AlkmaarscheGourant Oamrubrlek. iimw sn B Hi iiV, iesit- eri Hso&Mkfirij v.h. Herms. GOSTER ZOON, F~E UII LeY0~sT~ Is verkeerde sohoenen. Voordas C 9. ALKMAAR. Hondard Vilf en Twintigste Jaargang, Zater<l;ig 8 September. In en om de hoofdstad. M lielast zich met: het vervaardigen van ALLE Drukwerken, het plaatsen van advertentlen In alle ^bladen, het leveren van alle Blnnen* en Bnltenlandsche Boeken. bet leveren van abonnemen- ten op alle Binnen en Bniten- landsche bladen. No. 213 1938 LOTING DER NATIONALE MILITIE. In verband met de op 10 September a.s. te houden loting der Nationale Militie ves- tigt de Commissaris van Politie de aandacht van alle vergunning- en verlofhonders hier ter stede op artikel 139a van gemeenteblad nr. 771, dat luidt: „Het is verboden in een voor het pnbliek toegankelijke lokaliteit, waarvoor een ver gunning voor den verkoop van sterken drank in het klein of een verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank is verleend, deze te ver- koopen, ten verkoop aan te bieden, toe te dienen, of te leveren, te schenken of te koo- pen, zich af te doen leveren, te laten schen ken, of te gebruiken op de dagen, waarop eett loting voor de Nationale Militie plaats vindt". „De Burgemeester is bevoegd van deze bepaling voor bepaalde dagen ten aanzien van bepaalde lokaliteiten, waarin het geven van gelegenheid aan het publiek tot het ge bruiken van maaltijden als bedrijf wordt uitgeoefend, vrijstelling te verleenen". (Nadruk verboden.) XLII. Onder jubeltonen, Als deze regelen u onder de oogen komen is aan de jubelfeesten ter herdenking van het zilveren regeeringsfeit onzer landsvorstinne een einde gekomen, dan zal het feestge- druisch ongeveer zijn verstomd. Nog wel niet geheel, want in de hoofdstad zal het festijn eerst Zaterdagavond officieel met het ver- trek der koniuklijke iamilie geeindigd zijn. doch natuurlijk met een flinken opzet tot het aanbreken van den Zondag women voortge- zet, maar de residentiestad en de hoofdstad zullen dan toch het feestprogramma hebben uitgevierd en al zal de pret nog in eenige kleinere gemeenten volgen, het aller-voor- naamste zal dan gebeurd zijn. Er bestaat natuurlijk voor mij geen aanlei- ding om hier van de bijzonderneden van dit heuglijk bezoek*der Koningin aan de hoofd stad te gewagcn, anderen hebben u dienaan- gaande reeds alles verteld, maar het spreekt wel van zelf, dat ik in verband met al het- geen hier deze week gebeurt een en ander op te merken- zal hebben. Kunt ge iets anders van mij verwachten, nu Amsterdam, als ik deze brief schrijf, nog volop in feesttooi is; nu eigenlijk van serieusen arbeid nagenoeg geen sprake is en iedereen liefst zoo spoedig mogelijk afdoet, hetgeen nu eenmaal niet on- gedaau kan blijven, terwijl het hart is bui- tenshuis, in de getooide straten; bij het ge- flonker der lichtjes van zoovele openbare en particuliere gebouwen; temidden der jube- lende en juichendie menSchen-massa in alle deelen, doch van zelf voornamelijk in het hart van oud-Amsterdam? Als een dergenen, die een kwart-eeuw-gele- den de Amsterdamsche feesten bij gelegen heid der inhuldiging der vorstin medemaak- te, ben ik natuurlijk onwillekeurig vergelij- kingen gaan maken tusschen toen en nu. In de September-dagen 1898 kwam tot ons de nog jonge vorstin, door ons, Nederlan- ders, als de eenige ons gebleven Oranje-telg met eerbied en verknochtheid bij haar komst tot den troon begroet maar toch, wij moes- ten toen afwachten of en op welke wijze de Koningin zich een plaats zou weten te ver- overen in de harten haars volks. Hoe zij daarin geslaagd is, het Nederland- sche volk heeft' haar dit thans op ondubbel- zinnige wijze getoond en de ontvangst, waar op Amsterdam haar ontving, is