4
30 CENTS PER HALF POND
VOOR
5TAMDEN
OPHET BROOD
VOOR BAKKEM
ii\ EM BRADEM
•SCHUIMT 1M DE PAM
SV^$<r
WA3i
^amrnbriek.
taL .WW
i m m mi
u
Uoedt D bijUjds.
M 'W.
m mm M
heer Achterberg tot veraterking der orgam-
satie en hoopte dat de Alkmaarsche gezellen
jzich sterk zouden verzetten tegen de eischen
der patroons.
THEOSOFIE EN BROEDERSCHAP.
Over bovenstaand onderwerp sprak L)on-
derdagavond in de kleine zaal van „de
Unie" mevr. C. Ramondt—Hirschmann van
Amsterdam, op uitnoodiging van de theoso-
fische vereeniging „De Blavatskyloge al-
De opkomst was matig. De heer C. Petals,
voorzitter, heette de aanwezigen we'lkom, in
'tbijzonder de spreekster, die merop net
woord kreeg.
Mevrouw Ramondt begon met op te mer-
ken dat op initiatief van de Engelsche af-
deeling momenteel getracht wordt een broe-
derschap op te richten over de gebeele we-
reld. Spr. zette uiteen, waarom dit geschiedt,
er op wijzende dat deze broederschapscam-
pagne in Nederland georganiseerd wordt
door.de broederschapsfederatie.
De theosofie kan over het begrip ,,broe-
derschap" een auder Ucht werpen dan er
elders bestaat.
De theosofie leert ons dat er een 7-tal ras-
sen is. Wij leven nu in het 5e ras, volgens de
leer der theosofie. Het kenmerk van het 5e
ras is de verstandsontwikkeling, zich openba-
rende door de wetenschap. W etenschap is
scheiden en splitsen, tot in de details door-
dringen. Het bijzondere kenmerk van hot
verstand is de specialiseering, b.v. in de ge-
neeskunde. Door deze specialiseering komen
er verschillende splitsingen, betoogde spr.
Dit is dus het kenmerk van het 5e ras:
versplitsing, die lijnrecht staat tegenover het
begnp „broederschap".
Broederschap immers wil bijeenbrengen
tot ware eenheid, het allerhoogste. Er ziju
verschillende wegen daartoe en de verschei-
denheid is groot.
Waarheid, God, vereeniging met God, of
hoe we't willen noemen, doet er niet toe, het
is ten slotte alles gericht op vereeniging, het
allerhoogste. Die vereeniging met het alter-
hoogste voert tot het begrip „broederschap
Wat zou broederschap beteekenen voor het
politieke leven, nationaal zoowel als inter-
nationaal?
Als we uitgaan van een God, een bchep-
iper, dan zien we in het groote heelal der
dingen het aspect van ieder ding op zichzeit.
In ieder mensch is de God aanwezig. Chris-
tus heeft gezegd: „Gij zijt alien goden".
Wanneer wij het zoo beschouwen moeten
wij in een natie een aspect van het goddelijke
zien, dan kunnen we zelfs zeggen, dat God
spreekt door een natie.
Wat zou de plicht moeten zijn van de lei-
ders van een natie, die beseften dat daar voor
hen ligt een wezen van goddelijken oor-
sprong? Wij kunnen niet anders zeggen, dan
dat de hoogste plicht van een leider is,
dat hij gelegenheid geeft zich te leeren
uiten door zijn g'oddelijken vorm.
Wat is de plicht van de natie zelf: het ge-
bruik rnaken van de gelegenheid haar door
de leiders gegeven.
Dit is de theosofische opvatting van broe
derschap, daar broederschap niet alleen de
VEROORZAAKT
idee is van gezamenlijk mensch zijn, maar
van gezamenlijke goddelijke.
Op dergelijke wijze de menschen beschou-
wende, komt in ons bewustzijn een andere
factor naar voren bij de beoordeeling der
menschen en de verhouding van hen. Voor
ons valt dan weg de uiterlijke vorm, en wij
zien de eenheid die daar achter ligt, doordat
wij samen zoeken naar iets hoogers. Tenslot-
te zullen wij kunnen verwerkelijken de waar
heid van het bestaan der broederschap.
