Alkmaarsche Gourant
alle Handelsdrukwerk
Elpptn en Konljnen.
N.V, Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
Voordam G 9, ALKMAAR.
Dinsdag 9 October.
Geneeskundig© biftven*
FEUILLETQK
In verkeerde schoenen.
N», SSI.
Ksndard Vijf en Twintlgste Jaargang,
Met het oog op de stagnatie in den Post-
cheque- en Girodienst wordt beleefd ver-
zocht, zoolang deze dienst niet normaal
werkt, geen betalingen op onze postreke-
ning te doen, doch deze per postwissel
aan ons pver te maken.
XXXIV.
Reflexen.
Wanneer een ongewenscht klein insect on-
der het halsboord wandelt, worden vinger en
duim onmiddellijk daarheen bewogen en
deze trachten het insect te grijpen. Gebeurt
ditzelfde bij iemand op het oogenblik, dat
hij bij een audientie zijn buiging maakt, dan
wordt de eerstbedoelde beweging nagelaten.
Het eerste is een voorbeeld van een reflex,
het laatste van een1 reflexremming. Het een
zoowel als het ander speelt een zoo belang-
rijke rol in ons leven, dat wij daarbij wel
een oogenblik mogen stil staan.
Reflex beteekent weerspiegeling, terugslag,
terugkaatsing. In het geneeskunaig spraak
heidje.
Tal van reflexen spelen zich, vooral in de
vegetarieve org'aanstelsels, af zoider dat wij
er anders kennis van krijgen dian door het
verkregen effect. De werking van den reflex
boog zelf wordt door ons niet waargenomen
Bij de spijsvertering liggen de voorbeelden
voor het grijpen. Zoodra voedsel in den
mond wordt gebracht, treden tal van reflex-
werkingen op. In de eerste plaats wordt de
speekselafscheiding grooter. Hoewel wij er
zelf niets aan kunnen doen, werkt dit proces
zoo prachtig, dat wij, het met bewustheid
zelf doende, het niet zouden kunnen verbete-
ren. Niet alleen de hoeveelheid, maar de
geaardheid van bet speeksel is zoo, dat zij
j juist past bij het genomen voedsel. De drie
paren speekselklieren, die wij bezitten, leve-
ren speeksel van ongelijke samenstelling af.
Proeven op honden hebben geleerd, dat de
hoeveelheid geleverd ferment, dat op het
voedsel moet inwerken, juist groot genoeg is
voor de bestanddeelen van bet voedsel, die
er mee verwerkt moeten worden. Brengt men
in den bek van het proefdier fijn zand, dan
wordt bijna helder water afgescheidei. Ver-
werking van het voedsel is dan niet noodig,
alleen veel water ter wegspoeling, om het
zand weg te werken.
Maar de opgewekte reflexen blijven niet
tot den mond beperkt. Ook in de maag wor
den reeds vloeistoffen afgescheiden, die te
pas zullen komen voor de vertering van het
voedsel, dat van den mond uit te verwachten
is. En ook hier zien wij het afgeschemden
maagsap wisselen van aard, naannate an-
gebruik is het de beweging (of een soortge- m^gsap wiueim van aam uaaimaie da-
Ike functie) die volgt op den een; of anderen df,r v°edsel werd toegereikt En zoo werk<m
lijke functie) die volgt op
prikkel zonder dat de wil er invloed op uit-
oefent. De prikkels uit de buitenwereld wor
den door onze zintuigen opgevangen en door
zenuwen (de zoogenaamde gevoelszenuwen)
naar hersenen of ruggemerg geleid. Daar
aangekomen, kan de geleiding in verschillen-
de richtingen vender gaan Wordt een zeker
gedeelte der hersenen bereikt, dan worden
wij ons bewust van den prikkel, wij doen
een waarneming. Die waarneming is de eer
ste stap om nog verder te gaan, maar dien
weg, die tot denken. bewustzijn, willen en
bewust handelen leidt, zullen wij thans niet
verder opgaan. Ook zonder dien langen weg
kan de opgevangen prikkel tot een beweging
aanleiding geven. De geleiding springt dan
als het ware van de gevoelszenuw direct op
een beweegzenuw over. Dit overspringen kan
reeds in het ruggemerg gebeuren, waarbij
dus van gewaarwording of bewustwording
nog geen sprake is.
