Aikmaarsche Gournnt
abonnementen
if
Parijsche Canserleda.
N.V. Boek- en HamlelsMkerij
v.ti. Herm,. COSTER ZOON,
op Tjjdschriften
Verpdering van den Gemeanteraad.
Voordam G 9, ALKMAAR,
Maandag 25 Februari.
Startsnicuws.
is HET adres vo©r
zoowel Binnen- als Buitenlandscbe.
Ho. 47
ISM
Honderd Zes en Twintigsta Jaargang,
De Burgemeester van Alkmaar roept de
ledien van den Gemeenteraadi op ter bijwo-
ning eener vergadering op
DONiDERDAU 28 FEB'R. 1924, nam. 1 uur,
teneinde te beraadlslagen en1 te besluiten om-
trent de hieronder veraielde punten.
1. Vaststelling van de notulen der vorige
vergadering. Mededeelingen. Ingekoruen
stukken.
2. Voorstel tot wijziging der verordening
op de invordernng der Inkoinstenbelas-
ting (bijl. nr. 15).
3. idem tot het aangaan van gemeen-
schapipelijke regelimgen met and.-re ge-
meenten imzake de toelating van leerlm-
gen tot de lagere scholen (bijl. nr.' 18).
4. Idem tot toekemning van een toelage aan
den administrateur der gemeentelijke
avondschool voor nijverheidsonderwijs
(bijl. nr. 19).
5. Idem tot verkoop van grond aan de
Patemosterstraat (bijl. nr. 34).
6. Idem tot verkoop van grottoi aan de
Wilhdminalaan (bijl. nr. 37).
7. Idem tot verko'op van grond aan den
Boezemsingel (bijl. nr. 35).
8. Idem tot koop van grond achter de
voorm. Rijkstuinbouw-wimersehuol (bijl.
nr. 46).
9. Idem tot verhuur van grond aan den
heer C. Kok (bijl. nr. 49).
10. Idem tot verkoop van grond aan de
Vereeniging Proef-'en Schooltuin „Ken-
nemerland(bijl. nr. 40).
11. idem tot verhuur der woning Krelage-
straat nr. 29 ('bijl. nr. 20).
12. Idem inzake wijziging regeling jaarwed-
de Commiasaris van Politie (bijl. nr. 48).
13. Idem tot wijziging van bet Reglement
voor bet Stadsziekenhiiis (bijl. nr. 41).
14. Voorstel tot bouw van een woning in het
Muziekpark (bijl. nr. 33).
15. Idem tot bet verleenen van ontheffing
van art. 44 der bouw- en woningveror
deraing (bijl. nr. 32).
16. Idem tot wijziging van de verordening,
regelendie de inrionting der Politie (bijl.
nr. 44).
17. Idem tot yerzekaring van bet brandweer-
personeel"tegen ongevallen (bijl. ni JO).
18. Idem tot bet beschikbaar stellen van re-
diet aan hen, die naar Canada wenschen
te emigreeren (bijl. nr. 42).
19. Voorstel tot deelneming in het garantie-
fonds ten behoeve van de alhier te hou-
den gewestelijke tumuitvoeringen (bijl
nr. 47).
20. Idem inzake loonregeling werkverschaf-
fing en omtrent adressen, verzoekende
verstrekking van brandstof en huurbons
en betreffende de wijze van uitkeering
der ondersteuningen aan werkloozen
(bijl. nr. 45).
21. Goedkeuring 4e suppl.-begrooting Bur
gerlijk armbestuur 1923 (bijl. nr. 16).
22. Vaststelling suppl.-begrooting Gemeen-
tewerken, dienst 1923 en de rek erring van
dien tak van dienst over 1923 (bijl. nr.
17).
23. Voorstel inzake regeling uitkeering toe-
gekende bomypremies (bijl. nr. 38).
24. Idem tot vaststelling van een verorde
ning voor bet buitengewoon lager on-
derwijs (bijl. nr. 39)
25. Behandleling reclames en beroepschrif-
ten plaatseliike -belastingen (bijl. nrs.
XXXII en XXXIII).
BEVOLKING.
