ASkmaarsche Cdurant
Uw Prijscouranten
In verkeerde sehoenen.
Laat ons
drukken.
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
FEUILLETO
Voordam G 9,ALKMftAR.
Denderdag 4 October.
Htadsnieiiws
to. 2X3
1923
Honderd Vijf an Twlntlgste Jaargang.
Met het oog op de stagnatie in den Post-
cheque- en Girodienst wordt beleefd ver-
zocht, zoolang deze dienst niet normaal
werkt, geen betalingen op onze po&treke-
sing te doen, doch deze per postwlssd
aan ons over te maken.
KAMER VAN KOOPHANDEL.
Gisteravond half 7 werd ten Stadhuize
een algemeene vergadering gehouden van de
Kamer van Koophandel. Den voorzitter mee-
gerekend, waren er slechts tien leden aan-
Wezig.
Nadat de voorzitter, de heer S W. Arntz,
de aanwezigen had welkom geheeten, kwa-
men aan de orde de ingekomen stukken:
a. Schrijven van Gemeehtewerken te Alk
maar, dat aan dee wegwerker aanzegging is
gedaan, dee Twuijverweg in orde te bren-
gen.
Het bureau der Kamer verzoekt de leden,
die op den slechten toestand van dezen weg
hebben gewezen, mede te deelen of de verbe-
tering afdoenide is. De heer Wagenaar noem-
de de aangebrachte voorzieningen absoluut
onvoldoende.
De heer Hoogland meende dat de toestand
betreurenswaardig is, en als straks de weers-
gesteldheid slechter wordt, zal de toestand
aog treuriger worden. Spr. meende dat de
verkeerscommissie uit de Kamer hier wat
kan doen. Kan de weg bij de tegenwoordige
breedte door Alkmaar niet verbeterd worden,
dan moet men zien te verbreeden, iets wat
echter, naar spr. toestemde, ook moeilijk is.
Aan ae hand van een' teekentog, die spr.
overlegde, toonde hij hoe z. 1. de weg spoe-
dig is te verbeteren. De burgemeester van St.
Pancras had er wel ooren voor gehad. Men
heeft hier te maken met den polder Heer-
hugowaard.
De voorzitter stelde voor de verdere af-
doening der zaak in handen te stellen van de
Verkeerscommissie en dan zoo noodiig bespre-
ken met B. en W. en Gemeentewerken van
Alkmaar en de andere belanghebbende ge-
meenten.
De heer Wagenaar vreesde, dat het plan-
Hoogland niet zal gelukken, omdat de brug
een hinderpost zal blijven.
De heer v. d. Kleij geloofde dat er veel
meer wegen in dit district zijn, die niet be-
rekend zijn op het tegenwoordige verkeer en
noemde als voorbeeld den weg tusschen
Wormerveer en Assendelft.
De voorzitter meende, dat, het dan tijd
wordt, dat men dergelijke wegen aanpakt,
opdat zij wel voor het hedendaagsche ver
keer berekend worden.
Besloten werd de zaak in handen te stel
len van de Verkeerscommissie, die zoo spoc-
dig mogelijk er over zal beraadslagen.
b. Schrijven van de Nederlandsche Ka
mer van Koophandel te Louden met verzoek
contribueerend lid te worden ad 12.60 per
jaar.
Het Bureau verzoekt het adviea der finan-
deele commissie.
De heer Ringers stelde namens die com
missie voor, gezien den slechten toestand
der geldmiddelen, voor dit jaar althans nog
geen lid te worden. De heer Grondsma noem
de het treurig dat een dergelijk voorstel
moet worden gedaan.
De voorz. merkte op, dat door de Kamer
een zeker bedrag is toegestaan voor subsi
dies, welk bedrag reeds is uitgegeven. Ge-
wacht moet nu worden tot Januari, wanneer
een nieuwe begrooting aan de orde komt.
Meft moet niet vergeten, dat Londeri niet
allien een zeer belangrijke Kamer K. en
F. heeft, maar dat er zeker een twaalftal in
verschillende landen zijn.
c. Schrijven der gemeente Alkmaar, dat
bij den minister overeenkomstig het verzoek
der Kamer is aangedrongen op invoering
van een nacht- en onbeperkten Zondags-
dienst.