Een bekend voorbeeld van zulk een reflex-
beweging is die, welke opgewekt wordt door
kort en krachtig on der de knieschijf te tikken
anv het been, dat losjes weg over het ande-
re is gelegd. Wij zien dan het geheele onder-
been even omhoog Wippen. De toegebrachte
tik wordt door gevoelszenuwen overgebracht
naar het ruggemerg en springt daar over op
beweegzenuwen, die naar de grootf spier
de
alle bij de spijsvertering betrokkeq klieren,
zoo goed als de spieren van het darmkanaal
zich samentrekken, onder den invloed van
allerlei reflexen.
Oeheel afhankelijk van reflexwerking zijn
de spiertjes, van welker invloed de veraau-
wing en verwijding der bloedvaten in de
huid het gevolg is. Die reflex kan zoowel
van psychischen als van anderen aard zijn.
De meest bekende psychiscbe reflex op dit
ebied is de vaatverwijding, welke wij als
lozen kennen. Door zekere psychische in-
vloeden, die ik niet nader behoef te om-
schrijven, worden de bloedvaten van een be-
paala gedeelte van de huid, met name van
het gelaat en den hals, soms nog v.erder, zoo
wij'd, dat de grootere vulling de huidkleur
merkbaar rooder maakt. Vooral Darwin
heeft hierover belangrijke studien geschreven.
Door hen, bij wie deze reflex meermalen
pleegt voor te komen, wordt het gewoonlijk
betreurd, dat hier de ander te bespreken re
de
flex-remmingen
laten.
gewoonlijk in den steek
de voorzijde van
doen samentrekken.
aan
de dij gaan1 en deze
Een ander voorbeeld is. het knippen der
oogleden, wannee een of ander voorwerp
naar het oog toe beweegt of ook bij plotseling
fel licht. Nog een ander het wegtrekken van
de hand, wanneer die toevallig op een heet
voorwerp (brandende sigaar) komt te liggen
of het geval, waarmee deze brief begint, het
verjagen van een insect, dat ons steekt of
jeuk: veroorzaakt. Dit zijn alle zuivere reflex-
bewegingen. En de geheele, kortste weg, die
aldus wordt afgelegd (kniepees gevoels
zenuw ruggemerg beweegzenuw
dijspier) noemen wij reflexboog.
Het gebeuren blijft echter niet tot dien
boog beperkt. Wanneer de ontvangen prik
kel naar het ruggemerg geleid is, heeft hier
een soort splitsing plaats. Niet alleen langs
den reflexboog maar ook in andere richting
heeft de geleiding plaats, zooals gezegd is,
ook naar de hersenen. En hier wordt het ge-
beurde eerst bewust gevoeld.
Omgekeerd kan nu van uit de hersenen,
door onzen wil, een bericht uitgezonden
worden langs een beweegzenuw. Met andere
woorden, wat onbewust in het bewegingsge-
deelte van den reflexboog gebeurt, kan even
goed opzettelijk door ons worden teweegge-
braeht. Maar ook kan onder bepaalde om-
standigheden een beweging, die reflectorisch
zou gaan plaatsi vinden, door onzen wil
worden tegengehouden of verzwakt. In dat
geval zeggen wij, dat de reflexbeweging
wordt geremd. Dit wordt door kinderen als
kunstje beoefend, door te probeeren de oogen
zonder knippen geopend te houden, wanneer
een kornuit een schijnslag naar het oog toe
uitvoert. Maar wij. zullen zien dat deze re
flexremming een veel grootere beteekenis
heeft dan eenvoudig die van een aardig-
Naar het Eingelsch, door Berta Ruck.
87)
Ik ging er naar iijken. Dat was iets om
ten minste voor een oogenblik dait andere be
pijnilijike onderwerp te verdrijven.
„Hoe verschil'lend zijn todh de volken in
de wijze, waarop zij uiting geven aan hun
gevoelens", peinsde ik schijnbaar iucihthar-
tig. „Verbeeld u dat wij! sentimenteeae verzen
schreven over eenige van onze Engelsche
vliegtuigen 1"
„Ja; maar verbeeld je dat de Fnansehen
zich zelf vemederden tot onze aanpilakbiljet-
ten loan recruten te werven?" zei dd jonge
Engelsdhman naast mij „Is uw jongen in
het khaki en zoo meer. Dat was een vertoo-
ning!"