wel het aller- beste bewijs, dat Koningin Wilhelmina zich in de achter ons liggende kwart-eeuw bemind heeft gemaakt bij haar volk. Wie de geschiedboeken van Ons land kent, weet, dat het tusschen de Amsterdamsche bevolking en de vorsten uit het Oranje-huis niet altijd „botertje tot den boom" was, en zeifs in onze dagen heeft menigeen zeker meer dan eens gelegenheid gehad van vol- bloed Hagenaars 'te hooren, dat men in bun stad voor Oranje en voor de Koningin „des- noocls door het vuur zou gaan", doch dat die Amstcrdammers toch de ware oranje-klanten niet waren en Amsterdam van onzen tijd een „roode" stad was geworden! Om te glimlachen als men het Amsterdam van heden kent. De Amsterdammers mogen dan al niet zoo in alles medegeleefd hebben als de Hagenaars, omdat ons land nu een- Naar het Engelsch, door Berta'Ruck. 63) Ik zag, dat hij het onuitgesproken eind van mijn volzin begreep„U in het Grand; Hotel en ik in Ritzl" Wanhopig ging ik voort: „Het zou nog veel dwazer zijn dan ooit waoneer wanneer wij weggingen „Zeker", sitemde hij tee met een raistroos- tige stem. Nog steeds wanhopig ging ik voort: „En het zou niet ge'makkel'ijk zijn ails ik niet mot u naar Wales ging oak. Want reeds had ik er de twee laatste dagen over nagedacbt welke bezwaren ons zouden wach'ten wanneer wij uit Parijs vexitfokklen, ingeval wij! nog geen bericbt hadden van Vera Vayne. Sommige van die bezwaren vlo- gen mij door het hoofd met de snel'heid van een exprestrein, zelfs op het laatste oogen blik, dat ik mijn laatsten volzin' uxtsiprak. Veribeeld u die eens.... Ieder pas getrOuwd paar kan zeker zijn van een dag in die onzekere loopbaande huwelijksstaat. Zij kunnen er zeker van zijn besproken te worden door iedereen, die weet (of denfct) dat zij in hun wittebroodsweken zijn. Nu hier in1 Parijs was niemand, nie mand', die de jonggehuwdfen naging, beihalVe zijn vader en moeder. Maar daari Te LTan- dedwydd1! Iedea*, die ooit buifen gewoond raaa! die ffe8cfatedkaB$ge dgtmftardlghcld heeft, dat de hoofdstad van het land niet te- vens de zetel is van de vorstelijke familie en van het landsbestuur, zij geven deze week toch zeker het bewijs te beseffen, dat deze Ko ningin er in haar 25-jarige regeering in ge slaagd is zich in de „roode" stad bemind te maken; Wanneer diegenen, die in onze dagen spottend, smalend, soms tot het beleedigende toe, beweren, dat die Oranje-liefde er bij ons volk en vooral bij de Amsterdammers maar durinetjes opzit en kunstmatig door een „ka- pitalistische" pers en die booze „kapitalisten" wordt ,;ingegoten", binnenskamers 6drlijk willen zijn, zullen zij uit hetgeen de volks- massa in de afgeloopen dagen niet alleen te Den Haag, doch ook overal daar buiten heeft betoond, moeten erkennen, dat er volstrekt niets ingepompt was en dat zij, die zich anti- monarchaal en anti-Oranje noemen, toch in werkelijkheid nog niet veel te beduiden heb ben. „Den kinderen wordt kunstmatig met oranje-strikjes en vlaggetjes en tr acta ties e.d. die oranje-liefde aangeleerd", hoorde ik de- zer dagen een anti-Oranjeman beweren, „ze zingen Wilhelmus en andere vaderlandsche diederen, waarvan ze toch niets begrepen." iHet toeval wildfc, dat ik den dag daarna in (een kleine gemeente een optocht zag van kin- deren uit sociaal-democratische kringen. die, omdat zij niet mochten meedocn aan ae Oran- \je-feesten, schadeloos werden gesteld door een feest, hen bereid door geestverwanten Nhunner ouders. Zij liepen met roode strikjes getooid en met roode vlaggetjes en zongen ide „Internationale" en ik moest glimla- <chen of ik wilde of niet, omdat ik dacht aan dien anti-Oranje-man van den dag tevoren zou die nu werkelijk gemeend hebben, dat die jongens en meisjes wfel