Alkmaarsche Courant
Klanwieren of wurgers.
Gravin Chamouska-
Wfj drukken
uw bezoekaankondigingskaartER
vlug en net.
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
vl Hums, COSTER ZOON,
Vr&ag en Aanbod.
Voordam C 9,ALKMAAR.
Zaterdag 15 December.
Voor de hulsvrouw.
Mo. 295 1923
Honderd Vijt an fwintigste Jaargang.
Die Klauwierea, die ook Wurgers genoemd
worden, zijn ingedieeld! bij| die zanigvogels. De
snavels van deze vogels doen even wel veel
meer aan de roofvcgels deniken, diaar ze
voorzien zijn van een tandvoitoigen, omige-
bogen hiaalk aan die bovenkaak. Ze zijn dan
ook zeer roofzuchtig van aard en vangen
dlikwijils veel mear vaadisel, dlani ze voor bun
onider-houd! noodig hebben.
E:r koimien dlrie siciorten Wurgers in one
land voor, terwijil van een vierde soort een
maal een exemplaar gevonden is. Twee der
soonien zijn bij ons goed bekend; daaT zij
bier taimteliijk veelvulcfg veritooven en er ook
broaden. Ook kmmerken ziji zieh door een
mooi vederkleed, hetgeen wel de aandacht
trekt. Voona'l dealt diiit de grootste der soor-
ten, de keurige Klapekster (Lanius excubitor
excubitor L.). Tail van piiaatsieilijke nafflen,
waaruit ook meermalen die roofvogelaard
sp-reekt, wordem aan dezen vogel gegeven,
als: Wadh'ter, Blauwe Klawier, Negendooder,
Vteldheer, Vinikenibijiter, Blauwe Tuinvalk,
Grauwe Doriandraaiier, Haakklauwier, enfz.
Zoo'n Klapekster iheefit een -lengte van omge-
veer 22 c.M. P-aoton en snavel zijn zwart.
Van het vedterideed kan 'het volgende gezegd
warden: Bovendeelen blauwgrijs imieJ zwarte
vleugelpenmen en sfcaartvederen, waarvam de
einden wit zijn. Ook de onderd'eefeni zijn wit.
Er zijn voorwerpen met enkellvoudige eni ook
met du'bbele Vleugtelspiieigtels.
Als broedvogei konut die klapekstier met dliik-
wijils ibiji ons voor; sHecbts van enikele parent
kan men jaarlijikis nesien vi(nden, die in
booge boomtem, dicht bij den top gemaakt
worden. De 5 a 7 vu'il'wiillte eieren -hebben
noodig was, en ctaarmj ofltbrakract dan eenage
klapekS'ters niet.
Ook ilhans houden nog enkale personen in
Noord-Brabant zich beiig meli) bet vangen
en africbten van valken.
De Grauwe Klawier (Lanius oolludo L,)
is slecMs 18 c.M, lang. Httj' wordit ook ge-
noemd: Schataakster, Negendoode, Roode
Tuinvalk, Bruine Dorendraaier, Roodle Wur-
ger, Middelste klapekster, enz. en bij1 is bij
ons aH'Jeen zomervogell van einidc April tot
September. Men vinidt bem meer in z-and-
en duinsireken, dan op kleiigrond. Langs den
zoom van een dluinboschje, want deze klau-
wier woont het liefst aan dlen kamit van hot
geboomte, kan1 men dleze soort wel1 leeren ken-
nien, en daar ook kan mien tot de overtuiging
komen, datl zij ook wel verdlienlt wider de
zan'gvpgles gerangschikt te wordicn. Daar
toch (kan men gedurig belt nabootsend) go-
zang van dezen' klauwier booren, waarin
men meermalen het geblaf van den bond en
het rciepen van grotto, kievit, koekoak en an-
dere voigels kan opmerken, terwijil belt' zictt
geduriig opi'los'j in een amalgams van -ailler-
hande dtorengel'uidoni. Bij voorzichtig nadle-
ren kan men dan wel1 bet mooi gekleutde
mannetje, want dit alleen maakt hot gezanig,
te zien krijgen. Keurilg sliaait het roodbruin
manteli'Jje en fraai steekt bet aif bij de liich't-
rcsekleurige onderdeeten, bij bet zwart van
slag- en etaartpennen en bij! die mooie as-ch-
kleu ri.ge onderdleelen van cfen nek en van
bovenkop en stui't. De wijtjes zijn van bci-
ven roetlkleurig en op idie ondierdee!1leni witach-
tig, doch op vele vederen zijn halve maantjes
van zwart.