WAARSCHUWING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van ALKMAAR herinneren de ingezetenen
der gemeente aan art. 14 der Verordening
houdende bepalingen omtrent bet verdeelen
der gemeente in wijken en het opmaken van
volledige staten der bevolking en harer hui-
zing (Gemeenteblad No. 90 van 1898) lui-
dende:
VAN ELKE VERHUIZING BINNEN'
DE GEMEENTE WORDT BINNEN
AOHT DAGEN KENNIS GEGEVEN TER
SECRETARTE VAN DE GEMEENTE:
BIJ VERIHUIZINIG VAN EEN GEZIN,
DOOR HET HOOFD VAN HET GEZIN;
BIJ VERHUIZING VAN AFZONDER-
LIJ.K LEVENDE PERSONEN, DOOR
HENiZELVEN;
BIJ VERHUIZING VAN INWONENDE
DIENST EN WERKBODEN, DOOR
HENZELVEN:
BIJ VERHUIZINGEN VAN PERSO
NEN NIAAR INSTELLINGENi, GESiTICH-
B® aEfc<3r A «o* n*
Oorspronkelijke novelle van J. C. L. B. Pet.
14)
„Ik moet er ook been", antwoordlde de man.
„U gaat zeker ook op bezoek?"
Ik liep met den man op, die mij vertelde,
dat hij nu al twintig jaar lang elicen Wqens-
dag hierheen ging om zijn vrouwte bezoe-
ken. die ongeneeslijk krankzinnig was. Daar-
na liepen wij zwijgend voort, ieder verzonken
in zijn eigen gedachten. Wij volgden een weg,
waar aan weerszijden demnebosschen waren.
Boven de toppen van de boomen staken hier
en daar roode daken uit.
,,Dat is het", zei de man, op de huizen
wijzenrf.
„Is het zoo groot?" vroeg ik.
„Het zijn allemaal paviljoens," antwoord-
de hij. „Afzonderlijke gebouwen voor mam
nen en vrouwen, voor ernstige en minder ern-
stige patienten, en natuurlijk voor de doeto-
ren en de verpleegsters".
,,Het is geweldig", mompelde ik.
„En nog is er plaatsgebrek," vei-volgde de
man. „Dezen kant moeten1 wij. op".
In het lange bek van hoog ijzergaas, dat
het terrein afsloot, was een poort, die open-
stond.
Op een wit bord stond geschilderd:
„Zidh te vervoegen aan het directiegebouw"
,^Comt u maar mee", zei de man, „hier
TEN, INRICrTTiNGEX: VAN WELKEN
AARD OOK, INI WELKE PERSONEN
ONDER EENIG BESTUUR SAMENWO-
NEN, DOOR DE BESTUURDERS DIER
INSTELLINGEN, GESTICHTEN OF IN-
RICHTINGEN.
Op de naleving van bovenstaanide ver-
plkhting zal ten strengste worden gelet.
Alkmaar, 23 Februari 1924.
Burgemeester en Wetiiouders'vcornoemd,
wEN'DELAAR, Burgemeester.
A. KOELMA, Secretaris.
GEVONIDEN VOORWERPEN.
Aanwezig aan het Bureau van politie,
Langestraat en aldiaar te bevragen op alle
werkdagein tussohen 11 en 1 uur, de navol-
gende voorwerpen als gevonden. gedoponeerd
op 18, 19, 20, 21 en 22 FLbruari 1924: ro-
zenkrans, huissleutel, portemonnaie, kruis
van rozenkrans, zakkam in etui, rekeniboekje,
kerkboekje, wit gebreide handschoen, kniip
alpacca beursje, brillen in etui's.
Aanwezig en te bevragen bij de navolgen-
de ingezetenen, ondersiaande voorwerpen,
als gevonden aangegeven op 18, 19, 20, 21
en 22 Februari 1924: W. Poland, Kanaal-
dlijk 26, portemonnaie; C. Bieman, Em'ma-
straat 5, zilverbon; J. die Munk, Ritsevoort
44, kinderhandsehoem; L. Peereboom, Nieu-
wesloot 89, daniestaschje; Alkm. Bioscoop,
Langestraat, damestaschje; J. Goudsbloem,
portemonnaie met inhoiud; J. Langen'berg, le
Landdwarsstraat 32, ledige portemonnaie;
A. Schurer, Stationsweg 154, boa (boot); J.
C. Jonker, le Kabelstraat 21, portemonnaie
met inboud; J. Langenberg, le Landdwars
straat 4, mondorgel; F. Vriesman, Wester-
koilikstraat 4, heerenrijwiel; De Fouw, Wes-
terweg 51, motorhanalschoen!; C. Schoonho-
ven, Verl. Landlstraat 22, Wollen rnuts; C.
Burger, Nieuwpoortslaan 100, portemonnaie
met inboud; Y. Oldenburg, Nieuwstraat 23,
blauwe sjaalNieuwkuyk, Houttil 17, witte
handmof; C. Klinkert, Spoorstraat 36, hon-
denpenning no. 326; Colauto, Lindenlaan
121, taxhond; C. Kok, Landstraat 10, mu-
ziekboek; B. v. d. Bijl, Geest 34, glace hand
schoen; J. Venmeker, Pijkgraafstraat, zak
meel; T. Kooyman, v.d. Woudestraat 20,
kinderschoentje, R. Kok, Landstraat, hand-
schoentje; G. Kuiper, Verdronkenoord 50,
portemonnaie met iuhoud; H. Coppijn, St.
Anthoniusstraat 11, kinderhandsohoentjeW.
Habbicht, Ramen 22, goudem ringetje met
steen'; J. Boots, Luttik-Oudorp 30, mand met
waschgoed.
Wannear men weder in het bez.it is van het
verloren. voorwerp, wordt men verzocht hier-
van kennis te geven aan bet Bureau van
politie.
ZEDEN-VERBASTERING.
(Van onzen Parijschen Correspondent.)
Nadruk verboden.)
Parijs, 5 Februari.
De welllevendlreid „L'Art de Savoir-Vi-
vre" be-eft in de laafste 20 jarcn een om-
wenteling ondergaan, niet kleiner dan die wel-
ke tevoren twee eeuwen eischte. Stellig zouden
de jonge vrmrwen van onze dagen het uit-
proesten van het lachen, zoo ze nog weleens
een blik wierpen in de gescbriften van Mme.
de Genlis, Mme. Campon of Mme. Millet-
Robinet; en zelfs handboeken van recenter
datum als dial van barones Staff of van de vi-
comtesse de Tramar doen onze jongere tijd-
genooten schateren.
De gedachte, dat een jonge man van huw-
brren leeftijd zijn avonden doorbracht in ge-
zelscbap van een rookende vrouw, zou onzen
moeders de baren hebben doen te berge rij-
zen. Toch zijn :haar kleindochters en niet
alleen in de Parijsche society de voornaam-
ste afneemsters van de blonde tabak, en als
mijn vrouw op een soiree ee,n pijp rookte, zou
niemand een stuip ervan krijgenTreed
een salon binnen,: alle vrouwen'zittefl: met de
beenen -gekniist over elkaar zoo ze niet
achterover in een fauteiul liggen en baar kou-
sembaud™ laten z:cn„ Ik d-irrf niet zeggen
waar onze moeders zouden denken verzeikl te
zijn geraakt, wanneer ze eens de gesprekken
konden afluisteren, welke men. tbans hoort
aan elk diner in de kringeri. die doorgaan
voor de beste van Parijs.En heb het hart
niet een aanmerking te maken. Men Scheldt u
uit voor een stijven zedepreker, een zuur.
r>ruim, die honderd jaar ten achter is bij zijn
tijd, en men keert u den rug toe, Mijn dochter,
aan wie ik zekere ongemanierdheden van ge-
baren en van taal verweet, antwoordde me:
..Nlsen, papa, zoolang ik niet in gezelschap
mijn vinger in mijn neus steek, heeft u niet
bet recht iets op miin houding aan te merken.
De arbeid in de Ihospitalen heeft aan onze
jongens en meisjes gewoonten bij eebracht,
als men voor den oorlog nauwelij'ks kende op
den Zeedijk of in wijlen de Zandstraat. Ik ben
oprecht ervan overtuigd, dat de kern even
goed is als vroecer; doch als 'het zoo door-
gaat, zal ook deze eindigen met te worden
moeten wij been."
Wij liepen eera breede l'aan af, aan bet eind
waarvan zich een groot gebouw verhief. De
man belde aan en eeni portier opende de dfeur.
Hij herkendle direct mijn begeleider en zei
„U weet den weg, ga uw gang maar".
Toen vroeg bij voor wien ik kwam.
„U bent hier zeker voor het eerst? Dan zal
ik u den. weg wijzen".
Ik volgde hem langs een pad tusschen de
bosschen. Ond'erweg kwanien wij een troepje
mannen tegen, alien gekleed in werkpakken
van dezelfde blauwe kleur. Zij waren verba-
zend luidruchtig en schenen met elkaar erg
vroolijk.
„Wat waren dat voor menschen?" vroeg ik.
,',Niet-betalende patienten," antwoordde de
portier.
