Alkmaarsche Con rani
Brieven ni
Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
Zaterdflg 13 October.
ParjjscS&e Caofari&aB.
Voordam C 9. ALKMAAR,
het vervaardigen van ALLE
Drukwerken,
het plaatsen van advertentien
In alle bladen,
het levergn van alle Binnen-
en Bultenlandsche Boeken.
het leveren van abonnemen-
ten op alle Binnen en Bulten
landsche bladen.
Ne 241.
Hondsrd Vijf an iwintigsie Jaargang,
OP CREDIET.
(Van onzen Parijscken Correspondent.)
(-Nadruk verboden.)
Parijs, 1 October.
Te Parijs kent men niet het kwaad van het
crediet in den vonn van een maandboekje bij
kruidenier, groenboer en slager. De leveran j
tiers komen hier 'niet „aait de deur"men i
gaat inkoopen doen in bun winkel of op de j
niarkt, en men laat zich daarbij als men
zich die weelde veroorlooven kan vergezel-
len door een dienstmeisje. Iedere week heeft
haar eigen markt, soms overdekte bal, meest
al'eenvoudig een rij handwagens, geschaard
langs het trottoir van een straat. De vrouwen,
die daar zoo met een wagen met groenten
staan, den heelen dag van des morgens 10
tot des avonds 8, noemt men: „marchandes
des quatre saisons" (koopvrouwen der vier
jaargetijden). Zij hebben een aangewezen
standplaats, en een vergunning van den bur-
gemeester am daar te staan. Iedere koopman
of koopvrouw, die zulk een vergunning niet
bezit, wordt onherfoepelijk verjaagd, telkens
als bij of zij ergens blijft stilstaan met den
wagen. De vergunningen worderf alleen go-
geven aan wequwen, oorlogsverminkten en
anderen die 'n bijzondere aanspraak op zulk
'n bevoorrechting kunnen laten gelden. En
zij geven aanleidlng tot een levendigen ban-
del, daar degeen die de vergunning bezit
geenszins verplicht is in toogsteigen persoon
bij den wagen te staan en dus meestal dit
recht aan den meest-biedende verpacbt.
Niet alleen wagens met groenten staan
daar zoo op de markt langs de stoep. Ge vindt
er met fruit, met visch, met wild en gevogelte,
met kaas en boter en eieren, met aardappels
en schoenveters, garen en band, met bloemen,
vooral, bloemen bet heele jaar door, en ook
enkele met vleesdh, worst of conserven, hoe-
wel geen huisvrouw, die zichzelf respesteert
deze laatste artikelen aan zulk een handwa-
gen zou inslaan. Negen-tienden der vrouwen
aarzelen geen oogenblik: haar groenten, haar
aardappels, haar fruit, haar bloemen en ook
haar visch op de markt te koopen. Maar haar
boter-en kaas lialen zij bij den melkboer, en
haar vleesch biji den slagerVraag mij met
naar het waarom van deze onderscheiding,
het is nu eenmaal zoo.
Voor het vleesch heeft men vier soorten van
winkels: ten eerste den gewonen slager („le
boucher",) die echter alleen rundvleesch,
kalfsvleesch en schapevleesch verkoopt: ten
tweede den varkensslager („charcutier'ten
derde den paardenSlager („boucher de che-
val") het gebruik van paardenyleesch is
hier in de volksklassen zeer verbreid 5 en
ten vierde den winkel waar men verkoopt het-
geen in Holland meestal wordt weggegooid:
lever, maag, hart, ingewanden, uiers, herse-
nen,. poo ten, koppen, staarten, tongen enz,
enz. (utripier"). Daarvan bereiden de Fran-
sche koks en keuken-prinsessen gerechten,
welke vaak zeer smakelijk zijn, ja, door de
fijnproevers worden gezocht boven alle ande-
re.
Hoe het1 zij, aan de handwagens op de
markt zoo min als in den winkel kent men u
bij name. Men kent u hoogstens van uiterhjk;
doch men weet amper in welke straat ge
woont, ook al zijt ge1 een klant al sinds tien
aren. Dus is er van crediet-geven geen spra-
ce. Stelregel is hier: „boter bij de vischof-
:ewel: „geen geld geen Zwitsersen de huis-
moeder die, wanneer ze haar inkoopen voor
den dag gaat doen, haar portemonnaie ver-
geet, zal inoeite hebben niet met een leege
mand (of net, de meesten nemen een net
mee) ithuis te Icomen. Alls men haiar heel good'
bant zal men haar hier en daar voor 24 uren
beren. Dtit 'is allies, en zij zal nog liever naar
huis terugkeeren en haar portemonnaie halen,
dan erorn te vragen.