Hist nest wordiil gemaakt van mos, wol',
worteltjes en bladstel'en. en ibekleed met ver-
scbiltende ziacbte zelfstandighedien. De gl'am
zige eieren, 5 a 7 per legsd, zijn I'itM1 gee1!-
grben met bruine vHekken, die aan het dlkste
gedeelte soms een mooi kransje vtcrmen.
De Roodkopklauwier (Lanius senator s -
natior L.) tomt in ons vaderland vrij meniig-
vulidiig voor in Limburig, in de andiere pro-
vinoies zeldten. Hij wordt ook genioemd Bruin-
k'op en Rcode Haagekster. Udt dte laatste be-
naming Mijikt, diat hij, zich gaarne opboudt in
woordda da gravba, km soktBlbos uwgelijk.
„De diamaiDien zijn inderdaadl heel niooi.-"
„Mevrouw, '4 zijn de diamantien van '4
zuiversta water, lutnenuend geslepen, deze
parure beelt baar wergade met!"
„ik gelooi u op uw wcord en ik neexn haar
mode. Laait u bedienda mej maj, naar bet ho
tel rijden, dan- zal miju intendiant de rekeaing
beialen. 't Is imimeris 180.000 francs, niet-
waar?"
„Dat is de prijs: bier heeft u het juweel-
kistje. Ik hoop, dat mevrouw mijn magazijin
weer spoeriig met 'n bezoek zall vereeren",
voegde de wuinketier er zeer bdeefd bij en ge-
■lekkle mevrouw naar baar rijtuig, waarin
zij met den bediemde plaats nam.
„Naar 't hotelzeidle zij tot dien koiet-
sier.
De paarden brachliien het rijituig in draf
naar het buis van den dbk'ter: dadelijk wer-
den de beide bezoekers in de wach'tkamer ge-
i laten.
„Wacht even bier," zei de gravin tot den
bedtendte.
I Zij begiaf zich naar't studteervertrek van
den dckter.
„Dokter, bij is in de wachitkamerfluis-
terde ziji, „bij' week niet waar ik 'hem gebracht
heb. Ik hitfo hem beloofd, dat ik hem geld
zou geven, veel geld en hij is inij gewillig
gevolgd. Ik geef hem nu geheel aan u over.
Maar bij most mij, niet zien h
i De doikter opende 'n zijdeur
grijsbruine stippen en Vlekken. Men heeft de
klapekster in ha'ar raofbedrijf steedis het best heggen en lanen. Hlij is een weinlg langeir
kunnen gadesllaan, dbor in dtan herfst eans I dan dte Grauwe Klauwier, en, van de vederen
met een lijstersiirikker door de bosschen te
trekken1. Dan todh komit zij iltamelijk vetelvul-
dig voor en gewoonlijlk .gelukte bet dan wel
een iof meer voorwerpen te ziien to krijgen
daar ze gaarne verblijf bidden bij de striik-
ken, om aan dte gevangen voigels dten sdhedlel
open te pdkken en zich aan de: weeke hensenen-
tie gcied te doen. Sorns 'ook vond mien een
klapekster ztelf in een strik. Dan' eersit kon
men goed bezien dten mooien,, langen, breeden,
afgeronden waaierssiaart en de witte en
zwarte kleuren in mooie belijning.
Worden zoo door deze wurgor diikwijls
vogtels gedbod, wiant ook button dte strikkien
weet hij ze wel to krijgen, toch bestaait het
voedsel ook volor een groot gedetelte uit al-
lerhandle insecteu, als ilorren1 en spilinkbanen.
De klapekster houdt er, evenals andtere (kiau-
wieren, meermallten een spijSlkast op na, door
vlindters en toneni, did niet dadtelijk veror-
berd worden, vast te spiietsen aan dorens en
puntige takken. Ook zelfs miuizen en kleine
vpgels vinidt men er wel eens biji. Tbchi ko
men, naar ik meen, die spijspilaaitsen mlinder
veelvuildig voor, dan wel bewiaerd wordt; bij
al mijn ijverig roeken, toteh ils bet mij1 nog
maar eenmaal igeiliukt een dergellijike voedste1-
plaats te onitdteklken en wel van' die bier na
to noemen klauwiertensoort. Uit vetel1 Mijikt
evenwtel de vriaatzucht van dte klauwioren,
ook wanneer men,' ze in gevangemadhap
heeft.
