j\borkomt Sippen en Konijnen. ZELFONDERZOEK. Huishoudelijk kwartet Land- en Tuinbouw. Ons R.iadsclhoelqe. Ctatwaakt gij's morgens met pijn fan den rug? Hebt gij dkxnkere zwellingen andier de oogen? Zijn de enkels en faaoden gezwollen? Is die urine bewolkt, zanderig of brandlend? Gesehiedt de loozing te vaak of te weinig? Zijn uw ledematen beverig en rheumatiseh, vooral bij ruw en voehtig weer? Doet uw rug zeer, als giji bukt of opstaat? Hoedt u bijiijcls; laat Foster's Rugpijn Nieren Pillen een nierziekte voorkomen; siptoedige behandeling is bet eenige betrouw- bare voorbeh oedmiddel Verwaarl oozing kweekt al te dikwijls blaasontstekimg, waterzucht, rheumatiek, steenvorming en urinezuur-vergiftiging. Hoe- wel Foster's Pillen 'zelfs bij dieze latere ver- wilckelingen batein, is 'het versfcaxudiiger om dlit speciaal niiergeneesmidldel tot voorkoming van nierziekte te gebruiken. Verkrijgbaar in apotheken en drogistzaken h f 1.75 per flacon (geel etiket met zwarten opdruk.) sleehts 1V? procent van' dlen bodem is in cul tuux. De bevolking bedraagt 1/6 van die van ons land; daaronder zijn ook de stammen der Boschnegers en Indianen gerekend. Het ge- bited is verdeeld1 in 13 districten. De wetten die in Suriname geld'em zijn: de NiederlandSehe wetten en de verdragen met vreemde mogendheden, voorzoover zij op Suriname toepasselijk zijn; de Koninklijke beSluiten; de Koloniale verordenimgen, die door den Gouvemeur ondter goedkeuring van de Koloniale Staten zijn uitgevaardigdl; de besluitem van deni Gouvemeur, waarointirent de Raad van bestuur moet zijn geraad- pleegd); en ten slotte de idistriets- en plaatse- lijke keuiren. Bestuursfuncties worden uitgeoefend doer den Gouvemeur, den Raad! van Bestuur en de Koloniale Staten.. De Gouvemeur (tegenwoordig Mr. A. J. A. A. baron van Heemstra) wordt door den Koning benoemd; hij moet 30 jaar of outlier zijn en Nederlander of uit West-Indische oudlers geboren. Hij aanvaardt zijn fuoctie door overlegging in een zitting der Koloniale Staten van de akte von benoeming en het proces-verbaal van zijn beeediging door of van wege den Koning. In een proclamatie worty hiervan kennis gegeven aan de be- volkimg. De Gouvemeur is verantwoordelijk aan den Koning; hij mag de kolonie ni'et" zonder verlof ver laten; hij mag niet financieel be- trokken zijn bij de kolonie of bij ondlernemin- gen, waarin de Staat of de kolonie partiij is; hij mag niet tot in dlen' derden gmd ver- wantecnapt zijn aan i edlen van den Raadi van Bestuur of van de Koloniale Staten of aan de hoogste ambtenaren. Zoo noodig wordt hij vervangen door een door den Koning aangewezen persoon of door den onder- voorzitter van den Rand van Bestuur. De Gouvemeur heeft die uitvoerende maeht, het opperbevel1 over land1- en zeemacht hij benoemt, schorst of ontslaat officieren en ondieroffirieren; te oorlogstijd kan hij den staat van beleg afkondligen en wettelijke be- palingen schorsen' en autoriteiten van hun gezag ontheffan; van deze maatregelen moet hij echter bericht zendten aan den Koning, die ze door de wet laat bekrachti'gen. Fli; benoemt verdter ambtenaren en schorst o! ontslaat ze voor zoover dit reeht niet den Koning is voorbehouden. Hij heeft voorts het bestuur over die gekfrnialdelenen hij verleent amnestic, absolutie eh dispensatie, mtis onder goedkeuring van den Koning. Dit alles komt vrijwel overeen mc: de macht van den G.-G. van Niedierl.