Wie geen geld heeft eet dus met. Het is ab-
soluut oinjmogelijk om boven zijn xniddelen te
leven en schuil-den- te maken op den hoek. Dim
is natuurlijk voor een- samenilevdng een groat
voordeel, hoewel ook dit heilzame 'beginsel
niet -gebed zonder slechte gevdlgem is. Het
feit, dat men op de raiarkt nilets zonder geld
kan krijgen, heeft namelij'k al menige Parij-
sche vrouw, die niet all te best rekenen fcon,
op verkeerde wegen gebracht.
En er is nog wait amdens. Kent men hver
niet het slagersboekje, het kruideniersboekje
en al die andere boekjes die in 'Holland menu-
ge stoep of vestibule op den eersten dag der
maandl doen gelijken op een betaalbureau, n
andere vorm van crediet tiert in Frankrijk
veeffl weliger dan bij ons: het koopen op af-be-
taling. Dat weet hier,: „a-cheter a condition
of maar famil-iaarweg,,1'aboonement"
In bijna elk gnoot magazijn kunt ge, mits ge
een fatsoenlijk gezteht, eed tno-uwboekje, een
getuigschrift van uw congierge of eenige an
dere zeer oppervlakkige waarhorg biedlt, een
boa van bijvoorbeeld 100 francs 'krijgen voor
25 francs en verder 5 francs per maand En
met diien bon kunt ge dan in d'at magazijn
koopen en bestellen alsof het bankpapier
was.
Van dat soort crediet wondt gebrurk ge-
maa'kt niet alleen in arbeidersklassen, do'ch
ook in de gegoede en zelfs zeer gegoede stan-
den. De een gebrui'kt het om zich een eetser-
vies, beddegoed', een naaknatihime of dergelijk
aan te schaffen; een ander koopt op die ma
imer zijn piano, zijn auto en zelfs... zijn huis.
K'teeren en boeken, Panama-loten en
aufhentieke schilderijen van erkende meesters,
alles kan men in Parijs op afbetaling krij!gen
cn er zijn mahr weinig Franschen die niet ten
minste een dergelijke regelitig hebben .loopen.
la, ik ken er bij. wie vier, vijf, zes verschillen-
de kantoren op gezette dagen van de^ week of
van de maand de verschuldigde tennijnen van
het .abonnement" komen incasseerein.
Het is natuurlijk altijd een bedenkelijk pro-
rede: reeds bij voorbaat te beschikken over
"Id dat men nog verdienen moet en om deze
i'odien is (althans voor den niet-handelsman
voor den handelsman is het iets andiens, daar
hij zelf zich gedwongen ziet crediet te verlee-
nen), alle crediet in beginsel uit den booze
Niet alleen dat het niet immer zoo zeker is,
als het wel schijnt, dat het geld binnenkomt;
ook is meestal reeds voor't binnenkomt het
IP2S. I plezier ervan at, en verliest aldus het loon, em
groot deel van zijn attractie Maar is men
over dit prindpieel bezwaar eenmaal heenga- j
stapt, dan .dient erkend: dat het koopen op af- j
bcialip.g een minder verwerpelijke vonn van
credietnemen is 'dan het maandboekje bij dlen
leverancier van cetwaren. Hiet is een manier
van kapitaliseeren, een vorm zelfs van sipa-
ren, alleen met dit verschildat men reeds te-
voren over het terzijde gelegde bodrag be- 1
schikt eu dat men zich bij voorbaat tot het ge-
regeld terzijde leggen eivan verbonden heeft,:,
En ia dit voor zwakke karakters dgeolijk niet
een voordeel
Ziende welk een vlucht dit op afbetaling
koopen nam, heeft ten scherpzinnig en op
winst bedacht man eenige jaren geleden een
pradvt-idee gehad en de kiem gdegd tot iets
wat thans een bloeiende onderneming is met
vde millioenen aan kapitaal. Die man, die een
klein fortuintje bezat, dat liij: vruchtbaar wilde I
belegged, bezocht de eigenaars van versdiii-
lende magazijnen op uiteenloopend gebied en
boon liun aan om honderden en 'ater wellicht
duizeiidlen ttieuwe klanten tn koopers bij hen
to brengen, indieu zij hem slechtS een zeer be- j
scheiden commissie van 10 pet toekendeh op
elk bedrag dat zijn klanten biji hen zouden
besteden. Het voorstel vid in goede aarde en
het duurde niet lang of hij had een lijst van
winkeliers en fabrikanten, ja, van tandartsen,
geneeshceren en advocator, die een dergelijke
overeenikomst met hem hadd'en afgesioten. I
N'og een andere conditic kwam er bij, maar
een die niet het minste risico opleverde: d<v
winkeliers, fabrikanten, tandantsen enz, moes-
ten van de klanten in betaling aannemep een
bon (accept), geteekend door hern, den bedfcn- j
ker van deze combinatie. Daar deze bons.ech-
ter onmidddlijk konden worden ingewissdd
tegcL die voile waarde aan geld, maakte hier- J
tegen niemand bezwaar.
