer verdriet gehad van zijn dood' dan'
van dien van een ander, dien ze niet kende.
Eta dat begreep hij.
In de pijnlijkste sitilte die volgde klonk de
stem van een ]ong in livrei gekleed knechtje
dat vroeg naar kapitein 'Meredith.
'Ha een telegram!
Het telegram misschien eindelijk? Ant-
woord van zijta zaakwaametaiers?
Ja. Want nadat hij het gelezen had, reifcte
hij het mij over.
En toen ik het las, had ik haast gewild,
dat dit vurig verlangde bericht niet gekomleni
was.
In plaate van de moeilijkheden op te les
sen, maakfe het de zaken nog ingewikkelder.
Het was onderteekend door een vreemden
naam. Ik denfc de naaita van- kapitein Mere
dith's zaak-waamemers.
En het behelsde deze woorden!
„Miss 'Vayne is niet naar Almerfka veT-
troldcen."
Ik keek miss Vera Vayne's echtgenoot met
verbazing aan.
,,'Nifit vertrokken?" herhaaide ik. „Waarom
man wakker werd, was ook rif gaan rusten
Maar haar gedachten kenden geen alaap;
droomde ze, of waakte ze? Ze zag een mooien,
schitterenden vogel door het ludrtruim
zwieren; Job en zij zaten op zijn rug; ho>g
ging hij, heel hoog, zoo hoog, dat hij! zijn
langen snavel tegen de bergen stootte, en hij
om moest Vallen, gauwi, gauw naar beneden
en zij vielen mee en hielden mekaar stijf vast;
toen een bons, maar ze deden zich geen pijn;
wel vreem'd dat Job in eens in bed lag, met
z'n hoofd en linker arm ingepakt, terwijl z'n
rechterhand haar rechter vasthield, en aller-
lei menschen om haar heen stonden, en £en
van die lui een toespraak scheen te houden...
„Mevtroiuiw mevrouw, wordt u eens wak
ker." Er werd aan; haar laitm geschiud, de
kliank „mevnolUiwi', dironig flauiw tot haar be-
wustziin door. „Mevrouw? Wie was er me
vrouw? Joke wtas er, die werd later mevrouw,
als haar lieve Job weer beter was„Me-
vrmiw. wordt todhi wakker, mijinheer is zoo
naar!" 'Met een' sprong was ze 't bed uit,
veegde zich met de hand over 1 vooihoofd,
als om een boozen droom te verjagen en in't
volgende oogenblik lag ze voor de stervens-
sponde op haar knieen, terwijl de verpleeg-
ster den dokter wias gaan halen. Onafgebro-
ken staarde Joke in't gelaat van den sterven-
de, wiens afhangende hand ze niet eens
diorst te grijipeni, uit vrees hem te hinder en.
Op een maal opendien zich zijn oogen, maar
ze zagem nild) meer wat aardsdhi was, ze riclhf-
ten ztdhl naar hedl (hloog, boven in net lucht-
ruitai, en ook de lippen openden zich en met 'n
zacht gefluisterd: „Arme Icarus", zocht ook
de laatste adamaudhlt zich een uitweg.
„Dokter, wist mijn man, dat het eind zoo
gauw zou komen?" vroeg mevrouw v. Veers-
.sen, toen' ze, na de begrafenis, mfet den1 medi-
cus verschillen'die aangelegen heden befreffen-
de de ziekte en den dood van haar man had
besproken.
,)Hijl wist het, mevrouwtje, en daarom Wil
de hijl u fen "zijn na am, fen zijk forbum nal'aten,
voor Ihet ite laat zou zijta. Eh dan heb ik u
nog een brief te geven; ik beloofde dat aan
uiw man!"
En wedenom las Joke; maar nu was (het een
digenhandiig sdirijtven van dfen stiervende,
krort. en moeilijk llleesbaar want blijkbaar met
de grootste inspanning geschreven Maar Jo
ke begreep het gemakkelijik, ,wanit liefde had
de trage pen bestuurd1.
^Vrouwtje, draag mijta naam ter herinne-
ring aan mijl en onze liefde, maar komt er
eeni dag, dat een ander je zijn naam wit ge
ven en zegt je hart je, dat je dien naam zoo
graag wilt dragen in de toekomst, als den
mdjtaen in het verlleden, zoo aanvaard hem en
wees geiliulkfoig.*'
JOB.