Toen veran'derde hi} weer van houding. Hiji
stak zijn lange bruine hand in mijn arm, tnofk
mij dicht tegen zich aan itoen wij1 daar ston-
den voor dien triomfeerenden aaelaar, ge-
maakt van grof 'linnen en palen en sparrlen.
Hij boog zijn mooie hoofd omlaag en fluis-
terde pllagend en vleiend„Je verlobfde is in
het khaki, nietwaar?"
„Nleen. Niet doen!" protest'eerde ik zwak-
jes, „da't mag je niet tegen mi} zeggerf".
En ik dacht bitter: „Moet .ik dan mijn hee-
le leven in verkeerde schoenen doorhtnengenl?
Eerst was het Vivie wier plaats ik moest
vervullen. En nu 'uister ik weer naar din-
gen die hiji zoo aansfconds tot Philippa zal
zeggen
De jonge man naast mi} hield mijn arm
nog vast, terwijil wij; voortliepen, met het ge-
zmt naar die rivier gekeerd, hiji steeds lieve
De meest gewone prikkel, waardoor deze
reflex wordt tot stand! gebracht, is de wisse-
ling van1 temperatuur. Bij een vorige gele-
genheid (brieven over het zwemmen) werd
reeds op de groote beteekenis gewezen van
een regelmatige werking van deze reflexen,
met name in aien zin, dat bij afkoeling 1 van
de huid de bloedvaatjes zich snel behooren
samen te trekken, waardoor de hoeveelheid
bloed in de huid tot een minimum beperkt
wordt. Dientengevolge zal het lichaam niet
veel warmte kunnen afstaan, geheele of ge-
deeltelijke te sterke afkoeling blijft achterwe-
ge, terwijl anders allerlei afwijkingen, die als
kouvattingsziekten te boek staan, kunnen op-
treden. Hoewel dus direct geen invloed door
den wil op deze reflexen kan worden uitge-
oefend, zien wij hier toch een voorbeeld, dat
oefening van bepaalde reflexen van groot
voordeel1 kan zijn. En deze oefening is geluk-
kig wel van den wil afhankelijk.
Een eigenaardige in de huid gezetelde re
flexbeweging, die ook op tweeerlei wijze tot
stand kan komen ,is het overeind rijzeh der
haren. De haren zijn meestal in schuine
richting in de huid geplant. Van af het on-
dereind van den haarwortel loopen kleine
spiertjes in nog schuiner richting door de
huid. Trekken deze zich samen, dan gaan
de haren rechter op staan en worden tegelijk
eenigszins buiten de huid uitgetrokken. Aan
een hond, die in een' booze bui verkeert, is
gemakkelijk te zien, hoe dit onder psychischen
invloed tot stand komt. Bij den mensch is
(het verschijnsel niet zoo duidelijk; alleen
nog de romanschrijvers laten bij hun helden
de haren te berge rijzen. Maar wel komt het
bij de kleine haartjes op de zoogenaamde
onbehaarde huid voor en dit is dan bekend
onder den naam „kippevei". Ook dit kan
langs phychischen weg geschieden. Lezen of
hooren van griezelige verhalen heet kippevel
te bezorgen. De meest gewone oorzaak is
echter de koude.
Zeer bekend zijn de reflexen aan het oog.'
Ik noemde reeds het knippen der oogleden
hij fel licht of bij snel naderen van een
voorwerp. Duidelijk zijn de reflexen als een
stof je in het oog komt, wat gebeuren kan
niettegenstaande de voortreffelijke beschut-
tingsmiddclen, waarover het oog beschikt,
In de eerste plaats de snel bewegelijke en
zich gemakkelijk sluitende oogleden, dan de
oogharen, die als een filter voor in de lucht
zwevehde stoffen werken en de wenkbrauwen,
die van het voorhoofd neerdalend vocht af-
leiden, zoodat het niet in de oogen zelf kan
komen. Gelukt het nu toch aan een stofje om
in het oog te komen, dan bemerken wij ver-
schillende reflexen: het sluiten en knippen
der oogen om het vreemde voorwerp weg te
drukken, vermeerderde traanafscheiding om
het weg te spoelen, eindelijk wrijven met de
hand over het oog om het er uit te wrijven.
