Aikmaarsche Gournnt abonnementen if Parijsche Canserleda. N.V. Boek- en HamlelsMkerij v.ti. Herm,. COSTER ZOON, op Tjjdschriften Verpdering van den Gemeanteraad. Voordam G 9, ALKMAAR, Maandag 25 Februari. Startsnicuws. is HET adres vo©r zoowel Binnen- als Buitenlandscbe. Ho. 47 ISM Honderd Zes en Twintigsta Jaargang, De Burgemeester van Alkmaar roept de ledien van den Gemeenteraadi op ter bijwo- ning eener vergadering op DONiDERDAU 28 FEB'R. 1924, nam. 1 uur, teneinde te beraadlslagen en1 te besluiten om- trent de hieronder veraielde punten. 1. Vaststelling van de notulen der vorige vergadering. Mededeelingen. Ingekoruen stukken. 2. Voorstel tot wijziging der verordening op de invordernng der Inkoinstenbelas- ting (bijl. nr. 15). 3. idem tot het aangaan van gemeen- schapipelijke regelimgen met and.-re ge- meenten imzake de toelating van leerlm- gen tot de lagere scholen (bijl. nr.' 18). 4. Idem tot toekemning van een toelage aan den administrateur der gemeentelijke avondschool voor nijverheidsonderwijs (bijl. nr. 19). 5. Idem tot verkoop van grond aan de Patemosterstraat (bijl. nr. 34). 6. Idem tot verkoop van grottoi aan de Wilhdminalaan (bijl. nr. 37). 7. Idem tot verko'op van grond aan den Boezemsingel (bijl. nr. 35). 8. Idem tot koop van grond achter de voorm. Rijkstuinbouw-wimersehuol (bijl. nr. 46). 9. Idem tot verhuur van grond aan den heer C. Kok (bijl. nr. 49). 10. Idem tot verkoop van grond aan de Vereeniging Proef-'en Schooltuin „Ken- nemerland(bijl. nr. 40). 11. idem tot verhuur der woning Krelage- straat nr. 29 ('bijl. nr. 20). 12. Idem inzake wijziging regeling jaarwed- de Commiasaris van Politie (bijl. nr. 48). 13. Idem tot wijziging van bet Reglement voor bet Stadsziekenhiiis (bijl. nr. 41). 14. Voorstel tot bouw van een woning in het Muziekpark (bijl. nr. 33). 15. Idem tot bet verleenen van ontheffing van art. 44 der bouw- en woningveror deraing (bijl. nr. 32). 16. Idem tot wijziging van de verordening, regelendie de inrionting der Politie (bijl. nr. 44). 17. Idem tot yerzekaring van bet brandweer- personeel"tegen ongevallen (bijl. ni JO). 18. Idem tot bet beschikbaar stellen van re- diet aan hen, die naar Canada wenschen te emigreeren (bijl. nr. 42). 19. Voorstel tot deelneming in het garantie- fonds ten behoeve van de alhier te hou- den gewestelijke tumuitvoeringen (bijl nr. 47). 20. Idem inzake loonregeling werkverschaf- fing en omtrent adressen, verzoekende verstrekking van brandstof en huurbons en betreffende de wijze van uitkeering der ondersteuningen aan werkloozen (bijl. nr. 45). 21. Goedkeuring 4e suppl.-begrooting Bur gerlijk armbestuur 1923 (bijl. nr. 16). 22. Vaststelling suppl.-begrooting Gemeen- tewerken, dienst 1923 en de rek erring van dien tak van dienst over 1923 (bijl. nr. 17). 23. Voorstel inzake regeling uitkeering toe- gekende bomypremies (bijl. nr. 38). 24. Idem tot vaststelling van een verorde ning voor bet buitengewoon lager on- derwijs (bijl. nr. 39) 25. Behandleling reclames en beroepschrif- ten plaatseliike -belastingen (bijl. nrs. XXXII en XXXIII). BEVOLKING. WAARSCHUWING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ALKMAAR herinneren de ingezetenen der gemeente aan art. 14 der Verordening houdende bepalingen omtrent bet verdeelen der gemeente in wijken en het opmaken van volledige staten der bevolking en harer hui- zing (Gemeenteblad No. 90 van 1898) lui- dende: VAN ELKE VERHUIZING BINNEN' DE GEMEENTE WORDT BINNEN AOHT DAGEN KENNIS GEGEVEN TER SECRETARTE VAN DE GEMEENTE: BIJ VERIHUIZINIG VAN EEN GEZIN, DOOR HET HOOFD VAN HET GEZIN; BIJ VERHUIZING VAN AFZONDER- LIJ.K LEVENDE PERSONEN, DOOR HENiZELVEN; BIJ VERHUIZING VAN INWONENDE DIENST EN WERKBODEN, DOOR HENZELVEN: BIJ VERHUIZINGEN VAN PERSO NEN NIAAR INSTELLINGENi, GESiTICH- B® aEfc<3r A «o* n* Oorspronkelijke novelle van J. C. L. B. Pet. 14) „Ik moet er ook been", antwoordlde de man. „U gaat zeker ook op bezoek?" Ik liep met den man op, die mij vertelde, dat hij nu al twintig jaar lang elicen Wqens- dag hierheen ging om zijn vrouwte bezoe- ken. die ongeneeslijk krankzinnig was. Daar- na liepen wij zwijgend voort, ieder verzonken in zijn eigen gedachten. Wij volgden een weg, waar aan weerszijden demnebosschen waren. Boven de toppen van de boomen staken hier en daar roode daken uit. ,,Dat is het", zei de man, op de huizen wijzenrf. „Is het zoo groot?" vroeg ik. „Het zijn allemaal paviljoens," antwoord- de hij. „Afzonderlijke gebouwen voor mam nen en vrouwen, voor ernstige en minder ern- stige patienten, en natuurlijk voor de doeto- ren en de verpleegsters". ,,Het is geweldig", mompelde ik. „En nog is er plaatsgebrek," vei-volgde de man. „Dezen kant moeten1 wij. op". In het lange bek van hoog ijzergaas, dat het terrein afsloot, was een poort, die open- stond. Op een wit bord stond geschilderd: „Zidh te vervoegen aan het directiegebouw" ,^Comt u maar mee", zei de man, „hier TEN, INRICrTTiNGEX: VAN WELKEN AARD OOK, INI WELKE PERSONEN ONDER EENIG BESTUUR SAMENWO- NEN, DOOR DE BESTUURDERS DIER INSTELLINGEN, GESTICHTEN OF IN- RICHTINGEN. Op de naleving van bovenstaanide ver- plkhting zal ten strengste worden gelet. Alkmaar, 23 Februari 1924. Burgemeester en Wetiiouders'vcornoemd, wEN'DELAAR, Burgemeester. A. KOELMA, Secretaris. GEVONIDEN VOORWERPEN. Aanwezig aan het Bureau van politie, Langestraat en aldiaar te bevragen op alle werkdagein tussohen 11 en 1 uur, de navol- gende voorwerpen als gevonden. gedoponeerd op 18, 19, 20, 21 en 22 FLbruari 1924: ro- zenkrans, huissleutel, portemonnaie, kruis van rozenkrans, zakkam in etui, rekeniboekje, kerkboekje, wit gebreide handschoen, kniip alpacca beursje, brillen in etui's. Aanwezig en te bevragen bij de navolgen- de ingezetenen, ondersiaande voorwerpen, als gevonden aangegeven op 18, 19, 20, 21 en 22 Februari 1924: W. Poland, Kanaal- dlijk 26, portemonnaie; C. Bieman, Em'ma- straat 5, zilverbon; J. die Munk, Ritsevoort 44, kinderhandsehoem; L. Peereboom, Nieu- wesloot 89, daniestaschje; Alkm. Bioscoop, Langestraat, damestaschje; J. Goudsbloem, portemonnaie met inhoiud; J. Langen'berg, le Landdwarsstraat 32, ledige portemonnaie; A. Schurer, Stationsweg 154, boa (boot); J. C. Jonker, le Kabelstraat 21, portemonnaie met inboud; J. Langenberg, le Landdwars straat 4, mondorgel; F. Vriesman, Wester- koilikstraat 4, heerenrijwiel; De Fouw, Wes- terweg 51, motorhanalschoen!; C. Schoonho- ven, Verl. Landlstraat 22, Wollen rnuts; C. Burger, Nieuwpoortslaan 100, portemonnaie met inboud; Y. Oldenburg, Nieuwstraat 23, blauwe sjaalNieuwkuyk, Houttil 17, witte handmof; C. Klinkert, Spoorstraat 36, hon- denpenning no. 326; Colauto, Lindenlaan 121, taxhond; C. Kok, Landstraat 10, mu- ziekboek; B. v. d. Bijl, Geest 34, glace hand schoen; J. Venmeker, Pijkgraafstraat, zak meel; T. Kooyman, v.d. Woudestraat 20, kinderschoentje, R. Kok, Landstraat, hand- schoentje; G. Kuiper, Verdronkenoord 50, portemonnaie met iuhoud; H. Coppijn, St. Anthoniusstraat 11, kinderhandsohoentjeW. Habbicht, Ramen 22, goudem ringetje met steen'; J. Boots, Luttik-Oudorp 