Nu begon de man te werken. Hij maakte be- i
kend, dat ieder huisvader, die in zijn eigen I
meubeltjes zat, bij hem een bon kon krijgen
op crediet, zonder voor idt crediet ook maar j
de minste rente of andere vergoeding te be- j
talen; en dat deze bons geldig waren in een
duizendtal magazijnen der staid. Iemand die
voor 1000 francs inkoopen had' te doen, nam
een bon tot d'lt bedrag, stontte hierop dadeiijk
350 francs en verder 65 francs tien maanden
aehtereen, en kon dan met dien bon, als was
het geld, terecht ih elk der aangewezen za-
ken, fabriektn en kantoren.
Het publiek deed dit liever dan op afbeta
ling te koopen. Het kwam op hetzolfde neer;
doch in de magazijnen op- afbetaling kreeg
men altijd den- indruk terecht of ten on-
rechte dat de prijzen hooger waren. dan er
gens anders- Met dat nieuw soort bons staple
men een grooten bazar binnen, waar, alle ar
tikelen waren geprijsd volgens den maatstaf
van contante betaling. Men behoefde niet eens
te zeggen, dat men cen bon had: men betaalde
oenvoudig enmee zoodra het op betalen aan-
kwam, aan de kas of bij de bezorgtng aan
huis. Zoo hadden d'e bons van „La Seineuse"
(dat was de naam van het mieuwe kantoar) al
spoediig een ongehoord succes.
En de man van „La Semeuse" verdien-
d'e geld als water.- Want overall kon hijl kapi
taal vinden, d'at hem' 6 of 8 pet. per jaar fcost-
te, en dc magazijnen b-etaa'lden hem met
graagte 10 pet. op zijn bons, terwijl hij een
derde van het bedrag reeds *bij de inschrijiving
van den klant getoucheerd had1 en die rest
bihnen kwam gemiddeld in tien' maanden-. Hij
maakte dus, op een volkomen wettiige wijze,
een ware woekerrente van het uitgdeende
geld, een- woekerrente, welke niet door de
geldopnemers, doch door de bevoorrechte ma
gazijnen betaald werd. Voor elfcen bon van
1000 francs dien hij' afgaf ontying hij reeds
omiddellijfc 350 francs van d'en klant, bene-
vens 100 francs van- den winkelier, en verder
betaalde de klant 650 frs. in tien- maiandelijk-
sche stortingen. Feitalijk kwam het er dus op
neer, dat hij1 100 frcs. rente maakte (on reed3
bij voorbaat betaalde rente, die hij dadelijk
weer kon' gaan uitzetten) voor een bedrag van
650 frcs. geleend- voor tien maanden. Dait is
ongeveer lSVa pet. per jaar.
Half Parijs heeft thans een abonmemetit loo
pen bij dieze inrichting. Het is zoo gemakke-
lljik en zoo verleidelijk. En wanneer men iets
hebben wil waarvoor men het geld ialp
sparen moet: een jachthond of een motorfiets,
een gramofo'on of een villa, een valsch gebit
ofeen echtecheidittg (want ook dit laatste
komt voor), dan neemt men zijn toevlucht tot
„La Semeuse" en k-oop-t het begeerde reeds nu
dadelijk in plaafe Van te wachtai, terwijl het
toch geen centime duurder kost. Dat is de
vorm waarin men te Parijs koopt „op de
beer".
LEO FAUST.
schuilt, weer als vroeger, fn klelne staten j ken om hun instrumenten in orde te houden
uiteenvallen en te gronde gaan? dat allemaal kost enorm veel geld.