Dit alles geschiedt reflectorisch. Maar hier
zien wij nu een- voorbeeld, dat „te veel"
schaadt. En zeer noodig is het hier, dat de
wil ingrijpt om te voorkomen, dat het onge-
breideld voldoen aan den reflexdrang scha-
de veroorzaakt. Wanneer het ingedrongen
voorwerp scherpe kanten of punten heeft, zou
het door het wrijven van het oog allicht in
het bindvlies of hoornvlies kunnen worden
vostgedrukt, waardoor de zoo nuttige tra-
nenstroom niet meer in staat was, het weg te
spoelen. Daarom is de beste raad deze om
die reflexen zooveel mogelijk tegen te gaan,
vooral niet met de oogen, met name stijf, te
knippen en in geen geval met hand of doek
in of over het oog te wrijven'. Men sluit het
oog zonder eenige kracht of druk en laat
dan de tranen hun nuttig werk doen. Kun
nen deze het niet klaar spelen, dan zou gauw
mogelijk naar den dokter.
Een zeer belangwekkende reflexwerking
aan het oog is de wisseling in wijdte van de
pupil. Hoe sterker verlichting, hoe nauwer
de pupil wordt, precies zooals de photograaf
het diaphragma van zijn toestel naar het
licht regelt. Alleen kan deze het niet zoo
nauwkeurig doen als in het oog gebeurt. De-
zelfde reflectorische vernauwing merken wij
op, wanneer de oogen worden ingesteld op
zeer nabij zijnde voorwerpen, waardoor die
o-ogassen moeten convergeeren.
met regelmatige procesder ademhaling
heeft grootendeels reflectorisch plaats. Bij
de ademhaling wordt door het bloed, dat de
longblaasjes omstroomt, zuurstof aan de in-
geademde lucht onttrokken en in plaats
daarvan koolzuur afgegeven. Eeni bepaalde
hoeveelheid1 koolzuur in de allerlaatste lucht-
pijpvertakkingen prikkelt reflectorisch het
ademhalingscentrum, dat zich in het verleng-
de merg bevindt. Hierdoor wordt verklaard,
dat men door geforceerd diepe en snelle
ademhalingen in een eigenaardigen toestand
kan geraken, die als overmatige ventilatie is
te beschouwen en verhindert, dat in de lucht-
•wegen zich koolzuur verzamelt in voldoende
sterkte o mden prikkel tot ademhaling te
kunnen afgeven. Deze toestand van apnoe
(geen ademhaling) is door wijlen dr. van
Eijsselsteijn uitstekend beschreven in zijn be
kend boekje „die kunstliche Atmung." Bij
het verleenen van eerste hulp bij schijndood
moet hiennede ter dege rekening worden ge-
houden.
Over de beteekenis van reflexen op psy-
schisch gebied stel ik mij voor, in een vol-
genden brief nog iets medte te deelen.
H. A. S.
HEEL TEVREDEN: ERG TELEUR-
GESTELD.
De broedperiode is alweer voorbij. We ma
ken balans. We gaan onze resultaten na, tel-
len onze hennetjes, houden rekening met onze
haantjes. Onder de liefhebbers zijn van die
geluksvogels, die een minimum kraaiertjes
hebben, dat zijn boffers. Anderen zoeken
met een lantarentje naar de hennetjes. Bij de
meesten is het echter zoowat om het halfje.
De voorgroeiers onder de hanen houden we
aan en nemen daaruit zoo noodig den beste
als aanstaande sultan in de harem. Een paar
dagen geleden was ik bij iemand, die den suk-
keligste, den kleinste, een achterlijk diertje
had uitverkoren, omdat de man zich door de
eene of andere eerbare baker had laten wijs-
maken, dat later zulk een dier in de nakome-
lingschap altijd hennetjes en geen haantjes
gafIk hoop dat hij van idee is veranderd en
dat geprotegeerde exemplaar in den pot zal
stoppen. Uit zoo'n achterblijver komen niets
dan piepers!
Met groote voldoening zien velen onzer op
hun nabroed neer. Fraaie hennen, die nu in
September bijna afgeruid zijn en al beginnen
te kleuren in hun gezicht, wier kammen al
gaan zwellen; dieren, die nu en dan reeds een
bezoek brengen aan het legnest en dat wat
onderste boven halen. Een goed teeken! Ha
nen vol sprankelenden levensmoed In de klei-
nere en vol lummeligheid jn de zwaardere
rassen. De eersten met al de onderscheidings-
teekenen van hun geslacht, de laatsten lang
zoo ver nog niet, omdat die meer kracht aan
hun zwaarder lichaam moeten besteden en
wier veerentooi dus nog in ontwikkeling is.
