Mmaarsche Courant
N.V, Boek- en Haniielsdrukkerij
v.h. Herms. COSTER ZOON,
FEIIILLETON.
De onzichtbare hand.
Honderd Zes en Twlntlgste Jaargang,
Donderchtg 17 Januari.
Ziet, Uwe Drukwerken na.
On^e zetmachines stellen ons
in staat I) ylug te beclicnen
ALKMAAR.
No 14. 1924.
Stadsnieims
HERZIENING JAARWEDDEN PERSO-
NEEL GYMNASIUM EN HAND'ELS-
SCHOLEN.
(Vervolg.)
Wij meenen derhalve voldoende te hebben
aangetoond, dat de gemeente in de noodzake-
lijkheid verkeert de subsidie-voorwaarden te
aanv.aarden. Wij hebben overigens geen be-
zwaar aan de door de Vereeniging van leera-
ren geuite wenschen zooveel mogelijk tege-
moet te konien. De wijzigingen, die wij in ver-
band daarmede zullen voorstellen, beteeke-
nen alle afwijkingen van de Rijksregelingen
waar deze in ihet algemeen voor gemeente en
Rijk van ondergeschikt belang zijn te achten
en de groote lijnen onaangeroerd worden ge-
laten, vertrouwen wij, dat tegen een en ander
bij d«a Minister gees bczwaar zal bestaan.
De mogelijkheid van eene latere herroeping
Her gencmen besluiten tet zake is echter
jeenszins uitgeslotsn.
Thans zullen wij de ontvangen epmerkim
gen en bezwaren aan eene besdhouwing on-
derwerpen.
Curatoren van het ■Gymnasium hebben be-
richt geen aanleiding tot het maken van bij-
zondere opmerkingen te hebben gevonden.
De Ccmmissie van toezidht op het Middel-
baar Onderwijs maakte een tweetal opmer
kingen, waarvan wij er een zullen behande-
len tegelijk met een bezwaar der Vereeniging
van leeraren betreffende dezelfde aangele-
genheid. De andere betretf de bepalingen om-
trent het verlof van vrouwelijk personeel bij
zwangerschap; de coimmissie acht het onge-
wenscht de gehuwde vrouw als leerkracht
aan eene school verbonden te laten. Deze ma-
terie leent zich niet voor een incidenteele re
geling. Om die reden zouden wij de bepaling
thans willen handhaven onder uitdrukkelijk
voorbehoud, eventueel te gelegener tijd bij
een algemeene fegeling voor het geheele per
soneel over dit vraagstuk een beslissing te ge-
ven.
De vereeniging van leeraren wijst er in de
allereersie plaats op dat naar hare meening
het onderwijs bij aanneming der voorgestelde
herziening zal worsen benadeeld.
Wij willen in verbana daarmede de aan-
dacht vestigen op de volgende wijzigingen,
die hunne wedderegeling onder gaat:
Voor dezewedde
worden onder
nieuwe regeling
Oude regeling opgedragen een
Dienstj. Wek. uren. Jaarw. aantal wekelijk-
sche lesuren van1
geen
20
geen
10
20
geen
20
19—24
19—24
19-24
18
18
18
10
10
10
3360.—
4560.—
5280.—
3240.—
28
27
27
27
24
24
18
15
15
4100.—
4620,—
2160.—
2640.—
2930.—
fnderdaad beteekent dit voor de betrokke-
nen een belangrijke adhteruitgan'g.
Het nieuwe systeeim behoort eyenwd tot de
grondslagen van de Rijksregeling, waaraan
dethalve niet zal kunnen worden getornd.