Met ontzetting constateeren we, dat iedere i Deze vrije beroepen van de „intellectuee-
goede bedoeling, iedere moedige aanloop ons len", van.de gestuaeerden zijn er het ergst
tot schande wordt, tegen de harde rotsen van j aan toe. Het is onnoodig te zeggen, dat on-
demonische machten te pletter slaai Het be- j der hen de kunstenaars het bij zonder hard te
sluit tot opheffing van het lijdelijik yerzet in j verantwoorden hebben. Toen ik onlangs in
het Ruhrgebied, zou de knoop van de moei- Italie was, ontmoette ik vier jonge menschen,
lijkheden doorhakken. Dat moest tocht dacht twee jongelui en twee meisjes, die met rug-
men, leiden tot een verbetering, een opklaring I zakken door het land trokken, om hun brood
van den toestand. Maar wat is er in werke- i te verdienhet waren kunstenaars, leerlingen
lijkheid het gevolg van? Een nieuwe, grooter, J van de Berlijnsche academic. Twee schil-
dreigender chaos dan ooit te voren. deressen, een schilder en een beeldhouwer. Ze
Het schijnt, alsof ons bij alles, wat we on- boden in de groote hotels aan het Garda-
dernemen, een stem toeroept„Vergeefs!" limeer hun aquarellen en teekeningen te .koop
Tengevolge hiervan verkeert de bevolking in ban, ontwierpen snel-portretten of knipten
een gemoedstoestaofl, somberder dan in de
dagen van de militaire ineenstprting en van
de revolutie in den herfst van 1918 het geval
was. Men gelooft 4a* cca donkere gestalte
met een vlammend zwaard boven Berlijn
zweeft. Gemakzuchtige menschen, die zoo-
veel wereldgeschiedenis niet verteren kunnen,
silhouetten naar het gelaat van een gast, die
tie kunstvriendelijk gezind is. Op de terug-
teis van Italie kwam ik over Weimar en ver-
Inam, dat eenige leerlingen van de aldaar ge-
kestigde kunsfschool denzelfden weg over de
Alpen genomen hadden en hetzelfde doel be-
toogden. In Berlijn tenslotte hoor ik van een
geven er de voorkeur aan, de hoofdstad te kleinen troep jonge tooneelspelers, die beslo-
verliaten, De Weensche hotels zijn vol weige-
stelde gasten uit Berlijn en uit Miinchen.
Vermaak kunnen deze beide steden haar be-
zoekers ook niet meer bieden.
De metamorfose, die zich de laatste twee
maanden aan het Berlijnsche leven voltrok-
ken heeft, wordt getypeerd door het feit, dat
de Russen, die zich hier bij honderdduizenden
ten hebben op bezelfde wijze de wijde we-
teld in te trekken. Zij alien vreezen, dat er in
Duitschland in de naatste toekomst niet veel
voor een kunstenaar te halen zal zijn. Ze zijn
'•bereid alle werkzaamheden te verrichten, die
beloond worden. Willen, als het moet, schoe-
kien poetsen, en zich op zee als steward ver-
(huren en ook, als er zich een goede gele-
gevestigd hadden en die een stad in de stad j £enheid voordoet comedie spelen
vormden, Berlijn beginnen te verlateu. Ze
dachten hier te bekomen, toen het verblijf in
hun vaderland hun onverdragelijk geworden
was. Thans echter, nu het in Duitschland
nauwelijks beter is dan in Rusland, biedt
Berlijn hun geen bekoring meer en ze wen-
den hun blikken verder naar het Westen.
Spoedig zal Parijs een dergelijke Russen-
Zoo ontstaat een nieuw type: de Duitsche
kunstenaar, die door het land trekt om zijn
cbrood te verdienen en in ruil voor kleine ar-
j tistieke prestaties de milddadigheid inroept.
Plotseling openbaart zich ook een noodtoe-
I stand onder de musici. Zelfs in Berlijn zijn
j het groote en beroemde Philharmonische Or-
thest en het Bluthner-orkest nog juistr voor
invasie doormaken, zooals wij ze de laatste tie ontbinding gered; niemand kan zegnen,
jaren beleefden. hoe lane deze moeite nog met succes be-
Het is heel duidelijk merkbaar, in de stra- 1 kroond kan worden. Maar in kleinere steden
ten van West-Berlijn, waar men een langen j 'kunnen de muziekgezelschappen zich niet
tijd bijna meer Russisch dan Duitsch hoorde i meer staande houden, kunn&n ze geen orkest
spreken, worden de Slavische klanken veel betalen en geen concerten meer geven. Dat
zeldzamer gehoord. I •werkt natuurlijk op de positie der musici, der
„De ratten verlaten het schip" men -solisten en componisten terug. Al dteze moei-
weet, wat dat beteekent. -dijkheden zijn langzamerhana ontstaan nu
Het-verval van de oude levensvor'men, dat i plotseling worden ze in haar ganschen om-
onafgebroken verder schrijdt, heeft een fra- j vang geopenbaard.
gische gestalte aangenomen. Tot nu toe wa
ren we er trotsch op, dat niettegenstaande de
verschuiving en omkeering van alle verhou-
dingen, teuminste de rechtspleging onaange-
tast gebleven was.