-Indie. Als adviseerend' lichaam is er die Raad van Bestuur, die uit 5 ledlen bestaat. De Gouver- neur is voorzitter en de 4 andere leden wor den doc dan Koning benoemd. D'eze Raad van Bestuur moet geraad1- pleegd worden omtrent allebestuursmaatre- gelen, besluiten en verordeningen en komt d'us mte of meer overeen met dfen Raad van Indie in Q.-I. en met onzen Raad van State. In de vergadfcrtegen van den Raad van Bestuur kunnen officieren en ambtenaren worden op- geroepen om teliehtiegen te geven. De Kolteiale Staten' vonnen cen lichaam, dat tot nog toe in Nedlerlandlsch-Indie niet bestaat. In vroeger dlagen, d. i. tot 1848 en nog daarna, was die Koning opperbestuurdfer over de kolonien en kwanien de Staten-Gene- raal daaromtrent weteig te weten. In 1854 werd een „Reglement op het beleid1 der Re- geering te Ned.-Indie" vastgesteld en eerst i" 1865 kwami en dergelijk Reglement voor de West-Indische kolonien' tot stand1 en toen kregen deze zelfbestuur. Dat zelfbestuur wordt ten deele, als wet- gevende macht, uitgeoefend door de steaks genoemde Koloniale Staten. Zij' stellen de door den Gouvemeur onzer medewerking van d'en Raad van Bestuur aangeboden be- grooting vast, maar dieze behoeft in elk ge- val de goedkeuring van den Koning. De Sta- ten-Generaal hebben alleen dan medezeggen- sohap, waoneer d'e inkomsten' die uitgaven ndet dekken en dus een bijdlrage uit de schat- kist noodig is, wat voor Suriname alttijd bet geva) is geweest. Op Hoofdlstuk XI van on- ze Staatsbegrooting Kolonien) komen ver- der het traktement en de verklijfkosten vani den Gouvemeur en de bedlragen voor de ge- wapende macht. Voor 1924 worden de uit gaven geraamd op 8.581.169, en de inkom sten op 5.209.105. Van dit verschil kan een zeker bedrag geleend wwden en de Rijks- bijdrage zal- 2.587.564 bedragen. Op Hoofdstuk XI komt dan nog voor: trakte ment van den Gouvemeur 40.000verblijf- kosten 9000; pensioen van' oud-Gouver- neurs en hun; weduwenj 20.218 en totaJe uitgaven voor die landknacht (pensioenen en geneesktrsdigen di'enst inbegrepen) 1.190.424. Die gewapende macht bestaat uit: Rijksteoepen: 11 officieren1 en 240 omdier- officieren en manschappen. Schutterij8 officeren en 360 onderoff. en' maischappen. Gewapende burgerwacht: 20 officieren1 en 1720 onderoff. en manschappen. De leden der Koloniale Staten worden ge- kozen door de kiezjrs, die 5 jaar aaneen in de •kolonie hebben gewoood, 25 jaar oud zijn, de burgerlijke reohten ten voile genieten en in de belastingen worden aangeslagen naar een inkomen van 1400 of 40 directe belas- ting betalen. Ledten van' het opperbestuur en dienstdoende militairen zijn onverkiesbaar. Het aantal1 kiezers is vrij' gering. De Kolo niale Staten telleni ten minste 13 en ten1 hoog- 25 De leden hebben xfttteg voor 6 jaar, maar omi de 2 jaar treedt ete derde af. Zd| hebben geen bezoldiging, maar ontyangen reis- en verblijfkosten. De vergadering van «te Koloniale Staten wordt op den 2en Dinsdag van Mei geopend en is openbaar. i De Koiloniale Staten zijp het vertegen- woordigend lichaam; zij: hebijen het recht van amendement en van ieitiatief en om in- lichtingen ite vragen, die dte Gouvemeur schriftelijik of mondeling geeft. Er is een Hof van Justitie als hoogste rechtscollege, de voorzitter en de leden wor den door den Koning benoemd. Verder zijn er drie kantongerechten en twee omtnegaan- de gerechten. De kolonie Curasao bestaat uit de eilanden Curasao, Bonaire, Aruba, St. Eustatius, Saba en het Neder!. gedeelte van St. Martin. De gezamenlijke oppervlaikte Is 1/6 van die van Nedferland. Het