Verder komt de vereeniging onbillijk voor
de bepaling van art. 4, 6e alinea, der veror-
deningen voor de dagscholen, dat bij een ver-
schillend getal lesuren, gegeven in een tijd
jaarwedde daarna niet naar een lager getal
vak van vier achtereenvolgende jaren, de
lessen mag worden berekend dan gegeven
zijn in het jaar, waarin het getal lessen het
kleinst was. Zij meent, dat het beter is te be-
palen, dat het salaris nietjnag dalen,' bene-
eour
Mi welke vier jsres b«deel« wwdes, ww*
den zijn aan te wijzen de vier jaren na het
verkrijgen eener vaste aanstelling, dan wel
de vier jaren voorafgaande aan het tijdstip,
waarcp deze bepaling zal zijn toe te passen,
indien dat laatste tijdvak een hooger cijfer
aangeeft. De derde zin, welken de vereeni
ging zou wenschen te zien vervallen, heeft
enkel betrekking op de mogelijkheid, dat, met
behoud van ihetzelfde to-taal aantal lesuren
van een leeraar zou worden verminderd De
vereeniging leest die bepaling blijkbaar zoo,
alsof oolk wanneer het aantal k'lassen kleiner
wcrdt, de waarborg, die in de eerste beide
zinnen van deze alinea wordt gegeven, zou
ophouden. Dit is niet juist. In onderling ver-
band bescho-uwd bedoelen de versc'hillende
bepalingen van het zesde lid, te garandeeren,
dat vermindering van het aantal klassen geen
te groote vermindering der wedde tengevolge
zal hebben. Al-leen in het zooeven door ons
vermelde geval van b.v. wijziging van het
programrna of van de taakverdeeling der
leeraren zal de waarborg niet gelden.
Er is o.i. geen reden om in dat opzicht een
verandering aan te brengen, vooral niet nu
blijkt, dat de adressante van een onjuiste
praemisse is uitgegaan.
Ten aanzien van de opmerkingen omtrent
het heffen van pensioensbijdragen en ihet on-
billijke daarvan met het oog op de andere ge-
meenteanibtenaren, achten wij ons van de
verplichting tot het geven eener beschouwing
ontheven. Een afwijking van de gestelden re-
gel is uitgesloten. Wij hebben inmiddels van
den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wc-
tenschappen een schrifven ontvangen, waar
in als voorwaarde voor de subsidieering der
Handelsscholen wordt gesteld, dat van 1
Jartuari 1923 af van het personeel pensioens
bijdragen moeten worden geheven op den
vcet als voor de Burgerlijke Rijksambtenaren
is bepaald. Op ons verzoek te willen goedkeu-
ren, dat deze heffing voor het personeel on-
zer Handelsscholen van 1 September 1923 af
plaats heeft, ontvingen wij van den Minister
een afwijizend antwoord. Wij zien ons derhal
ve genoodzaakt het raadsbesluit van 28 Fe-
bruari j.l. inzake het heffen dezer bijdragen,
van 1 Januari 1923 af toe te passen. In de
verordeningen voor de Handelsscholen is als-
nog eene bepaling ter zake op te nemen als
reeds in de verordening voor het Gymnasium
voorkomt.
Wordt vervolgd.
HET ONTSLAGEN PERSONEEL VAN
HET PLAATSELIJK TELEFOONNET.
Aan de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal is het volgende adres gezondeir.
Geven met verschuldigden eerbied te ken-
nen: Techn. Ambt; Dahliastraat 3: A. C. A.
Hartman. TelefonistenA. Surendonk, A.
Termaat, C. Schuurman—Akkerman, Chr.
van Wieringen, H. Kostelijk, J. Brouwer, J.
C. SieuwersMonteurs: R. v.d. Pal, G. de
Boer, C. Vasbinder, N. Bos en E. Q. A.
Querelle; Ingenier: A. Pot Jzn., alien te
Alkmaar en werkzaam geweest bij het plaat-
selijke telefoomnet gedurenide den op bijlage
1 vermelden tijd';
dat bij K-on. Besluit van 9 Aug. 1922 aan
de N. V. Alkmaarsche Telefoon- en Goede-
renbesteldienst tegen 1 Jan. 1924 de conces-
sie voor het locale telefoonnet te Alkmaar,
welke luidde tot wederopzeggens toe, werd
opgezegd1 eni vanaf dezen laatsten datum door
het Staatsbedrij'f der Posterijen, enz. een lo-
caal Rijkstelefoonnet wordt geexploiteerd;
dat in begin Juni 1923 door de o-ndergetee-
kende technisch ambtenaar, telefonisten_ en
monteurs van het Alkmaarsche Telefoonnet
verzoekschriften zijn ingediend, om op 1 Jan.