Voor kennisgeving aangenomen.
d Adres der Kamer van Koophandel te
Tilburg aan den minister van arbeid, han
del en nijverheid, waarin in overweging
wordt gegeven het initiatief te nemen tot
een zoodanige herziening van de arbeidswet
Naar kef door Beifet Ruck.
83)
„En als ge een raad van mij wilt aanme-
men, George, dan trouw je met dataardige
meisje, dat ik ©vergehaald faeb voor je wedu-
we door te gaan. Als je in mijn vak bent, dan
krijg je er oog op wie goed zou voldoen in
een rol, en ik zeg je, dat ze geknipt is orn
voor mevrouw George Meredith te spelen. Ze
is niet geengageerd, dat heb ik haar in den
trein: gevraagd, ot ze mioest iemamd ontmoet
hebben sedert ik haar den trein uitzette aan
't station te Carnrys. En denfc eens wat een
makkelijke manier, je was toch besloten; ora
te trouwen, zooals je me vertdd hebt. Wel-
nu. Daar heb je er een! Een raad gevern is
goedkoop, dat weet ik, maar ik heb een won-
gevoel, dat het je niet zal spijten als je deze
neemt. Het is het verstandigste wat je doen
Icunt.
„Van
M J®
„Viv".
Ik zat te staren naar hat gepartumeerde
mauve piapier met de paarse inkt beschreven
en iedere hoofdletter met een tail. Ik Was
te verbaasd, niet dat „Viv" dit gesdhrveen
had. Neen, dat was juist iets vow haar.
Mdar dat hij het mij te ltezen gaif
Ik denk, dat ik gewend had moeten raken
aan dat verbiaasde gevod1. Maar ik ben er
oog altijd niet aan gewend. Misschien is
er lamger oefeniing voor noodig vowdat mien
tegen zulke schokken bestand is. Be kon Diets
bedenken wat ik zou zeggen.
Waarom had hij mij. dit laten lezm? Het
was niet iets voor hem!
minister
Industrie
dat het
alvorens
dat deze niet langer een hinderpaal zal blij-
ven om tot een noodzakelijke verlaging der
productiekosten in het oedrijifsleven te ge-
raken.
Het Bureau der Kamer stelde voor dit
adres in handen te stellen der commissie van
vefordeningen.
e. Missive der Kamer van Koophandel
te Einhoven met verzoek aan den minister
van financien om een ontwerp tot wijiziging
der tabaksaccijns niet in te dienen voordat de
belanghebbende groepen zijn gehoord.
Genoemde Kamer gelooft, dat zonder ac-
cijnsverhooging, maar door betere contrdle
wel meer geld uit deze belasting ware te ha-
len dan tnaaos geschiedt. Zoo niet het door
den minister gewenschte bedrag ware te
krijgen, was er nog *wel een andier middel
dan verhooging, maar daarover zou de mi
nister eerst het oordeel der betrokkenen
moeten inwinnen. Met het oog op de crisis in
de sigaren-industrie en hare duizenden werk-
loozen dringt Eindhoven er bij den
op aan om toch niet overijld die
een nieuwen last op te leggen.
Het Bureau der Kamer meende,
voor de ministeries van belang is,
wetsontwerpen of wetswijzigimgen in te die
nen, welke op handel of Industrie betrekking
hebben, advies in te winnen bij de Kamers van
Koophandel en zou deze acue dus willen
steunen.
Goedgekeurd.
f. Missieve van bet Centraal Bureau
voor de statistiek te 's-Gravenhage betrefien-
de herziening van naamlijsten.
H'ieraan was voorafgegaan een circulaire,
waarin werd voorgesteld in de bestaande
naamlijsten eenige wiizigingen aan te bren-
gen. Het Bureau der Kamer heeft belanghcb-
benden mi de dagbladen daarop gewezen.
Bezwaren daartegen kwamen niet binoen,
zoodat voor de Kamer geen reden bestond
om zich tegen1 die veranderingen, die voor dit
district practisch van geen belang zijn, te
v erzett fii:
De voorzitter lichtte de aangebrachte wij-
zigingen toe en meende dat voor ons district
geen belangrijke veranderingen zijn aange-
bracht.
De heer Hoogland geloofde niet dat de
statistiek voldoende rekening houdt met den
doorvoer. Of het Bureau voor statistiek
daarin voldoende kan voorzien, wist spr.
niet.
g. Afschriften van twee adressen der
Kamer van Koophandel te Tilburg aan den
minister van arbeid, handel en nijverheid en
aan' deze Kamer v. K. gericht betreffend'e
het handelsverdrag met Tsjecho-Slowakije.