bestuiur komt te hoofd'zaak overeen met dat van Suriname. Er is ook een Gou vemeur (op Curasao) en op dte overige eilan den een gezaghebber. De Koloniale Raad1 bestaat uit 13 leden die door den Koning worden aangewezen en benoemd worden voor 4 jaar met afteeding van' 4333 leden. De Gouvemeur wordt bijgestaan door een Raad van Bestuur en dte gezaghebbers door twee lamdradten, die door de bevolking geko- zen worden1 en waarvan elke twee jaar een afteeedt. Wat de begrooting en de fteand'eelte var- houding met het moedterland aangaat, keldt ongeveer hetzelf dte als voor Suriname. Cura cao heeft tot aan 1895 meestal zkh zelf kunnen bedlruipen. In die jaren was dus voor de begrooting alleen goedkeuring van 'den Koning en geen inmenging van de Staten-Generaal noodig Na 1895 is er behoefte aan een Rijksbijdrage en wordt dus de begrooting bij dte wet vast gesteld. Die Rijksbijdrage zal voor 1924 be dragen 557.730. Bo'vendien komen op Hoofdstuk XI der Staatsbegrooting voor 1924 voor: Traktement van1 den Gouvetrmieur 27.000 Verblijfkosten1 enz. 6.500 Pensioenen van oud-Gouver- neurs en faun weduwen 9.441 Landmacbt (met pensioenen enz.) 360.950 Wat voor Suriname en die kolonie Cura sao de Raad van Bestuur is, is voor elk eiland dte Raad van Politic dlie bestaat uit den Gezaghebber en de twee landradem. AFLOOP VANI VERKOOPINIGEN. Bij die op 13 Maart j.l. ten overstaan van P. J. C. van Toomenburgh, notaris te Alk- maar gehouden' veiling bij opbod zijn de navolgende peroeelen te Alkmaar van dten heer W. Admiraal, aldaar, te bod gebracht ,als: ,a. Woon- en Winikelfauis met erf en steeg aan de Lindelaan No. 23 groot 1 A. 74 c.a. op 5850. b. den achtergelegen tuingrond grroot 4 A. 84 c.a. met uit- gang naar de Akerslaan op 1000.— Te zamen 6850.— AfsTag en combinatie blijven bepaald op 20 Maart a.s. des avonds 7 uur te het Wa- pen van Heems'kerk, Breedstraat te Alkmaar. i'het inwateren van het houtwerk Uwer gebouwen door jaar-." lijks bij te schilderen.^ IX. De eltectrotechnicus heeft beproefd mij er van te overtuigen dat het tijld werdi, dlat ik een electrische sigarenaansteker aansehafte. „Deze nuttige insteumentjes, verklaar- de hij, bestaan uit een voetstuk en een' gloei- hchaam. Htet gloeiliichaam is natuurlijk het voornaamste. Dit is samengesteld uit het ver- warmingseiement, een stukje weenstands- draad, dat door den electrischen stroom gloeiend wordt gemaakt, en een stukje mica, dlat erbovenop ligt, en dus ook gloeiend wordt Tegen dit stukje mica houdt men het einde der sigaar. De gloeilichamen zijn uitwisselbaar. Ook in dten winkel van den sigarenhande- l'aar zijn deze aanstekers op hun plaafe. Ze zijn voordteeliger d'an de gebruikeiij'ke gas- aanstekers, daar dteze d'en gteheelen cjjag dOor- branden, terwijl de electrische aansteker sleehts werk wanneer het noodig is." Torn begon hij over stofzuigers. Aan dte' electrische stofzuiger ging vporaf de hand- stofzuiger. In den regel moet dteze worden bediend1 door twee personeni, dte eene die KJinpt, de andtere die het zuigstuk over het :leed beweegt. Bij deze»soort moet men er vooral op ltetten, dat de stofzak goed stijf is vasitgeschroefd, daar andters het stof aan dten eenen kant even hard uit het toestel loopt als I let aan den anderen kant erin komt. Tegenwoordig wordten ook heel goede handstofzuigers, die door een persoon kun nen worden bediend, gebruikt. Het groote voord'eel van handstofzuigers bestaat hierin, dat d'e bedrijfskosten nihil zijn. Bovend'ien zijn