Dit tragische verval op de geheele linie
wordt het duidelijkst uitgedrukt in de ver-
mindering van het aantal geboorten in Ber
lijn en in de andere Duit'scne steden. In het
afgeloopen kwartaal zijn in 46 groote steden
De Duitsche rechters, die onbewogen door nog slechts 66.000 levend gcbo«enen aange-
'.hct lawaai om hen heen, zelfs toen in den tijd geven tegen 69.600 in het vorige en 75.000 in
•van opstanden en revoluties de kogels door het overeenkomstige kwartaal in 1922. En
No. 99.
Een katastrophenstemming. De
ratten verlaten het schip. Rechte-
loosheid als gevolg van de duurt.
Advocaten en artsen. Rondtrekken-
de kunstenaars. De nood der musi
ci. De onvernietigbare Berlijners.
Berlijn, begin October.
Katastrophen-stemming onder het tee-
ken van, dit woord staat het leven in de Duit
sche hoofdstad Iedere dag brengt nieuwe
verwikkelingen. Crises met het buitenland en
in het binnenland, regeeringscrisis, kanse-
lierscrises, kabinetshervorming, geruchten
over of zelfs pogingen tot een Putsch, voigen
elkaar zonder onderbreking op.
Van alle zijden drijven donkere wolken
aan en flitsen bliksemstralen. Men wacht er
bijna op, dat het onweer zich boven ons hoofd
samentrekt en losbarst.
Waarheen gaan we? Niemand weet het.
Zullen we eerstdaags een rechtsche dictatuur
krijgen? Of een linksche dictatuur? Of eerst
de eene en dan de andere, of in omgekeerde
volgorde? Dat alles verbergt de toekomst;
want het is ontzettend moeilijk, de macht der
verschillende politieke krachten, die elkaar in
het geheim bestrijden, zuiver af te wegen.
we weten niet eens, of Berlijn nog lang
den naam van hoofdstad van Duitschland zal
dragen. Het is onvermijdelijk: iedere Duit-
scher, die niet alleen aan zijn portemonnaie
en zijn persoonlijke belangen denkt, legt zich
bezorgd de vraag voor, of niet onder de
voortdurende schokken het staatsgebouw
plotseling uit de voegen zal geraken. Zal in-
derdaad dit groote land, waarin trots alle
slagen van- het noodlot, ook thans nog zoo-
'veel kracht en wil tot productieven arbeid
Berlijn vlogen, rustig in de zalen van de ge-
•rechtshoven zaten en recht spraken, hebben
recht op onze hoogste waaraeering. Dat is
■ook nu nog niet veranderd; als nauwelijks
ten andere stand of groep Duitsche ambte-
naren hebben de rechters het algemeene ver-
trouwen behouden. Maar dc kosten van een
proces zijn z66 gestegen, dat het aantal men
schen, die bij hen verdediging van het recht
zoeken, schrikbarend verminaerd is. De Ber
lijnsche advocaten weten daarvan mee te
praten. Dezen raadslieden van het publiek
gaat het ellendig. Ze moeten hun kantoor-
huur betalen, hun dure werkkrachten betalen,
en hun wachtkamers blijven leeg. Zelfs de be-
kende oude advocaten weten nauwelijks meer,
hoe ze hun beroep verder moeten uitoefenen.
En juist degenen. die een eereplicht er in za-
gen, onbemiddelae personen rechtsbijstand te
verleenen, voelen deze verandering het smar-
teliikst en het zwaarst.
Om enkele voorbeelden te noemen:
Een pleegzuster gaf in April van dit jaar
aan een groote reinigingsinrichting haar ja-
pon, die een opfrissching noodig had. Zij on-
derteekende daarbij een contract, dat haar
japon voor 20.000 Mark verzekerd was. Nu
ontvangt ze in Juli de mededeeling in ant-
woord op een van haar talrijke vragen dat
haar kleed helaas bij de reinigingsprocedure
toevallig verbrand is en de inrichting zendt
haar de vergoeding toe: 20.000 Mark! De
pleegzuster schrijft aan de directie, dat ze nu
met deze som, die in April tenminste nog
eenige waarde-had, niets meer beginnen kan.
Ze ontvangt het antwoord, dat ze toch het
contract onderteekend heeft, alles is in orde
en de inrichting zal haar niet meer uitbetalen.