De Mbpekster dleed inderlijd veel diienst bij
de valkemvangsi en wordt hiervoor, maar
men nog valken vangt, ook nu nog gtebe-
kan het volgende :gezegd worden,: kruin en
achtenhals roodbruin, bovendeelen zwart,
sliuiit, sdhouders en ondierdoelen' wit; de jonige
vogtells zijn' van boven grauw en aan dte on-
derzijdie wit icif griils. De broedplaateen vindt
men in belt kreuptelhouit en bet legsel 'bevat
5 a 6 groenwitte eieren met blauwachtige
stippen, en aan hell dikke eimd'e bruine vlielk-
keni.
De Kleine Klauwier (Lanius minor Gmtel.)
heeft zi(ch voor zooverre bekend, nog maar
eenmaal in ons Hand laten zien, zoodat deze
soort eiigenlijk niet tot onze avifauna gere-
kend kani worden.
J. DA ALDER Dz.
(Nadruk vernoden.)
Een pracbtiiig nj tuig bield still' voor de wa
ning van dr. Levoux, 'n specialist in de bet-
handieling van zenuwlijders. 'n Dame van
ongeveer veertig jaar, zeer eleg'ant gekleed,
vertiet het rijtuig en beiide.
„Wie kan1 ik' aandiienen, mevrouw?" vroieg
'n iliaikiedi.
„Gravin Ohambuska", antwoordde de be-
zoekster zeer uit de hoogte.
1 De liakei boog als 'n knipmes en liet de
dame in den salon, waar zij zich in den anm-
I Stoel lieu neervallliem, dien de doiktter baar
aanboodi. De betroeinde specialist was een
oerbiedwaiardiige grijsaard met een zaicbtzin-
nig, ei'nstig voorkomen.
nimi[r icui t De gravin verborg baar gelaat in1 baar
zigdi. Voor bet vangen van yaOken toich wo'rdt zakdoek. Eindelijk begon zij; mat dte grootste
in bet midden van een heideveild een fcuil I utspanning
gtegraven', waarin twee valkomvangerS zioh j „Dokter, mijn hart brak, toen ik dit buis
kunnen verschiuiloni, want voor dit bedrijf I betrad; ilk dachil bet te besteryen. Hoe ge-
zijin steeds itiwee menschen noodiig. De van-
gers houdten dan' goed „dte bianidtwerk" in het
oog, d. i1. de klapekster, of bij gebrek bier-
aan een an'dtere vogel, die vaistgtebonden is en
zich zeer angstig itoonlt, wanneer een roof-
vogel nadert. Op versdiiEtemde afstanJen
van den kuil staan duivenkooien met 'tiamme
duiven;, die vrij mOigen nondvliegen, maar
zich spoedig in de kooien begeven, wamneer
een valk nadletrt. Op afsfandai van 150 tot
400 M. van de vangers beeft men halve
boepieOls geplaatst met sllerlke netjes er aan1,
die door stevige draden van uit den1 fcuiifl omt-
getrbklken kuiuien wordten. Voor elk netje is
een duif geplaatst en wel zoo, dat zij op em
soort wip per fclapwiekend naar boven, kan
gaan en de vangere baar weer oip bet hioiutje
teruig kunnen brengen, wanneer ze zulks
ditenisllig acbten, dus ongeveer op dezelfdte
wijze als men bij de plevierenntetien met de
Ibkvogtels handelt.
Is alles zoo in ordte geplaatst. dian: htebban
de vanigers van1 uit bun kuil Slechts atebt te
geven op de btewegimigen vani klapekster en
duiven, die veel eerder een naderendlen roof-
vogel bespeuren, dan de vangers zelf. Htei
klapekStort'je toonit dadtelijk groote icnrust en
dte duiven; bebalve die bij: die netjes zotekein
spoediig veifflgheid :io baar kooien. De van
gers zien rondi, en jawel, hoog in 'de lucbt
bespeuren zij: een zwevenden valk, die wel-
dra een onbeiweegll'ijk Vlekje gtelijkt. Doch
splbtseling schiet de boofvogel' mat bliksemt-
snalheid naar benedten, om zich te werpen op
een der duiven, die 'gedurig vliiegbewogingen
vertooniden,. De duif, die bet zou moeten ont-
gel'idien, wordt nu zoo spoedliig mogteliik door
een der vangers tegeni btet niotje getroikken en
nauwelijiks bteeft de valk zijn slacbtoffer -gfr
grepen, of die vangers trekfcan den
om, bet fcoord wordt stevig aangtehaald en
de slimbeid dter menschen heeft aan dieni valk
die vrijhcid ontnomen1. Spicodig is het diiier in
verzekerde bewaring gesteld en naar nieu-
wen bui't wordt uitgeizien. Men vangt even-
well op dteze wijlze de valken- niet bij: aantall-
lten en er komen wel dagen dat mien geien en-
kel'ten vogel ondter het- net 'kan krijgen.
