Alkmaarsche Con rani Brieven ni Boek- en Handelsdrukkerij v.h. Herms. COSTER ZOON, Zaterdflg 13 October. ParjjscS&e Caofari&aB. Voordam C 9. ALKMAAR, het vervaardigen van ALLE Drukwerken, het plaatsen van advertentien In alle bladen, het levergn van alle Binnen- en Bultenlandsche Boeken. het leveren van abonnemen- ten op alle Binnen en Bulten landsche bladen. Ne 241. Hondsrd Vijf an iwintigsie Jaargang, OP CREDIET. (Van onzen Parijscken Correspondent.) (-Nadruk verboden.) Parijs, 1 October. Te Parijs kent men niet het kwaad van het crediet in den vonn van een maandboekje bij kruidenier, groenboer en slager. De leveran j tiers komen hier 'niet „aait de deur"men i gaat inkoopen doen in bun winkel of op de j niarkt, en men laat zich daarbij als men zich die weelde veroorlooven kan vergezel- len door een dienstmeisje. Iedere week heeft haar eigen markt, soms overdekte bal, meest al'eenvoudig een rij handwagens, geschaard langs het trottoir van een straat. De vrouwen, die daar zoo met een wagen met groenten staan, den heelen dag van des morgens 10 tot des avonds 8, noemt men: „marchandes des quatre saisons" (koopvrouwen der vier jaargetijden). Zij hebben een aangewezen standplaats, en een vergunning van den bur- gemeester am daar te staan. Iedere koopman of koopvrouw, die zulk een vergunning niet bezit, wordt onherfoepelijk verjaagd, telkens als bij of zij ergens blijft stilstaan met den wagen. De vergunningen worderf alleen go- geven aan wequwen, oorlogsverminkten en anderen die 'n bijzondere aanspraak op zulk 'n bevoorrechting kunnen laten gelden. En zij geven aanleidlng tot een levendigen ban- del, daar degeen die de vergunning bezit geenszins verplicht is in toogsteigen persoon bij den wagen te staan en dus meestal dit recht aan den meest-biedende verpacbt. Niet alleen wagens met groenten staan daar zoo op de markt langs de stoep. Ge vindt er met fruit, met visch, met wild en gevogelte, met kaas en boter en eieren, met aardappels en schoenveters, garen en band, met bloemen, vooral, bloemen bet heele jaar door, en ook enkele met vleesdh, worst of conserven, hoe- wel geen huisvrouw, die zichzelf respesteert deze laatste artikelen aan zulk een handwa- gen zou inslaan. Negen-tienden der vrouwen aarzelen geen oogenblik: haar groenten, haar aardappels, haar fruit, haar bloemen en ook haar visch op de markt te koopen. Maar haar boter-en kaas lialen zij bij den melkboer, en haar vleesch biji den slagerVraag mij met naar het waarom van deze onderscheiding, het is nu eenmaal zoo. Voor het vleesch heeft men vier soorten van winkels: ten eerste den gewonen slager („le boucher",) die echter alleen rundvleesch, kalfsvleesch en schapevleesch verkoopt: ten tweede den varkensslager („charcutier'ten derde den paardenSlager („boucher de che- val") het gebruik van paardenyleesch is hier in de volksklassen zeer verbreid 5 en ten vierde den winkel waar men verkoopt het- geen in Holland meestal wordt weggegooid: lever, maag, hart, ingewanden, uiers, herse- nen,. poo ten, koppen, staarten, tongen enz, enz. (utripier"). Daarvan bereiden de Fran- sche koks en keuken-prinsessen gerechten, welke vaak zeer smakelijk zijn, ja, door de fijnproevers worden gezocht boven alle ande- re. Hoe het1 zij, aan de handwagens op de markt zoo min als in den winkel kent men u bij name. Men kent u hoogstens van uiterhjk; doch men weet amper in welke straat ge woont, ook al zijt ge1 een klant al sinds tien aren. Dus is er van crediet-geven geen spra- ce. Stelregel is hier: „boter bij de vischof- :ewel: „geen geld geen Zwitsersen de huis- moeder die, wanneer ze haar inkoopen voor den dag gaat doen, haar portemonnaie ver- geet, zal inoeite hebben niet met een leege mand (of net, de meesten nemen een net mee) ithuis te Icomen. Alls men haiar heel good' bant zal men haar hier en daar voor 