Het arme meisje gaat naar een advocaat, die
haar als een welwillende beschermer van de
kleinen genoemd wordt, en die ook werkelijk
met de directie in briefwisseling treedt. Er
verloopen eenige maanden. Nu eens is de di-
recteur van de inrichting op reis, dan weer
wordt er onderhandeld met de verzekerings-
maatschappij, of er worden onderzoekingen
naar de oorspronkelijke waarde van de japon
ingesteld. Intusschen is het October geworden
en 20.000 Mark beteekenen nog slechts het
klein gedeelte van een Pfenning.
Maar wat moet de pleegzuster beginnen?
Moet zij het op een proces aansturen? Dat
zou beteekenen, dat ze het gerecht en de ad
vocaat, die tenslotte ook niet alles pro deo
doen kan, milliarden aan voorschotten zou
moeten betalen. En dat kan ze niet.
Dezelfde jurist, die mij dit vertelde, deelde
mij nog tal van dergelijke gevallen mede. Een
,inwoner van een kleine stad moest geopereerd
'worden, en door een slordigheid van dfen arts
(in het stedelijk ziekenhuis, is een deel van een
pincet in de wond achtergebleven. Ernstige
complicaties waren hiervan het gevolg en de
man stierf. De familie eischt schadevergoe-
ding. Reeds anderhalf jaar is men met de be-
handeling van deze rechtszaak bezig. Er
doep zicn moeilijkheden voor, wie de schade-
vergoeding zal moeten betalen. Maar de
vooruitzichten voor de familie zijn gunstig.
Deze moet echter het proces, dat reeds zoo-
veel geld verslonden heeft, thans afbreken,
omdat ze de ontzaglijk gestegen kosten niet
meer betalen kan. Dat zijn geen uitzonderin-
(gen, dat is helaas tegenwoordig regel.
Het resultaat is: een ontzaglijke recbtson-
zekerheid voor het gras der bevolking ont
staat, een weerloosheid van den enkeling te-
genover kapitaalkrachtige lichamen van iede-
ren aard.
Niet veel beter dan de recht§geleerden zijn
de artsen er aan toe. Ook de artsen werden
gedwongen hun honoraria aan te passen aan
de daling van de mark. Maar het gevolg is,
dat de patienten uitblijven. Men moet in alles
besparen, daarom bespaart men ook hierin en
verwaarloost liever een gezondheidsstoofnis,
voor men er toe besluit, den kostbaren weg
naar den dokter te kiezen. De beklagenswaar-
dige 'artsen echter moeten hun groote wonin-
gen met spreeD en wachtkamers onderhou-
den, moeten verwarmen, moeten gas gebrui-
toch geven we den moed niet verloren; de
zelfde statistiek, die dit berekend heeft, stelde
tegelijkertijd vast, dat de sterftecijfers in deze
flaatsen verbeterd waren! Hoe eigenaardig!
!oe groot is het uithoudingsvermogen van
den mensch. Maar als men den Berlijner ga-
deslaat, die veel meer beweging in d'e frissche
lucht neemt dan vroeger, omdat hem de tram
te duur geworden is, die minder rookt en
minder drinkt, omdat sigaren en wijn en bier
luxe artikelen geworden zijn, zegt men:, het
schijnt werkelijk alsof hij gezonaer is en als
of zelfs de meer bescheiden voeding hem li-
chamelijk ten goede komt. Het moet wel een
onvernietigbaar menschenslag zijn.
Dr. MAX OSBORN.
Uit onze Staatsmachine.
(Nadruk verboden.)
Hier en daar uit de Staatsbegrfioting 1924.
Wij hebben er al op g ewezen, dat de „N o ta
betreff'emde den toestand van 's Lands Fi-
nancien", een belangrijk, piaar ook ingewik
keld stuk is, dat maar door een zeer beperkt
aantal personen gelezen, door nog minder
personen bestudeerd wordt. De hoofdzaak is
ten slotte.:' „staan wij voor een tekort of voor
een bo tig saldo; en hoe groot is dat?
D e tijd van de batige sal do's is voorloopig
voorbij het tekort wordt geraamd op 110
millioen en de minister acht het veilig om te
rekenen op de noodzakelijkheid om 140 mil
lioen in te halen. Wij hebben vroeger al ge-
zegdi, welke maatregelen hij noodig acht,
althans wenschelijk en doelmatig. Het eigen-
aardige is echter, dat wat in de nota wordt
aangegeven als middel om het tekort te be-
perken, kort daarna al weer wordt losgela-
ten.