Ik verwonderde mij. Ik bad1 niet gedacht,
dat gekken onder elkaar zoo vroolijk konden
zijn.
Wij hielden stil voor een der paviljoens. De
portier belde aan. Een pleegzuster opende de
deur en vemam van den portier, dat ik kwam
voor miss Grened, die Vrijldag was aange-
komen.
Zij fiet mij binnen. Ik stond in een breede,
lichte gang. Door een geopende deur kon ik
in een mime kamer zieni, waarin een aantal
vrouwen waren. Enkelen stondeni stil, geleund
tegen. den muur, rastig voor zich te kijken,
anderen zaten aan de tafel in zichzelf te pra-
ten, een enkele kreunde hoorbaar. Eeni vrouw
van majestueuze gestalte, gekleed in een los-
t se, witte japon, liep met groote pasaeni door
aaagetast. De vergrovfng en veiwilderfiig der
zeden moeten op den duur een demoralisee-
rendea invloed hebben op het ras. En nu
spreek ik nog niet eens van onze „gar90«nes".
Het zou betrekkelijk gemakkelijk zijn, te
gen dit alles in te gaan, als wij ailen slechts
emstig wilden, en ieder ervoor waakte, dat de
toegang tot het huis geslotien bleef voor indi-
viduen, die niet een zekere zelfcontrole aan
dcu dag leggen in hun spreektoon en in hun
.gedrag. Doch \Vij zijn bang te worden uitge-
scholciei voor acihtTl'jk en ouderwetsch. Wij
missen den meed, buitensporipheden te omder-
dmkken en laten het sans-gene voortwoelceren
aan onze eettafel en aan onzen haard.
Het treurige en absurde is, dat dit
sans-gene zich aan ens opdringt als bon
ton. De wereldvaar men-zich-verveelt culci-
veert het, in een wisi-elwerking van ondeugd
en degeneratie. Het is sjiek het is mode: raw
en lomp en ongepast te zijn, en taal uit te
si aan erger dan een polderjongen. Wie zou,
wanneer hij zich introduceert met zulk een vi-
sitekaartje, den vijand durven beletten binnen
te komen
Het is in deze stad die eenmaal den toon
aangaf op het gebied van elegantie en welge-
manierdheid een epidemie, welke voort-
vreet van boveri naar beneden op den maat-
schappelij'ken lad'der. In de kringen der kleine
burgerij zijn de goede manieren het langst
blijven voortleven. Tegenwoordi"' zoekt men
ze ook daar meestal tevergeefs. Het onbedui
dendstc burgermctiskind dfecolletccrt zich tot
Vii de lenden en laat zich dc heupen betasten
bij tango of two-step.
Verleden week dineefden wij bij barones
Mathieu. Zij is thans een „grande dame", na
begonnen te zijn als „:petite femme". Zij wii,
'dat men zich bij: baar „op zijn gemak" ge-
voclt, en dank zij' de middclen, welke zij daar-
toe aanwendt.'hangt er over al haar recepties
ear gegeneerdheid' zoo zwaar als I'ood'.
Onder de gasten waren dien dag een maar-
schalk, een bisschop, een minister, een acade-
micien en verschillendc andere menschen van
eerste klas standing. Daar de gastvrouw be-
weert een hekel te hebben aan koude drukte
,ne pas faire de chichis", noemt zij) dat zei
ze, toen de maitre d'hotel kwam mededeelen,
dat „Madame la baronne servje" was: „Bii
mij gaat iedereen zitten waar hij wil, ik ber.
er op gesteld, dat de tafelburen met elkaar
sympathiseeren". Men glimlachte. Sommi-
gen voriden het gedurfdrnderen amusani
Wat er gebeurde, had ik vwruit zien aanko-
men: een hoogst espectabele, bejaarde dame
zat, alleen, aan het benedeneinde der tafel,
tusschen twee Ieege stoelen, welke op het laat-
ste oogenblik bezet werden door een paar
overgesdhoten jongelui, weinig ingenomen
met dit gezelschap.
Een. van de dames veroorloofde zich, fluis-
terend, een besdheiden opmerking. Doch onze
gastvrouwe haalde de schouders op en ant
woordde: „Dn moment qu'op rigole!" Het-
geen in goed Hollandsch ongeveer is weer te
geven met: Als de lui maar lol hebben.