24 uren beren. Dtit 'is allies, en zij zal nog liever naar huis terugkeeren en haar portemonnaie halen, dan erorn te vragen. Wie geen geld heeft eet dus met. Het is ab- soluut oinjmogelijk om boven zijn xniddelen te leven en schuil-den- te maken op den hoek. Dim is natuurlijk voor een- samenilevdng een groat voordeel, hoewel ook dit heilzame 'beginsel niet -gebed zonder slechte gevdlgem is. Het feit, dat men op de raiarkt nilets zonder geld kan krijgen, heeft namelij'k al menige Parij- sche vrouw, die niet all te best rekenen fcon, op verkeerde wegen gebracht. En er is nog wait amdens. Kent men hver niet het slagersboekje, het kruideniersboekje en al die andere boekjes die in 'Holland menu- ge stoep of vestibule op den eersten dag der maandl doen gelijken op een betaalbureau, n andere vorm van crediet tiert in Frankrijk veeffl weliger dan bij ons: het koopen op af-be- taling. Dat weet hier,: „a-cheter a condition of maar famil-iaarweg,,1'aboonement" In bijna elk gnoot magazijn kunt ge, mits ge een fatsoenlijk gezteht, eed tno-uwboekje, een getuigschrift van uw congierge of eenige an dere zeer oppervlakkige waarhorg biedlt, een boa van bijvoorbeeld 100 francs 'krijgen voor 25 francs en verder 5 francs per maand En met diien bon kunt ge dan in d'at magazijn koopen en bestellen alsof het bankpapier was. Van dat soort crediet wondt gebrurk ge- maa'kt niet alleen in arbeidersklassen, do'ch ook in de gegoede en zelfs zeer gegoede stan- den. De een gebrui'kt het om zich een eetser- vies, beddegoed', een naaknatihime of dergelijk aan te schaffen; een ander koopt op die ma imer zijn piano, zijn auto en zelfs... zijn huis. K'teeren en boeken, Panama-loten en aufhentieke schilderijen van erkende meesters, alles kan men in Parijs op afbetaling krij!gen cn er zijn mahr weinig Franschen die niet ten minste een dergelijke regelitig hebben .loopen. la, ik ken er bij. wie vier, vijf, zes verschillen- de kantoren op gezette dagen van de^ week of van de maand de verschuldigde tennijnen van het .abonnement" komen incasseerein. Het is natuurlijk altijd een bedenkelijk pro- rede: reeds bij voorbaat te beschikken over "Id dat men nog verdienen moet en om deze i'odien is (althans voor den niet-handelsman voor den handelsman is het iets andiens, daar hij zelf zich gedwongen ziet crediet te verlee- nen), alle crediet in beginsel uit den booze Niet alleen dat het niet immer zoo zeker is, als het wel schijnt, dat het geld binnenkomt; ook is meestal reeds voor't binnenkomt het IP2S. I plezier ervan at, en verliest aldus het loon, em groot deel van zijn attractie Maar is men over dit prindpieel bezwaar eenmaal heenga- j stapt, dan .dient erkend: dat het koopen op af- j bcialip.g een minder verwerpelijke vonn van credietnemen is 'dan het maandboekje bij dlen leverancier van cetwaren. Hiet is een manier van kapitaliseeren, een vorm zelfs van sipa- ren, alleen met dit verschildat men reeds te- voren over het terzijde gelegde bodrag be- 1 schikt eu dat men zich bij voorbaat tot het ge- regeld terzijde leggen eivan verbonden heeft,:, En ia dit voor zwakke karakters dgeolijk niet een voordeel Ziende welk een vlucht dit op afbetaling koopen nam, heeft ten scherpzinnig en op winst bedacht man eenige jaren geleden een pradvt-idee gehad en de kiem gdegd tot iets wat thans een bloeiende onderneming is met vde millioenen aan kapitaal. Die man, die een klein fortuintje bezat, dat liij: vruchtbaar wilde I belegged, bezocht de eigenaars van versdiii- lende magazijnen op uiteenloopend gebied en boon liun aan om honderden en 'ater wellicht duizeiidlen ttieuwe klanten tn koopers bij hen to brengen, indieu zij hem slechtS een zeer be- j scheiden commissie van 10 pet toekendeh op elk bedrag dat zijn klanten biji hen zouden besteden. Het voorstel vid in goede aarde en het duurde niet lang