De eersten, die bij de menschen van het kraai-
verbod de toornaders op het voorhoofd bijna
doen barsten, daar tegenover de groote lum-
mels. die zwijgen als een doofpot en nog niet
tot de kennis des onderscheids gekomen zijn
en alleen nog maar rekening houden met hun
maag.
Maar de medaille heeft nog een anderen
kant ook. Niet altijd beantwoorden de uit-
komsten aan de verwachtingen. Menigeen
zag van zijn fokkerij weinig goeds opgroeien
al9 gevolg van niet voldoende verzorging,
van overbevolking, van zwakte in den fok-
stam enz. Weer anderen hadden zich dure,
heel dure broedeieren gekocht, waarop zij al
hun hoop gevestigd hadden, maar de uit-
komsten waren gering en weer anderen kre-
gen heel andere kleuren en modellen die niet
aan de standaardeischen beantwoordden.
Hier was het dus geen eigen onhandigheid,
geen gebrek aan de noodige ervaring, maar
een gevolg van de slordige, soms van de min
der eerlijke praktijken van de leveranciers der
broedeieren. Maar hoe gaat het dan ookl
Een pluimveeman zoekt in December of Ja-
nuari uit zijn koppel een paar mooie dieren of i
een enkelen haan, zendt die in op een of meer
ttentoonstellingcn en wordt, dank zij de ge-
jringe concurrentie met een priis bekroond. Na
afloop van het exposeeren komt het gelau-
werde en bekranste exemplaar weer in den
toom. De eigenaar kondigt na eenige weken
aan, dat hij tegen zooveel en zooveel per stuk
broedeieren heeft af te geven van zijn be-
kroonde, ja hoofbekroonde en zelfs hoogstbe-
kroonde dieren. De eieren zijn natuurlijk van
den heelen toom, waaronder zelfs zeer onvol-
doende dieren kunnen loopen; alleen de haan
of misschien een paar nennen waren be
kroond. Het is dan te begrijpen, dat de kui-
kens niet beantwoorden aan de eischen, zoo
wel van raszuiverheid als van stamina. Er
komt nog iets bij. De bewuste, bekroonde die
ren, aangenomen, dat ze werkelijk overal hun
eersten of eereprijs waardig zijn, blijken nog
niet altijd geschikt als fokaier. Soms zijn ze
door inteelt. verkregen, ja er zijn gevallen, dat
het toevalsproducten waren. Juist als de fok-
krachten zich het meeste ontwikkelen werden
deze tentoonstellings-dieren van de eene stad
naar de andere gezeuld en raakten wel geheel
Ibuiten conditie, zoodat ze heel wat tijd noo
dig hadden om weer op hun verhaal te ko
men. Zoo ziet men, dat het altijd nog geen
wijze politiek is broedeieren van dergelijke
bekroonde dieren te koopen.
Daarmee is nog niet bedoeld, dat het be-
'trekken van broedeieren buiten de stad altijd
-teleurstelling zou geve n.Zoowel eendagskui-
iken9 als broedeieren worden door goedbe-
(kendstaande hoenderparken met suedes gele-
Verd en als ze dan goed worden behandeld
'hij den opfok en bij het bebroeden, dan zal
van beide kanten tevredenheid volgen. Meest-
\al is het voordeeliger van een eigen foktoom
Vieren te gebruiken. Zelfs van den hen kan
taen fokken. Men verkrijgt dan kuikens, die
Vioorgaans den zijn van vorm en van kleur.
iVoor menigeen heeft dat fokken met den hen
geleid tot uitbreiding van zijn kennis en er
varing op het gebied van de erfelijkheid.
Zoo wisselen dan in de liefhebberij voor-
spoecfen tegenslag elkander af. Maar ieder
tracht steeds vooruit te gaan in het ras, dat
hij zich heeft uitgekozen.
In het bijzonder geldt voor den stadslief-
hebber, voor wien wij het bovenstaande schre
ven, als allereerste regel: Gebruik nooit an
ders dan volkomen gezonde exemplaren in
uw foktoom. Begin ook niet met dieren, die
de eene of andere ziekte zoogenaamd goed
doorgemaakt hebben. Maak ook uw foktoom
niet te groot, integendeel werk voor u zelf
met-een zeer beperkten toom, die uit weinige,
maar prima dieren bestaat. De grootste fout,
de steen des aanstoots, de oorzaak van de
meeste teleurstellingen is overbevolking.
dingen fluisterend.