ze mindei- gecompliceerd dan de electri sche. Daartegenover staan verschillenidie voordee- len van de electrische stofzuiger en1 wel het fei't, dat ze geen inspanning eischen, sneller wcrken en harder zuigen1. Ze berusten alle op het volgende beginsel: Een klteine eltectro- motor, die door een snoer met stopcontact aan de lichtleiding wordt aangesibten, draait een •,:hoepenpomp snel rond. Deze zuigt d'oor het zuigstuk Tucht met stof. De lucht wordt ge- fi'ltreerd, zoodat bet stof in dm zuiger achter- bliift en dte zuivere lucht het toestel verlaat. Het duurste deel is de motor. Daar repara- ties hieraan in d'en regel kostbaar zijln, is het zaak een stofzuiger van goed fabricaot te koo- pen, omdlat men anders spoedig onaange- naamhed'en ervaart Men moet de voorschrif- fen, die bij elken goeden stofzuiger worden gegeven nauwkeurig opvolgen en natuuriiik vooral ror gen, dat oe motor niet nat wordt, cfaar tax veraidteg het gevoTg kan zijn. Ook niet te kwisitig zijn met de olie, daar deze op den duur het isolaitiemate riaal aanvreet. 'Het filtreeren van de ludhf gteschiedt door een dicht weefsel. Bij sommige stofzuigers is dit zichtbaar als een grotete zak, bij andtere ils het opgeborgen in een metalen bus Men moet dteze zakken' voorzicbtig behanr delen. Ook bij het uitkloppen van het stof. Het gevolg hiervatt is dat allte stof niet ver- wijderd wordt. Zet nu de motor aan, dan wordt de zak plotseling opgeblazen en een wolk stof verspreidt zioil. In hoeverre het opbergen te een metalen bus deze onaangename eigenschap wegneemt is mij' niet behead. Ik heb eens meegem'aakt, dtet een1 huisimoe der, zich ergerend aan deze stofverspreiding, een practisch middel meende te hebben ge- voncfen. Zij herinnerdie zich, dat overtrekken van veeren bedden stofdicht werdlen gemaakt door bestrij'ken met was. Ze dlacfat er niet aan dat de lucht waarschijhlijk ook niet hart door zoo'n gewast overtrek zou gaan, en' be- handeldte den zak van haar stofzuiger op de- gel'ijke en ouderwetsche manier met wa®. Toen zij den stofzuiger voor't eerst weer ge- bruikte, scheurde de zak. Men moet voorzichtig zijn met het koopen van stofzuigers in een andtere plaats waar men haar wil gebruiken. Er bestaan n.l. twee standaardspanningen voor electr. stroom, 125 en 220 Volt Koopt men een zuiger in een plaats waar de spanning 125 Volt is, dan Icrijgt men1 natuurlijk een, d'ie dlaarvoor is gebouwd. Bestaat te de woonplaats van d'e koopster nu dte spanning van 220 Volt, dan staat in 't gunstigste geval een zekering door, in't ongunstigste de motor. Ook met het aanschaffen van lampen en strijkijzers d'ient hierop te wordten gelet, Dte spanning waarvoor het toestel gebouwd' is, staat altijld vermeld op een plaatje-, dat er aan is geschroefd. Torn' ik na een' afwezigheid' van eenigte we- ken mijh nederige woning weer betradl voted ik daar de Alkmaarsche Courant met het in- gezonden stuk van dm heer H. betreffendte het ombrengen van muizen, dbor middel van paardtenhaar. Ik gteef onmiddellijk toe, dat het werkelijk een „paardenmididlel" is, maar meende het te mogen opgeven, daar het in tegenstelling met rattenkruid, muizentarwe e. d. onSchadelijk is voor kinderen en- huisdieren. Overigens is mij sindsdien ter oore geko- men, dat ook een humaner middel bestaat, dat ongevaarlijk is voot menschm en- huisdie ren, en wel een reincultuur van bacillen van' midzen-cholera. dat door de Rijks Serum- inrichting te Rotterdam wordt verstrelct. Deze bacillen' veroorzaken; een