Mkmaarsche Courant
alle Handelsdrukwerk
De onzichtbare hand.
BoeK- en Handelsdiukkerij
v.h. Herms. COSIER ZOON,
FEUILLETON.
Voordam G 9, HLKMAAR,
Vrjjdag 18 Januari.
No 15.
Honderd Zes an fwlnflgsta Jaargang,
't Was 'n donkere avond; slechts enlkele
sterren fon-kelden aan den hemel; tusscheni
de hooge, diehte -kastanjeboomen was de
weg, die naar't huisje van moeder Bond
voerde, nauiwelijks te onderscheiden. In de
groote stilte van 'n windloozen, vorstngen
-Novembemacht klomk elk geltuid helder op,
het geiblaf van 'n bond ergens in de verte
was duidelijk waarneambaar en de man, die
den weg aili-ep, beluisterde beklemd bet ge-
juid zijner voetstappea, dat hem als 'n doods-
klok vervolgde. At en toe probeerde hij wel
zach-ter te lo-open, maar bij-had baa&t en elike
stoornis was hem ondragelijk. Toen hij bij
't huisje van vrouw Bond was aangeland,
bieef bij even dralen. Hij keek voorzichtlg
door de ruiten, waarvoor geen gordijmen hin-
gen. Hij zag vrouw Bond gebogen staan over
'n ketel, die op bet vuur stond. Hij aarzeld'e,
keek bedrukt opnieuw naar binnen. Hij was
'n groote, po-otige kerel met rossig haar en
'n sproetig gezfcbt, blijikbaar iemand van de
arbeidende klasse, doch die't niet ruim had.
Een oogenblik scheen't of hij zou hecmgaan,
maar o-paems liep hdj op de deur toe. Hij Iklop-
te niet, maar trad -zon-der meer naar binnen.
De vrouw bij't vuur draaide zich verrast om.
„Wat! jij, Peter Smith? Ik heb je niet hoo-
ren kloppen."
„Ik klopte ook niet, vrouw Bond, tk wil
niet dat mi} iemand hoortik zit leelijk in
de knel
Zijn handen beefden eenigszins.
„Wat heb je ged'aan?"
„Ik heb op 'n man geschoten, moeder
Bond
Jij
„Ja ik, ik heb geschoten
„En heb je hem gedood?"
„Dat weet ik niiet
'n Oogenblik was't heel stil in't vertrak-
je. Opeens ikookte de ketel over en sprang
vrouw Bond op en zette hem mechanisch op
den vloer. Zij was 'n kleine, gebrekkig uit-
zien-de' vrouw, met 'n verbruind hard ge-
zicht, vol ontelbare groeven. Misschien was
ze nauwelijks vijftig jaar, maar 't leven
maakt vele vro-uwen op't land vroeg oiu-d en
vrouw Bond was ouder en harder dan de
meeste harer lotgenooten.
„Wat kan ik voOr je doen, Smith?" vroeg
ze 'n beetje bitter.
„Laat mij even bij u zijn, kunt u mij mo-
gelijk 'n 6diuiHpalats bieden, totdat ze weg
zijn?"
„Wie?"
„De speurders."
„0, dus je hebt mot gehad met de ]achtop-
zieners?"
„Ja, ik was juist in het bosch om te zien
of ik niet nog wat vangen kon, of d'aar heb
ben de kerels mij gesnapt. Vier tegen een,
daarom greep ilk naar mijn geweer. Toen ben
ik weggel'oopenzij achter mij aan; zij zullen
niiet meer ver-af zijn."
Vfouw Bond zweeg 'n oogenblik; Smith
keek haar dringend en tegdijk simeekend1 aan.
„Doe 't maar, tep wille van Tom," zei hi].
„Je was geen al te goeie vriend voor 1 om,
zei vrouw Bond smi'bbig.
„Maar Tom was voor mij 'n .puike vriend,
moeder Bond; ik ben zeker dat hij mu van u
Verlangen zou, dat u anij dozen nacht zouclt
helipen."
,,Nou ja goed, ik zag ook met dat ik t met
zou doen; ik weet dat Tom altijd1 beter over
jou dacht dan je wel verdiende. Blijf nu hier
totdat hij vanavond thuis komt, dan 'kun ]e
hooren wat hij ervan denkt."
,,Tom zal me stellig helpen; met n uur
moet hij hier zijn: de kust is dam vrijen
ik kan net land verlaten."
„Waar wil je been?"
„Dat weet ik niet; er is nog ti]d genoeg
om daarover te denken."
„Goed, denk dan hier na," zei ze droog,
terwijl ze de deur opende die van de keufcen
naar 'n klein scbuurtje toegang verleemde.
„Men zal er niet aan denken ie hier te
zoeken, te meer omdat ik zeggem zal, dat ilk
je vandaag niet gezien heb.''
fe bent 'n goed' mensc'h, moeder Bonid. i k
weet't ik ben't niet waard, dat u me helpt
maar misschien zou ik and^rs zijn als ik n
moeder als Tom had gehad!''
