Ajkmaarsche Caurant
Damrabriek.
De ware toestand.
N.V. Boek- en Handelsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
Voordam G 9. ALKMAAB.
Zaterdasr 5 Januari.
In en om de hootdstad.
FEI) IL L ETON.
De onzichtbare hand,
Belast zicli met:
het vervaardigen van ALLE
Drukwerken,
het plaatsen van advertentien
in alle bladen,
het leveren van alle Binnen-
en Buitenlandsche Boeken.
het leveren van abonnemen-
ten op alle Binnen en Buiten
landsche bladen.
No. 4
1924
Honiierd Zes en Iwlnligste Jaargang,
GE'VONDEN VOORWERPEN.
Te bavragen. aaim bet bureau van politic,
Langcsoraat cp a.ie wericclagem tusschen 11
en l uur. IE naxolguiuo voorwerpem, gedte-
poneeixl op 29, 3D en 31 Dec. lyzJ en 1, 2
en 3 januari. 1624. Man.ricetoiuur, rozen
krans, knipmes, liandscnoen, een paar, hand;
scnoenen, 'brume mamelbund, bruto- glace
handsehoen.
Aanwezig en te bevragen bij de navelgende
ingezeEnen, onderstaan-de voorwerpen alls
g-evcnden aangegeven cp 29, 30, 31 Deoem-
iber 1023 en 1, 2, en 3 januari 1924.
Klaas van Ham, Nbodwoitog 23, kinder-
handsoh-eenM. Coevat, Stua-restr. 9, haar-
kam; A. Veldman, Uiitenboechstraat, ko-railen-
beursje met 6 cent; L. Renner, Laat 106 4>ij
El.e, twee zilveren armbamden; J. Buurs, St.
Jaccistraat 2, federal- voetibal. Western,
Huiswaard 3, bushels; A. Doets, Magdalle-
nenstraat, huissteuteH; C. Veer, Baangracbt
5, een heebenrijwielG. van Vliet, Heul 26,
elcctr. draad met stop; A. Phllippo, N". P.
laan 125, zilveren beursje met inboud; H.
Kamper, Laat 203, huissteute!J. Hoedjes,
Schou'tenstraat 5, zilveren kinderarmlbandje;
J. Kluft, Lfefdeto-an 27, vulpenhouderA.
Ochquee, Westerburgstraat 4, rozenkrans;
A. van Latum, le Tuindwarsstraat 14, rozen
krans H. de Vries, Rifeteeg 6, poriemo-nnaie
met toboud: A. de Graaf, Boterstraat 11,
ceimtuur; M. Martin, Lief-dei'aa-n 31, wollen
handsehoen; A. Dubois, Dahliastraat 1,
ktod'er-taschjeW. 'H. Stoop, Fnidsen 29, kto-
cferfiamdseboen; J. Verberine, Stuartsiiraat
54, ban kbit jet 10; BE Brouwer, Nfeuwp.-
laan 142,- taschje met gasmuntenA. Groen,
Oudorperd'ijkje, dop Codings patentas; J A
Koppe-s, Compagniesitraat 11, kindartaschje
Groen, 'Kobltu in, ktodtohan-dScboenPaleari,
Voprdam, ktodbrportemiomnaieF. Bak, Ver-
dronfcenoord, grijze Ikiat; Nl Raatl, Nieuw-
peortslaan 95, handsehoen; M. Vriesrman,
Westerkolkstrant 4, beiitel; cone. Raad van
'.Arbeidi, Helderscheweg, een paar grijze
handschoenenF. Nijnxan, Scharloo 26,
zwart damestaschje melt rozenkrans; W.
Sayenye,. Kcorstraat 8, huissleufel;1 Luittog,
werf Conijn, rijzweep; Marttoes Oud, Stuart-
straat 91, zilveren: rtogetje; jpacoba Hof-
mam, Niieiuvvpoortslaan 86, bruin glace hand-
schoien; C. Reltsma, v. d. Woudestraat 55,
IicmdewkamSavenye, Koorstraat 8, han-d-
scijlceo; J.'Hbrims, Foresfusstraat 31, buisi-
sleutelP. Bromstirdlng,Di-tenboschstraat 3,
penning gem. C. M. C.Frankenberg, Lam
gqstraat, piak toh. vachtenH. Fenijn, Grems-
sir 'at 3, drie armba-ndjes.