En dan is er nog een bedenkelijk verschijn-
sel. Wij hebben een bezuinigingscommissie,
die zal trachten aan te wijzen1, hoe op de ad-
ministratie bezuiniging kan worden toege-
past; dti wij hebben de Algemeene Rekenka-
mer, die de uitgaven toetst aan wet en begroo-
ting en het recht heeft gekregen om op on-
regelmatigheden en verspilling opmerkzaam
te maken; maar beiden klagen herhaaldelijk
er over, dat zij weinig gehoor krijgen, als
zij aan een of ander departement aankloppen
en soms zelfs reden hebben dm eerder aan
tegen- dan aan medewerking te denken. Dat
is treurig!
De Minister van Financien doet aan het
slot der meergenoemde nota twee mededee-
lingen, die voor het groote publiek, dat we
ten- wil, of verl'ichting van belasting-d'ruk te
wach-ten is, wel wat teleurstellen-d zijn. Tot
dekking van 30 m'llioen die nog over zou
blijven als tekort, nad-at de reeds veel bespro-
ken- plannen van Z.Exc. zouden zijn uitge-
voerd, zou de minister zekere nader te noe
men bestaande belastingen' willen wijzigen
en nieuwe h-effingen invoeren-. En ten tweede
deelt hij mee, dat aan verlaging van som-
mige al te -dnikkende directe heffingen niet
•gedacht kan worden, zoolang wij het niet
gebracht hebben tot een stuiten-de begrooting.
En dat kan- nog wel een paar jaartjes d-uren.
Aan de reeds meermalen genoemde Nota
zijn, als gewoonlijk, enkele bijlagen toege-
voegd: overzichten van uitgaven en inkom-
sten over reeds verloopen jaren:*-Daarbij
moet natuurlijk worden opgemerkt, dat de
rekening over de beide laatstverloopen jaren
nog niet is vastgesteld en dat natuurlijk over
1923 niet gesproken wordt, omdat die dienst
nog loopt. Wij zullen zulke overzichten zeer
beperken en maar enkele jaren raadplegen.
De gewo-ne ontvangsten bedroegen in
1903 rond 165^ millioen gulden, in 1913
waren ze gestegen tot ron-d 2234^ millioen
en in 1922 4ot rond 63OH millioen.
De gewone uitgaven bedroegen in de ge
noemde jaren rond 159H millioen, 219Vj
millioen en- 901 millioen.
Vergelijking van -deze cijfers spreekt boek-
deelen.
De oorlogscrisis heeft natuurlijk aan de
enorme stijging van de uitgaven heel wat
Helast zich met:
schuld. De staatsschulden namen toe en dus
ook het bedrag der hente; in 1903 be'taalden
wij aan rente reeds de niet o-naanzienlijke
som van bijna 31 millioen, in 1913 was dat
even boven de 32 millioen, en in 1922 was er
bijna 80 millioen noodig.
Nauwkeurig is niet op te geven wat elk
der jaren 1914-^—1922 aan crisisuitgaven
heeft geeischt, omdat menigg afrekening van
een crisisinstelling, d. L. gewoonlijk vaststel-
ling van het nad-eelig saldo eerst in een later
jaar plaats had. Het hoogste cdjfer, 637 H
millioen-, komt voor 1918.
Het spreekt vanzelf, dat de middelefi ook
moesten stijgen; vele middelen leden echter
onder -den crisis en het gevolg moest -dus
zijn, dat de belastingen- en retributien werden
opged-reven. Ongelukkig waren zij toch niet
in staat de uitgaven te d-ekken. In 1913
bra-chten 's Rijks -middelen 196-H millioen
op en in 1922 de som van 455 H millioen.
Zuiver is die vergelijking niet, omdat enkele
ontvangsten- in een nieuw ingesteld staatsbe-
drijf overgingen, o.a. fosterijen ^en Tele-
grafie.
Aan de Nota is ook een- vergelijkende staat
toegevoegd van de bij de Staatsbegrooting
verleende kred-ieten voor 1923 en de aange-
vraagde voor 1924. Ook die vergelijking
moet voorzichtig worden opgenomen. Als ze
kere kredieten bij de begrooting- zijn toege-
staan, worden zij vaak in den loop van het
jaar gewijzigd, wat „verho-ogd" beteekent,
want wetsontwerpen tot vermindering van
een begroot-ingspost komen zelden voor. Dat
is wel jammer, want maar al te vaak vat
bij rijk en gemeente de overtuiging post, dat
wat toegestaan- is, ook Qpgemaakt moet wor
den. Bovendien is een vergelijking tusschen
-die begrootingen voor 1923 en 1924 weinig
betrouwbaar, omdat de reg-eering, dat is de
minister van Financien, de begrooting voor
1924 maar vast heeft ingediend, maar wijzi-
gingen ini uitzi-cht heeft gestclci. Op de gege-
ven cijfers afgaande zou het blijken, dat voor
1924 een bedrag van bijna 95 millioen min
der is geraamd, maar voor Onderwijs, Wa-
terstaat en Arbeid- 42 H millioen meer, dus
een vermmd-ering van ongeveer 52 millioen.