In deze adressen wordt er op gewezen,
dat Frankrijk op 17 Aug. j.l. met Tsjecho-
Slowakije een veel gunstiger verdrag afsl'oot
dan het den Nederlanders mocht gelukken
te bedingen. Frankrijk zal b.v. voor nieuwe
aardappelen van 1 Nov.31 Mei 50 pet. re-
ductie op de invoerrechten genieten, op an
dere land- en tuinbouwproaucten zullen 25
tot 75 pet. en op wollen manufacturen 30 tot
60 pet. Tilburg meent, dat een en ander aan-
leiding kan zijn dat de Kamer te Alkmaar
nogmaals de regeering c.q. de Tweede Ka
mer vraagt het Nederlandsche verdrag met
Tsj.-Sl. zooals het niu luidt, niet goed tie keuv
ren.
Het lid der handels-commissie, de heer
Wagenaar, lichtte de adressen1 toe.
De heer Wagenaar merkte op, dat het
Ned. verdrag nog niet is goedgekeurd door
Tsj.-Sl., zoodat de toestand nog is ale voor-
heen. Spr. wist niet of op het oogenblik over
een nieuw verdrag werd onderhandeld.
De voorziter wees op het groote belang,
dat ook dit district heeft bij een nieuw ver
drag, waarin Nederland een voordeeliger
positie inmeemt dan in het laatst aan de orde
zijndte. Het is zaak dat de Nederlandsche
handel paraat zij.
Besloten werd, dat de Secretaris aan het
Ministerie inlichtingen zal vragen en dat de
handelscommissie zich dan weder met de
kwestie zal bemoeien.
Was®
WAAROM TEGEN DE VLOOTWET.
Dit onderwerp besprak Woensdagavond in
de groote zaal van de „Hannonie", tnr. P. J.
Oud, lid der Tweede Kamer, voor de afd. Alk
maar van den Vrijzinnig-Democratiscben
bond.
De vergadering werd geleid door den voor
zitter van den V.D. kieskring Helder, die het
gebruikelijke welkomstwoord uitsprak, zijn ge-
noegen uitende over de groote opkomst.
Spr. zette uiteen, dat doorvoering van de
Vloot verschrikkelijke economische gevoigen
zal hebben voor Nederland. Om dat nader
toe te liditen stellen wij er prijs op, dat daar-
Ik sloeg mijn oogen op en zag dat de late
maimiddaglucht gliansdte van rooden gtoed,
van ilcht rose tot donker oranje. Daar bene-
den zag ik als vlekken de onhevvegelijke schaiie
der kanonnen, het gnoote geboiuw aan het
edhd beheerscht door het standbeeld1 van Na
poleon. Dan dichter bij, tegen dien gCTleklten'
achtergrond, zag ik het bleeke du'idelijfce ige-
laat van cten jwgen Engelschen offieter. Hij
hidd 6en voet op de punt van de bank, leun-
miet zijn ellleboog op zijn fcoie en keek mij
in die houding erastig aan.
„Weln'u?" zei hiji.
„Welnu...„ stotterde ik. Toen fcreeg ik miijji
kalmte wediar, want waar dlilendfe het vo^or
een bespoitMijfcen toestand nog bespottelijker
fe maken, door deni sdiijn aanl te mamiemi er
mij door te laten intimideeren en zei: „Wat
zegt zij toch altijd bespottelijka dingen, niet-
waar?
,,'Neen, nSet alltijid", zei KapSteta Meredith;
ems'tig. yD'aarin niet Hij wees op den brief
mi mijn hand. Aides wat zij daarin schreef
is juist eenvoumg en verstandig. Het 'its het
beste wat ik doen kan."
„W.... wat is?" vroeg Sk met verbazihg.
„Haar raad ;oip te volgen", zd hij kalimi.
„Zeg zou u getrouw kunnen blijven?
Ik Was nu gehedl de fclhte fcwijt.
„Trouw blijven?" herhaalde ik. „Alan wat?"
„Aan mij", zei Karpitein Meredith1 heel
iacht eni heel eenvondi|g. „Zou u met mij wil
len trouwen!?^'
Er ontstond een heel; lange pauze voordat
ik een woord kon uiten: Het was dus een hur
welijksvoorstd?