VOOR DEN POLITIERECHTER.
Zitting van Dinsdag 28 Augustus.
WEDERSPANNIGHEID EN MISHAN-
DELING' VAN AMBTENAREN.
Heden werd voortgezet de zaak contra de
Egmonder visschers Leendert en Pieter G.
Een nader onderzoek is verricht betreffende't
alibi van Leendert G. Dit onderzoek is geheel
in het nadeel van beklaagde uitgevallen. Bekl.
is in dien nacht niet geweest in het logement
van C. Admiraal De getuig® Adrienne K.
heeft te goeder of te kwader trouw valschelijk
beweerd, dat zij den naam' van beklaagde in
het machtregister heeft zien staan. Wanneer de
pol'itierechter zulks had' geweten v66r deze
getuige haar verklaring aflegde, zouden er
termen zijn geweest voor een vervolging ter
zake meineed. Bekl Leendert G. bleef bij. zijn
bewering, dat hij op den dag dat het straf-
bare felt werd gepleegd, in Rotterdam vej>
toefde.
De Offider persisteerdfe bij zijn requisitoir.
De tweede beklaagde bleef ook bij1 zijn ver
klaring.
De politierechter zeide, beiden beklaagden
te zullen veroordeelen en bovendien zal ge-
lasten de beklaagde L. G. onmiddellijk zal
worden gevangen genomen. De le beklaagde
werd daarop veroordedd tot 6 maanden ge-
vangenisstraf met last tot onmiddellijke ge-
vangenneming, de tweede beklaagde tot 3
maanden gevangenisstraf.
De moeder van beide beklaagden, ter zitting
tegenwoordig, barstte in zenuwachtig gehun
en gekerm uit en jammerde: „0, mijn kind"
en werd' daarop weggeleid.
RIJWIELVERDUISTERING.
De beklaagde SimOn Z., niet verschenen, ge-
domicilieerd1 te Egrnond aan Zee, heeft zich'
schuldig gemaakt aan rijwielverduistering ten
is ze dan niet naar Ainerika gegaan
Hij haaide de schouders op: een' grappig
gebaar en ik begon een gevoel te krijgen of
ik weer niet wist wat hij er van dacht.
„Hoe kan ik het weten, juffrouw White-
lands?" zei: hij met een' soort zachtaardig
geduld, dat ver verheven is boven eenige
uitdrukldng van kwaad humeur. „Het was
alles uw iaee dat zdj! naar Amerika was ge
gaan."
„Wel, dat zei ze', herhaaide ik. „Ze zei
dat ze daaiheen op weg whs en... Daanenbo-
ven!.... Be herinner mij daar juist
„Wat herinnert ge u?"
„Ik herinnerde mij' juist dat ze mij een
prentbriefkaart zond zie ik. „Met de afbeei-
ding van de boot een van de White Star
Line".
„Ha!" zei hij en zijta stem klonk helder-
der. ,;Zou u mij die kaiart niet even' willen la-
ten zieni?"
„Dat kan ik niet", ze! ik. En ik had wel
willen kermen.
Waarom niet?" vroeg hij vetbaasdl.
„Otaidat ik hem verscheurd heb. Dat wil
zeggen. Zoodra ik hem kreeg op de Bryn heb
ik hem in het vuur geworpen. Ik had er da-
delijk daarna spijt van. Maar op het oogen
blik dat ik hem kreeg was ik zoo boos, en
daarom deed ik het, kapitein Meredith!"
Hij beet op zijn lip en keek recht voor zich
uit naar een van die groote geencadreerde
Riviera fotografieen. Ik zag veramdering op
zijta gezicht komen. De ernst en vriendelijk-
heid verdwenen, iets van de uitdrukking Van
gisterenavond in de slaapkamer kwam' weer
voor dten dag.
Dadelijk zei ik: „U begint weer mij niet
te gelooven. Heel goed. Ik kan er niets aan
doen. Ik doe alles wat ik kan om u te hel-
pen. Ik maak het mil zelf verbazend lastig
door mee te gaan met uW plan alles voor't
oogenblik niet aan uw moeder to vertellen-".
nadoeie van den fietoeniiand^aar J. Karels.
Beklaagde had d<e fiets in tauurkoop en' heeft
het riiwiel van de hand gedaan, terwijjl hij
nog 66.75 moest voldoen. De getuige Ka-
rels diende een civiele actie In tot boveoge-
mdd bodrag. Bekl heeft het njwiel verkocht
aan R. Gul.