Zoo was men ook vroeger, teen de valken-
jadhft -in bl'oei was, wel op Nfedterfendschen
bodtem bezig, dlotch dlit gebeurde alllieen in dien
trektijd der valken. Maa.r ook toog men
naar Noorwegen, Ztreden, Denemarken, Pomi-
mieren en zelfs naar IJsHandl, ofschoon die
tocbt daarheen stteeds mlet vtelte mloeiieliijkbedten
gepaard ging. E)ei IJsliandsche valkeni bad-
den! diort naam, van het best voor die jacbt
afgeridht le kunnen1 wordien. Veell ybagaige
namen- dte vangere op die tochten nliet mee;
kaotdesakdliik dajtgeoa, wat vmor da vanget
lukkig zijn todh de moeders, die u niet fcen>
nenMijn zoom, mijn eenige, de vreug'die mij'ns
Itevens, beeft zijn verstand verloren. Mijn
vrienden hebben mij geraden, -u te raadple-
gen; op u is mijn eenige hoop gevestigd;
iedereen- roemt uw kunicte."'
„Och, ik weet luttel, mevriouw", 'antwoord
de dte dokter melt 'n zedigheid, die oprechd
gmeeend was. „Ik hteb mijn leven (besteedi om
de zielsziekten to bestudeeren'n enikele maail
worden mijn pogiingen met goeden uiitslag
bekroonid; maar in de meeste gevallen ver-
mag ik letteriijlk nitets."
„Onltneemi mij de hoop niet, dekter, 'n moe-
der klemlt zich vast aan 'n stroobdlm. Mijn
kind is n'og zoo jonig; nauwite'lijiks achttien!
Zijn boofd is langzamarhandi in dte war ge-
raafct. Eerst wehd hij mtensdhensch'uw en
zo'cbt de eenzaamheid, toen werdl bij ontzag-
lijk prifckelbaar; die minste tegenspnaalk deed!
hem in woode onlstelcen, 'n Idee fixe vervdlgt
ham, bij will gteld, altoos maar geld hdbben.
Geld, helaas! ik zoU alles wllen geven, alls
ik hem weer bij' zijn verstand zag!"
„Dus, rijkdcmi's waanzin", zei de dokter,
„dat is een: emstig geval."
„Ik kan' hem niet langer in 'huis bouden;
er zoudten ongalulklken gtebeuren. 't Stuit mij
tegen de borst mij van hem te scheiden, maar
de famffie dringt er ten sterkste op aani, ik
heb eindelijk wel moetep toeigeven; ik beb bun
beloofd mijn ongtelukkig kind1 bier te bren
gen en hem gehetel ondter uwe lei'ding te stefl-
lien."
,,,Zooals u wilt, mevrouw"
,.1'k zal htemi bedien nog balen en hem1 bij
u brengen1; vandaag luistert 'hij, nog iriaar
miij, moirgen zal ik misschi'en niets meer op
bem vermoge/z. Belooft u mij, doikter, hem to
boeptel i genezien?"
„Ik kan n!ie!S belioven. M'aar Ik zal alles
doen wat mienischdijkerwijze miogelijlc is".
De gravin droogde baiar toanen.
„Bc bieveeil' u bem ton zeerste aan", zeide zij
opstaande, „,ik ben wcduwte, mijn zoon is mij
alles!"
„Mijn intendanlt zal bij: u kolrnen; offl met
u over het pension to spreken.'"
Zij ventrok. 'n Klein halfunr la'fter stolifd
baar rijtuig Voor de dieur van 'n juwelier in
het Palais Royal.
De eliigtenaiar Van bet m'agazijin en zijln be-
dienide, 'a jongmtenscb van> aehfiien jaar,
baastten zidh naar dte orders van mevrouw te
vrajgan.
„La'at rtij nog eens dte diamianten: parure
zien1. die ik gisteren heb uitgezoteht."
Mevrouw heeft dlus besloton haar ile ne-
men" vroeg de juwelier.
..Mfsacbieu. Ik zal nog een* rite," tuni-
„Gaat u dlan maar bier door", zeddte hij.
„0, dokter, mocfait u bem kunnen genezen,
ik zou u zegenen, zegenen..."
j Zij verwijderde zi-ch ijlings. De woordten
van' de gravin baddten den eenigszins soep-
i tisch voelendten d'bktor to'ch stork gatroffen.