Van hem' aan mij?
HDOEDSTUK XXXII.
lid antwoord van hett meteje.
'Nu ik heb gelezen en giehoord van; een mas^
toe mr. Oud bereid was, wien spr. daarop het 1
woord verleende.
Deze ving zijn befoog aan met te memoree- j
ren het plotselinge aftreden van mimster van
financien de Geer, welk besluit min of meer j
gekomen is als een donderslag van faelderen
hemel. Zich erg verbazea over nieuwe zonder- j
linge sprongen van het kabinet moest men j
eigenlijk niet, want onder het kabinet-Ruys i
de Beerenbrouck hebben wij al zooveel zon- j
derlings beleefd, maar niemand had er aan
gedacht, dat het met een wet als deze vloot- j
wet zou komen. Dat heeft zeker ieders ver-
wachting overtroffen. J
Wat' nier gebeurt is niets anders dan een
noodfelooze millioenenverspilling in dezen j
tijd, waarin aan alle kanten geroepen wordt
om bezulnlgfng. Om dit aan te toonen, Wilde
spr. een terugblik doen op de geschiedenis
van de laatste twintig jaar op het gebied van
onze vlootpolitiek, waarin deze vloofwet
weer een nieuwe schakel is.
Iedere minister van marine, vervolgde spr.
kwam telkens weer met nieuwe plannen. Ie-
der jaar werden daarvoor millioenen uitgege
ven, zeide iedere nieuwe minister, en nog is
onze vloot niets meer dan oud-roest. Maar i
werd daar altijd door iederen nieuwen mi-
nister bijgevoegd als ge nu mijn plannen
maar eens volgt, dan komt hat met de vloot j
geheel in orde.
De laatste vlootcommilssie de commissie i
Patijn begon met te vertellen, dat het met j
de marine zoo slecht gesteld is. De oorzaak j
zou zijn de sinds jaren heerschendo stelsel- i
loosheid bij; het marine-beleid enz. Hierin
moet de reden worden gezocht voor het ge-
brek aan vertrouwen in het marine-bestuur.
Wie dat zoo leest, zegt onwillekeurig: Die
commissie legi toch maar de vinger op de
wonde. Nu moeten er maar eens nieuwe plan
nen gemaakt worden.
Doch zoo is't altijd geweest, betoogde spr.,
en steeds bleek, dat iedere nieuwe minister
alle mooie plannen van zijn voorganger inl-
deelde bij ae stelsellooze plannen en het
slot was dat aan de verspilae millioenen eeni
ge nieuwe werden toegevoegd.
De heer Elles kwam in 1904 onder het ka
binet-Kuyper ook met een nieuw plan. Er zou-
den zes nieuiwe oorlogschepen gebouwd wor
den, de e.g. Heemskerk-schepen.
Toen het minister-Kuyper-kabln'et viel,
kwam er een ander, waarbij mr. Cohen Stuart
minister van marine was. De heer Talma
anti-rev.-predikant kwam met een ander
plan en waarvan het slot was, dat ,,De 7 pro-
vinden" werd gebouwd. Met de Heemskerk-
sdhepen was het dus afgeloopen.
Na Cohen Stuart werd Wentholt minister
van marine, die in de 5 jaren van zijn mi-
nlsterschap niet zooveel heeft gedaan. Deze
is ten slotte met een voorstel gekomen om
weer te bouwen een schip van net soort als
„De Zeven Provinden". Dit was in 1912,
doch toen wilden de heeren van de marine
niets meer weten van dit soort schepen. De
heeren van de marine hadden toen blijkbaar
last van spr. zou haast zeggen gi'oot-
hddswaan. Naar het voohbeeld van Enge-
land en Amerika wilde de Nederlandsche ma
rine heel groote schepen, die z.g- dread*
noughts.
Na veel over en weer praten is van het een
noch het ander wat gekomen en minister
Wentholt verdween.
Daarna kregen we de opheffing van he!
ministerie van marine. Oorlog en marine wer
den samengesmolten tot een department,
waarvan Colijn minister werd.
Wij kregen het plan van 1913, dat onge-
veer 17 millioen per jaar kostte. Dit plan is
niet tot uitvoering gekomen, ten gevolge van
de oorlog. Er was aanvankeiijk wel tot uit
voering besloten.