Wanneer men weder in het bezit is van het
vreloren voorwerp, wordt men verzocht hier-
van kennis te geven cum het Bureau van pa-
litie.
LIX.
Aan den ingang tot een nieuw jaar.
Natuurlijk, de wandelaar, die een langen
weg heeft afgelegd, zal aan het einde van
Hjn verren tocht gekomen, een wijle rusten;
den blik wenden naar hetgeen achter hem is
gelegen; in gedachten aan zich laten voorbij-
gaan datgene, wat op zijn tocht zijn aan-
dacht bezig hield, het mooie en het leelijke,
om dan met nieuwe kracht en nieuwen moec
zijn verdere reis te vervolgen.
En even natuurlijk is het dus, dat wij alien
na den langen weg van' een geheel jaar te
hebben gegaari, den blik achterwaarts wen
den en in onze herinnering terug roepen wat
den afgeloopen tijaKiing oris bracht.
Wederom is een jaar heengegaan, een
nieuw zijn wij ingetreden en wij zien om ons
heen, in onzen eigen kleinen kring; in de
plaats, waar onze werkkring is; in de ge-
schiedenis van het wereld-gebeuren der tot
het einde gekomen twaalf maanden en wi
vragen ons afof de op te maken „balans'
als gunstig mag worden aangemerkt en wat
wij van den nieuwen jaarkring mogen hopen
en verwachten.
En ik, als degene die u wekelijks tracht te
doen medeleven hetgeen uit. de hoofdstad des
lands waard is te worden bekeken, mag mij
zeker, nu juist het nieuwe jaar zijn intrede
"heeft gedaan, afvragen: of Nederland al dan
niet gerechtigd is zich te verheugen over den
toestand, waarin Amsterdam zich bij het be
gin van dii nieuvyp jaar aan ons toont? De
vraag is van beteekenis omdat deze stad nog
altijd is niet alleen de grootste des rijks, die
in zich.bergt niet minder dan een tiende ge-
deelte der geheele bevolking van ons vader
land, doch ook omdat zij nog steeds behoort
tot de wereldsteden, waarheen de buitenlan-
der allereerst den blik wendt, wanneer hij
over de beteekenis van. ons land in den rij der
staten wenscht te weten en te hooren, ook al
is die stad aan IJ en Amstel niet langer meer
de machtige, die op den loop der wereld-ge-
beurtenissen, nu schier drie eeuwen geleden,
Door Douglas Valentine.
(.Schrijver van De man met den Klompvoet).
Ger.utoriseerde vertaling van W E. P
(Nadruk verboden)
68)
„Ze zijn op,,, meneer Mlattoews", zei een
van de agenjten in bugger niaar het huis wij-
zend, „kijk maar, er is llchit op binnen
Zij volgden die riditing van zijn vinger en
zagen een gelen lich)!|gilians tussidhien de boo1-
men door.
„Houd:t je wapens Maar, mannen", zei
Matthews. Geef 'hun- een kans om dd handen
op te sicken, m'aar als ze niet- gehoorzamen,
schiet dan onverhididelijk."
Met groote snelheid miaar heel voorziehtig
baandcin de vier mannen zich een weg over
het modideriige pad1 naar he. brugje, diat toe-
igang gaf tot den tuin van- de herberg. Het
iicht, dat zij hiadden opgemierkt, scheen van-
nit de deur van de heriberg, een: zwak, fl'ik-
kerend licht als van em uiitdoovendte fcaars.
Matthews, die vooraan liep, bleef stil
staan en luisterde. A'lles was rustiig. Boven
aoo vaak grootea imvloed uftoefende.
Welnu, wanneer wij dan den blik achter
waarts wenden, kunnen wij helaas! niet zeg-
gen dat Amsterdam bij het begin van den
nieuwen tijdskring in goeden doen verkeert
en 1923 aan de hoofdstad des lands v6el heil
en zegen heeft gebracht. 't K6n ook niet zijn,
omdat de malaise der gansche wereld en niet
het minst de treurige economische toestanden
der landen in onze onmiddellijke nabijheid
gelegen, in het afgeloopen jaar wel hun
hoogte-punt laat ons hopen het hoogste
ount hadden bereikt. Dat moest een
iioogst ongunstigen invloed uitoefenen op
een stad, die allereerst voor haar welvaart
afhankelijk is van gezonde handelstoestanden
en bloeiende nijverheid in binnen- en buiten-
and.