1924 bij de overneming van het bedrijif in
's Rijks dienst te mogen overgaan;
dat zij alle reden meenden te hebben, te
mogen verwachten, dat ook in dit geval niet
van den gewo-nen regel afgeweken zou wor
den, temeer, waar in Oct. 1921 het personeel
van het telefoonnet te Helder, destijds van
dezelfde N. V., bij de overneming van het be-
drijf ook in Rijksdienst was overgegaan, ten
dat het inmiddels ontslagen
Jan. 1924 telegrafisch zijne
den hetg emiddelde, dat gedurende die vier ja- j,0Vendien in April 1922 door het Hoofd-
x._ --i begtuur der p€Sterijen, enz. naar aantal en
inkomens van het personeel te Alkmaar is
geinformeerd (Bijlage 2)
dat op 15 Nov. 1923 de ondergeteekende
Ir. A. Pot, die op een soortgelijk verzoek na
drie weken een afwij'zend antwoord gekregen
had, bij een onderhoud naar aanleiding daar
van met den heer Directeur-Generaal der
Posterijen, enz. toevallige veraam, dat er
plannen waren, geen der leden van het per
soneel over te nemen. (Bijlage 3);
dat op 22 Nov. vertegenwoordigers van het
personeel eerr onderhoud hadden met genoem-
den heer Directeur-Generaal, bij' welk onder
houd bleek, dat, aangezien de concessievoor-
waarden geen verplichting tot overname van
het personeel inhielden, en er bij het Staats-
bedrijf een overcompleet aan Rijkspersoneel
aanwezig was, de Directeur-Generaal ge
noodzaakt was, op de verzoeken afwij'zend te
beschikken, beh-oudens dat wellicht aan den
Minister van Financien zou worden voorge-
steld de drie oudste telefonisten in s Rijks
dienst over te nemen;
dat bij deze gelegenheid door de vertegen
woordigers een schriftelijke memorie werd
ren genoten is. De ccrmmissie van toezicht
meent, dat het met het oog op de tegenwoor-
dige tijdsomstandi gh eden niet aangaat een
leeraar bij vermindering van lesuren salaris
ait te keeren voor uren, die Ihij niet geeft en
waartegenover geen enkeile contra-prestatie
zijnerzijds staat. De bepaling is bedoeld als
waarborg voor den leeraar om zijne positie
een zekere vastheid te geven, te voorkomen,
dat b.v. aan een leeraar, wiens betrekking
steeds een volledige dagtaak omvate en voor
hern de gebeele levenspositie was, bij achter-
uitgan.g der school een zoodanige verminde
ring van lesuren en bel-ooning kan worden op
gelegd, dat de taak voor hem een bijbetrek-
'kin'g zou worden. Zonder dezen waarborg zal
zal een vervulling van eventueele vacature's
tot veel moeilijkheden aanleiding kunnen ge
ven. Een leeraar toch, wiens positie e'ders
„vast" is, zal met 'n onzekere toekomst hier bij
vacature niet sol'liciteeren, waardoor in den
regel de meest geschikte leeraren niet zullen
worden verkregen. Wij achten het dan ook
wenschelijk de betrekkelij'ke -bepaling te hand-
haven, evenwel met wijziging van den twee-
den zin in den geest der wenschen van de ver
eeniging. Ter vermijding van de onduidelijk-
soneel op
el-angen in
de'aandacht van "den Minister van Watef-
staat en den Directeur-Generaal aanbeval
(Bijlage 5 aangaande ontslag)
dat op 4 Jan. d.a.v. in antwoord op dit
telegram een voor het geheele personeel af-
wijzende beschikking ontvangen werd (BijL
lage 6)
dat, waar het hier personeel betreft van
een door het Rijk overgenomen en voortge-
zet openbaar bedrijf, waaronder gehuwden
en kostwinners met tot 20 dienstj aren, die
door de Rijksexploitatie van zoo goed' als alle
telefoonnetten buiten staat zijn, anders dan
in's Rijks dienst binnen afzienbaren tijd een
gelijkwaardige positie te verkrijgen en die t-ot
einde Nov. 1923 in de meening zijn gelaten,
in dienst van het Rijk te zullen overgaan, het
toch niet billijk is te achten, dat dit personeel
zonder meer wordt ontslagen.
Redenen, waarom adressanten Uw Kamer
beleefd doch dringend verzoeken, Haar in-
vloed te willen aanwenden, -opdat bedoeld
personeel alsnog in's Rijks dienst worde
overgenomen.
Alkmaar, 14 Jaa. 1924.
't Welk doemie, wt.
Bijlage 1.
Staat vaa diensttijden van het personeel
van het Alkmaarsche Telefoonnet, Dec. 1923.