Op grond van die zoo even gemaakte o-p-
merking, dat de begrooting, zooals die is in
gediend, als voorloopig moet word-en be-
schouwd en de minister van Financien nog
besnoeiingen wil overwegen, moeten verdere -
opmerkingen over begrootingscijfers ook met
'zeker voorbehoudi worden- aanvaard.
Over Hoofdstuk I der. Begrooting:Huis
der Koningin valt niets bijzonders te vermel-
den. Het zijn 4 a-rtikels, waarvan er 3 grond-
wettelijk zijn vastgesteld; en een artikel be-
treft de herstellingen aan het Koninklijk Pa-
leis te Amsterdam.
-Hoofdstuk II. Hooge colleges van Staat en
(Kabinet der Koningin, eischt volgens de be
grooting'/ 11.46, zegge rond- elf en een halve
gulden minder. Het ambtenaren- en bedien-
denpersoneel bij de Eerste Kamer vraagt
580 meer en dat bij de Tweede Kamer
2530 meer. Bij- de Eerste Kamer is wear
waarschijnlijk een. titelbezoldiging, immers
er is een hoofdeommies met 4100 en hoofd-
commies met den persoonlijken titel van n-e-
ferendaris met 4700. Het schijnt, dat die
persoonlijke titel 600 kost.
Er zijn m&r kleinigheden, die voor den
oningewij-de onbegrijpelijk zijn. Zoo heeft de
Eerste Kamer 1-00- meer noodig voor druk-
werk, maar de Tweede Kamer 25.000 min
der. De Eerste heeft 375 meer noodig voor
schrijfbehoeften en bindwerk maar de Twee
de kan met de vroeger toegestane som toe.
Min of meer merkwaardig is de bran-dstof-
fenrekening voor de Tweede Kamer: in 1922
werd uitgegeven 2197; voor 1923 was toe
gestaan 4675 en voor 1924 wordt aange-
vraagd 9000.
Voor het kort verslag der vergaderingen
van de Tweede Kamer is noodig geoordieeld
30.150 aan traktementen der ambtenaren
en 70.000 voor het samenstellen en uitge-
ven der verslagen. In- 1922 was deze laatste
post maar 34.701.25. Het verschil wordt
toegeschreven- aan- een buitengewoon reces in
verband met de Kamerontbinding en aan
mindere vraag naar het verslag. Er wordt
nu op toeneming van het aantal abonne's- ge-
rekend, maar voor 1923 was ook al 70.000
toegestaan-, zoodat de toeneming weer Is
opgehouden of die in 1923 niet zoo groot is
gewees-t als men verwachtte.
Ook bij den Raad van- State zijn veel meer
brandstoffen noodig dan vroeger: 1000 in
1923 en 2400 in 1924 en licht en water
eischen ook ongeveer het dubbele. Het druk-
werk steeg van 250 tot 70-0, het onider-
houd en aankoop van meubelen vna 1000
op 3000. Maar er schijn-t een hoofdeom
mies van 4750 uit te vallen en daarentegen
eenschrijver op jaarloon van 1558.33 aan-
gesteld- te worden.
Het personeel bij de Algemeene Rekenka-
imer wordt verminaerd met 2 referendarissen,
2 klerken, 5 schrijvers op jaarloon, mahr
vermeerderd met 1 hoofdeommies; daarmee
•wordt 12.616 uitgewonnen, maar voor tij-
delijk personeel is 1500 meer noodig. De
geheele begrooting voor dit ."lichaam is
16.216 lager dan voor 1923.
De afd-eeling Kanselarij der Nederl. Or-
den heeft o.a. 4-000 minder noodig voor
aankoop en herstelling van decoratien, nu de
gedecoreerd-en die zelf moeteti aanschaffen.
Het bedrag van iets meer dan 4500, dat
voor het Kabinet der Koningin minder wordt
gevraagd is ih- hoofdzaak toe te schrijven
aan vermindering van personeel. Merkwaar
dig is het, dat er weer voor ten ambtenaar
li.—