of hij had een lijst van winkeliers en fabrikanten, ja, van tandartsen, geneeshceren en advocator, die een dergelijke overeenikomst met hem hadd'en afgesioten. I N'og een andere conditic kwam er bij, maar een die niet het minste risico opleverde: d<v winkeliers, fabrikanten, tandantsen enz, moes- ten van de klanten in betaling aannemep een bon (accept), geteekend door hern, den bedfcn- j ker van deze combinatie. Daar deze bons.ech- ter onmidddlijk konden worden ingewissdd tegcL die voile waarde aan geld, maakte hier- J tegen niemand bezwaar. Nu begon de man te werken. Hij maakte be- i kend, dat ieder huisvader, die in zijn eigen I meubeltjes zat, bij hem een bon kon krijgen op crediet, zonder voor idt crediet ook maar j de minste rente of andere vergoeding te be- j talen; en dat deze bons geldig waren in een duizendtal magazijnen der staid. Iemand die voor 1000 francs inkoopen had' te doen, nam een bon tot d'lt bedrag, stontte hierop dadeiijk 350 francs en verder 65 francs tien maanden aehtereen, en kon dan met dien bon, als was het geld, terecht ih elk der aangewezen za- ken, fabriektn en kantoren. Het publiek deed dit liever dan op afbeta ling te koopen. Het kwam op hetzolfde neer; doch in de magazijnen op- afbetaling kreeg men altijd den- indruk terecht of ten on- rechte dat de prijzen hooger waren. dan er gens anders- Met dat nieuw soort bons staple men een grooten bazar binnen, waar, alle ar tikelen waren geprijsd volgens den maatstaf van contante betaling. Men behoefde niet eens te zeggen, dat men cen bon had: men betaalde oenvoudig enmee zoodra het op betalen aan- kwam, aan de kas of bij de bezorgtng aan huis. Zoo hadden d'e bons van „La Seineuse" (dat was de naam van het mieuwe kantoar) al spoediig een ongehoord succes. En de man van „La Semeuse" verdien- d'e geld als water.- Want overall kon hijl kapi taal vinden, d'at hem' 6 of 8 pet. per jaar fcost- te, en dc magazijnen b-etaa'lden hem met graagte 10 pet. op zijn bons, terwijl hij een derde van het bedrag reeds *bij de inschrijiving van den klant getoucheerd had1 en die rest bihnen kwam gemiddeld in tien' maanden-. Hij maakte dus, op een volkomen wettiige wijze, een ware woekerrente van het uitgdeende geld, een- woekerrente, welke niet door de geldopnemers, doch door de bevoorrechte ma gazijnen betaald werd. Voor elfcen bon van 1000 francs dien hij' afgaf ontying hij reeds omiddellijfc 350 francs van d'en klant, bene- vens 100 francs van- den winkelier, en verder betaalde de klant 650 frs. in tien- maiandelijk- sche stortingen. Feitalijk kwam het er dus op neer, dat hij1 100 frcs. rente maakte (on reed3 bij voorbaat betaalde rente, die hij dadelijk weer kon' gaan uitzetten) voor een bedrag van 650 frcs. geleend- voor tien maanden. Dait is ongeveer lSVa pet. per jaar. Half Parijs heeft thans een abonmemetit loo pen bij dieze inrichting. Het is zoo gemakke- lljik en zoo verleidelijk. En wanneer men iets hebben wil waarvoor men het geld ialp sparen moet: een jachthond of een motorfiets, een gramofo'on of een villa, een valsch gebit ofeen echtecheidittg (want ook dit laatste komt voor), dan neemt men zijn toevlucht tot „La Semeuse" en k-oop-t het begeerde reeds nu dadelijk in plaafe Van te wachtai, terwijl het toch geen centime duurder kost. Dat is de vorm waarin men te Parijs koopt „op de beer". LEO FAUST. schuilt, weer als vroeger, fn klelne staten j ken om hun instrumenten in orde te houden uiteenvallen en te gronde gaan? dat allemaal kost enorm veel geld. Met ontzetting constateeren we, dat iedere i Deze vrije beroepen van de „intellectuee- goede bedoeling, iedere moedige aanloop ons len", van.de gestuaeerden zijn er het ergst tot schande wordt, tegen de harde rotsen van j aan toe. Het is onnoodig te zeggen, dat on- demonische machten te pletter slaai Het be- j der hen de