iets begrepen van de „roode" liederen, die ze zingen moesten en dat zij al die versieringen en die rood-wit- blauwe vlaggen heusch leelijker gevonden hebben dan hun roode vlaggetjes? Geloove h ik ben zoo vrij't ntet te ge- wie't wil, doch looven! De rood-wit-blauwe vlaggen, natuurlijk, zij vormden overal in Amsterdam en daar buiten in deze feestdagen nog de overgroote meerderheid aan onze gevels «n op onze openbare gebouwen, maar in Amsterdam \was het toch opvallend, hoe het woord van \mannen als de bekende journalist Elout en anderen, die een krachtig pleidooi gehouden hebben voor het in eere herstellen van de oude prinsen-vlag, met haar oranje-blanje- bleu, reeds „ingeslagen" heeft. Men heeft een aantal dier „nieuwe vlaggen kunnen opmer- keu in de hoofdstad en wie ze zag zal erkeud moeten hebben, dat die prinsenvlag toch on- eindig mooier „doet" dan de schitteren(le kleuren uit ons „Vlaggelied", en dat men heusch hopen mag, dat zij allengs overal in voile eere zal women hersteld. In de buurt van het Rijksmuseum zijnde Hep ik een paar dagen geleden dat gebouw binnen en toefde voor een aantal van onze oude zeestukken, waarop ik altijd weer dat oranje-blanje-bleu aan mast en gaffel der vroegere schepen zag afgebeeld dat zij spoedig weder als van oudls uitwaaie van de gaffels onzer schepen van thans. Maar mijn Rijksmuseum-bezoek gold dit- maal in hoofdzaak een bepaald gedeelte, waarvan ik hier ook al wijk ik dan ook van mijn „vergelijke beschouwingea" af lets zeggen wil, n.l. de bekende Drucker-colleciie in het nieuwste gedeelte van ons grootsch kunst-paleis aan de Hobbema-straat. Gij hebt vermoedelijk eenigen tijd geleden gelezen, dat deze afdeeling van het museum, die gedurende eenige maanden gesloten was geweest, wederom voor het publiek ter be- zichtiging open staat en mijn bedoeling hier is elken provinclaal, die Amsterdam bezoekt en een paar uur te missen heeft, erastig aan te raden de Drucker-collectie te gaaa zien. Degenen, die deze schitterende verzameling van werken onzer moderne schilderschool, door den heer Drucker en zijn gade daar bij- eengebracht, vroeger reeds gezien hadden, zullen wel doen nogmaals te gaan kjjken, omdat de huidige directeur van het Rijksmu seum door nieuwe rangschikking der collec- tie, a! die heerlijke kunst beter tot haar recht heeft doen komen dan vroeger het geval is, en zij, die de collectie nooit te voren zagen, mogen, als ze maar evea gelegenheid hebben, niet verzuimen er heen te gaan om er van te genieten. De rangschikking dier tallooze schilder- werken, verspreid over een aantal niet hin- derlijk groote zalen, is werkelijk heerlijk te noemen. De directeur van het museum heeft elke zaal herschapen in een deftig milieu, dat op zich zelf een geheel is, waar men zich thuis voelt. Men waant zich in de intieme salon9 van een aristocraat, die zonder pron- kerig gedoe of aanstellerij, maar louter ter wille van de kunst, uit liefde en eerbied voor de meesters der kunst, hun werken gehangen heeft op een wijze, dat ieder er als bij zich thuis van genieten kan. Op de vloeren liggen heeft weet hoe het daar zou ttoegaan. De heele sfcreek zou oor ca cog zijn! En tong! Ten eerste de menschen, die een visite maakten op die Bryn hij mijn aankomst. Dan de huurders in de woningea en boerderijen in den omteek. De bedienden.