Het ministerie Cort van der Linden, dat ge-
vallen was, was weer opgestaan, en bracht
weer schdding tusschen de ministers van
marine en oorlog. Plannen bestonden tot den
aanbouw van een groot slagschip. Doch zoo
als gezegd, de oorlog stak er een stokje voor.
Minister Rambonnet, die het department
vaa marina kreeg, bepaalde zich toen maar
tot kleinere schepen. Dit ginig editor niet vlug
en in 1918 was er nog maar een klein gedeel-
te van die kruisers gereed.
De intemationale toestand, die ook in Ne
derland zijn temgslag deed voelen spr.
zette dit nader uiteen' maakte dat men ge-
noeg kreeg van oorlog en wat daannede sa-
menhangt.
De heer Nattdln fen Cafe onder het ka
binet Ruys de Beerenbrouck minister van
marine hield in't geheel £en redevoering,
die echter een zeer belangrijke was, omdat
daarin gezegd werd, dat de geheela vloot niet
meer was dan wat oud-roest. En toch wide
deze minister doorgaan met de vlootplannen.
B. v. wilde htj de kruisers, waarvoor in 1912
plannen gemaakt werden, afbouwen. Ze zou-
den dan misschien1 direct na hunne voltooiing
weder verouderd zij, zeide spr. om daarna te
herinneren aan de motie, die hij en mr. Mar-
chant indienden om dezen aanbouw van krui
sers stop te zetten.
Toen is de heer Naudin ten Gate op de
vludht geslagen.
Dan komt het nieuwe ministerie n.l.
dat van den heer Ruys de Beerenbrouck, dat
het dep. van marine voor zich houdt en we
der met de plannen komt, om de 3 in aan
bouw zijnde kruisers te voltooien. Dit was in
't voorjaar van 1919.
Edn van de kruisers werd al spoedig
prijs
i de
gegeven door min. Ruys de B. Doch de
meerderheid van de kamerleden aanvaardde
de twee andere kruisers.
Er kwam dahma een nieuwe minister van
marine, de heer Bijleveld. Waarom deze dat
geworden is, begreep spr. niet, en waarsc'hijn-
lijk zeide hij, Ruys de B. zelf ook niet.
De heer Bijleveld was een half jaar mi-
nister van marine en met spronigen gingen de
kosten voor de vloot in de hoogte. Daartegen j
kwamen sterke en felle protesten uit alle rich- j
tingen en een oogenblik dreigt er gevaar voor j
het kabinet Ruys de B. Er wordt aangedron- i
gen op bezuiniging en minister Bijleveld gaat
aan't bezuinigen, door in de eerste plaats de
kruisers die vol gens Ruys de B. in ieder
vlootplan pasten te schrappen. Intusschen
had hij voor 2 millioen pantserplaten besteld
voor de kruisers, die gesloopt zouden worden'
En het gekste was, dat min. Ruys de B. niets
van deze bestelling wist.
In veifoand met een en ander bleek ten dul-
delijkste, dat min. Bijleveld niet als zooda-
nig te handhaven was, en min. Bijleveld ver
dween, evenals de min. van oorlog, Altingh
van Geusau, om dezelfde reden: grenzelooze
sa verschilleude mianiieretn; zulk een voousteil
op te nemen. Een manier had ik zelf foegei-
pasit: het oogemakkelijkte: „dijt is te overhaast,
je moet mij tijd gunmen om er over ma te
denken", een antwoord diat ik dein annen Reg
gie gegeven had; het was beter geweest dhr.
delijk „neen." te zeggen het is zdden een
succes wanneer men gedwongen wordt „ja"
te zeggen.
Maar ik geloof miet ooit vara een huwelijks-
aanzoek gedroomdl te hebben1 dat omfvangien
werd' iaHs door mij toen ik mij 'tot kapitein
Meredith wenddb in de gangen van Les Inva-
Want zoiodra Be hed' zeker was van wait hij
gezegd had en diat het hemi waartijk ernst
was, zag ik hem aan even woediendl alls ik
lady Meredith's grijs Perzisch katje zich tot
zijn pi gen terrier Straf had ziien keerien.
„Wou u met mij1 trouwen?" zei ik terwijl
ik nem woedend a'anzag em een1 bramdende
golf vam tooxm voeldb O:pkomieni ih' ntijm borst
„Denkt u dlajt ik dat soort van meisje bem?"
