Mkmaarsche Courant alle Handelsdrukwerk De onzichtbare hand. BoeK- en Handelsdiukkerij v.h. Herms. COSIER ZOON, FEUILLETON. Voordam G 9, HLKMAAR, Vrjjdag 18 Januari. No 15. Honderd Zes an fwlnflgsta Jaargang, 't Was 'n donkere avond; slechts enlkele sterren fon-kelden aan den hemel; tusscheni de hooge, diehte -kastanjeboomen was de weg, die naar't huisje van moeder Bond voerde, nauiwelijks te onderscheiden. In de groote stilte van 'n windloozen, vorstngen -Novembemacht klomk elk geltuid helder op, het geiblaf van 'n bond ergens in de verte was duidelijk waarneambaar en de man, die den weg aili-ep, beluisterde beklemd bet ge- juid zijner voetstappea, dat hem als 'n doods- klok vervolgde. At en toe probeerde hij wel zach-ter te lo-open, maar bij-had baa&t en elike stoornis was hem ondragelijk. Toen hij bij 't huisje van vrouw Bond was aangeland, bieef bij even dralen. Hij keek voorzichtlg door de ruiten, waarvoor geen gordijmen hin- gen. Hij zag vrouw Bond gebogen staan over 'n ketel, die op bet vuur stond. Hij aarzeld'e, keek bedrukt opnieuw naar binnen. Hij was 'n groote, po-otige kerel met rossig haar en 'n sproetig gezfcbt, blijikbaar iemand van de arbeidende klasse, doch die't niet ruim had. Een oogenblik scheen't of hij zou hecmgaan, maar o-paems liep hdj op de deur toe. Hij Iklop- te niet, maar trad -zon-der meer naar binnen. De vrouw bij't vuur draaide zich verrast om. „Wat! jij, Peter Smith? Ik heb je niet hoo- ren kloppen." „Ik klopte ook niet, vrouw Bond, tk wil niet dat mi} iemand hoortik zit leelijk in de knel Zijn handen beefden eenigszins. „Wat heb je ged'aan?" „Ik heb op 'n man geschoten, moeder Bond Jij „Ja ik, ik heb geschoten „En heb je hem gedood?" „Dat weet ik niiet 'n Oogenblik was't heel stil in't vertrak- je. Opeens ikookte de ketel over en sprang vrouw Bond op en zette hem mechanisch op den vloer. Zij was 'n kleine, gebrekkig uit- zien-de' vrouw, met 'n verbruind hard ge- zicht, vol ontelbare groeven. Misschien was ze nauwelijks vijftig jaar, maar 't leven maakt vele vro-uwen op't land vroeg oiu-d en vrouw Bond was ouder en harder dan de meeste harer lotgenooten. „Wat kan ik voOr je doen, Smith?" vroeg ze 'n beetje bitter. „Laat mij even bij u zijn, kunt u mij mo- gelijk 'n 6diuiHpalats bieden, totdat ze weg zijn?" „Wie?" „De speurders." „0, dus je hebt mot gehad met de ]achtop- zieners?" „Ja, ik was juist in het bosch om te zien of ik niet nog wat vangen kon, of d'aar heb ben de kerels mij gesnapt. Vier tegen een, daarom greep ilk naar mijn geweer. Toen ben ik weggel'oopenzij achter mij aan; zij zullen niiet meer ver-af zijn." Vfouw Bond zweeg 'n oogenblik; Smith keek haar dringend en tegdijk simeekend1 aan. „Doe 't maar, tep wille van Tom," zei hi]. „Je was geen al te goeie vriend voor 1 om, zei vrouw Bond smi'bbig. „Maar Tom was voor mij 'n .puike vriend, moeder Bond; ik ben zeker dat hij mu van u Verlangen zou, dat u anij dozen nacht zouclt helipen." ,,Nou ja goed, ik zag ook met dat ik t met zou doen; ik weet dat Tom altijd1 beter over jou dacht dan je wel verdiende. Blijf nu hier totdat hij vanavond thuis komt, dan 'kun ]e hooren wat hij ervan denkt." ,,Tom zal me stellig helpen; met n uur moet hij hier zijn: de kust is dam vrijen ik kan net land verlaten." „Waar wil je been?" „Dat weet ik niet; er is nog ti]d genoeg om daarover te denken." „Goed, denk dan hier na," zei ze droog, terwijl ze de deur opende die van de keufcen naar 'n klein scbuurtje toegang verleemde. „Men zal er niet aan denken ie hier te zoeken, te meer omdat ik zeggem zal, dat ilk je vandaag niet