30, mand met waschgoed. Wannear men weder in het bez.it is van het verloren. voorwerp, wordt men verzocht hier- van kennis te geven aan bet Bureau van politie. ZEDEN-VERBASTERING. (Van onzen Parijschen Correspondent.) Nadruk verboden.) Parijs, 5 Februari. De welllevendlreid „L'Art de Savoir-Vi- vre" be-eft in de laafste 20 jarcn een om- wenteling ondergaan, niet kleiner dan die wel- ke tevoren twee eeuwen eischte. Stellig zouden de jonge vrmrwen van onze dagen het uit- proesten van het lachen, zoo ze nog weleens een blik wierpen in de gescbriften van Mme. de Genlis, Mme. Campon of Mme. Millet- Robinet; en zelfs handboeken van recenter datum als dial van barones Staff of van de vi- comtesse de Tramar doen onze jongere tijd- genooten schateren. De gedachte, dat een jonge man van huw- brren leeftijd zijn avonden doorbracht in ge- zelscbap van een rookende vrouw, zou onzen moeders de baren hebben doen te berge rij- zen. Toch zijn :haar kleindochters en niet alleen in de Parijsche society de voornaam- ste afneemsters van de blonde tabak, en als mijn vrouw op een soiree ee,n pijp rookte, zou niemand een stuip ervan krijgenTreed een salon binnen,: alle vrouwen'zittefl: met de beenen -gekniist over elkaar zoo ze niet achterover in een fauteiul liggen en baar kou- sembaud™ laten z:cn„ Ik d-irrf niet zeggen waar onze moeders zouden denken verzeikl te zijn geraakt, wanneer ze eens de gesprekken konden afluisteren, welke men. tbans hoort aan elk diner in de kringeri. die doorgaan voor de beste van Parijs.En heb het hart niet een aanmerking te maken. Men Scheldt u uit voor een stijven zedepreker, een zuur. r>ruim, die honderd jaar ten achter is bij zijn tijd, en men keert u den rug toe, Mijn dochter, aan wie ik zekere ongemanierdheden van ge- baren en van taal verweet, antwoordde me: ..Nlsen, papa, zoolang ik niet in gezelschap mijn vinger in mijn neus steek, heeft u niet bet recht iets op miin houding aan te merken. De arbeid in de Ihospitalen heeft aan onze jongens en meisjes gewoonten bij eebracht, als men voor den oorlog nauwelij'ks kende op den Zeedijk of in wijlen de Zandstraat. Ik ben oprecht ervan overtuigd, dat de kern even goed is als vroecer; doch als 'het zoo door- gaat, zal ook deze eindigen met te worden moeten wij been." Wij liepen eera breede l'aan af, aan bet eind waarvan zich een groot gebouw verhief. De man belde aan en eeni portier opende de dfeur. Hij herkendle direct mijn begeleider en zei „U weet den weg, ga uw gang maar". Toen vroeg bij voor wien ik kwam. „U bent hier zeker voor het eerst? Dan zal ik u den. weg wijzen". Ik volgde hem langs een pad tusschen de bosschen. Ond'erweg kwanien wij een troepje mannen tegen, alien gekleed in werkpakken van dezelfde blauwe kleur. Zij waren verba- zend luidruchtig en schenen met elkaar erg vroolijk. „Wat waren dat voor menschen?" vroeg ik. ,',Niet-betalende patienten," antwoordde de portier. Ik verwonderde mij. Ik bad1 niet gedacht, dat gekken onder elkaar zoo vroolijk konden zijn. Wij hielden stil voor een der paviljoens. De portier belde aan. Een pleegzuster opende de deur en vemam van den portier, dat ik kwam voor miss Grened, die Vrijldag was aange- komen. Zij fiet mij binnen. Ik stond in een breede, lichte gang. Door een geopende deur kon ik in een mime kamer zieni, waarin een aantal vrouwen waren. Enkelen stondeni stil, geleund tegen. den muur, rastig voor zich te kijken, anderen zaten aan de tafel in zichzelf te pra- ten, een enkele kreunde hoorbaar. Eeni vrouw van