Zij zei niets maar sloot de deur achter
hem. Hij bevond zich nu in 't duister, dat
even door 'n dumne straal van licht uit de re-
ten werd opgeklaard. In dit schlijnsel kon hi]
zien, hoe zij Tom's avond'borod1 Iklaar zette en
heen en weer drihbelde. In 'ri uur_ zou o,m
terug zijn van de boerderij, waar hij dagelijks
werkte. Peter Smith wist, dat Tom tegen de
goed'heid zijner moeder geen bezwaren zou
hebben, want zij waren vrienden, van
schoolbanken af en altijd gebleven oOk.
Peter Smith wierp de zakken wat terzijde,
die 'n hoek van het schuurtje vulden en zette
zich in pijnliijke i verbeiding van de dingen,
dSe zouden .soaea.
'n Kostelijlke etensgeur drong uit de keu-
ken tot hem door en hij hoopte, dat vrouw
Bond hem na Tom's thuiskomen 'n.deel van
't avondeten niet zou ontzeggen, want hij
was 'hongerig en had 'n verren weg v66r zich.
Hij verviei in 'n soort van hulpelooze slui-
mering, achtervolgd door de gdieurtenissen
der laatlste ipaar uren, die hij in den vorm
van droomen nog eens weer doorleefde, toen
hij door den klank van voetstappen buiten
plotseling gewek't werd. 'n Oogenblik dacht
hij, dat het bonzen van zijn hart hem zou
doen1 stikken. Daar whren de jachtopzieners.
Zij hadden stellig geraden, waar hij zich
schuil hieldnatuurlijk bij de moeder van
zijn vriend. Hij vond't idioot van zichzelf,
dat hij zich juist hier verstopt had'. Bijma
zijn zelfbeheersching verliezend, kroop hij
zoo diep mogeiijk weg ift den hoek, met moei-
te rustig en stil het verdere afvvachtend.
Maar de stappen gingen ban het huisje voor-
bijzij aarzelden zelfs niet bij de deur. Hij
hoorde ze in den stillen vorstigen nacht wcg-
sterven. Het volgend oogenblik stak moeder
Bond haar hand door de deur.
„Dat waren ze," zei ze kort, ,,'n afdeeling
mannen van het kasteel. Ik zag ze' voorbij
gaan. Zij hadden lantaarns bij zich en uk
'zag den ouden Field en de beicie Boorman's.
Misschien zou't nu't beste zijn, dat jij er
uitkneep. Je loopt hun niet in den weg en je
zu'lt Kent kiunnen berei'ken 'n Londensche
trein komt om tien uur's nachts uit Tuabrid
ge Wells."
„Dat zou fijn zijn, moeder Bonds maar lfc
heb geen geld' bij me om 'n kaartje te koo-
pen.
Zij liep op de keukentafifela toe.
„Hier heb je zeven shillings, dat is genoeg
'tot Londen en n6g wat verder."
'n Oogenblik zei hij niets, toen sprak hi]
„l!k weet niet, hoe ik je bedanken moet,
goede vrouw."
„0, je moet mij niet bedanken; ik doe t
voor Tom. Ik weet dat hij je graag lijdlen
geen onaange-
,,Ik hooip dat u door mij
na'amheden zult krijgen."
„Wees niet bezorgd; niemand zal ooit hoo
ren, dat jij hier in huis waart. Daarom wil
ik, dat jo nu vcrtrekt, voordat Tom thuiis
komt; misschien brepgt hij 'nkameraad mee
en dat kon last bezorgen. Ik wil niet ibeweren
dat ik het voor mijn geweten niet verant-
woorden kan, jou bij het ontvluchten gehol-
pen te hebben, want op 'n jachtopziener te
schieten is heel wat anders dan op 'n ge-
woon mensch, zooals wij dat alien vinden, al
is hij ook zelf® niet de ergste, maari'k
wil er liever nu ooik maar niet over denken.
Zij deed voor hem de deur open, maar op
den d'rempel belven beiden staan, want op
nieuw werden er voetstappen gehoord, nu
ech-ter uit een and'ere richting.
Misschien zal 't Tom zijn," zei vrouw
Bond; ,,'t zijn echter meerdere mannen; ga
gauw terug, Smith wacht tot alles voorbij
is."
Met 'n'gevoel van ergernis trad hij in 't
huisje terug in't schuurtje; de vrouw sloot
achter hem de deur toe. De schreden kvvamen
naderbijlangzamer en zwaarder. 'n Oogen
blik dacht hij, zij zullen wel weer voorbij
gaan, maar zij kwamen regelrecht op de wo-
ning aan. In hetzelfde oogenblik werd er ge-
klopt. Neen, dat was Tom niet.