„Soort van meisje?" zei hij met eem veiv-
schrifcfe stem, terwijl hij mij laianzag. Nu was
het zijm beunt omi de woordem Ite herhalieni
„Wat soort vam mfeisje?"
„Welhet soort meisje dat u fern huwelijk
kunt vragen, madat u haar 3 dagem gezaen
had
„Ja, maar fcijfc eens aan Het zijm geem
gewtoue dagen geweest
'Daar nam) ik geen notitile van. „Ea juist
omdat dlit de gemaikkdijfcsite uitweg was, zoo
als uW vrouw, ik meeni mevrouw Arthur Har
rison, in dien- brief zegt I" Ik wierp een ver-
nietigenden blik op eta brief diien hij in de
hand had, „U itrouwde met haar onmiddellijk
begrijp ik, omdat een amdd" meisje u bedahikt!
had
Die gedachite aan „een andar nDeiiBje,' gaf
Min. Ruys de B. kwam toen op het idee
weer een minister voor beide departementen
te bemoemen.
Voor het zoover kwam was er ook weer een
nieuwe periode in het kruisersdrama. De heer
van IJssdsteijn, minister van Landbouw enz.
kreeg de opdracht deze kruiserzaak in orde
te bremgeo. Deze stelde voor de kruisers af te
bouwen, niet echter om voor marineHdoeldn-
den te dienen. Min. v. IJsselsteijn redeneerde
aldus: De kruisers kunnen misschien niet in
de vloot gebruikt worden, doch wel zouden
ze als volgt gebruikt kunnen worden, Wij
hebben er aan besteed 18 millioen gulden.
Sloopen wij ze, dan is het geld weg, bouwen
wij' za af dan kosten ze nog 18 millioen. Zijn
ze dan af, zegt min. v. IJsselsteijn verder,
dan kunnen wij ze misschien verlcoopen aan
een of andere buitenlandsche mogendheid.
Nu behoefde men niet te zeggen: Dan ver-
liezen we toch nog 18 millioen, want dan ant-
woordde min. van IJsselsteijn: Neen1, want
die eerste 18 millioen zijm wij toch kwijt (Ge-
lach.)
Zoo is, zeide spr. de reda van min. van
IJsselsteijn, van alle franje ontdaan.
Niemandi van de kamerleden, natuurlijk,
die dit geloofde. Ieder begreep wel, dat de
kruisers, afgebouwd zijnde, wel degelijk in de
vloot zouden wordem opgenomen.
Daarna kregen wij! den heer Pop, minister
van oorlog en marine, die met zijn vlootplan
in de Eerste Kamer kwam enin dit plan
paste weer de kruisers. De heer Pop zou deze
kruisers gebruikem als de kern van een nieuw
vlootplan. Wat het nieuwe materiaal zou zijn,
en hoeveel daarvan zou wordem gebouwd, wil
de de heer Pop zelf niet beslissen. Dit werd
opgedragen aan een nieuwe commissie, de
commissie van 1920. En daaraan hebben wij
de plannen van deze dagen te dankem.
Deze plannen behelzen in't kort hef aan-
schaffem van een vloot em steunpunten id
de Indischen Archipei.
Om dit te verkrijgen heeft men fngesteld
een vlootfonds. De vloot zou afgebouwd wor
den in zes jaar, doch pas betaald worden in
12 jaar. Het zou dus per jaar tien millioen in
Nederland en 10 millioen in indie kosten.
Doch dit is niet het geheela plan, maar
slechts het halve, zeide spr., en waar de com
missie verklaard had dat de ontworpen vloot
slechts het uiterste minimum zal brengen, is
het duidelijk, dat men aan het halve vlootplan
heelemaal niets zal hebben, zoodat die 300
millioen dan zuiver weggesmeten zijn.
Komt meni dan later met de andere nelft
en wordt dan gezegd, dat de plannen 600
millioen kosten inplaats van 300, dan zal
minister Colijn zeggen; dat Is niet zoo, want
die eerste 300 millioen zijn toch' weg (Ge-
lach.)
Spr. zette daarna uiteen, dat men, na 6 jaar
lang 20 millioen per jaar betaald te hebben,
voor de eerste faelft der vloot, daarna 6 jaar
mij nieuwen moed. Philippa hield van hern,'.
Hij kon dben wait 'hij wou met Philippa, die
doll1 op hem was. Maar ik zou hem eerst pra
ties vertellen wat voor soort man hij scheen
te zijn.