Passen we dit begrip toe op de menschen
om ons heen, op onze natie, dan is het maar
den stap verder om over de grenzen te gaan
en taal en andere zeden en gewoonten zijn
geen beletsel, en wij kunnen het begrip oolc
iaternationaal toepassen.
Het wereldleven is als een mozalk: aaast
het politieke leven past het econamiscfa m
het sociale leven.
Wanneer in handel en industrie SB de eco-
nomische verhoudingen tusschen de naties
het ware beginsel van broederschap werd
toegepast, dan zou alles een groote verande-
ring ondergaan.
Door toepassing van de broederschap op
het socials leven zou. een ommekeer gebracht
worden op het gebied van werkgeven m
werknemen.
Spr. wees op het vroeger kistestelsel in
Indie. In verschillende kasten moest men
zich aan verschillende regelen houden._
Maar, leert de Indische geschiedenis, er
kwam verwarring van kasten, waaruit een
chaos ontstond.
De indeeling die we kennen sinds de in-
voering der machines is natuurlijk heel an
ders dan de kasten-indeeling. De verhouding
tusschen de klassen onderling is allesbehalve
broederlijk, vandaar de klassestrijd.
In de kasten-indeeling kan het broeder-
schap-begrip wel tot uiting komen, doch in
de klasse-indeeling niet.
Wanneer wij ons leven zouden grondea op
het begrip broederschap, zouden de persoon-
lijke verhouding tusschen de menschen ook
een algeheele verandering ondergaan.
Het is moeilijk het goddelijke in den
mensch tot ontwikkeling te brengen en we
'zullen vaak falen, doch \ye zullen leeren be-
grijpen dat ook anderen kunnen falen en dat
zal de broederschap bevorderen. Eerst moe
ten wij zelf voorgaan in de verandering van
ons geheele leven, dan pas kunnen anderen
volgen.
Wanneer wij dit doen zou er vertrouwen
tusschen de menschen komen, vertrouwen in
elkaar. Als er velen falen, zullen wij toch het
vertrouwen hebben alien naar hetzelfde doel
te trachten.
Hoe weinig is onze samenleving gegrond
op waarheid, vervolgde spr. daarna. Het is
zoo merkwaardig, dat we leven in den leu-
gen, want die leugen bestaat niet, hij is
schijn. Alleen wat waar is, heeft werkelijk
leven, bestaat werkelijk. Toch brengt de
eene leugen den anderen In de wereld. De
laatste 10 jaren hebben ons daarvan zoo
oneindig veel geleerd. Wanneer er waarheid
in de wereld heerschte, zouden de menschen
niet in oorlogen tegenover elkaar hebben ge-
staan.
Wanneer we op die wijze denken en spre-
ken, zeggen velen: dat zijn illusies, dat is
allemaal theorie, want we zullen het nooit
zoover brengen.
Zoo zijn er menschen, die zeggen dat er
altijd oorlog zal zijn. Och, de menschen leg-
gen zoo gaarne het accent op dat wat ver-
keerd is, en daarom blijft het bestaan.
Wij moeten alien trachten het schijn-leven
uit de wereld te krijgen.
Wanneer wij alien ons toelegden op waar
heid, zou er geen leugen meer bestaan:
„A1 is de leugen nog zoo snel,
De waarheid achterhaalt haar wel."
Het 6e ras zal broederschap brengen en
eenheid, het zal een ras zijn, dat Sen is met
het leven achter den menschelijken en we-
reldlijken vorm.
Dat he ras is bezig op te komen over de
geheele wereld. Overal treffen wij de op-
borreling van het nieuwe leven aan. De the
osofie leert ons de oorzaak en de oplossing.
Wanneer wij dit weten, kunnen wij daaruit
de kracht putten het leven te b'egrijpea en
wat hoofdzaak isbeter leven.