„Waairom niet? Waarom mag ik niet, meish
je? Ben jiji dan niet het meisje dat ik lief-
heb?"
„Ifc begrijp niet hoe hoe ik dlat wezen
„Hoe wat doet er dat toe", antwoordde
hij„het is zoo. Het is precies als met die
portefeuilletjes voor papieren geld. Je 'hebt
het briefje met de rechte bandjes er over
hier; je draait het om en' dfe dwarsbandjiea
liggen er 'over, daar. Ik kan }e niet zeggen
hoe het gaat. Maar het gaat, weet je". Zijn
stem werd wat ongeduldiger.
„Luister. Je bent de mijne weet je."
Je hebt dat zeker ook wel' tot andere mieis-
jes gezegd."
„Welk versdhil zou dat maken?"
„Geeni versdiil?'
„Je weet best van niet, en dat is ook zoo.
Ach je weet het; je geeft er nu zelfs niet om.
Dat is hieel anders dan een van de van
iets anders, Rose!"
„Neen, neen hi hoe weet je dat?"
„Ik zal het je toonen als je het toelaat".
Hartstochtelijk smeekte de fluweelen stem, die
toch zoo edit mannelijk Was,hi} smeekte ter
wijl Wi} voortliepen. „Roseje moet."
JNteea^.
"Kleine duive1'!... Ach lieveling! Ik heh
mij dikwijls afgevraagd of ik ooit het ^voel
zou leeren kennen dat mijn vadter ail die jaren
aan de voetjes van mijn moeder heeft gehou-
den. Dat is het, dit is het. Ja! Be bleb dat
gevoel, want ik heh jou."
Ik schudde mijn hoofd, ik voelde inij ge
heel ontspannen, maar zeker op een punt.
Hij1 had zich' vroeger ook vergist; ik won
niet op nieuw een-vergissing voor hem zijn;
ik zou niet iets nemen waarovter hij later
vruchteloos spijt zou hebben.
Bij den steenen ingang van Les Invalides
staarde ik steeds wan hem weg naar de kant-
achtige spits van den Eiffeltoxen; een grijs
duidelijk iets in den voirm van een waterjuf-
fer zweefde er om been in de lucht; een- v'ieg-
tuig! De „valk van Frankrijk", de spoed en
veiligheid van het land. Op dat oogenblik
voelde ik mijzelf een aanval afweren door de
sterkste macht waarover een vrouw beschik-
ken kan: de will om toe te geven. En ik zei,
terrein winnende (dat voetdie ik) bij ieder
woord: „Kapitein Meredith; u denkt ien
meent die dingen nu misschien welDat komt
omdat u haar niet hebt gezien
„Haar niet gezien
„In langen tijd niet. U is vergeten hioe
mooi zij is
„Ja, even mooi als een standbeeld. Jiji bent
een levende toos
„En hoe verstandig zij; is
„Wie heeft nu een verstandige vrouw noo
dig Lieve hefflel
„Niemand, dat weet ik wel miaar als ze
haar lefhebhen vergezeten ze het, zij letten er
niet op. En u is ook vergeten hoe veel! u
vroeger van haar gehouden hebt
„Vroeger", zooals hi} dat uisprak fclonk
het als het wreedste woord van de wereld.
„Maar ge hebt haar niet gezien' sedert ik
u verteld heb wat ze zei. Dat maakt een heel'
groot versdhil", zoo hoorde ik mij1 zelf op stel-
ligen toon praten.
„Nlu u weet dat zij! volstrekt geen stand
beeld" is^ niet voor u, neen niet voor n! Nu
u 'weet dat zij gezegd heeft veel van u te
houden, zoodat
Met zachte maar besliste stemi viel Georige
mij in de rede. (Ik geloof dat we nu weer on-
geveer midden op het Place de la Concorde
waren, het plein dat wij overgestoken waren,
wanneer? Eeuwen geleden. Voordat ik iets
Frovineiaal Nieuws
UIT HOORN.