Baron Mathieu heeft ver reikende aspira-
ties; de bisschop zoekt in dit milieu ik weet
niet wat; de maarschalk wcer iets andiers
(misschien een ni'eu^ven oorlog); dee academy-
cien vindt 't charmiant en gaat cm roman
schrijven, die speellt in de groote wereld1.
De minister rookte door zijn neus, en een
•onlangs text „femme diu monde" bevorderde
„elegante" speelde een' partijtje poker met
twee barer ringen ate jnzet, tot, op het laat-
sfe oogenblik, Michaud, de automobiel-fabri-
kant, haar tien-duizend francs overhandigde
en de ringen in zijn vestjeszak glijden liet
Deze zeden-verbastering is met't prei-oga-
tief van een bepaald milieu. Min of meer is zij
binnenceslopen in alle kringen Zij kombtot
uitdrukking in den opbloei van gedurfde en
meer-d'an-gedurfde romans, welke de instal
ling der boekwinkels overdekken, en die zich
dit is het ergste aandienen als zuivere
literatuur en ook door zeer velen als zoodanig
worden behandeld; zij komt tot uitdrukking
in de bnvtale amjonees op de achterpagina's
van La Vie Parisienne en Le Ouignol dechai-
ne, ja, meermalen in de hoofdartikelen en
rechtszaalverslagen van bladen die als uiterst
fatsoenliik staan aangesdireven en die men in
elk. dames-boudoir vinden kan.
Onder het motto, dat Frankrijk kinderen
noodig heeft en dat er gedeeltelijk tenge-
volge van den oorlog zooveel jongemeisjes
ongehuwd blijven, heeft een zeker deel van de
Fransche pers zich aan het prediken van
polygamic (veelwijverij) gezet. Aan den in-
gang van het Bois de Boulogne, aan de aris-
tocratische avenue de Neuilly, leeft een jon
ge, gefortuneerde Parijzenaar op z'n
Turksch- met een harem. De bladen hebben er
uitvoerig melding van gemaakt; zij geven ve-
•le details, en stellen het leven van deze men
schen hoogst aanlokkelijk voor. Sominigen
moedigen aan tot navolging, waarschijnlijk
in de hoop, daarmee soldaten te bezorgen aan
de igroot-industrie van om en bij 1950.
Een publicist van naam: Georges Anquetil
heeft een boek geschreven: La Maitresse legi-
de kamer. De lange blonde .haren hingen
ordeloos om haar hoogrood gelaat, waarin
vreemd en schrikwekkend de lichtblauwe
oogen stonden.
In tegenstelling met de mannen, die ik bui-
teni had gezien, nam hier niemand notitie van
de anderen.
„Gaat u maar mee naar de spreekkamer,"
zei de zuster, en ik volgde haar, blij, dat ik
niet meer in de nabijheid was van de vreem-
de vrouw, die d'aar door de kamer been en
weer liep, als een wild dier in zijn kooi.
De stilte in het huis bevreemddie mij. Ik
had verwacht in een krankzinmigengesticht
een verschrikkelijk lawaai te hooren. Ik werd
in de spreekkamer gelaten, waar even later
de zuster terugkwam met Marion. Ik ging
haar angstig tegemoet. Wat moest, en wat
kon ik zeggen?
„Pat Rupert," zei ze met een glhnlach en
kuste mij op mijn mond.
„Dag mijn lieveling", zei ik, verheugd, dlat
zij mij' herkende, en toen wist1 ik niet, wat ik
verder zou zeggen. Er was een drukkende
stilte.
„Ik mag iederen Wo ens dag bij je komen",
vervolgd'e ik, „ik heb werk gekregen, op het
kantoor vanop een kantoor".
„Heerlijk voor je," zei ze, „en wat verdien
je?"
„Vijftien pond per maand."
Weer was er een pauze. En toen, verander-
de haar gezicht. De glimlach verdween, en
een harde trek kwam op haar gelaat-
Vindt je het niet prachtig?" hegaa ik
time, waarvan meer dan 300.000 ex. verkocht
werden in enkele weken tijds. De titel zegt
voldoende. Openlijk en met den meesten ernst
hamert hij crop, telkens weer opnieuw, in al-
lerlei geschriftm: de wctgever moet de straf-
baarheid der bigamie opheffenwanneer
zoo roept hij uit zal er een Kamerlid op-
staan om1 dit van den minister te vragen?
Zijn zienswijze vindt aanhang het valt niet
te looohenen. Zelfe is er dezer dagen te Metz
een jury zoo ver gegaan, iemand yrij te spre-
ken die een tweede huwelijk had gesloten' ter-
wijl het eerste nog niet ontbonden was.