majestueuze gestalte, gekleed in een los- t se, witte japon, liep met groote pasaeni door aaagetast. De vergrovfng en veiwilderfiig der zeden moeten op den duur een demoralisee- rendea invloed hebben op het ras. En nu spreek ik nog niet eens van onze „gar90«nes". Het zou betrekkelijk gemakkelijk zijn, te gen dit alles in te gaan, als wij ailen slechts emstig wilden, en ieder ervoor waakte, dat de toegang tot het huis geslotien bleef voor indi- viduen, die niet een zekere zelfcontrole aan dcu dag leggen in hun spreektoon en in hun .gedrag. Doch \Vij zijn bang te worden uitge- scholciei voor acihtTl'jk en ouderwetsch. Wij missen den meed, buitensporipheden te omder- dmkken en laten het sans-gene voortwoelceren aan onze eettafel en aan onzen haard. Het treurige en absurde is, dat dit sans-gene zich aan ens opdringt als bon ton. De wereldvaar men-zich-verveelt culci- veert het, in een wisi-elwerking van ondeugd en degeneratie. Het is sjiek het is mode: raw en lomp en ongepast te zijn, en taal uit te si aan erger dan een polderjongen. Wie zou, wanneer hij zich introduceert met zulk een vi- sitekaartje, den vijand durven beletten binnen te komen Het is in deze stad die eenmaal den toon aangaf op het gebied van elegantie en welge- manierdheid een epidemie, welke voort- vreet van boveri naar beneden op den maat- schappelij'ken lad'der. In de kringen der kleine burgerij zijn de goede manieren het langst blijven voortleven. Tegenwoordi"' zoekt men ze ook daar meestal tevergeefs. Het onbedui dendstc burgermctiskind dfecolletccrt zich tot Vii de lenden en laat zich dc heupen betasten bij tango of two-step. Verleden week dineefden wij bij barones Mathieu. Zij is thans een „grande dame", na begonnen te zijn als „:petite femme". Zij wii, 'dat men zich bij: baar „op zijn gemak" ge- voclt, en dank zij' de middclen, welke zij daar- toe aanwendt.'hangt er over al haar recepties ear gegeneerdheid' zoo zwaar als I'ood'. Onder de gasten waren dien dag een maar- schalk, een bisschop, een minister, een acade- micien en verschillendc andere menschen van eerste klas standing. Daar de gastvrouw be- weert een hekel te hebben aan koude drukte ,ne pas faire de chichis", noemt zij) dat zei ze, toen de maitre d'hotel kwam mededeelen, dat „Madame la baronne servje" was: „Bii mij gaat iedereen zitten waar hij wil, ik ber. er op gesteld, dat de tafelburen met elkaar sympathiseeren". Men glimlachte. Sommi- gen voriden het gedurfdrnderen amusani Wat er gebeurde, had ik vwruit zien aanko- men: een hoogst espectabele, bejaarde dame zat, alleen, aan het benedeneinde der tafel, tusschen twee Ieege stoelen, welke op het laat- ste oogenblik bezet werden door een paar overgesdhoten jongelui, weinig ingenomen met dit gezelschap. Een. van de dames veroorloofde zich, fluis- terend, een besdheiden opmerking. Doch onze gastvrouwe haalde de schouders op en ant woordde: „Dn moment qu'op rigole!" Het- geen in goed Hollandsch ongeveer is weer te geven met: Als de lui maar lol hebben. Baron Mathieu heeft ver reikende aspira- ties; de bisschop zoekt in dit milieu ik weet niet wat; de maarschalk wcer iets andiers (misschien een ni'eu^ven oorlog); dee academy- cien vindt 't charmiant en gaat cm roman schrijven, die speellt in de groote wereld1. De minister rookte door zijn neus, en een •onlangs text „femme diu monde" bevorderde „elegante" speelde een' partijtje poker met twee barer ringen ate jnzet, tot, op het laat- sfe oogenblik, Michaud, de automobiel-fabri- kant, haar tien-duizend