kunstenaars het bij zonder hard te sluit tot opheffing van het lijdelijik yerzet in j verantwoorden hebben. Toen ik onlangs in het Ruhrgebied, zou de knoop van de moei- Italie was, ontmoette ik vier jonge menschen, lijkheden doorhakken. Dat moest tocht dacht twee jongelui en twee meisjes, die met rug- men, leiden tot een verbetering, een opklaring I zakken door het land trokken, om hun brood van den toestand. Maar wat is er in werke- i te verdienhet waren kunstenaars, leerlingen lijkheid het gevolg van? Een nieuwe, grooter, J van de Berlijnsche academic. Twee schil- dreigender chaos dan ooit te voren. deressen, een schilder en een beeldhouwer. Ze Het schijnt, alsof ons bij alles, wat we on- boden in de groote hotels aan het Garda- dernemen, een stem toeroept„Vergeefs!" limeer hun aquarellen en teekeningen te .koop Tengevolge hiervan verkeert de bevolking in ban, ontwierpen snel-portretten of knipten een gemoedstoestaofl, somberder dan in de dagen van de militaire ineenstprting en van de revolutie in den herfst van 1918 het geval was. Men gelooft 4a* cca donkere gestalte met een vlammend zwaard boven Berlijn zweeft. Gemakzuchtige menschen, die zoo- veel wereldgeschiedenis niet verteren kunnen, silhouetten naar het gelaat van een gast, die tie kunstvriendelijk gezind is. Op de terug- teis van Italie kwam ik over Weimar en ver- Inam, dat eenige leerlingen van de aldaar ge- kestigde kunsfschool denzelfden weg over de Alpen genomen hadden en hetzelfde doel be- toogden. In Berlijn tenslotte hoor ik van een geven er de voorkeur aan, de hoofdstad te kleinen troep jonge tooneelspelers, die beslo- verliaten, De Weensche hotels zijn vol weige- stelde gasten uit Berlijn en uit Miinchen. Vermaak kunnen deze beide steden haar be- zoekers ook niet meer bieden. De metamorfose, die zich de laatste twee maanden aan het Berlijnsche leven voltrok- ken heeft, wordt getypeerd door het feit, dat de Russen, die zich hier bij honderdduizenden ten hebben op bezelfde wijze de wijde we- teld in te trekken. Zij alien vreezen, dat er in Duitschland in de naatste toekomst niet veel voor een kunstenaar te halen zal zijn. Ze zijn '•bereid alle werkzaamheden te verrichten, die beloond worden. Willen, als het moet, schoe- kien poetsen, en zich op zee als steward ver- (huren en ook, als er zich een goede gele- gevestigd hadden en die een stad in de stad j £enheid voordoet comedie spelen vormden, Berlijn beginnen te verlateu. Ze dachten hier te bekomen, toen het verblijf in hun vaderland hun onverdragelijk geworden was. Thans echter, nu het in Duitschland nauwelijks beter is dan in Rusland, biedt Berlijn hun geen bekoring meer en ze wen- den hun blikken verder naar het Westen. Spoedig zal Parijs een dergelijke Russen- Zoo ontstaat een nieuw type: de Duitsche kunstenaar, die door het land trekt om zijn cbrood te verdienen en in ruil voor kleine ar- j tistieke prestaties de milddadigheid inroept. Plotseling openbaart zich ook een noodtoe- I stand onder de musici. Zelfs in Berlijn zijn j het groote en beroemde Philharmonische Or- thest en het Bluthner-orkest nog juistr voor invasie doormaken, zooals wij ze de laatste tie ontbinding gered; niemand kan zegnen, jaren beleefden. hoe lane deze moeite nog met succes be- Het is heel duidelijk merkbaar, in de stra- 1 kroond kan worden. Maar in kleinere steden ten van West-Berlijn, waar men een langen j 'kunnen de muziekgezelschappen zich niet tijd bijna meer Russisch dan Duitsch hoorde i meer staande houden, kunn&n ze geen orkest spreken, worden de Slavische klanken veel betalen en geen concerten meer geven. Dat zeldzamer gehoord. I •werkt natuurlijk op de positie der musici, der „De ratten verlaten het schip" men -solisten en componisten terug. Al dteze moei- weet, wat dat beteekent. -dijkheden zijn langzamerhana ontstaan nu Het-verval van