Telefonisten diensttijd: A. Surendonk, 20
jaar; A. Termaat, 18 jaar; C. Schuurman—
Akkerman-, 16 jaar, gehuwd; Chr. van Wie
ringen, 9 jaar, kostwinster; H. Kostelijk, 2.
jaar; J. Brouwer, 1 lA jaar; J. C. Siewers,
jaar-
Monteurs, diensttijd: R. van der Pol, 10
jaar, gehuwd; G. de Boer, 8 jaar; N. Bos, 6
jaar; E. Q. A. Querelle, 5 jaar.
Technisch Ambtenaar, diensttijd: A. C. A.
Hartman, 10 jaar, gehuwd-.
Ingenieur, diensttijd: A. Pot Jzn., 21 jaar,
gehuwd.
(Ook de leeftijden zijn opgegeven).
Bijlage 2.
Afschrift.
Rijkstelegraaf.
Kantoor te Alkmaar 20 April 1922
Het Hoofdbestuur afd. Telefonie belde mij
op met de vraag te willen opgeven:
het aantal telefonisten localen dienst;
het aantal tech-nische ambtenaren en
het loon't welk bun wordt uitgekeerd.
Verzoeke beleefd mij- -deze opgaven te wil
len versitrekken.
De Directeur,
w. g. W. J. JANSEN,
Aan den Heer H. Pot.
ZEd.
Bijlage 3.
Bericht op schrijVen van
1 Oct. 1923.
's-Gravenhage, 23 October 1923.
In antwoord op nevenvenmeld schrijven
heb ik de eer U mede te deelen, da-t aan Uw
verzoek om overgang in rijksdienst niet kan
worden voldaan, vermits aan ambtenaren
van den rang van Ingenieur bij het Staatsbe-
drijf van -de Posterijen, de Telegrafie en Te
lefonie voor het oogenblik geen behoefte be-
stciclt
De Dircteur-Generaal,
A. A. H. W. K6NIG.
Aan den Heer Ir. A. Pot
te Alkmaar.
Bijlage 4.
Afschrift.
Overnam-e Personeel Alkmaarsche Tele
foonnet.
Aan den Heer Directeur-Generaal der
-Posterijen en Telegrafie,
's-Gravenhage.
Naar aanleiding van het feit, dat overwo-
gen wordt, het personeel van het Alkmaar
sche Telefoonnet bij het in Rijksexploitatie
nemen van dit bedrijf, niet in's Rijks dienst
te doen overgaan, neemt dit personeel beleefd
d-e vrijhei-d, hieromtrent eenige opmerkingen
te maken, en is Uwe Hoo-gedelges-trenge dank-
baar, deze toe te kunnen lichten.
Al is het Rijk volgens de concessie niet
wettelijk verplicht, het personeel ingeval van
Rijksexploitatie over te nemen, de moreelt
plich-t, welke als grondslag tot den wettelijken
bes-chouwd moet worden, blijft. Dit geldt te
meer, daar het „levend materiaal" niet ge-
kend is in -de vaststelling van de voorwaar-
den, iets wat te dien tij'de niet •gebruikelij'k
was. Tegenwoordig is er wel geen concessie
denkbaar, waarin niet een clausule omtrent
het personeel voorkomt, en zou het dan wel
veraedigbaar zijn, een groep personen het
slachtoffer te doen worden- van een verzuim
van anderen. itt het verled-en? Wa-nneer bijv.
het net t-e Arnhem in dezen tijd over zal
gaan, twijfelen wij er niet aan, of het perso
neel gaat over. Is het billijk ons daarbij ach
ter te stellen?
In vroegere gevallen van denzelfdten aard
als het ond-eiliavige, bijv. in het net te Hel
der, heeft het Rijk blijk gegeven, het met deze
opvatting van den moreelen pl'icht eens te
zijn. Het personeel is overgegaan met bere-
kening van dienstjaren- bij de Naaml. Venn,
voor pensioen en met behoud van salaris. Dat
in April 1922 onze inkomens door het Hoo-fd-
»HS?«ur wewfw apgtmtgi, w*s v»#r
dan ook weer een reden, er vast van overtuigd
te kunnen zijn, in's Rijks dienst te komen.
De moeilijke tijd-en en bijzondere omstan-
digheden in aanmerking genomen, geldt b«-
venstaande voor Alkmaar ia verhoogde mate.
Nu zoo goed als alle netten door het Rijk ge
exploiteerd worden, is het voor het zoozeer in
speciale richting ontwikkeld telefoonperso-
neel zeer bezwaarlijk zich een -positie te ver-
werven, welke moeilijkheid stijgt met het aan
tal dienstjaren. Zij zouden gedwongen zijn
een ander soort werkkring te zoek-en of een
ander vak te kiezen, hetgeen voor meerderen
.irciee'
Door Douglas Valentine.