Bevend van nieuwsgierigheid en vrees
bracht Peter zijn oog vlak voor een der sple-
ten van de deui' en zag de ikeuken in. Hij zag
vrouw Bond naar de voordeur g$an maar,
voord'at zij tip had te apenen trad schieiijk
'n man binnen, die meteen de deur sloot. Pe
ter herkende een der jachtopzieners van het
kasteel en 'hiji voelde handen en voeten tot ijs
bevriezen. Dus ze wibten, waar hij zich op-
hield; ze hadden hem gevolgd; liadden ge
raden dat hij zich hij vrouw Bond verborgen
had. Maar hij was heelemaal niet verbor
gen; wanmeer ze de deur opend'en zou den ze
iiem meteen ontdekken. Waarom- had hij ook
niet iets beters bedadit? Zijn beenen beefden
dermate, dat hij op de zakken-h'oop neerzakte.
Den man in't keukentje scheeni't zwaar te
vallen vrouw Bond te zaggen wat hij van
plan was. Hij stond stem voor hpar; zijn
muts in zijn handen verfrommelend.
„Nu, wat is er?" voreg ze kort.
„Ik wou u wat zeggen, vrouw Bond.'
Peter Smitit luisterdfe, zijn ooren spitsend
want zijn kloppend hart scheen de stemmen
in het zijvertrek te overstemmen. Och neen,
hij wist dat zij hem> niet zou verraden. Al-
leen reeds omTom zou ze't niet doenen
vrouw Bond kende geen vrees.
„Welnu?" zei ze scherp, toen de man stom
bieef.
Ik breng u slechte tijding, vrouw Bond.
De uitdrUkking op haar gezicht veranderde.
„Wat? Toch niet iets met Tom?"
„Hij is buiten," zei de man.
„Wat wil dat zeggen?" vroeg de vrouw,
terwijl ze naar buiten wilde gaan.
„Ga niiet, vrouw Bond, totdat ik't u ge-
zegd heb."''
Zeg mij wat er is, zeg't gauw, man, om
der barmhartigheidswille!" en zij trachtte
hem van de deur weg te duwen.
„In het bosch heeft 'n vechtparti] plaats
gehAd. Br ii U iwrei gewsest, dte kesijatje*
wou vangen on Tom ging met de Boorman^s
en mij en den ouden John van 't slot mee. Wij
hoorden gedlruisch en- an toenHet
was te donker om te zien, wie het was, en
toen hij ons ontdekte, heeft hij't op 'n loopen
gezetwij achter hem aan en toen heef t
hij zijn geweer aangelegd, en
Hij luel'd op en keek naar aan als smeekte
hij haar het onttorekende in zijn verhaal zelf
aan te vullen.
Peter Smith, in den hoek van't schuurtje,
geleek in dat oogenblik op 'n man uit hout.
,,Tomzei vrouw Bond zacht.
De jachtopziener had zijn kameraden bui
ten vergeten en voordat hij het verbinderen
kon, rukte zij de deur open.
De mannen hadden blijkbaar op 'n teeken
gewacht; nu kwamen ze naar binnen, iets
met zich dragend op 'n baar, welke zij
midden in de keuken op den grond neerzetten.
„Is hij dood?" vroeg vrouw Bond zon
der tranem.
De mannen knikten bevestigend met het
hoofd. Zij; vermochten niet 'n zoo drogen
toon aan te slaan als de vrouw. Peter Smith
rilde niet meer; met de vertwijfeling waren
ook de krachten terug ge'komen; hij begeerde
niet langer te vluchten.
O, Tomen ik dacht dat het een van
die ellendige kerels was geweest; o Tom
jou heb ik dus gedoodik kan niet lan-
'ger leven! En toch 't leven was wel goed;
want er was een vrouw, 'n vrouw, waarop hij
zich heelemaal kon verlaten, evenals op
Ton*maar-'hij durfde nu niet aan haar
denken; zijn toekomst was nu in vrO'UW
Bond s handen.
Die zat in den ouden rieten leunstoel bij
het vuur. Een der mannen had haar in den
stoel 'geholpen, 'n ander schonk haar in ru-
we goedheid iets uit 'n flesch, die hij in zijn
zak bij zich droeg.
„Hier, moeder, drink eens 'n paar slokjes.
V^ij zullen naar't doip gaan en vrouw Wat
son vragen bij u te konrenja, ja, 't is
hard voor jewat je overkomen is, maar
;dat is het noodlot zooals sommige menschcn
dat zoo noemen, en de man, die het gcdaan
heeftwij weten bijna wel zelker wie het
is, en die zal hangen ook; wij hebben zijn
gezicht niet kunnen onderscheiden, maar we
hebben zijn geweer. Dat heeft hij in de strui-
ken weggeworpen, toen hij er van door ging
en ik zou er 'n eed op kunnen'doen dat het
ding Peter Smith toebehoort; die zijn kop
stond verkeerd, sedert hij al eens meer betrapt
werd op diefstal van wild."