„Arme vrouw'', momipelde hiji en ginig zijn
j patient opzoefcen.
De bedionide van den juwtelier zat 'in- die il-
1 totraliies te bladercn. Toen da dokter foin-
nentrad, stond- bij op.
„Blijf zitten, jongmensch", zei de dokter
j op kalmeerenden toon, ,,u bekijkt zeker die
plaatwerken".
„Ja, meneer, ja!
„Nu, ik zal u niet storen, ga maar gerust
j uw gang verder".
,,Is mevrouw tevreden?" vroeg de win-
kelbediende.
„Zeer tevreden, 't bevalt haar uitstekend!
Ik sprak haar zooeven nog."
„Des te beter! Wij zullen altoos ons best
doen het haar naar genoegen te maken."
„Dat pleit voor uw goede hart; u zult
haar spoedig weerzien."
uBij^ons in't magazijn hebben wij niets
liever",
„Hoe vindt u deze illustraties?"
„Zeer mooi."
„Ik zal u nog anderen laten zien",
,,Dank u, maar laat ik u niet ophouden.
Ik heb zelf ook niet veel tijd; mijn patroon
Wacht op mij."
„Laat hem maar wachten."
„Ik zou gaarne zoo spoedig mogelijk geld
hebben; mevrouw heeft u zeker de som
genoemd, 180.000 frs."
„Zij heeft mij opgedragen u die ter hand
te stellen".
„U is zeker haar intendant."
„Juist".
„Die gravin is zeker zeer rijk?"
„Zeer rijk en u ook."
i,Ik? als ik geld had, zou ik hier niet
zijn."
„U zult het worden",
„Dank u, 't is zeer vriendelijk van u; in-
tusschen zou ik gaarne willen, dat u mij de
factuur voldeed."
„Dadelijk! Intusschen zal ik u 'n glas li-
monade laten geveh."
Dit was slechts 'n voorwendsel om zich
even te kunnen verwijderen en zijn helpers
te roepen, Hij drukte op 'n knop; er ver-
schenen twee oppasers; hij wenkte hen, dat
ze in't vertrek zouden blijven,
Meneer, u is wel vriendelijk", zeide de
winkelbediende, „maar dorst heb ik niet,
wel wat haast, geef mij dus de 180.000
francs, dan kan ik gaan."
„U zoudt de gravin 'n groot verdriet
doen", antwoordde de dokter, „dat heeft
ze mij nog zooeven verzekerd,"
,,Hoezoo?"
„U houdt immers innig veel van de gra
vin?"
De winkelbediende zette groote oogen
op.
„Is u nu eindelijk klaar?" viel hij uit;
,,ik heb geen tijd mij hier voor den gek te
laten houden. Ik moet 't geld hebben of de
diamanten."
„Morgen! Nu blijft u hier logeeren."
,,Hier logeeren? Ben je gek?"
,,De gravin verlangt 't."
,,Je Segint me mooi te vervelen met je
gravin".
,,De gravin is toch uw moeder?"
„Nu nog mooier, mijn moeder! 'nDame,
die ik juist tweemaal zag!"
„Verloochen nu uw moeder toch niet, on-
gelukkig kind, ze houdt zoo zielsveel van
je!" riep de dokter uit, denkende dat zijn
patient erger was dan hij aanvankelijk ver-
moedde.
„Die scherts gaat te ver, stoof de winkel
bediende op, „ik wil het geld en dadelijk en
vanders haal ik de politie; dat zullen wij eens
zien!"
Hij wilde het vertrek verlaten; de beide
helpers grepen hem.
„Laat mij los!" riep de bediende uit en
verdedigde zich zoo goed hij kon. ,,Schel-
tnen! jullie hebt me in 'n hindernis gelokt!"
Houdt u bedaard, anders zou ik u 'n
stortbad moeten geven".
De winkelbediende raakte nu heelemaal
buiten zichzelf van woede.
„Laat me los dat ik dien ouden "dwaas
den nek omdraai!"
,,Geef hem 'n stortbad,"
Hoe hij zich ook te weer stelde, 't hielp
hem allemaal niets; men bracht me naar
'n badkamer, waar hij in 'n oogwenk werd
ontkleed en een der hedienden haastte zich
hem een stortbad toe te dienen. De arme
winkelbediende riep om hulp, eindelijk was
hij geheel uitgeput en barstte hij in tranen
uit.
„Schrei maar, arme jongen, dat zal je
goed doen."
,,Wat zal men van mij denken?" snikte de
arme jongeman, „men zal mij voor 'n dief
houden".