gezien heb.'' fe bent 'n goed' mensc'h, moeder Bonid. i k weet't ik ben't niet waard, dat u me helpt maar misschien zou ik and^rs zijn als ik n moeder als Tom had gehad!'' Zij zei niets maar sloot de deur achter hem. Hij bevond zich nu in 't duister, dat even door 'n dumne straal van licht uit de re- ten werd opgeklaard. In dit schlijnsel kon hi] zien, hoe zij Tom's avond'borod1 Iklaar zette en heen en weer drihbelde. In 'ri uur_ zou o,m terug zijn van de boerderij, waar hij dagelijks werkte. Peter Smith wist, dat Tom tegen de goed'heid zijner moeder geen bezwaren zou hebben, want zij waren vrienden, van schoolbanken af en altijd gebleven oOk. Peter Smith wierp de zakken wat terzijde, die 'n hoek van het schuurtje vulden en zette zich in pijnliijke i verbeiding van de dingen, dSe zouden .soaea. 'n Kostelijlke etensgeur drong uit de keu- ken tot hem door en hij hoopte, dat vrouw Bond hem na Tom's thuiskomen 'n.deel van 't avondeten niet zou ontzeggen, want hij was 'hongerig en had 'n verren weg v66r zich. Hij verviei in 'n soort van hulpelooze slui- mering, achtervolgd door de gdieurtenissen der laatlste ipaar uren, die hij in den vorm van droomen nog eens weer doorleefde, toen hij door den klank van voetstappen buiten plotseling gewek't werd. 'n Oogenblik dacht hij, dat het bonzen van zijn hart hem zou doen1 stikken. Daar whren de jachtopzieners. Zij hadden stellig geraden, waar hij zich schuil hieldnatuurlijk bij de moeder van zijn vriend. Hij vond't idioot van zichzelf, dat hij zich juist hier verstopt had'. Bijma zijn zelfbeheersching verliezend, kroop hij zoo diep mogeiijk weg ift den hoek, met moei- te rustig en stil het verdere afvvachtend. Maar de stappen gingen ban het huisje voor- bijzij aarzelden zelfs niet bij de deur. Hij hoorde ze in den stillen vorstigen nacht wcg- sterven. Het volgend oogenblik stak moeder Bond haar hand door de deur. „Dat waren ze," zei ze kort, ,,'n afdeeling mannen van het kasteel. Ik zag ze' voorbij gaan. Zij hadden lantaarns bij zich en uk 'zag den ouden Field en de beicie Boorman's. Misschien zou't nu't beste zijn, dat jij er uitkneep. Je loopt hun niet in den weg en je zu'lt Kent kiunnen berei'ken 'n Londensche trein komt om tien uur's nachts uit Tuabrid ge Wells." „Dat zou fijn zijn, moeder Bonds maar lfc heb geen geld' bij me om 'n kaartje te koo- pen. Zij liep op de keukentafifela toe. „Hier heb je zeven shillings, dat is genoeg 'tot Londen en n6g wat verder." 'n Oogenblik zei hij niets, toen sprak hi] „l!k weet niet, hoe ik je bedanken moet, goede vrouw." „0, je moet mij niet bedanken; ik doe t voor Tom. Ik weet dat hij je graag lijdlen geen onaange- ,,Ik hooip dat u door mij na'amheden zult krijgen." „Wees niet bezorgd; niemand zal ooit hoo ren, dat jij hier in huis waart. Daarom wil ik, dat jo nu vcrtrekt, voordat Tom thuiis komt; misschien brepgt hij 'nkameraad mee en dat kon last bezorgen. Ik wil niet ibeweren dat ik het voor mijn geweten niet verant- woorden kan, jou bij het ontvluchten gehol- pen te hebben, want op 'n jachtopziener te schieten is heel wat anders dan op 'n ge- woon mensch, zooals wij dat alien vinden, al is hij ook zelf® niet de ergste, maari'k wil er liever nu ooik maar niet over denken. Zij deed voor hem de deur open, maar op den d'rempel belven beiden staan, want op nieuw werden er voetstappen gehoord, nu ech-ter uit een and'ere richting. Misschien zal 't Tom zijn," zei vrouw Bond; ,,'t zijn echter meerdere mannen; ga gauw terug, Smith wacht tot alles voorbij is." Met 'n'gevoel van ergernis trad hij in 't huisje terug in't schuurtje; de vrouw sloot achter hem de deur toe. De schreden kvvamen naderbijlangzamer en zwaarder. 