„Hm! hij wist, als hij't al is geweest, na
tuurlijk niet dat het T om was hij" en Tom
waren betere vrienden dan hij het verdiende."
Peter Smith stond overeind en keek ont-
roerd d'oor de deurspleet. Hij zag hoe vrouw
Bond met moeite uit den stoel overeind
kwam, naar de taf el liep en op het gelaat van
;den doodle neerbliktc. 't Scheen 'n eeuwigheid
te duren. Hij zag hoe haar hand in den zak
van haar schort tasite, waarin de sleutel
van het schuutrje geborgen werd.
„De Boorman's zoeken Smith," zei een
der mannen verlegen, de stilte onderbrekend.
„Zij gelooven, dat hij den grooten weg is ge-
Joopen; is hij mogeiijk ook hier voorbij geko-
men? U heeft hem toevallig vanavond niet
gezien, sedert Dinsdag niet."
'n Pauze vol'gde.
„Neen", zei vrouw Bond, ,,ik heb hem niet
gezien: sedert Dinsdag niet."
De hand ging weer uit den zak van de
boezelaar.
„Goed, dan wij gaan nu om vrouw Wat
son te halen; je zult blij zijn als ze bij je zal
Vrouw Bond knikte toestemmend.
„Wil jullie hem eerst even hier binnen
dragen?" en zij wees naar haar slaapver-
trek]6.
De mannen trilden de baar omhoog en
droegen haar in het zijvertrek.
Toen schudde een ieder de hand der stille
vrouw en men ging.
Zij wachtte, totdat de dteur gesloten was;
toen liep ze naar het schuurtje.
Peter voelde opnieuw 'n rilling langs zich
gaan. Hij kon't niet verdragen. Neen hij zou
zich liever hebben laten hangen dan vrouw
Bond zo6 te zien. Hij hoorde den sleutel in't
slot knarsen en had't bijna uitgeschreeuwd.
Maar zij kwam niet binnen. Zij imaakte
slechte de deur los daarop ging zij met zwa-
re l'ooden passen door de keuken naar het
vertrekje daarnaast, waar zij zich bij haar
Tom orpsloot.
Peter Smith wist nu wat hem te doen
stond; het eenige wat hij wenschte te doen,
het eenige, wat hij doen kon.
Hij opende de voordeur en ging zacht]es
heen.
Door Douglas Valentine.
(Schrijver van De man met den Klompvoet).
Geaukoriseerde vertaling van W E. P
(Nadruk verboden)
79)
Desmond) keek op bij' bet gduid van- dlie
sitemi en, cem igswcnen bedel mair zienidc, vrloeg
hij1 dleri1 main' of h'ij, geen 'taxi voor tail
OD'dveDien
Hat is werkelijk kiapitein Okewood", zei
de bedelaar, „kend: u mij1 nidJ meer, mijn-
'heer
Desmond1 keek maar het vuiite vmvilJdebde
gezicht mtat die ongesdrdron kirn en schuidlde
net hoofd
„Ik gdloof van niet", antwoordlde hij,
„maar jij schijnlt' mijn n,aarm wel te kenrnen!
De schooier frommelde een oogenblik in
zijn zak, haaUdle er 'zen, voidije piapier uit,
vouw-de hot O'pen' en hield liOt Dosmoinici1 vcor.
„Daf ben- ik, mijnheer!" zei bij, „en o,
mijinheer,, Ms u zoo vriendielijk zoudt wrllfin
zijn m!ij geda raa'dl 'tie gevem al was 't maiar
terwiilile van vraeigieE, dlaa. zou ik zoo dainikr
baar zijnd" 1
Desmond nam het vodije, <M de mam hem
toeiiwikte en hiei'Jd: het bij- 'het sdhijnsnJl' van de
laniiaam. H^t was een stukje van een1 knamt.
Nauweliiks had hij hd geliezen of h'ij; stak
d'en schooier die hand toe.
„Wel, kanonmier Baitiliin,g", riesp h'ij! uii!l, r,ik
herkende je zoo gauw niietHoe ter warelid
kom je er zoo u'iit te zien
iDe m'am keek besichaamdi maiar ddn grtend.
„Ik ben een dlaserteur, mijlnihieerzei hij
met zaehte stem.
„Ben je dat?" anitiwoorddie Dssimond, „wd
nu ik er goed over denk, sappertoot, ben ik
'dat ook!"
HOOFDSTUK XXV.
Naar het huis van Mevrouw Malplaquet.
Barbara's pols vasi'J omikliammend, zat me-
vrouw Malpliaqudt naast hat meisje achter in-
de groote auto, iterwijil Beilillwand tegenovier
haar plaats nam. Hei[i was een aute van- een-
groot aantal P.K. en toen ze eenmaM Wil
kairrespicor voor de hertosrg afwanen1 en de
groote wag was bercilkt, zette Strtamgwise die
auto op volte sindlihoid. Bij dit kairresipioor,
diat maiar dte herberg voerde, maaikte de groolie
StadsTUonws
HERZIENdNO 'J AARWEDDEN PER'SO-
NE'EL - GYMNASIUM EN HAND'ELS-
SCHOLEN.