- Pritchand, de butfler, die huisjongen geweest was in dien itijd van den ouden „Sir George". De kame- iuer, die mij verzorgd had toen ik zieik was. Dan zou dit, dan dat besproken word'en en dan nog de andere, diie ieder oogmblik kon opdagen O, het zou een voorbereiding wezen om do betrekkelijk gemakkelijk te vemragen braad- pan te verlaren voor hetgeen een fel Ibran- dend vuur van nieuwe complicaties zou we zen. En toch had ik een onrustig voorgevoel, dat hij van plan was mij aan te raden naar -Wales te gaan. Hij had mij reeds in den loop van die twee dagen vertteld: „Weet u wel, dat1 ik vunig veb- laug die plaats weer te zien? Den goeden ouoen Cader Idris, zuur 'kijkend van onder een muts van wolken-, en de nivier bij1 hoog water, en..." Hij had eensklaps gezwegen en excuses gemaakt en teegegeven, dat die in- Wonens van Wales Idioot op hun land gesteld waren en niemand zoo edit heimwee kon helb- ben naar zijn land dan zij, altijd bazelend over hun 'Hen' Wladl (het 'Wide land) en' die heerlijke bergem, die men vier van. die zes da gen niet zien kan door den regen. En ik had steeds een gevoel gehad, terwijl de vroolijke hier daar h a.d*1. khurfg-e taplftma; overcl noodigen gemakkelijke divans of keurige stoelen, ook uit den huize-Drucker afkomstig, iot rustig zitten uit om van dit of dat schil- derij alle bekoring te kunnen genieten. Hier heeft men ae ideale milieu's, waar men onze onvolprezen Israels-en, Maris-sen, Breitner's en tal van andero meesters van het palet ten voile genieten kan, terwijl men, alvorens straks het gebouw te verlaten, op de ruime portalen in oordeelkundig aangebrachte kas- ten op de portalen, de keur-collectie porselein en zilver nog kan bewonderen, die het echt- aar-Drucker mede daar ter bezichtiging eeft afgestaan. Schrijver dezes, die jaren eleden een paar malen gelegenheid had de keur-collectie van den heer en mevrouw Drucker te zien in de salons van hun huia te Londen en toen zag hoe daar alles smaak- vol to intiem was gerankschikt, kan zich be- grijpen dat beiden, toen zij onlangs zelven nun schatten hier in de nieuwe rangschikking zagen, dankbaar waren voor de wijze, waar op die thans geexposeerd zijn: nogmaals als gij uit uw provinciestaa Amsterdam- waarts komt, vergeet dan geen bezoek aan de Drucker-tentoonstelling. En komt gij in deze maand nog, dan kunt ge teveng van meerdere teatoonstellingen genieten. Want, hadden wij in het inhuldi^ingsjaar 1898 de kleerder- drachten-tentoonstelling; de Rembrandt-ten- toonstelling, de Oranfe-Nassau-tentoonstel- ling, thans hebben wij enkele tentoonstellin- gen, die een overzicht geven van het belang- rijke dat Op het gebied van architectuur, nii- verheid, scheepvaart, indie, beeldende kunsten, gedurende de kwart-eeuw, die na 1898 is verloopen, is tot stand gekomen en van dea ontwikkelingsgang daarvan die tentoonstellingen worden in het nieuwe tram- administratie-gebouw aan den Overtoom, in het Koloniaal Instituut en in het Stedelijk Museum gehouden, en zij verdienen deze maand alien een bezoek van stad- en landge- nooten. Het Koninklijk Koloniaal Instituut de vereeniging die dit gebouw tot stand bracht heeft juist dezer dagen het welverdiende praedicaat Koninklijk" gekregea begint met de tentoonstelling, die er nil gehouden wordt, aan zijn bestemming te beantwoorden. Geheel gerecd is het reusachtige gebouw, verrezen op de, in vroegere jaren Oosterbe- graafplaats, nog niet, doch het zegt reeds veel, dat het deze week koninklijk bezoek kon ontvangen eenmaal in alien deele gereed zal dit gebouw onder de wetenschappelijke en bezienswaardlige instellingen van hoofdstad en land een eerste plaats innemen. Hoe jam- mfer, dat een der mannen, die tot het tot stand komen er van z66veel bijdroegen, de oud-minister Cremer, het bezoek der vorstin aan het Instituut niet meer heeft mogen be- leven zijn naam blijft er onafscheidelijk aan verbonden. Men mag gerust zeggen, dat het wel een zeer beteekenisvol incident is de zer Amsterdamsche feestweek, dat het tweede tijdperk van de regeering van Koningin Wil helmina zich mag inzetten met het in gebruik nemen van een