'n Oogen blik dacht hij, zij zullen wel weer voorbij gaan, maar zij kwamen regelrecht op de wo- ning aan. In hetzelfde oogenblik werd er ge- klopt. Neen, dat was Tom niet. Bevend van nieuwsgierigheid en vrees bracht Peter zijn oog vlak voor een der sple- ten van de deui' en zag de ikeuken in. Hij zag vrouw Bond naar de voordeur g$an maar, voord'at zij tip had te apenen trad schieiijk 'n man binnen, die meteen de deur sloot. Pe ter herkende een der jachtopzieners van het kasteel en 'hiji voelde handen en voeten tot ijs bevriezen. Dus ze wibten, waar hij zich op- hield; ze hadden hem gevolgd; liadden ge raden dat hij zich hij vrouw Bond verborgen had. Maar hij was heelemaal niet verbor gen; wanmeer ze de deur opend'en zou den ze iiem meteen ontdekken. Waarom- had hij ook niet iets beters bedadit? Zijn beenen beefden dermate, dat hij op de zakken-h'oop neerzakte. Den man in't keukentje scheeni't zwaar te vallen vrouw Bond te zaggen wat hij van plan was. Hij stond stem voor hpar; zijn muts in zijn handen verfrommelend. „Nu, wat is er?" voreg ze kort. „Ik wou u wat zeggen, vrouw Bond.' Peter Smitit luisterdfe, zijn ooren spitsend want zijn kloppend hart scheen de stemmen in het zijvertrek te overstemmen. Och neen, hij wist dat zij hem> niet zou verraden. Al- leen reeds omTom zou ze't niet doenen vrouw Bond kende geen vrees. „Welnu?" zei ze scherp, toen de man stom bieef. Ik breng u slechte tijding, vrouw Bond. De uitdrUkking op haar gezicht veranderde. „Wat? Toch niet iets met Tom?" „Hij is buiten," zei de man. „Wat wil dat zeggen?" vroeg de vrouw, terwijl ze naar buiten wilde gaan. „Ga niiet, vrouw Bond, totdat ik't u ge- zegd heb."'' Zeg mij wat er is, zeg't gauw, man, om der barmhartigheidswille!" en zij trachtte hem van de deur weg te duwen. „In het bosch heeft 'n vechtparti] plaats gehAd. Br ii U iwrei gewsest, dte kesijatje* wou vangen on Tom ging met de Boorman^s en mij en den ouden John van 't slot mee. Wij hoorden gedlruisch en- an toenHet was te donker om te zien, wie het was, en toen hij ons ontdekte, heeft hij't op 'n loopen gezetwij achter hem aan en toen heef t hij zijn geweer aangelegd, en Hij luel'd op en keek naar aan als smeekte hij haar het onttorekende in zijn verhaal zelf aan te vullen. Peter Smith, in den hoek van't schuurtje, geleek in dat oogenblik op 'n man uit hout. ,,Tomzei vrouw Bond zacht. De jachtopziener had zijn kameraden bui ten vergeten en voordat hij het verbinderen kon, rukte zij de deur open. De mannen hadden blijkbaar op 'n teeken gewacht; nu kwamen ze naar binnen, iets met zich dragend op 'n baar, welke zij midden in de keuken op den grond neerzetten. „Is hij dood?" vroeg vrouw Bond zon der tranem. De mannen knikten bevestigend met het hoofd. Zij; vermochten niet 'n zoo drogen toon aan te slaan als de vrouw. Peter Smith rilde niet meer; met de vertwijfeling waren ook de krachten terug ge'komen; hij begeerde niet langer te vluchten. O, Tomen ik dacht dat het een van die ellendige kerels was geweest; o Tom jou heb ik dus gedoodik kan niet lan- 'ger leven! En toch 't leven was wel goed; want er was een vrouw, 'n vrouw, waarop hij zich heelemaal kon verlaten, evenals op Ton*maar-'hij durfde nu niet aan haar denken; zijn toekomst was nu in vrO'UW Bond s handen. Die zat in den ouden rieten leunstoel bij het vuur. Een der mannen had haar in den stoel 'geholpen, 'n ander schonk haar in ru- we goedheid iets uit 'n flesch, die hij in zijn zak bij zich droeg. „Hier, moeder, drink