(Vervolg.)
Wat die ragel-ing bij verzuim wegens zieldte
aangaat (art. 14 verondemimg d'agsdio1en,
art. 10 verordenimg avo-ndlsdiooi'J) hebben wij
geen- bezwaar -de eerste beide afinea"s in te
trekken en daarvoor iii- de plaats te s'tellen die
reg-TiHg m W4 bu too gegolden hctobehde
veiwdeinimgen. Wij zo-uden er eveuwei db
voorkeur aan geven, dat de bevcogdineid tot
ijiet verleenen van- dat verlof, tot mu toe aan
U voorbehouden, aan ons Gbilegt werdl to»-
gekandi.
EVenmim hebben wiji bezwaiar ens de den-
de aliinea te wijzigen- -in dlien zin, dlat bij1 over-
lij-den de uitbotalmg van heJ saians plaats
heeft tot en rrueic de derde maand na dte van
het ovexlijden, zulks in o-veivcitetemm-iing met
de salai'isver-crden in-g voor de gemeenle-amb-
ten area
Wat de vraag betreft een toelichtimg te
imogen omtvangem omti'ent dte bcdoelimg van
die 2e alinea' der o-vergangsbepaliingen, dtee-
ten wij mede, dat i-nderdaiad1 iedere waabbong
voor de thans in functie zijlnde leera-ren daar-
do-or zal kunnen vervallen. De minister ikan
bij imtrekking van het bckcndfe artike'.! 40 ©like
wij'ziging wenschcn, -die ihem goedidunkt. lot
het aanbrengem van wijzigingen in de veror
denimg zal Uwe Verigadering echter voor e.-k
gevai een besluit hdbban te nomen. De laat-
ste woorden„en in de bealiseingem weilce ten
cpzi-ch'te van dit artilcel nog mochiten worden
g-enomen" komem in- de Rijksregeiingen met
voor; zornder dleize lo-evoegmg echter zou die
gemeente de teezeggimg doen in iedter gevai
dte op 1 Juli"1922 door de op- dlien dictum in
dienet zijnde leerarem g¬en j aarwedden te
waarborgen, een- tciezegging. die zij misschrn
te een'i-ger tijdi weer zou mooten intrekken. wi]
meenen dan o-ok dte bepaling o-nveranderd te
moeten handhaven.
Wij' htebbeni geen bezwaar dte regelumg om-
treat de vergoeding, toe te ikenmen aan era
Iteeraar, die den rector vervangt (art. 4 voor-
laatste alinea der verordenihg vcor 'hot Gym
nasium) ook te do-en gelden. voor de Hoogere
Han dels- en H'andelsdagsdioolvoo-r dte
Handelsavon-dscbool zjou als vergoeding zijn
te -stcllen, het verschil iusschen de j-aarwedd-e,
wtelke de vervamgem als directeur zou genie-
ten en die we'te hij als leeraar heeft geno
ten een regeiing. die Uwe Vergadering reeds
eemmaal- heeft getroffen en de Mdmistericete
gcedkeurinig mocht verwerven.
De vereeniig'in'g mciikt nog op, diat in; dt
voorgestelde verordeningam mieJ voorkomen
bepali-ngen omtrent 'het vierleen-en van ontslaig
niet op eigem verzo-ek. Wat de leeranen aan
•het Gymnasium aamgaat, bevat de Hooger
Gnderwijswet in de arbt. 17, 18 en 19 bepa-
1-inigen -ounilremt entelpg, terwijl -de verorde-
niinigem op de Han-delssche-len in'houden, dat
on'ts'hg niet op eigen verzoek de goedkeuring
behteef't van den minuter van Omderwije Kun-
stem en Weten-schap-pen (arbt. 11, 15 en 15
Gem. bladen nrs. 491, 530 en-'729).
Teif slotte komt het der vereemiging ge>-
wensdit voor zo-o spoedli'g mcgetijk een wachli-
geldregcling in te v-oeren. Uwe Vergadering
heeft dte beslissing o-p ons voorstel ter zake,
opgenoimem in bij lage nr. 148 van- 1923,^ aan -
gehouden. Het is ons voormemen dat ont-
werp, -al dam niet gewijzi-gd, zoo spoetdig mo
geiijk wedlerom aan1 die -o-rde be sltelien.