Toen hij kalmer werd, liet de dokter de
kraan sluiten.
Een oogenblik lieten de helpers hem los,
de winkelbediende ontkw&m en tr&chtte
■het hui* te verlaten.
In een oogwenk was hij weer gegrepen.
„Breng het dwangbuis, en zet hem dan in
de cel."
1 Den volgenden morgen las de dotker on-
der het genot van 'n geurig kopje thev zijn
dagblad, Onder „allerlei" vondt hij 't vol-
i gende:
„Gisteren heeft er 'n hoogst brutale dief-
stal plaats gehad bij een juwelier van het
Palais Royal; een zoogenaamde gravin Cha
mouska heeft 'n zeer kostbare parure mee-
genomen; de winkelbediende vergezelde
I haar en moest het geld in ontvangst nemen.
Deze laatste is niet teruggekeerd; mis-
schien is hij vermoord, men verdiept zich in
j gissingen/'
De courant viel den dokter uit de beven-
de handen en hij beide:
„Laat dadelijk no. drie uit zijn cel."
„Dat meent u toch niet dokter", zei de
oppasser, ,,'t is een hcogst gevaarlijke
krankzinnige, h ijzal ons alien nog vermoor-
den."
„Ga direct en doe wat ik zegl"
Zoodra de winkelbediende zijn vrijheid
verkregen had, wilde hij zich op den ge-
neesheer werpen.
,,Schelml" riep hij uit, ,,Ik ben voor altijd
mijn goeden naam kwijt."
„Neen, vriendlief", antwoordde de dok
ter: „wij zijn beiden het slachtoffer van
'n sluwe oplichtster, 'n vrouwelijke fles-
i schentrekker," en hij reikte hem de cou-
rant.
Wasschen zonder water.
(Vervolg.)
Ook zijdten kant moet u met benzine reini-
gen; anders verlitest zij haar glans. Gebruik
- hierbij even eens twee kommetjes; een voor
wasschen en een voor maspoelen; en wees heel
voorzichitig en zadht bij het behandtelen van
kant; zo-olicht kan een draadje knappen en
dan is het heele stuk voorgoedi bedorven.
Na het spoelen moet u de kans tusschen een
handd'oek lteggen en er zoo het voch-t uit druk-
ken. Daama luchtig uitslaan en. met zorg het
miodtel reChttrekken. Laat het dan even drogen
op een d'-oek en strijk Ihet op met een lauw
ijzer, zooals u al uw zijden dingetjes strijkt.
I Pas -op, dat het ijzer niet te heet is, want dat
wordt gevaaflij'k, wanneer iets met benzine
gereinigd is. Leg bij het strijken -de kant op
i een flanellen lap en strijk over den verkeerden
j kant.
Kant mo-et in de breedte, niet in dte lengte
word-en gestreken; anders rekt het model'te
I veel uit.
Aille soorten van veeren ikunt u met benzine
schoonmakendian behouden zij dte krul en
word'en er vol en flossfg van. Beha-ndel ook
dteze met zachtheidDoop ze in het vocht en
laat ze er twee minuten in staan weken. Sc'hud
ze voorzichtig heen en weer in de benzine tot
zij schoon zien. Zijn zij erg vuil, dan kunt u
er desnoods luchtig met de vingers langs strij
ken. Spoel na in versche benzine en leg ze op
een schoonen d'oek. Vouw dezen dubbel en
druk er even op, zoodat het vocht er uitgaat.
Kl-op ze daarna en hang ze in dten wind. U
I moet niet schrikken, wanneer ze er eerst als
verdronken ika+ten uitzien. Al'le natte veeren
lijken a'bsoluut bedorven en kaal. Als zij ech-
i ter even flink doorwaaien worden zij prachtig
I diik en vol en gaan vanzelf weer krullen. U
m-oet ze af en toe nog eens uitkloppn, wanneer
1 zij hangen te drogen.
Fluweel blijft een modestof; ook nog dezen
i winter. Wei nig materialen zijn zoo sterk en
duurzaam. En u kunt bet jarenlang weer la-
ten veranderen of er iets anders van maken.
i Maar als het vuil is? Dan wascht u het in
I benzine! Zijden fluweel, Liberty stoffen en
j chiffons, worden allte van die kuur even mooi
j en als -nieuw! Hoe kostbaarder materiaal, des
I te beter kan het gereinigd worden.
j Katoenfluweel en corduroy (geribdte katoe-
nen stof) moet u daarentegen liever wasschen
Maar hiervoor een flink vet sopje en wasch
het Wleed'i-ngstuk op dezelfde wijze als u het
flanellen doet: door zach't drukken. U moogt
deze materialen nooit wrijven of wringen. Als
het schoon is, uitspoelen onder de kraan of in
een gro-oto bak met water; bang bet daarna
binnenste buiten op een rek of droogstok te
drogen, als bet kan vrij dicht bij een vuur,
want de stoom, die er d'an af slaat werkt de
noppen van de stof -naar boven.