besmettelijke ziekte onder dem uizen zoodat niet alleen het indi- vidu, dat er derect mee in aanraking, wordt geddod, maar ook zijn soortgenooten. VALI. VOOR KLEINE TUINEN'. De eerste bloemen bloeien a 1 weer te on zen siertuin en we gaan nu spoedli'g over tot die gewone voorjaarsschoonmaak. Afgestor- ven stengeldeelen van vaste planten snijden we af. Waar we nog laatbloeiende vaste planten scheureo willen, dten we het nu te- vens. De geheele siertuin krijgt nu een xuime hemesting met half verteerdte stalmest. Ook het gazon wordt daarbij niet vergeten. In- plaats van stalmest kan men hiervoor ook gebruik maken van goede compost. Natuur lijk kan; men ook gebruik maken' van kunst- mest en waar hat bloeiende gewassen betreft, geven we failer vooral een ruteie gift super- fosfaat, daar fosfor een gunstige invloed heeft op den bloei dter planten. In deze maand kunnen ook enkele bol- en knolgewas- sen geplant worden. De voornaamste hiervan is wel de Gladiolus. De knollen worden op een afstand van pl.m. 20 c.M. en ter diepie van 710 c.M. geplant. De kleinere soorten, Gladiolus primulines, kan ieis diditer ge plant worden1. Voor beplantteg van bloem- vakken zijn Gladiolus minder geschikt. Als ongedwongen groepen, voor en tusschen ■heesters, voldoen vooral die met heldere kleu- ren uitstekend. Ook kan men groepjes in een border plaatseni, waar ze tusschen vroeg- bloeiende vaste planten een dergelijk plekje tijidens den bloeitijd (AugustusOctober) mooi maken. Een andter knolgewasje, dat we deze maand kunnen planten, is Montbretia. De elegante geel tot bruinrood bloeiend'e bloemstengels leveren mooi maferiaal voor het vullem van vaasjes. Evenals Gladiolus, groepsgewijze aangeplant, zijn ze in Au gustusSeptember een sieraad voor onzen tuin. De knolletjes planten we 7 c.M. diep op een afstand van 12 c.M. Op droge gron- den kan men Montbretia ondter eenfaedekking met turfmolni gerust buiten overwinteren. F.en bijzonder mooi bolgewasje is Figridia. De groote bloemen zijn zeer fraai geteekend en de plant wordt niet hooger dan 15 c.M. Ze bloeien in Juli en Augustus. KUIK'ENSTERFTE, DIE VOORKOMEN KAN WORDEN. Met het lengen dter daigen begint zoo onge- merkt het brocdseizoen te nadenen. Hteel veel kuikens zul'lien binnen eenige weken geboren warden, maar helaas stierft ook een aanzien- lijk percentage van deze diertjes af. De oorza- ken van deze sterfte zijn aan meer dan een factor te wijten. Over dit endierwerp trofien wij in het oude, maar altijd weer nieuwe pluimveeblad' „Poultry" van de hand1 van John W. Moore een artikel aan, dat wij zoo geschikt achten voor onze lexers, dat wij het in onze taal omwerkten en nu ter aand'achltige lezing aanbevelen. Mr. Moore dan schrijft: Dat de meeest gschikfcen, de sterksten in den strijd om het bestaan en bij de natuurlijke teeltkeus de cwerwinning behalen dus die' an deren overleven, is een natuurwet, die zich overal en op vele uiteenloopendte wijzen d'oet gelden Wij hebben ons meerma-len afgevraagd, waarom d'e kuikens op het boerenerf zoo ge- liard enr zoo krachtig waren Toch werdten ze niet altijd' gehouden in wat wij: noemen ge- zonde verblijvete, toch waren ze vaak sterk im ^eteeld. d'aar de jonlge hanen uit denzelfden toom geboren, aangehouden werden om ver der met buw zustere en moedters door te fok- kwn. En hoe bleef de stamina (l*«nskracht) behoudea Nd, fteu mr.nlec was, dat dew gaans verscheidene joage hanen licpen bij teen zelfde koppel. Er vielen dan nog al wat gevechten