(Schrijver van De man met den Klompvoet).
Ger.uto-riseerde vertaling van W. E. P.
(Nadruk verboden)
781
:Desmiond begoni langzaam den weg, dien
hij gekomen was, terug -te wandelen. PJo'tse-
iing vial zijn blik op een- Tichlt, dat aanging
boven een nuisdeur. Toen hij- vlliak bij- gekcf-
schrift: Gemeubitoer-de kamers tie- tour.
De ohverwadhifce vraag van het -dienstmeiS'-
je deed een plotsclinge -gedachte in zijn brem
icpkomen. Hij1 had1 ge'en kamer -o-p de club
ger-eserveerd en alle ^laapkamers Icon Jen
wel besprokcn zijn. Waarom ziou hij geen
kamer. in did Ihuis nemen, miidden in tot
kamp van zijn te-genistandlers en can paar da-
gen op -de loer gaan li-ggen, of hij, m-evrouw
Malplaquet kon ontidekken of i-e'ts kon vin1-
den, dlat hem- op een spoor kon brengen.
Dus antwoordlde Desmicnd- van ja, dat hij
gekomen was om de kamers.
Het mjeisje zei. da-t ze
'it mevronw zou
men- was, zag hij dat een gnsHcht braandde
to-nne'g-ordijnen-en een bliauw karipet; een.
gravure van „Koning -Oephetua en 'het bede-
lii een- afdak bo-ven de huisdeur van een aaru
dig itwee-verdiepingenhuis, dal_ afzonulerlijk
sjiond in een peuterig klein tu'initje. Hij1 houd
grondig genoeg van het -doelloos been en
weer loopen en ging op tet aardige huisje
af. Op zijn belkn werd dte deur geopiend
door een dienstmieisje met sch-o-rt -en mute, dlalt
op dezelfde schaal van het huis scheen ge-
schapen te zijn-, zoo'n niet'ig, klein persoon-
tje was zij.
„0 meneer", zeide zii toen ze hem: zag,
Jkwam u om de kamers
En zij wees naar tet bovendste ,gedieeli!fe
van de deur, waar Desmond' nu eeret bij net
Cael'icht een- kaart ontdekte met tet op-
iaarsmeisje" hing bov-en -den' schoorSieen-
miantel. Zo-odra je de kamer bmnenkwa-m,
sp-rak ieder d-i-ng als't ware van da goed-
koope wiinkeltjes van Tottenham Court
Road.
Toen gin-g de deur open' en- een kleine, dik-
ke, pracht'ig opgedofte diame kwam met grobtl
-gerinkel en -geruisch b-innen. Hielll -gerinlkel
werd veroorzaa-kt door de .irroote ho'eveelteid
versiersden, diie zij «ian' ali'fe kanten d'roeg;
het'geruisch d'oor een zwairts, sterk glanzen-
dle, zij den jap-on. Met elke beweging, die zij
van ons een zware finaifcieele slag beteekent, I Voordam C 9,
om van andere gevolgen met eens te gewa-
gen.
Billijikteidshalve zouden dus de functies in
het locale Rijkstelefoonnet te Alkmaar ver-
vul-d moeten worden door het personeel van
het oude net en mocht dienstbelang wijzigin
gen eischen, dan zou toch een ieder een met
salaris en capaciteiten overeenkom-ende werk
kring moeten worden toegewezen. Is het ech
ter noodzakelijk op het personeel te bezuini-
gens, dan wil het ons als een eisch van bil-
lijkheid voorkomen, dat voor ons dezelfde
voorschriften van ontslag en wachtgeld zul
len gelden, als voor het Rijkspersoneel het
geval is. Het feit, dat op onze verzoeken- om
overname van begin Juni 1923 nog geen ant
woord was gekomen, en wij dus- binnen zes
weken buiten betrekking zouden zijn, maakt
deze onze wensch des te redelijker.
Wij bevelen onze belangen zeer beleefd in
de aandaeht van Uwe Hoogedd-gestrenge
aan.
't Welk doende,
namens het personeel*
w. g. ANNA SURENDONK.
w. g. R. v. d. POL.'
w. g. A. G. A. HARTIMAN.
22 Nov. 1923.
Bijlage 5.
Afschrift.
Alkmaar, 16 Nov. 1923.
Opzegging Dienstbetrekking.