De mooie, bovengenoemde materialen moet
u niet in dte benzine drukken, al zal eerste kwa-
liteit fluweel1 er niet door lijd'en. Leg het klee-
d'i-n-gstuk, da-t u reinigen wilt, liever plat op
een tafel en giet er wat (benzine -over uit en
wrijf diaar voorzichtig over met uw hand of
een zacht lapje tot het goed schoon is. Leg
het tusschen een do-ek en wrijf zoo de benzine
er uit. Schenk -er dan weer versche op om na
t-e spoelen, wrijf nogmaals -droog en hang het
uit. Deze stoffen moogt u echter nooit over een
driooglijn hangen. want dat zou moeten ge
ven aan het materiaal. Beter is 'het een vlagge
stok of bezemsteel te gebruiiken, wanneer u ten
minste geen droogstokken bezit. Die kunt u
tu'sschen twee stoalen plaatsen, dan hangt het
goed heelemaal vrij.
Gekleurde zijden kousen en handschoenen
moet u ook met benzine reinigenanders ver-
kleuren zij. Over de handschoenen heb ik
niets meer te zeggen, daar ik reeds vertelde,
hoe u glace- en' suede-paren wascht. Kousen
moeten aan den verkeerden kant gewasschen
worden en vooral aan de voeten er van moet
u veel1 aandacht geven.
Als witte glace handschoenen slechts een
beetje vuil zijn, kunt u dat er gemakkelijk 'af-
halen met,wat versch wittebrood of een wit
stukje gom-elastiek. Wanneer dit laatste er
vuil van wordt, moet u het op een reepje pa
pier schoonmaken.
Als de handschoenen klaar zijn, legt u ze
op een dock en strooit er wat krijt overheen
Wrijf dit er goed in en kl-op daarna de hand
schoenen voor u ze weglegt.
Een andtere metbode is om ze aan te trekken
en sahoon te boretelen met een halven liter ter-
pentijn, waari-n u een half lepeltje ammonia
heeft gegoten, Daarna flink met puimsteen-
poedter wrijven en in de buitenlu-cht te dro
gen hangen. Als ze er niet schoon van zijn ge-
worden, moet u de gansche behandeling nog
eens herhalen.
Gep'looide rokken of jurken van zij of wo'
moet u ook liever met benzine dan met water
reinigendan heeft u geen moedte met de
plooien. Uw voornaamste zorg moet hierbij
wezen, dat er geen valsche vouwen of kreu-
ke-ls in die plooien komen. Leg daarom dten
nili of de jurlf langpuit op ean flinke, groote
tafel, giet er veel benzine over uit en wrijf nu
steeds in een rich ting: van den ceintuurband
naar den zoom. Is de stof dun of teer, wrijf
dan met een in de benzine gedoopt zacht fla
nellen lapje. Steviger materiaal kunt u beter
sehoonborstelen.De verdere behandeling is net
als bij dte andere kleedingstukkendroogdruk-
ken tusschen een doek. Uitspoelen in versche
benzine; nog eens wrijven als dat noodig is;
en ten slotte in een schoon laken drogen en
daarna uithangen.
Zwart laken mantels, paklken of jassen
reinigt u, nadat dte modder er uit is geborsteld
met een hailven liter water, waarin een theele-
pel ammonia is opgelost. Hiermee borstelt u
over het, op een tafel uitgespreide kleeding-
stuk. Doop nu een lapje mousseline in
dit water, wring het uit en spreid het
over den goeden kant van het kleeding-
stuk. S-trijk met een tamelijk heet ijzer over de
mousseline in dit water, wring het uit en
spreid het over den goeden kant van het klee-
dingS'tuk. Strijk met een tamelijk heet ijzer
over dte mousseline. Denk er om, dat u nooit
over zwart laken zelf mag strekende stof zou
er van gaan glimmen en dat krijgt u er niet
meer af.