De zaak werd tot nader onderzoek ge-
schorst tot Maandag 10 September.
POGING TOT OPZETTELIJKE EN
WEDERRECHTELIJKE VERNIELING
VAN EEN KUILNET.
Dit fdt is gepleegd op 30 Md op de Zui
derzee, aan den zuidkant van het Enkhuizer
zand Bedoeld kuilnet bdioorde toe aan den
Volendammer visscher H, Steur.
Mr. Kuster trad in deze zaak als verdedlger
op en had een getuige h decharge doen dag-
vaarden De beklaagde ontkende hetgeen hem
in de dagvaarding is ten laste gdegd. In de
instructie heeft bekl. toegegeven dat hij het
voomemen heeft gehad het kuilnet der Volen-
dammers stuk te varen, zulks uit wraak, om
dat de Volendammers eveneens aan zijn net-
ten schade hadden toegebracht.
Beklaagde zeide, dat het bangmakmj was.
Het anker kon niet zakken, omdat er em de
fect was aan het ankerspil. Daar het anker
niet kon zakken, kon hij hat ook niet in da
kuil van Steur neeriaten.
De getuige H Steur verldaarde, dat bekl.
alles loog. Hij is met een bijl gekomen en een
ander kwam met een' haak, om op die manier
de netten'kwestie te beslechten
Do tweede getuige, H. Veerman, heeft ge-
zien, dat bekl. met voile zeilen over het kuil
net van Steur heenging.
De getuige h decharge was van' meening,
dat de Volendammers met opzet het net van
beklaagde, destijds de schipper van getuige,
beschad'igd hebben.
Na Langd'urig verhoor van getuigen ver-
kreeg de Officier het woord en requireerde
150 boete subs. 150' dagen hecht
De verdediger, Mr. Kusters, memoreerde,
dat de zaak hier is het voortdiurend verschil
tusschen' Urker en Volendammer visschers.
Yoortdurend worden de netten van de Urkers
door de Volendammers beschadigd. Pleiter
kwam bij het lezen van de dagvaarding tot
een geheel andere couclusie dan de Officier
Pleiter werkte zulks nader uit en kwam einde
lijk tot het verzoek om de uitspraak een week
aan te houden, opdat eens een onderzoek
kan worden ingesteld naar de manier waarop
de Volendammers zidi op zee ten opzichte van
de Urkers gedragen, alsook d'at het niet mo
gelijk was om het anker van beklaagde te la-
ten zakken
De politierechfer hield op verzoek van dten
verdediger de uitspraak aan en zal a.s. Maan
dag nog hooren de inspecteur der visscherij.
VERDUISTERING.
De 22-farige Adr. Simon K., vrachtrijdler op
Bergen, heeft ten nadeele van den wijnhande-
laar Pels te Alkmaar twee bedragen, groot
5,70 en 20,40, die hij op kwitantie moest
innen, zich wederrechtelifk toegeeigend, De
schade is niet vergoed. Beklaagde bekendle
Het O. M. vorderde 4 maanden voorwaar-
dtelijke gevangenisstraf met 3 jaar proeftijd.
Het vonnis luidde: 2 maanden voorwaarde-
lijbe gevangenisstraf met 3 jaar proeftijd1 en
betal'ing der toegebrachte schade.
MISHANDELING VAN EEN KIND
De 2-jarige scheepsbouwer Nic. W. te Alk
maar heeft op 13 Juli de 8-jariga Jan- Lute
met een1 stuk hout gegoOid. Dit raakte het
ventje in het gelaat en verwondde hem bloe-
dend. De jongen was ondeugend en hinderde
beklaagde in. zijn werk
Eisch: 20 boete subs. 20 dagen hecht.
Vonnis: 10 boete subs. 10 dagen hecht.
DIEFSTAL VAN G'EROOKTE VISCH.
De betonwerker Goosel B. te nkhuizen
heeft in den nacht van 16 op 17 Juni ten na
deele van den vischventer R. God'ijn weggeno-
men een kistje, inhoudende gerookte poonen,
ter waarde van 12. Het was kermis en. bekl
was boveni zijta bier. De getuige R. Godijn
stelde ziich voor de geleden schade civiele par
ti]. Eisch 15 boete subs. 15 dagen hecht. en
vergoeding der schade V66r de politierechter
uitspraak deed, wilde hij eerst de volgende
zaak behandelen.