Aan onze 7 telefonisten, 5 monteurs,
1 Technisch Ambtenaar en 1 Ingenieur.
Hierme-de vervullen wij den treurigen plicht
U onmiddellijk in kennis te stellen van de
hoogst teleurstellende mededeelingen, die wij
gisteren, mondeling, van den Heer Directeur-
Generael der Posterijen en Telegrafie ont
vangen hebben.
Deze bestaan hierin, dat geen Uwer of
hgogst-ens-misschien twee of drie telefonisten
met 1 Januari a.s., in's Rijks dienst bij de
exploi-tatie van het nieuwe telefoonnet, zal
overgaan; met andere woorden, dat Gij, o-p
Uwe verzoeken die reeds vijf maanden oud
zijn, een antwoord zult krijgen, dat voor U
beteekenen zal, dat Gij over zes weken zonder
betrekking zult zijn! Wij moeten hier name-
lijk de treurige b-oodschap aan toevoegen, dat
wij U bij dezen Uwe tegenwoordige betrek
king bij ons, tegen 1 Januari a.s. opzeggen,
waartoe wij om de volgende redenen genood
zaakt zijn.
Zooals U bekend, is ons ons bedrijf van
exploitatie van het Alkmaarsche Telefoon
net, ontnomen door intrekking onzer co-nces-
sic.
Daarbij' js 0ns Jin verband met de o. i
immoreele bepa-lin-g dier concessie, die
luidt tot wederopzeggens, zonder eeni
ge nad-ere bepaling .omtrenlt ev. overna
me van materieel noch personeel ter-
wijl toch een telefoonbedrijf doorloopend
nieuw kapitaal eischt),
na buitengewoon veel moeite, en nadat ons
zelfs eerst was medegedeeld- aan het slot van
een brief van 18 Augustus 1922:
(Ik stel mij voor tegen het tijdstip van
afl-oop Uwer concessie na te gaan welke
de waarde is van het -nog voor het Rijk
'bruikbare materieel een bod te doen tot
overneming van dat materieel)
een zoodanig bedrag toegezeg-d voor het oude
materieel van 'het telefoonnet, (dat door aan-
leg van het nieuwe Rijksnet als zoodanig
waardel-oos is gemaakt) dat wij daarmede
slechte ruim een derde gedeelte van ons nog
onafgeschreven kapitaal zullen kunnen af-
boeken.
Onder deze o-mstandigheden is het -ons on-
mogelijk na 31 December nog iets voor ons
personeel te doen, te meer waar wij reeds lang
een deel Uwer, niettegenstaande het reeds
lang begonnen doo-d'bloeden der exploitatie,
toch in dienst gehouden hebben, met het oog
op overgang in Rijksdienst, zooals altij-d! ge-
bruikelijk is geweest, en ook is gesch-ied- met
het person-eel dat indextijd verbonden was
aa-n ons Heldersche telefoonnet, (waarvan
het materieel op - overeenkomstige wijze in
's Rijks handen is overgegaan).
Ook wij hadden verwacht waar een goed
deel Uwer zijn geheele leven aan den opbouw
en -de exploitatie van het net heeft gegeven,
een taak die hetRijk in den moeilijksten tijd
aan het particulier i-nitiatief heeft overgela-
ten, maar gaandeweg is gaan meenen tot
Rijks,zorg te behooren, dat daarmed'e te alien
tij de door het Rijk als vanzelfsprekend zou
worden rekening gehouden.
En wij kunnen er ons ook nu nog -met m-
had behooren te
denken, dat tet anders
zijn.
Hoogac'htend-,
voor den Alkmaarsche Telefoon- en Goederen
bestel-Dienst Naaml. Venn, te Alkmaar.
De Dir.
w. g. J. J. POT.
Deze concessie is niet bij het begin der ex
ploitatie verleend en aanvaard, maar de aan-
vaarding daarvan is eerst acht jaar na den
aanvang der exploitatie, d'us nadat reeds acht
jaar lang kapitaal in de onderneming ge-
stoken was, afgedwonge-n met de bedreiging,
dat zonder aanvaarding, de netten Alkmaar
en Helder niet aan interlocale Rijksnet zou
den worden aangesloten, iets waarom reeds
jaren tevoren door ons gevraagd- was.
Bovendien werd^deze concessie pas door de
inwerkingtreding van de Telegraaf- en Tele-
foonwet 1904, automatisch de eenige
gel-dende met genoemde treurige gevolgen.