francs overhandigde en de ringen in zijn vestjeszak glijden liet Deze zeden-verbastering is met't prei-oga- tief van een bepaald milieu. Min of meer is zij binnenceslopen in alle kringen Zij kombtot uitdrukking in den opbloei van gedurfde en meer-d'an-gedurfde romans, welke de instal ling der boekwinkels overdekken, en die zich dit is het ergste aandienen als zuivere literatuur en ook door zeer velen als zoodanig worden behandeld; zij komt tot uitdrukking in de bnvtale amjonees op de achterpagina's van La Vie Parisienne en Le Ouignol dechai- ne, ja, meermalen in de hoofdartikelen en rechtszaalverslagen van bladen die als uiterst fatsoenliik staan aangesdireven en die men in elk. dames-boudoir vinden kan. Onder het motto, dat Frankrijk kinderen noodig heeft en dat er gedeeltelijk tenge- volge van den oorlog zooveel jongemeisjes ongehuwd blijven, heeft een zeker deel van de Fransche pers zich aan het prediken van polygamic (veelwijverij) gezet. Aan den in- gang van het Bois de Boulogne, aan de aris- tocratische avenue de Neuilly, leeft een jon ge, gefortuneerde Parijzenaar op z'n Turksch- met een harem. De bladen hebben er uitvoerig melding van gemaakt; zij geven ve- •le details, en stellen het leven van deze men schen hoogst aanlokkelijk voor. Sominigen moedigen aan tot navolging, waarschijnlijk in de hoop, daarmee soldaten te bezorgen aan de igroot-industrie van om en bij 1950. Een publicist van naam: Georges Anquetil heeft een boek geschreven: La Maitresse legi- de kamer. De lange blonde .haren hingen ordeloos om haar hoogrood gelaat, waarin vreemd en schrikwekkend de lichtblauwe oogen stonden. In tegenstelling met de mannen, die ik bui- teni had gezien, nam hier niemand notitie van de anderen. „Gaat u maar mee naar de spreekkamer," zei de zuster, en ik volgde haar, blij, dat ik niet meer in de nabijheid was van de vreem- de vrouw, die d'aar door de kamer been en weer liep, als een wild dier in zijn kooi. De stilte in het huis bevreemddie mij. Ik had verwacht in een krankzinmigengesticht een verschrikkelijk lawaai te hooren. Ik werd in de spreekkamer gelaten, waar even later de zuster terugkwam met Marion. Ik ging haar angstig tegemoet. Wat moest, en wat kon ik zeggen? „Pat Rupert," zei ze met een glhnlach en kuste mij op mijn mond. „Dag mijn lieveling", zei ik, verheugd, dlat zij mij' herkende, en toen wist1 ik niet, wat ik verder zou zeggen. Er was een drukkende stilte. „Ik mag iederen Wo ens dag bij je komen", vervolgd'e ik, „ik heb werk gekregen, op het kantoor vanop een kantoor". „Heerlijk voor je," zei ze, „en wat verdien je?" „Vijftien pond per maand." Weer was er een pauze. En toen, verander- de haar gezicht. De glimlach verdween, en een harde trek kwam op haar gelaat- Vindt je het niet prachtig?" hegaa ik time, waarvan meer dan 300.000 ex. verkocht werden in enkele weken tijds. De titel zegt voldoende. Openlijk en met den meesten ernst hamert hij crop, telkens weer opnieuw, in al- lerlei geschriftm: de wctgever moet de straf- baarheid der bigamie opheffenwanneer zoo roept hij uit zal er een Kamerlid op- staan om1 dit van den minister te vragen? Zijn zienswijze vindt aanhang het valt niet te looohenen. Zelfe is er dezer dagen te Metz een jury zoo ver gegaan, iemand yrij te spre- ken die een tweede huwelijk had gesloten' ter- wijl het eerste nog niet ontbonden was. Wij leven in een periode van degeneratie en amoraliteit. Het is een kwaal waaraan geheel Eurcpa sukkelt, doch in een grodte stad als Parijs vinden de mikroben dezer