Met het beter worden der tijden en er
zijn zieners die meenen de teekenen van na-
derende beterschap te bespeuren zal Am
sterdam van zelf weder tot grooter voorspoed
komen, inits en dat is van groote beteeke
nis degenen, aan wier handen het bestuur
der hoofdstad is toevertrouwd, van heden af
tot het besef zullen komen dat voor het be-
vorderen dier welvaart allereerst noodig
moet zijn alles in het werk te stellen om han-
del en nijverheid ruimschoots gelegenheid te
geven zich te ontwikkelen. Geen fiscale be-
lemmeringen; geen overdreven toegeven aan
de eischen van bepaalde groepen uit de be
volking, mogen aan die economische ontwik-
,keling in den weg worden gelegd; alles wat
de blijkbare bedoeling heeft toe te geven aan
die verwezenlijking van partij- en klasse-be-
langen moet uit den booze zijn; noodig is bij
eep stedelijk bestuur, vooral van een stad als
deze groote koopstad, het volgen van een
breede lijn, het handelen met ruimen blik in
het belang van alien.
En in die eischen is, het kan niet worden
geloochend, het stedelijk bestuur, in 1923
zeker achter gebleven. Ik heb er in mijn laat-
ste brieven van het juist gesloten jaar, de
aandacht op gevestigd. Wanneer men zich in
herinnering terugroept de vijf weken van be-
grooting-behandeling, die een droevig beeld
gaven van gemis aan ruimen blik; waarbij
de langdurige debatten dagen lang gingen
over peuterige kleinigheden en klasse- en
partij belangetjes uren dederi verspillen, ter-
wijl de vraag wat gedaan zou kunnen wor
den om de bronnen van welvaart tot ontwik-
keling te kunnen brengen, dan kon men
'slechts hopen dat men er in dit jaar iets op
zal weten te vinden om een „vertooning"
zooals de Raad van een groote stad als deze
in het einde des jaars te aanschouwen gaf,
voortaan onmogelijk te maken.
Wil Amsterdam allengs weder worden
een bloeiende stad, dan dient het gemeentebe-
stuur allereerst oog te hebben voor de bevor-
dering der belangen van den groothandel en
hiet minder voor die van den handeldriiven-
den. middenstand en moeten niet alle moge-
lijke sociale verbeteringen den voorrang heb
ben. Niemand zal ook maar een oogenblik
willen beweren dat het niet de plicht zou zijn
van een gemeentebestuur om aan die belan
gen voile aandacht te schenken, doch wan
neer allerlei sociale bepalingen en daarne-
vens vaak overdreven uitgaven voor onder-
wijs en scholenbouw van de financieele
draagkracht der bevolking en der gemeente-
lijke schatkist te veel vorderen en allerlei
verbiedende verordeningen, de ontwikkeling
van handel en nijverheid belemmeren, zullen
zij aan de stad als geheel geen heil brengen.
In den loop des vorigen iaars was het aan-
tal schepen dat met gedekte schoorsteenen
werkloos in onze havens lag, vaak droevig
om te zien. Gelukkig is hun aantal tegen het
einde des jaars belangrijk verrninderd en
nam het getal der aankomende schepen toe,
doch er moet nog heel wat veranderen wil
men kunnen zeggen dat de vroegere leven-
digheid in onze havens is teruggekeerd en het
groote. cijfer van werkloozen tot een klein
minimum zal zijn geslonken.
Dat de durf er bij onze scheepvaartmaat-
schappijen er nog niet uit is, wordt bewezen
door het feit, dat de stoomvaartmaatschappij
„Nederland" haar vloot weder zal verrijken
met een nieuw passagiersschip van niet min
der dan 14000 registerton. Ik vermeldde
onlangs dat daarvoor plannen bestonden,
maar het was toch wel een diep teleurstel-
lend bericht aan den laatsten avond van
1923, te moeten lezen dat de directie dier
maatschappij den bouw van dit vaartuig had
opgedragen aan een Fransche werf en dus
een zoo belangrijk stuk werk aan de Neder-
landsche nijverheid moet ontgaan. Er mag
natuurlijk, geen oogenblik aan getwijfeld of
de directie dier maatschappij, die gedurende
de meer dan een halve eeuw van haar be-
staan steeds getoond heeft hoe haar de be
langen van Amsterdam en de Nederlandsche
nijverheid ter harte gaan, heeft afdoende re-
denen gehad om deze belangrijke opdracht
aan het buitenland te gunnen, maar niette-
min, teleurstellend is het zeker.