Wij leven in een periode van degeneratie en
amoraliteit. Het is een kwaal waaraan geheel
Eurcpa sukkelt, doch in een grodte stad als
Parijs vinden de mikroben dezer besmetteliike
zedelijke ziekte nog vruchtbaarder ter rem cnr>
elders.
Zal de patient zich herstellen, of zal hij ten
laatste era an sterven? Er zijn er, die ant-
woorden: het is een voorbijgaand verschijn-
sel, dat wij na elken oorlog hebben waargeno-
men. Anderen echter zien den toestand vee!
erger in. Het Frankrijk van onze dagen
zeggen zij is het Griekenland na den
strijd tegen Rome, het is Rome na zijn krijg
tegen de Galliers en Germanenhet is de
gesehiedenis, welke zich eeuwig herhaalt: de
Beschaving, verdorrend, en uiteenvallend als
een uitgebloeide roos, terwijl daamaast op
een andere tak, de knop van een nieuwe cu1.-
tuur zich glorierijk ontplooit.
LEO FAUST.
LOONEN IN WERKVERSCHAFFING
EN ADRESSEN INZAKE VERSTREK
KING BRANDSTOE EN HUURBONS EN
BETREFFFNDE DE WIJZE VAN UIT
KEERING DER ONDERSTEUNINGEN
VAN HET BURGERLIJK ARMBE-
STUUR AAN GEORGANISEERDE
WERKLOOZEN.
Burg, en Weth. schrijven in bijlage nr. 45.
Overeenkomstig het advies van de meerder-
heid van ons College, opgenomen in bijlage
nr. 218 van 1923, besloot'Uwe Vergadering
den 20 December j.l. 'het voorstel van de
Ieden Kusters c.s., inzake de van 1 Januaii
1924 af in werkverschaffing uit te keeren loo-
nen, aan te nemen en hieromtrent een nieuwe
beslissing te nemen, wanneer mocht blijken,
dat de miister van Binnenlandsche Zaken en
Landbouw deze regeling niet aanvaardt.
In de subsidie-aaiivraag, die wij ter uitvoe-
ring van het raadsbesluit aan den Minister
en aan Gedeputeerde Staten toezonden, wezen
wij erop, dat hoewel de loonen vol gens de
nieuwe regeling kunnen bedragen 40 a 48
cent per uur, de bepalingen omtrent contract-
toon en percerttsgewijze vermindering van het
loon voor ongehuwden het uurloon voor een
groot dee! der werklieden zullen doen dalep
tot beneden het door den Minister voor ac-
coordloon gestelde maximum van 42 cent,
zoodat met het oog daarop wellicht geen be-
zwaren tegen subsideering zouden bestaan
De Minister antwoordde hierop bij brief
van 16 Jaauari j.l. no. 3 S/654 aid. A., dien
wij reeds in afschrift te Uwer kennis brachten
en thans ter leziug zullen nederleggen, het
vol'gende
„Nu de Raad Uwer gemeente besloten heeft
„een loonregeling voor de werkverschaffing
„vast te stellen, welke hooger is dan bij de vo-
„rige werkverschaffing het geval was, kan ik
„niet besluiten U subsid'ie toe te zeggen".
Gedeputeerde Staten hadden ons inmiddels
bij hunb rief van 27 December j.l. nr. 187,
welke eveneens bij de stukken is gevoegd,
naar aanleiding van onze eerste subsidie-aan
vraag reeds bericht. dat zij bereid zijn eene
bijdrage van 12i/> pet. in de te betalen ar-
beidsioonen te verleenen, doch ei'enals in het
vorige werk vers ch affin gse i z oen van tneening
zijn, dat een uurloon van 48 cent, waartoe de
Raad ook thans. weder besloten heeft, te hoog
en een maximum van 35 cent (bij accoord te
vermeerderen met 20 pet.) voldoende moet
worden geacht. Het uurloon mag niet hooger
zijn dan het bedrag, dat als zoodanig door
het Rrjft bij het verleenen van een subsidie
wordt bepaald.
Uit beide brieven blijkt duidelijk. dat, tenzij
de Raad de loonregeling in overeenstemmmg
brengt met die, welke voor de werkverschaf
fing 1922/1923 heeft gegolden, op rijks- noch
provinciaal subsidie behoeft te worden gere-
kend.