eens 'n paar slokjes. V^ij zullen naar't doip gaan en vrouw Wat son vragen bij u te konrenja, ja, 't is hard voor jewat je overkomen is, maar ;dat is het noodlot zooals sommige menschcn dat zoo noemen, en de man, die het gcdaan heeftwij weten bijna wel zelker wie het is, en die zal hangen ook; wij hebben zijn gezicht niet kunnen onderscheiden, maar we hebben zijn geweer. Dat heeft hij in de strui- ken weggeworpen, toen hij er van door ging en ik zou er 'n eed op kunnen'doen dat het ding Peter Smith toebehoort; die zijn kop stond verkeerd, sedert hij al eens meer betrapt werd op diefstal van wild." „Hm! hij wist, als hij't al is geweest, na tuurlijk niet dat het T om was hij" en Tom waren betere vrienden dan hij het verdiende." Peter Smith stond overeind en keek ont- roerd d'oor de deurspleet. Hij zag hoe vrouw Bond met moeite uit den stoel overeind kwam, naar de taf el liep en op het gelaat van ;den doodle neerbliktc. 't Scheen 'n eeuwigheid te duren. Hij zag hoe haar hand in den zak van haar schort tasite, waarin de sleutel van het schuutrje geborgen werd. „De Boorman's zoeken Smith," zei een der mannen verlegen, de stilte onderbrekend. „Zij gelooven, dat hij den grooten weg is ge- Joopen; is hij mogeiijk ook hier voorbij geko- men? U heeft hem toevallig vanavond niet gezien, sedert Dinsdag niet." 'n Pauze vol'gde. „Neen", zei vrouw Bond, ,,ik heb hem niet gezien: sedert Dinsdag niet." De hand ging weer uit den zak van de boezelaar. „Goed, dan wij gaan nu om vrouw Wat son te halen; je zult blij zijn als ze bij je zal Vrouw Bond knikte toestemmend. „Wil jullie hem eerst even hier binnen dragen?" en zij wees naar haar slaapver- trek]6. De mannen trilden de baar omhoog en droegen haar in het zijvertrek. Toen schudde een ieder de hand der stille vrouw en men ging. Zij wachtte, totdat de dteur gesloten was; toen liep ze naar het schuurtje. Peter voelde opnieuw 'n rilling langs zich gaan. Hij kon't niet verdragen. Neen hij zou zich liever hebben laten hangen dan vrouw Bond zo6 te zien. Hij hoorde den sleutel in't slot knarsen en had't bijna uitgeschreeuwd. Maar zij kwam niet binnen. Zij imaakte slechte de deur los daarop ging zij met zwa- re l'ooden passen door de keuken naar het vertrekje daarnaast, waar zij zich bij haar Tom orpsloot. Peter Smith wist nu wat hem te doen stond; het eenige wat hij wenschte te doen, het eenige, wat hij doen kon. Hij opende de voordeur en ging zacht]es heen. Door Douglas Valentine. (Schrijver van De man met den Klompvoet). Geaukoriseerde vertaling van W E. P (Nadruk verboden) 79) Desmond) keek op bij' bet gduid van- dlie sitemi en, cem igswcnen bedel mair zienidc, vrloeg hij1 dleri1 main' of h'ij, geen 'taxi voor tail OD'dveDien Hat is werkelijk kiapitein Okewood", zei de bedelaar, „kend: u mij1 nidJ meer, mijn- 'heer Desmond1 keek maar het vuiite vmvilJdebde gezicht mtat die ongesdrdron kirn en schuidlde net hoofd „Ik gdloof van niet", antwoordlde hij, „maar jij schijnlt' mijn n,aarm wel te kenrnen! De schooier frommelde een oogenblik in zijn zak, haaUdle er 'zen, voidije piapier uit, vouw-de hot O'pen' en hield liOt Dosmoinici1 vcor. „Daf ben- ik, mijnheer!" zei bij, „en o, mijinheer,, Ms u zoo vriendielijk zoudt wrllfin zijn m!ij geda raa'dl 'tie gevem al was 't maiar terwiilile van vraeigieE, dlaa. zou ik zoo dainikr baar zijnd" 1 Desmond nam het vodije, <M de mam hem toeiiwikte en hiei'Jd: het bij- 'het sdhijnsnJl' van de laniiaam. H^t was een stukje van een1 knamt. Nauweliiks had hij hd geliezen of h'ij; stak d'en schooier die hand toe. „Wel, kanonmier