Hoe het zij, eenmaal in de vaart gekomen,
zal ook dat nieuwe vaartuig weder tot den
bloei van Amsterdam en die onzer kolonien
aan gene zijde van den equator bijdragen.
Tegenover deze teleurstelling valt echter
met groote vreugde te Vermel den het bericht
dat een onbekende het kapitale bedrag van
hun ho'ofdeni srihomrndde het uithangbordl
vian de herberg met een ouaahgenaaim ge-
knars ini den frisscheni morgenwind.
„Z>eg, Gordion", filuisterde Matlhew® itot
den man achter hem zij: waren aCbter el-
kaar vowtgeslopen „heem jit Bates mee
en loop om niaar den achterkant. Harrison
gaat met mij- mee (aan den voorkiant."
Terwijl hij nog spunk, klonk een1 flauw ge-
rucht biinnen in het huis. De vier mianinen bjlle-
von sjckstijf sfcaari en luis'CTden. In de ahso-
Onte stilte van dan1 morgen kouden: zij: het ge-
luid duidelijk hooren. Het was een stap
een liehte voetsitap die de trappen afkwam1.
Gordon en de sold'aaii gingen van de andd-
ren af, terwijl Matehews en de vierde man
snel de brug over8:taiken en naar de deur van
de herberg liepen. Nauwelijks had Matthews
zijn voat op den dranpel of een gillende krieet
kicnlk uit de karner vlak bij. Het volgende
coigenhliik stcrmide eeni gedaante de dear
uit en viel languid in de armen van Mialithelws,
die bijna omvergeworpen word door de 'kracht
van; dim schok
„H(et is em vrouwridp Matthews.
,,Htet is Nur-el-Dinriep zijn mietgezel
gelijktijdig uit, terwijil hiji de gedaante hij! den
arm vatle.
De danseres deed1 geen paging tie ontsnap-
*iet miader <Jaa «ea halt mfffloea gutden
heeft geschonken om den bouw van het Ko-
loniaal Instituut in deze stad te kunnen
voltooien.
Deze belangrijke mededeeling stemt we!
tot groote blijdschap. Niet alleen omdat
daarmedie het schitterend bewijs geleverd
wordt dat er niet alleen in Amerika of En-
geland rijkelijk met aardsche goederen be-
deelde menschen zijn die van hun schatten
willen offeren voor instellingen van groote
maatschappelijke en wetenschappelijke be
teekenis, maar ook omdat deze vorstelijke
schenking is ten deel gevallen aan een in-
stellin, die, voor Amsterdam het grootste
belang heeft. Het is een der hoofdmomenten
in de geschiedenis dezer stad dat het ge-
bouw van het Koloniaal Instituut in het
afgeloopen jaar zooal niet geheel gereed,
dan toch reeds in zooverre voltooid was, dat
de hoogst belangrijke tentoonstelling op het
gebied van handel, nijverheid, scheepvaart
en kolonien daarin kon worden gehouden en
deze een der glanspunten is geweest van de
zoo uitstekend geslaagde en waaraig gevier-
de jubileum-feesten, gevierd ter herinnering
aan de vijf-en-twintigjarige regeering der
landsvorstinne.
Daar zijn er in onzen tijd, die met volko-
men negatie van de historische rechten die
wij in onze overzeesche gewesten kunnen
doen gelden, die blijkbaar blind voor het
goede door het Nederlandsch bestuur ginder
in den Archipel ten bate van land en volk
verricht, en voor de groote beteekenis, die de
welvaart dier kolonien ook heeft voor den
welvaart van Nederland als geheel en voor
den bloei van Amsterdam in het bijzonder,
den band, die ons land aan Indie bindt door
onoordeelkundige maatregelen zouden willen
doen verslappen.