zo6 merkwaardig gebouw. Jammer genoeg, dat bij het bezichtigen van het duideliik overzicht van datgene door de gemeente Amsterdam in de verloopen kwart-eeuw gedaan ter bevordering van de handels- en scheepvaartbelangen der hoofd stad, op de tentoonstelling in het Koloniaal Instituut iugericht de Koningin niet zal mo gen vernemen van den bloei onzer scheep vaart op dit oogenblik; dat helaas! moet worden gezegd, dat ongeveer twintig groote stoomschepen met een tonnenmaat van meer dan 122.000 thans doelioos in de havens lig gen te wachten op betere tijden Maar, dit zijn de dagen niet dat de Am sterdammers droef temeer zitten over den tegenspoed der tijden. Dit zijn voor hen de dagen van jubelen op het zilveren feest hun- ner Koningin; de dagen, die zullen moeten aansporea tot volharaen; tot niet wanhopen; tot vertrouwen op betere tijden: de dagen, waarin de klokken hun vreugde-galmen uit- beieren over de groote stad, der landsvorstin ne ten groet! SINT SANA. AAN DE DAMMERS! Met dank voor de outvangen opt fan pro- bieem 771 (eindspel Blankenaar). Stand: Zw. 10, 13, dam op 35. W 22, 24, dammea op 16 en 30. Wit speelt: 1 3048 1. 35:19 2. 16—-11! Zwart heeft nu 5 versch. antwoorden. a. 19—14, dan wit 48—37 (19 46), 22 —18 en 11 :5: b 19—46 dan direct 22—18 en 11 a c. 1935 dan 48—30 en 22—18. d. op 1014 als bij a. e. op 10—15 direct 2218. Goede opl. ontvingeu wij van de heeren: cosmopolische drakte op de boulevards voor de oogen van den jongen soktaat voorbij- ging. zijn gedachten vebteefden bij t ;a eigen purperen heuvels en bruine bosschen, bij het oude steenen huis, dat ik als vxeem- deling zoo gastvrij1 en aangenaam gevonden had. Wat moest dat welkomi betedkenen voor hem, voor wien het zijn kindsheid, zijn tehuis was. De herinnering daarvan moest d'iep ge- grift zijn in zijn hart, evenals de omtrek van den eersten zalm, „dien de Jongeheer Geor ge" wit gevangen had, was geschetst op een leisteen naast de steep van de Bryn. Over die stoep had Lady Meredith mij verteld, hoe Sir Richardl haar in zijn armea ged'ragen, zooals een bruid gedragen moest worden in. het huis van' haar echitgenoot... Maar o! hoe hoopte ik, dat hum zoon; er niet' op zou aandringen dadelKjk naar dat te huis te vertrekkent NSet als hij zeflf niet ging! Hij moest er natuurlijk naar toe.... „U weeit, u m'oet deniken aan uw zaakwaar- nemers", faerinnerde ik hem. „U meet immers dadelijk naar Londen, Om te informeeren naar uw vrouw. Om haar op te sporen I" Hij knikte en wendde het donkere hoofd af. „Maar ik kan^ niet met it meegaan naar Londen." „Neen. O hemel neen! Dat zou ik u ooik nooit vragen." „Dan laat u mij hier, terwijl..." „Wat? Stellig met", zei hit beslist en hij keerde rich om. „U hier laten1? Alleen? Zeflfe zonder de kamenier van mijn moeder 'is ook vertrokken nietwaar? Neen, u kunt om- W Blokdijlr, R W. T. Bojkuk., J. Dflc Jr., f D. Gerline en C Lutter te Alkmaar (ook van 769) In het laatste nummer van het Fransche Damtijdschift komen de twee volgende aller- aardigiste atanden voor: Zw. 7, 8, 9, 12/15, 18, 20, 35. W 21, 25, 28, 32, 33, 34, 39, 4Q, 43, 44. Hier speelt wit: 1. 21—17. 1. 12:21. 2. 32—27. 2. 21 :23. 3. 3430. 3. 35 24 4. 33-29. 4 23 45. 5. 44—40. 5 45 34. 6 39 10. 6. 15 4. 7. 25: 11 De tweede stand is ook heel leerzaam. B H Zw. 2, 8, 9, 10, 13, 16, 18, 19, 23, 26, 29 W. 27, 28, 30, 32, 35/38, 43, 48, 49. Wit vervolgt aldua: 1. 38-33!!, 1. 29:38 2. 30—24. 2. 19 30 3. 28:19. 3. 13:24. 4 37—31 4. 26:28. 5. 