voor, maar teen dter hanen wist wel- dra de overmacht te verkrijgen ea werd de monarch op de boerderij. Deze hacn be- vruchtte de meeste der hennen en de bijloopers moesten zich met de overige hennen tevre- den stellen. Dat komt d'us eenvoudig neer op den loop der genoemde natuurwet: overheer- sching van dten meest geschikten Dat zien we onverandterlijk gebeureni on der alle dieren in wifden staat. Het mannelijke diex moet vechkm om zijn positie en als er veel mannetjes zijln, moeten die, welke niet vechten kunnen, natuurlijk alleeni blijven. Daar echter al eens beweerd' werd, dat het juist goed is een vierdte deel van de kuikensi, die wij fokken, te verliezen en dat de overigen dan de besten zullcn zijn, mieen ik, dat het tijd wordt dteze kwestie eens meer van nabij te be- zien. Als deze kuikens gezond en krachtig waren, toen ze uit het ei kwamen, waarom moesten ze dan sterven in hun eerste levensdagen En als ze niet gezond waren bij het uitkonrn, waar moeten wij dan de fout zoeken? In het brocdproces of in den fofetoom? Het kan zijn dlat wij juist de wet, die wij beweren erkend te hebben, niet kendlea en er tegenin1 gehandeld hebben. Laat ons eerst den foktoom bezien. Men zegt, dat de haan die halve foktoom is, maar de wet der natuurlijke teeltkeus is in de meeste gevallen niet in werking getreden. De haan werd gekozen door den eigenaar en be- paaldte facto/en als rasechtheid, eierproduc- tie van de moeder, het uiterlijlk van dten haan zelf en' bij1 den rasfokker zijln sitandaard- eigenschappen gaven dikwijls de beslissing. Wel is waar zal de verstandige fokker geen haan aan het hoofd van den toom plaatsn als hij niet overtuigd is van diens vold'oende stamina, maar dikwijls gebeurt het toch, vreezen wiji, d'at een haan aan't hooM van den toom wordt geplaats, die daar niet zou gekomen zijn als hij zijn plaats door vechten had moeten veroveren Zelfs alls dek uikens, ontstaan uit zulk een paring, ndet alien zwak- kelingen zijn, dan kan toch verwacht worden, dat de verkregen jonge htennen al de stamina zullten bezitten;, welke zij noodig hebben' en als ze bij geval nog in dten foktoom komen met een haan van hetzelfdte bloed, d'an zullen haar kuikens ongetwijfeld teekenen van- degenteratie vertoonen. Natuurlijk wil ik diet bewerexii, d'at de folk- kers hun hanen zouden moeten laten vechten, voordat zij hun keuze maakten, maar toch kan de Natuur ens een paar dingen leeren1 als htet er op aan komt te fokken' op stamina. Maar gesteld dlat wij den werkelijik goedten foktoom hebben samengesteld en dlat alle voorwaaTd'en gunstig zijn om de stamina te behouden, waarom zouden dan de kuikens afsterven De manier van broedten kan- mis- schien verkeerd zijn. Wacht even. Hoe ging het met de broedeieren in de tijdruitate tus schen dat ze door dte hen gelegd1 werdten en in de brocdmachine kwamen? Waren het versche eierten en werdem ze elken dag ge- keerd, zooals dte hen zou ged'aan hebben tel- kenls als zij op het nest kwam om er een ei b,ij te leggen? We weten, d'at er een moment komt dat het ei te oud is voor broedresultaat. De kiem is dan doodl. Maar behoudt die kiiem zijh voile kracht juist tot op het oogenbli'k van afsterven en- wordt het leven dan uitge- bluscht op ten moment, zooals wii bijV. een kaars uitblazen'? Of verliesf die kiem van lieverlede, langzaam aan zijn levenskracht, totdat er niet meer voldoende over is om het broedproces mogelijk te maken? Als het laat- ste waar is en wij brengen. eieren in de