DIEFSTAL OF HELINO VAN
GEROOKTE POONTJES.
De poontjes, door bekl. van R. G'odijn ge-
stolen, zijn door hem uitgedeeld aan D D.,
A. L., Jb K. en A. E. en thans stonden deze
personen terecht terzake heling. Bekl. A. E.
was niet verschenen. Beklaagden beweerden
dat zij niet wisten dat G. B. deze poonen door
diefstal had verkregen Ook in deze zaak
En terwijl wij opstonden ging ik voort op on-
heilspellienden toon: „en het zal nog veel er
ger worden. Ieder uur dat wijl samen. zijta,
voorwendende dat alles volkomen in orde is,
maakt de zaak nog veel meer gecompliceeTd
tegen dat wij ericennen dat de zaak totaal niet
in orde was".
,,Denkt u dat?" zei hi} langzaam, terwijl
wij de ronde deuren doorgingen. „ln ieder
geval zal ik mijn best doen zoo weinig mo
gelijk met u samen te zijn, niet meer dan ab-
soluut noodig is".
,,Hoe minder hoe liever", antwoordde ik
streng.
Ik voelde dat ik mi} wat op een cistand
moest houden. 1
Ik trok mijn schoudiers redd toen' wij- die
straat op'gingen en ging het smalste gedeelte
wanneer wij een hoek moesten omslaan.
En ik zei geen enkel woord.
Daar mijn metgezel eveneens tot stilzwij-
gen verViel, begon ik hoe langer hoe meer
waardigheid te toonen. Wanneer men daar
eens mee begint dan weet men nooit wanneer
men er mee moet ophouden en het begint las-
tig te worden.
Al spoedig bedadht fk droevig: „0 hemel!
zou geen van ons beiden een woord zeggen
totdat wij in het Ritzhotel terug zijn".
En toen bleetf Kapitein Meredith staan
voor een bloemenwinkel.
Het was een kleine winfcel maar handig-
mgerich't, groote takken eucalyptus met grijs
groene Haden en bossen geel er tusschen,
kolossale bossen oranje goudsbloemen naast
het roode anjelieren Fransche bloemenver-
koopers hebben oo:k voor de schoonheid van
deze twee kleuren bij elkaar. Het oog van den
Engeischman zou dat niet aandurven.
„Ik wou wel wat bloemen koopen", zei ka
pitein Meredith.
Iedereen weet dat er niets ter wereld is dat
een vrouw liever heeft dan bloemen te ont-
vroeg Godijn 12 schadevergoeding, het aan
den politierechter over latend wie voor deze
schadevergoeding aansprakelijk gesteld moest
worden.
Eisch tegen ieder der beklaagden. 15
boete of 15 dagen hecht.
Vonnis in de zaak contra G. B., ter zake
diefstal: 15 boete subs. 15 dagen hecht en
12 schadevergoeding aan Godijn,
In de zaak D. D., A. L., Jb. K. en A. E., ter
zake schuldheling: ieder /15 boete sabs 15
dagen hecht
WEDERSPANNIGHEID.
De beklaagde Joh. Tniet verschenen, heeft
zich op 2 Juli in staat van dronkenschap met
geweld verzet tegen den hoofdinspecteur van
pohtie te Alkmaar J. H. G. v. d Berg,
Eisch en vonnis: 25 boete subs. 25 diagen
hecht
DIEFSTAL.
Else R., geboren te Dona, in Saksec, heeft
bij de famihe London te Alkmaar, alw-aar zij
destijds als dienstbode werkzaam was, zich
verschillende voorwerpen toegeeigend, o. m.
6 glazen, 1 kleedje en 3 gLazen schoteltjes.
Het meisje verdiende 6.50 per week. Bekl
is thans werkster.
De Officier heeft beklaagde aanvankelijk
over de grenzen willen laten zetten, dioch dit
plan is niet uitgevoerd.
Het O M. vorderde nu 20 boete subs, 20
dagen hecht.
Beklaagde werd overeenkomstlg dit requi
sitoir veroordeeld.
MISHANDELING.