Bijlage 6.
Afschriften.
Telegram op 1 Januari 1924 aan den
Minister van Waterstaat.
Het ten gevolge van beeindiging concessie
hed-en ontslagen personeel van Alkmaarschen
Telefoondienst beveelt zijne belangen beleefd
doch dringend in de aandaeht van Uwe Ex
cellence aan.
Namens personeel,
w. g. HARTMAN.
Telegram op 1 Januari 1924 aan den
Directeur-Generaal P. T. T
Het ontslagen personeel van Alkmaarschen
Telefoondienst beveelt zijne belangen beleefd
-doch dringend in Uwe aandaeht aan.
Namens personeel,
w. g. HARTMAN.
Antwoord van den Directeur-Generaal
Op dit telegram.
's-Gravenhage, 2 Jan. 1924.
In antwoord op Uw telegram van 1 dezer
moet ik U tot mijn leedwezen medede-elen uat
overgang in's Rijks- dienst van het bedoeld
personeel niet mogelijk is.
De Directeur-Generaal,
w. g. A. A. H. W. KoNIG.
Provinciaal nienws
-maakte, rinkelden de groote afhangcmde
st-eemen, die zij in die icorein droeg en teu ge
rinlkel -werd begeleid' -do-ot een mel-odi-eus ge-
-tingel van de -cha-rivari-armlbanden, die haar
poteen versierd-en.
Zij1 nam Desmond met eep korten blik van
belli teof'd tot -de voeten op- en zijn voorkotaien
scheen haar te beva-lleu,' want zij gldmlJachte,
ter-wij'l ze met tamelijk gem'aakie stem zei
„Mijn (ze zei bijna ^me-en"') meisje ver-
iteldd, dlat u de kamers wenscbte te zien
Desmond bevesti'gde, dat dill1 zijn verl'angen
was.
„G'aat u zitten, atetuWi'dH", zei tefc Ikteine
vro-uwitj'e. „U zult waarachijnlijk al begrepen
-hebb-eh', dat ik niet gewend ben meoschen- „en
pension'" 'te nemieni, maar nu mijn. man aian
het front is, heb'ik een slaapkamcr en deze
zitkamer vrij en ik d-acht..."
Zij hie'ld op en koek Desmo-nd scherp aan.
„U is zeker officier, niet waar?" vroeg zij.
iDesmond boog.
„Mijn naam is miajoo-r Okewood?', anlb
wO'O-rddia hij: en- hij' nwmdte zijn regiment.
„Mijn man is o-ok officier", antwoord'de de
vrouw, „kapite:n ViljiPhnHSmythemiSschien
'heeft u hern wel ontmoet, niet? Natuu-rlijk,
wanneer ik n-iell had gezien, dlat u beroepso-f-
ficier -was, zo-u ilk -niet..."
Dc zin eindigde vaag.
UIT NOOiRDSCHARWOUDE.
De vereeniging „Tuinbouwbelang" hi-eld
Dinsdagavo-nd in Goneordia haar 25ste jaar-
wergadiening.
Op deze vergadering die een eenigs-zins
feestelij'k kara'kter droeg was tet groo-te aan
tal van 108 leden aanwezig, terwijl mede op
uitnoodiging aanwezig wamen de E. A. Hoar
Burgemeester, enkele bestuurders- van den
Noordermark'tbonid en o-u-d-bestuuirdeiis van
die vereeniging.
iDe voorziMtcir, de teer G. Barlien opande
de vergadering mat ean- krachig wi-ord', pas-
sande bij' deze ge'logenheiid, wees o-p dfe ge''2i"
delijke vooruitgang in hat vereenigingsleven,
-op hot zeer afwissdende van -de finantieete
-tcestand, -op de wensdrelijkheid meer opti
mist dan pessimist te zijn -enz.
Spreker hordiacht de overledan- oud-besituur-
dere, de in de loop -der jaren uilgctred'en be
stuurders en 'bradht hen huide yj-or h®tgeen
ze -i-n vroegere jaren tot stand wist-en --te 'buen-
gen.
Met een leve de tuinbouw van- Ncord'schair-
woudie werd de vergadering tensl-otle gecpend
verklaard-.
Burgemeester van Spongier fellcite-irae bs-
-stuur -en iteden mat tet jubiieuimi en gaf de
baste wenschen voor de toekomst.
Sprekar wemschte een- ficto- te schcnlken van
alien, die -thans aan- de hesluurstafel zitlen.