Op 2 dezer zijn de lessen voor den cursus
1923-'24 aan de rijkstuinbouwwinterschool te
Hoorn aangevangen met 11 leerlingen in de
eerste klasse en 12 in de tweede klasse. Bo-
vendien zijn er 3 toehoorders.
De afdedling Hoorn van de Nederl. Vdr-
eenigiing van Spoor- en Tramwegpersotneel
heeft haar liOJarig bestaan feestelij'k gen
vierd. Als spreker trad op de heer1 Lamdls-
kroon, die voomamelijfc de aansltaande l'oons-
Yoor spoedige afleyering yan
is Uw adres
verlaging critiseerde. Tot slot werd opge-
voerd het tooneelsttik „Het licht in den
nacht" van lute Onsmanne, waarmede de
opvoerenden veel succes behaalden.
Onder leiding vand en heer J. Best Ntz.
te'Berkhout hield de afdeeliDg Hoorn van* de
Hloll. Maatschappij van Landhouw een ver-
gadering ter bespreking van de tentoonstel-
Tingsplannlen.
Inzake deze plannen is overleg gepleegd
met commissies uit de ingezetenen.
Aangenomen wordt ten slotte dat een alge-
meen Oomite zal worden gesticht, bestaande
uit 11 leden, waarlvan 4 aan te wijzen door
de burgerijl en 7 door de afdleelling. Er zal
een waarborgfonds worden gewormd om1 een
even'tueel nadeclig saldo te kunnen dekken.
Door de afdeeling zall een eere-comite
worden benoemd.
Door den Burgemeester van Hoorn, die de
vergadering bijwoonde, is kradbtiige mede-
werking inzake dte tentoonistellingspiannen
teegezegd.
Naar we vernemen zal dloor B. en' W.
aan den Raad worden voorgesteld niet over
te gaan tot stiehting van een hertenkamp, om
dat men hiervoor hier ter stede geen gesch'ikt
terrain kan aanwijzen.
Naar men ons van bevoegdie zijide mee-
deelt hebben zich voor de te houden' cursus
voor zaakvoerders (boven het I J) geen vol-
doenide leerlingen aangemeld, waardoor ge-
noemde cursus niet zal worden gehouden.
Voor die niet-geslaagden bij het laatste
examen zal een vervoigcursua wordlen gehou
den.
De Hoornsche Revue-vereenlging is weer
met 26 werkende leden verrijkt. De hoofdpar-
tijen worden vervuld door de heeren Jo Dell
te Amsterdam en Chris Holman te Hoorn.
Comntere is mej. M. Wex-den Brok.
De lessen aan de Rijkstuinbouwwinter-
cursus zijn aangevangen met 11 leerlingen
in de eerste en 12 leerlingen in de tweede
klas.
In afwacfating met de aanstaande werk*
zaamheden aan het rioleeringswerk zullen
voorloopig 36 werkloozen te werk worden ge-
steld aan het ophoogen van het plantsoen,
het buizenleggen aan de Tweede-boomlaan en
het opruimen van kalk bij den watertoren.
Door B. en W. is aan de hoofden van
scholen een rondschrijven gezonden met ver-
zoek het onderwijzena personeel mede te dee
len, dat de gemeente voor een onderwijskracht
die den cursus van Dr. Montessori te Am-
seterdam wenscht te volgen, voor het uitbren-
gen van een rapport over dien cursus aan
een onderwij&kracht een bedrag van 250 be-
schikbaar heeft gesteld.
UIT HEILOO
j Zondag speelde onze voetbalclub voor den
competitiewedstrijd tegen Groot-Schenner en
won met 4—2.
UIT OUDKARSPEL.
Zaterdag en Zondag had hier de floralia-
tentoonstelling plaats, de tentoonstelling,
waarnaar de schooljeugd reeds eenigen tijd
met verlangen had uitgezien. Immers, dan
zou door iedereen hun plantje bekeken kun
nen worden, waaraan ze den geheelen zomer
zoo hun uiterste zorg besteed hadden.
Het plantje, dat ze door tusschenkomst van
den heer Groen van St. Pancras dit voor-
jaar voor een dubbeltje gekocht hadden en
dat ze zoo menigmaal van het eene raam
naar het andere gebracht hadden om het toch
maakr zooveel mogelijk in de zon te zetten,
of het uit de zon te houden al naar gelang dit
noodig was.