Wij meenen verder in de veuoxdemiingen
al'smog een -bepaling -ie moeben-dben opnemen
omtrcini. de vergoeding van reiskbsten, toe te
kenmen aan elders w-o-mende leera-en -em aan
leeraren, die -tijde'iijk in fumctie zijn ter ver-
vamging van andtere leerarem, van- welke
laaitete men in het -aligemoem mioeilijk kani vcir-
deren, dat zij- zich tijdelijk alihier koirmen ves-
-tigen. Wat eerstgenodrndte categorie betreft
zouden wij deze vergo-eding aileani wi-H'en to^e-'
kemnen aan -die leeraren, wier jaarweddte in
in -de gemeente'ljke bebrakkin-gen te zatmen
-minder dan 2000i -bedraagt.
V-efder zal het verteemen der toelagevan
200, genoem-d in art. 4 unider c (b) 2e zim-
snedte der verordemin-gen voor de dagscholem,
onbililijk weiken. Immieirs oem leeraar, die
slechts een of emkete uren ;per week geeft, zal1,
zoioals -de bepaling er etaat, de voile 200
•even goed' ontvamgen ai'te iemand met b.v. 30
uren. De beloonimg p-er uur varn eerstge-
n-oemlde word! daaido-oir ongemotiiiveerd aan-
zienlijk veThoogd' hetgeen o.i rniiet de bedloe-
ling kan- zijto. Wij- zouden dez-etodage ge-
sbdd wiillen- zien- op 10 per wekdijkscbe les
per jaar, tot- eem maximum van- 200.
No-g komt 'het ons gewenscht voor in- de
arbt, 4. 4e alinea, dler verordtemimgen voor dte
dagscliolen en in art-. 1, 6o alinea, der ver-
ord!enin-? voior de avon'db'dh-oo' duidd-iik. te
doen uitlcomen dat de daar bedoelde vermin
dtering al-leen" dlen z.g standptaabsaftitek be
treft en niet ook evontueel andere im te voe-
ren verm-inderimgen. Voo-r deze laate'e is, zo-o
da arte? een eis^dh von li-oogerhand ko-mt, d°r-
halVe. een afzonderiijk besluit van -U'we Ver-
gadiering no-o-dig.
Na de imdliening van- o-n-s voorsibel^ opgeno-
misn- im bijlage nr. 154 is de regaling voor
-de Ru'kis Hieop-ere Burgenseholen op- enkeV
■o-n-dtendeelen gewifzioM- in verband waarmede
wii T T no-T eeni-ere aanvu'lingen in- ovenvesin-g
cnevra.
tdp-Ti, Uwe Vengadtetiinip' zich met het vo-
rra-stam^de vraecni^ra. dan sboillen wii- haar
voor -de verordenimfrm-. in on+wem -on-ieno-
men in renoemiJe biilage nr. '154, wast te
qiWTpin. 'TW di» te w^ard me1- belt bowrFtean-
INGEKOMEN PERSON'EN.
H. J. van Bennekom, NjH., los werkman,
Yoor spoedige aflevering rail
is Uw adres:,
Druiveml. 3, Amsterdam. S. J. Sieuwerts,
N.H.,, musicus, Dahliastraat 13a, Bergen.
J. Kooij, G.K., Verdronkenoord 8, Haarlem.
J. J. Koop, R.K., expediteur, N'ieuwpoorts:
laan 164, Hoorn. J. A. Koop, R.K., expe-
diteur, Nieuwpoortslaan 164, lioorn. A.
Bakker, R.K., dienstbode, Payglop 22,
Hoorn. J. van den Berg, electr-o-technicus,
Stationsweg 58, Amsterdam. A. M. Kleef,
R.K., diemstbocle, Ritsevoort 26, Heemsikerkte
L. B. Cremer, Rem., winkelbed., Geester-
singcl 32, Groningen. M. Langenb-erg,
G.K., dienstb., Ie Landdwarsstraat 3, Vlaar-
dingen. M. Bruijn, N.H., huish., Konings-
weg 6-0, Wormerveer. H. G. Smit, N.H.,
procuratiehoudbr, Wilhelminalaan 27, Scho-
ten C. H. Berkhout, R.K., Spoorstraat
58,Nieuwe-Niedorp. W. Starreveld, N.
H., K-oni-ngsweg 23, Ui-tgeest. E. H. van
Dijk, N.H., ba-rbier, Koorstraat 41, Zaan-
dam. C. van Gelder, N.H., monteur, v. d.
Kaaijstraat 3, 's Gravenhage. J..Vel, N
w>eg een rech-ben hteek maar rech'lis.- Dezen
driaai sl-oegen zij- -in, lieten' Mill House in, de
verbe li-nlks- van zi-ch liiggam en -kwamen na een
tij-dl'ang dten -rain-d Van het van- gevolgd en een
netwe-rk van; zijwegen gekirrust te hebbcm,
eindeilijk op een rechten,, breeder, weg
Vertward en gesChokit door aides wat zij
had -dicioJigema-a'kt, had Barbara Mile ^begri^
van <tijdi varlioren. Nladlat zij; eemi-gen Cljld go-
reden; hadden in de friissdie buit'enludht, be-
reikban zij1 dte eerste rijien van huizen, een-bo-
miige samtenvoegin-gen' van sheen-em en klMk, die
Londen; ron-dom ziteh uitsbre'kt als -groote
lanige vanga-rmen;. De bui'bensile randteni der
wareldd'lad waren nog in slaap toen de
gro-oibe auto- vo-orbij sno-rde. De geztellige
'..High Streets", de Parades" met hun. roode
klinkersteenfjes, -en de „Bncia;dlway" met de
-lian-ge rijen hu-i-zen lag-am daarMs melt ge-
Slio-ben odgem, slapend, in de gra-uwe morgetn-
schemeri-ng.