Welnu, het bezit van een zoo schitterende
instelling als het Koninklijk Instituut kan er
in de hoofdstad zeker niet weinig toe bijdra
gen om de burgerij te doordringen van de
beteekenis dier kolonien en wanneer eenmaal
het gebouw in al zijn onderdeelen voltooid
zal zijn en ieder daar zal kunnen zien en
leeren, zal het zeker de belangstelling voor
Indie en het begrip van hetgeen Amsterdam
aan Indie danken moet, doen toenemen. Dat
zulks noodig is, valt niet te loochenen. Nog
maar al te vaak kan men in dezelfde stad,
'die drie eeuwen en meer geleden zijn eerste
'schepen naar het verre Oosten zag gaan,
jniet alleen opmerken hoe niettegenstaande
al hetgeen de mannen van het Koloniaal In
stituut reeds deden om de kennis van Indie
"bij de groote massa aan te kweeken velen
de beteekenis van die landen voor Amster
dam in de eerste plaats niet alleen niet be-
grijperi, doch onwetend medeschreeuwen
m
het 'koor dat Indie zou willen loslaten en
aan zich zelven overlaten.
Wat in deze stad het Rijksmuseum whs en
is tot uitbreiding van liefde voor de kunst,
zal het Koloniaal Instituut worden tot aan-
kweeking der liefde voor en de kennis van
Indie.
Daarom die groote schenking aan die
instelling aan het einde des jaars, is een
schitterend slot van Amsterdam's geschiede-
in 1923.
Thans zijn wij het nieuwe jaar ingetreden
en zullen wij maar hopen dat wijsheid en
voorzichtigheid het stedelijk bestuur der
hoofdstad zulien beinvloeden, opdat niet in
vervulling zullen gaan de woorden aan het
hoofd van Vondeis' „Gijsbrecht" „de
oude stad gaat ten onder", doch: „de oude
Stad tooit zich in 1924 met nieuwen glans
en luister".
SINI SANA.
IV.
Het partijgeknoei.
Wel in ieder land staat in de eeriste plaats
zelfs van den meest fanatieken partijganger,
het vaderland boven de partij. In Engeland
heeft men, zooals bekend is, het troteche
woord: „Recht of onrecht het is mijn va
derland." Alleen in het nieuwe Duitschland,
denkt de pariijman anders. -Bij hen komt in
de eerste plaats de partij, dan nog weer de
parJiji, al gaat het vaderland daarbiji ook te
gronde. Zijn eenige gedachte is partijvoor-
deel. Hem ontbreekt totaal het inzicht voor
de groote gebeurtenissen, hij wil en kan niet
begrijpen, dat boven zijn partij programma in
de eerste plaats de liefde voor zijn vaderland
moet staan. De Duitsche partijmannen heb
ben de grootste schuld er aan, indien het
restantje achting dat voor het rijk is over
gebleven, verloren gaat en indien een eens
zoo machtig volk naar een jainmerlijk einde
gaat. Daarom kan men ook de harde uitdruk-
kingen begrijpen, wanneer over den Rijksdag
wordt gesproken, de grenzenlooze verachting
en spot die men voor deze „Geschaftspoliti-
ker" geuit worden bij hoog en laag, bij arm
en rijk. Deze Rijksdag, die ieder genezings-
proces verhindert, die moedwillig, uii zuivere
partij1 overmoed, de eene crisis na de andere
te voorschijn roept, :die staat en volk in de
benardste toestanden brengt, waaruit hij ze
niet redden kan, die in- eindelooze debatten
over kleinigheden het inzicht voor de werke-
Ifjkheid verier®! heeft «n aeltt niet ere bulten-
landische kwesties als kern voor de Duitsche
politiek begrijpt.
Daarom verlangen' de beste vertegenwoor-
digers aller standen, dat men allereerst den
rijksdag en de partijen op zijde schuift, om
eindelij* met het genezingsproces te kunnen
beginnen. In geen ander land zou het moge-
lijk zijn, dat een in't jaar 1920 gekozen par-
lement op't oogenblik nog regeert, nadat
zooveel is veranderd; een parlement dat zoo
in miscrediet is gekomen en dat met verach
ting beschou\Vd wordt; dat bij den dreigen-
den hongersnood en met den vreeselijken win
ter in't vooruitzicht, over alles debatteert,
behalve over het noodigste; dat het eene ka-
binet na het andere ten val brengt, zonder in
staat te zijn een nieuw te samen te stellen en
waarin partijen alien uitmunten in fiasco
maken, want dit is het eenige in de huidige
Duitsche politiek, dat voorti effelijk gebeurt.