besmetteliike zedelijke ziekte nog vruchtbaarder ter rem cnr> elders. Zal de patient zich herstellen, of zal hij ten laatste era an sterven? Er zijn er, die ant- woorden: het is een voorbijgaand verschijn- sel, dat wij na elken oorlog hebben waargeno- men. Anderen echter zien den toestand vee! erger in. Het Frankrijk van onze dagen zeggen zij is het Griekenland na den strijd tegen Rome, het is Rome na zijn krijg tegen de Galliers en Germanenhet is de gesehiedenis, welke zich eeuwig herhaalt: de Beschaving, verdorrend, en uiteenvallend als een uitgebloeide roos, terwijl daamaast op een andere tak, de knop van een nieuwe cu1.- tuur zich glorierijk ontplooit. LEO FAUST. LOONEN IN WERKVERSCHAFFING EN ADRESSEN INZAKE VERSTREK KING BRANDSTOE EN HUURBONS EN BETREFFFNDE DE WIJZE VAN UIT KEERING DER ONDERSTEUNINGEN VAN HET BURGERLIJK ARMBE- STUUR AAN GEORGANISEERDE WERKLOOZEN. Burg, en Weth. schrijven in bijlage nr. 45. Overeenkomstig het advies van de meerder- heid van ons College, opgenomen in bijlage nr. 218 van 1923, besloot'Uwe Vergadering den 20 December j.l. 'het voorstel van de Ieden Kusters c.s., inzake de van 1 Januaii 1924 af in werkverschaffing uit te keeren loo- nen, aan te nemen en hieromtrent een nieuwe beslissing te nemen, wanneer mocht blijken, dat de miister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw deze regeling niet aanvaardt. In de subsidie-aaiivraag, die wij ter uitvoe- ring van het raadsbesluit aan den Minister en aan Gedeputeerde Staten toezonden, wezen wij erop, dat hoewel de loonen vol gens de nieuwe regeling kunnen bedragen 40 a 48 cent per uur, de bepalingen omtrent contract- toon en percerttsgewijze vermindering van het loon voor ongehuwden het uurloon voor een groot dee! der werklieden zullen doen dalep tot beneden het door den Minister voor ac- coordloon gestelde maximum van 42 cent, zoodat met het oog daarop wellicht geen be- zwaren tegen subsideering zouden bestaan De Minister antwoordde hierop bij brief van 16 Jaauari j.l. no. 3 S/654 aid. A., dien wij reeds in afschrift te Uwer kennis brachten en thans ter leziug zullen nederleggen, het vol'gende „Nu de Raad Uwer gemeente besloten heeft „een loonregeling voor de werkverschaffing „vast te stellen, welke hooger is dan bij de vo- „rige werkverschaffing het geval was, kan ik „niet besluiten U subsid'ie toe te zeggen". Gedeputeerde Staten hadden ons inmiddels bij hunb rief van 27 December j.l. nr. 187, welke eveneens bij de stukken is gevoegd, naar aanleiding van onze eerste subsidie-aan vraag reeds bericht. dat zij bereid zijn eene bijdrage van 12i/> pet. in de te betalen ar- beidsioonen te verleenen, doch ei'enals in het vorige werk vers ch affin gse i z oen van tneening zijn, dat een uurloon van 48 cent, waartoe de Raad ook thans. weder besloten heeft, te hoog en een maximum van 35 cent (bij accoord te vermeerderen met 20 pet.) voldoende moet worden geacht. Het uurloon mag niet hooger zijn dan het bedrag, dat als zoodanig door het Rrjft bij het verleenen van een subsidie wordt bepaald. Uit beide brieven blijkt duidelijk. dat, tenzij de Raad de loonregeling in overeenstemmmg brengt met die, welke voor de werkverschaf fing 1922/1923 heeft gegolden, op rijks- noch provinciaal subsidie behoeft te worden gere- kend. De meerderheid van ons college zou thans, overeenkomstig haar in bijlage 218 van 1923 opgenomen voorstel, zonder meer aan Uwe Vergadering in overweging kunnen geven. de Rij'ksregeli,ng te aanvaarden, nu Rijk en Pi'o- viricie dit uitdrukkelijk