„U u heeft geen hart tegenover vriou-
wenU u geeft er niet om hoe u haar ge-
voelens kwetst. U is altijd een wreedle flirt ge-
weesE Prinsessen zouden u niet zoo vriende-
ilijk toefcwhen als u diat niet geiweest was
Dit allea kon er eigamlijk niet door, toen het
eenmaal was uitgesproken, maar wait ik be-
doelide was zoo duidelijk, zoo voelbaar. „Ein
tegenover mij is u altijd zoo akelig 'geweest
Al dien tijd keek hij ernSt'ig op mij' neer en
wilde mij telkens in de rede vallen. Be weerde
zijn woordten af en sprak haa'stig door.
Den eensiten avond vertelide u miji dat ik
een avonturierster was. Ja, ik weet well diat u
het niet gezegd hebt. Mamnen idlenken dat ze
zhh1 allra mo'gen veroorlOven' als ze maar
geien bepaalde dingen zeggen. Als of WooT-
den er iets toe dedenstormde ik voort.
„U behandbldle mij aills een bedriegster
„Ja, maar later
„Later drong u er op aan dat ik weiMijk
een bedriegster moest wezen! Dale heele da
gen moest ik uw oudens laten denken' -diat mijn
geheugen terug gekomen was en diat ik nu
wist mevrouw George te zijn. O, die heele tijd
is vreesdijk geiweest!"
,,'Niet waar!" Dit stemdie hij met overtui-
ging toe, hij!
„U weet het niet" ging ik voorit. „U kunt
het met weten."
„0! Etenkt u dan' diat het voor mij een ge-
makkelijke tijd geweest is?" vroeg hi} vrij
heftig. Hi} lachte korltaf. Torn' zei1 hij: „Het
wals honderd millioen maal beroerder voor rnlif
dan het ooit voor u faadl kunnen wezen',
tne'isje. „Heme!l jaP
lang 40 millioen moet betalen, waarna dan
slechts de eerste helft betaald is enz.
Mr. Oud betoogde daarna dat men onmo-
gelijk Indie zal kunnen behouden met de
voorgestelde vloot, niettegenstaande de vraag
van anti-rev. zijde: moeten wij dan ons IndiS
niet behouden?
Spr. zette uiteen, dat men geen Waar voor
zijn geld krijgt, zooals beweerd wordt. Het
geld, dat besteed wordt, blijft in een bodem*
loozen put gesmeten.
De regeering, die bezuinigen wil, gaat oor
log en' marine buiten de bezuinigng stellen.
Integendeel bezuinigt men op de ambtenaars-
salarissen, op sotiale doeleinden enz. enz.
In dezen gaat de heer De Geer absoluut
niet vrij uit, meende spr. Ik heb niet mede
willen aocn aan den lof, die hem toegezwaaid
is en die hem niet toekomt, omdat hij n.l. die
vlootwet in 1921 mede heeft onderteekend'
zoodat hij slechts in zijn finantieele politick
mislukt is.
Spr. herinnerde nog aan het indienen van
zijn motie tot uitstel der vlootwet. Dit was
voor min. van Karnebeelds vertrek naar Ge
nua. Deze motie werd, tot groote ontsteltenis
van de anti-rev. en chr. hist, kamerleden, die
zich door hun r. kath. coalitie-genooten in den
steek gelaten zagen, aangenomen.
Na een lange uitweiding vervolgde spr.:
Men begrijpt dat men de volkswelvaart,
door aanneming van de vlootwet een grooten
knak toebrengt. Den gulden, die men gaaf
wll bewaren, moet men niet alleen gaaf be-
waren voor 1924 doch ook voor een verre
toekomst. En de vlootwet zal aan die gaaf-
heid grooten afbreuk doen.
Het moreele element ontbreekt bij deze
vlootwet geheel. Die heilloOze wedijver tus
schen de volkeren onderling in de bewape-
ning is het geweest, die den wereldoorlog
heeft gebracht. Die noodlottige poljtiek van
ning is het geweest, die den wereldoorlog
heeft gebracht. Die noodlottige politiek van
het opdrijven is het geweest, die de groote
spanning heeft gebracht, een spanning, die
ten slotte een uitbarsting brengen moest. Dal
is de politiek van voor 1914, die niets dan
ellende en nog eens ellende heeft gebracht.