de oude levensvor'men, dat i plotseling worden ze in haar ganschen om- onafgebroken verder schrijdt, heeft een fra- j vang geopenbaard. gische gestalte aangenomen. Tot nu toe wa ren we er trotsch op, dat niettegenstaande de verschuiving en omkeering van alle verhou- dingen, teuminste de rechtspleging onaange- tast gebleven was. Dit tragische verval op de geheele linie wordt het duidelijkst uitgedrukt in de ver- mindering van het aantal geboorten in Ber lijn en in de andere Duit'scne steden. In het afgeloopen kwartaal zijn in 46 groote steden De Duitsche rechters, die onbewogen door nog slechts 66.000 levend gcbo«enen aange- '.hct lawaai om hen heen, zelfs toen in den tijd geven tegen 69.600 in het vorige en 75.000 in •van opstanden en revoluties de kogels door het overeenkomstige kwartaal in 1922. En No. 99. Een katastrophenstemming. De ratten verlaten het schip. Rechte- loosheid als gevolg van de duurt. Advocaten en artsen. Rondtrekken- de kunstenaars. De nood der musi ci. De onvernietigbare Berlijners. Berlijn, begin October. Katastrophen-stemming onder het tee- ken van, dit woord staat het leven in de Duit sche hoofdstad Iedere dag brengt nieuwe verwikkelingen. Crises met het buitenland en in het binnenland, regeeringscrisis, kanse- lierscrises, kabinetshervorming, geruchten over of zelfs pogingen tot een Putsch, voigen elkaar zonder onderbreking op. Van alle zijden drijven donkere wolken aan en flitsen bliksemstralen. Men wacht er bijna op, dat het onweer zich boven ons hoofd samentrekt en losbarst. Waarheen gaan we? Niemand weet het. Zullen we eerstdaags een rechtsche dictatuur krijgen? Of een linksche dictatuur? Of eerst de eene en dan de andere, of in omgekeerde volgorde? Dat alles verbergt de toekomst; want het is ontzettend moeilijk, de macht der verschillende politieke krachten, die elkaar in het geheim bestrijden, zuiver af te wegen. we weten niet eens, of Berlijn nog lang den naam van hoofdstad van Duitschland zal dragen. Het is onvermijdelijk: iedere Duit- scher, die niet alleen aan zijn portemonnaie en zijn persoonlijke belangen denkt, legt zich bezorgd de vraag voor, of niet onder de voortdurende schokken het staatsgebouw plotseling uit de voegen zal geraken. Zal in- derdaad dit groote land, waarin trots alle slagen van- het noodlot, ook thans nog zoo- 'veel kracht en wil tot productieven arbeid Berlijn vlogen, rustig in de zalen van de ge- •rechtshoven zaten en recht spraken, hebben recht op onze hoogste waaraeering. Dat is ■ook nu nog niet veranderd; als nauwelijks ten andere stand of groep Duitsche ambte- naren hebben de rechters het algemeene ver- trouwen behouden. Maar dc kosten van een proces zijn z66 gestegen, dat het aantal men schen, die bij hen verdediging van het recht zoeken, schrikbarend verminaerd is. De Ber lijnsche advocaten weten daarvan mee te praten. Dezen raadslieden van het publiek gaat het ellendig. Ze moeten hun kantoor- huur betalen, hun dure werkkrachten betalen, en hun wachtkamers blijven leeg. Zelfs de be- kende oude advocaten weten nauwelijks meer, hoe ze hun beroep verder moeten uitoefenen. En juist degenen. die een eereplicht er in za- gen, onbemiddelae personen rechtsbijstand te verleenen, voelen deze verandering het smar- teliikst en het zwaarst. Om enkele voorbeelden te noemen: Een pleegzuster gaf in April van dit jaar aan een groote reinigingsinrichting haar ja- pon, die een opfrissching noodig had. Zij on- derteekende daarbij een contract, dat haar japon voor 20.000 Mark verzekerd was. Nu ontvangt ze in Juli de mededeeling in ant- woord op een van haar talrijke vragen dat haar kleed helaas bij de reinigingsprocedure toevallig verbrand is en de inrichting zendt haar de vergoeding toe: 20.000 Mark! De pleegzuster schrijft aan de directie, dat ze nu met deze som, die in April tenminste nog