Baitiliin,g", riesp h'ij! uii!l, r,ik herkende je zoo gauw niietHoe ter warelid kom je er zoo u'iit te zien iDe m'am keek besichaamdi maiar ddn grtend. „Ik ben een dlaserteur, mijlnihieerzei hij met zaehte stem. „Ben je dat?" anitiwoorddie Dssimond, „wd nu ik er goed over denk, sappertoot, ben ik 'dat ook!" HOOFDSTUK XXV. Naar het huis van Mevrouw Malplaquet. Barbara's pols vasi'J omikliammend, zat me- vrouw Malpliaqudt naast hat meisje achter in- de groote auto, iterwijil Beilillwand tegenovier haar plaats nam. Hei[i was een aute van- een- groot aantal P.K. en toen ze eenmaM Wil kairrespicor voor de hertosrg afwanen1 en de groote wag was bercilkt, zette Strtamgwise die auto op volte sindlihoid. Bij dit kairresipioor, diat maiar dte herberg voerde, maaikte de groolie StadsTUonws HERZIENdNO 'J AARWEDDEN PER'SO- NE'EL - GYMNASIUM EN HAND'ELS- SCHOLEN. (Vervolg.) Wat die ragel-ing bij verzuim wegens zieldte aangaat (art. 14 verondemimg d'agsdio1en, art. 10 verordenimg avo-ndlsdiooi'J) hebben wij geen- bezwaar -de eerste beide afinea"s in te trekken en daarvoor iii- de plaats te s'tellen die reg-TiHg m W4 bu too gegolden hctobehde veiwdeinimgen. Wij zo-uden er eveuwei db voorkeur aan geven, dat de bevcogdineid tot ijiet verleenen van- dat verlof, tot mu toe aan U voorbehouden, aan ons Gbilegt werdl to»- gekandi. EVenmim hebben wiji bezwaiar ens de den- de aliinea te wijzigen- -in dlien zin, dlat bij1 over- lij-den de uitbotalmg van heJ saians plaats heeft tot en rrueic de derde maand na dte van het ovexlijden, zulks in o-veivcitetemm-iing met de salai'isver-crden in-g voor de gemeenle-amb- ten area Wat de vraag betreft een toelichtimg te imogen omtvangem omti'ent dte bcdoelimg van die 2e alinea' der o-vergangsbepaliingen, dtee- ten wij mede, dat i-nderdaiad1 iedere waabbong voor de thans in functie zijlnde leera-ren daar- do-or zal kunnen vervallen. De minister ikan bij imtrekking van het bckcndfe artike'.! 40 ©like wij'ziging wenschcn, -die ihem goedidunkt. lot het aanbrengem van wijzigingen in de veror denimg zal Uwe Verigadering echter voor e.-k gevai een besluit hdbban te nomen. De laat- ste woorden„en in de bealiseingem weilce ten cpzi-ch'te van dit artilcel nog mochiten worden g-enomen" komem in- de Rijksregeiingen met voor; zornder dleize lo-evoegmg echter zou die gemeente de teezeggimg doen in iedter gevai dte op 1 Juli"1922 door de op- dlien dictum in dienet zijnde leerarem g&noten j aarwedden te waarborgen, een- tciezegging. die zij misschrn te een'i-ger tijdi weer zou mooten intrekken. wi] meenen dan o-ok dte bepaling o-nveranderd te moeten handhaven. Wij' htebbeni geen bezwaar dte regelumg om- treat de vergoeding, toe te ikenmen aan era Iteeraar, die den rector vervangt (art. 4 voor- laatste alinea der verordenihg vcor 'hot Gym nasium) ook te do-en gelden. voor de Hoogere Han dels- en H'andelsdagsdioolvoo-r dte Handelsavon-dscbool zjou als vergoeding zijn te -stcllen, het verschil iusschen de j-aarwedd-e, wtelke de vervamgem als directeur zou genie- ten en die we'te hij als leeraar heeft geno ten een regeiing. die Uwe Vergadering reeds eemmaal- heeft getroffen en de Mdmistericete gcedkeurinig mocht verwerven. De vereeniig'in'g mciikt nog op, diat in; dt voorgestelde verordeningam mieJ voorkomen bepali-ngen omtrent 'het vierleen-en van ontslaig niet op eigem verzo-ek. Wat de leeranen aan •het Gymnasium aamgaat, bevat de Hooger Gnderwijswet in de arbt. 17, 18 en 19 bepa- 1-inigen -ounilremt entelpg, terwijl -de verorde- niinigem op de Han-delssche-len in'houden, dat on'ts'hg niet op eigen verzoek