En weer zijn het de partijen trie zich met
handen en voefcen tegen het onthindien van
den rijlksdag verzetien, in de eerste pllaats de
rijikspresldenit Elbert, ale zooals men begrij
pen kan, vreest, dat zijn partij: bij: nieuwe
verkiezingen vael verliezen zal. lets wat,
zoover ik weet, nog in geen enkele Duitsdie
courant werd besproken, wil ik hier zeggen
het zijn grootendeeis materiee'le redenen die
hell verzet der afgevaardigden tegen de ont-
binding van dn rijksdag veriklaren. Dit ma-
terialisime waardoor aille gevoel van scliaam-
te wordt gedood, is in een sprekiend geval dui
delijk gedemonstreerd, toen namelijk er een
volkomen eensgezindheid was in den anders
zoo totaal verschillenld denlkende leden van
den rij'ksdag bij: het vaststellen der hooge
presentiegelden voor den rijksdag diia op 't
oogenblik een vierde van het tractement van
een minister bedragen! Men weigerde een^
stemnrig, vani den communist tot den Deutsch
Volkdschen' om 'het getal der afgevaardigden
te ver'kMnen waardoor een' grobie geldver-
spilling zou worden vermsden. Eenstemniig
werd ook besloten om den rijksdag steeds
sledhils te verdagen, omdat dan de presen
tiegelden: worden betaald en de leden in bad-
plaatsen enz. wdlgemood dat geld kunnen
verteeren en kosteloos per lste klasse kunnen-
reizen. i^ien kan er zeker van zijn in een
spoorwegcoupie lste klasse minstens drie
gjatis reizigers (afgovaa rdigden of hoogere
amlbtenaren) aan te treffen^ tegenover een
betalende, meestal een nieuwe rijke of
Schieber. In de 2-de klasse vindt men fabri-
ka-nten en handelsmenschen', in de derde ari-
beiders en in de 4de den intellectueei, dien
paria 'in het nieuwe Duitschland.
(De meeste schulid 'aan deze itrooSteloozen
toestand in de pari'ementen, heeft hoe
vreemd diat ook mag schijnjen he) byzan-
tisme naar omlaag, tegenover de kiezers, die
het vroegere byzantisime naar boven heefit
yervangen.
Men moet met de stemming rekening ho-u-
den van de groote onoordeelkundige em gei-
daditenliooze massa, het souvereine volk
vleien, de propagandisten- onder hen' 'in goed1
betaalde baaniijes onderbrengen, hen auto's
in gebruik geven, all liraen ze vroeger naast
de hondenkar. De revoiutionaire en lurger-
lijke radikalen itrarihten de leidei^ hunn:er
partiji-poliiieke organisaties invloed' te geven
en hen een goeda positie fe bezorgen. M'aar
zij kunnen ook de vroegere ambtenaran niet
missen en deze moeten ook weer meii de nieu
we machthebbers in 't rijk saimemverken.
Onder deze omstandighed'en kunnen' zich
echter geen karakters vormcn., die voor het
tegmwoordige Duitschlainid toch zoo hoog
noodig zijn, even' noodig en meer nog dan
onder het keizerrijk.
De Fransche revolutie in 1789 bracht, zoo
als men weet, dtem derden stand omhoogi, de
burgers en ambtenaren. De Duitsche revolutie
van 1918 bracht den vierdeo stand in de
hoogite, den arbeider. Uit den derdlon stand in
Frankrijfc kwamen karakters, die als xneteoren
in de geschiedenis van dat land Schi'tOeren. De
in Duitschland opgek-omen vierde stand
bracht m-enschen, die een goed1 baantje na-
jaagden en'verder kl-edne straaitpolitici, bij, wie
de partij boven het vaderland gaaty
Een Cato uit den vierden stand zou lets
groolsch voor zijn vaderland hebben kunnen
volbrenigen; cn werkelijke man van karakter,
d'ie niet de nevelachlige verschijning van een
fato morgana nastreeft, dat m'en „Intemaitio-
naal" noernt, had hell Duitsche proletariaat
dmhoog 'kunn-en voeren. Met de togenwoordi-
ge leider zaill de Vierde stand weer in zijn on-
derdanigen toestand vari voor de revolutie
teruggedrcngen worden, cnidat die leiders
niets zijn dan kleme, op inaterieele voordee-
kn- beddchte drijVers.