als voorwaarde hebben gesteld voor de toekenning van subsidie. Zij 'heeft zich evenwel rekenschap willen geven van de daar aan voor de gemeente ver- bonden voordee-en. iri het bijzonder ter be an twoording van de vraag, of deze zoo be langrijk zouden zijn dat het met het oog daarop gerechtvaardigd ware, thans voor de dsrde maal in dit 'seizoen tot vaststelling van weer, geen ander onderwerp wetende. Maar zij antwoordde niet. „0 Marion, mijn kindje," riep ik wanho- pig, maar zij bleef voor zich staren met die vreemde, strakke uitdrukking in haar oogen. „Kom, miss Grened," zei de zuster, „me- neer komt de volgende week terug." Zij nam Marion in den arm en samen gingen zij weg. Niet eenmaal keek Marion naar mij om. Ik ging moedeloos met mijn hoofd in mijn hariden zitten. Even later ging weer de deur open en een ou-de beer, met vriendelijk, zorge- lijk gezicht, trad de kamer binnen „U b<mt de verloo.de van miss Grened?-" vroeg "i ij, en op nijn bf-vestigend antwoord ging .rij'door: „Ik ben dokter Tangle, ik wil- de u even spreken." „Mag ik u een vraag doen?" zei ik, „denkt u dat het ongeneeslijk is?" „Ik kaner u nog weinig van zeggen," gaf hij ten antwoord1, „zij is. nog zoo kort hier. Maar misschien kunnen rust en goedc verzor- ging veqj d'oen." „Miss Grened heeft een zwaren tijd ach ter den rug." „Maar over haar wilde ik juist spreken, omdat ik naar motder ook heb gekend. Bij dc geboorte van een tweeling weddl zij krank zinnig, en is hier gestorven." „Een tweeling?" riep ik uit. „Ja", antwoordde hij verbaasd1, „wist u dat niet? Hebt u haar zuster nooit ontmoet? Haar naam was als ik mij goed herinner, Lizzy." ■Earn twft»liug? Zou hier de *plassing kua- een nieuwe regeling voor de loonen in werk verschaffing betrekkenen gemiddeld wel on geveer hetzelfde loo zouden blijven ontvan- gen als tot dusver. Op 6 Februari j.l. waren er n.l. 74 arbeiders te werk gesteld, met een tetaal uurloon van 31.01 of gemiddeld ruitn 41 cant. Het is U bekend, dat in het vorige seizoen het groote meerendeel der werklieden door de bepaling omtrent het accoordloon 42 cent per uur ontving. Nemen wij aan, dat in totaal bij een gemid deld uurloon van 42 cent, nog voor ongeveer 34.000 zal worden verwerkt, dan zou het subsidie van Rijk en Provincie, zoo het op nieuw wordt bepaaldi op 24 pet. in totaal, be dragen 8500. Blij kens rnedtdeeling van den Minister zal aan een eventucel Rijkssubsidie ook thans de voorwaarde vorden verlonden, dat de werk loozen, die nog recht hebben op uitkeeringen uit de werk'.oozenkas, in de eerste plaats moe ten worden aangeilomen en daarna de andere georganiseerden. De door U.we Vergadering vastgcstelde volgorde zou daardoor geheel worden omge- keerd, en die vele „uitgetrokkenen" en ingeor- ganiseerden. die thans bij de werkverschaf fing zijn werkzaam gesteld, zullen op het Burgerlijk Armbestuur aangewezen zijn en dicntengevolge indirect ten laste van de ge- meentekas de uitkeeringen ontvangen, welke dat College beschikbaar stelt. Op dit oogen blik zouden een 50-tal werkloozen in dat ge val komen te verkeeren. Wordt de uitkeering van het Burgerlijk Armbestuur geraamd op gemideld 9.per man per week, dan zou het Burgerlijk Armbestuur komen te staan voor een hoogere uitgave van 7200.over b.v. 16 weken. De vergelijking van de financieele voor en nadeelen is hiermede niet volledig. De Regeering heeft nog steeds niet beslist op het verzoek der gemeente om Rijkssubiidie in de kosten van ondersteuning der „crisis- werkloozen", als hoedanig