de goedkeuring behteef't van den minuter van Omderwije Kun- stem en Weten-schap-pen (arbt. 11, 15 en 15 Gem. bladen nrs. 491, 530 en-'729). Teif slotte komt het der vereemiging ge>- wensdit voor zo-o spoedli'g mcgetijk een wachli- geldregcling in te v-oeren. Uwe Vergadering heeft dte beslissing o-p ons voorstel ter zake, opgenoimem in bij lage nr. 148 van- 1923,^ aan - gehouden. Het is ons voormemen dat ont- werp, -al dam niet gewijzi-gd, zoo spoetdig mo geiijk wedlerom aan1 die -o-rde be sltelien. Wij meenen verder in de veuoxdemiingen al'smog een -bepaling -ie moeben-dben opnemen omtrcini. de vergoeding van reiskbsten, toe te kenmen aan elders w-o-mende leera-en -em aan leeraren, die -tijde'iijk in fumctie zijn ter ver- vamging van andtere leerarem, van- welke laaitete men in het -aligemoem mioeilijk kani vcir- deren, dat zij- zich tijdelijk alihier koirmen ves- -tigen. Wat eerstgenodrndte categorie betreft zouden wij deze vergo-eding aileani wi-H'en to^e-' kemnen aan -die leeraren, wier jaarweddte in in -de gemeente'ljke bebrakkin-gen te zatmen -minder dan 2000i -bedraagt. V-efder zal het verteemen der toelagevan 200, genoem-d in art. 4 unider c (b) 2e zim- snedte der verordemin-gen voor de dagscholem, onbililijk weiken. Immieirs oem leeraar, die slechts een of emkete uren ;per week geeft, zal1, zoioals -de bepaling er etaat, de voile 200 •even goed' ontvamgen ai'te iemand met b.v. 30 uren. De beloonimg p-er uur varn eerstge- n-oemlde word! daaido-oir ongemotiiiveerd aan- zienlijk veThoogd' hetgeen o.i rniiet de bedloe- ling kan- zijto. Wij- zouden dez-etodage ge- sbdd wiillen- zien- op 10 per wekdijkscbe les per jaar, tot- eem maximum van- 200. No-g komt 'het ons gewenscht voor in- de arbt, 4. 4e alinea, dler verordtemimgen voor dte dagscliolen en in art-. 1, 6o alinea, der ver- ord!enin-? voior de avon'db'dh-oo' duidd-iik. te doen uitlcomen dat de daar bedoelde vermin dtering al-leen" dlen z.g standptaabsaftitek be treft en niet ook evontueel andere im te voe- ren verm-inderimgen. Voo-r deze laate'e is, zo-o da arte? een eis^dh von li-oogerhand ko-mt, d°r- halVe. een afzonderiijk besluit van -U'we Ver- gadiering no-o-dig. Na de imdliening van- o-n-s voorsibel^ opgeno- misn- im bijlage nr. 154 is de regaling voor -de Ru'kis Hieop-ere Burgenseholen op- enkeV ■o-n-dtendeelen gewifzioM- in verband waarmede wii T T no-T eeni-ere aanvu'lingen in- ovenvesin-g cnevra. tdp-Ti, Uwe Vengadtetiinip' zich met het vo- rra-stam^de vraecni^ra. dan sboillen wii- haar voor -de verordenimfrm-. in on+wem -on-ieno- men in renoemiJe biilage nr. '154, wast te qiWTpin. 'TW di» te w^ard me1- belt bowrFtean- INGEKOMEN PERSON'EN. H. J. van Bennekom, NjH., los werkman, Yoor spoedige aflevering rail is Uw adres:, Druiveml. 3, Amsterdam. S. J. Sieuwerts, N.H.,, musicus, Dahliastraat 13a, Bergen. J. Kooij, G.K., Verdronkenoord 8, Haarlem. J. J. Koop, R.K., expediteur, N'ieuwpoorts: laan 164, Hoorn. J. A. Koop, R.K., expe- diteur, Nieuwpoortslaan 164, lioorn. A. Bakker, R.K., dienstbode, Payglop 22, Hoorn. J. van den Berg, electr-o-technicus, Stationsweg 58, Amsterdam. A. M. Kleef, R.K., diemstbocle, Ritsevoort 26, Heemsikerkte L. B. Cremer, Rem., winkelbed., Geester- singcl 32, Groningen. M. Langenb-erg, G.K., dienstb., Ie Landdwarsstraat 3, Vlaar- dingen. M. Bruijn, N.H., huish., Konings- weg 6-0, Wormerveer. H. G. Smit, N.H., procuratiehoudbr, Wilhelminalaan 27, Scho- ten C. H. Berkhout, R.K., Spoorstraat 58,Nieuwe-Niedorp. W. Starreveld, N. H., K-oni-ngsweg 23, Ui-tgeest. E. H. van Dijk, N.H., ba-rbier, Koorstraat 41, Zaan- dam. C. van Gelder, N.H., monteur, v. d. Kaaijstraat 3, 's Gravenhage. J..Vel, N w>eg een rech-ben hteek maar rech'lis.