De meerderheid van ons college zou thans,
overeenkomstig haar in bijlage 218 van 1923
opgenomen voorstel, zonder meer aan Uwe
Vergadering in overweging kunnen geven. de
Rij'ksregeli,ng te aanvaarden, nu Rijk en Pi'o-
viricie dit uitdrukkelijk als voorwaarde hebben
gesteld voor de toekenning van subsidie.
Zij 'heeft zich evenwel rekenschap willen
geven van de daar aan voor de gemeente ver-
bonden voordee-en. iri het bijzonder ter be
an twoording van de vraag, of deze zoo be
langrijk zouden zijn dat het met het oog
daarop gerechtvaardigd ware, thans voor de
dsrde maal in dit 'seizoen tot vaststelling van
weer, geen ander onderwerp wetende. Maar
zij antwoordde niet.
„0 Marion, mijn kindje," riep ik wanho-
pig, maar zij bleef voor zich staren met die
vreemde, strakke uitdrukking in haar oogen.
„Kom, miss Grened," zei de zuster, „me-
neer komt de volgende week terug." Zij nam
Marion in den arm en samen gingen zij weg.
Niet eenmaal keek Marion naar mij om.
Ik ging moedeloos met mijn hoofd in mijn
hariden zitten. Even later ging weer de deur
open en een ou-de beer, met vriendelijk, zorge-
lijk gezicht, trad de kamer binnen
„U b<mt de verloo.de van miss Grened?-"
vroeg "i ij, en op nijn bf-vestigend antwoord
ging .rij'door: „Ik ben dokter Tangle, ik wil-
de u even spreken."
„Mag ik u een vraag doen?" zei ik, „denkt
u dat het ongeneeslijk is?"
„Ik kaner u nog weinig van zeggen," gaf
hij ten antwoord1, „zij is. nog zoo kort hier.
Maar misschien kunnen rust en goedc verzor-
ging veqj d'oen."
„Miss Grened heeft een zwaren tijd ach
ter den rug."
„Maar over haar wilde ik juist spreken,
omdat ik naar motder ook heb gekend. Bij
dc geboorte van een tweeling weddl zij krank
zinnig, en is hier gestorven."
„Een tweeling?" riep ik uit.
„Ja", antwoordde hij verbaasd1, „wist u
dat niet? Hebt u haar zuster nooit ontmoet?
Haar naam was als ik mij goed herinner,
Lizzy."
■Earn twft»liug? Zou hier de *plassing kua-
een nieuwe regeling voor de loonen in werk
verschaffing betrekkenen gemiddeld wel on
geveer hetzelfde loo zouden blijven ontvan-
gen als tot dusver. Op 6 Februari j.l. waren
er n.l. 74 arbeiders te werk gesteld, met een
tetaal uurloon van 31.01 of gemiddeld ruitn
41 cant.
Het is U bekend, dat in het vorige seizoen
het groote meerendeel der werklieden door de
bepaling omtrent het accoordloon 42 cent
per uur ontving.
Nemen wij aan, dat in totaal bij een gemid
deld uurloon van 42 cent, nog voor ongeveer
34.000 zal worden verwerkt, dan zou het
subsidie van Rijk en Provincie, zoo het op
nieuw wordt bepaaldi op 24 pet. in totaal, be
dragen 8500.
Blij kens rnedtdeeling van den Minister zal
aan een eventucel Rijkssubsidie ook thans de
voorwaarde vorden verlonden, dat de werk
loozen, die nog recht hebben op uitkeeringen
uit de werk'.oozenkas, in de eerste plaats moe
ten worden aangeilomen en daarna de andere
georganiseerden.
De door U.we Vergadering vastgcstelde
volgorde zou daardoor geheel worden omge-
keerd, en die vele „uitgetrokkenen" en ingeor-
ganiseerden. die thans bij de werkverschaf
fing zijn werkzaam gesteld, zullen op het
Burgerlijk Armbestuur aangewezen zijn en
dicntengevolge indirect ten laste van de ge-
meentekas de uitkeeringen ontvangen, welke
dat College beschikbaar stelt. Op dit oogen
blik zouden een 50-tal werkloozen in dat ge
val komen te verkeeren. Wordt de uitkeering
van het Burgerlijk Armbestuur geraamd op
gemideld 9.per man per week, dan zou
het Burgerlijk Armbestuur komen te staan
voor een hoogere uitgave van 7200.over
b.v. 16 weken.