eenige waarde-had, niets meer beginnen kan. Ze ontvangt het antwoord, dat ze toch het contract onderteekend heeft, alles is in orde en de inrichting zal haar niet meer uitbetalen. Het arme meisje gaat naar een advocaat, die haar als een welwillende beschermer van de kleinen genoemd wordt, en die ook werkelijk met de directie in briefwisseling treedt. Er verloopen eenige maanden. Nu eens is de di- recteur van de inrichting op reis, dan weer wordt er onderhandeld met de verzekerings- maatschappij, of er worden onderzoekingen naar de oorspronkelijke waarde van de japon ingesteld. Intusschen is het October geworden en 20.000 Mark beteekenen nog slechts het klein gedeelte van een Pfenning. Maar wat moet de pleegzuster beginnen? Moet zij het op een proces aansturen? Dat zou beteekenen, dat ze het gerecht en de ad vocaat, die tenslotte ook niet alles pro deo doen kan, milliarden aan voorschotten zou moeten betalen. En dat kan ze niet. Dezelfde jurist, die mij dit vertelde, deelde mij nog tal van dergelijke gevallen mede. Een ,inwoner van een kleine stad moest geopereerd 'worden, en door een slordigheid van dfen arts (in het stedelijk ziekenhuis, is een deel van een pincet in de wond achtergebleven. Ernstige complicaties waren hiervan het gevolg en de man stierf. De familie eischt schadevergoe- ding. Reeds anderhalf jaar is men met de be- handeling van deze rechtszaak bezig. Er doep zicn moeilijkheden voor, wie de schade- vergoeding zal moeten betalen. Maar de vooruitzichten voor de familie zijn gunstig. Deze moet echter het proces, dat reeds zoo- veel geld verslonden heeft, thans afbreken, omdat ze de ontzaglijk gestegen kosten niet meer betalen kan. Dat zijn geen uitzonderin- (gen, dat is helaas tegenwoordig regel. Het resultaat is: een ontzaglijke recbtson- zekerheid voor het gras der bevolking ont staat, een weerloosheid van den enkeling te- genover kapitaalkrachtige lichamen van iede- ren aard. Niet veel beter dan de recht§geleerden zijn de artsen er aan toe. Ook de artsen werden gedwongen hun honoraria aan te passen aan de daling van de mark. Maar het gevolg is, dat de patienten uitblijven. Men moet in alles besparen, daarom bespaart men ook hierin en verwaarloost liever een gezondheidsstoofnis, voor men er toe besluit, den kostbaren weg naar den dokter te kiezen. De beklagenswaar- dige 'artsen echter moeten hun groote wonin- gen met spreeD en wachtkamers onderhou- den, moeten verwarmen, moeten gas gebrui- toch geven we den moed niet verloren; de zelfde statistiek, die dit berekend heeft, stelde tegelijkertijd vast, dat de sterftecijfers in deze flaatsen verbeterd waren! Hoe eigenaardig! !oe groot is het uithoudingsvermogen van den mensch. Maar als men den Berlijner ga- deslaat, die veel meer beweging in d'e frissche lucht neemt dan vroeger, omdat hem de tram te duur geworden is, die minder rookt en minder drinkt, omdat sigaren en wijn en bier luxe artikelen geworden zijn, zegt men:, het schijnt werkelijk alsof hij gezonaer is en als of zelfs de meer bescheiden voeding hem li- chamelijk ten goede komt. Het moet wel een onvernietigbaar menschenslag zijn. Dr. MAX OSBORN. Uit onze Staatsmachine. (Nadruk verboden.) Hier en daar uit de Staatsbegrfioting 1924. Wij hebben er al op g ewezen, dat de „N o ta betreff'emde den toestand van 's Lands Fi- nancien", een belangrijk, piaar ook ingewik keld stuk is, dat maar door een zeer beperkt aantal personen gelezen, door nog minder personen bestudeerd wordt. De hoofdzaak is ten slotte.:' „staan wij voor een tekort of voor een bo tig saldo; en hoe groot is dat? D e tijd van de batige sal do's is voorloopig voorbij het tekort wordt geraamd op 110 millioen en de minister acht het veilig om te rekenen op de noodzakelijkheid om 140 mil lioen in te halen. Wij hebben vroeger al ge- zegdi, welke maatregelen hij