Met de lichten- op igledien- dte eerste trams
voott, den mieuwen dag beginniendl, toen die
gro'ote - auto door de oostelijke voorsteden
van Louden suisde. Voor Barbara, die in
Seven Kings- woonde, haddlani de -straten]
waar zij- dborheen- snordbm, idis bekenldls:
m&ar haar opmerkingsvarmogem was als- het
ware verllamdi en een gevoel van groote huh
Kaaijstraat J, 's uravenuage. j.
H., dienstbode, St. Annastraat 17, Wormer.
F. Hauer, R.K., dienstbode, Kennemer-
straatweg 19, Duitschland. G. Horn, R.-
K., tuiniersknecht, Ged. Baansloot 5, Te-ge-
len D. Groot, N.H., Stationsweg 1 T, Bar-
singerhora. D. Karsten, kleermaker, Ou-
degraeht 158a, Harlin-gen. J. B. vac
Merwijk, R.K., kappersbed., Langestr 65
Breda. E. Wilms, R.K., dienstbode, Nas-
saulaan 9, Duitschland. M. Noens—
Wijker, R.K., werkster, Krelagestraat 8a,
Belgie. M. Pool, R.K., Meidoomstraat 6a,
Wijk aan Zee en1 Duin. 1J. Zwaan, N.H.,
diens'tfoode, Emmastraat 17, Bergen. T.
Bakker, .N.H., K. van't Veerstraat 12, Ni]-
megen. A. de Beurs, N.H., los arbeid-er,
Stationstraat 57, Koedijk A. Koedijk
Hoogendijk, N.H., ass. huish., Wilhelmina
laan 22, den Haag. R. v. d. Weide, N.H.,
kruidenier, Eikel enbergstraat 70, Leeu-war-
d-en. A. J. Kuis, R.K., sigarenma-gazi]n,
2e Landdwarsstraat 7, Gouda. J. Ros,
R.K., Snaarmanslaan 16, Beesel. M.
Bruin, dienstbode, Oudegracht 95, Leeuwar-
den I. Ko-eman, N.H., opperman, Noodw.
R. O. G. 5, Ursem. W. J. Nobbe, N.H
Dahliastraat 17, Vlagtwedde. C. C. A.
Roelofzen, R.K., Varnebroek 11 Purmerend.
A. D. J. ter Berg, R'.K., Tienen-wal 6,
Utrecht G. Schoufen, R.K., Nasisaulaa-n
9, Soboten. A. Duin, O.R.K., di-ens-tbode,
Helderscheweg 29, Egmond aan Zee. J.
M. S. W. Beelenkamp, R.K„ Baansingel 40,
den Haag. P. S. H. van der Vaart, R.K.,
winkelbediende, ie Tu-indwarsJlraat 14, Lei
den. id. A. de Vette, R.K., dienstbode,
Tesselschadestraat 2, Heiloo. J. limmer,
N.H., tim-merman. Ie Landdwarsstraa_t 10,
Zuidlaren. C. Goudsblom, R.K., Fabrieks-
weg 1, Waim-enhuizen. J. Goudsblom,
R.K., boerenknecht, Heilooerdijk 44, War-
menhuizen. M. C. Goudsblom, R.K.,
dienstbode, Heilooerdijk 44, W^armenlhuizen.
M. A. Bos, R.K., dienstbode, Metiusstraat
15, Oudorp. S. J. E. Hasselo, Rem., Sta
tionsweg 23, Staphorst. E. Budding—van
Zanen, R.K., Popelmanslaan 22, Haarlem.
M. L. van Gils—Nederkassel, R.K., Drui-
venlaan 5-4, Zundert. C. Hartland', N.H.,
schilder, Prins Hendrikstraat la, Oterleek.—
E. Streutger-s, N.H., Prins Hen-dri'kstraat la,
Meppel. C. J. J. de Mazure, N.H., land-
meter, Egmonderstraat 22, Gorinchem.
H. M-olenaar, R.K., banketbakker, Langestr.
39, Krommen-ie. R- P- Goettsch, N.rL,
leeraar, Costerstraat 33, Vliss-inger;. J. C.
de Wit, R.K., Egmonderstraat 6, Heemstede.