In het buitenland kan men zich- geen1 be-
grip maken van het groote getal parlenients-
leden dat hier is, die alle op het merg des
volfcs teren. Behalve den rijksdag zijn er do-
zijnen „Landtage", d'aarnaast ,„Provincial
land'iage", „Kreisstage", rijiksraad, gemeente-
raa-d en zo!o voort, waarin die leden alle hoo
ge presentiegelden ontvangen. Een bewijs
wielke groote sommen hier aan die afgevaar
digden verspild worden1, m-oet men in't voor-
stel der burgerlijke partijen fix den landdag
van den ikleimen staat Brunswijk, inhoudende
om1 het aantal le vermiinderen op 30 en het ge-
tal der ministers op 3, zockm Hierdoor^ zou
jaarlijks niet nrindier dan 25 "duizend bilEocn
markt aan presentiegeld bespaard worden.
Het vroegere hertoguom Brunswijk heeft V*
millioen inwoners
Als cur'iosuteit haal ik een bericht aan uit
de „Dusseldorier Nachrichten" over een
r.'ia'dsvergaderinig in Dusaa-dorf, waarm 3 lA
uur over de werkloozen'onderstcunLng werd
gedebatteerd. Het blad maalst de volgende
kostenrekeiaihgzaalhuur 75 billioeneni, daar-
bij 130 electrische laimpcn; d'e dnocteurea
van de arbeidSbeurs ar verscheiden hooge
gem-eente-ambtenar-en moestea SVa uur - hun
hoog-betiaalde arbeidstijd met toeslagen nutte-
loo® door brengen; tie ongevccr 80 aanwezige
randsledai kregen 80 X 1.2 bilioen, dus rond
100 bililoen mark; twee sten-ografistcn schrij-
ven woord voot woord, zin en onzin op1 wat
gesproken wordli, llikken1 dat de volgende da
gen op d'e schrijfmaehuae en laten hot do-or
den redenaar corrigeeren; in de Stadlsdrukke-
rij wordt het gezet en iin 300 -exemplaren ge-
drukt. Het gcdrukte verslag arukkosten
rond 250 brilioeii mark wordt in een om-
slag gedaan en door een1 aambtenaar verzon-
dcrT-— cn dat alles betaalt de tevreden- belas-
tingbetaler. Een aardlig sominetje!"
Voor Duiitsch'land "is een internationale con-
trole over de firianden bitter noodig, die
met het afschaffem van honderdem van parle-
mentsleden zou moeten1 beginnen.
pen. Zij stond daar met gebogen ho'ofd, he-
vend en sidderend, geheel iim el'kaar gedoken.
Harrison1, die de vrouw bij den ram- vastL
hieid, had1 haar hoofd zoo gedhaaid, dat Hiij
'haar gezidht koin ziien. Hiij was doodelijk bleek
en haar zwarte oogenii stonden wijd open,
die pupillen groot van angst. Haar tanden
kliapperd'en "fen zijn scheen- niet in staat te zijn
te spreken of zi'dh te bewegen.
},Nur-eT.MDim?" riep MattbJdws uit ntet
triomf in zijn 'stem. „Breng haar naar bin-
men, Harrison, -en laat ons haar eens zien."
Maar de vrouw d'eimsde in grooten angst
terug. Zij1 stribbelde tegen en hield zich Slijf,
zooals -een kind' doet in drift, en sipande elken
spier cm te blijven waar zij was, iimeenige-
huorfkit bij, de deur van de herberg.
„Kom mu, beste kind"'', zei de man.1 vader-
lijk,',,hoor je niet wat de inspecteur zegt!
Naar binnen!"
„Neen, meem, n'idil in- diat huis! Om G'ods-
wil, breng me nliet weer in die kamerO; a|1s-
jeb'lieft, laat mij bulitan blijven! Breng ine
naar de gevangenis, maar niet weer in diat
huis!"
Zij tog bijna op haar knlieem in den madder
en smeekte em dlreigde, terwijll haar liChaam:
scbokte van het snikkem.
Toen mam Harrison, die soldaat hij de
garde geweest was en daarbiji wel zes voet
lang, haar eenvcudig vierkamt op en- drceg
het nog steeds jaminerende em worstelamde
mrisje over den drampel het huis- binnen.
Matthews volgde hem.