43: 6! De heer J. Noome Mza. te Purmerend zond ons ter plaatsing het volgende eenvoudigc probleem van den heer S. Homan, vroeger een van onze geregelde oplossers Probleem 772 van S. Homan- W Wormer. Zw. 2, 7, 8, 12, 13, 18, 19, 20^ 29. W. 11, 22, 27, 28, 32, 39, 40, 42. Voigens de nieuwe speelwijze losse men daama nog eens op: Zw. dam op 46. Wit dammen op 30 en 45. Wit speelt en wint (als zwart moest spelen was hij direct verloren, men moet dus dezen stand weer krijgen met zwart aan zet) Ingez J Noome Mzn. Opl. r66r of op 11 Sept. bureau van dit blad KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN. (Vervolg). 1 Missive van ae Vereeniging „Het Vrije Ruilverkeer" gericht aan het secretariaat van den Volkenbond. Ten behoeve van het herstel der welvaart en de goede betrekkingen met het buitenland betoogt de missive de noodzakelijkheid van opheffing van alle invoerrechten, invoerverbo- den en voorkeursrechten voor den bandel Niemand1 der ledesi was tegen vrijhandel, maar de heer Hoogland wilde dit niet direct uitspreken door instemming met de missive te betuigen. Men weet niet hoe gauw de om- standigheden kunnen veranderen en men niet meer zoo vlak vo6r vrijhandel is. De heer Kuijper willde wel erkennen voor vrijhandel te zijn De voorzitter vond de reserve van den if. Hoogland nog zoo kwaad niet De heer Wagenaar meende dat de K. V K. zich wel voor vrij ruilverkeer kon uitspreken. Ons district is voor het grootste deei op uit- voer aangewezen. mogelijk hier blijven, heel alleen, in deze stad." Ik aarzelde. Kan dat niet? „Neen," herhaalde hij, de lippen samen- persende. Een jong meisje zooals u. Daar is mat aan te deniken." Ik zuchtte. „Maar waar is dan- wel aan: te denken?" vroeg ik. „Wat wat denkt u nu eigenlijk dat wij doen moeten Ik wachtte een oogenblik zonder ant woord te ontvangen. Toen scheem kapdtein Mere dith zich op te heffen uit een soort verdoo- ving. Heel bedaard deed hij1 het eenige voor- stel dat hem in hat hoofd scheen te komen. Hij zei: „Wij moesten uitgaan en eersit ergens gaan lunchen." „Lunchen Lunchen antwoordde Ik „0, hoe edit iets voor een man Ik sprong overeind' van mijn steeil oni niet mij den hoog naar hem te hoeven opzien ter wijl ik eenige van mijn gevoelena voor hem luchtte. Lunchen?" herhaalde ik verbitterd. „De vreeselijkste dingen mogen gebeuren alles kan onderste boven gegooid worden, te ellen- dig om1 het onder woorden te 'brengen' de menschen kunnen aleen achtergelaten- wor den in Parijs met de manneni van anderen ze kunnen zich volkomen hulpeloos voelen in een een een een web van filimdrama's het zal op zijn minst drie dagen duren om een brief door te zendien naar Wales. Maar alles, allies alles waar een1 man aan. denken kan is aan eten ik heb daarenbo- ven pas ontbeten" wierp ik hem uiMagend Daarmee was de voorzitter het wel eens, maar in industrtestreken is het weer anders De heer Kolster wees op het verschil tus- schcu. vrijhandel en vrij ruilverkeer De voorzitter bracht in stemming of de Kamer zich v66r vrij ruilverkeer zal vexlda- ren door aan de vereeniging „Het vrije ruil verkeer" toestemming te geven den naam der Kamer in de bedoelde missive op te nemen. Met de stem van den heer Hoogland tegeo word daartoe besloten. in. Missive van de Inspectie der Nederland- sche Spoorwegen' te Alkmaar betreffende in- schrijven van bagage. De heer Grunwald zette uiteen, hoe goede- ren van het Weesperpoortstation te Amster dam niet rechtstreeks oaar hier kunnen wor den verzonden. Hierin is nu, blijkens de missive, verbete- ring aangebracht Deze missive werd voor kennisgeving aan- genomen. n. Missive der K. v. K. en F. te Amersfoort betreffende handeldrijvende ambtenaren. Zij wil een bestaand of uit te vaardigen verbod van handel drijven door ambtenaren1 zien uitgebreid tot de huisgenooten (familie) van die ambtenaren, zooals ook bestaat ten aan zien van onderwijzers Voor kennisgeving aangenomen. o. Missive der kamer voornoemd betreffen de visum