- Dezen driaai sl-oegen zij- -in, lieten' Mill House in, de verbe li-nlks- van zi-ch liiggam en -kwamen na een tij-dl'ang dten -rain-d Van het van- gevolgd en een netwe-rk van; zijwegen gekirrust te hebbcm, eindeilijk op een rechten,, breeder, weg Vertward en gesChokit door aides wat zij had -dicioJigema-a'kt, had Barbara Mile ^begri^ van <tijdi varlioren. Nladlat zij; eemi-gen Cljld go- reden; hadden in de friissdie buit'enludht, be- reikban zij1 dte eerste rijien van huizen, een-bo- miige samtenvoegin-gen' van sheen-em en klMk, die Londen; ron-dom ziteh uitsbre'kt als -groote lanige vanga-rmen;. De bui'bensile randteni der wareldd'lad waren nog in slaap toen de gro-oibe auto- vo-orbij sno-rde. De geztellige '..High Streets", de Parades" met hun. roode klinkersteenfjes, -en de „Bncia;dlway" met de -lian-ge rijen hu-i-zen lag-am daarMs melt ge- Slio-ben odgem, slapend, in de gra-uwe morgetn- schemeri-ng. Met de lichten- op igledien- dte eerste trams voott, den mieuwen dag beginniendl, toen die gro'ote - auto door de oostelijke voorsteden van Louden suisde. Voor Barbara, die in Seven Kings- woonde, haddlani de -straten] waar zij- dborheen- snordbm, idis bekenldls: m&ar haar opmerkingsvarmogem was als- het ware verllamdi en een gevoel van groote huh Kaaijstraat J, 's uravenuage. j. H., dienstbode, St. Annastraat 17, Wormer. F. Hauer, R.K., dienstbode, Kennemer- straatweg 19, Duitschland. G. Horn, R.- K., tuiniersknecht, Ged. Baansloot 5, Te-ge- len D. Groot, N.H., Stationsweg 1 T, Bar- singerhora. D. Karsten, kleermaker, Ou- degraeht 158a, Harlin-gen. J. B. vac Merwijk, R.K., kappersbed., Langestr 65 Breda. E. Wilms, R.K., dienstbode, Nas- saulaan 9, Duitschland. M. Noens— Wijker, R.K., werkster, Krelagestraat 8a, Belgie. M. Pool, R.K., Meidoomstraat 6a, Wijk aan Zee en1 Duin. 1J. Zwaan, N.H., diens'tfoode, Emmastraat 17, Bergen. T. Bakker, .N.H., K. van't Veerstraat 12, Ni]- megen. A. de Beurs, N.H., los arbeid-er, Stationstraat 57, Koedijk A. Koedijk Hoogendijk, N.H., ass. huish., Wilhelmina laan 22, den Haag. R. v. d. Weide, N.H., kruidenier, Eikel enbergstraat 70, Leeu-war- d-en. A. J. Kuis, R.K., sigarenma-gazi]n, 2e Landdwarsstraat 7, Gouda. J. Ros, R.K., Snaarmanslaan 16, Beesel. M. Bruin, dienstbode, Oudegracht 95, Leeuwar- den I. Ko-eman, N.H., opperman, Noodw. R. O. G. 5, Ursem. W. J. Nobbe, N.H Dahliastraat 17, Vlagtwedde. C. C. A. Roelofzen, R.K., Varnebroek 11 Purmerend. A. D. J. ter Berg, R'.K., Tienen-wal 6, Utrecht G. Schoufen, R.K., Nasisaulaa-n 9, Soboten. A. Duin, O.R.K., di-ens-tbode, Helderscheweg 29, Egmond aan Zee. J. M. S. W. Beelenkamp, R.K„ Baansingel 40, den Haag. P. S. H. van der Vaart, R.K., winkelbediende, ie Tu-indwarsJlraat 14, Lei den. id. A. de Vette, R.K., dienstbode, Tesselschadestraat 2, Heiloo. J. limmer, N.H., tim-merman. Ie Landdwarsstraa_t 10, Zuidlaren. C. Goudsblom, R.K., Fabrieks- weg 1, Waim-enhuizen. J. Goudsblom, R.K., boerenknecht, Heilooerdijk 44, War- menhuizen. M. C. Goudsblom, R.K., dienstbode, Heilooerdijk 44, W^armenlhuizen. M. A. Bos, R.K., dienstbode, Metiusstraat 15, Oudorp. S. J. E. Hasselo, Rem., Sta tionsweg 23, Staphorst. E. Budding—van Zanen, R.K., Popelmanslaan 22, Haarlem. M. L. van Gils—Nederkassel, R.K., Drui- venlaan 5-4, Zundert. C. Hartland', N.H., schilder, Prins Hendrikstraat la, Oterleek.— E. Streutger-s, N.H., Prins Hen-dri'kstraat la, Meppel. C. J. J. de Mazure, N.H., land- meter, Egmonderstraat 22, Gorinchem. H. M-olenaar, R.K., banketbakker, Langestr. 