De blind-en van- de gelagkamer waren nog
steeds geSloten. Sledits een streep van dten
vuilien vloer, bestrooid met zaagseil, was ver-
licht door het dagMdht, dat door de dieur bin-
nenviel. Op -de taM stond een blaker, de
kaars was tot in -den keperan houdler tcne bp
gebrand: to het toatste eindj-e pit flikkerde -en
sputterde in hot gesmolten vet. Half in het
licht dat door de deur viel en ha™f in de
dlu'isternis daarachter tog het Hjk van een
niet zteer gro-oten man met een- geetochtig ge
zidht. een wond van een- fcogefli to zijn voor-
hoof-d.
Zonder eenige moeite zeitte Harrison zijn
liehte last weer op haar voeten bij de told.
Ottmiddellijk vluchtte -hdl mdsje als een- van
s-chrikt hent !to het hosch, naar oen versten
hcek van de kamer. Daar viel zij1 smikfcend
op de knieen, en schokte en schudde hteett en
weer als in een uanval van hys'terie. Harri
son ging haar shd achferna om de tafd
heen, maar hij: weird1 weerhouden door een
kreet van Mlatthews, die naast het Ichlaam
op den vloer knidde.
Aan de Dammers
Met da'nk voor de ontvangen oplossingein
van probleem No. 788.
Stand:
Zwa-rt: 10' schijven op 3, 5, 7/10, 12, 15,
26, 44 cn d'am op 36.
Wit: 12 schijven op 18, 23, 25, 27, 29,
33, 34, 38, 39, 42, 45, 50.
Oplossing:
1. 27—21 1. 36 13 of 26 17
2 38—32 2. 26 17 of 36 13
3. 45—40 3. 44 35
4. 29—24 4. 13 30
5. 23—18 5 12 :23
6. 34—29 6. 30 28
7. 33 4 7. 23 34
8. 25—20 8. 15 24
9. 4:45!
Goed'e oplosslngen cntvingen wij1 van de
heeren: C. Betletn, W Blokdiijk, C. Blokdijlk,
R. W. Bosnian1, P. Dekker, G J. C. Denlijs,
D. Gerl-ing, A. List, G. J. v. «f. Ploeig,
J. J Stoute, J. Woerdeman, Allan-aar,
P. Kleute Jr., dew Haag
Wij open:en de eerste rubriek in 't jaar
1924 met een zeer intercssawten Slagzet van
den Franhchman Olivter, uitig-evoerd to een
wedstrijefpartij1 te Nizza.
Zwart: 13 schijven op' 6, 7,« 9, 11, 12,
14/20 23.
Wit: 13 schijven op 26, 30i, 32, 35, 36, 37,
39, 42, 43, 45, 47, 48, 49.
Wit speelt:
1. 30—24!! 1. 19:30
Slaat zwart 20 29, dan voillgt 2621
en 42 4
2. 35 24 2. 20 29
3. 39—33 3, 29 27
4. 26—21 4. 17:26
5 37—31 5. 26 37
6 42 4! Toch op dam geslagea
WEDEROM 7 OM 7.
Wel'k een geest-ige coinbinaties weet de beer
Kleute to deze standen toch samen te stellen.
Hier is er weer een
„Laat haar maar", zei Matthews, „zij- is
bang hiervoor en dat lis geen wonder! Kom
eens even hier, Harrison: en zie of-je dezen
kerel kent!"
Harrison liep de kam'er ddor en keek naar
de roerlooze gedaanlte. FTij floot zachtjes.
„Op mijn wo-ord!" zei hij, „die heef:t ge-
tro-ffen-, mijnheer! Jav ik ken dien man heel
goed. Het -is Rass, de waard van deze her
berg, dat is hij1, een man, die geen1 vlieg
kwaad zou hebben -gedaan! Wiie zou het ge
daan- hebben-, denkt u?"
Matthews, die de zakken' van den doode
doorzocht had, stond nu op.
„Niets, diat de mceite waard is om naar
het bo-ofdbufeau te berich'i'en" zei: hij half-
luid. Teem voegde hiji erhij1 tot Harrison:
j,Dat zullen wij moeten- ui-tvinden... hallo, wie
is d:aar?'
De deur van de bar naar de gelagkamer
werd o-pengegoo-id. Gordon stak zijn hoofd
naar bi-nmen.
Ik heb Bates buiitem gd-aten, m'ijnheer",
zei hij- in an-twoord op een vra-genden blik van
Matthews, „ik ben het heele huis gel'ij'kvlciers
db-orgeweest en er i-s -geen- levande ziel.."
Plotseling hield- hij- on.
(Wordt vervolgd)
t