voor deze gemeen te worden aangemerkt de typografen en tabaks bewerkers. De laatste brief, welken wij terza- ke ontvingen (onder dagteekening van 5 Fe bruari i 1.) en waarinj verschillende inlichtin- sen worden gevraagd, bevat o.a. de mededee- ling, dat op subsidie in die kosten geen uit- zicht bestaat, wanneer de gemeente niet wenscht mede te werken aan werkverschaf fing op bet door de Regeering gewenschte loonpeil. Niet-voldoening aan den wensch der Regeering zal derhalve mede tengevolge heb ben, dat hare bijdrage voor de hierbedoelcte crisis-werkloozen, welke over 1923 misschien op f 2000.is te stellen, voor de gemeente verloi'en zou gaan. Voorts moet aandacht worden geschonken aan de vraag, welken invloed de overneming van de door den Minister verlangde volgorde van tewerkstelling zou hebben op dm steun der gemeente aan werkloozenkassen. Het is ons geblekm, dat die invloed van zoo geringe beteekenis is. dat daaraan practisch geen ge- wicht behoeft ti^ worden toegekend. Immers de subsidien aan de werkloozenkassen wor den door het Rijik (en de gemeenten) eerst dan verleend als de toestand van de over het geheele Rijk werkende kas ee'ner vakvereeni- ging zulks noodig zou maken. Het subsidie bestaat dan voor zooveel de gemeente aan- vaat, in een bijslag op de bijdrage.il, welke de ter plaatse gevestigde leden' eener vakvereeni- ging in de webkloozenkas storten. Al staat het bijgevolg vast, dat de kas eener vereeniging minder behoefte heeft aan dien bijslag naarmate meer georganiseerde werkloozen -bij die werkverschaffing worden aangenomen, bet ligt eveneens voor de hand, dat de door em gemeente als Alkmaar daar- bij gevolgde gedragslijn op de financieele po- sitie van een centrale kas van te weinig in vloed zal zijn, dan dat die kas daarv-n merk- bre gevolgen zou ondervinden. Deze factor kan. derhalve worden uitgeschakeld. Alles bijeengenomen memm wiji, dat, ook al zou dan de gemeente door aanvaarding van Rijks- en Provinciaal subsidie wellicht een financieele bate ontvangen, deze toch ver- houdingsgewijs te gering is om goed1 te ma ken het groote nadeel dat die aanvaarding overigens met zich zou brengen. nen liggen van het raadsel? „Maar", zei ik, „weet u zeker, dat u zich niet vergist? Ik heb nooit van eeni zuster ge- hoord. Die zou dan toch ook wel in het wees- huis te Norgate zijn opgevoed." „Ini het weeshuis?" vroeg dokter, „is haar vader dan ook gestorven „Ziji heeft hem nooit gekend." „Dam moet hij kort na zijn vrouw zijn gestorven. Na haar dood kwam hij de kincie- renhalen. Hij was officier. Zijn, ouders woon- den in Seethwood, hier vlak bij De gedachten, die alien bij mij opkwamen, maakten mij duizelig. Ik was niet meer in staat een geregejd gesprek te voeren. „Ik dank u wel, dokter", zei ik, „als ik te- rugkom«, mag ik dan nog eens met u spre ken?" „Met genoegen", antwoordde hij. Toen liep ik snel het gebouw uit, nog even een blik werpende op de vrouw in het wit en begaf mij naar het station. Ik dacht niet meer geregeld' na. In mijn hoofd klonk het telkens: „Een tweeling, een tweeling". Dit moest ik onmid'dellijk berichten aan mr. Bolins. Veel te langzaam bracht de trein mij terug naar de hoofdstad. Aan bet station nam ik eeni taxi. Toen wij voor het huis van mr. Bolins ston den, gaf ik den chauffeur een onredelijk groo te fooi en belde haastig aan. H-et eerste, wat ik zei, toen ik zonder klop-" pen zijn kamer binrnenstormde was: „Er is een 'tweeling!" tWord.t vervoTgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 5