En wij weigeren mede te doen aan deze poli
tiek, die ons niets anders zal brengen dan
een nietswaardige prutsvloot.
Er zal besnoeid moeten worden ook daar,
waar wij', vrijz.-dem., liever nief besnoeiden,
doch wanneer wij de overtui'ging hebben,
dat ook de xnilitaire uitgaven zoodanig be
snoeid zijn, dat er onmogelijk meer af kan,
dan zal hef gemakkelijker vallen ook daar
te bezuinigen, waar wij het liever niet deden
Een protest tegen de vlootwet is in iederen
vonn goed. Het overgroote deel van het Ne
derlandsche volk is van deze politiek niet ge*
diend. Ik wek U op met ons Vrijz.-Democra-
ten te wedijveren tegen deze vlootwet en me
de te doen om een betere politiek te scheppen,
een politiek, die weigert deze vlootwet tot
stand te helpen brengen. (Langdurig ap-
plaus.) m
De voorzitter verzochf hun, die mr. Ou3
vragen wilden stellen of met hem wilden de<
batteeren, zich daarvoor op te willen geven.
Speciaal had spr, daaibij1 op't oog den man,
die namens het comite voor Christelijke poli
tiek pamfletten in de zaal had verspreid vo<5r
de vlootwet.
Deze kwam aan de bestuurstafel mededee
len, dat degene, die deze pamfletten geschre-
ven had, vermoedelijk niet in de zaal aanwe-
zig zou zijn, zoodat er dus niet nader op
werd ingegaan.
Een der aanwezigen vroeg, hoe mr. Oud
dacht over het teekenen op de lijst van 'de S.
D. A. P. voor het volkspetitionnement tegefl
de vlootwet.
Mr. Oud antwoordde, dat er absoluut geen
bezwaar tegen was op deze lijsten te teekenen.
(Luid applaus.)
Ook de voorzitter legde er den nadruk op,
dat hoeveel te meer er geteekend werd, des te
beter het was. Ook In de zaal was daartoe de
gelegenheld. Spr. sloot hierop de bijeenkomst
met veel dank aan mr. Oud. m
„U weet het niet" hield ik wl. „U heeft mij
niet ef»na bedankt voor ate Wat ik voor u
gedaan heb. Zoodra uw ouders vertrokken
Maar daar hoeven we nu niet meer over te
spreken. En' nu de hede moeilijkheid einde-
lijk is opgfll'osti komt u het nog ergar makien.
U vraagt mij wanempeli o'f ik to ernst Mevr.
Gieorge wil worden" riep' ik met een nieuwen
aanval van tan. ,,Eni niet ai^een dat, maar
u dienkt dat ik wil.'
„Nteenzti' hij en Mj nam zijn voet af van
de bank en stood rechfap, met de oogen opge-
heven naar de roode lucht: „Ik had niet de
brutaliteit te denken dat u wou. Maar ik
hoop dat u het wiilit dben."
„0" riep ik alweer woedend van veront-
waardigiog. „,Het schijnt dat marineo op een
andere manier denken dan doienDat is om
gek te worden. Ik diraaide wat meer naar hem
toe op de bank. „U dacht dat 'ik wel wou" her
haalde ik met vuur. „Of h'oopte dat ik kon
(dat is het zelfdle!) otadlat u wist dat 'ik geen
werk had,toen uw vrouw ik mean het vizi-
oen ik meen Mevrouw Harrison mij1 ont-
moette. U wist dat ik bureauwerk in de Oty
moest zoeken of kto'derjuffrouw worden bij
de SutcliffeJSmitths. En u meendte dat ik zou
denken„Dilt is 'gemakkelijker-!" U dachit dat
ik dit dhs well zou aannemenKijk mij maar
niet zoo verbaasd aan Kapitein Meredith"
raasde ik door en ik stampte boos met mijn
voet op de steenen. „U begdijpt natuurlijk
waarom ik zoo woedend ben Zou ieder
meisje niet gelijfc hebben zu'lk een' huwel ijks-
voewistel als een bdeedi'gihig te beschlouwen1?"
Ik verwachitte dat hij bij1 deze woorden ook
zou opvliiegen van woede. Ik wachtltle een
00'genbl'ik om die uitbarsting te zien komen.
Het antwoord kwam1 met vlugge, zadhte
stem.
(Wordt vervolgd).