Wanneer wij de natuurwetenschap nagaan,
stuiten we overal op vaste wetten, die geheel
verschilien van de menschelijke wetten welke
laatste overtreden kunnen worden, in te;
geustelling met de eerste. Die moeten wij
eenvoudig volgen .Zoo leeren wij in. de we
tenschap, dat we leven in een wereld! van
vaste wetten. Die gelden niet enkel voor de
physieke wereld, doch ze gaan veel verder
en hebben ook him .invloed in wat wij noe
men, de onzichtbare wereld
Er zijn ook natuurwetten voor het aandoe-
ningsleven en het verstandsleven.
Wanneer we meer leefden volgens de na
tuurwetten van het aandoeningsleven, zou
ons physiek lichaam daar zeer op vooruit-
gaan. v
Wat ons denken aangaat, wij raeenea
meester te zijn over onze gedachten, maar
toetsen wij het aan de werkelijkheid, dan zien
we dat onze gedachten meester zijn over ons.
Op iets, wat ons denkvermogen geheel
vervult, kunnen wij onze gedachten wel con-
centreeren, doch om onze gedachten op iets
bepaalds te concentreerea slaagt in 99 van
de 100 gevallen niet.
Daar ook heerscheil wetten en wanneer
wij daarvan gebruik maken, leeren wij onze
gedachten beheerschen.
In den mensch is de goddelijke kiem aan-
iwezig, vervolgde spr., maar wanneer we
niet gezamenlijk een poging tot ontwikkeling
dier kiem doen, zullen wij niet slagen. Het
komt aan op de collectieve poging.
In samenwerking met anderen moeten wij
ons leven verder gaan, wij mogen ons niet
afscheiden. Doen we dat wel, dan zondigen
we al tegen de allereerste wet, de wet der
broederschap. Het zondigen echter leert ons
de wetten kennen en als we de wetten inner-
lijk kennen, kunnen we niet anders doen daa
er naar leven.
Wanneer we altijd bezig zijn goed te
doen, zal in ons langzaam een groote mate
van levensgeluk geboren worden, die als
bron heeft het goddelijk licht, de bron, die
nooit ophoudt, al wat in hem is te geven.
We komen er dan toe met anderen ons geluk
te laten deelen. We voelen dan de waarheid
van het woord: gedeelde vreugd is dubbele
vreugd.
Wat hebben wij in de gemeenschap der
menschen te doen?
Niet onszelf te bevoordeelen, doch de men
schen te brengen het geluk, waarvan in ons
zelf misschiea al een kleia atraaltje aanwezig
is.
Ieder van ons kan dat doen, door er mede
te beginnen in zijn eigen kringetje. Het zal er
mee gaan als wanneer wij een steen in bet
water gooien, waarbij kringen gevormd wor
den, die zich al verder en verder bewegen.
Ons logisch denken zal ons de overtuiging
geven, dat ons werk verder gebracht zal
worden in de wereld.
Wanneer we zoo de wereld zien, komt het
kwaad in de wereld ons voor als modder op
"het kleed van een kind. De modder die het
kind dreigt te bevlekken, raakt het kind niet.
Voor ons bestaan dan geen slechte men
schen meer. Dat kwaad bevindt zich enkel
op de omhulsels, waarin toch het goddelijice
wezen is, rijp voor ontwikkeling, volgens de
wet der evoiutie.
Laten wij iederen dag in ons leven denken:
Hoe ktfnnen wii er toe bijdragen, om de broe
derschap tot een feit te maken?
Als bewust'e menschen dit deden, zou er
een stroom in de wereld komen, die haar zou
kunnen omscheppen.
Wij zijn de scheppera van de toekomst, van
de persoonlijke zoowel als de wereld-toe-
komst. Wij kunnen de wereld omscheppen
als we onszelf maar krachtig aanpakken,
want wij hebben in ons het goddelijice licht.
De voorzitter dankte hierop mevr. Ra
mondt en sloot de vergadering, na nog en-
kele mededeelingen gedaan te hebben over
den cursus in theosofie, die gegeven wordt
Westerweg 94.
i.iNG VAN DEN /ONDAOS-
v| N N,\' hi i DILNSI IN Dh APOTHEKL
IK aLKMAAR GEDURENDE 1023.
Op 2 December zal geopend zijn de apo
iheek van den heer H. J. F. Wanua, Ritse-
voort 5.