De beoordeeling was In handen gesteld van
de kinderlooze leden van de schoolfeestcom-
missie, die de gennmimerde planten tegen el*
kaar monsterde.
Natuurlijk was er voor gezorgd, flat de
iets wist). „Komaan, lieveling, nu is het ge
noeg. Laten we er nu niet langer over pra
ten. Toe schiei er nu over uit. Het dient toch
absoluub nergens toe, weet je".
„Dat weet u niet. U fcunt het niet weten
voordat ge het geprobeerd hebt. Als u daar
maar eens naar toe wou gaan haar een-
maal zien", drong ik aan, „zelf zien
Breathe upon Love's ashes, it may be
flame will lea/',
sprak George ironisch, terwijil hij' ;glitellachend,
neerzag op mijn opgeheveni, smeekend ge
zicht. „Lief meisje, ik mod: je zeggen dat zoo
iets nooit ergens toe gediend heeft.
Wat uit is, is uit. Werkelijk waar. Je zou
evengoed kunnen -probeeren een kuiken weer
in het ei te stoppen. Ik weet het zeker. Ik zou
niet weten waarom ik het zelfs probeeren
zou".
VjNSet om mij pildzier te doen?" zei ik
heesch. Ik begreep dat het niet lang meer zou
duren of ik moest zwichten en mij' zelf veme-
deren. „Om mij pleizier te doen, George
Een oogenblik stitte, terwijl wij voortliepen
Toen zei George levendig: „Ben je anders
niet tevreden? Goed dan. Om jou pleizier te
do'en."
„Meen je dat je gaan wilt, vroeg ik vroo-
lijk. Maar ik moet bekennen, tot mijn eigen
schande, dat den moed mij ontzonk. Want
in den grond van mijn hart wist ik dat nieh
tegenstaande al m'n smeekbeden, ik doodsbang
was hem te laten gaan. „Om mij pleizier te
doen Ik begreep hoe bitter weinig „plei-
zer" het mij zou doen indien George Mere
dith, gewezen echtgenoot van Vera Vayne,
en nog later degene die aanzoek deed om
mijn eigen hand, in de armen vie! van zijn
eerste liefde. Neen, niet zijn eerste liefde. Zij,
wie ze dan ook geweest moeht zijn, zou mis
schien op dit oogenblik borstrokken zitten te
breien voor de vliegeniers. Maar, zooals hij
zelf wist, welk meisje zou zich voor zulk een
oogenblik ongerust maken?
Toen ik naast George in dliie rammelfcast
van een Fransche itaxi zat, begon het meer
en meer tot mij1 door te dringen dat ik bezig
was met mijn eigen hand van mij: af te wen-
pen wat ik (vo'lnraakt bespottellijk) als mijn
eigen geluk begon te beschouwen.
Ik ton zelfs geen moed genoeg vergaren
om te weigeren hem mijn hand weer te laten
nemen. Hij deed het. Niet alleen dait, maar
hij deed mij1 mijn witten handschoen uit, stak
dien in zijn zak en legde mijn hand tegen
zijn wang.
Ik Tiet hem begaan.
Het was voor eens in mijn leven, maakte^ ik
mij zelf wijs. Vaag herinnerde ik mij1 Philip-
pa's woorden dat George een van die_ ultra-
mannelijfce miannen was, die de aanraking van
het vrouwelijke element vertoonen. Hij deed1
dit, ja, ja. Geestelijk, want had hij niet ver
zen aangehaald zooals een vrouw of een ar
tist ?*Lichamelijk; want was de wang onder
mijn hand niet evenglad en fijn van weefeel
als die van een jong meisje? Todh ton nic1-
mand een oogenblik beweren dat de jonge
soldaat geestelijk of lichamelijk iets verwijfds
had. Hij was mannelijk. Ik begreep dat zijn
gemoed, het gemoed was van 'een man; met
al de diepten die wij nooit kunnen peilen, alle
gedachten en bezwaren', waarin wij niet dee
len, al de schranderheid en de grofheid en de
'kiesdhheid en de stomphieid die ieder op zijn
beurt ons verrassen. al de kleine versdhillen
van zedelij'kheidsWetten en wo'orden en hu
mor die nu ja! het geheele versdhil uit
maken. En de rest van hem vertooode die
kracht en bevalligheid van een door en door
bescbaafde manhij was als staali onder flu-
weel.
i (Wordt vervolgd.)
l^mi