broe«f- machine, nadat de helft van hun levenskracht verdwenen is, kunnen we dan sterke kuikens verwachten? Nu het broedproces. Ik weet van een eiter- ladte, die bij vergissing een faeelen nacht bui ten <le machine bleef en pas den volgendten morgen er weer werd in'gezet en toch gaven een aantal dezer eieren kuikens, faoewel wat latter dan op dten' niormakn tijd. Ik dtenk dat dteze de sterksten waren, daar zij in levefl wa ren, gebleven. Als wij nu werkelijlc eeniige waariijk sterke kuikens willed' verkrijgen, zou d'en we ni'ets anders te d'oen hebben, dan dte eicrlade juist z66 lang buiten de machine te laten, dat dte zwakkelingen sitierven. Maar naar mijn bescheiden meening heeft deze gestoorde incubatie, waardoor de zwak- kexi' ofstervan, toch ook een zeer nadeeligen invloed uitgeoefend op die, welke in 't leven bleven. Of met andlere woordten al dte eieren ondervonden de nadtedig? gevoligeti', dte vol doende waren om een aantal'-der levenskie- men te doodten Hoewel i's dteze punten heb aangeroerd is rui'n opinio, dat het meerendeel van' de ttegen- slagen met jonge kuikens te wijten zijn aan een of meer fouten in het systeem van opfok- Icen. Ik heb ervaren, dat eeir dozijn kuikens alan- gekocht bij een anderen fokker in een, kunsitt- moeder samengebracht werdlen met een vijf- tigtal andere kuikens op een boerderij gebo ren De eerste twaalf stieiven allemaal, ter wijl van de anderen sleehts een enkele sneui- vddte In zulk een geval moeten wij' dten' te- gensiag toeschrijven: aan dte voorafgaandte be handeling. Een, groot aantal kuikens sterven omdat hun behandeling niet deugt, bijV. eeni te groot aantal bijeen, gebrekkige verwarming, irTgewands-stooniisseni tengevolge van fou ten in dte voedling, vochtigen bodein, besmet- ting en nog ander oo'rzakcn,. Hot gezondste kuiken is nog maar een teer sehepseltje en er is maar we'nig noodig om zijn levanSlicht uit te blusschten- Te beweren' dat dteze verliezen onvermijde- lijk zijn, doet veel fcwaad aan de liefhebberij. Het is beter om eerlijk te bekenncn, dat deze verliezen een gevolg zijn van verkeerde be handeling. Ik ken voorbeelden, d'at "ondter een d'uizend1 kuikens op een farm die verliezen op den leeftijd1 van 3 d'agen tot 3 maanden niet meer dan 3 ptocent bed'roegen. Eh nu dteze verliezen te vercn'techuldigeni op grond' dat zulks wezenlijk goed! is, omdat die welke niet ™sdfikt ziin. het end'erspit dblven. Deze sfel- ling gaat niet on In goed'e omstandighc'den zullen er weinig kuilcens uit het ei komen, dlie ind'erdaad1 gebrekkig zijn en het is dan beter deze af te maken, dan ze een eliendig leven te doen lijdten Het wil er bij mij niet iru, dat zij, die een epidemic overleven of die bij slechte lewnsomstandighteden niet ondergaan, een sterker gestel zoud'en hebben. Ik heb boeren gekend, d'ie huh vee in den winter uitstekend verzergdlen, tewijl hun buurman zijln diwea I hal? gebrek l?et rijetea. Zou ik nu niet vtsl eerdcr bij den eersten mijh aahkoop doien' das bij dien laatsten? Ik moet nog overtuigd wordten, d'at bmme. ren uit de periodte, dat de verliezen ondter deze diertjes gering zijn, achier zouden staan bij die, welke geboren zijn in den tijd ah de verliezen groot zijh. Het is bekend. dat de kindersterfte het grootste is in dte ellendige dompige sloppy onzer groote steden en wie durft nu zeggen dat de kindteren, die daar in die somberheid de mofilijke oinstand'ighedten overleven, een beter fysiek gestel zouden bezittcn dan die kinderen, welke in gunstige