39, Krommen-ie. R- P- Goettsch, N.rL, leeraar, Costerstraat 33, Vliss-inger;. J. C. de Wit, R.K., Egmonderstraat 6, Heemstede. J. Lewis, N.H., reiziger, Kennemerstraat- weg 162. Schagen. A. Meijer, R.K., pen- sionhouaster, St. Anthonius-straat 9, Am sterdam. J. S. Tempelaar, R.L., Drebbel- straat 7, Hoogwoud. C. Jendrasza'k, R.K., dienstbode, Verdronkenoord, Bovenkarspel. A. N-ol, N.H., Stationsweg 30, St. Pan- cras. B. H. M. Stoelinga, R.K., Clarissen- buurt 27, Purmerend. K. H. J. M. Ver- kuijl, R.K., ba-kker, Appels-teeg 1, N'oordwijk. A. Dol, N.H., winkeljuffr., Bierkade 5, Heiloo. A. J. Jel ijs, N.H., dienstbode, van Everdingenstraat 13, Zuidlaren. J. Pau- lissev. d. Broek, N.H., Boomkampstraat 30, Rottendam. A. Ortmann, Ev., dienstb., Kennem-erstraatweg 71, Duitschland. Aalten. P. M. Kops, R.K., Breedsraat 53, Heiloo. M. Buisinan, R.K., dienstbode, Nieuwpoortsteeg 2, Koedijk. C. Valkering, R.K., dienstbode, Geestersingel 49, LLmmen. J. Th. M. Verhoeven, R.K., dienstbo-de, Westerweg 91, Arnhem. A. M. de Geus, G.K., dienstbode, Nassauplein 29, Schermer- peloosh-eid drukte zwa-ar op ha-ar. Toen de audio -fangs Mansion House maar Po-ulitry en Cheapsi-de reed, waran- straatnei- nig-ers im hun hooge ba-ggeillaarzcm bezig met gnootte dlangen, die op kleine kanretjes gewicmdien tea-ren^ het asfalt te spuiten,. Hdt werd nu- helidler dag; de stations van- dten on- dlergron-db-chen spo-oilwieg werden gcopend en nu en dan snorae een motaibus voorbij. Barbara- bewoog zi-ch onrusllig -en de hand van mevrouw Malpl'aquelt omfclemide haar miet vasteren greep. „Waar brengt u me heen?" vroeg Ihet meisje. Mevrciuw Mialpliaqutet zei maar eeni woordl: „B-ellwairdl!" Ziji zei-de hat vriendtelijk, maiar gebiedend. BeHlwandboog zich vo-oro-v-eir. „Kij-k mij- aan!", Mis® M'ackwaytel" zei 'hij. Zijn stem had iets eigenaardi-g gtebiledemcfe, diat Barbaifia deed gehoorzamem. 'Eeni oogen- b'Jik worstelde zij tegem die ntei-gimg om te dioen wat! hi} vroeg; want een1 inwemdig gevodl waarschuwdie baar niiet toe tte geven. Maar een1 omlweersitaanbaiie madnt sChoen, haar oogen- maar dte zijne lioe fe trekken. Belllwand bewicog zi-ch miet. Hi1'; boog alleen- wat voor- over -met dte handien op dte knteem en keieik haar aan. Barbara tam zijn oogen niet zi-ra, want het was nog schomerig lidiC- in de auto, maar langzaam 'xnaar zeker werden haar oogen- vastgtehoud-en door de zijne. Zij' ketek -naar zijn gezichit en was zich dia- del'ijk bewust, dat "een magnetische kra-cht zijn' wil op haar o-varbtacht. Zij hadl willen -schreeuwen, zich wiiL'ten verzetten, wi-lfem ont- -kornen maa-r die onzichtbare icoigem hiddlen haa-r 'Mis in een achroief gek-neld'. Een foontte -snikr-kwam1 haar over die lippem, maar dhil dat was alltes. „Z-iezo;o-zei BeBward met een zu-cht van- iemand die een stierke liich'amtelijke linspam- ninig heeft volibracht, „ziezoo, n-u zull je wel kai'lmi blijven en doen Wat -i-k je zeg." Het mds-je anlwoordde niiet-. Zij- hield- haar hoofd! naar voren en staardte den man- strak aan. Bell'Ward1 boog zich vooncwer niaar Barba ra totdal! zijn sto>ppel'ige hlaar die zacbte bmi- ne krullen van het meisje aamraaktem. Hi} staarde steak in -die o-ogen;. B'lijfcbaar was hij voldaan over zijn: weirk, want hij slaakte een zu-chit van volidoenBinlg en wendd'e zi-ch tot mevrouw Malplfaquot. „Ze zal- n-u geen moeite meer geven t" zei hij l-u-chtig. Wocdr uocuaiiti maj ig." zijn. Ja r».rj-rvr!iT:piVifii^<Te wiiVii^iin'oneti.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5