J. Lewis, N.H., reiziger, Kennemerstraat-
weg 162. Schagen. A. Meijer, R.K., pen-
sionhouaster, St. Anthonius-straat 9, Am
sterdam. J. S. Tempelaar, R.L., Drebbel-
straat 7, Hoogwoud. C. Jendrasza'k, R.K.,
dienstbode, Verdronkenoord, Bovenkarspel.
A. N-ol, N.H., Stationsweg 30, St. Pan-
cras. B. H. M. Stoelinga, R.K., Clarissen-
buurt 27, Purmerend. K. H. J. M. Ver-
kuijl, R.K., ba-kker, Appels-teeg 1, N'oordwijk.
A. Dol, N.H., winkeljuffr., Bierkade 5,
Heiloo. A. J. Jel ijs, N.H., dienstbode, van
Everdingenstraat 13, Zuidlaren. J. Pau-
lissev. d. Broek, N.H., Boomkampstraat
30, Rottendam. A. Ortmann, Ev., dienstb.,
Kennem-erstraatweg 71, Duitschland.
Aalten. P. M. Kops, R.K., Breedsraat 53,
Heiloo. M. Buisinan, R.K., dienstbode,
Nieuwpoortsteeg 2, Koedijk. C. Valkering,
R.K., dienstbode, Geestersingel 49, LLmmen.
J. Th. M. Verhoeven, R.K., dienstbo-de,
Westerweg 91, Arnhem. A. M. de Geus,
G.K., dienstbode, Nassauplein 29, Schermer-
peloosh-eid drukte zwa-ar op ha-ar.
Toen de audio -fangs Mansion House maar
Po-ulitry en Cheapsi-de reed, waran- straatnei-
nig-ers im hun hooge ba-ggeillaarzcm bezig
met gnootte dlangen, die op kleine kanretjes
gewicmdien tea-ren^ het asfalt te spuiten,. Hdt
werd nu- helidler dag; de stations van- dten on-
dlergron-db-chen spo-oilwieg werden gcopend en
nu en dan snorae een motaibus voorbij.
Barbara- bewoog zi-ch onrusllig -en de hand
van mevrouw Malpl'aquelt omfclemide haar
miet vasteren greep.
„Waar brengt u me heen?" vroeg Ihet
meisje.
Mevrciuw Mialpliaqutet zei maar eeni woordl:
„B-ellwairdl!" Ziji zei-de hat vriendtelijk, maiar
gebiedend.
BeHlwandboog zich vo-oro-v-eir.
„Kij-k mij- aan!", Mis® M'ackwaytel" zei 'hij.
Zijn stem had iets eigenaardi-g gtebiledemcfe,
diat Barbaifia deed gehoorzamem. 'Eeni oogen-
b'Jik worstelde zij tegem die ntei-gimg om te dioen
wat! hi} vroeg; want een1 inwemdig gevodl
waarschuwdie baar niiet toe tte geven. Maar
een1 omlweersitaanbaiie madnt sChoen, haar
oogen- maar dte zijne lioe fe trekken. Belllwand
bewicog zi-ch miet. Hi1'; boog alleen- wat voor-
over -met dte handien op dte knteem en keieik
haar aan. Barbara tam zijn oogen niet zi-ra,
want het was nog schomerig lidiC- in de auto,
maar langzaam 'xnaar zeker werden haar
oogen- vastgtehoud-en door de zijne.
Zij' ketek -naar zijn gezichit en was zich dia-
del'ijk bewust, dat "een magnetische kra-cht
zijn' wil op haar o-varbtacht. Zij hadl willen
-schreeuwen, zich wiiL'ten verzetten, wi-lfem ont-
-kornen maa-r die onzichtbare icoigem hiddlen
haa-r 'Mis in een achroief gek-neld'. Een foontte
-snikr-kwam1 haar over die lippem, maar dhil
dat was alltes.
„Z-iezo;o-zei BeBward met een zu-cht van-
iemand die een stierke liich'amtelijke linspam-
ninig heeft volibracht, „ziezoo, n-u zull je wel
kai'lmi blijven en doen Wat -i-k je zeg."
Het mds-je anlwoordde niiet-. Zij- hield- haar
hoofd! naar voren en staardte den man- strak
aan.
Bell'Ward1 boog zich vooncwer niaar Barba
ra totdal! zijn sto>ppel'ige hlaar die zacbte bmi-
ne krullen van het meisje aamraaktem. Hi}
staarde steak in -die o-ogen;.
B'lijfcbaar was hij voldaan over zijn: weirk,
want hij slaakte een zu-chit van volidoenBinlg en
wendd'e zi-ch tot mevrouw Malplfaquot.
„Ze zal- n-u geen moeite meer geven t" zei
hij l-u-chtig.
Wocdr uocuaiiti
maj
ig."
zijn.
Ja r».rj-rvr!iT:piVifii^<Te wiiVii^iin'oneti.