noodig acht, althans wenschelijk en doelmatig. Het eigen- aardige is echter, dat wat in de nota wordt aangegeven als middel om het tekort te be- perken, kort daarna al weer wordt losgela- ten. En dan is er nog een bedenkelijk verschijn- sel. Wij hebben een bezuinigingscommissie, die zal trachten aan te wijzen1, hoe op de ad- ministratie bezuiniging kan worden toege- past; dti wij hebben de Algemeene Rekenka- mer, die de uitgaven toetst aan wet en begroo- ting en het recht heeft gekregen om op on- regelmatigheden en verspilling opmerkzaam te maken; maar beiden klagen herhaaldelijk er over, dat zij weinig gehoor krijgen, als zij aan een of ander departement aankloppen en soms zelfs reden hebben dm eerder aan tegen- dan aan medewerking te denken. Dat is treurig! De Minister van Financien doet aan het slot der meergenoemde nota twee mededee- lingen, die voor het groote publiek, dat we ten- wil, of verl'ichting van belasting-d'ruk te wach-ten is, wel wat teleurstellen-d zijn. Tot dekking van 30 m'llioen die nog over zou blijven als tekort, nad-at de reeds veel bespro- ken- plannen van Z.Exc. zouden zijn uitge- voerd, zou de minister zekere nader te noe men bestaande belastingen' willen wijzigen en nieuwe h-effingen invoeren-. En ten tweede deelt hij mee, dat aan verlaging van som- mige al te -dnikkende directe heffingen niet •gedacht kan worden, zoolang wij het niet gebracht hebben tot een stuiten-de begrooting. En dat kan- nog wel een paar jaartjes d-uren. Aan de reeds meermalen genoemde Nota zijn, als gewoonlijk, enkele bijlagen toege- voegd: overzichten van uitgaven en inkom- sten over reeds verloopen jaren:*-Daarbij moet natuurlijk worden opgemerkt, dat de rekening over de beide laatstverloopen jaren nog niet is vastgesteld en dat natuurlijk over 1923 niet gesproken wordt, omdat die dienst nog loopt. Wij zullen zulke overzichten zeer beperken en maar enkele jaren raadplegen. De gewo-ne ontvangsten bedroegen in 1903 rond 165^ millioen gulden, in 1913 waren ze gestegen tot ron-d 2234^ millioen en in 1922 4ot rond 63OH millioen. De gewone uitgaven bedroegen in de ge noemde jaren rond 159H millioen, 219Vj millioen en- 901 millioen. Vergelijking van -deze cijfers spreekt boek- deelen. De oorlogscrisis heeft natuurlijk aan de enorme stijging van de uitgaven heel wat Helast zich met: schuld. De staatsschulden namen toe en dus ook het bedrag der hente; in 1903 be'taalden wij aan rente reeds de niet o-naanzienlijke som van bijna 31 millioen, in 1913 was dat even boven de 32 millioen, en in 1922 was er bijna 80 millioen noodig. Nauwkeurig is niet op te geven wat elk der jaren 1914-^—1922 aan crisisuitgaven heeft geeischt, omdat menigg afrekening van een crisisinstelling, d. L. gewoonlijk vaststel- ling van het nad-eelig saldo eerst in een later jaar plaats had. Het hoogste cdjfer, 637 H millioen-, komt voor 1918. Het spreekt vanzelf, dat de middelefi ook moesten stijgen; vele middelen leden echter onder -den crisis en het gevolg moest -dus zijn, dat de belastingen- en retributien werden opged-reven. Ongelukkig waren zij toch niet in staat de uitgaven te d-ekken. In 1913 bra-chten 's Rijks -middelen 196-H millioen op en in 1922 de som van 455 H millioen. Zuiver is die vergelijking niet, omdat enkele ontvangsten- in een nieuw ingesteld staatsbe- drijf overgingen, o.a. fosterijen ^en Tele- grafie. Aan de Nota is ook een- vergelijkende staat toegevoegd van de bij de Staatsbegrooting verleende kred-ieten voor 1923 en de aange- vraagde voor 1924. Ook die vergelijking moet voorzichtig worden opgenomen. Als ze kere kredieten bij de begrooting- zijn toege- staan, worden zij vaak in den loop van het jaar gewijzigd, wat „verho-ogd" beteekent, want wetsontwerpen tot vermindering van een begroot-ingspost komen zelden voor. Dat is wel jammer, want maar al te vaak vat