De vergelijking van de financieele voor en
nadeelen is hiermede niet volledig.
De Regeering heeft nog steeds niet beslist
op het verzoek der gemeente om Rijkssubiidie
in de kosten van ondersteuning der „crisis-
werkloozen", als hoedanig voor deze gemeen
te worden aangemerkt de typografen en tabaks
bewerkers. De laatste brief, welken wij terza-
ke ontvingen (onder dagteekening van 5 Fe
bruari i 1.) en waarinj verschillende inlichtin-
sen worden gevraagd, bevat o.a. de mededee-
ling, dat op subsidie in die kosten geen uit-
zicht bestaat, wanneer de gemeente niet
wenscht mede te werken aan werkverschaf
fing op bet door de Regeering gewenschte
loonpeil. Niet-voldoening aan den wensch der
Regeering zal derhalve mede tengevolge heb
ben, dat hare bijdrage voor de hierbedoelcte
crisis-werkloozen, welke over 1923 misschien
op f 2000.is te stellen, voor de gemeente
verloi'en zou gaan.
Voorts moet aandacht worden geschonken
aan de vraag, welken invloed de overneming
van de door den Minister verlangde volgorde
van tewerkstelling zou hebben op dm steun
der gemeente aan werkloozenkassen. Het is
ons geblekm, dat die invloed van zoo geringe
beteekenis is. dat daaraan practisch geen ge-
wicht behoeft ti^ worden toegekend. Immers
de subsidien aan de werkloozenkassen wor
den door het Rijik (en de gemeenten) eerst
dan verleend als de toestand van de over het
geheele Rijk werkende kas ee'ner vakvereeni-
ging zulks noodig zou maken. Het subsidie
bestaat dan voor zooveel de gemeente aan-
vaat, in een bijslag op de bijdrage.il, welke de
ter plaatse gevestigde leden' eener vakvereeni-
ging in de webkloozenkas storten.
Al staat het bijgevolg vast, dat de kas
eener vereeniging minder behoefte heeft aan
dien bijslag naarmate meer georganiseerde
werkloozen -bij die werkverschaffing worden
aangenomen, bet ligt eveneens voor de hand,
dat de door em gemeente als Alkmaar daar-
bij gevolgde gedragslijn op de financieele po-
sitie van een centrale kas van te weinig in
vloed zal zijn, dan dat die kas daarv-n merk-
bre gevolgen zou ondervinden. Deze factor
kan. derhalve worden uitgeschakeld.
Alles bijeengenomen memm wiji, dat, ook
al zou dan de gemeente door aanvaarding
van Rijks- en Provinciaal subsidie wellicht
een financieele bate ontvangen, deze toch ver-
houdingsgewijs te gering is om goed1 te ma
ken het groote nadeel dat die aanvaarding
overigens met zich zou brengen.
nen liggen van het raadsel?
„Maar", zei ik, „weet u zeker, dat u zich
niet vergist? Ik heb nooit van eeni zuster ge-
hoord. Die zou dan toch ook wel in het wees-
huis te Norgate zijn opgevoed."
„Ini het weeshuis?" vroeg dokter, „is
haar vader dan ook gestorven
„Ziji heeft hem nooit gekend."
„Dam moet hij kort na zijn vrouw zijn
gestorven. Na haar dood kwam hij de kincie-
renhalen. Hij was officier. Zijn, ouders woon-
den in Seethwood, hier vlak bij
De gedachten, die alien bij mij opkwamen,
maakten mij duizelig. Ik was niet meer in
staat een geregejd gesprek te voeren.
„Ik dank u wel, dokter", zei ik, „als ik te-
rugkom«, mag ik dan nog eens met u spre
ken?"
„Met genoegen", antwoordde hij.
Toen liep ik snel het gebouw uit, nog even
een blik werpende op de vrouw in het wit en
begaf mij naar het station. Ik dacht niet meer
geregeld' na. In mijn hoofd klonk het telkens:
„Een tweeling, een tweeling". Dit moest ik
onmid'dellijk berichten aan mr. Bolins. Veel
te langzaam bracht de trein mij terug naar de
hoofdstad. Aan bet station nam ik eeni taxi.
Toen wij voor het huis van mr. Bolins ston
den, gaf ik den chauffeur een onredelijk groo
te fooi en belde haastig aan.
H-et eerste, wat ik zei, toen ik zonder klop-"
pen zijn kamer binrnenstormde was: „Er is
een 'tweeling!"
tWord.t vervoTgd