omgeving en met goed voedsel znij opgegroeid De sterk sten overleven 1 Ja, maar wij' drijven de din gen tever, ate wij trachten de Natuur te hd pen door ondergesehikten op te ru intern op d'eze ruwe manlier. Tot zoover onze Brit. Aan dit belangrijke artikel zou ik nog gaarne iets willen toevoegen. Eigenlijk wrti- delen wij steeds in raadselen. Goed is te trach ten ze op te loissen, maar moeiHijk blijft bet in ieder geval. Ik hoop d'at men hier de toestan. d'en op dte farm niet zal stellen' boven die in een goed ingerichte stadsliefhebberiji, waar het op kleiner schaal, even goed of nog beter, mogelijk is honderd procent van die kuiikens tot volwassen grootte te brengen. Meerd'ere broedseizocnen is het mij gelukt uit de eieren van eigen renkippen ongeveer 90 procent kui kens te verkrijgen, die ik alien' groot kreeg. j Als eenmaal het normale kuiken er is. d'as is het onze taak het diertje z66 te behandelen, dat het flink dtoorgroeit. De hoofdVoorwaar- den zijn: wannte steeds volkomen droge en zindtelij'ke bod'em, geschikt voeder zui- vere drank voile bescherming tegen luis - rust zoo mogelijk d'e verzorging toever. trouwen aan een' rustige kloek bij kunst-j matigen opfok de kunstmoecfer niet te sterk bevolken. 2. OpLossittgen der raadsels uii't vorige rtummer. Voor grooteren. 1. Uitstel is geen afstel. Fluit, steen, gist, staai, geel, guit. K1 o k Kopenhagen. poot c ape. knie man A O hi o a dam e g g e br <?m t ie« De (ondter) nem (in) g De onder- ruming. Waterloo. Voor hleineren. Lize las terwijl ik naaide. (aster). Is Jeanne van Brake! f^genwijs? (akeld) Johca, je rekent er toch op, dat het mor gen Zondag is? (anjer) Ik geloof, je houdt je maar oostindisdi doofl roos Kitty Date liet haar Cadeaux zien. v a a (telle) a,oud, goud'. Kaal, keel, koo\. Sok, Koos. OM OP TE LOSSEN. Voor grooteren. Welke vrucfat maak je van: k k k Jc k k k 1. I. k k k k k fc k k k k k k k k k mer k k k b k k k k k k k k k k k k k k k k k k 4. Mijn geheel wordt met 14 letters geschre- ven en noemt een aanplanting, welke men niet in ons land, dloch in warme streken vind't. 13, 14, 8, 9, 12, 11 is een and'er woord voor gezicht. 10, 6, 8, 8, 5, 14 is een meisjesnaam. Een 6, 5, 1 is een boomsoort. 11, 2, 2, 10 is een jongensnaam. 7, 8, 9, 11, 9>, 12, 10 is een andere boom soort. 1, 2, 4, 3, 5, 14 is een drank, die warm gedronken wordt. 7, 2, 1, 1, 6, 10 noemen een leelijke ziekie. Met D ben ik een wapen, met R een rivier in Beieren. Plaats in deze 16 vakjes: 2 E 4 A 2 S 1 H 1 K D 2 Nl'2 L 1 W zoo, dat je van boven naar benedeni en van links naar recfats leest: lo. een jongensnaam. 2o. een1 stand'.' 3o. een rivier in Rusland. 4o. een weekdier. Voor kleineren. 1. Verborgen. plaatsen in ons lanld: Ik vermiju rechtstreeksche verwijten, maar toon mijn ontevredenheid. (2) Haar nichtje was heel stuursch. Stonid' dte hut recht tegenover het groote fauis? Ja, ik kom, rneneer de Hout hield mij teven op. (2). Jan en N'el speet het, dlat zij' te laat waren. 2. Een familielid en een vorstelijike zehel vormen semen iets, dat zoowel door den soldlaat als de naaister en den kleermaker gebruikt wordt. 3. M'et t steek i'k boven andere gebouwen uit, met h ben ik hoi, met v een viscfaje en met k een landhouwprodud. 4. Mijn eerste is een kleur, mijn tweede en derde vormen samen den naam van een vecrkleind lichaamsdeel «i' mijn geheel ucemt een- vogeltje. Welk?

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Alkmaarsche Courant | 1924 | | pagina 10