Op Zon- en Feestdagen en gedurende den
nacht is slechts een der apotheken geopend
De andere apotheken zijn gesloten van des
vonds 3 uur (Zaterdags 10 uur) tot den vol-
genden morgen 8 uur.
In de apotheek, welke Zondags geopend is,
.'ordt gedurende de daarop volgende week
- ?c!i d'enst waargenomen.
Kou, tocht, griep, koorfe enz. veroohzaken
tal van nieraandbeningen. De nieren moeten
dan den bijstand missen van de andere
bloedreinigende organen: de huidporien,
longen en ingewanden. Bij de dubbele in-
spanning en vaak verwaarloosd, is het geen
wonder, dat de nieren bet afleggen. Dan is
het tijd om een niergeneesmiddel te gebrui-
ken om de nieren op te wekkerfem te verster-
ken.
Spoedig gebruik van Foster's Rugpijn
Nieren Pillen kan ernstige gevolgen als
rheumatiek, ischias, spit, blaasontsteking,
nierzand, merwaterzucht, niersteen voor-
komen.
Doe wat gij kunt om uw levemskracht op
.peil te houden, oefen uw ledematen en spie-
ren, en zorg voor een goeden bloedsomloop.
Leef on verstandige wijze.
Foster's Pillen1 geven betrouwbare bulp.
Zij werken alleen op de nieren en blaas a—
maar dit doen zij goed en terdege.
Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken
a 1.75 per doos.
Zwart: 13 sch. op 6, 9, 11/19, 24, 26.
Wit: 13 sch. op
34 38, 46.
27, 28, 30, 31, 32
Wit is aan zet. Hij staat niet best. Met den
damzet 25—20, 28—23, 35 44, 46—41,
32 3 (zw. 12—17) 3 :21, (zw. 26 17) zou
hij twee stukken verliezen,
"Hij speelde daarom in den diagramstand
46—41. Fabre nxaakte nu een eind aan de
partij door:
1 46—41 1. 16-21
2. 27 7 2. 18 27
3. 31 11 3. 6 17
4. 7 18 4. 13 31
5. 36 27 5. 24—29
6 34 23 6. 19 46
In een simultaan-seance te Velserpord
speelde J. W. van Dartelen met zwart in den
jDmrien stand:
Aan de Dammers!
Met dank voor de ontvangen oplossingen
van probleem No. 783.
Stand:
Zwart: 12 sch. op 3, 5, 10/13, 16, 17, 25,
26, 35, 36
Wit: 11 sch. op 14, 20, 27, 28, 29, 32, 33,
4, 38, 39, 47.
Oplossing:
1 47-42 1- 10 19
2 42 -37 2. 25:14
3 34—30 3. 35 24
4. 29 7 4. 11 2
5. 28—23 5. 19 28
-■ 33 11 6. 16 7
7. 2721 7. 26 17
8. 37—31 8 36 27
9 32 1
:sn"e ontv'ncen wij van de
VUI V/ B-okdijk, R. W- T. Bosnian,
D k>" O C Den s, f IV Hr- -
ling en C. van Zwanenburg te Alkmaar.
UIT DE PARTIj.
De volgende stand kwam voor in een par-
:ij Ricou-Fabre:
Zwart: 15 sch. op 1, 3, 5, 8, 10/17, 19,
23, 24.
Wit: 14 sch. op 25, 26, 30, 31, 32, 35/40,
44, 46, 49.
23—29! Wit speelde zeer natuurlijk
1. 3934, waarop zwart antwoordde:
1. 19—23
2. 30 28 2. 1— 6!
3. 34 23 3. 17—21
4. 26:17 4. 11:42
5. 37 4S 5. 14—20
6. 25 14 6. 10 26
(„Het Damspel").
Ter oplossing voor dteze week:
PROBLEEM No. 784
van: Joh. DE BREE, Amsterdam
Zwart: 11 sch. op 6, 8, 9, 12. 14, 15, 20,
29, 33, 38, 39.
Wit 11 sch. op 16, 17, 21, 25, 27, 36, 41,
47/50.
Oplossingen vo6r of op 5 December, Bu-
'A°.u v n dit Blad.
«jurqens
mm