bij rijk en gemeente de overtuiging post, dat wat toegestaan- is, ook Qpgemaakt moet wor den. Bovendien is een vergelijking tusschen -die begrootingen voor 1923 en 1924 weinig betrouwbaar, omdat de reg-eering, dat is de minister van Financien, de begrooting voor 1924 maar vast heeft ingediend, maar wijzi- gingen ini uitzi-cht heeft gestclci. Op de gege- ven cijfers afgaande zou het blijken, dat voor 1924 een bedrag van bijna 95 millioen min der is geraamd, maar voor Onderwijs, Wa- terstaat en Arbeid- 42 H millioen meer, dus een vermmd-ering van ongeveer 52 millioen. Op grond van die zoo even gemaakte o-p- merking, dat de begrooting, zooals die is in gediend, als voorloopig moet word-en be- schouwd en de minister van Financien nog besnoeiingen wil overwegen, moeten verdere - opmerkingen over begrootingscijfers ook met 'zeker voorbehoudi worden- aanvaard. Over Hoofdstuk I der. Begrooting:Huis der Koningin valt niets bijzonders te vermel- den. Het zijn 4 a-rtikels, waarvan er 3 grond- wettelijk zijn vastgesteld; en een artikel be- treft de herstellingen aan het Koninklijk Pa- leis te Amsterdam. -Hoofdstuk II. Hooge colleges van Staat en (Kabinet der Koningin, eischt volgens de be grooting'/ 11.46, zegge rond- elf en een halve gulden minder. Het ambtenaren- en bedien- denpersoneel bij de Eerste Kamer vraagt 580 meer en dat bij de Tweede Kamer 2530 meer. Bij- de Eerste Kamer is wear waarschijnlijk een. titelbezoldiging, immers er is een hoofdeommies met 4100 en hoofd- commies met den persoonlijken titel van n-e- ferendaris met 4700. Het schijnt, dat die persoonlijke titel 600 kost. Er zijn m&r kleinigheden, die voor den oningewij-de onbegrijpelijk zijn. Zoo heeft de Eerste Kamer 1-00- meer noodig voor druk- werk, maar de Tweede Kamer 25.000 min der. De Eerste heeft 375 meer noodig voor schrijfbehoeften en bindwerk maar de Twee de kan met de vroeger toegestane som toe. Min of meer merkwaardig is de bran-dstof- fenrekening voor de Tweede Kamer: in 1922 werd uitgegeven 2197; voor 1923 was toe gestaan 4675 en voor 1924 wordt aange- vraagd 9000. Voor het kort verslag der vergaderingen van de Tweede Kamer is noodig geoordieeld 30.150 aan traktementen der ambtenaren en 70.000 voor het samenstellen en uitge- ven der verslagen. In- 1922 was deze laatste post maar 34.701.25. Het verschil wordt toegeschreven- aan- een buitengewoon reces in verband met de Kamerontbinding en aan mindere vraag naar het verslag. Er wordt nu op toeneming van het aantal abonne's- ge- rekend, maar voor 1923 was ook al 70.000 toegestaan-, zoodat de toeneming weer Is opgehouden of die in 1923 niet zoo groot is gewees-t als men verwachtte. Ook bij den Raad van- State zijn veel meer brandstoffen noodig dan vroeger: 1000 in 1923 en 2400 in 1924 en licht en water eischen ook ongeveer het dubbele. Het druk- werk steeg van 250 tot 70-0, het onider- houd en aankoop van meubelen vna 1000 op 3000. Maar er schijn-t een hoofdeom mies van 4750 uit te vallen en daarentegen eenschrijver op jaarloon van 1558.33 aan- gesteld- te worden. Het personeel bij de Algemeene Rekenka- imer wordt verminaerd met 2 referendarissen, 2 klerken, 5 schrijvers op jaarloon, mahr vermeerderd met 1 hoofdeommies; daarmee •wordt 12.616 uitgewonnen, maar voor tij- delijk personeel is 1500 meer noodig. De geheele begrooting voor dit ."lichaam is 16.216 lager dan voor 1923. De afd-eeling Kanselarij der Nederl. Or- den heeft o.a. 4-000 minder noodig voor aankoop en herstelling van decoratien, nu de gedecoreerd-en die zelf moeteti aanschaffen. Het bedrag van iets meer dan 4500, dat voor het Kabinet der Koningin minder wordt gevraagd is ih- hoofdzaak toe te schrijven aan vermindering van personeel. Merkwaar dig is het, dat er weer voor ten ambtenaar li.—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1923 | | pagina 9