Duitschland, gericht aan den mi nister van buitenlandsche zaken. Voor kennisgeving aangenomen. p. Rapport betreffende de handelsconferen- tie te Venetig, van de Esperantistenvereeni- ging. Voor kennisgeving aangenomen. q. Missive van den bond van bedrijfsauto- houders in Nederland, betreffende de nieuwe verordening op het sluiten van alle niet Rijks- wegen buiten de bebouwde konrmen in de provincie Noord-Holland, gericht aan de ko- n:nrin, met bijlagen. Na eenige onderlinge besprekingen deelde de voorzitter mee, dat de secretaria het auto- vraagstuk in studie heeft genomen en dat eenige fabrieken om allerlei inlichtingen zijn verzocht, van welke eenige hebben geant- woord. Spr wees op de in het buitenland in gebruik genomen zeswielige auto's, die veel minder schade aan de wegen toebrengen dan de tot dusverre gebruikte. Besloten werd het vraagstu'k verder in stu die te geven aan de verkeerscommissie. r. Voor9chriften tot het berijden der pro vinciate wegen, met vrachf- en personen- auto's. Naar de verkeerscommissfe verwezen. 9. Missive van het hoofdbestuur der poste- rijen en telegrafie te 's-Graverihage betreffen de de verwarring, die kan ontstaan, als een nieuw gekozen telegramadres geheel1 of bijna golijkluidend is aan een reeds Ingesekreven' firmanaam. Het bureau der Kamer zegt: Wij hebben onze medewerldng aan de posterijen toego- zegd Goedgekeurd. t. Missive ran de K. v. K. en F. te Tilburg aan' den mm. van A. H. en N betreffende Invoerrechten van Beigie. De adresseerende kamer dringt bij den minister aan op het po- gen van verzachting te krijgen der Belgische invoerbepalingen. De Industrie ondervindt in ons land en in het buitenland veel concurren- tie ran Belgii en het is pijnlijk te moeten zien dat onze grenzen open blijven voor BelgiS, terwijl dat land het door hooge Invoerrechten reeds zwaar afgebrokkdde afzetgebied voor onze industrie geheel gaat sluiten. Het adres werd in handen gesteld van de Handelscommissie ter onderzoek of ook voor ons district de export van goedercn bemoei- lij'kt wordt door ae in Beigie thans geldende invoerrechteB. a Missive van de K. v. K. voor Tilburg en Omstreken betreffende Statistiekrecht. ge richt aan den minister van financin. De Tilburesche Kamer vraagt van den toe. Kapitrin Meredith zag op mij1 neder en weder zag/ ik op zijn gezicht iets van die jon- gensachtige goedhartigheid waarmee hij mij behandeld1 had den eersten dag van ons sa- menzijn. In zijn stem was ook weer die oude toon ,van toesiemming, dat dit alles1 mijn schuld niet was. "Heel vriendelijk protesteerde -hij nu„U kan een kliein broodje en een kop chocola toch geen „ontbijt" noemen. Die d- lendige Fransche manier maakt dat ik mij veel te zwat en flauw zou voelen om aan iets te denken1 voordat ik 'a mlodags wat te eten gehad heb", verklaarete deze Brit. „En het zal bijna kwart voor twaalven zijn voordat wij een geschikt plaataje gevonden hebben. Ga gauw naar Iboven uw hoed' halen, wilt u? Op mijin woord van eer u zult u daama beter voelen Nu, ik moet bekennen daifc ik mij meer op- gewassen gevod;d)e den toestand in het aan gezicht te zien, raadat it eer had1 bewezen aan een versterkende Fransche soep en een plat eieren met groene zachte spinazie. - Toen met een bordje appel-compote voor ons zaten wij te praten en te redeneeren over de magelij'kheden wat wh nu weer doen zou- den. Dat is te zeggen, ik was het die het meest praatte. Kapitein .Meredith scheen bij lange fust- schenpoozen vervallen te zijn in een gepeins dat tot motto draagt: „hij' weet er geen raad op!" Ik zei': Zouden wij niet aan uw moeder kunnen telegrafeeren ja, maar wat?" (Word* wrvolgid.) i —i "'bTi 1i

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 5