Oude zachte viTtem hoeden kunt u ook al
weer zelf opfrisschen. Haal er eerst het op-
maaksel af en wasch dat in benzine. Borstal
daama flink allle stof en vuil van de hoed
zelf. Leg hem op een groot theeblad en schenk
er zooveel benzine over, tot de hoed door en
door nat is. U heeft daar minstens een halven
liter benzine voor noodig, misschien zelfs nog
meer, want vil-t slurpt veel vocht op. Draai
dien hoed' nu binnenste-buiten en leg hem op
zijn ikant op het theeblad. Borsttel hem schoon
van binn-en, zoowel de bol als de rand. Draai
hem daama terug en schuier weer over den
binnenkan-t. Wenttel hem stevig in een schoo
nen doek en wring hem zoo krachtig mogelijk
uit. Houdt hem daama boven een kom en
schenk er versche benzine door en overheen
Leg den hoed1 vervolgens op een groot stuk
papier te drogen en wrijf gloeiend-heete bloem
n het vilt (wees op uw hoede voor brandge-
aar! doe deze behandeling maar in de open
uchtStrooi er nog een massa bloem over
heen en laat hem zoo een paar uur liggen tot
de hoed door en door droog is. Klop nu de
bloem er af en boirstel ntet zoo lang met een
goed droge borstel tot er geen spoor van de
bloem meer over is.
Harde vilten hoedten reinigt u het beste met
magnesia. Dit lost u op in benzine tot een
goed vloeibaar papje em borstelt het daarna
met een klein borsteltje gelijk uit over den
hoed. Als deze goed droog is, schuiert u er
de magnesia weer uit. Gewoonlijk wordt de
hoed' na een behandeling schoon; desnoods
hedrhaalt u haar nog eens. Harde vilten hoe
den mogen alleen aan de oppervlakte worden
nat gemaakt; wanneer zij doorweekten, liep u
kans, dat het model er uit ging.
Zwarte „kaasdopjes" reinigt u zoo: schuier
den vettigen rond en de vies geworden voering
met (benzine en borstel de rest van den hoed
met een oplossing van een theelepeltje ammo-
ia in een halven liter water schoon.
(fteen
Goed onderhouden KINDERSTOEL TE
KOOP bij L. DEN NIJS, Lindelaan 54
TE KOOP EEN KINDERWAGEN,
donker groen. ZEGLIS 91.
TE KOOP AANGEBODEN EEN KIN-
DERWAGEN, zoo goed als nieuw. Adres te
bevragen bureau van dit blad.
TE KOOP 1 STEL DOELPALEN, 1
flinke BOET. Te bezichtigen Zondagmorgen
terrein achter Rochdale tusschen 10—12 uur.
TE KOOP een prachtig VLOERKLEED
tegen elk aannemelijk bod en een pracht
BONTSTEL. BOTERSTRAAT 7.
TE KOOP een goed onderhouden gegoten
FORNIUIS, klein model.
Te bevragen OUDEGRACHT 125.
TER OVERNAME AANGEBODEN een
zwart J AQUET COSTUUM maat 52, boord.
Adres Bureau van dit blad.
GODIN FOR'NUIS TE KOOP tevens
EEN WIEG.
v. d. WOUDESTRAAT 26.
STUDIEVIOOL 3/4 met kist en strijkstok,
goed onderhouden TE KOOP AANGEBO
DEN. Adres Kemnemerpark 19.
TE KOOP AANGEBODEN een gebruik-
te GODINKACHEL nog zeer soliede
17.50, een eikenhouten ui'ttrektafel, zoo
goed als nieuw, 20.00.
DIJK No. 9, Alkmaar.
Wegens vertrek te koop: kleine groene
Emaille Haard 25; Winkelbascule en kope-
ren gewcihten, groote en kleine Inmaakpot-
ten, 3 pits gascomfoor, kleerenkast.
D. C. NIEMAN, Voorstraat 52, Egmond
aan Zee.
Verkoophuis Nieuwesloot 81 heeft te koop:
Linnenkast 12.50, Ovale mah. Tafel 11,
6 Stoelen met rood leer 19, Divan 13.50,
Schuiftafel 12.50, 4 Stoelen met rood leer
8, ronde Tafel 5, enz. Alles prima
2e handsoh.
Starisnioinvs
BOTERCONTR6LEST ATION
„NOORD-HOLLAND".
Gistermiddag werd in het cafe „Central"
alliier ean spoedieischende vergadering van
lie. Botercontrolestation „Noord^Hollanri'"
gehouden.
De voorzitter, de heer K. Koster, opende
de vergadlierlng met een wo-ord van welkom
en confitateerde met spijt de geringe opkomst
Naar ---V'dto-- vn het bekendte schr^vea