De niet verschenen beklaagde Bastiaan
Pieter ten H. te Alkmaar, heeft op 14 Juli
kwestie gekregen met den' melkventer v. d. P.
over de plaatsing van een melkwagen en
heeft daarb'ij v. d. P. een opstopper toege-
diend, waarop deze aangifte heeft gedaan.
E>e suikerbikker Pieter Stoop uit Noord-
Scharwoude heeft de mishandeling waarge-
nomen. Bekl. heeft v. d. P. een flinken slag
toegebracht.
Eisch f 40 boete, subs. 40 dagen. Vonnis
30 boete, subs. 30 dagen.
VERNIELING.
Arie S., niet verschenen, heeft in den nacht
van 24 op 25 Juli te Heen-Hugowaard opzet-
telijk een glasruit vernield in het Gaffe ,,'De
Zwaan" van den heer A. Rtas. Bekl. is vol-
gens verklaring van den Gem. Veldwachter
Haster voor de politie en de kasteleins een
vervelend jongmensch. 'De schade is niet ver
goed. Eisch 30 boete, subs. 30 dagen. Von
nis conform het requistoir.
MISHANDELING.
Mannes O. en diens zoon Hendrik O. te
Noordscharwoude, hebben gezamenlijk zeke-
ren J. Kloosterboer, van wien len bekl. be-
weerde-arbeidsgeld te hebben te vorderen,
mishandeld.
Bekl. Mannes bekende K. te hebben ge
stagen. Zijn zoon Hendrik heeft niet gesla-
gen, deze heeft de pols van K vastgehouden,
toen K. zijn mes wilde openmaken. Klooster
boer zei, dat de jonge O hem- nu in de getui-
genkamer weer heeft bedreigd.
De gemeente-veldwachter Leuring' heeft de
mishandeling waargenomen. De oude O. had
't meest werkzame aandeel in de mishande-
ling
Het O. M. vorderde tegen beklaagden, die
reecfe meermalen zijn veroordeeld: tegqn M.
O. 1 maand gev. en tegen H. A. O. 1 week
gev.
Veel te hoog zeide Mannes, ik wil in hoo-
ger beroep. Hendrik zd onschuldig en dus
niet strafbaar te zijn.
De politierechter veroordeelde le bekl. tot
30 of 30 dagen en 2e bekl. tot 15, suba
15 dagen.
DIEFSTAL-
De arbeider Adr. Kill te Obdam stond te
recht ter zake, dat hi} op 27 Mei te Zuider-
vangen van een man. Het is jammer dat de
mannen niet begrijpen hoeveel edit genot ge-
koch't kan worden voor vier situivers en vast-
gestoken in ons ceintuur met een bosje viool-
tjes.
Het is een zinnebeeld van de hulde van zijn
geheele sexe, gebracht aan de onze.
Maar op dit bijzonder oogenblik en voor
dezen bijzonderen bloemenwinkel, trok ik mij
stijf terug.
„0 neen, dank u", zei ik koel.
Kapitein Meredith glimlacbtie droogjes.
„Mag ik niet wat bloemen koopen voor
mijta moeder?" vroeg hij.
Mooi getroefd, nietwaar?
Tk beet op mijn lip.
Wat kon ik andeis doen dan met hem mee-
gaan in den bloemenwinkel.
Hier vonden wij de gewone net gekapte
Fransche vrouw, die nu aan het hoofd staat
van iedere zaak, met den gewonen angstigen
blik in de oogen, een blik die beteebent dat de
man aan het front is.
Toen zij: in' den winkel kwam om ons te
bedienen, was zij juist bezig geweest het
roode geruite bovenrokje vast te knoopen
van het Fransche jongetje met zijn dbnkere
oogen.
Kapitein Meredith schimt bijzonder veel
van kueine jongens te houden. Hij lachte heel
vriendelijk tegen het ventje en zeide: ,,'Dalt
is een knap kereltje, dat u daar heeft ma-
dame P'
Ach mijnheer'Het spijt mij a1tij'd zoo dat
het geen meisje is!" klaagde de bloemenver-
koopster (heel onoprecht denk ik). ,,Deze
gosse van mij, het is een ellende voor mij! Hij
hij houdt van niets dan metselen.Geef
hem kalk waamnee hij zich tot zijn ooren
aan toe kan insmeren en dan is hij gelukkig.
Tandis qu 'une petite fille, een meisje, dat
met haar pop zou zitten spelen, rustig en om
aardig aan te kleeden
(Wordt veawolgd.)