In het jaarverslag werd gewqgen op den
verbeterden toestand van heden en werd mee-
gedeeld dat 4 bestuurs- en 3 ledenvergade-
rimgen zijn -gehouden.
Giamemoreerd: werdl flpg .eens de geringe
deeliniama i-n -deze gemeente a-an1 het newee-
ringocrediet, een: -gevolg van onjuiste ui' leg
ging va-n menschcin die geheel buiten hot toin-
bouwl-even staan.
'Het ledentai is mot 4 vooru'it gegaan en
bedraagt tlhans 188.
De has staat er rite' kwaad voor, -de feunst-
miest-comimissie werkt zeer ten genioiege en ten
voor-deele van -de 'leden- de -deain'OTie aan -de
aanko-op van huiohrand was beter da-n ge-
wcnnlij'k -en de 'kwali'toit is best.
Door de afgev-aardigden in- tet mlarnktbe-
stuur worden -de belamgenl dor vereeniging
Desmond vr-o'eg naar haar con-d'ities en het
verbaasd-e haar, diall hij- die onmiddellijk aan-
nam-. •-
„Maar u teefit die slaaplcamer nog niet
eens gezienhraeht zij in t mi-ddien.
„D'ie neem ik in good vertrouwem", ant
woordlde Desmond-, „en hier",. voegde hij er-
bij, zijn portefeuillle vo-or den dag hal-end-, ,,-is
de huur voo-r een week vo-oruit. Ik zal nu mijn
bagage gaan halbn. -Dat is waar ook", ging
■hij- voo-rt, „ik ken enkele menschan hier in
Campden Hill, maar dam gen-oeg, ben iik
ton adressen kwijllgeraafct. Mai'plaquet...
mevrouw Malplaquet. Webll u misschien,
waar die woont?"
„lk 'ken de meesten van -de meer 'gegoede
menschen. die hier wonen?', 'anltwoordde me
vrouw ViijohmSm-ythe, „ma-ar op 't oogen
blik kan- ik mij' niet herinneren,was het,
een van de grootere to'izon op den heuvel,
of u west?"
,,Ik vrees, dtait ik t niet wedti", zei' Des
mond. „Ziet u, ik bsn" 't adres teelemaal'
„Ja, als u f heele'maal' kwijt is.-. Ik ken
den naam niet!" antwoordde zij.
Maar -toch sitemde zij- erin toe 't kiamer-
meis'ie, da'.1 antWoorddlc 'Cp dten naam' Glad-ys,
te vragen-. of die somis het adlrrs yan me
vrouw Malplaquet wislt. Miaiar die wa« evea
weinig op de hoogte als haar me-esteres.
Desminnd betemde in den lo-o-p van' den
avo-nd terug 'te komen met zijn bagage en
nam afscheid, na zich eerst n-auwkeunige aan-
wijzingen 't-e hebben laten geven, ho-e hij tet
g-auwst Holland Park Aiv-enue kon bereiken.
Hij had het gevoel. dlat hij o-p een wil'de gan-
zefija-cht was ui'igetroklken, want zelfs wan
neer de voortvluchti'gen naar tet huis van me
vrouw Malp'hquet waren- gegaan (wail: me«r
dan liwiifelachtig was), dan zouden ze zidh.
-dach't hij;, wel heel kcest houdlen, zoodat zijn
kansen om een van- hen tegeni te komen,
uiterst gerin-g waren.
De aanwij'zingen volgen-dl, die hij' had1 ge
kregen, -kwam hij zicnde-r mcei'te- weer op dien
huo'fdweg terecht. Hij bteef staan ondier een
si baaflantaarn, dm zoo -betier in U 'gezichit te
ziin van een of atndere vcorbijikomendie taxi,
die toevaill'ig vrij was. E'en man met een vuil
gezi-ch't -in een- vies oud! polk, met ©en1 gppik-
keld'en zakdbek om zrn ha^s gfkn'oopt, kwam'
fenlgs'-tet troteo-ir 'aa-nsliorl'.ieren, dicht Hangs
den muuT. Tden- hij Dosmond'ts gezi-ch't zag
bij het li'chi'J van die, straattentaarm, bleef hij
beslui'tenlo-os Stilstaan en ging te-en liang-
zaam 'Op tern af.
„Neemi'i u mij niet Wwalijk, mijnheer!" zei
hij stamelenri.
(iW«zit vtnal^ji.)
"TOtt'